NATIONALE )e nieuwe Wetsontwerpen Mr. L. J. A. Trip over het Egalisatiefonds I, VOENSDAG 30 SEPTEMBER 1936 DERDE BEAD PAG. 9 behandeling in de Eerste en de Tweede Kamer )e verschillende ontwerpen beide Kamers goedgekeurp WEEDE KAMER De Tweede Kamer werd gistermiddag, adat dr H. Co lijn de Regeeringsverkla- ing had afgelegd, geschorst. Te 7.15 werd j heropend. J De griffiers deden voorlezing van de uit- ebrachte verslagen: ieder een. Ze werden mondeling namens de Regee- ng beantwoord. at verbod van gondnitvoer Minister Oud deelt mede, dat geen aanwijzingen omtrent de koers van den gulden kunnen worden ge geven. Dat moet worden afgewacht. Van winst op de goudvoorraad kan pas isproken worden, nadat de nieuwe pari- jt is vastgesteld en indien die ligt bene- W n aas: Rui ie winst moet. ten goede komen aan het k onder aftrek van het pondenverlies, nog op de Balans voorkomt. Jaatregelen ten aanzien van waardever- lerdering zullen voorhands niet worden nomen. Ook moet de loop van zaken worden af wacht ten aanzien van loonen, enz. Zij, e daarover spraken, schijnen van aan- ssing nog niet zoo afkeerig te zijn. (Vroolijkheid). heer de Visser (comm.) achtte de geeringsmaatregelen funest en zou uit otest, ook tegen de wijze van behandc- ig, tegen 9temmen. De heer Sneevliet (r.s.a.p) was van pening, dat de belangen der arbeiders ook i verwaarloosd worden door de Regeering, lijk zij steeds de belangen van de breede issa verwaarloosd heeft. Buiten het parlement zal het verzet der issa tegen deze maatregelen zich moeten Iwikkelen. zal tegen worden gestemd. Het wetsontwerp werd z.h.s. g o e 8- gekeurd, onder aanteekening, dat comm. en de heer Sneevliet tegen alisatiefonds ok hieromtrent beantwoordde Minister rJd het verslag, nstelling van een wisselcentrale ligt t in het voornemen. Iet egalisatiefonds moet gefinancierd met latkistpapier, omdat een winst op den idvoorraad thans niet te berekenen is. )e Minister van Financiën spreekt het it© en het laatste woord bij het beheer ■z< t J «afregelen tegen prijsopdrijving ^^■ierbij beantwoordde Minister Gelis- Itn het verslag. Ie voorgestelde maatregelen zullen met feoodige scherpte worden toegepast. !r zullen nog wel andere maatregelen bten volgen om onredelijke prijsverhoo- gen te voorkomen. Dopers behoeven niet strafbaar te wor- 1 gesteld. [roothandel, fabrikanten en grossiers Ien onder het wetsontwerp, idviescolleges worden ingeschakeld voor ver noodig en mogelijk, lan loonen is niet gedacht bij de bepa- j, dat betaling van diensten niet mag rden verhoogd. Inder huur wordt in dit wetsontwerp :ht niet begrepen. )e bevoegdheid om op te treden is bij 1 burgemeester van de plaats, waar de ideren zich bevinden, locht een burgemeester zijn plicht niet jn, dan zal de Minister van Binnenland- Ie Zaken zulk een functionaris op de h eigen manier aan de ooren trekken. (Gelach). De werking van de wet wordt be perkt tot 1 April 1937. De werking der Crisispachtwet zal spoedig wor den verlengd. )e heer Vervoorn (Plattel.) was van ening, dat er nog niets gebeurd was, ardoor dit wetsontwerp wordt gemoti- iwL' (Gelach). De boeren hebben bij dit tsontwerp geen belang en dus zal bt Vervoorn tegenstemmen. Zonder discussie en z.h.s. werd het htsontwerp goedgekeurd. De heer de Visser (comm.) diende een amendement in om de landbouwers scha deloos te stellen tegen eventueele gevolgen an devaluatie. Het werd echter niet voldoende onder steund en kwam dus niet in behandeling. Een volgend amendement van den heer e Visser (comm.) deelde in hetzelfde lot. De commissie van rapporteurs stel de voor de geldigheidsduur van de wet tot 1 Maart 1937 te beperken. De Minister nam dit amendement over. De heer de Visser (comm.) trok een derde amendement in. Het wetsontwerp werd z.h.s. goedge keurd. De heer Vervoorn was tegen, het geen werd aangeteekend. Te 10 min. over 8 werd de vergadering verdaagd tot hedenmiddag 1 uur. EERSTE KAMER Vergadering van 29 Sept. 1936 Te half 9 vergaderde dc Eerste Kamer, teneinde de een kwartier te voren in de Tweede Kamer aangenom .1 drie wetsont werpen in behandeling te nemen. Ook hier was de belangstelling op de tribunes groot. Alle Ministers op Minister de Graeff na, waren aanwezig. Minister Co 1 ij n las dezelfde verklaring voor, die hij in dc Tweede Kamer had af gelegd. Daarna ging de Kamer in de afdeelingen. Om 10.55 uur werd de vergadering her opend. De griffier las de uitgebrachte voorloo- pige verslagen voor: uitvoerverbod van goud, egalisatiefonds en maatregelen tegen prijsopdrijving. Minister Oud antwoordde op de opmer kingen over het uitvoerverbod. Z.i. hebben zij, die bezwaren daartegen hebben en meenen, dat het Kabinet moest aftreden omdat het aan den gouden stan daard gebonden is, zich slecht rekenschap gegeven van den toestand van Zaterdag. In de afgelegde verklaring is dat nog uiteengezet. De Regeering hecht meer waar de aan de adviezen van haar deskundige raadgevers dan aan de meening van onge noemde leden in het verslag. Wie beweert, dat de Regeering onvoldoen de rekening houdt met de economische be langen, zegt iets, dat onhoudbaar is. Tot het uiterste is de gouden standaard vastgehouden, ook om economische redenen Het is een dwaasheid om te beweren, dat wij onder buitenlandsche invloeden han delden. We zijn toch een eiland! We hebben in 1914 toch ook niet onder vreemden invloed gemobiliseerd. De Regeering heeft ook thans naar eigen verantwoordelijkheid gehandeld in het be lang van ons volk. De kwestie van de goudclausule wordt bestudeerd. Blijken maatregelen noodig, dan zullen die worden genomen. Er volgde op dit gloedvolle woord ap plaus. Prof. v. E m b d e n (v.d.) was tegenstan der tot' het laatst toe van devaluatie, maar de nood drong thans om overstag te gaan. Uitvoerig, veel te uitvoerig, moest dit wor den betoogd. De heer v. Vessem (n.s.b), die begon met een aantal onwaarheden aaneen te rijgen, zeide, dat de omzwaai der Rc_ ring niet gemotiveerd is. Welke invloeden hebben gewerkt? Mannheimer? Aan de partijpolitiek is devaluatie welkom, omdat zij den weg opent tot schijnoverwinningen. Minister Oud merkte op, dat de heer v. Vessem voorlas wat reeds in het verslag staat, maar met geen woord weerlegde, wat de Minister daarop reeds heeft geantwoord. Het kabinet heeft op de bres gestaan voor den gaven gulden, het heeft daarvoor ge streden met alle kracht. Maar nooit hebben de N.S.B.heeren het gesteund, maar wel verguisd. Thans treden zij op als verdedigers van den gaven gulden! Wij zijn nog geen muntvervalschers. On ze gulden staat in den storm als geen en kele andere munteenheid. Nooit is van hen, die het met de Regee ring niet eens waren, gezegd dat zij „on vaderlandslievende schobbers" zouden zijn. Minister Colijn doelde op hen, wien de gave gulden koud liet, maar die er op bedacht waren geld te verdienen uit de valutaverhoudingen. Het belang van Ne derland liet hen ijskoud. Een „onvaderlandslievende schoibber" is de schrijver van het strooibiljet van de N.S.B., dat verschenen is onder den kop: devaluatie