iradlCll
Generale Synode Geref. Kerken
DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1936
Beslissing inzake de
leerverschillen
Er worden Deputaten be
noemd, die in 1939 rapport
zullen uitbrengen
Predikant-reserve-officier
Tuchtoefening over
hoogleeraren
ZITTING VAN WOENSDAG
In de zitting van gistermorgen, die te 6
uur aanving, was ingekomen een dankbe
tuiging van H. K. H. Prinses Juliana voor
den gelukwcnsch, die de Synode Haar zond
ter gelegenheid Harer verloving.
De leerverschillen
De praeses van de Synode deelt mede
'dat de voorstellen rondom het voorstel van
Dr. A. D. R. Polman, Bolsward en Ds.
,W. H. A. van der Vegt, Goes, zijn be
sproken in Commissie I. Deze besprekin
gen hebben miet geleid tot een gemeen-
scappelijke resolutie, maar tot het volgen
de voorstel van Prof. V. Hep p, aangeno
men door de meerderheid der Commissie:
De Synode.
Gelet op het feit eenerzijds., dat er in on
ze kerken opvattingen worden voorgedra
gen, welke vam de tot nog toe gangbare lee
ringen afwijken, en waarvan de voor
standers gelooven en verzekeren, dat zij ge
heel conform Schrift en belijdenis zijn;
anderzijds, dat door menigeen in onze
kerken de vraag is gesteld, of deze" voorge
dragen opvattingen wel in overeenstem
ming zijn met Schrift en belijdenis;
van oordeel, dat zulk een onzekerheid
niet mag worden bestendigd.
Besluit:
1. tenminste zeven Deputaten ad hoe te
benoemen;
2. dezen Deputaten op te dragen:
a. de bedoelde opvattingen welke betrek
king hebben op de onderwerpen (in alfabe
tische orde): Algemeene genade, Genade-
verbond, Onsterfelijkheid der ziel, Plurifor
miteit der Kerk, Vereeniging van de beide
naturen van Christus, Zelfonderzoek, naar
haar zakelijke beteekenis te onderzoeken en
te toetsen aan Schrift en Belijdenis;
b. daarover op de volgende Synode rap
port uit te brengen en haar daarin met ad-
.vies te dienen.
Aan de discussie over dit
nieuwe voorstel
wordt in de eerste plaats deelgenomen door
ouderling J. Manni, Rotterdam, die het
onder b. bedoelde rapport zes maanden vóór
de volgende Synode aan de Kerken wil zien
toegezonden.
Prof. Dr. Greijdanus, Kampen, zegt
dat er nog al tegenstanders zijn van dit
voorstel. Het is in de commissievergadering
aangenomen met 11 tegen 8 stemmen.
De praeses interrumpeert: met 14 te
gen 8 stemmen, hetgeen Prof. G. toegeeft.
Deze brengt daarna opnieuw het oorspron
kelijke minderheidsvoorstel van spr. en Ds.
N. Duursema, Nieuw Amsterdam, ter spra
ke, hetwelk hij nog altijd het beste acht.
Bedoeld voorstel luidt als volgt:
De Synode.
overwegende, dat waarheden als de twee
naturen van Christus en de onsterfelijkheid
der ziel in onze Belijdenisschriften beleden
worden;
en dat het niet gewenscht is, die, door ze
in handen van een studiecommissie te ge
ven, voor te stellen als confessioneel nog
niet bepaald;
en dat inzake onderwerpen als algemeene
en bijzondere genade, gezien ook de histo
rie betreffende dergellijke punten in 1920
en vogende jaren, het niet gewenscht mag
heeten, dat zij daarvoor ééne of meer stu
die-commissies ter oplossing instelt;
besluit op het voorstel van dr. A. D. R.
Polman en Ds H. W. van der Vegt niet
verder in te gaan
Prof. Dr. J. Ridderbos, Kampen, kan tot
zijn spijt niet voor het nieuwe voorstel
stemmen. Spr.'s bezwaar is, dat de Synode
iets zal gaan constateeren waarvoor zij geen
voldoende grond heeft. Het oorspronkelijke
voorstel der beide predikanten is eenvoudi
ger. Bij elk der in het nieuwe voorstel-
Hepp gemoemde predikanten
Hepp genoemde punten kan men, zegt spr.
gemakkelijk een man denken en daarom is
spr. wel voorstander van een Commissie,
maar dan op grond van het voorstel-Pol-
man-v. d. Vegt, die de bezwaren kan onder
zoeken en zich afvragen of er ook punten
zijn, die noodzakelijk door de Synode aan
Schrift en belijdenis moeten worden ge
toetst. Deze weg vindt spr. beter, want a!
is hij voor zich zelf niet pessimistisch, men
weet toch niet vooruit hoe het met de Com-
missie-Hepp loopt.
