Ve tvolqvefhaal J1 MO wé m m '9 m m m r m m m m m m m m, WÉ Wi m m m m 'm m m m m m m m m W\ m m m m m 'ML? m ft m M 9 m m 9 9 9 De Rubberboom van Veenplas door K. Lantermans 2) „Ik heb hoofdpijn, Kwedelboom, van de lange dag. Ik ben wat moe. En nu moet ik van avond nog epreken: evangelisatie, men&chcn van de straat. Daar zie ik toch altijd tegen op." „Tegen op zien, meester? Dat is het allermooiste werk, dat er op de wereld te vinden is. Ik wou, dat ik het kon. En mocht. U spreekt zoo gocJ, meester. Het mooiste werk, meester." De groote lobbes stond van zijn stoel op, sloeg de handen weer in elkaar, stond er mee te schudden op de hoogte van zijn eigen neus keok toen naar het plafond en zei, het hoofd scheef: „Ik wou, dat ik niets anders te doen had, dan het Evangelie te verkondigen mijn leven lang." Lachend groetend ging hij heen. 'n Huichelaar? Of een Christen? Die bovenmeester scheen voor zich zelf een beslist antwoord op die vragen te hebben. Hij was een man van veel invloed, ook invloed in wijde om trek van de stad. De volgende dag schreef hij een brief, een lange brief, waarin veel voorkwam over een zekeren meester Kwedelboom. Toen hij de volgende morgen naar school ging en die brief bij de andere in de bus liet glijden, dacht hij bij zich zelf; Het zou me toch niets verwonde ren. als die Jan Kwedel de uitwerking van deze brief zou ondervinden in de eerste weken. Het zou me niet spijten voor den vent. Maar ik zeg het hem na: De Heere regeert. Ook over Jan Kwedel. II. DE FUIK Midden December van hetzelfde jaar, dat meester Jan Kwedelboom zijn hoofdakte behaald had, was een zeer bewogen tijd voor hem..Emotie-vol" paste niet goed bij zijn karakter. Hij was toch niet zoo rustig als anders. Daartoe droeg ook bij een brief, die hij een week na Sint-Nikolaas ontvangen had. Hoeveel maal had hij dat geschrift al doorgelezen! En nog telkens haalde hij de beteekcnisvolle brief voor den dag, las en herlas voor de zooveelste maal: Veenplas, 13 December 18., Zeer waarde meester Kwedelboom, Wij hebben vernomen, dat gij verlangend sijt naar het Evangelie volgens de Heilige Schrift. Wij lijn hier allen arm, zeer arm naar de we reld, maar rijk in het geloof. Wij dorsten naar de zuivere wateren voor ons zelf en voor onze kinderen. Wij wenschen eene Christelijke School. Wij hebben qebeden om eenen meester, vele malen, eenen Christelijkcn meester. De laatste maal in de vergadering. De volgende dag hoor den we van U. Kom eens bij ons in de dagen na Kerstfeest. Zende de Heere eene roepstem in Uw harte. Namens vele ouders, SNELLER. Hoewel er nog meer dingen waren, die den jon gen man het hoofd een beetje aan het draaien maakten, was deze brief Uch de naaste aanleiding daartoe. Zijn gedachten moesten nu bezig zdjn in een richting, waarin ze zich nog nooit bewogen hadden. Van zijn prille jeugd af was hij op zijn kalm levenswegje voortgoschoven van dag tot dag, zonder dat er ooit een forsche stap gezet hoefde te te worden. De ontwikkelingsgang van zijn leven was tot die tijd toe één recht flauw streepje ge weest En nu kwamen de schokken. Vader wist natuurlijk van alles. Vol bewondering zag hij tot zijn knappen zoon op, die al waardig gekeurd werd om „hoofdonderwijzer" te worden. Eindelijk brak de dag aan, dat de lieve zoon de tocht naar