NATIONALE
)e nieuwe Wetsontwerpen
Mr. L. J. A. Trip over het
Egalisatiefonds
I, VOENSDAG 30 SEPTEMBER 1936
DERDE BEAD PAG. 9
behandeling in de Eerste en
de Tweede Kamer
)e verschillende ontwerpen
beide Kamers goedgekeurp
WEEDE KAMER
De Tweede Kamer werd gistermiddag,
adat dr H. Co lijn de Regeeringsverkla-
ing had afgelegd, geschorst. Te 7.15 werd
j heropend. J
De griffiers deden voorlezing van de uit-
ebrachte verslagen: ieder een.
Ze werden mondeling namens de Regee-
ng beantwoord.
at verbod van gondnitvoer
Minister Oud deelt mede, dat
geen aanwijzingen omtrent de koers
van den gulden kunnen worden ge
geven. Dat moet worden afgewacht.
Van winst op de goudvoorraad kan pas
isproken worden, nadat de nieuwe pari-
jt is vastgesteld en indien die ligt bene-
W
n aas:
Rui
ie winst moet. ten goede komen aan het
k onder aftrek van het pondenverlies,
nog op de Balans voorkomt.
Jaatregelen ten aanzien van waardever-
lerdering zullen voorhands niet worden
nomen.
Ook moet de loop van zaken worden af
wacht ten aanzien van loonen, enz. Zij,
e daarover spraken, schijnen van aan-
ssing nog niet zoo afkeerig te zijn.
(Vroolijkheid).
heer de Visser (comm.) achtte de
geeringsmaatregelen funest en zou uit
otest, ook tegen de wijze van behandc-
ig, tegen 9temmen.
De heer Sneevliet (r.s.a.p) was van
pening, dat de belangen der arbeiders ook
i verwaarloosd worden door de Regeering,
lijk zij steeds de belangen van de breede
issa verwaarloosd heeft.
Buiten het parlement zal het verzet der
issa tegen deze maatregelen zich moeten
Iwikkelen.
zal tegen worden gestemd.
Het wetsontwerp werd z.h.s. g o e 8-
gekeurd, onder aanteekening, dat
comm. en de heer Sneevliet tegen
alisatiefonds
ok hieromtrent beantwoordde Minister
rJd het verslag,
nstelling van een wisselcentrale ligt
t in het voornemen.
Iet egalisatiefonds moet gefinancierd met
latkistpapier, omdat een winst op den
idvoorraad thans niet te berekenen is.
)e Minister van Financiën spreekt het
it© en het laatste woord bij het beheer
■z<
t J
«afregelen tegen prijsopdrijving
^^■ierbij beantwoordde Minister Gelis-
Itn het verslag.
Ie voorgestelde maatregelen zullen met
feoodige scherpte worden toegepast.
!r zullen nog wel andere maatregelen
bten volgen om onredelijke prijsverhoo-
gen te voorkomen.
Dopers behoeven niet strafbaar te wor-
1 gesteld.
[roothandel, fabrikanten en grossiers
Ien onder het wetsontwerp,
idviescolleges worden ingeschakeld voor
ver noodig en mogelijk,
lan loonen is niet gedacht bij de bepa-
j, dat betaling van diensten niet mag
rden verhoogd.
Inder huur wordt in dit wetsontwerp
:ht niet begrepen.
)e bevoegdheid om op te treden is bij
1 burgemeester van de plaats, waar de
ideren zich bevinden,
locht een burgemeester zijn plicht niet
jn, dan zal de Minister van Binnenland-
Ie Zaken zulk een functionaris op de
h eigen manier aan de ooren trekken.
(Gelach).
De werking van de wet wordt be
perkt tot 1 April 1937. De werking
der Crisispachtwet zal spoedig wor
den verlengd.
)e heer Vervoorn (Plattel.) was van
ening, dat er nog niets gebeurd was,
ardoor dit wetsontwerp wordt gemoti-
iwL' (Gelach). De boeren hebben bij dit
tsontwerp geen belang en dus zal
bt Vervoorn tegenstemmen.
Zonder discussie en z.h.s. werd het
htsontwerp goedgekeurd.