Prof. Schilder .aan het woord
Prof. Dr. IC Schilder, Kampen, kan
zich bij dit laatste bezwaar van prof. Rid
derbos aansluiten. Wat hier vandaag ge
beurt,, is voor drie jaren beslissend en daar
van moet de Synode zich wel rekenschap
geven, gelet op de discussie van veertien
dagen geleden.
Tegen de conclusies van het nieuwe voor
stel heeft spr. dit bezwaar, dat de hierin
genoemde „gangbare leeringen" niemand
binden en toch zekere prioriteit verkrijgen.
Wij zijn evenwel, zegt spr., alleen gebonden
aan Schrift en Belijdenis.
Er is voor de Synode aanleiding om voor
zichtig te zijn na het onvoorzichtige debat
van den vorigen keer.
Als het waar is, dat „menigeen" (alinea.
2) reeds optreedt als aanklager, dan wor
den hier alleen onrustbarende factoren ge
zien aan ééne zijde. Spr. wijst op anderer
afwijkend oordeel omtrent de N.C.S.V. en
op stroomingen als N.S.B. en C.D.U. Het ge
vaar bestaat, dat men eenerzijds ijvert voon
een teveel bindend besluit, terwijl andere
bezwaren onbesproken blijven.
Verder is het voorstel-Hepp spr. te haas
tig. De rapporteur gewaagde een vorige
maal van dwalingen, maar twee onderwer
pen, een vorige maal als zoodanig be
schouwd, zijn nu verdwenen, n.l. het getui
genis des H. Geestes omtrent de IJ. Schrift,
en de erkenning van den Doop. Spr. heeft
hiertegen echter geen bezwaar, er moest
meer worden opgeruimd. WAdr in de ker
ken is, vraagt spr., strijd over de onsterfe
lijkheid der ziel en over de vereeniging van
de beide naturen van Christus? Het voor
stel van de acht leden der Synode, in
een vorige zitting ingediend, geeft'de Syno
de de beste gelegenheid om over de bespro
ken punten haar oordeel te geven. Dit voor
stel beschuldigt niemand, klaagt niemand
aan. Het laat alle ruimte over voor een rus
tig zelfonderzoek, dat onze Kerken voor de
besproken zaken dringend -noodig hebben.
Ds. N. Duursma. Nieuw-Amsterdam,
deelt mede, zijn standpun en dat van Prof.
Greydanus te handhaven, omdat hij het
vreeselijk vindt dat predikanten voor een
Commissie zouden moeten verschijnen om
te worden ondervraagd over hetgeen zij ge
sproken en geschreven hebben. De gewone
weg van de kerkelijke tucht is eisch van
Christelijke roeping en daarom verreweg
de beste. Spr. vindt het ook een onmogelijk
werk voor de Synode om door middel ha
rer deputaten eigenlijk kerkelijke tucht
van boven af te beginnen met veronachtza
ming vain de mindere vergaderingen. Spr.
geeft in overweging de kerkeraden nog eens
opzettelijk te herinneren aan haar plicht
om te waken over de leer.
Antwoord van den rapporteur
De rapporteur, Prof. V. Hepp, heeft
geen nieuwe bezwaren of argumenten ge
hoord. Spr. zou dus kunnen passeeren wat
hier opnieuw ter tafel is gebracht, maar hij
acht zich verplicht er toch nog op in te
gaan. Het best is spr. het eens met br.
Manni, die het rapport zes maanden van te
vören aan de Kerken wil doen toekomen.
De commissie heeft het echter tenslotte liet
beste geoordeeld, dit niet voor te stellen,
met het oog op de rust en den vrede dei-
Kerken.
Spr. gaat de te berde gebrachte argumen
ten ma en komt dan eerst bij hen, die den
kerkelijken weg willen bewandelen, maar,
zegt spreker, wat de commissie voorstelt is
toch hiermee niet in strijd want deze vraag
stukken behooren in de eerste plaats dooi
de Synode te worden ter hand genomen.
