Generale Synode Geref. Kerken
OPVOEDING EN ONDERWIJS
DINSDAG 25 AUGUSTUS 1936
Is heden te Amsterdam
in de Keizersgrachtkerk
aangevangen
Dr B. Wielenga houdt
de Openingsrede
Gisteravond is onder leiding
van Dr K. Dijk een
bidstond gehouden
Hedenmorgen is in de Keizersgracht-
kerk te Amsterdam aangevangen de
Generale Synode van de Geref. Kerken
in Nederland.
Aan den vooravond is in de Raam-
kerk, aan de Hugo de 'Grootkade, een
Bidstond gehouden, waarin de praeses
der Middelburgsche Synode van 1933,
Dr. K. D ij k, van 's-Gravenhage-West,
is voorgegaan en waarvoor ook van de
zijde der Amsterdamsche gemeente
groote belangstelling bestond.
•Dr. Dijk opende dit gebeduur op de ge
bruikelijke wijze, waarna gezongen werd
Psalm 134 1 en 2, gelezen Hebreen 8 1—6.
Na het gebed en een inleidend woord, het
zingen van Gezang 23 2, 3 en 6 ontvouwde
de prediker den tekst, dien hij voor het bid
uur ten behoeve van den arbeid der Synode
gekozen had, n.l. Exodus 25 40.
In zijn inleidend woord wees de voorgan
ger er op dat de arbeid van de Generale
Synode arbeid is
van en voor de
kerk van onzen
Heere Jezus Chris
tus. Dit werk ligt
dus op heilig ter
rein en moet het
merkteeken van
den Bouwheer
van Gods huis
dragen. En nu is
het gevaar groot
dat we dit bijzon
der karakter uit
het oog verliezen.
Schijnbaar ligt de
arbeid van een
kerkelijke verga
dering op veel
lager plan dan de
dienst des Woords
vertroosting, dat wij het maken mogen naar
het voorbeeld dat de Heere ons toont en dat
wij van Hem al ons licht en al onze
heid kunnen en mogen verwachten. Dat
troost temeer, omdat Kerkbouw niet alleen
zwaar is door het gewicht van het
zelf, maar onze kracht is klein; wij zijn
zondige menschen; wij bederven zooveel
door ons zondig vleesch; wij staan dus met
al ons klein gedoe ons zelf in den weg en
om ons heen is een wereld, die zich hoe
langer hoe feller tegen de kerk keert
daarom: zie toe, dat gij het maakt naar het
voorbeeld, dat u op den berg getoond is.
Zie toe, met heilige aandacht en met
alle spanning der gehoorzaamheid. Zie
toe in getrouwheid aan het Woord Gods
en dan alleen hebben wij beteekenis
voor de wei'eld van heden. In die bewo
gen, verwarde, ellendevolle wereld hou
den wij onze Synode, al vragen velen
spottend hoe we dat doen kunnen, om
dat het is het werk des Heeren, dat Hij
eischt en we daarin dienen den voort
gang van Zijn Koninkrijk,
In die wetenschap mogen de Geref. Ker
ken in Synode samenkomen en dit wetend
nemen wij, aldus spr., biddend de toevlucht
tot den Heere onzen God, opdat Hij oi
nadig zij. En dan zorgt de Heere Christus
voor Zijn Kerk. Hij voltooit Zijn bouw trots
tegenstand Zijner vijanden en ook ondanks
onze zonden. Hij zal eenmaal naar het be
stek Gods Zijn Kerk en Zijn Rijk volmaken,
waarin de Naam des Heeren wordt groot
gemaakt. In dien Heiland heffen wij onze
harten tot onzen God en stemmen ons tot
het gebed door ons lied, waarom spr.
meenschappelijk zingen deed: „Laat Üw
gena ons met haar troost verrijken" (Ps.
90 9).
Hierna droeg Dr. Dijk de belangen van de
Geref. Kerken en van haar Synode in den
gebede aan God op. Met het zingen
Ps. 122 3 en zegenbede werd de dienst be
sloten.
Dr. K. Lijk
der Sacramenten:
schijnbaar kan de tijd en het geld aan een
Synode besteed, beter gegeven worden aar
het brengen van de boodschap des Evange
lies aan de arme wereld om ons heen
zooals ook in de onkerkelijke kringen be
weerd wordt; en dan sluipt licht de gedach
te binnen, dat op dit terrein de eisch
heiligheid van des Heeren huis niet zoo
nauw luistert. En toch moet, omdat het
den Synodalen arbeid om den bouw van
den tempel Gods gaat, die eisch met alle
kracht gehandhaafd worden, en spr. beluis
tert dien eisch in Exodus 25 40: „Zie dan
toe, dat gij het maakt naar hun voorbeeld,
hetwelk u op den berg getoond is". Uit het
voorgelezen gedeelte van Hebr. .8 blijkt dui
delijk, dat deze woorden ook gelden voor de
Nieuw-Testamentische vervulling der scha
duwen en zij spreken van: Gods eisch v<
Kerkbouw, clie geschieden moet le na
hemelsch ideaal en 2e door aard-
schen arbeid.