het begin van het failliet Wat een karakter moet men hebben als men veronderstelt, dat de Regeering haar pijnlijke beslissing zou hebben genomen onder buitenlandsche invloeden! (Instem ming). De beslissing is tenslotte genomen met het oog op het landsbelang. Er zijn momenten in het leven van een olk, dat allen als één man staan om de Regeering. De natie is dan één. Twee groepen stellen zich echter buiten de ge meenschap van het Nederlandsche volk: communisten en nat. socialisten. Beiden spreken op dezelfde wijze in dezen moei lijken tijd. Maar de Regeering weet zich gedragen door de overgroote meerderheid van het volk. Met zijn grooten werkelijkheidszin zal het begrijpen waar het best het heil van het volk wordt gediend. (Daverend applaus) Het wetsontwerp werd z.h.s. goedge keurd. De N.S.B. was tegen. Egalisatiefonds Prof. v. Embden (v.d.) wilde spreken over iets, dat niet in de stukken stond. De Voorzitter stond óat niet toe. Het wetsontwerp werd z.h.s. goedge keurd. Prijsopdrijving Minister G e 1 i s s e n beantwoordde het verslag. Tegen koersstijging van aandeelen zal niets worden gedaan. De aan burgemeesters te geven bevoegd heden zullen door hen goed gebruikt wor den, meent de Minister. Mocht een beroeps instantie noodig blijken, dan zal die wor den voorgesteld. De schadeloosstelling van 90 pet. is als straf bedoeld. Onder diensten wordt verstaan het leve ren van onstoffelijke prestaties tegen be taling. Loondienst valt er niet onder. Z.h.s. werd het ontwerp goedgekeurd. Te kwart voor 12 werd de vergadering gesloten. HET ENGELSCHE VOORBEELD NAGEVOLGD De gulden los van het goud maar ook los van het pond Geen herwaardeering van den goudvoorraad der Ned. Bank, voor de definitieve stabilisatie er is Een verslaggever van het A.N.P. heeft' een onderhoud gehad met den President der Nederlandsche Bank, mr L. J. A. Trip, over de instelling van het ega lisatiefonds ten bedrage van f 300 mil lioen. Deze begon met in antwoord op de hem gestelde vragen mede te deelen, dat het onmogelijk is den gulden, los gemaakt van het goud, de beweging van vraag en aanbod te laten volgen, wan neer zich zulke internationale omstan digheden voordoen op monetair gebied als thans. Zulks kan niet, omdat er in de wereld reusachtige bedragen aan LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam Voor /163,— 's-faars fjt. verzekert 30-Jarfge- ƒ10.000,- uitkering bij overlijden KOOKAPPARAAT, DAT WARMTE SPAART Een vinding met talrijke voordeelen De heer Joh. H. G. Dunk, te Rotterdam, is chefkok geweest en heeft dus, van huis uit, belangstelling voor alles wat met koken bakken en braden in verband staat. Eén factor daarvan: het zoo economisch moge lijk aanwenden van de beschikbare hitte, heeft hij echter meer in het bijzonder leeren overdenken, nu hij reeds eenige jaren zelf slachtoffer van de crisisomstandigheden is. En dit overdenken heeft hem gebracht tot de constructie van een apparaat, dat eigen lijk „het ei van Columbus'1 is. Hij hééft hierop octrooi, verkregen .en brengt het, met behulp van een Nederlandsche ficna, die het in massa kan produceeren, in den han del in goed geëmailleerd en tegen oxidatie bestand materiaal. De samenstelling van het „Dunvoka-appa raat" is erop berekend de anders verloren gaande warmte van één gaspit in een cylin der op te vangen en dan door een buis heen te voeren naar een anderen cylinder, die op een onderstelletje staat. Op elke cy linder wordt een pan gezet. Het spreekt vanzelf, dat dit een enorme warmtebespa- ring