Het afwachten van aanklachten in den
hierbedoekien kerkelijken weg is verder
niet altijd de profijtelijkste. Het bij de Sy
node ingekomen voorstel van dr. Polman
en ds. van der Vegt, is nog krasser gesteld
dan het nu aanhangige voorstel.
Men vraagt naar bewijzen, maar spr.
vraagt zich af: moet nu nog bewezen wor
den de beroering in onze Kerken? Niet al
leen in hoogere wetenschappelijke regionen
maar ook bij classicale examens zit men
met moeilijkheden. Er is, zegt spr.. inder
daad onrust in onze kerken, en als de op
dracht van de commissie niet scherp om
lijnd is, zijn wij, zegt spr. niet verantwoord.
Men sluite veraer zijn oogen niet voor wat
er om ons heen plaats heeft.
De commissie moet, zegt spr., geen stu
diecommissie zijn; zij moet zich concentree-
ren op de vraag of liet waar is, dat er lee
ringen worden voorgedragen, strijdig met
de belijdenis.
Spr. verzekert hier nogmaals: 't gaat niet
om personen. Het is daarom zeer willekeu
rig zich achter elk punt een persoon te
denken. Het voorsetel der commissie, zegt
spr. verder, is geen haastwerk, want er is
lang over gesproken. Dat het vraagpunt
omtrent de erkenning van den H. Doop is
vervallen, geschiedde omdat dit vraagstuk
kan worden bezien bij de kwestie van de
pluriformiteit der Kerk. Er is echter geen
bezwaar om dit punt en dat van het getui
genis van den H. Geest omtrent de H.
Schrift weer bij het voorstel in te voegen.
Vragen omtrent N.S.B. en C.D.U. worden
op deze Synode behandeld, maar vragen
omtrent de belijdenis, het accoord vain do
gemeenschap onzer kerken, moeten toch de
bijzondere aandacht van de Synode hebben,
hetgeen spr. toelicht met eenige Scliriftaaji-
halingen. Of gangbare opvattingen bindend
voor ons zijn? Hierover gaat het niet, meent
spr., maar over de interpretatie van de be
lijdenis. Zooveel mogelijk heeft de commissie
den tekst van haar voorstel verzacht, om
den vrede en rust der Kerken. Er kan rus
tig en bezonken over de vragen door de
deputaten worden gedacht.
Spr. beveelt tenslotte aan het voorstel der
Commissie, waarachter niemand iets wan
trouwends of achterdochtigs moet zoeken,
te aanvaarden.
Voortgezette discussie
De praeses zegt mu, dat gestemd moet
worden over het hierboven gememoreer
de voorstel-Greijdanus-Duursema èn over
het nieuwe voqrstel van de commissie. Aan
den wensch van den praeses om van repliek
af te zien besluit de vergadering niet te
voldoen.
Bij deze repliek voeren het woord Dr. W.
A. van Es, Leeuwarden; Ds. D. Hoek,
Enkhuizen en Ds. A. Scheele, Kapelle-
Biezelinge.
Amendement ds. W. H. den Houting
Ds. W. H. den Houting, Huizum, ver
klaart zich tegen beide voorstellen, ook te
gen het voorstel der commissie omdat dit
bepaalde opvattingen in den hoek drukt.
Spreker stelt, daarom een redactie-wijziging
voor, om de woorden: „Zoowel deze opvat
tingen als de tot nu toe gangbare leeringen,
waarvan zij afwijken" in alinea A. in te
lasschen achter de woorden „onderzoeken
en".
Ds. W. W. M e ij n e n, Dordrecht, wijst op
het verschil tusschen vragen als deze, did
uit het midden der kerken opkomen en
kwesties over N.S.B. en C.D.U., die van bui
ten af komen. Als men een ongeluk in de
Kerken vreest, dan moet de Synode er spoe
dig bij zijn en veel misverstand uit den weg
ruimen. Spr. waaarschuwt verder tegen
wantrouwen, want daarvoor is, zegt spr.
met nadruk, geen reden.
Ds. H. Me ij er ink. Katwijk a. d. Rijn,
sluit zich aan bij de opvatting van ds. Den
Houting en vraagt verder nadere precisee
ring van de opdracht der deputaten.
Prof. Dr. G. Ch. Aalders, Hilversum,
wil rekenschap geven van zijn gevoelen en
ondersteunt het meerderheidsvoorstel, dat
tegemoetkomt aan het bezwaar, dat van te
voren geen veroordeeling mag tVorden uit
gesproken. Er wordt verder geen odium ge
legd op de nieuwe leeringen.