Veenplas zou aanvaarden, die zoo be- teekenisvol voor zijn hecle verdere leven kon worden: de dag na Tweede Kerstdag, oen Woens dag. Met de eerste trein vertrok hij uit Groningen naar Assen, stapte daar uit, vroeg de weg en stapte op. Het was een mistige troostelooze De cemberdag zonder licht, zonder uitzicht, dat hij op die vreemde wegen toch heel goed had kunnen gebruiken. Hij liep eerst over een klinkerweg, verliet die later om een zandweg te volgen. Hij roed een eindje met een bodekar mee, vroeg telkens uit komst bij een huisje of hut, liep door, at zijn boterham uit de hand en liep, vroeg weer de weg, keerde om, als hij verkeerd gegaan was en tippelde dan kalm een uur terug, liep en liep. Het was bijna vier uur op de middag en de avond viel al, hoewel het de heele dag geen dag geweest was,'toen hij dan eindelijk bij Sneller in het keu- terboerderijtje binnenstapte. Daar kon hij dicht bij de kachel gaan zitten, zich warmen en terwijl wat uitrusten, want, hoewel hij een stevige kerel was, loopen uur aan uur was toch een vreemd werk voor hom: hij was wat moe. Hij at met Sneller, ide vrouw en de kinderen. Sneller haalde later een paar kennissen, die mei hem verlangden naar „eenen Christelijken meester". De heele avond za- ter ze te praten, tot het om negen uur bedtijd was, en de sollicitant naar de betrekking heel niet Bpi'tig was, dat hij onder de wol kruipen kon. Toen Sneller de kennissen uitliet, was zijn eenige opmerking tegen de lui: „Dat is van den Heere geschied, mannen. Wel te rusten!" De volgende morgen toen het amper lioht was, ging Sneller met den meester op stap. Ze liepen van huis tot huis, van de eene plaggenhut naar do andere. De verlangers naar „eenen Christelijken meester" woonden heel ver uit elkaar. Soms sloe gen ze vijftig huizen over. En overal bracht Snel ler de boodschap: Vanavond om zes uur is er vei> gadering in het Evpjigelisatiegebouw om te spre ken over de oprichting van een Christelijke School, en dit is een Christelijke meester. Om twaalf uur op Je middag aten ze bij een broeder zuurkool met spek, bedankten, toen zo gegeten had en trokken weer verder voor hun boodschap. De meester voelde zijn beenen, maar nog meer zijn voeten, want de blaren deden pijn. Toch zei hij er geen woord van. Die kleinigheden telden voor meester Kwedelboom niet. Hij had wel over andere dingen te denken en te spreken. Om zes uur was het houten zaaltje tot berstens toe gevuld met mannen en met vrouwen. Ze had den het er voor over gehad om door de snerpend koude Oostenwind te loopen: er zou een school komen, en de meester was er al; sommigen had den hem al gezien en gesproken. Om beurten kwa men de allerachtersten ook wat naar voren om zich te warmen, want al stond de kachel rondom gloeiend, verder dan op twee meter afstand kwa men de warmtestralen niet Sneller had do leiding. Hij scheen de aanvoerder in de omgeving te zijn. Lang werd er over het voor en tegen van een school gesproken. Maar het grootste bezwaar, dat ze altijd gevoeld had den, was nu in eens weggenomen: ze waren altijd maar bang geweest, dat er geen meester te vinden zou zijn, die bij hen in hun armoe en afgelegen heid zou willen komen wonen en werken. Maar nu zagen ze er een voor hun oogen, en dat nog wel een kerel als een boom. Ook meester