De Landdag van de B.V.L. te Alphen a.d. Rijn DUIZENDEN VROUWEN Zeventigmaal zevenmaal ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1936" Bezocht door 5000 landstormers en duizenden belangstellenden Een schitterend programma vlot afgewerkt De groote industrieplaats A1 p h e n a. d. R ij n is vandaag overstroomd door de landstormers van het gewest Zuid-Holland West, dat aldaar op het IJsclubterrein een groote landdag heeft georganiseerd. Vandaag is het de groote dag, de eigenlijke landstorm dag, die de landstormers met hun vrouwen en behalve hen een groot aantal belangstellenden van heinde en verre naar Alphen heeft getrok ken, maar reeds gisteravond is het feest ingezet en al was toen de belang stelling nog niet zoo groot als zij he den is, toch heerschte er op het IJs clubterrein reeds een zeer groote drukte. DE VOORAVOND De autoriteiten Terwijl een aantal luidsprekers, verzorgd door het technisch bureau G.T.B. te Den Haag, vroolijke muziek deden hooren, stroomde het feestterrein, dat met vlaggen en groen was versierd, vol. Op de tribune namen een groot aantal autoriteiten plaats, waarvan we noemen de wnd. commissaris der Koningin in de prov. Zuid-Holland Jhr. Mr. L. E. M. von Fisenne, vergezeld van den chef van zijn kabinet Jhr. Mr. Sandberg van Boelens, Luitenant-Generaal L. F. Duymaer v. Twist, voorzitter van de Nationale Land stormcommissie en Mevr. Duymaer van Twist, Generaal-Majoor H. de Iongh, Inspec teur der Infanterie en van den Vrijw. Land storm en Mevr. de Iongh, voorts tal van bur gemeesters uit omligende plaatsen, de leden van de gewestelijke landstormcommissie Zuid-Holland-West en vertegenwoordigers van een groot aantal andere gewestelijke Landstormcommissies, n.m. „Groningen^', „Kennemerland", „Gouda", „Rotterdam „Dordrecht", „Voorne en Putten", „Alk maar" en „Goeree en Ovcrflakkee", voorts de hoofdaalmoezenier Kolonel J. J. J. Noord man, Generaal-Majoor K.N.I.L. b.d. Ch. Kiès en vele andere burgerlijke en militaire auto riteiten. Te prompt acht uur werd de avond ge opend door den voorzitter van de plaatse lijke landstormcommissie te Alphen a. d Rijn, den heer W. J. S p r e y, die een kort openingswoord sprak, Openingswoord Spr. heette alle aanwezigen en speciaal de autoriteiten hartelijk welkom en dankte het bestuur van de Gewestelijke Commissie, dat ditmaal Alphen aan den Rijn voor den Landdag uitgekozen was. Speciaal bracht spr. dank aan den secretaris der Commissie, res. kapitein Karres en den heer de Goede, plaatselijk leider te Alphen, die voor de or ganisatie van den landdag zoo veel werk hebben verzet. Het doel van den landdag zag spr. drieërlei: In de eerste plaats wordt de saamhoorigheid tusschen de landstormers onderling en tusschen landstormers en meerderen bevorderd. Tenslotte moet de landdag dienen om degenen, die zich nog niet bij de B.V.L. hebben aangesloten, tot aansluiten te noodigen. Heden zijn ruim 80.000 mannen in de B.V.L. georganiseerd. Dit getal moet stijgen tot 100.000. In de der de plaats moeten zekere elementen in ons volksleven die de hand zouden willen uitste ken naar het wettig gezag of zich zouden willen vergrijpen aan ons Koningshuis, we ten dat de B.V.L. er is en paraat is. Spr. be sloot met een: Leve de Koningin! Na deze korte toespraak was het de R.K. muziekvereeniging „Leo XIII,', die onder lei ding van haar directeur, den heer Van der Louw, het programma met pittige muziek openblies. Toespraak burgemeester Colijn De burgemeester van Alphen, de heer P. A. Colijn, die ook lid is van de Geweste lijke Landstormcommissie en eere-voorzitter van de plaatselijke