Geref. Diakenen vergaderen Bond van Chr. Oranje Vereen. DONDERDAG I OCTOBER 1936 DERDE BUAD PAG. 9 De vraagpunten worden besproken en de conclu sies vastgesteld. Afscheid van den Voorzitter, den heer J. H. Donner. In de gisteren te Utrecht voortgezette conferentie van Gereformeerde Diaconieën, heette de voorzitter, de heer J. H. Don ner, van Rotterdam, na het .uitspreken van »jjn openingsrede hartelijk welkom: Dr. J. Hoek, van Den Haag; Mr. R. van Maare, van Arnhem en Mr. A, F. L. van Beeck Calkoen, Van Den Haag; allen adviseurs der conferentie. Voorts deelde de voorzitter mede dat de secretaris, de heer M. C. Wijnbeek, we gens ongesteldheid verhinderd is de confe rentie bij te wonen. Van hem werd een te- legrafischen groet ontvangen. Telegrammen Besloten werd aan de Generale Synode het volgende telegram te zenden: De Cen trale Diaconale Conferentie in Utrecht bij een, bidt Uwe hooge vergadering de ver lichtende en sterkende leiding des Heiligen Geestcs toe. x Tevens werd onder applaus besloten een 501 telegram van trouw en aanhankelijkheid aan HM. de Koningin te zenden. l)en secretaris werd telegrafisch een spoeaig herstel toegewenscht. Groote geestdrift verwekte de mededee- „Dg, dat 204 diaconieën vertegenwoordigd waren. Nog nimmer werd het getal 200 'bereikt. Vraagpunt Groningen Door Groningen was een vraagpunt inge- jonden betreffende het steunen van perso nen, die sinas korten tijd ter plaatse inwo, nende zijn. Veel jonge menschen trekken naar de stad. Is het spaarpotje op, dan kloppen ze bij de diaconie aan. Als het V6: kleine zakenmenschen zijn, wordt geen crisissteun ontvangen, daarnaast wordt va lide arbeiders pas na twee jaar steun ver leend. We mogen die menschen niet laten gaan. Steun heeft echter drieërlei bezwaar: 1. de trek naar de groote steden wordt be vorderd, 2. de menschen blijven in de groo te stad; 3. de uitgaven worden te groot. De heer Breukelaar, die het vraag- ■yj punt toelichtte, deelde mede, dat thans in koningen gepoogd wordt deze menschen de stad weer te doen verlaten. Men geeft de menschen een geringen steun van f 5. (Volledige steun is niet mogelijk; door het doen van een kleine Christelijke handrei king bevordert men de terugkeer naar het rek platteland, Dlscusslo Na de toelichting was er gelegenheid om plaatselijke mededeelingen over deze kwes tie te doen. De heer Develingen, van Dordrecht, wees op de regeling van ver trekkende armen. voorbzitter merkte óp, dat deze jorie niet te vergelijken valt. Het gaat 'personen die als niet-gesteunde ver- tken, maar dan in de andere plaats na iele maanden noodlijdend worden. De heer De Vries van Nijkerk, acht de Instaande regeling bij vertrekkende armen «n oplossing. De oude diaconie geeft dan nog enkele maanden vollen steun en nog ■enkele maanden het halve bedrag aan steun. De heer Van Halsoma, van Assen ondersteunde de oplossing van Groningen. De giften van kapitaalkrachtigen, die pas in de gemeente gevestigd zijn, worden ook ian dankbaar aanvaard. De heer Van Maasdijk, van Noord- nijk, wees op het voorgelezen Schriftge deelte. De Heiland vraagt niet: vanwaar komt lie schare? Neen, Hij zegt: „Geeft gij hen D Ie eten." Het zakelijke mogen wij nimmer roorop stellen. De heer Van Keulen van Katendrecht to «vil gaarne de woorden van den heer Van en Maasdijk onderstreepen, maar hoe moet het letaald worden? Mag de