TUINBOM
fviacdiuvdfc
POKON SVÏE
.GRONINGEN'
Huisbrand- en Industrieko
FIRMA 6EBR. 0 U D IJ K - WADDINXVElv
"UWOUDA - Zade
WOENSDAG SO SEPTEMBER 1936 No. 351,
Gouden Jubileum van het Nedeni.
Genootschap v. Lan dbouwwetenschap
Moeilijke perioden achter de rug.
Het Nederlandsch Genootschap voor Land
bouwwetenschap te Wageningen, herdacht
Maandag zijn 50-jarig bestaan in een bijeen
komst in de Aula der Landbouwhooge-
school te Wageningen.
Na een welkom tot de vele autoriteiten en
vertegenwoordigers van vereenigingen en
bonden sprak de voorzitter, de heer Ir. S. L
L o u w e s een
herdenkingsrede
uit
Hij herinnerde aan de oprichting od
11 September 1SS6 door de heeren J. Sibinga
Mulder, P. B. Beijerman en J. Z. ten Roden-
gat e Marissen, van de vereeniging van oud
leerlingen der rijkslandboiiwschool. De
vereeniging vertoont in haar geschiedenis
de afspiegeling van den groei van de
wetenschappelijke beoefening van den land
bouw in ons land, speciaal van den ont
wikkelingsgang der landbouwhoogeschooï.
Aanvankelijk waren er 50 leden, maai
velen bedankten weldra. In het begin werd
aansluiting gezocht Lij het landhuishoud
kundig congres. In 18S7 en volgende jaren
werden de jaarlijksche vergaderingen samen
met dit congres gehouden. Dit heeft een
10-tal jaren geduurd. Toen voelde de ver
eeniging zich zoo zelfstandig, dat ze besloot
de plaats van vergadering zelf te kiezen.
Wel heeft de vereeniging de connecties
met het landhuishoudkundig congres aan
gehouden.
Reeds kort na haar optreden is de ver
eeniging begonnen met de uitgave van het
maandblad, later „Cultura" en nu „Land
bouwkundig tijdschrift" geheeten. De be
langrijkheid van en belangstelling in het
orgaan nemen toe. Een oude moeilijkheid,
waarvoor ook nu nog geen oplossing is
verkregen, is de verhouding met de Indi
sche landbouwwetenschap en derzelver be
oefenaren. De landbouwhoogeschooï zorgt
voor de wetenschappelijke opleiding, zoo'
wel voor de Indische als de Nederlandsche
landbouwkundigen. Van eikaars wederzijd-
sche ervaring kan men op allerlei gebied
profiteeren, maar toch blijft er het groote
verschil van den afstand en van de dage'
lijksche belangstelling. Spr. hoopte, dat do
rijkseenheidsgedachte ook op het gebied van
de wetenschappelijke beoefening van den
landbouw, haar volle verwezenlijking moge
.vinden.
Het was een zeer moeilijke periode voor
de vereeniging in 1908, toen het Ned. In
stituut van Landbouwkundigen werd op
gericht. Zij kon de concurrentie hiervan
niet verdragen. In 1911 kwam er een fusie,
waarbij Cultura er niet al te best afkwam.
In 1916 gingen ze weder uit elkaar en werd
Cultura onder den naam van „Nederlandsch
Genootschap voor Landbouwwetenschap"
weder zelfstandig.
Naast zijn andere werkzaamheden orga
niseert het Ned. Genootschap de laatste
jaren de Landbouwweken, ook de Indische.
Nederland heeft er behoefte aan, dal
naast de inrichting van landbouw»
onderwijs er een organisatie van be-
langstellenden is, die de bevordering
van de landbouwwetenschap in haar
vaandel heeft geschreven. De land
bouwwetenschap heeft in Nederland
een zeer zwaren strijd moeten vech
ten, om haar gezag als wetenschap
erkend te zien en het is zelfs de
vraag, of dit tot nog toe overal het
geval is. Voor spr. was het de vraag,
of niet een gedeelte der schuld ligt bij
de dienaren van de landbouwweten
schap zelve. Hebben wij ons altijd wel
voldoende één getoond, vroeg spr.,
die androng, dat iedere beoefenaar
der landbouwwetenschap de vereeni
ging zou steunen. Ook wilde hij een
zoo rauw mogelijke samenwerking
tusschen de landbouwhoogeschooï en
het genootschap.