Na het gemeenschappelijk' zingen
Gezang 23 2, 3 en 6, wees Dr. Dijk er op
dat het woord Gods in den gekozen tekst
tot Mozes gesproken is op de hoogte van
den Sinaï, wanneer Mozes de Wet ontvangt
en tegelijk de voorschriften voor den bouw
van den tabernakel. Midden in die beschrij
ving geeft de Heere dezen eisch.
Wij hebben, aldus spr., het profetische
Woord, dat voor alle kerkelijk leven beslis
send is en de Heilige Geest leidt Zijn kerk
in alle waarheid. De Kerk des Heeren be
hoeft ook in haar Synodalen arbeid niet
de duisternis te tasten, maar God geeft, zij
het ook dat in de nieuwe bedeeling Zijn
openbaring anders is, dan in de oude, dui
delijk de lijnen aan voor den opbouw van
Zijn Kerk. Zoo stelt dit Woord Gods tegen
over die theologie van onzen tijd, welke
door haar eenzijdig nadruk leggen op de
transcendentie en de verborgenheid Gods,
aan Zijn openbaring schromelijk tekort doet
en feitelijk de belijdenis der waarheid en
de reformatie der Kerk onmogelijk maakt.
Wij hebben door Gods genade Zijn open
baring, en zie nu toe Kerk des Heeren, dat
gij het alles maakt naar het voorbeeld, het
welk u door God getoond wordt. Maar dit
model wordt getoond op den berg. Mozes
ontving het hemelsch bestek in de een
zaamheid van de bergtop, in de onmiddel
lijke tegenwoordigheid Gods; Jezus Christus
klom telkens weer op tot de hoogten der
bergen om daar te bidden en des Vaders
wil te verstaan en wij zien Zijn voorbeeld
op de hoogten des gebeds; in de gemeen
schapsoefening met God; in het onderzoek
van Zijn Woord en in de oefening in de
verborgenheden des geloofs.
Indien we dit verzuimen vervlakt ons
leven en verzwakt onze arbeid, maar
verkeeren wij wel op den berg en
dan alleen naar den regel der Schriften
en niet naar de lusten van eigenwillige
vroomheid, dan werpt de arbeid der
Kerk, ook in onze Synode, rijke vruch
ten af voor het felgeslagen leven van
dezen tijd.
Dit brengt spr. als vanzelf tot het tweede,
wat de tekst predikt, n.l. dat de bouw van
Gods huis geschiedt door onzen aard-
s c h e n arbeid. Zie dan toe, dat g ij het
maakt, en zeker, indien de Heere het huis
niet bouwt, tevergeefs bouwen deszelfs
bouwlieden eraan, maar God bouwt door
ons maken. Hij zette Mozes aan het werk,
Hij geeft nog Zijn Kerk te arbeiden, eerst
door den dienst der ambten, en tot dat ma
ken behoort ook het werk der Synode. Dit
is daarom van zoo groote beteekenis, omdat
God haar verwaardigt mede te arbeiden
aan Zijn majestueus bouwwerk: En dit
stemme ootmoedig voor God. Wie is Mozes
en wie zijn wij, dat de Heere ons in Zijn
dienst gebruiken wil? Onze verantwoorde
lijkheid is groot en indien wij moesten
bouwen in onze kracht en naar ons inzicht,
zou er van al onzen arbeid niets terecht
komen. ,v's
Na afloop van den bidstond is in een der
zalen van Ivrasnapolsky een bogroetings-
bij eenkomst voor de leden der Synode ge
houden,
DE EERSTE ZITTING
Namens de roepende kerk van Amster
dam is de Synode hedenmorgen geopend
door den oudsten Dienaar des Woords de
zer gemeente, Dr. B. Wielenga.
Openingsrede van Dr. B. Wielenga
Daaraan is het volgende ontleend:
begroet ik u met de
bede: Genade zij u
en vrede van God
onzen Vader en den
Heere Jezus Chris
tus.
Het begin van een
Synode heeft een
aparte bekoring. Wij
staan direct tegen
over het werk Gods,
namelijk de Kerk,
waarin zich door de
gelijkwaardigheid
der ambten en der
gemeenten, die hier
vertegenwoordigd zijn, het schoonst de ko
ninklijke souvereiniteit van Christus weer
spiegelt.
Weliswaar zijn wij, die ons Generale
Synode noemen, wegens de verscheurd
heid der Kerk ver van de ideale genera
liteit verwijderd; ook is bij ons de betee
kenis van een Synode tegenover de
plaatselijke Kerk zeer betrekkelijk, maar
zoodra uw vergadering wettige geïnsti
tueerd is, beschikt gij over een macht,
die den loop der kerkelijke geschiedenis
bepaalt.
De Kerk van Amsterdam, die op grond
van de historie eenigszins recht heeft zich
uw aller moeder te noemen,, acht het zich
een eer, als uw aller zuster u samen te
pen, en wel in een gebouw, dat misschien
meer dan eenige andere kerk de heerlijk
heid van Christus verkondigt. De mannen
van '34 en '86 hebben elkander hier gevon
den en hun eenheid bezegeld.