diaconie steeas chuld op schuld stapelen en de werkelijke innen, weduwen en weezen geregeld tekort doen? Oplossen doen we deze kwestie niet» We moeten trachten nog iets van de dia- Eonie in de plaats waax de menschen van daan komen, te krijgen. Bovendien moet in Kerkboden en bladen gewaarschuwd R'orden tegen het trekken naar de stad, om paar werk te zoeken. heer Van Hegen, van Almelo, wil inderscheid maken tusschen menschen, die im speculatieve redenen naar de stad gaan P l in zij, die in de nieuwe gemeente werkloos t vorden. c- De heer Slump, van Leeuwarden, deel- Ie mede, dat de tre"k naar Leeuwarden vo- ig jaar zeer groot was. Per circulaire wer den de gemeenten in de provincie er op gewezen, hOe gevaarlijk het was naar de stad te gaan. Door de circulaire is de trek inderdaad waarneembaar afgenomen. Spr. drong aan, om deze circulaire aan aile kerken te zenden. De heer Mee «wissen van Ede, bezag de kwestie principieel. Wij mogen nie mand weigeren. De diaconie mag niet straffen in de maag. De heer Born eraan, van Den Haag-W. deelde mede, dat vcrhuisbiljetten van per sonen, die geen betrekking hebben door de Burgerlijke Overheid geweigerd worden. Contact moet gezocht worden met de Bur gerlijke Overheid. Adviseur aan het woord. Dr. A. Hoek, van Den Haag, had met genoegen gehoord, dat men geen termijn van inwoning wil stellen. De principieele weg dient gevolgd. Wij mogen niet zeggen: gaat heen en wordt warm. Daarnaast moet de trek naar de steden tegengegaan worden door circulai res en andere publicaties. Een synthese tusschen het principieel en zakelijk stand punt dient gevonden te worden. Conclusie De Voorzitter concludeerde, dat de vraag ontkennend moet beantwoord, worden en tevens ongemotiveerde verhuizing moet worden voorkomc Het vraagpunt Velp Door Velp was gevraagd: Hoe moet de diaconie handelen inzake aanvullenden steun aan kleine middenstanders? Door Velp wordt voor de gezinnen een norm gesteld. De diaken vraagt: wat heb je verdiend? Is dit bedrag onder de norm, dan wordt aangevuld. Het bezwaar is, dat deze steun luie. menschen kweekt en on eerlijkheid in de hand kan werken. De heer Van der Veen, van Amster dam, deelde mede, dat Amsterdam vroeger deze menschen steunde. Dit kon op den our niet meer. Nu ontvangen dé menschen het verschilbecjrag tusschen maatschappe lijke steun en diaconale norm. Gaat een zaak zeer slecht, dan blijft ze niet voort bestaan. De heer S t r ij b i s, van Den Haag, wees er op, dat. allereerst op de fondsen voor sociale nooden gewezen moet worden. Is dit niet mogelijk, dan moeten we de mid denstanders helpen, dus zorgen, dat ze niet in het leger van werkloozen terecht komen. Ze moeten een kans krijgen. Spr. acht het beste, om een gift te geven, desnoods twee of drie maal in een jaar. Helpt dit niet, dan moet de controle verscherpt worden en moet afgevraagd, of het bedrijf of de zaak wel roden van voortbestaan heeft. Daar anders deze zaken sociaal gezien een ge vaar vormen voor den middenstand. De Voorzitter maakt onderscheid tusschen zaken die vroeger goed gingen en nu slecht, en crisiszaken, opgericht door crisis-slachtoffers. De eerste categorie moet op de been gehouden worden. Deze vraag moet sociaal ook bezien worden. Elke zaak mag aoor steun niet geholpen worden. Het Nat, Crisiscomité gaf giften van f50 tot f 200, waardoor bedrijven veelal weer