Landstormcommissie, hield vervolgens een toespraak, waarin hij er op wees, dat het in de laatste weken weer in 't bijzonder de voorvallen in Spanje zijn, die op den ernst van den huidigen toestand wijzen en, voor wie zien willen, beteekenen een baken in zee. Het komt er nu maar op aan of ons volk een open oog heeft voor de tallooze gevaren W. J. SPREY (Voorzitter plaatselijke Landstormcommissie te Alphen a. d. Rijn. waardoor het wordt omringd; of Kef oog heeft voor de teekenen der tijden maar ook of het zien wil het zoo belangrijke feit dat wij in ons land, ons nog mogen verheugen in een betrekkelijke rust, een rust die wij voor een deel toch óók danken aan den B. V. L. Toch wordt ook ons land door de econo mische ontwikkeling allerminst onberoerd 'gelaten en bedriegen de teekenen niet, dan Igaïm wij nog moeilijker tijden tegemoet, daar «de internationale spanningen eer toe- oan afnemen. In hoeverre zullen wij in Neder land aan al die invloeden weerstand kunnen bieden. Hoe groot is het weerstandsvermo gen van eiken Nederlander? Worden niet velen verlokt door de leuzen van den tijd? Het is van groot belang dat allen wier hart nog brandenae is van liefde voor vorsten huis en vaderland goed georganiseerd en goed bewapend zijn. Daarom is de B.V.L. van zoo groot belang. Is er wel iets merkwaardigers denkbaar? 18 jaren te hebben bestaan, al dien tijd zeer daadwerkelijk tot behoud van de bin- nenlandsöhe rust te hebben bijgedragen, zon der veel anders te doen dan er alleen maar te z ij n. Van dit bestaan moet echter naar buiten blijken. De B.V.L'. moet zich zoo nu en dan eens laten zienzóó maar laten zien. Niet met bijzonder vertoon, maar rustig, vertrouwend en vertrouwen wekkend, al leen maar imponeerend door het feit een feit dat ieder weten moet dat in Neder land meer aan 80.000 oud-militairen zich vrijwillig verbonden tot handhaving van ge zag en vrijheid. De B.V.L. heeft ook aanvulling noodig. De B.V.L. heeft noodig het enthousiasme der jongeren en de bezonkenheid der ouder het omvat menschen van eiken leeftijd bo ven den dienstplichtigen, menschen van el- ken rang of stand, aanhangers van elke po litieke richting, waarin liefde voor Vorstin en vaderland wordt aangekweekt en daarom Z.Exc. L. F. DUYMAER VAN TWIST luitenant-generaal b. d., voorzitter der Nat. Landstormcommissie, die op beide dagen tegenwoordig was en zijn landstormers met bezielende woorden tot grooter enthousiasme aanvuurde voelt elk Nederlander* zich in de B.V.L. vol komen thuis en demonstreert ons volk zijn eenheid in ons prachtig instituut .van de B. V. L. Met een warm applaus werd deze rede begroet. Behalve de R.K. muziekvereeniging gaf ook de Chr. zangvereeniging „Hosanna" haar medewerking aan het programma en een en andermaal heeft dezen avond haar goed verzorgde en uitstekend geleide zang over het groote terrein geklonken. Het pu bliek was zeer dankbaar en toonde dit door het telkens opklinkend hartelijk applaus. Ook de bekende voordrachtkunstenaar, de heer J. L. Feijten uit Utrecht, heeft door zijn toepasselijke declamaties in ernst en luim zeer veel bijgedragen tot het welslagen van den avond. Indrukwekkende taptoe Maar het glanspunt van dezen avond was ongetwijfeld de groote tap toe, die werd geblazen door tamboers van het Regiment Grenadiers, de hoornblazers van het Regiment Ja gers, de trompetters van het 2e Half Regiment Huzaren en met medewer king van de muziekvereeniging „Leo XIII". Ongeveer een half uur heeft deze taptoe geduurd en gedurende dat half uur heeft het publiek in eerbiedi ge stilte naar de indrukwekkende muziek geluisterd. De sergeant-hoorn