Ook de stad, waar gij vergadert, getuigt
door haar geschiedenis van de grootheid
van Christus. Eerst is de kerk hier vervolgd
(blijkens de namen: Martelaarsgracht,
Bloedstraat) als nergens elders zoodat het
volk onze stad Moorddam noemde,
maar God zond de Geuzen om de Spaansche
factie te vernietigen. Door de vrijgemaakte
kerk is de stad gezegend. Zij die de marte
laarskroon gedragen had, droeg als keizerin
de kroon over Europa.
Na de inzinking en déformatie heeft God
in de vorige eeuw opnieuw de Kerk tot
vrijheid en nieuw leven gebracht, zoodat de
strijd om de stad weer beginnen kon. De
toestand is wel ernstig. De revolutie heeft
in de laatste jaren meer terrein veroverd
dan het Evangelie. Maar wij hebben goeden
moed. De Amsterdamsche Kerk is gezond
en gezegend. Zij vermeerdert haar Inspan
ning naarmate het ledental slinkt. Twei
groote kapitale kerken zijn in korten tijd
bijgebouwd.
Wat uw taak als Synode betreft, het
agendum spreekt van gemakkelijke,
loopende zaken, maar er zijn ook dingen,
die wijzen op reformatorische ontwikkeling,
speciaal wat betreft het werk van zending
en evangelisatie, van den geestelijken ar
beid op sommige verwaarloosde terreinen
ons volksleven, van
egeling der tucht.
Het zwaarst is uw taak, waar een
beroep gedaan wordt op uw leiding
inzake openbare onbroederlijke verhou
dingen, die de Kerk verontrusten.
Op de laatste te Amsterdam gehou
den Synode, in het jaar 1908, mocht de
voorzitter roemen van onderlingen vre
de en een streven elkander te vinden
in eenigheid des Geestes.
De roepende Kerk spreekt' den
wensch uit, dat al uwe beraadslagingen
gekenmerkt worden door ijver voor
Gods huis en begeerte naar eenheid.
De wereld is in nood, meer dan zij weet.
Ook de toestand van de Kerk wekt zorg,
ondanks schoone verschijnselen van herle
ving T infrtoinnsheid maakt 'alle kennis en-,
OECUMENISCHE VERGAOE-
RING TE CHAMBY
Het bevolkingsvraagstuk en het
probleem eener juiste verdeeling
der grondstoffen
De vraagstukken van bevolking, in
gegeven geval overbevolking, en van
grondstoffenverdeeling is door den oorlog
tusschen Italië en Abessynië bijzonder ac
tueel geworden. Heeft de kerk ook in deze
economische vragen haar stem te doen hoo-
ren? Verschillende nationale afdeelingen
hadden een korter of langer memorandum
over het vraagstuk ingezonden.
Het Nederlandsche memorandum
Het uitvoerigst was het rapport, dat door
een door de Nederlandsche afdeeling be
noemde commissie was ingezonden. Deze
commissie, bestaande uit juristen, economen
en theologen mag voldaan zijn over ha
onder leiding van prof. dr. Ph. Koh
stamm verrichte werk. Zij heeft het moei
lijke vraagstuk het meest principieel a
pakt. Bovenal werd er in geprezen, dat het
duidelijk de Godsdienstige en zedelijke basis
aanwees, waarop het vraagstuk alleen een
bevredigende oplossing kan vinden. „De er
kenning van de éénheid der menschheid,
waarvan de deelen verantwoordelijk zijn
elkander en geroepen zijn ook hun stoffe
lijke goederen tot het welzijn van het geheel
aan te wenden, is noodzakelijk en wordt in
den diepsten zin door het Christendom ge
predikt. Emigratie kan bij de toenemende
afhankelijkheid der deelen geen definitieve
oplossing meer bieden, evenmin het bezit
van koloniën. De kerk, die de liefdedienst
van allen voor allen leert, heeft een groote
taak, juist, omdat alleen maatregelen, die
beoogen alle welvaartsbronnen der wereld in
dienst van de geheele menschheid te stellen,
heilzaam kunnen zijn".
De afgevaardigden der landen, die een me
morandum inzonden, ontvingen gelegenheid
dit toe te lichten, waarbij de Nederlandsche
afgevaardigde er op wees, dat de kerken
slechts haar roeping kunnen vervullen, als
zij oecumenisch zijn en aan de wereld haar
diepe eenheid, haar waarachtig geestelijke
gemeenschap boven de grenzen van volken
en rassen toonen.
Een levendige discussie volgde, waarbij de
ontzenuwing van het Italiaansche motief
voor zijn „rechtvaardigen" oorlog door dr.