levensvatbaarheid kregen. Daarnaast dient gedacht aan voorschotkassen. Sedert het. voorjaar bestaan er fondsen, die credieten verstrekken. Deze fondsen saneeren eerst de bedrijven, brengen zooveel mogelijk inkomsten en uit gaven in evenwicht. Deze fondsen werken zeer goed. Als c.it alles niet baat, dan is het niet gewenscht, dat de diaconie gaat helpen. Maatschappelijk gezien heeft zoo'n zaak geen reden van voortbestaan. Spr. gelooft, dat deze menschen door de diaconie geholpen kunnen worden, alleen als dit financieel voor de diaconie mogelijk is. De heer Lui ting van Ermelo. wees er op, dat de openbare kassen onderscheid maken tusschen Gereformeerde menschen en nict-Gereformeerde menschen. De diaco nie wordt steeds ook aangesproken. De heer Ruiters van Harderwijk, waarschuwde tegen het grootwinkelbedrijf en de coöperaties. De Voorzitter merkte naar aanlei ding hiervan op, dat het hier geen midden- standscongres was, maar een diaconale ver gadering. (Gelach). Mr. R. va n Maare, van Arnhem, wees hier op individualiseering. Geval voor geval moet bezien worden. Vervolgens werd kort gepauzeerd. Na de pauze werd een telegram voorge lezen van het afgetreden comitélid, Gen heer D. Apperlo van Meppel, waarin deze meedeelde door ernstige ongesteldheid niet ter conferentie te kunnen komen. Besloten werd hem telegrafisch herstel te wenschen. De discussie werd vervolgens voortgezet over het vraagpunt Velp. Er werd op ge wezen, dat onder den verzamelnaam „klei ne miadenstanders" ook thuis behooren kleermakers, tuiniers, enz. De heer J. H. Veenkamp van Amers foort, wees er met klem en ernst op, dat de kleine middenstander nimmer aan Burger lijk Armbestuur overgeleverd mag worden. Wij mogen de menschen niet brengen in de Conclusie De Voorzitter wees er op, dat in de zen geen vaste lijn te trekken valt. Toch wel enkele richtlijnen. Dé diaken moet al lereerst aavisocrend optreden in voorkomen de gevallen en verwijzen naar de organen, die crcdiet (steun) verleencn aan den mid denstand. Bij diaconale aanvullende steun- verleening moet men zich beperken tot die kleine middenstanders, die aoor den steun weer een zelfstandig bestaan kunnen krij gen. In het algemeen is het niet gewenscht bedrijven of zaken in stand te houden, die op den duur geen levensvatbaarheid be zitten. Personen, die aan financieele verplichtin gen niet kunnen voldoen, moeten uit han den van geldschieters gehouden worden. Nimmer dwinge de diaconie tot verkoop van vaste goederen (huizen enz.) daar deze in dezen tijd slech's de liquidatiewaarde opleveren. Middagsamenkomst In de middagvergadering hield Dr. J. Hoek, van Den Haag, een breede inleiding over het vraagpunt: „Welke zal de ge dragslijn der diaconie zijn jegens ontrouwe leden, die ondersteuning vragen of deze ontvangen?" Wij gaven den inhoud van dit referaat reeds gisteren weer. Medegedeeld werd, dat van de Gen. Sy node der Gcref. Kerken een telegram werd ontvangen, waarin dank gezegd werd voor den telegrafischen groet. Discussie Vervolgens werd gediscussieerd over het referaat. De heer Beenhart van Sliedrecht, in formeerde naar de behandeling van ge meenteleden, die steeds bij een ander kerk genootschap kerken. De heer W. St rij bis Pzn., van Den Haag, vroeg of in zeer moeilijke gevallen de beslissing van al of niet steuilen in han den van den géheelen Kerkeraad gelegd, kan