Prof. Dr. J. Ridderbos, Kampen, koes
tert in het geheel geen wantrouwen. Hij
vertrouwt de voorstanders van het voorstel-
Hepp ten volle, maar zij zijn volgens spr.
te hevig en loopen te hard van stal. Het
gaat hem te ver, dat de Synode in de vraag
punten gemengd wordt. Z.i. is de ijver dei-
voorstanders niet genoeg gefundeerd.
Dr. K. Dijk, Den Haag, begrijpt niet dat
men rustig de Synode heeft afgewacht. Van
te voren had een voorstel bij de Synode
moeten zijn ingekomen. Toch kunnen wij
niet zeggen: wij doen niets, hoewel spr. wel
bevreesd is dat door het debat op deze Sy
node wantrouwen is gewekt. Spr. onder
steunt het amendement van Ds. den Hou
ting. De invloed van de Buchmamn-bewe-
ging en van het Barthianisme acht spr.
voorts veel gevaarlijker dan de in geding
zijnde vraagpunten. Hij vraagt of dit ook
niet aan de deputaten kan worden opgedra
gen
Prof. Dr. K. Schilde r, Kampen, ver
klaart, dat als het amendement-Houtihg
wordt aangenomen, het meerderheidsvoor
stel voor hem minder aannemelijk zou zijn.
Prof. Dr. G. M. den Hartogh, Kam
pen, bepleit aanneming van het meerder
heidsvoorstel, want daardoor juist zal de
rust in de kerken worden bevorderd.
Bij de nu volgende stemmingen
wordt het voorst el-Duursema-Greij-
danus niet ingaan op het voorstel.
Polman-v. d. Vegt verworpen met
48 tegen 8 stemmen.
Het amendement-Den Houting wordt ver
worpen met 41 tegen 11 stemmen, 4 blanco.
Het voorstel--Hepp (meerderheid Com
missie) wordt aangenomen met 35 tegen 21
stemmen, nadat vooraf eenige door Dr. J.
T h ij s, Zwolle, voorgestelde redactiewijzi
gingen in den aanhef van het voorstel der
meerderheid waren gebracht.
Dit aangenomen voorstel luidt nu in den
aanhef als volgt:
„De Synode, gelet op het feit, dat er in
onze Kerken opvattingen worden voorge
dragen, welke van de tot nog toe gangbare
leeringen afwijken en dat eenerzijds de
voorstanders dier opvattingen gelooven en
verzekeren, dat zij geheel conform Schrift
en belijdenis zijn, terwijl anderzijds door
menigeen in onze Kerken de vraag is ge
steld, of deze voorgedragen opvattingen weJ
in overeenstemming zijn met Schrift en be
lijdenis".
Verder is het voorstel gelijkluidend ge
bleven
De praeses sluit de behandeling van do
voorstellen ten aanzien van de leerverschil
len met den wensch, dat allen met vereen
de krachten zich zullen beijveren het goede
voor de Kerken te zoeken. Spr. hoopt dat
de zegen des Heeren op deze beslissing mo
ge rusten.
De Provinciale vergadering van Geref. M eisjesvereenigingeri in Zeeland werd gis
teren in het Concertgebouw te Vlissingen gehouden. De opkomst was zeer talrijk
(men zie bovenstaande foto) en er werden verschillende belangrijke referaten,
gehouden.
Vermelding verdient, dat ds. S. Idem a,
Winsum (Gr.) vóór de stemming opnieuw
het voorstel der acht waarop prof. Schil
der doelde had ingediend.
Dit voorstel luidde als volgt:
De Synode,
gehoord het voorstel van dr. A. D. R. Pol
man en Ds. W. H-. van der Vegt,
gelet op het feit. dat er in, onze kerken
meeningsverschillen zijn gerezen, die door
allerlei oorzaak onrust hebben verwekt, be
sluit ten minste zeven deputaten te benoe
men ,aan wie wordt opgedragen een onder
zoek in te stellen naar de zakelijke betee
kenis dezer meeningsverschillen en van
hun arbeid rapport uit te brengen aan de
eerstvolgende Generale Synode.