De heer de Visser (comm.) diende een
amendement in om de landbouwers scha
deloos te stellen tegen eventueele gevolgen
an devaluatie.
Het werd echter niet voldoende onder
steund en kwam dus niet in behandeling.
Een volgend amendement van den heer
e Visser (comm.) deelde in hetzelfde
lot.
De commissie van rapporteurs stel
de voor de geldigheidsduur van de
wet tot 1 Maart 1937 te beperken.
De Minister nam dit amendement over.
De heer de Visser (comm.) trok een
derde amendement in.
Het wetsontwerp werd z.h.s. goedge
keurd. De heer Vervoorn was tegen, het
geen werd aangeteekend.
Te 10 min. over 8 werd de vergadering
verdaagd tot hedenmiddag 1 uur.
EERSTE KAMER
Vergadering van 29 Sept. 1936
Te half 9 vergaderde dc Eerste Kamer,
teneinde de een kwartier te voren in de
Tweede Kamer aangenom .1 drie wetsont
werpen in behandeling te nemen.
Ook hier was de belangstelling op de
tribunes groot. Alle Ministers op Minister
de Graeff na, waren aanwezig.
Minister Co 1 ij n las dezelfde verklaring
voor, die hij in dc Tweede Kamer had af
gelegd.
Daarna ging de Kamer in de afdeelingen.
Om 10.55 uur werd de vergadering her
opend.
De griffier las de uitgebrachte voorloo-
pige verslagen voor: uitvoerverbod van
goud, egalisatiefonds en maatregelen tegen
prijsopdrijving.
Minister Oud antwoordde op de opmer
kingen over het uitvoerverbod.
Z.i. hebben zij, die bezwaren daartegen
hebben en meenen, dat het Kabinet moest
aftreden omdat het aan den gouden stan
daard gebonden is, zich slecht rekenschap
gegeven van den toestand van Zaterdag.
In de afgelegde verklaring is dat nog
uiteengezet. De Regeering hecht meer waar
de aan de adviezen van haar deskundige
raadgevers dan aan de meening van onge
noemde leden in het verslag.
Wie beweert, dat de Regeering onvoldoen
de rekening houdt met de economische be
langen, zegt iets, dat onhoudbaar is.
Tot het uiterste is de gouden standaard
vastgehouden, ook om economische redenen
Het is een dwaasheid om te beweren, dat
wij onder buitenlandsche invloeden han
delden. We zijn toch een eiland!
We hebben in 1914 toch ook niet onder
vreemden invloed gemobiliseerd.
De Regeering heeft ook thans naar eigen
verantwoordelijkheid gehandeld in het be
lang van ons volk.
De kwestie van de goudclausule wordt
bestudeerd.
Blijken maatregelen noodig, dan zullen
die worden genomen.
Er volgde op dit gloedvolle woord ap
plaus.
Prof. v. E m b d e n (v.d.) was tegenstan
der tot' het laatst toe van devaluatie, maar
de nood drong thans om overstag te gaan.
Uitvoerig, veel te uitvoerig, moest dit wor
den betoogd.
De heer v. Vessem (n.s.b), die begon
met een aantal onwaarheden aaneen te
rijgen, zeide, dat de omzwaai der Rc_
ring niet gemotiveerd is. Welke invloeden
hebben gewerkt? Mannheimer? Aan de
partijpolitiek is devaluatie welkom, omdat
zij den weg opent tot schijnoverwinningen.
Minister Oud merkte op, dat de heer v.
Vessem voorlas wat reeds in het verslag
staat, maar met geen woord weerlegde, wat
de Minister daarop reeds heeft geantwoord.
Het kabinet heeft op de bres gestaan voor
den gaven gulden, het heeft daarvoor ge
streden met alle kracht. Maar nooit hebben
de N.S.B.heeren het gesteund, maar wel
verguisd.
Thans treden zij op als verdedigers van
den gaven gulden!
Wij zijn nog geen muntvervalschers. On
ze gulden staat in den storm als geen en
kele andere munteenheid.
Nooit is van hen, die het met de Regee
ring niet eens waren, gezegd dat zij „on
vaderlandslievende schobbers" zouden zijn.