geeft. De heer Dunk verzekerde ons: 40 pet. De bezuiniging gaat echter nog ver der: het email van de pannen wordt ge spaard, omdat het niet zoo lang aan te groote rechtstreeksche hitte wordt blootge steld, het eten brandt niet aan, het teveel verdampen van vocht uit het voedsel wordt tegengegaan en men behoeft dus geen voedzame bestanddeelen met een teveel aan kookwater weg te werpen. Bovendien, wanneer men het voedsel aan den kook heeft gebracht, kan men het ver der op den spaarbrander gaar laten worden met als gevolg o.a.: geen afkokende aard appelen meer, geen noodzaak om telkens vocht bij te vullen, geen onaangename lucht en geen hitte in de keuken, geen verlies van geurigheid van het voedsel en ook minder moeite voor de huisvrouw, die im mers niet bang behoeft te zijn voor aan branden of overkoken en gerust een poosje weg kan als het eten óp staat. Geen wonder dan ook, dat de heer Dunk deskundigen versteld heeft doen staan bij zijn mooie, doch eenvoudige vinding, die ruime toepassing verdient, nu ieder bezui nigen moet. Bet. Dunvoka-apparaat. j kort geld zijn, welke heen en weer trek ken en omdat er bovendien na het gouduitvoerverbod een speculatieve be weging is te verwachten. Om de gevol gen daarvan voor onzen gulden te miti- geeren, moet men kunnen ingrijpen. Dat is ook de basis geweest van het Engelsche egalisatiefonds. Wij willen het koersverloop van den gulden op den langen duur niet bedwingen, maar de schommelingen, die het gevolg zijn van het heen en weer trekken van het korte geld en van speculatieve operaties zoo veel mogelijk voorkomen. Op het oogenblik is de pariteit van den gulden, volgens de Muntwet onveranderd. Of er aanleiding zal zijn, deze te herzien en wanneer dat zal geschieden, hangt af van de omstandigheden. In Engeland is sinds Maart 1935 het Engelsche pond tegenover de goud-valuta en den dollar tamelijk sta biel gebleven. Dat heeft de Engelsche regee ring bereikt met behulp van het egalisatie fonds. Intusschen zou zich de mogelijkheid kunnen voordoen, dat Engeland wijziging in den pondenkoers bracht, wanneer de Engelsche regeering bleek, dat het pond te hoog was komen te staan. Zulks zou het ge val zijn, wanneer bleek, dat do betalings balans van Engeland een deficit vertoonde, dat niet was aan te merken als een gevolg van het terugtrekken van kort geld, maar op den duur aanwezig bleef. In dat geval dus, zou het pond bij de-tegenwoordige En gelsche politiek, naar beneden moeten, maar wanneer er door het fluctueeren van het korte geld tijdelijk een te sterke druk op het pond komt, dan verbetert het egalisatie fonds den koers. Op de vraag, of het' dan niet ge- wenscht is, dat er ten aanzien van onzen gulden zoo spoedig mogelijk vastheid komt, was het antwoord, dat men den tweeden dag na den monetairen maat regel van onze regeering, zeker niet kan vergen, dat er vastheid bestaat. Het is volkomen begrijpelijk, dat men eerst zegt: Wij willen nu eens zien, hoe het met den gulden gaat. Over een langeren duur gerekend kan men zeker calcula- tiepunten vaststellen en in verband daar mede den guldenkoers zooveel mogelijk regelen. Kan men dan niet, zoo luidde een volgen de vraag aan mr Trip, den gulden het koersverloop laten volgen van een der an dere groote valuta's, met name van 't pond? Mr Trip antwoordde: Evenmin als er op het oogenblik een vaste verhouding bestaat tegenover het goud, kan men zich binden aan een vaste verhouding tegenover het pond. Wij moeten nu eerst de ontwikkeling der dingen