Atkinson interessant was. Italië schijnt uit
gemaakt te hebben, dat een emigratie van
2.000.000 Italianen naar Abessynië mogelijk
is. In een tijdsverloop van 10 jaar wil men
deze over brengen. De bevolking van Italië
groeit echter elk jaar met 500.000 aan. Bin
nen korten tijd zal Italië dus weder nieuw
land noodig hebben. Waar zal Mussolini het
zoeken? Dr. Atkinson zegt en hij sprak
daarmee zeker veler overtuiging uit d§t
achter de vraag om koloniën de prestige
kwestie ligt. Men kwam ten slotte tot
belangrijk besluit.
Economische Wereldconferentie
Met algemeene stemmen werd besloten om
aan den Volkenbond te verzoeken on
grondige voorbereiding door zoo spoedig
mogelijk een Wereldconferentie over de
vraagstukken bijeen te roepen. In de be
treffende resolutie worden de kerken opge
roepen om haar nationale regeeringen op de
noodzakelijkheid te wijzen, dat een derge
lijke conferentie door den Volkenbond of
eventueel door een andere instantie wordt
bijeen geroepen.
Delegatie naar Rusland
Er zijn nog eenige belangrijke besluiten
genomen, die na de zitting van het Inter
nationale Christelijke Comité voor Duitsché
vluchtelingen mede gedeeld zullen worden.
Alleen zij nu nog vermeld het belangrijke
besluit om een officieele delegatie van de
kerken, bestaande uit een Anglikaan (En
geland), een Methodist (Amerika), een Lu
theraan (Zweden), een Hervormde (Frank
rijk), en een Orthodox (Balkan) naar de
Russische regeering te zenden om vooi
loofsvrijheid te pleiten, indien althans zeker
heid van ontvangst wordt verkregen.
Bisschop Rahameggi uit Estland sloot de
conferentie met een godsdienstoefening,
waarin hij een aangrijpend woord sprak
aanleiding van het verhaal uit het evangelie,
dat Christus wandelde op de golven der
Petrus de woorden toeriep: „Wees niet
bevreesd, Ik ben het". De kerk van Christus
wordt geroepen te gaan in den nood, de ge
varen, de stormen, die onzen tijd bewegen.
Zij mag gaan met moed en vertrouwen, zon
der angst. Haar Heer is daar en zal behou
den. De Wereldbond wil de roepstem ge
hoorzaam zijn.
ten, die rechtstreeks onder zendi.ngslei-
ding staan, in te voeren en de gelden
voor de uitgave van het boek benoodigd,
voteeren zal.
In de tweede plaats werd besloten, dat de
Javaansolie kerken ook zelve zending buiten
haar terrein zullen drijven, nl. in Larn-
lp on gs (Sumatra), waarheen vele Javanen
.geëmigreerd zijn. Aan de drie inlandsche pre
pikanten van Poerworedjo, Tlepok en Mage-
jang was opgedragen deze zaak in studie te
flemen. Hun verslag lag ter tafel en werd
fanmard. Als deputaten voor de Lampong-
che aending kreeg zij thans opdracht tot de
fiitvoeriing der plannen over te gaan.
Kerk en Staat tri Duitschland
Gods gebod en geboden
der menschen
Een brochure van Hans Asmussen
Hans Asmussen, een vooraanstaand figuur
in de Duitsche Belijden is ^beweging, schreef
in de bekende reeks „Theologische Existenz
heute", een brochure onder bovenstaande
titel.
Na een exegetisch© uiteenzetting van
Mare. 7 123, het gesprek van Jezus met
de Farizeeëirs naar aanleiding van het eten
met ongewasscheu handen door de discipelen
toont de schrij ver aan, dat de reformatorische
strijd van Luther in wezen ging tegen de
vergoddelijking van het menschengebod.
In de derde paragraaf snijdt de auteur
dan drie brandende kwesties aan, die voort
vloeien uit de bestaande verhouding va,n
Kerk en Staat in Duitschland: de Zondags
viering, de staatsgemeenschap en de enke
ling en speciaal de staatseed.
Werd vanouds in alle christelijke landen
de Zondag als de dag der kerk erkend en
ontzien, in onze tijd vindt men slechts in
enkele landen iets van die oude traditie be
waard, b.v. in Nederland. (En in Enge
land! Red.)
De ontwijding van den Zondag in Duitsch
land is niet de schuld van de staatsmacht.
Toen de Kerk het vertrouwen in haar eigen
zaak verloer en haar leden niet meer durfde
prediken, dat het wegblijven uit de kerk
even schuldig maakt als moord en diefstal,
toen haar verkondiging verliep in vlakke
moraal prediking, toen werd vanzelf de Zon
dagsviering een zaak van individueele vrij
heid. En zoo heeft de tegenwoordige Staat
den Zondag in dienst van de staatsgemeen-
schap gesteld.
Maar de viering van den Zondag is een
gebod Gods en staat als zoodanig verre
boven de verordeningen van den Staat. Als
de Kerk haar Heer niet wil verloochenen,
dan mag zij het onderscheid in rang niet
verzwijgen. Zij moet er zich van bewust
zijn, dat haar boodschap tot gewetens-con
flicten leiden zal.