In onze geschiedbeschrijving, de geschie
denis, zooals wij die op school leeren, krijgt
de lr ïdbouw niet zijn deek Het is, alsof na
den. tijd van de Batavieren, die van vee
teelt, vischvangst en jagerij leefden, er in
Nederland practisch geen landbouw meer
voorkomt tot in het laatst der 19de eeuw.
De landbouw was vroeger, veel meer nog
dan nu, hoofdbron van bestaan. Zij, die zich
aangetrokken voelen tot historische studiën,
doen goed, ook den landbouw in hun be
langstelling op te nemen. Voor het genoot
schap maakten zich verdienstelijk Prof. Dr.
L. Broek erna, oudste eerelid, de over
leden voorzitters, I. G. J. Kakebeeke,
V R. IJ. C r o e s e n, prof. S. Koenen, de
oud-voorzitters Dr. F. E. P o s t h u m a
Prof. B. S j o 11 e m a en de heer H. Lin
deman, waarbij hij speciaal dank bracht
aan den tegenwoordigen secretaris-penning
meester, den heer T. A. C. Schoevers.
Ten slotte deelde spr. mede, dat het H.M.
Koningin heeft behaagd den hear
Schoevers te benoemen tot ridder in de
orde van Oranje Nassau.
Hierna hield de heer Dr. Ir. P. N. Boekei
te Rijswijk, eenige beschouwingen inzake do
ontwikkeling van veehouderij en zuivel
bereiding in de 19de eeuw tot de opkomst
van het fabriekmatig zuivelbedrijf.
Spr. wees op den achterstand in de be
studeering yan de historie van onzen land
bouw. Tijdens de oude republiek werd
weinig aandacht aan den landbouw ge
schonken, zelfs de beteekenis er van op
theoretische gronden ontkent Desniettegen
staande bloeiden landbouw en veeteelt,
vooral in Holland en Zeeland. In de 18de
eeuw oefenden de toenemende belastingdruk
en de hevige en langdurige veepest-epide-
mieën een na4eeligen invloed uit. De Zuivel
bereiding stond in de 17de eeuw reeds
ongeveer op hetzelfde peil els in de 19de
eeuw op de boerderij nog het geval was.
In den Franschen tijd toonden de regeerin-
g<en veel belangstelling voor den landbouw
Voor het eerst werd het platteland gelijk
berechtigd met de steden. De twee voor
naamste figuren op landbouwgebied in
dezen tijd waren Reinders en Kops. Na 191S
trok de regeering zich terug. Over den
toestand der veehouderij in dat tijdvak zijn
niet veel gegevens. Na 1840 doet zich een
flinke stijging voor en nam het grasland in
oppervlakte en productiviteit toe. Ook ging
de veestapel in productiviteit vooruit. Öor
zaak dier ontwikkeling is de zuivelexport
door groote buitenlandsche vraag naar onze
producten. Tot het midden der 19de eeuw
heeft de waarde van de uitgevoerde boter
en kaas een voortdurende stijging onder
gaan.
De kwaliteit van de zuivelproducten
liet te wenschen over. Veel haperde
aan de kaas- en botertereiding. Spr.
wees op het bereiden van z.g.n. vol
vette kaas uit deels afgeroomde melk,
op het verpakken van minderwaar
dige boter in vaatwerk van een gereno-
meerd product en het vervalschen van
dit artikel met allerlei stoffen. Na de
opkomst der margarinebereiding nam
de vervalsching zoodanige afmetingen
aan, dat de regeering moest ingrijpen.
Onze boterexport kwam geheel in het
gedrang. Bij de kaasbereiding speelde
zich later een soortgelijke tragedie af.
Door de kaascontrole onder rijkstoe-
zicht kwam later verbetering.
Het laten vervallen der z.g.n. 30 pl. klasse
en het verbieden om 20 pl. kaas te bereiden
in de vormen van vette en volvette kaas
zouden, volgens spr., verbeteringen zijn. Hij
besloot met den wensch, dat in de toekomst
de belangwekkende studie van de historie
van onzen landbouw volkomen tot haar
recht zou komen.