Kwedelboom sprak. Toen stond er een manneke op, dat heel de avond naar den meester had zitten kijken, maar nog geen woord gezegd. Hij vroeg met een fijn krakerig stemmetje: „En mag ik ook eens weten, tot welke kerk de meester be „Hol" riep de buurman van Sneller, een sfoere kerel met een behaard gezicht als een struikroover. Hij had zijn heele leven in een plaggenhut ge woond en zat er nog in en had er vreemd van opgekeken, dat de meester dat geen goede woning gevonden had. „Ho!" riep hij nog een keer, zoo dat dat pieperige manneke zdjn zin niet afmaken kon. „Ik heb den meester gehoord. We hebben hem allemaal gehoord. Hij is een Christen. Daar aan twijfelden we wel niet na de brief, die we laatst van dien bovenmeester uit de stad gekregen hadden, maar nu hebben we het allemaal zelf ge hoord. Hij is een Christen en wandelt in 's Hoe ren wegen. Tot welke kerk hij behoort, weet ik met, maar hij hoopt op de verlossing in Christus. Onze Prinses verloofd! En een politiecordon moest de enthousiaste menigte voor het paleis Noordcinde, welke op een voor. ons land schier, ongekende spontane wijze uiting gaf aan de vreugde over deze heuglijke gebeurtenis, in bedwang houden, 1 Cijferraadsel Elke punt geeft de plaats van een cijfer aan. Nul alleen komt niet in het cijferraadsel voor. De som eer cijfers in de eerste horizontale rij moet dezelf de zijn als de som der cijfers in de eerste verticale rij. De som der cijfers der tweede horizontale rij, moet dezelfde zijn als die der tweede verticale rij enz. De eerste rij is dus als volgt te lezen: Een gëtal van één cijfer moet gedeeld worden door 5. Bij de dan verkregen uitkomst moet een getal van een cijfer opgeteld worden, terwijl de verkre gen som met 2 vermenigvuldigd moet worden. De uitkomst is dan een getal van 2 cijfers, waarvan bet laatste een 6 is. :5 X2 6 6 - X 2 - 3 •X3 X 2 2 6 - 2 9 Oplossing Wit: 1 25-20 2 37-32 3 49—44 4 48—42! 5 42X15 6 15X24 wint Vraagstuk no. 858 Auteur: G. MANTEL, Hengelo Zwart: 29X47 20X28 40X38 14X25 47X20 DAMRUBRIEK Redacteur: W. HOEKSTRA. Tulpeboomstrnat 8, Den Baag. Inzendingen uitsluitend aan dit adres. Voor alle vraagstukken geldt: Wit bogtnt en wint. Oplossingen moeten worden Ingezonden uiterlijk 6 dagen na plaatsing. Vraagstuk no. 856 Auteur: A. MANTEL, Hengelo 1 8 IS 13 i§ 1 H ÜP 1 13 if" 11 8 ra 1 1 13 s Ji ®U e tl 46 47 48 50 Zwart: 8, 9, 12, 13, 19, 22 Wit: 21, 32, dam op 43 Dit vraagstuk van d.en bekenden problemist is aan de ouderen wel bekend, doch voor de jongeren hebben, wij gemeend het nog eens te moeten pu- bliceeren. OPLOSSING Wit: Zwart.: 1 43—39 22—27? 2 21—17! 12X21 3 39-48 27X38 4 48—26!! wint Vraagstnk no. 857 Auteur: J. J. WAGENAAR, Oostcrblokkcr f 46 47 48 49 5 Zwart: 7—10, 14, 16, 17, 26, 29, 40 JVit: 24, 25, 31, 33, 37, 42, 43, 46, 48, 49 Zwart- 8, 11—14, 17, 18, 22, 25, 26, 35 Wit: 28, 29, 31—34, 37—41, 50 Oplossing Wit: Zwart: 1 32—27 35X44 2 37—32 26 X 46 3 29—23 18X40 4 27X20 25X14 5 2823 46X19 6 39—34 40X29 7 33X 2 17—21 de beste 8 2X10 44—49 9 10—32 49-35 10 50—44 35X 49 11 32—16 De gebroeders Mantel zijn ware kunstenaars op het dambord en het zal zeker met instemming van onze lezers zijn dat wij deze juweeltjes weer eens in het zonlicht der publiciteit laten schitteren. Vraagstuk no. 859 Auteur: J. J. H. MERTENS 1 2 3 4 5 C'/J ÉS 48 es IS s B S n s 1 a s BI 8 i S 12 n 46 47 48 49 50 Zwart: 4, 6—9, 14, 19—21, 24 Wit: 17, 22, 25, 26, 28, 29, 33, 34, 39, 19 Oplossing Wit: Zwart: 1 28—23 19 X 28 2 49—44 21X12 3 22—18 12X23 4 33X'22 24X33 5 39X10 4X15 6 25X1! wint VOORDEEL IN DE OPENING Alle schijven in aanvang-stand en speel zetten: Wit: Zwart: 1 33—28 17—21 2 31—26 12—17 3 39—33 7—12 4 36—31? 