aanzien. Op de vraag, of er dan niet na zekeren tijd eoii oogenblik is gekomen, waarop men met het oog op den dan ingetreden toestand waarin de gulden niet langer belangrijke schommelingen vertoont, zal kunnen over gaan tot stabilisatie, luidde het bescheid: Dat hangt er van af, in hoeverre de toe stand internationaal rijp is om tot stabilisa tie te komen. Engeland weigert vooralsnog tot internationale stabilisatie mede te wer ken, o.a. omdat de oorlogsschulden nog niet geregeld zijn en bovendien, omdat het eerst eens wil zien. hoe het met Frankrijk gaat. De werking van het egalisatiefonds Vervolgens deelde mr Trip enkele bijzon derheden mede, omtrent de werking van 't egalisatiefonds. Wij kunnen den gulder: alleen steunen, door buitenlandsche valuta te verkoopen. Deze kunnen wij krijgen door ze op de markt te koopen en ze daarna te verkoopen. Dit koopen zal in het begin moeten geschieden, omdat er dan nog geen pon den voorraad in het fonds aanwezig .is. maar bovendien kan de Nederlandsche Bank bijspringen met haar goudvoorraad. Zooals de heer A. Plate, vroeger commis saris van de Nederlandsche Bank, zeide „Het is geen stroo, wat in je kelders ligt, je hebt goud, om het te gebruiken". Waarom zoo vroegen wij vervolgens was het noodig, dat het egalisatiefonds door de Regeering werd ingesteld en bij de wet bekrachtigd? De Nederlandsche Bank, die tot nu toe gezorgd heeft voor de handhaving van de pariteit van den gulden tegenover de buitenlandsche valuta's, was daartoe toch ook in den vervolge in staat geweest, ook zonder dit fonds? Mr Trip antwoordde: De Nederlandsche Bank, die het beheer over het fonds heeft en de operaties uitvoert, blijft zeker in deze een hoofdrol spelen, maar, wanneer het fonds niet bestond, zou men onmiddellijk' moeten devalueeren. Ik moet mijn goud blijven berekenen op den wettelijken koers. Hetzelfde is het geval in Engeland. De Bank Mr. L. 1. A. Trip, of England houdt haar pond nog steeds op de oude waarde van f 12.10, maar ook daar is het egalisatiefonds een regeeringsinstel- ling. Moet er dan geen herwaardeering van den goudvoorraad plaats hebben, volgens den thans ingetreden toestand? luidde een volgende vraag. Op het oogenblik antwoordde mr Trip dat de definitieve stabilisatie komt, d.w.z., wanneer het oogenblik is gekomen, dat die stabilisatie kan wor den doorgevoerd, is er aanleiding tot herwaardeering van den goudvoorraad en realiseering van de eventueele winst Waarom is het fonds 300 millioen groot? zoo vroegen wij verder. Dat bedrag aldus mr Trip is een schatting. In elk geval is het een flink be drag. Men kan er een heeleboel mee doen. De loop van zaken moet bepalen, of met dit bedrag kan worden volstaan. Ook in Engeland is men begonnen met een lager bedrag dan tenslotte in het fonds is gestort. De liquidatie van het fonds Voor welken tijd zoo luidde een vol gende vraag is dit fonds ingesteld? Het fonds wordt geliquideerd, antwoord de mr Trip, bij de definitieve stabilisatie. De middelen van het fonds komen uit den verkoop van het schatkistpapier, of de be leening er van. Als er veel geld in de open markt is, kan dit papier ook daar worden geplaatst en dan kan de Nederlandsche Bank het voorschot, dat zij er op gegeven heeft, verminderen. Ik behoef niet direct het geheele bedrag van 300 millioen in voorschot te geven. Natuurlijk zoo vervolgde mr Trip blijven de bijzonderheden omtrent de wer king en de resultaten van het fonds ge heim, maar de Nederlandsche regeering, die er toezicht op uitoefent, kan