Hierna bood prof. dr. H. M. Quanjer,
rector-magnificus de gelukwenschen aan t
genootschap aan, namens de landbouw
hoogeschooï. Hij wees op het geschenk van
vele leden van het Genootschap aan de
Gouden jubileum van het Ned. Genootschap voor Landbouwwetenschap. De Commissaris
der. Koningin, Baron van Heemstra, felici teert den voorzitter, lr. S. L. Louwes.
Landbouwhoogeschooï, n.l. de aula, waari.i
hij gesymboliseerd zag de gedachte, die
allen bezielt: de eenheid der landbouw
wetenschap.
Prof. Dr. O. de Vries, van Groningen,
bood de gelukwenschen namens het proef
station en het laboratorium te Groningeo
en van de Vereeniging voor Hooger Land
bouwonderwijs aldaar aan. Spr. noemde het
een verheugend feit, dat waar onze land
bouw zich moet beperken en deze zich
elders uitbreidt, het genoodschap zeer krach
tig de voorlichting bevordert. In dezen tijd
bestaat er voor onze landbouwwetenschap
gevaar, dat zij achterblijft bij wat in om
ringende landen gebeurt.
De heer Ir. W. de Jong, Arnhem, sprak
als voorz. van het Instituut van Ned.
Land'buwk. Ingenieurs en namens het be
stuur der Zoötechnische vereeniging, de
heer E. J. Lankwarden, Hengelo, namens
de vereeniging van leeraren bij het Mid
delbaar land- en tuinbouwonderwijs, terwijl
de president van het Wagen, studenten
corps, de heer J. B. Ritzema van Ilcema, de
gelukwenschen van het corps aanbood,
vergezeld van een fraai uitgevoerd receptie-
album.
Er volgde een zeer druk bezochte receptie.
De Dennenblad-
wesp
in onze grovedennenbosschen
De Ned. Heidemaatschappij schrijft ons:
Op de algemeene vergadering van de
Ned. Heide Mij. van 4 Sept. j.l. te Utrecht,
werden door verschillende boschbezitters
vragen gesteld inzake het voorkomen van
de dennenbladwesp (Lophyrus Pini L) en
de te verwachten schade aan onze grove
dennenbosschen in Utrecht en Gelderland.
De Voorzitter heeft toen toegezegd, dat de
Directie aan deze kwestie nog eens de bij
zondere aandacht zou schenken. In verband
hiermede valt thans het volgende mede te
deelen:
De schade door de rups van dit insect
veroorzaakt en bestaande in het afvreten
van de naalden, is dezen zomer inderdaad
ernstig geweest aan oude zoowel a's jonge
bosschen en wel hoofdzakelijk in drie ge
bieden, n.l. op de Noorder-Veb /o, Nun-
speet en. omgeving, over een oppervlakte
van onge\eer 750 H.A.;
op de Midden-Veluwe, in het gebied Hoen-
derlooOtterlooEde, waar naar schatting
250 H.A. bosch en een groote oppervlakte
vliegdennen zijn aangetast;
in Utrecht, in het gebied Driebergen,
Doorn, Zeist, Maarn, waar het insect zich
over ongeveer 1000 H.A. heeft verspreid.
De schade is dus thans over een opper
vlakte van ongeveer 2000 H.A. duidelijk
waarneembaar. Ze is veroorzaakt door de
bastaardrupsen der eerste generatie, die
dus uit de, in het voorjaar 1936 door de
bladwespen gelegde eieren, zijn gekomen,
In den regel volgt in hetzelfde jaar, dus
dit najaar, nog een tweede generatie, waar
van de bastaardrupsen vanaf September
aan de naalden kunnen worden aangetrof
fen. Het is deze tweede generatie, die de
reeds sterk geteisterde bosschen zou kun
nen dooden, vooral ook wijl deze de toch
al scliaarsche jonge naalden, die zich op de
reeds éénmaal bevreten bosschen hebben
ontwikkeld, wegvreet
Een in de laatste dagen ingesteld globaal
onderzoek naar den inhoud der cocons, die
zich in den humus en tusschen de schors-
reten bevinden, heeft uitgewezen, dat
slechts 30 pet hiervan nieuwe insecten kan
leveren, terwijl ongeveer 70 pet sluipwespen
pf 'parasietwespen dus de natuurlijke
v ij a n d e n van het insect voortbrengt.