Door de aanneming van het meerder-
heidsvoorstel-Hepp kon dit voorstel niet vor
der in behandeling komen
Overgang tot anderen geestelijken arbeid
In de middagzitting rapporteert prof. dr
H. H. K u y p e r, Bloemendaal, over een
voorstel van de Part. Synode van Zuid-
Holland-Noord ,om Art. 12 K.O. aan te vul
len met de bepaling:
„Bij overgang tot een anderen geestelijken
arbeid zal het behoud van den naam en de
eer van dienaar des Woords, als voorrecht
en hij wijze van uitzondering alleen ge
schonken worden aan zulke dienaren, die
geroepen worden tot den dienst ten bate
van de Kerken in het algemeen of tot zoo-
danigen arbeid, die een geestelijk karakter
draagt en met de roeping tot verkondiging
van het Evangelie in verband staat".
De rapporteur heeft in het advies der be
treffende commissie uitvoerig dit voorstel
besproken en adviseert ten slotte het niet
aan te nemen, omdat in de beslissingen van
de Generale Synode van Leeuwarden (1920)
de algemeene regeling omtrent deze aamge
legenheid genoegzaam is aangegeven.
Tuchtoefening over hoogleeraren
Dezelfde Part. Synode vroeg de regeling
omtrent de hoogleeraren te Amsterdam en
\e Kampen aldus aan te vullen:
„Bij gebleken noodzakelijkheid van tucht
oefening over de Hoogleeraren, stelle de
Kerk. waartoe zij als gewoom lidmaat be
hooren, zich in verbinding met de Kerk,
waaraan zij ambtelijk verbonden zijn, om
zoo te zamen omtrent de tuchtoefening een
beslissing te nemen".
Hieromtrent komt prof. Kuyper tot de
conclusie, dat het gewenscht is hiervoor
drie deputaten te benoemen, die de vólgen
de Synode van advies dienen, waartoe de
Synode besluit.
Verzorging emiriti-predikanten,
predikantsweduwen en -weezen
Ds J. de Vries, Tilburg, rapporteert
namens de betreffende commissie over het
door Ds A. S c h w e i t z e r, Amsterdam,
samengestelde rapport over de handelin
gen van deputaten voor de kas tot steun
bij de uitvoering van art. 13 K.O. (verzor
ging emeriti-predikanten, predikantswedu
wen en weezen.
Tevens rapporteert Ds de Vries over een
verzoek van de classis Batavia om te be
palen, dat ook voor de Kerken dezer clas
sis zullen gelden dezelfde regelen der erne-
ritaatsvoorziening als voor de Kerken in
Nederland.
Namens de Commissie stelt spr. o.m. voor:
le. deputaten dank te zeggen voor hun
arbeid, inzonderheid Ds A. Schweitzer, die
25 jaar achtereen als deputaat art. 13 K.O.
werkzaam is;
2e. overeenkomstig de opvatting van depu
taten de Kerken te ontraden zich aan te
sluiten bij een Levensverzekeringmaatschap
pij of een Pensioenfonds te vormen;
3e. de Kerken niet tot landelijke samen
werking te adviseeren, maar de bestaande
regeling te handhaven;
4e. hij het in overeenstemming brengen
vain een vroeger toegekend pensioen met 't
tegenwoordig tractement de vermindering
maximaal op 20 pet vast te stellen;
5e. met de classis Batavia tot een oplos
sing te komen en daartoe deputaten te
machtigen.
Na een discussie, waaraan deelnemen Ds
W. L. Milo, Almelo; dr W. A. van Es,
LeeuwardenDs W. W. M ejj n e n, Dor
drecht; prof. dr S. Greijdanus, Kampen;
ouderling R. Zuidema, Goes; Ds S. I d e-
m a, Winsum (Gr.); ouderling J F H e e ms-
kerk, Middelburg en ouderling G. M. A.
Laernoes, Semarang, en beantwoording
door Ds J A de Vries en Ds ASchweit-
z e r, worden de conclusies der Commissie
door de Synode aangenomen.
Hulde Ds A. Schweitzer
De praeses huldigt Ds Schweitzer
met zijn 25-jarig deputaatschap. Hij is
telkens weer herbenoemd en als phoe
nix uit zijn asch verrezen. Ds Schweit
zer is het wandelend commentaar op
Art. 13 K.A. en spr. wenscht hem bij 't
klimmen der jaren Gods zegen toe.
Predikant-reserve-officier
Dr W. A. van Es, Leeuwarden, rappor
teert over een vraag van 'den Raad van de
Geref. Kerk van Wageningen:
„Is het ambt van Predikant in onze Ker
ken principieel vereenigbaar met de functie
van reserve-officier in het Nederlandsche
leger?"