18—22! Éf s 8.,; 8s U I! 12 far - ëi 13 s s§ H ët s u 46 47 48 49 50 OPLOSSING van het Invul-raadsel uit het vorige nummer* e E r HErk a R e t a S c h e T s n i E r s eG a s t E e I uWe Slier N a klier e S p beK.r dA r r I T u s s T a a r E n a aG o s t E n o u S a kaPer k I I ma N n a Het spreekwoord is: Eerste gewin is kattegespid* De Ruilbeurs-Boven-Hardinxveld Ten diens'e van de lezers der Ver. Christ. Pers Reeds de eerste dag na de opening van onze „Ruil beurs" ontvingen we tal van brieven en velen zonden pns het bonnetje om een ruil formulier. Bijna alle aanvragen werden direct verzonden, slechts enkelen moeten even wachten. We hebben nog niet alle bonnen-soorten in voorraad, maar daaraan zullen de ruilers ons wel helpen. Hoe meer er wordt ingestuurd, hoe beter we aan alle wenschen kunnen voldoen. Let vooral wanneer U ons wat zendt op onder staande voorwaarden: 1 Het is aan „De Ruilbeurs" de waarde der bons en plaatjes te bepalen. 2 Iedere aanvraag moet voldoende gefrankeerd zijn. 3 Bij iedere aanvraag moet 15 ct worden ingeslo ten, bij meer dan 500 punten 20 cent (aan postzegels). 4 Als het gevraagde niet In voorraad is, wordt Uw aanvraag genoteerd en deelen wij dit mede in ons Zondagsblad. 5 Uit voorgaand art. volgt: vul steeds duidelijk in van welk blad der V.C.P. (Rotterdammer, Nieuwe Haagsche Courant, Nieuwe Utrechtsche Courant, Nieuwe Leidsche Courant, Dordtsch Dagblad) U lezer is. 6 Stuurt U te veel punten, dan kunnen die ge boekt blijven tot een volgende zending. De waarde der bons is: Bussink 8, Coelingh 3, Douwe Egberts 6, v. Delft 10, Dobbelmann 4, H.O. 6, Droste 20, Hag-zegcl 8, Haust 5, Hille Limburg 8, andere 6, Holl. Zw. Weegsch. 3, van Houten Tijdsch.bons 40, Paul Kaiser 5, Klaverblad 6, Klokzeep 10, Kwatta 3, Lever's zeepbons 20, van Nelle 4, Patria 10, Pleines Ufa 3, Rademakcr 3, Sickesz 3. Verkade, oude albums 2, Torenkraai 5, Boerderij 8, Wacboline 2. Wil s.v.p. gratis ruilformulier zenden aan: N aam-- Ad res: -- Woonplaats: - Datum CORRESPONDENTIE P. D. te Gorcum; F. P. to Dordrecht; M. de V. te HardLnxveld; J. S. te Rotterdam; J. P. te Utrecht: Dank voor Uw gelukwenschen met de opening der Ruilbeurs. M. R te Rotterdam: U krijgt nog 15 Droste. Denkt U om 15 cent? B. v. K. to Pernis: Het album is verzonden. Be doelde platen zijn niet verkrijgbaar. K. S. te Leiden: Op Haka-bons moet U even wachten. W. v. E. te Den Haag: 12 v. Houten bons zijn ge noteerd. Ja, U mag ook andere bons vragen dan bovenstaande. H. de B. te Rotterdam: Uw aanvraag is genoteerd, zie artikel G. Postadres: De Ruilbeurs, Hardinxveld Op 41—36 volgt 22—27 en 19—23; 21—27 dreigt. Wit denkt zich te kunnen redden: 31—27 22X31 41—36 21—27 32X21 16X27 37—32 31—37 42 X 22 19—23! enz. Er bestaat geen ondankbaarder werk dan wachten. De beste dichter is de hoop, de beste schilden de herinnering 405 V

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 14