worden! De heer Teeuw, van Kralingcn, vroeg of de leeftijdsgrens van doopleden, n.l. 30 jaar, niet te hoog is en voor de ondersteu ning die grens niet verlaagd dient te wor den. Telegram van H.M. de Koningin De Voorzitter deed voorlezing van het volgende telegram: Hare Majesteit de Koningin draagt mij op deelnemers 47ste centrale diaconale conferentie van diakenen Gereformeerde Kerken in Nederland Harer Majesteits oprechten dank over te brongen voor gevoelens vertolkt door telegram en daarbij gevoegde zegenbede (Adjudant van dienst Phaffer). Staande zong de vergadering de beide bekende coupletten van ons Volkslied. Beantwoording Dr. Hoek wees erop, dat alle steunbe hoevende leden, zoolang ze nog door den Kerkeraad gehandhaafd blijven, gesteund moeten worden, zoo dit financieel mogelijk is. Dreigt iemand de Kerk te verlaten, om dat steun van andere organen hooger is, dan mag nimmer het steunbedrag verhoogd worden. Leden of lidmaten mogen niet ge kocht worden. De beslissing in handen van den Kerkeraad leggen is moeilijk. Met ver maning doorgaan en niet meer steunen is inconsequent. Het besluit van de Synode om doopleden op 30-jarigen leeftijd af te voeren^ brengt niet mede, dat een dooplid niet vöor d'ien tijd afgevoerd kan worden.-? De Voorzitter sprak een warm ge stemd dankwoord, waarin hij tevens alle vragenstellers dank zegde. De heer D. Ap perlo, van Meppel, die niet herkozen was, daar hij niet in het diakenambt gebleven is, werd dank gebracht voor zijn arbeid, Afscheid Voorzitter Ook de voorzitter, de heer J. H. Donner, werd om diezelfde reden niet herkozen. In verband daarmede sprak de heer J. H. Veenkamp van Amersfoort, den voorzit ter toe. Spr. vertolkte in zijn toespraak de gevoelens, die er in de conferentie zijn, nu de voorzitter heen gaat. Wij voelden ons steeds veilig. In moeilijke jaren hebt ge ons geleid en daarbij steeds den gouden standaard van de principieele Gerefor meerde armverzorging gehandhaafd en De Voorzitter zegde de vergadering dank voor de medewerking en de gespro ken afscheidswoorden. (Applaus). Slotwoord In plaats van Dr H. K a a j" a n van Utrecht, werd het slotwoord uitgesproken door Ds R. E. van Ark el, van Utrecht. Spr. deelde mede, dat Dr. Kaajan verhin derd was door de zittingen van de Synode. Het diakenambt heeft een gemengd ka rakter. Het ambt is geestelijk van oor sprong, is een orgaan in het geestelijk lichaam van Jezus Christus. Dit geestelijk ambt voltrekt zich in het stoffelijke. Dit ambt heeft daardoor het meest mensche- lijke karakter van de drie ambten. Moge lijk is dit de reden, dat het ambt zich het eerst zelfstandig heeft ontwikkeld uit het Apostelschap. Het diakenambt is ook het meest Chris- De Bond van ChrOranjevereenigingen hield gisteren in het gebouw van de „N we Utr. Courant" 'te volg-bondsvergadering. Foto van het hoofdbestuur en de deelnemers voor het gebouw der N.U.Crt. tend) de bondsvoorzitter Ds. Is. Voorste egh van Den Haag Utrecht een ver* In 't midden (zit* Jaarvergadering te Utrecht De samenwerking met neutrale vereenigingen De Bond van Christelijke Oranjevereeni gingen in Nederland vergaderde gister te Utrecht in het Gebouw der Nieuwe Utrecht- sche Courant aan de Drift. Deze Bondsverga dering was een voortzetting van de vergade ring welke gehouden is op 15 Juli te Scheve ilingen. De zaal waarin vergaderd werd was feestelijk