Dit mag, met het oog op het jaar 1937,
als een gunstig teeken worden beschouwd.
Voor de tweede generatie 1936 zegt het ech
ter nog niet alles, omdat de bladwespen,
die hier de schade veroorzaken, allang zijn
uitgevlogen en hun eitjes op de naalden
reeds hebben gelegd.
Inderdaad zijn dan ook op sommige
plaatsen, bv. in enkele bosschen bij Nun-
speet, Otterloo en Ede, al vretende rupsen
der tweede generatie gevonden, soms zelfs
in vrij grooten getale, echter gelukkig meest
in bosschen, welke tot dusver nog niet of
weinig waren geteisterd.
Hoe zich de schade dit najaar nu verder
zal ontwikkelen, is moeilijk te voorspellen,
daar het weer vooral voor de herfstgene-
ratie een invloedrijke factor op het leven
der insecten is. Door de sterke parasietee-
ring van de cocons, is de kans in ieder
geval groot, dat de plaag in deze gebieden
ten einde loopt Ook zullen éénmaal be
vreten dennenstanden, in den regel niet
afsterven. Worden ze meerdere malen be
vreten, dan staat de zaak anders. Verder is
in de aangetaste bosschen een sterk optre-
van den dennenscheerders, een kever,
welke zijn gangen tusschen bast en hout
van zwakgroei end naaldhout boort,
niet uitgesloten.
Het is dus zaak, dat de bo^Hbezitters
vooral in de aangetaste gebieden thans
scherp opletten, hoe zich de toestand ont
wikkelt en onmiddellijk waarschuwen, wan
neer dit najaar een tweede vreterij op
treedt in reeds aangetaste bosschen.
In de bestuiving van deze bosschen met
derrispoeder, heeft men een vrij goed weer
middel in de hand, terwijl de dennen
scheerder, door het tijdig leggen van vang-
stammen in het voorjaar, zeer goed kan
worden bestreden.
De Nederl. Heide Mij te Arnhem stelt
zich tot het geven van advies gaarne be
schikbaar en beschikt thans over de mid
delen om daadwerkelijk de dennenbladwesp
te bestrijden.
Vogels schadelijk voor de
Landbouw
Volgens een door het Engelsdhe departe
ment van landbouw uitgegeven boekje over
vogels zijn, o.a. de volgende vogels, als
schadelijk voor de landbouw aan te mer-
ken:
Houtduif: zeer schadelijk voor de
oogsten. De schade, dde zij toebrengt, is
waarschijnlijk zeer aanzienlijk grooter dan
het nut, dat zij sticht.
Huismusch: bijna overal in Engeland
een ei nstig kwaad.
Spreeuw: Tegenwoordig schadelijk.
Appel vink: doet aanzienlijke schade
in boomgaarden en tuinen.
Goudvink: beslist schadelijk voor den
boschbouw.
Kraai: Een speciale vijand van den
pluimveeteler.
Kleine uil: veroorzaakt aanzienlijke
verliezen aan pluimveetelers enz.
De roek, die vroeger wel de vriend van
den boer werd genoemd, kan thans in het
eene district schadelijk zijn en in het an
dere nuttig.
Marktoverzicht
Medegedeeld door het Centr. Bureau
VOERARTIKELEN
De veevoedermarkt werd evenals alle
markten beheersoht door de onzekerheid
van de wisselkoersen. Het is immers dui
delijk, dat waar buitenlandsche voedergra-
nen en buitenlandsche veekoeken hier ge
kocht werden in buitenlandsche valuta, de
markt voor deze artikelen gjeibaseerd moei
worden op de dagelijksohe wisselkoersen.
Van binnenlandsche granen kunnen wij
geen prijzen geven, omdat de Regeering
met tarwe niet aan de markt is en ten op
zichte van rogge en gerst de denaturatie-
vergoeding en respectievelijk toeslag voor
deze artikelen, nog niet bekend gemaakt
heeft.
Het blijkt ons, dat de Nederb idsohe pro
duoenten van veekoeken zich op het stand
punt gesteld hebben, dat ze niet aan de
markt zijn.
Meststoffen
Stikstofmeststoffen. Het grootre
nieuws van den dag is natuurlijk het los
laten van den gouden standaard door de
Nederlandsche regeering.