In de tweede plaats wijst de schrijver op
de sterke preferentie die in den nieuwen
Staat het belang en de eer van de gemeen
schap geniet) boven het recht en de eer van
den enkeling. „Das Gebot der Stunde" eischt,
dat men aan het gemeenschapsbelang een
hoogere waarde toekent dan aan het recht
van het individu. Maar in Gods geboden
gaat het niet om waarde-taxaties, maar om
de eer van den levenden God, die het gebod
geeft. Wie den enkele veracht terwille van
de gemeenschap, staat evenzeer schuldig
als hij die het omgekeerde doet.
In de derde plaats schenkt de schrijver
aandacht aan de moeilijkheden, die ont
staan zijn in verband met den eed van
trouw aan den Führeir. De zaak van den
eed is in hooge mate urgent. De Kerk is ge
dwongen in deze kwestie stelling te nemen,
zoolang ze nog predikt het heil in Chris
tus waarvan Gods geboden niet te schei
den zijn.
Een ohristen, die den eed van trouw aan
den Führer aflegt, belijdt daarmee voor God,
dat de verhouding van trouw tot den heer-
scher bepaald wordt door zijn geloof, dat
rust in Christus. Hij zweert, dat hij nim
mer iets zal doen of dulden, dat ingaat
tegen Gods Openbaring in Christus. Eischt
de Staat ontheiliging van den Zor
krenking van de eer van den enkele ten
gunste van de gemeenschap, dan verplicht
de eed positie te kiezen. De predikant die
spreekt, weet dat hij zich de mond ver
brandt, hij weet echter ook dat hij zich het
hart verbrandt als hij zwijgt. Scherp keurt
de schrijver af, het afnemen van den eed
van omnondigen, omdat de eed een bewu»;t
handelen veronderstelt.
Asmussen besluit zijn gewetensroep met
deze woorden:
„Als door dit alles onze naam gelasterd
en gesmaad wordt, als door dit alles over
ons komt, wat God in zijn ondoorgrondelijke
raad over ons besloten heeft, oan moet dat
komen. Wij zullen ook in dat alles zoo ge
troost en zeker zijn als in Abrahams schoot.
Onze namen zijn in den hemel opgeschreven.
Daarvan verzekert ons God® Geest. Daarom
zijn we blijde en welgemoed".
Dit getuigenis is te merkwaardiger, om
dat hier het concrete gebod Gods de kerk
op het hart wordt gebonden, terwijl Asmus
sen, zooals bekend, behoort tot de Barthiaan-
sohe groep in de Belijdenisbeweging,
S.S.R.
De aankomende student van (in den breed-
sten zin) Gereformeerden huize, die aan een
der Openbare Universiteiten gaat studeeren,
zal zich willen aansluiten bij een hem het
naast liggende organisatie. Deze is de S.S.K.,
en om hem bij te lichten, heeft zy een keurig
propagandaboekje laten verschijnen, waarin
grondslag en doel worden omschreven en ook,
wat elk der afdeelingen (Amsterdam, Leiden,
Utrecht, Groningen, Delft, Rotterdam en
Wageningen) hem kan aanbieden. Mr. P. B.
iman heeft in dit boekje uiteengezet,
en waarom de keuze niet twijfelachtig
kan zijn. Van een Geref. student, aldus de
schrijver, mag worden verwacht:
le. dat hij, ook met betrekking tot zijn
studie, zal doen wat zijn hand vindt om te
doen en dat met al zijn macht. Dit is zijn
plicht zoo jegens zijn ouders als jegens zich
zelf; en bovenal jegens God.
2e. dat hij niet als een eenling het studen
tenleven doorga, doch ook daar de immers
Schriftuurlijke solidariteit betrachte.
3e. dat hij ook in zijn studie zich Christen
betoone, d.w.z. dat hij verband legge tus
schen de wetenschap, die hij beoefent
beginselen, die hij belijdt.
4e. dat hij den omgang zoeke van hen, die
met hem uit hetzelfde beginsel leven.
Javaansche Synode
De psalmboekkwestie opgelost
De Synode der Javaansche Geref. Kerken
vergaderde van 2022 Juli te Poer
d j o. Van de daar genomen besluiten
wordt ons gemeld, dat vooreerst de zaak,
d._ zooveel jaren een struikelblok voor de
zending der Geref. Kerken geweest is, nl
de kwestie van het psalmboek, thans opge
lost is. Ds K. van Dijk, de vervaardiger
van een bekend© volledige psalmberijming-
gaf zonder eenige reserve zijnerzijds het
auteursrecht op zijn werk volledig aan de
Javaansche Synode over, die dit zeer dank
baar aanvaardde en een commissie benoem
de om mede in overleg met Ds Van Dijk
den tekst vast te stellen. Opgenomen wor
den behalve alle 150 psalmen en de 8 lie
deren die in het boek van Ds Van Dijk reeds
staan, nog eeenige gezangen te kiezen, hetzij
uit een ander liederenboek dat tot nu toe in
de Javaansche kerk gebruikt wordt, hetzij uit
de 22 gezangen, die Ds Van Dijk als verta
ling van de nieuwe Hollandsche gezangen
der Geref. Kerken aan de copi© van aijn her
ziene psalmberijming had toegevoegd.