blazer der Jagers A. W. Huguenin had de leiding en zij berustte bij hem in de beste handen. Later .op. den; avpnd .werd. nog gelegenheid gegeven tot' het hóuden van korte toespra ken en daarvan werd o.m. gebruik gemaakt door Z.Exc. Duymaer v. Twist, die met een geestdriftig woord tot de landstor mers wendde en hen opwekte hun plicht in het preventieve instituut, dat de landstorm is, te doen. Grootsche zoeklicht-demonstratie De avond was inmiddels geheel over het terrein gevallen en dit was het oogenblik. waarop de grootsche zoeklicht-demonstratie begon met de zoeklichten van het verlich tingsbataljon van het corps Genietroepen te Utrecht. Het was een volledige oefening, die de bezoekers hier meemaakten. De luis tertoestellen werden opgesteld, door middel waarvan men de lucht afluisterde naar het luchtdoel (een groote driemotorige Douglas van de K.L.M.) en toen men de positie van dit luchtdoel had bepaald richtte men de meer dan een milliard kaars sterke licht- bunaels van de zoeklichten naar den hemel om het vliegtuig in het gezicht te brengen. Het was een indrukwekkend schouwspel, dat door de bezoekers van den landdag zeer goed, maar ook vele kilometers rond Alphen nog duidelijk te zien is geweest. DE LANDDAG VAN HEDEN De landdag van heden ving officieel aan in den middag, maar reeds des morgens te acht uur merkten de Alphenaren, dat er vandaag iets bijzonders gaande was, toen vanuit de trouwzaal van het gemeentehuis een krachtige reveille werd geblazen. Al phen was vandaag zeer matineus, want deze reveille werd reeds door tal van ver tegenwoordigers van vereenigingen en vele officieel e gasten bijgewoond. Tegen den middag begon Alphen van landstormers vol te stroomen. De belang stelling voor dezen landstormdag is werke lijk enorm geweest. Het terrein werd ge opend te één uur en onmiddellijk ging het in drommen de ingang door. Ook nu zorg de luidsprekers van het G.T.B. voor de noodige muziek om het wachten op het aan vangsuur te bekorten. Ontvangst door het gemeentebestuur Het gemeentebestuur van Alphen ont ving de autoriteiten in het paviljoen van het IJsbaanterrein. Onder deze autoriteiten bevonden zich wederom de in ons verslag van Vrijdagavond reeds genoemde. Daarbenevens merkten we o.a. nog op luitenant-generaal J. Borel, adjudant in bui tengewonen dienst van H. M. de Koningin; oud-inspecteur van de Vrijw. Landstorm, generaal-majoor b.d. II. Zeeman, den heer J. Snoeck Henkemans, wethouder van 's-Gra venhage, lid van de Nat. Landstormcommis sie en tientallen burgemeesters uit alle dee- len van het geweest. Burgemeester P. A. Col ij n hield bij deze ontvangst een toespraak. Spr. richtte een bijzonder woord van wel kom tot de aanwezige hooge autoriteiten. Wij zien in Uw aanwezigheid aldus spr. méér dan een komen naar deze officieele ontvangst, óók meer dan een opgaan naar een feestelijke gebeurtenis; wij meenen er in te mogen zien een duidelijke uitspraak Uwerzijds dat de B.V.L. recht heeft op de belangstelling en den steun van alle auto riteiten en dat gij daarin een voorbeeld wilt geven. Dat saamverbonden zijn van zoovelen, be zield met één doel, zooals wij dat in den B.V.L. verwezenlijkt zien, is een kostbaar goed, die samenstemming van jongen en ouden, van menschen van zoo onderscheiden geestesrichting, is een pand van groote nationale waarde omdat het ons doet zien, dat er te midden van de verwarring en ver deeldheid van onzen tijd, ook onder ons volk nog gevoel bestaat voor nationale eenheid. Om dat eenheidsgevoel onder onze land stormers te versterken is noodig met hen te onderhouden een voortdurend contact. Niet