Ter geruststelling van onze ledlen kunnen
wij mededeelen, dat er op het oogenblik
geen enkele aanleiding is om
als gevolg hiervan v e r a n d e r i.n.g
te brengen in de prijzen der stik
stofmeststoffen. Deze worden dus
heden door ons onveranderd gehand
haafd, zoowel voor directe levering als voor
levering in het voorjaar.
Hiermede wordt volkomen in den geest
gehandeld van de wenschen der regeering
zooals die Maandagmorgen in de radio-rede
van den Minister-President Dr. Colijn wer
den tot uiting gebracht.
Thomasmeel. Er was in die afgeloo-
pen week wed eenige belangstelling geko
men voor thomasmeel, maar van een her
vatting der zaken kon men nog niet spre
ken. De fabrieken handhaven n.l. haar prij
zen, die eigenlijk boven die verkoopsprijzen
hier te lande uitingen.
Nu op het eind der week de uitvoer van
goud verboden is en de guldien „zwevend'
is geworden, zijn de prijzen hier te lande
algemeen teruggetrokken.
Waar thomasmeel een artikel is, dat in
Nederland in het geheel niet gefabriceerd
wordt, zijn wij dius geheel afhankelijk van
het buitenland.
Alg. Onderl. Maatsch. Vcrzeket
van Paarden en Rundvee.
Catharijnesinnel 75 UTRECl
TELEFOON 12138.
Directie: Leopold.
Verzekering op billijke voorwaari
tegen lage mderlinge of vaste pre!
RESERVE: 165.901.11.
Deskundige verteyenw. gevraj
P. DE VOGEL Pzi
TELEF. 53
BERKEL Z. H.
AGENTEN
i"*S
wteecif mee/is yztnauyx
Prijscourant voor I v e e k e r
amateur gratis op aanvr;
ORANJEWOUD Fr
BLOEMBOLLER
voor Kamer en Tuin,
VRAAGT ONZE PRIJSCOURANT
h
En daar dit zijn prijzen in
francs ben volle handhaaft, kan het i
anders of thomasmeel moet hier te la j,'
duurder worden verkocht.
Eerst né, Dinsdag zal er sprak
eenige noteering, omdat dan pas officii
koersen genoteerd kunnen worden. En v
dam zal de prijs van thomasmeel nog vg
durend sterk kunnen schommelen. 11
Maandag was de waarde van den Be F'
sohen franc, waarin vrij wed geen zaken
den gedaan, dus vrijwel nominaal: f
per 100 Belg a's, d.i. c.a. f 6.30 per 100 1
gieche francs.
Op deze basis zou thomasmeel ca 13 (j
franco IJsel moeten kosten. Het verdient»
eohter aanbeveling nog eenige dagen tT
zaken doen fe wachten.
Duitschia-nd heeft een kl-ein gedeelte;t
den achterstaiid bij den invoer van t'hüj"
meel weer ingehaald:
Invoeroverscbot Duitschland
Aug. 1936 37.500 t; April/Aug. 1936 16'
Aug. 1935 25.400 t.; April/Aug. 1935 201.
Superfosfaat. Daar de grondsti
voor de superfosfaatfabricage voor een
deel uit het buitenland moeten komen,
schan de fabrieken ook eerst een
tende houding aan te nemen'. Zij
voorloopig haar prijzen teruggetrokken
wensohien tot nader order niet te verb
pen.
Waar zij tot 15 Oct. a.s. aan haar koopi j1
het recht hadden gegeven superfosfaat l
bepaalde prijzen aan te koopen, zal o
nader worden bezien, öf en zoo ja, we! d
juridische kwesties hierdoor zouden kt b
nen ontstaan.
Voorloopig zullen echter de koopers rffjo
ten wachten op nadere preciseering vain t
standpunt der fabrieken.
Kalizouten. De prijzen zijn nog om
anderd.
340
Een onzer dagbladen bevatte een paar we
ken geleden een soort beschuldiging of in-
gebreke-stelling 'k weet niet ik me wel
goed juridisch uit of moet het juristisch zijn,
ik ben zoo weinig thuis in die branche
in elk geval er was een blad, dat niet goed
keurde dat de crisisbureaux zoo weinig van
de journalisten moeten hebben. En dus ook
weinig aan de journalisten kwijt willen.