Ds J. H. Sillevls Smitt spreekt In
het Kerkblad de hartelijke hoop uit, dat
de Generale Synode te Amsterdam be
sluiten zal dlit boek ook voor de gemeen-
alle actie machteloos.
Gelukkig mogen wij, die arm zijn aan
waarlijk universeele leiders, onze toe
vlucht nemen tot den onveranderlijk ge
trouwen en machtigen oversten Leidsman
des geloofs.
Moge Zijn Geest u tot veel vruchtbaren
arbeid bekwamen, niet alleen in het be
lang van onze Kerken, maar ook van de
wereld, die zonder de Kerk niet leven kan. ten aandienen,
ALGEM. VERGADERING V.C.O.O.
Op Zaterdag 12 Sept. a.s. zal te Utrecht
„Terminus" een landelijke vergadering
gehouden worden van de Ver. van Christen
onderwijzers aan Overheidsscholen. Op deze
vergadering hoopt Ds. A. F. W. de Kluis,
van Rotterdam, te refereeren over: „Een
vraag van de Oxford-beweging aan u en aan
de school". Er is gelegenheid vragen te stel
len over het referaat. Introductie van be
langstellenden zal het bestuur zeer op prijs
stellen-
ARCHITECTEN-EXAMEN
De jongste der architecten-organisaties,
het Ned. Instituut van Architecten, heeft
besloten tot instelling van een architecten
examen. Hiermee wil men trachten de ar
chitecten er toe te brengen, het aesthetisch-
en wetenschappelijk peil hunner kundighe
den te verhoogen, waarbij dan het met gun
stig gevolg afleggen van het eigenlijke ar
chitecten-examen kan worden aangerekend
als de officieele erkenning van hun be
kwaamheden, aangezien dit examen zal moe
iten plaats hebben onder auspiciën van een
Curatorium, waarin bij voorkeur een Regee-
ringsgedelegeerde zal zitting hebben.
Het examen zelf is gesplitst in twee ge
deelten, een candidaats- en een architecten
examen. Om tot het candidaats-examen te
worden toegelaten moet men kennis hebben
van hetgeen op een M. T. S. voor bouwkunde
wordit onderwezen. Wie bewijzen kan, bo
vendien van de op het candidaats-examen
gevraagde onderwerpen reeds behoorlijke
studie te hebben gemaakt, is van dit candi
dal s-examen vrijgesteld.
Uit het examenregiment blijkt, dat; het
architecten-diploma wordt verkregen als de
oandidaat met goed gevolg de examens heeft
gedaan en bovendien aan praotijkeischen
kan voldoen-
Voor en achter de schooldeuren
2):
In een uit haar evenwicht hangende wereld
mag een scheefstaande of overhellende stel
ling geen verbazing wekken. Allengs gewénd
als de we -raakt zijn aan zoodanige verschijn
selen, wrijven v? ons echter toch nog
oogen uit, als we, argloos lezende in t
gresverslag, de volgende uitspraak tegenko
men: „Gedurende den geheelen tijd van zijn
ontwikkeling is het kind te beschouwen als de
vormer van den mensch, als het ware als de
vader van dezen mensch''.
is niet de eerste de beste die dit zei.
de Italiaansche Dr. Maria Montesso-
wier naam eenige scholen in ons
land genoemd zijn en wier streven genoeg-
bekend is. Men kan het haar niet euvel
duiden, dat het congres, waar zij die woorden
sprak (het 5e Intern. Montessori-congres te
Oxford), meteen maar besloot, een oproep te
doen uitgaan tot de vorming van een grv>p
die zich als „de party van het kind" zou moe-
Partijvorming is nu eenmaal een onuitroei
bare menschelijke neiging. Ofschoonby
Montessorianena
Maar om nu terug te k'eeren tot die nieuwe
kindertaak: de „vormer van den mensch" te
zijn waar ter wereld zeilen we toch heen
Ouders met een gemiddeld verstand hebben
dusver in hun eenvoud gedacht, dat de mensch
(de vader, de moeder, de onderwijzer(es)) de
vormer van het kind is. Neen, zegt Mevr. Mon-
tessori, dat is andeneom. Het kind, moet u
weten, is „als de vrucht van een boom; schijn
baar slechte een klein, onbelangrijk aanhang
sel, maar in werkelijkheid het zaad, waaruit
later een nieuwe boom moet groeien".
Als we het goed begrijpen, dan krijgen we
deze positie: de vader van Jan, die (n.l. de va
der) z'n handen soms al vol heeft met zichzelf
te leeren kennen, moet z'n zoon (helpen) op
voeden tot vader van zyn Jans vaderis) klein
kinderen. Deze positie is in elk geval nieuw,
want mevr. Montessori heeft ook gezegd dat
de positie van het kind nu al 150 jaren dezelf
de is gebleven. (Er zijn misschien wel een
paar vader-vormers te vinden, die dat tegen
spreken op grond van huidige ervaringen,
maar dat bewyst slechts hun achterlijkheid).