Uit het rapport blijkt, dat de betrokken
Dienaar des Woords intusschen als reser
officier ontslag uit den militairen denst
nomen heeft.
Saamvattend adviseert de commissie de
Synode uit te spreken:
le. dat het ambt van Dienaar des Woords
principieel niet vereenigbaar is met deri
dienst van reserve-officier bij het Ned. leger
omdat: a. het ambt van D. des W. den ge-
liqelen mensch vereischt; b. de mil. dienst
den officier in allerlei omstandigheden kan
brengen en in verrichtingen vernikkelen
die het geheel eigen karakter van zijn
ambt zouden kunnen schaden;
2e. dat, wanneer het ontslag uit den dienst
ook financieele gevolgen meebrengt en de
kerkeraad reeds tevoren wist, dat de D. des
W. reserve-officier was, zonder daartegen
bezwaar te hebben gemaakt, de uit het
ontslag voortvloeiende financieele schade
met betrekking tot den resp. Dienaar, op
billijke wijze behoort geregeld te worden.
De discussie over deze conclusies is ver
daagd tot hedenmorgen.
BINNENLAND
De verloving van Prinses Juliana
Meer dan 4000 telegrammen
Het medeleven met het heugelijk gebeu
ren van de prinselijke verloving heeft zich
o.m. geopenbaard in een stroom van tele
grafische gelukwenschen, waarvan het
meerendeel op luxeformulier werd aange
boden.
Van 8 tot en met 21 September ƒ.1,, dus
een tijdvak van 14 dagen na de verloving,
zijn aan het adres van het Koninklijk
Huis 4.194 telegrafische gelukwenschen
ontvangen.
Een dier telegrammen bevatte niet min
der dan 8.000 woorden: het was afkomstig
uit Amsterdam, waar de bezoekers van de
herdenkingsbijeenkomst in het Vondelpark
allen hun handteekening op het aanvraag
formulier plaatsten.
VRIJDAG 25 SEPTEMBER
HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA,
AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO.
VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morge
ding VPRO. 10.15 Voordracht en
pl. 12.00 Kova-os Lajos' orkest, en
pl. 2.-00 The Continental Five. 2.50 V,
praatje. 4.00 De Flierefluiters, ci.nu
list. 5.03 Voor de kinderen. 5.30 „M
Circle", 6.30 Orgelspel. 7.00 Causerie
de ontwikkeling van het moderne
bladbedrijf. 7.20 Gram.pl. 8.05 „Mi
en maatschappij", causerie. 8.30 Via
piano. 9.00 Causerie over vaderland!
de. 9.30 Gram.pl. 10.00 Lezing.
Gram.pl. 10.40 Avondwijding. 11.00
richten ANP. 11.3512.00 Gram.pl,
HILVERSUM n 301 M. Algemeen Proa
ma, verzorgd door de NCRV. 20.00»
VARA. 8.00 Schriftlezing. 8.15—9.30 G
pl. 10.30 Morgendienst te leiden does
T. G. van Ree uw ijk, Ned. Herv,
•te Amsterdam. 11.0012.00 Zang en;
12.15 Gram.pl. 12.30 Ensemble v. d.
2.00 Gram.pl. 2.30 C'hr. Lectuur. 3.00-
Vioolrecital. 4.00 Orgel en saxofoon.
Voordracht en gram.pl. 6.30 Causerie
bloembollen. 7.00 Berichten. 7.15 Lit
halfuur door den heer P. J. R
te Den Haag, over: „Het werk van G
Bokhorst". 7.45 PTT-Kwartiertje. 8.K-
richten ANP. 8.10 VARA-Orkest. 9.3f
gelconcert. (Om 10.00 Berichten
10.3011.30 Gram.pl. Schriftlezing,
DROITWICH 1500 M. 12.10 Orgelca
I.352.20 P-hi-lh. Strijkorkest m.ra.v
list. 4.20 RBC-Miidlandorkest. 5.
Parkington-lcwintet. 6.45 Het BBC-0
7.30 Muzikale causerie. 7.50 De I
Zangers. 9.20 Kwintet, m.m.v. solist.
Het Celebrity-Trio.
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestcfll
5.50 Orkestconcert. 9.05 Gevar.
II.0512.35 Orkestconcert.