Er is een grond van waarheid in deze
klacht.
We hebben een paar persconferenties ge
had met de hoofden van de crisisinstellin
gen, de regeeringscommissarissen.
Maar de laatste is al weer bijna 2 jaar ge
leden belegd. En sedert houden de heeren
van de crisisdiensten hun deuren zooveel
mogelijk voor de persmuskieten gesloten.
Met als gevolg, dat nu er niet genoeg open
baarheid is, er veelal geen goede geruchten
de ronde doen.
Waar soms wel reden voor is, of kon zijn.
Maar die tot de ware proporties zouden te
ruggebracht kunnen worden, als er wat min
der lichtschuwheid heerschte. In het vage
manelicht meent men soms wel gedrochten
te zien, die in het volle zonnelicht er heel
gewoon en onschuldig uitzien.
Maar dat is niet met alle3 het geval. Gp
hebt zeker Vrijdag wel in ons blad gelezen
van wat
DE REKENKAMER
liet zien. En die ziet de dingen wel in het
goede licht, 't Is niet zoo erg als verleden
Wat ik hoorde en zag,
las en dacht, op reis
en thuis
jaar. Ge zult u het fraais, dat toen aan het
licht kwam, wel herinneren. De Minister
stond zelfs perplex en moest helaas beken
nen, dat het verknoeide geld niet terugge
vorderd kon worden.
Toch was er toen een, die zich der onzen
een noemt, die mij durfde toevoegen, dat er
van dat verslag van de Rekenkamer (nota
bene een officieel lichaam) niets maar dan
ook niets overbleef. Nu was dat wel geen
onbevooroordeelde, nl. een zelf een crisis-
ambtenaar er zijn er gelukkig heel veel
andere en betere maar 't werd dan toch
maar onder den schijn van de waarheid en
niets dan de waarheid te willen dienen, ge
zegd. En wij en anderen die het verslag van
de Rekenkamer geloofden en er uit mede
deelden heetten heel leelijk lasteraars. Op
gevaar af weer zoo genoemd te worden, doch
wetend dat we de waarheid dienen is weer
een en ander over de bevindingen van die
Kamer iets medegedeeld. Door zulke dingen
ruchtbaar te maken werkt men voorbehoe
dend voor verdere onregelmatigheden. Dat
heeft het vorige verslag wel bewezen. Al
leen op oormerken van biggen kon doordat
de Rekenkamer er op wees voor ca. 100.000
gulden bezuinigd worden. En op vacantie-
gelden, reisvergoedingen e.d. der varkens
centrale en op personeel in den buitendienst
werden ettelijke duizenden bespaard, omdat
op de hooge bestuursuitgaven gewezen was.
Nu begrijp ik waarom mijn zegsman zoopas
bedoeld zoo spinnijdig was. Hij behoorde, als
ik het wel heb, tot deze groep.
Hoe grooter schoonmaak er gehouden
wordt, hoe beter.
WARBOEL MET DE CRISIS
REGELINGEN WEL WAT
VEREENVO UDIGEN.
Als nu de commissie-van Loon die haar
rapport gereed heeft ook maar duidelijke
voorstellen heeft gedaan, waar we wat aan
hebben.
't Is nu een hopelooze boel. Wij hebben
in verband met de loslating van de gouden
standaard eens nagegaan hoe het eigenlijk
in de agrarische bedrijven gesteld is met de
factoren, die op de inkomsten en uitgaven
van ons bedrijf invloed uitoefenden. En wij
vonden: heffingen op binnenlandsche ge
bruik, exportpremiën, monopolieheffingen
op verschillende producten, compensatie-
voorschriften voor invoer van granen, provi
sie voor tusschenpersonen bij verkoop van
T.C.-tarwe, invoerregeling zaaigranen, richt
prijzen, denaturatie-vergoedingen, steunuit-
keeringen, reducties, zaaivergunningen, uit
voer, restituties, productieregelingen of teelt-
beperlcingen, uitpootvergunningen, teeltpre
mies, repelpremies en bewerkingspremies
bij vlas, bietengarantie, varkensopkoop, ba-
concontracten en -inschrijvingen, teeltbeper
kingen, boterheffingen, boterrestituties, toe
slag op kaas, uitkeeringen op melkproduc
ten, regeeringsaankoop van melkpoeder,
vaststelling van minimumprijzen, uitkeerin
gen per koe, consumptiemelktoeslagen en
-afdrachten, margarine-menggebod, rente
dragende credieten, minimumprijzen, con-
tingenteeringen, bloembollensaneering, broed
vergunningen. Dat zijn allemaal woorden
die ik tegenkwam bij het doorbladeren van
de door het ministerie van Landbouw uitge
geven driemaandelijksche mededeelingen
over de Lanbouwcrisismaatregelen, hun wer
king en uitvoering, 'lc Zal er nog best een
paar vergeten hebben. Dat wordt zóó ingewik
keld, dat zelfs de meest deskundige er geen
weg meer in weet.