Minister Colijn doelde op hen, wien de
gave gulden koud liet, maar die er op
bedacht waren geld te verdienen uit de
valutaverhoudingen. Het belang van Ne
derland liet hen ijskoud.
Een „onvaderlandslievende schoibber" is
de schrijver van het strooibiljet van de
N.S.B., dat verschenen is onder den kop:
devaluatie het begin van het failliet
Wat een karakter moet men hebben als
men veronderstelt, dat de Regeering haar
pijnlijke beslissing zou hebben genomen
onder buitenlandsche invloeden! (Instem
ming).
De beslissing is tenslotte genomen met
het oog op het landsbelang.
Er zijn momenten in het leven van een
olk, dat allen als één man staan om de
Regeering. De natie is dan één. Twee
groepen stellen zich echter buiten de ge
meenschap van het Nederlandsche volk:
communisten en nat. socialisten. Beiden
spreken op dezelfde wijze in dezen moei
lijken tijd.
Maar de Regeering weet zich gedragen
door de overgroote meerderheid van het
volk. Met zijn grooten werkelijkheidszin
zal het begrijpen waar het best het heil
van het volk wordt gediend.
(Daverend applaus)
Het wetsontwerp werd z.h.s. goedge
keurd. De N.S.B. was tegen.
Egalisatiefonds
Prof. v. Embden (v.d.) wilde spreken
over iets, dat niet in de stukken stond.
De Voorzitter stond óat niet toe.
Het wetsontwerp werd z.h.s. goedge
keurd.
Prijsopdrijving
Minister G e 1 i s s e n beantwoordde het
verslag.
Tegen koersstijging van aandeelen zal
niets worden gedaan.
De aan burgemeesters te geven bevoegd
heden zullen door hen goed gebruikt wor
den, meent de Minister. Mocht een beroeps
instantie noodig blijken, dan zal die wor
den voorgesteld.
De schadeloosstelling van 90 pet. is als
straf bedoeld.
Onder diensten wordt verstaan het leve
ren van onstoffelijke prestaties tegen be
taling. Loondienst valt er niet onder.
Z.h.s. werd het ontwerp goedgekeurd.
Te kwart voor 12 werd de vergadering
gesloten.
HET ENGELSCHE
VOORBEELD NAGEVOLGD
De gulden los van het goud
maar ook los van het pond
Geen herwaardeering van den
goudvoorraad der Ned. Bank,
voor de definitieve
stabilisatie er is
Een verslaggever van het A.N.P. heeft'
een onderhoud gehad met den President
der Nederlandsche Bank, mr L. J. A.
Trip, over de instelling van het ega
lisatiefonds ten bedrage van f 300 mil
lioen. Deze begon met in antwoord op
de hem gestelde vragen mede te deelen,
dat het onmogelijk is den gulden, los
gemaakt van het goud, de beweging van
vraag en aanbod te laten volgen, wan
neer zich zulke internationale omstan
digheden voordoen op monetair gebied
als thans. Zulks kan niet, omdat er in
de wereld reusachtige bedragen aan
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
Voor /163,— 's-faars
fjt. verzekert 30-Jarfge-
ƒ10.000,-
uitkering bij overlijden
KOOKAPPARAAT, DAT WARMTE SPAART
Een vinding met talrijke
voordeelen
De heer Joh. H. G. Dunk, te Rotterdam,
is chefkok geweest en heeft dus, van huis
uit, belangstelling voor alles wat met koken
bakken en braden in verband staat. Eén
factor daarvan: het zoo economisch moge
lijk aanwenden van de beschikbare hitte,
heeft hij echter meer in het bijzonder leeren
overdenken, nu hij reeds eenige jaren zelf
slachtoffer van de crisisomstandigheden is.
En dit overdenken heeft hem gebracht tot
de constructie van een apparaat, dat eigen
lijk „het ei van Columbus'1 is. Hij hééft
hierop octrooi, verkregen .en brengt het, met
behulp van een Nederlandsche ficna, die
het in massa kan produceeren, in den han
del in goed geëmailleerd en tegen oxidatie
bestand materiaal.