maar een gadeslaan vanuit de verte, maar een onder hen en met hen verkeeren, een krachtige handdruk, een blik van ver standhouding, omdat wij allen één zijn in onze liefde voor Vorstenhuis en Vaderland, één ook in onzen strijd voor het behoud van onze geestelijke en staatkundige vrijheden. Moge deze eenheid ook vandaag in Alphen weer meer bevorderd worden. Inmiddels heerschte op het terrein een levendige drukte onder de vele duizenden bezoekers, waaronder we het aantal land stormers op ongeveer 5000 schatten, maar dank zij een voorbeeldige organisatie heeft het feest van het begin af een zeer ordelijk verloop gehad. Na de ontvangst in het pa viljoen, namen de autoriteiten op de tribune plaats en werd onder luide toejuichingen de landstormvlag geheschen, terwijl het mu ziekkorps „Door Gunst Verkregen" uit Nieuwe Wetering marschmuziek speelde. De middag werd geopend door den heer L. G. Royaari Voorzitter van de Gew. Lan dstormcommissie. De opening Spr. had gaarne hier in dA eerste plaats namens het gewest, een bijzonder woord van eerbiedig welkom toegeroepen aan Hare Majesteit onze Geliefde Koningin en aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana, doch helaas hebbenzoowel Hare Majesteit als Hare Koninklijke Hoogheid tot hun leedwezen aan onze uitnoodiging geen ge volg kunnen geven in verband met het feit. dat de Koninklijke Familie eerst heden uit het buitenland is teruggekeerd. Spr. heette daarna de verschillende auto riteiten welkom en sprak een woord van groot en dank tot burgemeester Colijn voor die andere opzien tegen de 4 critieke dagen, vreezen ze niet meer, dank zij een planla ardig middel, (SC£ uitwendig aan te wenden, HELPT ONMIDDELLIJK llll Origineels flac. 75 c. Proefflac. 15 c. -* Bij Apotheken en Drogisterijen <- Import: H. TEN HERKEL, Hilversum, die U op verzoek gratis en franco brochure over COS toezendt. Laat Uw reis niet bederven; neemt COS mee zijn bijzonderen steun en medewerking aan ?zen landdag. Met diepe weemoed en groote dankbaar heid herdacht spr. vervolgens wijlen Ds. Veldhoen, tweede voorzitter van Zuid-Hol land-West, die hier zeer nabij dit. terrein zijn laatste rustplaats heeft gevonden en aaji wien de B.V.L. zooveel te danken heeft. Zich tot de landstormers richtende, wees spr. op de kommervolle tijden, waarin wij leven. Om deze dagelijks terugkeerende zorgen eens van ons af te zetten is juist in deze dagen het houden van een Landdag van zulk een buitengewone beteekenis, hij geeft ons nieuwen moed, kracht en sterkte om de toekomst weer met meer vertrouwen tege moet te gaan, maar bovenal spoort hij ons weer eens bij vernieuwing aan om „paraat" te blijven en om te toonen dat w ij bezield zijn met groote eerbied voor onze geëerbie digde Koningin en voor het wettig over ons gestelde gezag. Onder leiding van opperwachtmeester C. van Opstal voerden vervolgens de on derofficieren van het 6e Reg. Veldart, de kranige ruiters, die reeds zooveel successen hebben geboekt, 'n nummer carousselrijden uit. Ze waren gekleed in de fantastische uniformen uit den Napoleontischen tijd en brachten de rit onberispelijk ten einde. Het. publiek dankte hen met luid handgeklap. Het défilé van Zuid-Holland-West En thans werd een aanvang ge maakt met het défilé van de ongeveer 2500 landstormers van Zuid-Holland- West. Het défilé is in zijn eenvoudig heid en soberheid desalniettemin of mogelijk juist daardoor een demon stratie van grootsche allure geworden. De opstelling van de duizenden deel nemers was een prachtig voorbeeld van uitnemende organisatie. In enkele minuten stonden de landstor mers opgesteld in compagnieën