KEULEN 456 M. 6.50 en 12,20 Orkestcö
1.35 Omroepkleinorkest. 4.20 Lezingt
gram.pl. 6.20 Populair concert. 7.20
roeporkest en jeugd-ensemble. 9.20
schenconcert. 10.40 Omroepkoor en
leden. 11.3012.20 Militair orkest,
lair orkest, en schrammel-kwartet.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50
roeporkest. 1.30 Salonorkest. 7.20
recital. 8.20 Operette-uitzending.
484 M.: 12.40 Zang. 12.50 Salonoi t
1.30 Omroeporkest en zang. 5.20 S
orkest. 6.50 Pianorecital. 7.35 Zang,
Programma voor oud-strijders.
'i
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
Livschakoff's orkest. 9.20 Omroepa j
10.50 Kwartetconcert.
Interpellatie
Met politieke bijbedoeling
In de Tweede Kamer verdedigde dei
A 1 b a r d a het toestaan van een inl
latie van zijn partijgenoot Kupers ov
werkloozensteun, waarover pas de
week in de Eerste Kamer een uitvoi
bat was gehouden.
„Wat de heer Albarda daartegen]
voerde was niet sterk, omdat hij, v
delk om taktische redenen, politiek!
tieven onaangeroerd liet", meent de
bod, en vervolgt dan::
Dat deze er echter waren, was
bereids duidelijk genoeg uit de
democratische pers gebleken. In
ste Kamer hadden de katholieken
zegd, thans zouden zij B moeten ze?
Inderdaad een schoone geh
om thans in de Tweede Kamer
nieuwe, scherpere motie te komen,
motie van afkeuring. Zouden de ki
lieken er vóór stemmen, dan werd
aangenomen, maar dan was er ook
conflict met de Regeering, waarop
niet-wijken als derde daad zou mi
volgen het afstemmen van het be
tingshoofdstuk voor Soc. Zaken,
den de katholieken echter, om dit
tieke, thans zeker heel bedenkelijk! 1
volg te voorkomen, tégen deze u
van afkeuring, ook dan ware poli
winst voor de S.D.A.P., die hieruit
wapen tegen de Katholieke Sta
zou kunnen smeden. Reeds was
deel der katholieke pers gebleken,
deze taktiek niet geheel ondoeltre:1
zou zijn geweest.
Nu echter vaststaat, dat de meerdei
van de beide Kamers der volksv
woordiging zich niet met twee belang
onderdeelen van de gewijzigde steun i
ling kan vereeriigen, is volgens de M
bode een politiek toch web zeer onae
name situatie geschapen.
Dit zijn wij geheel met het blad
de schuldvraag hlijve echter voorsh
onbesproken.
GESCHIEDENIS VAN Elft HO1LANDS0H -
AMERIKAANSCHEN MILLION AIR
Doon «.JONKHEID
(14
Maar de kinderen en zieken moeten verzorgd worden en
er moet iets gegeten.
Eén ding is wonderlijk. De zieken verergeren niet. beteren
zelfs en er sterft niemand.
Een paar mannen staan te wijzen. „Wat is dat daar?
Anderen komen er bij en turen mee. Is het een dikke don-
dere nevélplek in dampige lucht? Of is het wat anders?
„Het is een schip", zegt er een.
Anderen twijfelen.
Een van de mannen geeft een lange schreeuw. De anderen
vallen in en schreeuwen mee met al hun krachten in actie. Als
een kreet in stervensnood klinkt het geroep over de groeiende
golven.
Vanzelf komt er eenige orde en ze roepen als uit één mond:
„Ahooooi, ahóóóói!"
Nu zien ze duidelijk, dat het een schip Is en dat het nader
komt. Ze kleeden hun kinderen en hun zieken, ze zetten hun
koffers en pakken gereed, ze staan kant en klaar om de reis
te vervolgen.
Het vreemde schip zet een boot uit en eenige mannen komen
aan boord van de Cornelia.
Ze spreken Engelsch.
„Waar is de kapitein?"
Willem fungeert als tolk en Bulders als gezagvoerder.
Het verhaal is gauw verteld. Er gaan signalen naar het
andere schip en er komen meer booten.
Allen staan gereed om in te stappen, bepakt en beladen.
Dan klinkt het commando: „Geen bagage in de booten,
alleen menschen."
Alle koffers en pakken moeten op het voorschip worden
neergezet. Willem wil het kleine koffertje bij zich houden.
Daar is vierduizend gulden in. Maar een matroos neemt het
hem uit de hand, plaatst het bij de andere goederen en
snauwt: „Voortmaken!"