De samenstelling van het „Dunvoka-appa
raat" is erop berekend de anders verloren
gaande warmte van één gaspit in een cylin
der op te vangen en dan door een buis
heen te voeren naar een anderen cylinder,
die op een onderstelletje staat. Op elke cy
linder wordt een pan gezet. Het spreekt
vanzelf, dat dit een enorme warmtebespa-
ring geeft. De heer Dunk verzekerde ons:
40 pet. De bezuiniging gaat echter nog ver
der: het email van de pannen wordt ge
spaard, omdat het niet zoo lang aan te
groote rechtstreeksche hitte wordt blootge
steld, het eten brandt niet aan, het teveel
verdampen van vocht uit het voedsel wordt
tegengegaan en men behoeft dus geen
voedzame bestanddeelen met een teveel aan
kookwater weg te werpen.
Bovendien, wanneer men het voedsel aan
den kook heeft gebracht, kan men het ver
der op den spaarbrander gaar laten worden
met als gevolg o.a.: geen afkokende aard
appelen meer, geen noodzaak om telkens
vocht bij te vullen, geen onaangename lucht
en geen hitte in de keuken, geen verlies
van geurigheid van het voedsel en ook
minder moeite voor de huisvrouw, die im
mers niet bang behoeft te zijn voor aan
branden of overkoken en gerust een poosje
weg kan als het eten óp staat.
Geen wonder dan ook, dat de heer Dunk
deskundigen versteld heeft doen staan bij
zijn mooie, doch eenvoudige vinding, die
ruime toepassing verdient, nu ieder bezui
nigen moet.
Bet. Dunvoka-apparaat. j
kort geld zijn, welke heen en weer trek
ken en omdat er bovendien na het
gouduitvoerverbod een speculatieve be
weging is te verwachten. Om de gevol
gen daarvan voor onzen gulden te miti-
geeren, moet men kunnen ingrijpen.
Dat is ook de basis geweest van het
Engelsche egalisatiefonds. Wij willen
het koersverloop van den gulden op den
langen duur niet bedwingen, maar de
schommelingen, die het gevolg zijn van
het heen en weer trekken van het korte
geld en van speculatieve operaties zoo
veel mogelijk voorkomen.
Op het oogenblik is de pariteit van den
gulden, volgens de Muntwet onveranderd.
Of er aanleiding zal zijn, deze te herzien en
wanneer dat zal geschieden, hangt af van
de omstandigheden. In Engeland is sinds
Maart 1935 het Engelsche pond tegenover
de goud-valuta en den dollar tamelijk sta
biel gebleven. Dat heeft de Engelsche regee
ring bereikt met behulp van het egalisatie
fonds. Intusschen zou zich de mogelijkheid
kunnen voordoen, dat Engeland wijziging
in den pondenkoers bracht, wanneer de
Engelsche regeering bleek, dat het pond te
hoog was komen te staan. Zulks zou het ge
val zijn, wanneer bleek, dat do betalings
balans van Engeland een deficit vertoonde,
dat niet was aan te merken als een gevolg
van het terugtrekken van kort geld, maar
op den duur aanwezig bleef. In dat geval
dus, zou het pond bij de-tegenwoordige En
gelsche politiek, naar beneden moeten, maar
wanneer er door het fluctueeren van het
korte geld tijdelijk een te sterke druk op
het pond komt, dan verbetert het egalisatie
fonds den koers.
Op de vraag, of het' dan niet ge-
wenscht is, dat er ten aanzien van onzen
gulden zoo spoedig mogelijk vastheid
komt, was het antwoord, dat men den
tweeden dag na den monetairen maat
regel van onze regeering, zeker niet kan
vergen, dat er vastheid bestaat. Het is
volkomen begrijpelijk, dat men eerst
zegt: Wij willen nu eens zien, hoe het
met den gulden gaat. Over een langeren
duur gerekend kan men zeker calcula-
tiepunten vaststellen en in verband daar
mede den guldenkoers zooveel mogelijk
regelen.
Kan men dan niet, zoo luidde een volgen
de vraag aan mr Trip, den gulden het
koersverloop laten volgen van een der an
dere groote valuta's, met name van 't pond?
Mr Trip antwoordde:
Evenmin als er op het oogenblik een
vaste verhouding bestaat tegenover het
goud, kan men zich binden aan een
vaste verhouding tegenover het pond.
Wij moeten nu eerst de ontwikkeling
der dingen aanzien.