en batal jons en kon het commando, waarop de stoet zich in beweging stelde, gegeven worden. Forsch en kranig marcheerden de mannen in gesloten colonnes voorbij de autoriteiten die zich van hun plaats verheven hadden om de stoet te zien voorbijtrekken. Voorop gingen de tamboers van het Regiment Ja gers en de hoornblazers van het Regiment Grenadiers, onder leiding van den tamboer majoor J. Kuipers. Daarna volgde de vaandelvvacht onder commando van den res. Ie luitenant H. A. C. v. Len t. Een kleurige aanblik leverde in het hoofd van de stoet de vaandeleenheid op, gevormd uit de vaan dels van de verschillende aanwezige afdee- lingen. Het geheele défilé stond onder lei ding van den res. majoor der Jagers J. P. Boots, aangewezen commandant van het V.L.S.K. „Zuid-Holland West". Nadat allen voorbij de tribune getrokken waren, waarmee geruime tijd heenging, stelden de mannen zich weer in massa op en liet majoor Boots hen de houding aanna men. Dadelijk daarop klonk uit de dui zenden monden plechtig en forsch het eer ste couplet van het Wilhelmus en onder dit zingen werd tegenover de autoriteiten ach ter de opgestelde landstormers een doek ontplooid met de woorden „Wij zijn gereed!" Thans was er gelegenheid tot het houden van toespraken, waarvan o.a. gebruik gemaakt werd door Z. Exc. luitenant-gene raal Duymaer van Twist. ZONDAG 23 AUGUSTUS BLOEMENDAAL 245,9 M. Uitzending van Kerkdiensten uit de Geref. Kerk. Voor ganger: Ds. P. G. Kunst, van Deventer. 10 uur van.: Ps. 108:2. Ps. 143:11. Lezen: Hand. 10 2348. Ps. 103 1, 10 en 11. Tekst: Hand. 10:44—48. Ps. 119:3 en 17. Gez. 9 6 en 7. 5 uur n.m.: Ps. 89 7. Ps. 143 10. Lezen: Openbaringen 10. Ps. 68 4 en 5. Tekst: Joh. 20 30 en 31. Ps. 119 53. Gez. 24 4. MAANDAG 24 AUGUSTUS HILVERSUM I 1875 M. Algem. programma, verzergd door de AVRO. 8 00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding, Gramofoonpl. 10.30 Octophonikers en voordracht. 12.00 Ko- vacs Lajos' orkest. 2.0C Gooisch Sympho- nie orkest. 4.00 Zigeunermuziek. 5.30 De Violiers. 7.30 Vioolrecital. 8.00 Berichten ANP. 8 10 Opera-concert. 9.00 Voor dracht. 9.30 Vervolg Opera-concert. 10.45 Schaakreportage uit Nottingham. 11.00 Berichten ANP. HILVERSUM II 301 M. NCRV-Uitzending. 8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gramoföon- platen. 1C.30 Morgendienst door Ds W. J. van Lokhorst, Ned. Herv. Pred. te Hilversum. 11.00 Chr. Lectuur. 11.30-»- 12.00 Gramofoonpl. 12.30 Het A'damsch Kamermuziekkwartet. 2.15 Chr. Fanfare „Excelsior". 2.45 Voor de keuken. 3.15 3.45 Vervolg concert. 4.00 Bijbellezing door Ds. H. M e u 1 i n k, Ger. Pred. te Enschedé. 5.00 Viool, piano en gramof.pl. 6.00 Gram.pl. 6.30 Orgelconcert. 7.00 Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Vervolg concert. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gramofoonpl. 9.00 Historische canserie. door Dr. W. Lodder, Ned. Herv. Pred. te Bussum. 9.30 Koorconcert. 10.3011.30 Gramofoonpl. Schriftlezing. DROITWICH 1500 M. 11.50 Kwintet. 12.50 Orkest. 1.35 Orgelconcert. 2.50 Pianoreci tal. 3.20 Kwintet. 4.50 Voordracht. 5.05 Cello en piano. 5.35 Octet. 7.35 Voor dracht. 7.50 Trio. 8.20 BBC-Variété-orkest. 9.05 Sopraan en piano. 10.20 „World af fairs", causerie. 10.35 Het BBC-orkest. RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Kamerorkest. 4.20 Symphonieconcert. 5.50 Kamerorkest. 9.05 Kwartet, zang, piano en voordracht. KEULEN 456 M. 1.35 Nedersaksisch sym- phonie orkest. 2.35 Omroepschrammel- ensemble. 4.20 Orkest. 6.20 Omroeporkest. 7.20 Gramofoonpl. 9.20 Orkest. 10.40 Ge varieerd concert. BRUSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Salon orkest. 