In ernst; wy willen het gram waarheid, dat
er in de nieuwe leer zit, niet veronachtzamen.
Zonder twijfel ie het kind van heden de vader
van morgen. Maar heden: het kind. En nie
mand, ook de H. Schrift niet, draagt mij op,
de werkelijke belangen van myn kind op te
offeren aan de vermoedelijke belangen van
mijn kleinkind. Meer in ernst nog: welk een
verfijnd humanisme schuilt er weg achter die
schijnschoone leus van het kind als de vormer
van den (volgenden) mensch. Het is, als hoo-
ren wy er de echo van een Nietzsche: de man,
die niet overtuigd ie, zyn kind beter te kunnen
maken dan hyzelf is, worde geen vader.
Maar ook op den invloed van zulk streven in
de levensverhoudingen van dezen tijd moeten
wy het oog houden. In een volgend referaat
toch heeft Dt. Montessori gewezen op de
wetgeving als middel, om liaar ideeën te
verwerkelijken. Waarom niet een minis
terie voor het kind, zoo vroeg zij.
Want alleen „met medewerking van regeerïngs
wege kan aan het kind die zelfstandigheid(
gewaarborgd worden, die het by zyn ontwik
keling noodig heeft." Zelfs is volgens de
spreekster de instelling van zulk een ministe
rie in sommige landen reeds in overweging ge
nomen. Laat ons hopen, dat het by de overwe
ging blijft.
Het bovenstaande was reeds geschreven,
toen we een schrijven ontvingen van den heer
T. v. d. K o o y, vroeger hoofd der Dr. Kuyper
school te Vlaardingen, die over hetzelfde on
derwerp handelt. Hij teekende er het volgende
by aan:
„Het gaat dus hier als op menig ander ter
rein: een opkomende beweging legt eenzijdig
nadruk op een punt en verliest licht een ander
element uit 't oog. Veel gedachtenwisseling en
strijd is het gevolg. Maar de tijd is de beste
heelmeester. Straks komt men van weerszij
den tot beter inzicht en tot toenadering. Neen,
een cirkelgang is het niet altyd, maar toch
heeft het wel veel van een slingerbeweging:
de slinger slaat door naar één zyde en komt
dan wel weer terug.
„Zelfs is de doorslrf? dan wel eens even
groot naar rechts als hij eerst naar linke ge-
is. Volgens het openingswoord van
mevr. Montessori moet aan het kind een
vooraanstaande plaats worden toe
gekend in de maatschappij. Het recht van
38
WANDPLATEN
VAN NEDERLAND
Keus uit P^a'en
Vraagt catalogus
P. NOORDHOFF - GRONINGEN
(Adv.)
kind op deze plaats moet zoo spoedig mogelijk
worden erkend. Daartoe moet er een nieuw
party worden gevormd, de „party van het
kind".
„Dergelijke dingen nemen we voor de cu
riositeit op den koop toe. Maar het merkwaar
dige is en blijft wel de accentverlegging in da
richting van het sociale, en dat bij een bewe
ging die oorspronkelijk zoo'n individualistisch
karakter had".
De eerste Oekrainscii-
Evangelische School
Ds F. Dresselhuis, lid van het „Co
mité Oekraïnsche Schoolhulp", 'schrijft ons
het volgende:
Tien Augustus 1936 was voor de Gerefor
meerde (Herv.) Beweging onder de Oek'raï-
ners in Polen een gewichtige dag. Na eenige
jaren van voorbereiding kon toen de eerste
Oekraïnsch-Evangelischo School (grondslag
is de Heidelbergsche Catechismus) bij Ko-
lomea geopend worden. Het openbaar:
staatsonderwijs in Polen is Roomsch-Katko
liek, maar er is vrijheid tot oprichting van,
bijzondere scholen, die dan uit eigen mid
delen bekostigd moeten worden.
Het Nederl. „Comité Oekraïnsche School-
hulp" (voorz. prof. Waterink; secr. W. Kijne
Hillegom; penningm. J. Verhuisen H.C.S.,
Santpoort) heeft den Oekraïnschen Geloofs-
genooten de opening dezer eerste school
mogelijk gemaak.t. Peze eerste school wordt
gedacht als „moederschool"- ,iJ -> i
De openingsplechtigheid
'Aan de opening ging vooraf een dienst iiï
het Oe-kraïnsch Geref. Kerkgebouwtje, waar*
superintendent Kusiw, DsWeidauer;
van de Duitsch-Luthersche Gemeente en Dg
Dresselhuis bet woord voerden.
De eigenlijke opening van het sobere,
maar nette schooltje geschiedde door den
afgevaardigde van het Nederl. Steuncomité
en den Oekraïnschen superintendent, dia
respectievelijk een lint in Nederlandsche en
in Oekraïnsche kleuren verwijderde, waar
na aan den eersten naar oud-Oekraïn-
sche zede brood en zout werd aangebo
den, wat met een Nederlandsche zegenbede!
werd beantwoord.