Ze hooren, dat het vreemde schip een schoener van de
Strandvonderij is. Dat geeft gerustheid. Daardoor zijn er zoo
veel booten op het schip en is het overbrengen van de pas
sagiers spoedig gebeurd. Eenige matrozen blijven achter, om
het verlaten schip te bewaken. De schoener zal eerst de men
schen wegbrengen, want die moet men zoo spoedig mogelijk
kwijt. Daarom vaart men rechtstreeks in de richting van de
scheepsroute op New York, om de reizigers te kunnen over
laden op een ander schip en terug te keeren naar het ge
strande vaartuig.
Ze hebben geluk. Er wordt een groot zeilschip gepraaid
met voldoende ruimte om allen op te nemen. Daar zijn ook
Nederlandsche passagiers, evenals Bulders op weg naar Pella,
en anderen, die op goed geluk naar Californië trekken.
Van alle kanten worden de nieuwelingen aangesproken om
inlichtingen aangaande hun avontuur. En zij van hun kant
informeeren, hoe het gaan zal met hun bagage.
De kapitein zal de geredden toespreken. Hij feliciteert hen
met de goede afloop en geeft volledige inlichting.
„Het schip, dat u gered heeft, is een vaartuig van de strand
vonderij, dat surveilleert langs de kust. Wordt een schip ge
vonden, dat door de bemanning is verlaten of waarvan be
manning en passagiers wórden meegenomen, dan vervalt de
lading, waaronder ook de bagage van de passagiers, aan de
strandvonderij. Alles, wat op het schip achterblijft is voor de
eigenaars verloren. Maar uw leven is gelukkig gered en dat
is toch het meeste waard."
Willem Waterman vraagt den kapitein te spreken.en vertelt
hem van het geld.
De kapitein kijkt bedenkelijk.
„De Chef-Strandvonder heeft zijn bureau in de havenwijk
van New York. Verzoek hem een onderhoud. De strandvon
derij heeft recht op alles, wat u niet op uw lichaam draagt. Als
u het geheele bedrag in uw zak had gedragen, was het voor
u behouden. Maar nu het zich in uw bagage bevindt, weet ik
het niet."
Bulders wordt afgehaald door vrienden uit Pella en ze
doen Willem het aanbod, met hem mee te reizen.
Maar Willem moet bedanken. Hij wil trachten zijn vier
duizend gulden te redden. Eerst een hotel zoeken in de ha
venwijk en morgen of overmorgen naar den Chef-Strand
vonder.
De passagiers, die evenals Willem geen vaste bestemming
hebben, kijken rond. Ze worden aangeklampt door personen,
die hun landstaal spreken. Ook Willem wordt aangesproken
door een Nederlander, die hem als landsman de hand
en vraagt. „Hebt u al een goed logies besproken?"
Willem, nu dubbel voorzichtig, aarzelt. Achterdochtig
kijkt hij den ander en zegt: „Nog niet."
„Ik ben verbonden aan een uitstekend Hollandsch logen
waar Hollandsche kost gegeten en Hollandsch gespri
wordt, waar eigenlijk alles Hollandsch is. In de binnen
weet u niet, waar u terecht komt, wees maar voorzichtig.
Daar is iets van waar.
„Het is mijn dagelijksch werk", vervolgt de man, „ik
altijd Hollanders af."
Er passeert een familie, die Hollandsch spreekt.
„Wilt u even wachten?" vraagt de man beleefd en w
zich tot de Hollandsche familie.
Willem wacht.
Een heer van middelbare leeftijd passeert hem en vi
zacht: „Do you speak English?" (Spreekt u Engelsch?)
„Yes."
„Wees op uw hoede. Ga niet met dat soort kerels
t Zijn ronselaars. Ze brengen u in een roofhol."
De heer loopt door. Willem duikt weg tusschen de
schen. Hij ziet den heer rustig wegwandelen, loopt hec
en vraagt: „Is hier een bureau, waar ik me melden kan
doorreis naar Californië?"
„Neen, maar u kunt een goed hotel nemen en daar
men u wel verder. Blijf niet hier in de havenwijk, het is
bandietenboel. Wanneer u in de stad een hotel ziet, d
lijkt, ga er niet binnen, voordat u bij een passeerend politic
geïnformeerd hebt."
Dat is een goede raad, dat kan hij wagen.
(Wordt vervo