versierd met Oranjevlaggen, wel willend afgestaan door het Centraal Oranje Comité Utrecht, terwijl leden van de afd. Utrecht der Oranjegarde goede diensten be wezen om de bezoekers van deze vergade ring den weg te wijzen van het station' naar de binnenstad. De vergadering, welke onder leiding stond van den Bondsvoorzitter Ds. I. Voor- s te egh van den Haag, werd geopend met het zingen van Ps. 150 vers 1, waarna de voorzitter den 3 den Psalm las en voorging in gebed. Het begin van deze vergadering werd bij gewoond door den Commissaris der Koningin in de prov. Utrecht Jhr. mr. dr. L. Bosch Ridder van Rosenthal. De Voorzitter sprak een kort openings woord, kort omdat deze vergadering een voortzetting was van. die te Scheveningen ge houden. Spr. verheugde zich over de tegen woordigheid van den Commissaris der Ko ningin, die reeds vroeger als burgemeester van den Haag de Christelijke Oranjevereeni gingen een warm hart toedroeg. Spr. memo reerde de feesten van de laatste dagen ter gelegenheid van de Vorstelijke verloving. Hij. zou er wel weer uren over kunnen spreken maar Ds. Voorsteegh zal dat niet doen en het bij een enkel woord van blijdschap laten. Ook voor feestviering geldt het woord: „Sunt denique fines", er zijn grenzen. Maar dit wil spr. toch nog opmerken, dat het hem dezer dagen weer getroffen heeft dat ons volk een mooi volk is en dat wij in vergelijk met vroeger veel gewonnen hebben. Neen, ons hart is nog niet leeg van Oranje en met de Koningin bidden wij dat God het ver loofde paar moge zegenen tot heil van ons Nederlandsche volk. Vervolgens hield de Commissaris der Ko ningin in de Provincie Utrecht een hartelijke toespraak tot de aanwezigen, waarin hij zijn blijdschap uitte over het feit, dat de Oranje liefde in onze dagen weer levend leeft. Ook telijke. Het ambt van Christus is ook ge mengd, waardoor het diakenambt het meest aanleunt aan het werk van Christus. Weest diaken (dienaar) in dat ambt. Laat Christus uw voorbeeld en kracht zijn. Spr. wees op het woord van Petrus: „Wat ik heb, geef ik u." Petrus gaf lichamelijke kracht uit naam van Jezus den Nazarener. Het was een stout woord van Petrus, dat hij toen sprak voor de verzamelde menigte en den kreupele genas. Hij bood stoffelijke hulp in de geloofskracht in Christus. Laat ons zoo de gaven geven. Het diakenambt mag niet verzakelijken en te technisch worden. In dezen tijd is het diakenambt haast een vak geworden. Het stoffelijke mag niet het a 1 worden. Ge leefd moet, uit de geestelijke bron en Pe trus moet steeds als voorbeeld voor oogen Na samenzang en gebed sloot de voorzitter de vergadering. de Chr. Oranjevereenigingen hebben daar toe veel bijgedragen. De heer L. Glinderman van Utrecht hield daarna een referaat over het onder werp: „Kringvorming" Kringen zijn in het leven geroepen omdat het werk van het Bondsbestuur te zwaar werd. De doelstelling van de:. Kring en den Bond zijn dezelfde. Spr. wijst erop dat de kleine kringen beter contact kunnen hebben met het Bondsbestuur. Zou het geen aanbe veling verdienen, zoo vraagt spr., om te ko men tot een zekere decentralisatie? De vereenigingen kunnen dan ook beter contact hebben met de Kringbesturen. Hoe het contact nu te verwerkelijken? Spr. wees op het nut van een jaarlijksche kringverga dering zooals Utrecht die kent. Ook het kring bestuur moet geregeld vergaderen. In