Op de vraag, of er dan niet na zekeren
tijd eoii oogenblik is gekomen, waarop men
met het oog op den dan ingetreden toestand
waarin de gulden niet langer belangrijke
schommelingen vertoont, zal kunnen over
gaan tot stabilisatie, luidde het bescheid:
Dat hangt er van af, in hoeverre de toe
stand internationaal rijp is om tot stabilisa
tie te komen. Engeland weigert vooralsnog
tot internationale stabilisatie mede te wer
ken, o.a. omdat de oorlogsschulden nog niet
geregeld zijn en bovendien, omdat het eerst
eens wil zien. hoe het met Frankrijk gaat.
De werking van het egalisatiefonds
Vervolgens deelde mr Trip enkele bijzon
derheden mede, omtrent de werking van 't
egalisatiefonds. Wij kunnen den gulder:
alleen steunen, door buitenlandsche valuta
te verkoopen. Deze kunnen wij krijgen door
ze op de markt te koopen en ze daarna te
verkoopen. Dit koopen zal in het begin
moeten geschieden, omdat er dan nog geen
pon den voorraad in het fonds aanwezig .is.
maar bovendien kan de Nederlandsche
Bank bijspringen met haar goudvoorraad.
Zooals de heer A. Plate, vroeger commis
saris van de Nederlandsche Bank, zeide
„Het is geen stroo, wat in je kelders ligt,
je hebt goud, om het te gebruiken".
Waarom zoo vroegen wij vervolgens
was het noodig, dat het egalisatiefonds door
de Regeering werd ingesteld en bij de wet
bekrachtigd? De Nederlandsche Bank, die
tot nu toe gezorgd heeft voor de handhaving
van de pariteit van den gulden tegenover
de buitenlandsche valuta's, was daartoe
toch ook in den vervolge in staat geweest,
ook zonder dit fonds?
Mr Trip antwoordde: De Nederlandsche
Bank, die het beheer over het fonds heeft
en de operaties uitvoert, blijft zeker in deze
een hoofdrol spelen, maar, wanneer het
fonds niet bestond, zou men onmiddellijk'
moeten devalueeren. Ik moet mijn goud
blijven berekenen op den wettelijken koers.
Hetzelfde is het geval in Engeland. De Bank
Mr. L. 1. A. Trip,
of England houdt haar pond nog steeds op
de oude waarde van f 12.10, maar ook daar
is het egalisatiefonds een regeeringsinstel-
ling.
Moet er dan geen herwaardeering
van den goudvoorraad plaats hebben,
volgens den thans ingetreden toestand?
luidde een volgende vraag.
Op het oogenblik antwoordde mr
Trip dat de definitieve stabilisatie
komt, d.w.z., wanneer het oogenblik is
gekomen, dat die stabilisatie kan wor
den doorgevoerd, is er aanleiding tot
herwaardeering van den goudvoorraad
en realiseering van de eventueele winst
Waarom is het fonds 300 millioen groot?
zoo vroegen wij verder.
Dat bedrag aldus mr Trip is een
schatting. In elk geval is het een flink be
drag. Men kan er een heeleboel mee doen.
De loop van zaken moet bepalen, of met
dit bedrag kan worden volstaan. Ook in
Engeland is men begonnen met een lager
bedrag dan tenslotte in het fonds is gestort.
De liquidatie van het fonds
Voor welken tijd zoo luidde een vol
gende vraag is dit fonds ingesteld?
Het fonds wordt geliquideerd, antwoord
de mr Trip, bij de definitieve stabilisatie.
De middelen van het fonds komen uit den
verkoop van het schatkistpapier, of de be
leening er van. Als er veel geld in de open
markt is, kan dit papier ook daar worden
geplaatst en dan kan de Nederlandsche
Bank het voorschot, dat zij er op gegeven
heeft, verminderen. Ik behoef niet direct
het geheele bedrag van 300 millioen in
voorschot te geven.
Natuurlijk zoo vervolgde mr Trip
blijven de bijzonderheden omtrent de wer
king en de resultaten van het fonds ge
heim, maar de Nederlandsche regeering,
die er toezicht op uitoefent, kan door een
accountant, 'die de staten van het fonds
krijgt, den gang van zaken laten contro
leeren.