door een accountant, 'die de staten van het fonds krijgt, den gang van zaken laten contro leeren. Tenslotte deelde mr Trip nog mede, dat dê "bij hem ingekomen berichten er op - wijzen, dat gevlucht kapitaal in Nederland terugkeert. Overigens zit er nog heel wat kort kapi taal in het buitenland. Het blijkt, dat Ne derland toch een rijk land is. Naar de mee ning van mr Trip is onze betalingsbalans volkomen in orde. De geheele vraag van den guldenkoers is in hoofdzaak een psy chologische kwestie. Op zulk een beperkt terrein als er voor den gouden standaard was overgebleven, kan de gouden standaard niet spelen, dat heeft geen zin. Daar zijn wij alleen te klein voor. Maar het pu bliek toont vertrouwen in den gulden. Mr Trip was zeer tevreden met het verloop van zaken, nu de beurs weer open is gegaan. Er hebben zich ook geen verschijnselen van onrust voorge daan. Gewoonlijk gaat in tijden van zenuwachtigheid of van paniek het dis conto naar boven, evenals voor prolon gatie en call money. Gister &as de rente voor particulier disconto 1% pet, voor prolongatie 1% pet en voor call money pet. Een en ander wijst er op, dat wij de toekomst met vertrouwen tegemoet kun nen gaan. DE „SIRENES" WORDT GEREPAREERD Naar wij vernemen zal 't Noorsche stoom schip „Sirenes", dat na de stranding bij Callantsoog ter vaststelling van de schade naar de Ned. Dok-Mij was gesleept, ook door déze ondernemig worden gerepareerd, welk besluit na gehouden scherpe inschrij ving te Amsterdam en Rotterdam is ge nomen. De reparatie zal elf dagen in beslag j nemen. IESCHIEDENIS VAN Elft «OLLANDSOR- AMERIKAANSGHEN WILLI ON AIR DOOR K JONKHEID. (19 »,Hoe ging het bij de anderen?" vraagt hij 'in de stille hoop it het geval met dezen man een uitzondering is. Net als bij mij. In ieder huis waren dooden. Er zijn ge inen tot den laatsten man uitgestorven. Dominé Van lalte is een held. Hij was dag en nacht in de weer. We idden geen dokter en onze medicijnen waren op. Toen is naar Kalamazoc gereden en heeft twee dokters gehaaald. e paard is hij met hen van de eene patiënt naar de andere ireden, om te redden, wat nog te redden was. Maar op een ondagavond, o, dat vergeet ik nooit. Hij stond op een af- tzaagde boomstronk en wij er omheen, want de godsdienst- pfening zou beginnen. „Wat zijn er weinig menschen, ®ar zijn de anderen?" vraagt hij, „waar is die en waar is k?" „Dood, dood," roepen ze, „vannacht gestorven, van- aa9 gestorven." „O God," roept hij, „moeten we dan allen Stoven?" Hij stapt van de boomstronk en zakt snikkend op c grond, ,Toen was het niet meer te houden. Toen hebben we geroepen, geschreeuwd, gegild, wij allemaal, de mannen en de vrouwen, tot God geschreeuwd om uitkomst, om be houd voor dit overblijfsel. Het was een geschrei als van de kinderen Israels. En God hoorde. Als door een wonder zijn de ziekten verdwenen. Maar de helft van onze menschen was gestorven." De man ziet, hoe verslagen zijn hoorder staat te kijken, „Jan," roept hij, „ken jij iemand, die Bulders heet?" Ja, Jan heeft de naam gehoord, 't Is een van de nieuwe lingen. f A „Heb je hem gesproken?" „Nee, niet gezien ook, alleen zijn naam gehoord." Zijn vader loopt terug naar paard en wagen. „Jullie hebben heel wat doorgemaakt," zegt Willem. „Heeft vader het verteld?" „Ja, dat er zoo veel gestorven zijn." „Ook van het ongedierte?" „Nee, wat was dat?" Dat was een paar jaar later. Heel de kolonie werd over stroomd door ratten en muizen. Er kwamen ook groote zwermen stekelvarkens, eekhoorns en andere dieren uit het bosch. 