den kring Utrecht is hierdoor een groote eenheid ontstaan, die niet meer gemist zou kunnen worden. Door uitwisseling van gedachten is het dan mogelijk dat vereenigingen in een provincie dingen organiseeren die niet met elkander strijden, maar in denzelfden geest staan. Zoo herinnerde spr. aan de Oranjebijeen'komsten in de verschillende kerken in de provincie Utrecht gehouden bij de verloving der Prin ses. Dan wijst spr. op het nut van de Kring autotochten. Een breedvoerige discussie volgde op het referaat van den heer Glinderman, waarbij vele bezwaren werden geopperd over de kringvorming maar anderzijds ook voord ee- len werden opgenoemd. Het Bondsbestuur is vóór kringvorming. In de verschillende af- deelingen zal toetreding of vorming tot kring worden overwogen. Neutrale vereenigingen Des middags werd gesproken over de hou ding van de Chr. Oranje Vereenigingen te genover de neutrale Oranjevereenigingen. De Chr. Oranje Ver. Haarlem stelde de vraag hoe de samenwerking bij andere vereenigin gen is en in welke gevallen samenwerking mogelijk is. Zeer vele sprekers voerden hier over het woord en brachten plaatselijke be zwaren naar voren, die erop wezen dat de samenwerking niet altijd prettig is. Tenslotte nam de Bondsvoorzitter het woord, die erop wees dat Oranje aan heel ons volk behoort. Samenwerking met andere Oranjevereenigin gen moet dan ook steeds gezocht worden maar met behoud van onze Chr. beginselen. Generaliseeren is onmogelijk want iedere plaats en vereeniging kent andere toestanden. De afd. Delft stelde voor een commissie te benoemen om te onderzoeken of een betere verzorging van een orgaan mogelijk is. Deze afdeeling wenschte een maandelijksch orgaan. Vele leden waren het daarover eens, maar een en ander stuit op financieele bezwaren. Het Hoofdbestuur zal echter een en ander overwegen. Vervolgens kwam de afd. Baarn met het voorstel om een. commissie te benoemen tot onderzoek van de vlaggenkwestie. Dit voor stel werd eenparig verworpen, daar minister Colijn zich heeft uitgesproken voor de drie kleur en men zich bij dit regeeringsbesluit zal moeten neerleggen. Tijdens de rondvraag deelde Ds. I. Voor steegh mede, dat hij namens den Bond op verzoek zitting heeft genomen in het Na tionale Comité van Huldeblijk, voor de aan bieding van een nationaal geschenk bij gele genheid van het huwelijk van Prinses Ju- VRIJDAG 2 OCTOBER HILVERSUM I 1875 M. Algem. programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00 Gram.pl. 11.3012.00 Voor zieken en ouden-van-dagen. 12.15 Gram.pl. 1.00 KRO-orkest en Gram.pl. 2.45 Gram.pl. 3.00 Zang en piano. 3.30 Gram.pl. 4.05 Zang en piano. 4.35 KRO-orkest. 5.15 Gram.pl. 5.30 KRO-Melodisten en solist. 6.00 Land- en tuinbouwcauserie. 6.20 Vervolg van 5.30. 7.00 Berichten. 7.15 De KRO-Luchtlijn. 7.35 Musica catholica. 8.00 Berichten ANP. 8.10 De KRO-Trou- badours. 9.00 Gram.pl. 9.15 Sted. orkest Maastricht en solist. 10.25 Grampl. 10.30 Berichten ANP. 10.35 De KRO-BÖys. 11.00 Gram.pl. 11.15 De KRO-Boys. 11.35-12.00 Gram.pl. HILVERSUM n 301 M. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00— 12.00 VARA. 8.00 Grarn.pl. 10.00 Morgen wijding. 10.15 Voordracht. 10.35 Gram.pL 11.00 Voordracht. 11.20 VARA-orkest. 12.00 Gram.pl. 12.30 Omroeporkest en Gram.pl. 2.30 Het Lyra-Trio. 4.05 Gr.pl. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 De Fliereflui ters mmv. solist en Gram.pL 6.30 Politiek radio-journaal. 6.50 Melody Circle. 7.20 Vervolg concert. 7.50 Berichten ANP. 8.00 Berichten V.G.P. 8.05 Causerie „Mensch en geschiedenis". 8.30 Cello en piano. 9.00 25-Jarig bestaan Vereen, v. Vrijz. Prot. Militaire Tehuizen. 9.30 Vervolg concert. 10.00 Nieuwe werken over religieuze kunst, caiuserie. 10.30 Gr.pl. 10.40 Avond wijding. 11.00 Causerie „Opvoeding van de rijpere jeugd". 11.3012.00 Orgelspel. DROITWICH 1500 M. 11.05—11.20 Medische causerie. 12.10 Orgelconcert. 1.35—2.20 Piano-recital. 4.20 BBC-Midland-orkest. 5.35 Het Parkingtonkwintet. 7.10 Muzi kale causerie. 8.40 BBC-symphonie- orkest, -koor en solisten. 10.50 Het BBC- Theater-orkest. RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert. 4.20 Parijsch strijkkwartet. 5.50 Orkest concert. 8.20 Zang en piano. 11.051.05 Orkestconcert. KEULEN 456 M. 6.50 Orkestconcert. 12.20 Omroeporkest. 6.20 Dresdensch Philh. orkest. 8.30 Voor Oud-strijders. 10.40 Or kestconcert. 11.2012.20 Populair concert. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 1.30—2.20 Klein-orkest. 6.35 Klein-orkest. 7.20 Dito. 8.20 Omroeporkest en voordracht. 484 M.: 12.40 Zang. 12.50 Klein-orkest. 1.50 Zang. 5.20 Klein-orkest. 6.50 Piano recital. 8.20 Symphonieconcert en zang. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Bruck nerconcert. 9.30 Solistenconcert. 10.50 Trioconcert. liana met Prins Bernhard. Naar aanleiding van een desbetreffende opmerking werd be sloten pogingen in het werk te stellen tot het aanbrengen van de portretten van de Ko ninklijke Familie in de Jeugdherbergen van ons land waar deze nog niet prijken. De Voorzitter vond dit een goed denkbeeld en zegde toe zich met het hoofdbestuur der Jeugdherhergen in verbindingte zullen stellen Hierna werd de vergadering gesloten met dankgebed van Ds. Voorsteegh en het zingen van het Wilhelmus. GESCHIEDENIS VAN EÏN HOLLANDSOH - AMERIKAANSCHEN MILLIONAIR DoosKJONKHEID, (20 De moed herleeft. De reactie op de druk der benauwde 'dagen slaat door tot overmoed. Er is nog jenever en er zijn [toog kaarten. En wat gebeurt er in een samenleving van d'i mannen in de kracht van hun leven? Als de nacht valt, dekt eii) (le duisternis ontzettende gruwelen. •w; Willem Waterman heeft geld geleend uit de portefeuille, o!" 'die zijn overleden vriend Beever hem heeft toevertrouwd. Niet Benomen, alleen maar geleend, want Willem is laf en bijge- i loovig en denkt nog aan de dreigende woorden: Dan zal het tngeluk je achtervolgen je leven lang, jou en je gezin. Maar alles is goed gegaan. En hij heeft weer proviand ge- )W tocht en hooi en haver voor het paard, hoewel tegen prijzen, esji die niet te betalen zijn. Een paar boeren waren van hun een- ir ïame farm naar de stoet gereisd en hadden hun waar ver- ltL tocht aan de meestbiedende. Een en andermaal heeft Willem de portefeuille van Beever aangesproken, eerst om te leenen, toen zich paaiend met de drogreden, dat er eigenlijk tweehon derd vijftig dollar van hem bij zijn, die hij Beever voor de vrachtprijs heeft betaald, en tenslotte, omdat het niet anders kon. Nu begint angst hem te knijpen. Zijn groep heeft overnacht bij een complex van plassen en moerasjes en sindsdien is hij ziek geworden. Niet doodziek, maar ellendig, lusteloos en moe. Zoo heeft hij zich drie dagen voortgesleept. Nu heeft zijn paard