Tenslotte deelde mr Trip nog mede, dat
dê "bij hem ingekomen berichten er op -
wijzen, dat gevlucht kapitaal in Nederland
terugkeert.
Overigens zit er nog heel wat kort kapi
taal in het buitenland. Het blijkt, dat Ne
derland toch een rijk land is. Naar de mee
ning van mr Trip is onze betalingsbalans
volkomen in orde. De geheele vraag van
den guldenkoers is in hoofdzaak een psy
chologische kwestie. Op zulk een beperkt
terrein als er voor den gouden standaard
was overgebleven, kan de gouden standaard
niet spelen, dat heeft geen zin. Daar zijn
wij alleen te klein voor. Maar het pu
bliek toont vertrouwen in den gulden.
Mr Trip was zeer tevreden met het
verloop van zaken, nu de beurs weer
open is gegaan. Er hebben zich ook
geen verschijnselen van onrust voorge
daan. Gewoonlijk gaat in tijden van
zenuwachtigheid of van paniek het dis
conto naar boven, evenals voor prolon
gatie en call money. Gister &as de rente
voor particulier disconto 1% pet, voor
prolongatie 1% pet en voor call money
pet.
Een en ander wijst er op, dat wij de
toekomst met vertrouwen tegemoet kun
nen gaan.
DE „SIRENES" WORDT GEREPAREERD
Naar wij vernemen zal 't Noorsche stoom
schip „Sirenes", dat na de stranding bij
Callantsoog ter vaststelling van de schade
naar de Ned. Dok-Mij was gesleept, ook
door déze ondernemig worden gerepareerd,
welk besluit na gehouden scherpe inschrij
ving te Amsterdam en Rotterdam is ge
nomen. De reparatie zal elf dagen in beslag
j nemen.
IESCHIEDENIS VAN Elft «OLLANDSOR-
AMERIKAANSGHEN WILLI ON AIR
DOOR K JONKHEID.
(19
»,Hoe ging het bij de anderen?" vraagt hij 'in de stille hoop
it het geval met dezen man een uitzondering is.
Net als bij mij. In ieder huis waren dooden. Er zijn ge
inen tot den laatsten man uitgestorven. Dominé Van
lalte is een held. Hij was dag en nacht in de weer. We
idden geen dokter en onze medicijnen waren op. Toen is
naar Kalamazoc gereden en heeft twee dokters gehaaald.
e paard is hij met hen van de eene patiënt naar de andere
ireden, om te redden, wat nog te redden was. Maar op een
ondagavond, o, dat vergeet ik nooit. Hij stond op een af-
tzaagde boomstronk en wij er omheen, want de godsdienst-
pfening zou beginnen. „Wat zijn er weinig menschen,
®ar zijn de anderen?" vraagt hij, „waar is die en waar is
k?" „Dood, dood," roepen ze, „vannacht gestorven, van-
aa9 gestorven." „O God," roept hij, „moeten we dan allen
Stoven?" Hij stapt van de boomstronk en zakt snikkend op
c grond, ,Toen was het niet meer te houden. Toen hebben
we geroepen, geschreeuwd, gegild, wij allemaal, de mannen
en de vrouwen, tot God geschreeuwd om uitkomst, om be
houd voor dit overblijfsel. Het was een geschrei als van de
kinderen Israels. En God hoorde. Als door een wonder zijn
de ziekten verdwenen. Maar de helft van onze menschen
was gestorven."
De man ziet, hoe verslagen zijn hoorder staat te kijken,
„Jan," roept hij, „ken jij iemand, die Bulders heet?"
Ja, Jan heeft de naam gehoord, 't Is een van de nieuwe
lingen. f A
„Heb je hem gesproken?"
„Nee, niet gezien ook, alleen zijn naam gehoord."
Zijn vader loopt terug naar paard en wagen.
„Jullie hebben heel wat doorgemaakt," zegt Willem.
„Heeft vader het verteld?"
„Ja, dat er zoo veel gestorven zijn."
„Ook van het ongedierte?"
„Nee, wat was dat?"