Misschien weet men ook geen weg meer
in al de handelsovereenkomsten, die geslo
ten worden en weer gewijzigd of opgeheven
Wij krijgen er waarschnijlijk weer een bij
en ruilen dan
DEENSCH VLEESCH TEGEN
HOLLANDSCHE BLOEMBOLLEN.
Denemarken kan niet zonder de Holland-
sche bloembollen. Dat wil zeggen het kan er
wel zonder bloembollen zijn per slot van
rekening geen noodzakelijke levensbehoef
ten doch men wil nu eenmaal ook in De
nemarken een bloempje hebben in kamer
of in de tuin. Groot gelijkl Bloemen zien
geeft iets teers, iets vroolijks, geeft een pret
tige gemoedsstemming en die hebben we
noodig. Maar zelf ze kweeken en voortte
len is de Denen nog niet eigen. Daarom
hebben ze steeds trek- en plantgoed uit Hol
land noodig. Denemarken heeft vleesch en
visch te veel. Wilde dit ruilen voor onze
bloembollen.
Maar visch!daar zwemmen we hier
in. Dat gaat niet Vleesch, dat is nog wat.
Hoewel.... Maar als 't dan niet anders kan
dan zal het nog wel gaan wat vleesch te
nemen. Nu had Denemarken een contingent
toegewezen gekregen voor het tijdvak 16
Januari 1936—16 Januari 1937. Maar dit con
tingent had het lang niet. verbruikt, 't Deen-
B'che vleesch is te duur. Kan niet met het
Hollandsche vleesch concurreeren. Enfin,
men is het eens geworden, dat Denemarken
de rest van dit contingent nog zal leveren
en daarvoor de waarde in bloembollen te
rugneemt. Dit gaat met vlotte medewerking
van de bloembollenhandel, die op de export
waarde ongeveer 25 pet. laten zakken. Daar
mede behoudt men Denemarken als klant en
bespaart het bloembollensurplusfonds onge
veer f 125.000, daar anders de bollen door
dit fonds uit de markt genomen moesten
worden. Nu zouden de 3S0.000 K.G bloembol
len over de verschillende exporteurs ver
deeld worden, als de gulden niet was gaan
waggelen, 't Is uitgesteld deze ruil. We ho
pen dat het alsnog in orde komt.
DE DEENSCHE BOEREN WERELD
IS IN BEROERING
Misschien werken de Hollandsche bloemen
wel wat kalmeerend. 't Is te hopen. Want
kalm is het er niet. Er zijn door verschillen
de landbouworganisaties. Voorheen waren
deze allen of zoo goed als allen samen weer
vereenigd in de Landbouwraad. Maar, hoe
gaat het, vooral in deze tijd, er ontstonden
nieuwe organisaties, die zich vereenigden
in een groote bond, kortweg de L. S. ge
noemd. Deze beide bonden trachtten tot sa
menwerking te komen. Maar dat is heele-.
maal mis geloopen. De jonge bond, de L. S.
propageerde til. de boerenstaking als wa
pen om hun wenscheji vervuld te krijgen.
Maar de Landbouwraad verafschuwde dit.
Productiestaking zou de geheel van export
levende Deensche landbouw geheel in
credist brengen op de wereldmarkt. Wat
berekenbare schade zou geven. De L. S. v
gerde af te leggen een verklaring, die de
Landbouwraad vorderde, als zou dit wapen
niet gehanteerd worden. De noodige samen
werking is dus zoek. En de Landbouwraad
heeft gelijk, dat het op z'n stuk blijft staan.