een zwerende wond aan de dij en kan bijna niet verder. Willem krijgt het benauwd. ,,Zou ik nog terug kunnen?" vraagt hij zichzelf. Terug? En dan? Naar Pella. Naar de familie Bulders. Nog een dag sleept hij mee in de stoet, 's Avonds wordt zijn paard er uit gegooid. Nu is het gedaan. In grauwe doodsangst ligt hij 's nachts op zijn wagen, 's Morgens trekt de stoet verder. Terzijde staat de wagen, waarop Willem ligt. Men liet hem achter. Hij is niet zieker dan gister, 't schijnt zelfs, dat de rust hem goed doet, maar de moed is weg. Hij denkt aan de lijnbaan, zijn vrouw, zijn kind, zijn moeder. Als een striemende zweep slag treft hem de gedachte, dat hij nog nooit geschreven heeft. Ze weten niets van hem en hier zal hij sterven en zijn dood lichaam zal verteren in de brandende zon en de wagen zal wegrotten in de regen. Nu komt zijn eigen ik weer in het middelpunt, hij kan wel huilen van medelijden met zichzelf. Willem denkt aan Willem en aan niemand anders. Zooals altijd. Vrouw en kind zijn weer op de achtergrond. Hij gaat peinzend overwegen wat hij eten zal, want hij wil zijn krach ten bij elkaar houdeh. Dan voelt hij, hoe de wagen zich beweegt, hij hoort gepiep en gerammel en als hij opkijkt, ziet hij vlak voor zijn oogen een groot bruin gezicht. „Leef je nog?" vraagt de kerel ruw in slecht Engelsch. Willem komt overeind. Er staan twee paarden aan zijn wagen gebonden. „Wat wilt u?" „Is deze wagen van jou?" „Ja". ,,'k Wil hem koopen". „Is niet te koop". „Niet?" „Nee". De kerel overweegt. Ligt die vent hier te sterven? Zal ik een paar dagen wachten en hem er af gooien, als hij dood is? Dan kost de wagen niets. „Ben je ziek?" „Nee". „Waarom lig je dan hier?" „Mijn paard is dood". „Je ziet er zelf ook niet te best uit". „Ik ben ziek geweest, maar nu is het over". De kerel kijkt twijfelachtig. „Je kunt hier toch niet bliiven?" „Dat ben ik ook niet van plan". „Op 't oogenblik vorder je toch maar slecht". ,,'k Wil een van je paarden koopen". „Voor hoeveel?" „Vijf honderd dollar". De ander lacht uitbundig. Het geluid klinkt ruw en schor, cr zit een dreigende klank in. Willem wordt onrustig. ..Bied maar gerust tweeduizend. Mijn paarden zijn even- min te koop als jouw wagen". Ze zwijgen beide. „En toch moet ik een wagen hebben", zegt de vreemde. Zijn toon is zoo vastberaden, dat Willem nog banger wordt. De man betast het hout en schudt aan de wielen. „Heb je een paard noodig?" vraagt hij weer. „Natuurlijk". „Jouw wagen is niet te koop?" „Nee". „Mijn paarden ook niet". Hij maakt de halsters los. „Ik groet je". „Je hebt toch zeker mijn wagen hard noodig?" „Jij hebt toch zeker mijn paard hard noodig?" „Oók". „Zit dan niet te zeuren. Kies een van mijn paarden. Geef mij je wagen plus vijfhonderd dollar en de koop is qesloten. Doen of niet?" „Wat heb ik aan een paard zonder wagen?" „Je ziet toch, dat de beesten gezadeld zijnl" „Paardrijden kan ik niet". „Dat gaat vanzelf. Jij zit op zijn rug en het beest loopt. Het is je eenige kans. Wil je hier liever doodgaan?" ..Ik geef tweehonderd dollar". „Vijfhonderd en geen cent minder, 't Is nog veel te weinig. Wat is die ouwe kar waard? Brandhout!" Willem overweegt. Ja. 't is zijn eenige kans. Een kwartier later is de koop gesloten. Er gaat weer vijf» nonderd dollar uit de portefeuille. (Wordt vervolgd)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9