1.30 Populair concert. 5.20 Salon orkest. 6.45 Populair concert. 8.20 Repor tage. 9.20 Omroepsymphonie-orkest. 484 M.: 12.50 Populair concert. 1.30 Sa lonorkest. 8.35 Reportage. 9.20 Omroep orkest. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Blaas concert. 9.20 Gevarieerd programma. 10.50 Cellorecital. 11.20—12.20 Omroepklein- orkest. Feuilleton (8 Thans k'on hij binnen zijn, door het venster, toen plotseling An tons hart als verstijfde van schrik, want hij herinnerde zich, 'dat in de gang, die het kind door moest, een valluik open stond; zeker ging de jongen zijn dood tegemoet in de duisternis! Nu kon hij zich niet meer stil houden, hij ontsloot de deur en schreeuwde den verbaasden vader toe: „Kerel, het valluik staat open. je zal je kind laten dood vallen!" Daarop voortsnellende riep hij den jongen toe: „Jaap, Jaap, sta stil, het geldt je leven!" Met vernieuwden spoed liep hij hem nu weer achterna, als hij hem maar kon bereiken en vastgrijpen eer hij bij de trap was! Hij hoorde het steunen van den doodsbenauwden vader, die maar al te goed wist, aan welk gevaar hij zijn kind had bloot gesteld. Antons tegenwoordigheid van geest begaf hem geen oogenblik, hij dacht aan de lucifers in zijn zak, stak er haastig een af en zag dat het kind een haar breed van het geopende valluik verwijderd was; nog een stap en hij zou in de diepte neerploffen! Met bijna bovenmenschelijke kracht sprong hij voorwaarts en wierp den jongen terug; die poging deed hem echter het evenwicht verliezen en met een zwaren smak viel hij zelf in de diepte. De jongen gaf een geweldigen gil en de .vader dat hoorende, gaf zijn kind voor verloren. Een vreeselijke wroeging maakte zich van hem meester, hij had zijn kind geofferd voor de wraak, die hij had willen nemen, zoo dacht hij; groot was dus zijn verwondering en verrassing toen de jongen in de open deur verscheen. „Jaap!" stootte de verbaasde vader uit, en de knaap stotterde: „De meester is door het luik gevallen, mogelijk is hij wel dood!" L Nu kwam de angst voor ontdekking over 'den karakterloozon man, en hij verheugde zich in de mogelijkheid dat Anton Prior dood was en daarmee de getuige zijner schuld verdwenen; het was dan een ongelukkig toeval waaraan niemand schuld kon gehad hebben; zij moesten dus nu zoo spoedig mogelijk thuis zien te komen. „Ik heb de lucifers", zeide de knaap, ,*als wij nu maar een stukje kaars hadden." „Waarvoor?" vroeg de vader. „Wel, om naar den meester te zien; hij heeft mijn leven gered en ik ben niet van plan hem hier achter te laten; gij gaat toch niet weg, vader?" want Silas Woolton had zich afgekeerd. „Het beste zal zijn hem achter te laten", zeide de vader huiverend, „het is niet prettig om alleen te worden gevonden met een doode en geen rekenschap te kunnen geven van het geval." De knaap had intusschen rondgezien en tot zijn groote blijd schap een stuk kaars ontdekt in een flesch gestoken; hij maakte dadelijk licht en haastte zich naar beneden, waar hij wist dat Anton Prior zou liggen. „Meester, meester", klaagde hij bij de gestalte neerknielende, die echter bewusteloos lag. „Vader, vader!" schreeuwde hij, „o vader, kom toch gauw!" „Wat is er hier in den molen te doen", riep thans een andere stem dan die van zijn vader; „waarvoor is cr hier licht aan midden in den nacht?" Het was Jonas Hattaway, düe bij de deur van den molen stond en het gelaat van Silas Woolton met zijn lantaarn bescheen. „Wat doet gij hier, Silas? Ik vrees niet veel goeds" en terwijl hij nog sprak, verscheen de knaap, die in den kelder geen antwoord hoorde, aan den