Dat was een paar jaar later. Heel de kolonie werd over
stroomd door ratten en muizen. Er kwamen ook groote
zwermen stekelvarkens, eekhoorns en andere dieren uit het
bosch. 't WaS onbegrijpelijk. Ze vraten alles op. Ons eten
moesten we wegsluiten. Het is ergens gebeurd, dat de men
schen zouden gaan eten en onder 't bidden waren de muizen
op tafel gekomen en zaten de boel op te eten of sleepten er
mee weg. Toen zijn er een massa menschen weggevlucht",
„Naar Californië?"
„Nee, ver weg, naar de steden. Ze hebben dominé Van
Raalte gescholden en vervloekt. Ik had wel mee gewild, maar
vader wou het niet. We hebben armoe geleden, 's Winters
vroren we bijna dood. Soms lag de sneeuw een meter dik.
En zomers vergingen we van de hitte. Onze huizen waren
van stroo, hu zijn ze van blokken hout en dikke planken. We
wonen nu in Pella bij dominé Scholte",
„Verkoopen jullie veel aan de goudzoekers?"
„Alles. We koopen ook de voorraad van onze buren, die
verderaf wonen en verkoopen die weer. Dat gaat best. Ein
delijk komt er nu wat geld binnen. We verkoopen soms ook
aan de Mormonen",
„Mormonen? Daar heb ik nooit van gehoord. Zijn dat een
soort Indianen?"
„Nee, 't zijn gewone menschen. Overal vandaan. Die gaan
hier ergens een heilige stad bouwen, zeggen ze".
Wat een rare lui, denkt Willem. Jan staat ook te peinzen.
„Gaat u naar Californië?" vraagt hij.
Willem knikt „Ja".
,,'k Zou wel mee willen".
Als Willem zwijgt, reikt hij hem de hand en voegt zich bij
zijn vader. Dan wuift hij met de zweep en roept: „Tot ziens!"
XVI,
Die dag gaat de stoet niet verder.
De achteraan komenden hebben niet begrepen, wat er
aan de hand is. Ze kunnen de oorzaak van de stagnatie
slechts vermoeden. Ze hebben in de verte beweging gezien,
maar ze durfden niet naderen, omdat ze niet wisten wat het
was. Het kon evengoed een aanval van een rooversbende als
een karavaan van kooplieden zijn.
De volgende morgen gaat alles weer op weg. Een onaf
zienbare rij, zonder begin en zonder zichtbaar einde, trekt
door de oneindige vlakte, waarop zich mensch noch dier ver
toont. De zon stijgt iedere dag hooger, de lucht is strak en
roerloos, heel de atmosfeer is onbewegelijk.
Zoo volgt de eene dag de andere, al heeter, al stiller.
De felle zon doet de bodem gloeien, de hitte slaat neer van
boven en kaatst terug van beneden en teistert mensch en
dier, die in de middagrust amechtig ter aarde vallen.
Na eenige dagen gloeit de grond als een oven. De steenen
zijn brandend heet. Wie gaat liggen, springt weer overeind.
Alleen in de schaduw van wagens en tenten kan men na ver
loop van een uur op de grond liggen. Op de voertuigen zit
tend, tracht men zich te dekken tegen de zon.
Dan besluit men, 's nachts te trekken en overdag te rusten.
Maar dat voldoet niet. De dag is te heet en de ruimte in de
schaduw veel te bekrompen om zich behoorlijk uit te strekken
voor de slaap, zoodat men 's avonds te moe is om voort te
gaan. De nachtrust wordt nu bekort tot enkele uren en de
middagrust verlengd.
Ook komen er moeilijkheden met het drinkwater. Er zijn
stroompjes genoeg, maar ze drogen uit. Inplaats van beekjes
passeert men droge beddingen.
Het moreel verslapt, de hitte demoraliseert en het gerucht
verspreidt zich, dat men de rechte weg is kwijt geraakt en
naar 't noorden trekt inplaats van naar 't westen.
Maar een klein getal verstandige mannen wijst op de loop
van de zon en stelt vast. dat de richting goed is.
Er komen dagen met bewolkte lucht. Dat geeft verademing.
De felle zon brandt niet langer. En spoedig trekt men door
een streek, waar het geregend heeft. In de beekjes is frisch
stroomend water.
(Wordt vervolgd)