't WaS onbegrijpelijk. Ze vraten alles op. Ons eten moesten we wegsluiten. Het is ergens gebeurd, dat de men schen zouden gaan eten en onder 't bidden waren de muizen op tafel gekomen en zaten de boel op te eten of sleepten er mee weg. Toen zijn er een massa menschen weggevlucht", „Naar Californië?" „Nee, ver weg, naar de steden. Ze hebben dominé Van Raalte gescholden en vervloekt. Ik had wel mee gewild, maar vader wou het niet. We hebben armoe geleden, 's Winters vroren we bijna dood. Soms lag de sneeuw een meter dik. En zomers vergingen we van de hitte. Onze huizen waren van stroo, hu zijn ze van blokken hout en dikke planken. We wonen nu in Pella bij dominé Scholte", „Verkoopen jullie veel aan de goudzoekers?" „Alles. We koopen ook de voorraad van onze buren, die verderaf wonen en verkoopen die weer. Dat gaat best. Ein delijk komt er nu wat geld binnen. We verkoopen soms ook aan de Mormonen", „Mormonen? Daar heb ik nooit van gehoord. Zijn dat een soort Indianen?" „Nee, 't zijn gewone menschen. Overal vandaan. Die gaan hier ergens een heilige stad bouwen, zeggen ze". Wat een rare lui, denkt Willem. Jan staat ook te peinzen. „Gaat u naar Californië?" vraagt hij. Willem knikt „Ja". ,,'k Zou wel mee willen". Als Willem zwijgt, reikt hij hem de hand en voegt zich bij zijn vader. Dan wuift hij met de zweep en roept: „Tot ziens!" XVI, Die dag gaat de stoet niet verder. De achteraan komenden hebben niet begrepen, wat er aan de hand is. Ze kunnen de oorzaak van de stagnatie slechts vermoeden. Ze hebben in de verte beweging gezien, maar ze durfden niet naderen, omdat ze niet wisten wat het was. Het kon evengoed een aanval van een rooversbende als een karavaan van kooplieden zijn. De volgende morgen gaat alles weer op weg. Een onaf zienbare rij, zonder begin en zonder zichtbaar einde, trekt door de oneindige vlakte, waarop zich mensch noch dier ver toont. De zon stijgt iedere dag hooger, de lucht is strak en roerloos, heel de atmosfeer is onbewegelijk. Zoo volgt de eene dag de andere, al heeter, al stiller. De felle zon doet de bodem gloeien, de hitte slaat neer van boven en kaatst terug van beneden en teistert mensch en dier, die in de middagrust amechtig ter aarde vallen. Na eenige dagen gloeit de grond als een oven. De steenen zijn brandend heet. Wie gaat liggen, springt weer overeind. Alleen in de schaduw van wagens en tenten kan men na ver loop van een uur op de grond liggen. Op de voertuigen zit tend, tracht men zich te dekken tegen de zon. Dan besluit men, 's nachts te trekken en overdag te rusten. Maar dat voldoet niet. De dag is te heet en de ruimte in de schaduw veel te bekrompen om zich behoorlijk uit te strekken voor de slaap, zoodat men 's avonds te moe is om voort te gaan. De nachtrust wordt nu bekort tot enkele uren en de middagrust verlengd. Ook komen er moeilijkheden met het drinkwater. Er zijn stroompjes genoeg, maar ze drogen uit. Inplaats van beekjes passeert men droge beddingen. Het moreel verslapt, de hitte demoraliseert en het gerucht verspreidt zich, dat men de rechte weg is kwijt geraakt en naar 't noorden trekt inplaats van naar 't westen. Maar een klein getal verstandige mannen wijst op de loop van de zon en stelt vast. dat de richting goed is. Er komen dagen met bewolkte lucht. Dat geeft verademing. De felle zon brandt niet langer. En spoedig trekt men door een streek, waar het geregend heeft. In de beekjes is frisch stroomend water. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9