In het schoolgebouw' voerden vervolgens
het woord: superintendent Kusiw, Ds
Dresselhuis en de heer Mensch,
hoofd van de Duitsch-Evangelische School
te Kolomea.
De heer Karl Nowak,het eerste school
hoofd (die daartoe in het jaar 1935 achtj
maanden 't Christelijk onderwijs in Neder
land bestudeerde) hield een dankbaar be
toog, waarin het aan lof op Nederland niet'
ontbrak en de verzekering gegeven werd,
dat deze Oekraïnsch-Evangelische school
naar Nederlandsch voorbeeld zou worden!
geleid.
Van prof. Watering, 'den voorzitter van;1
het Ned. Steuncomité, was een telegrafische L
gelukwensch ingekomen, terwijl ook del
Oekraïnsch-Luthersche broeders in Stanislalil
van hun medeleven blijk gaven.
Het gebouw en de inrichting
Het schoolgebouwtje maakt Voor Oost-
Europa geen slecht figuur. Het telt twee!
ruime, zindelijke lokalen met een kantoor
tje, terwijl twee flinke vertrekken als wo
ning voor het schoolhoofd disponibel zijn;
Een bovenverdieping, die nog niet gereed
denkt men als internaat voor een zestal
buitenkinderen in te richten.
Op den dag der schoolopening waren 2Ï
kinderen van Evangelisch-Gereformeerde
(Herv.) ouders ingeschreven, terwijl vaiï
buiten nog een 15 a 16 kinderen kunnen
worden venvacht, wanneer dezen in Kolo
mea geschikt kunnien worden onderge
bracht.
Naast het hoofd <3er school 'zal nog eeö
ondenvijzeres worden benoemd.
Voor huur en salarissen hoopt' het NeiJ.
Steun-comité een kleine f 2000 per jaar te
ontvangen.
Examens
1 a. Gesl. de heeren A J Hopstaken-,
i A G A Hutfbregts, Dinteloord.
ag.^Gesl.^de heeren J A Sonneveld,
3chelo.
n d. G
Bocholtz; J H Ews
Valkenburg:: C A C
Starink. Echt.
Rotterdam. Ci
J Stiegelis, Dordrec
"s en A F A
De
:h L.O. Ut
Ves'
Th. A. Wes
sl. de dames: M Collaert,
ts. Blerick; M C Prevoo,
Slangen, Blerick; Th. J.
mmissie I. GesL de heeren
t; F D Jansen. J Witkam,
srbeek, Rotterdam; JWirds
ris zijn afgeloopen.
i&t. Westwoud; J Wartena, Leeuwarden; F,
C F J Willeman.
tan, Noordwjjk; G
ik; R H Woldring,
Rotterdam; A S v
v d Vorst, Eindho-
- - Jt; J J A de Wit,
Nuland: W P v d Zande, Vught en J A Zonne-
vylle, Veeningen (gem. Zuidwolde Dr.).
g-. Akte N 3
d Vlasakker, Breda; I
Vroenhovi
(bouwkunde). Gesl.: P B A Tooten, Hllvi
:ek; K M i
r, Amsterdam en J M
ning)*, Nb, N c,
Vis-
Wejjts,
- de akten N1, N
o en N p zijn hlei
mede afgelo
xTTAewn?,n IfaaS'- GesL de dames
M A W Boode, J C Dijkerman, A K Hlbma,
allen Den Haag. Voor akte M a, mej. J. Botte-
ma, Katwijk aan Zee en de heer J A G v Sluyg.
Amsterdam.
Wiskunde L.O. Den Haag. Gesl. mej. J F,
v D(jk, Den Haag en de heeren R Heima, Gro-
Kwtat, Assendelft en R Troelstra,
Heer<
Notari,
deel- J
el. D e
t Sant, Den Haag.
KERKTELEFOONS voor
SLECHTHOORENDEN
De allernieuwste telefoons met aansluiting
op het lichtnet .geschikt zelfs voor zwaar
slechthoorenden, levert ondergeteekende
tegen zeer bilijke prijs, en met langdurige
garantie. Begrootingen worden gaarne ver
strekt zonder eenige verbinding van aan
vragers.
Aanbevelend,
M. G LAMAN, Leiden.
Telefoon 2706.
(Adv.)
Met de cano op zee
Een gevaarlijke onderneming
Zondagmiddag is de 17-jarige E.K., wonen
de te Hoek van Holland, met zijn
cano de haven aldaar uitgevaren, om wat'
op zee te gaan spelevaren, 's Avonds om 10
uur was de jongeman nog niet terug en zijn
vader kwam hiervan melding maken. Ter
stond werden verschillende kustplaatsen:
telefonisch op de hoogte gesteld, teneinde
uit te zien. Deze waarschuwing is echter
niet noodig gebleken, want om elf uur
stapte K., die zeide door den sterken stroom
te ver te zijn afgedreven, te Hoek van Hol
land aan wal.
Desalniettemin wordt het. publiek ge
waarschuwd, want het varen op zee
met een cano, blijft zeer gevaarlijk.