Tijdelijk eenig voordeel tegen hlijvend
groote schade weegt niet tegen elk ar op.
Misschien is het zoo ook te zien nu
DE ALKMAARSCHE KAAS
MARKT BEDREIGD
wordt.
Zooals ge zult weten is reeds eerder ge
tracht een kaasbeurs te krijgen in de plaats
van de wereldbekende Alkmaarsche kaas
markt. Dat is toen voor een poosje afgewim
peld. Doch nu beginnen ze weer, de kaasfa
brikanten. Ze vinden, geloof ik, z.g. wik- en
weegioonen te bezwaarlijk. Men acht echter
over 't algemeen, ook in de kringen der kaas
handelaren deze bezwaren niet van dien aard
om daarom de kaasmarkt te laten verdwij
nen. Deze markt toch is geheel de wereld
door bekend en bezorgt Alkmaar en de daar
verhandelde kaas een wereldnaam. Dit is
wel een paar wik- en weegcenten waard.
Want verdwijnt de markt, dan verdwijnt de
attractie van Alkmaar, 't Zal z'n naam ver
liezen, die niet meer aan kaas gekoppeld
zal worden. De vraag speciaal naar Alkmaar
sche kaas houdt op envul zelf maar
verder in.
Het is dus zaak, dat Alkmaar de naam
van kaasstad behoudt.
Zooals Rusland de naam van graanland
had en weer terug krijgt, als we gelooven
mogen, wat de berichten zeggen. Het Sovjet-
telegraaf-agentschap gewaagt van
RIJKE GRAANOOGST
IN SOVJET-RUSLAND.
Door de velden, waarop het jonge gewas
door de droogte verdord was, opnieuw te
bezaaien en groote zaaioppervlakken in de
streken, die het ergst door de droogte ge
teisterd werden, kunstmatig te bevloei! y
is er gemiddeld een betere oogst binnenf
haald dan in de voorafgaande jaren, I d
bedroeg in het district Stepanof 13 cf d,
tenaars per H.A., tegen 8.S centenaars in 18 ]i
en 10.4 in 1935. In het district Mosdok e
ren de cijfers voor 1934, 1935 en 1936 rei n
8.6, 9.9 en 14 centenaars, voor het distri
Naoer 9.6, 7.5 en 15, in het Sowjet-distn
13.3, 11.5 en 18
Speciaal de maisverbouw moet bijzond
gunstige resultaten gehad' hebben
Als bewijs, dat ook in de Oekraine
oogst zeer gunstig is, vermeldt het Sowji
telegraaf-agentschap, dat de collectieve 1 v
drijven in Augustus 42.5 millioen roebel
de Oekrainsche Landbouwbank gestort he
ben, tegen 17.6 millioen in Augustus 18
In verloop van de eerst acht maanden VI
dit jaar hebben hun deposito's 113.5 m
lioen roebel bedragen, tegen 39 millioen
dezelfde periode van 1935.
Dat lijkt zoo uit de verte gunstig. Ma
Rusland is zoo'n onberekenbaar land. Pi
is het de vraag of wel geloof is te heel
ten aan deze medeeeling.
Meer geloof hecht ik "nog aan de mei!
deeling, dat
DE MOZAÏEKZIEKTE BIJ
TOMATEN ONTSTAAT
DOOR SIGARETTEN.
Dat leeren onderzoekingen elders. De M
rettentabak van het personeel kon wel eei
de bron van besmetting zijn, oordeelde me:
Men onderzocht, 't was in Engeland,
groot aantal soorten sigarettentabak ei
van de 26 soorten waren er slechts dri
vrij van virus, de draagster van de sme
stof. Als men de tabaksoorten ecnigen tij
in wat water deed en dit water op de t
matenbladeren deed werden deze spoedi 1
mozaiekziek. Ook de vingers worden doe
de sigaret besmet en kunnen de bladere
weer infecteeren.
Men staat er toch van te kijken, hoe wot
derlijk alles loopen kan. Vaak zijn dinge
waar men heel niet op let van de grootsl
beteekenis.
Zoo bijvoorbeeld de tijd, waar ik tot ni
heelemaal niet op lette, en ik moet daar
om in allerijl zeggen
Tot de volgende week
praatjesmakei