ingang. Jonas Hattaway ging hem tegemoet en zeide* „Jij ook hier, Jaap? Wat is er aan de hand?" „Hij is dood meneer, dood, hij heeft mij het leven gered én viel in mijn plaats door het valluik," „Maar waar praat je toch van? Spreek toch, jongen, wie is er dood?" „Het is meneer Prior, meneer!" „Prior!" gilde Jonas, den knaap bij den kreag grijpende, „waar praat je van, jou kwajongen?" De knaap antwoordde echter niet anders dan: „Kom meneer, o kom dadelijk, ik vrees dat hij dood is." Jonas volgde nu zwijgend en vond Anton Prior op den grond liggen. Hij was bijna buiten zichzelf. „Gauw", schreeuwde hij, „zoo gauw mogelijk naar den dokter en haal zooveel mannen als gij krijgen kunt!" In een ommezien was heel het dorp in beroering; de dokter was op weg naar den molen en verscheidene mannen met lantaarns en een draagbaar, allen verlangend te weten wat er toch eigenlijk gebeurd was en om te zien waarmede zij konden helpen. „Hij is niet dood", zeide de dokter, maar ernstig gekneusd; ik vrees dat eenige ledematen gebroken zijn" Hij hief voor zichtig beurtelings armen en beenen op en Antor gaf daarbij zacht kreunende geluiden. „Ja zeker, er zijn ledematen gebroken wij moeten zien hem op de beste manier hieruit tc krijgen." De arbeiders waren reeds hierop voorbereid en hadden een soort van draagbaar vervaardigd, waarop Anton gelegd werd, maar hoe voorzichtig het ook gedaan werd, Anton kermde daarbij toch smartelijk. „Arme man!" zeide een der mannen, „en hij was zoo 'n goede meester!" „Regelrecht naar mijn huis", zeide Jonas Hattaway, „ik wil hem niet uit het oog verliezen en ik zal mijn laatsten cent besteden om uit te vorschen, wie schuld heeft aan het gebeurde; voorzichtig mannen, voorzichtig!" Anton werd de gemakkelijke trap opgedragen naar de groote logeerkamer, waar de assistent van den dokter reeds wachtte en daar togen de beide geneeskundigen aan het werk, om den ongelukkigen gekneusde te yerbinden. De arbeiders gingen, al was het in het holle van den nacht, niet naar huis, maar wachtten buiten om de uitspraak van de doktoren te hooren; zij waren zeer opgewonden en zwoeren bloedige wraak te zullen nemen op dengene, die de oorzaak was van dit ongeluk; een hunner had Jaap gegrepen en uitgevraagd. „En wat deed gij in den molen en hoe kwam het raan doorgestooten?" Op deze vragen bewaarde de jongen echter een hardnekkig stilzwijgen. „Nu, het doet er ook niet toe", zeide zijn ondervrager, „het zal alles wel uitkomen voor de recht bank en dan mag Silas Woolton zien hoe hij er uit komt, want ik ben zeker dat die er achter zit." Toen de dokter eindelijk naar buiten kwam, drongen do mannen zich om hem heen; „zwaar gekneusd, een been ce- broken, de linkerarm zwaar beschadigd, mijn assistent blijft van nacht bij hem." Toen gingen de mannen uiteen en werd Jaap losgelaten, pij snelde als een pijl uit den boog naar huis: „Waar is vader?" vroeg zijn moeder. „Is hij niet thuis?" vroeg hij verwonderd en vertelde toen wat er dien nacht gebeurd was. „En het was om mij te redden, dat hij doodelijk gewond is; moeder, waarom heeft vader tocli zulk een haat tegen mijnheer Prior; hij is zoo goed!" De moeder wrong de handen, zij begreep wel waarom haar man niet was thuisgekomen en ging met een bezwaard hart naar bed, met de woorden: „Wanneer komt er toch eens s-«n eind aan die werkstakingen en die ongeregeldheden. Nu is miin man weggeloopen en laat mij met mijn kinderen aan mijn lot over." Na eenigen tijd mompelde zij* „En hij is bijna in dien dood gegaan om mijn jongen te redden!" (Wordt vervolgd)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 7