cuvcfc onfoz vxoumn
WEKELIJKSCHE BIJLAGE
Beddenmagazijn H.SCHMIDT
7lamüuestkm
KNIPPATROON
„BES H IR"
K&G
De „tand des tijds"
Houtworm in meubelen
„Niets is bestendig hier beneêndat
ïs een oude waarheid, die overal haar be
vestiging vindt, al is het wel eens verras
send om op te merken, hoe kranig in dit
ondermaansche sommige dingen den strijd
om het bestaan weten vol te houden. Wie
wel eens gestaain heeft voor de vitrines met
balssieraden en anderen tooi, die eertijds
de dames in Egypteland droegen, wellicht
ten tijde dat Mozes het volk Israels naar de
yvoestijn afvoerde, of voor de strijdwagens
met hun dissel en hooge raderen, waarmede
de trotsche pharao's voor hun volgelingen
uitreden, zich wèl bewust van hun afstam
ming van goden, die zal respect hebben
voor de duurzaamheid, waarvan al deze ob
jecten in den loop der tallooze eeuwen blijk
hebben gegeven. Al dringt zich daarbij te-
yens deze gedachte op, dat hun voortbestaan
als getuigen van voorbije phascn in de his
torie van ons geslacht toch feitelijk meer
s c h ij n den wezen is. Want de proef der
bruikbaarheid zouden zij waarschijnlijk ook
zelfs geen dag doorstaan: zij handhaven hun
vormen, doch huin weerstand is sinds
lang ondermijnd.
Ook in den eigen lering hebben wij wel
licht zulke erfstukken, die nog aan de groot
ouders of overgrootouders hebben behoord,
of die via de magazijnen van den antiquaii
in onze woonruimten zijn beland. Wij hou
den ze in hooge eerc, geven ze een uitzonder
lijke plaats, ontzien ze, en tenslotte komen
wij dan toch nog tot een ontdekking, die
bijzonder onaangenaam is: hun bestaan is
innerlijk ondermijnd, langzaam aan, zonder
dat wij het wisten. Maar een reeks van
minieme gaatjes in de houtdeelen van zulk
een meubel, of een fijn wit hoopje houtstof
eronder verraden het trieste geheim. De
houtworm zit er in
De houtworm, wat is dat eigenlijk voor
een gedierte? Hij behoort tot dat groote le
ger van onprettige medeschepselen, dat wij
liever niet dan wel het licht zouden gunnen,
omdat, wij bun nut niet begrijpen en huin
nabijheid beslist zouden willen ontgaan, zoo
wij met onze verdelgi.ngsmiddelen maar
kans zagen, er een effectieve opruiming on
der te houden. Want onze eerbied voor het
„leven" moge groot zijn, zijn grens ligt in
den regel daar waar ons eigenbelang begint,
'de handhaving van ons gemak, onze gezond
heid, of van ons eigendom.
De houtworm is eigenlijk hcelemaal geen
„worm", doch een larve van de z.g.n. Ano-
bium of houtwormkever, die zijn eitjes in
dood hout legt en bij voorkeur in zulke
stukken, die niet veel van hun plaats wor
den gehaald, zooals oud meubilair, een
zware piano, een onhandelbare kast. Het
hout dat deze kever uitzoekt moet liefst on
beschermd zijn, dus niet geverfd of gebeitst;
'daar houdt hij niet van. Het kevertje zelf
NUTRICIA-
KINDERMEEL
ïs slechts enkele millimeters groot, en men
ontdekt het niet spoedig. De larven, die uit
zijn eitjes tevoorschijn kruipen, zijn zoo
miniem, dat men ze met het bloote oog niet
of nauwelijks kan ontwaren. Die nu bege-
zich op weg, het hout in; ze eten zich
er letterlijk doorheen, zoodat het leven voor
hen in zekeren zin een rijstebrijberg is.
Merkwaardig, dat zulk een insect van dor
oud hout bestaan kan! Volgens deskundigen
worden zij bij het verteren van dit onge
wone voedsel geholpen door een gistplantje
Öat in hun darm leeft. Door enzym-afschei-
Iding draagt deze schimmel ertoe bij, dat de
verorberde houtstof verteert, en zoo groeien
geel-bruine larfjes aan, terwijl hun een-
tame pelgrimstocht hen al dieper en dieper
'door het hout, voert, dat zij in de ongeveer
anderhalf jaar van hun bestaan inwendig
als met een uiterst fijn netwerk van gange
tjes doorzeven.
Breekt de tijd aan, 'dat de larven zich
gaan verpoppen in, den regel geschiedt
dit in het voorjaar dan begeven zij zich
daartoe dicht onder de houtoppervlakte.
Lang duurt het dan niet meer of de kever
komt uit en zoodra hij zich buiten zijn oude
meubelstuk waagt veroorzaakt hij daar
mede dat een dotje houtstof uit zijn „mijn
gang" op den kamervloer valt. Wie zulke
dunne hoopjes vuil op zijn tapijt mocht aan
treffen, weet derhalve, hoe laat het is!
Waarom komt de kever naar buiten? Wel,
omdat zijn bruidstijd is aangebroken, hij
wil een gezellin zoeken! Dit doet hij op een
heel merkwaardige manier, hij geeft klop
signalen, precies zooals de misdadigers die
cellulair gevangen zitten. Met zijn borststuk,
hard is, slaat hij telkens een reeks van
klopjes tegen het hout van zijn gang, en
het wijfje weet wel, wat dat beteelcent. Zoo
Vinden deze diertjes elkaar.
Eigenaardig is het, de klopgeluidjes te
hooren, dat lichte getik, hetwelk van on
zichtbare plaatsen komt en niet door „ge
wone" middelen schijnt te worden voort
gebracht. Ons voorgeslacht noemde deze sig
nalen-gevende houtwormen „doodsklopper-
tjes", omdat men veronderstelde, dat wie
tleze geluiden hoorde, er van verzekerd kon
fcezen, dat zijn doodsuur niet meer zoo heel
OPKLAPBEDDEN
KINDERLEDIKANTEN
WIEGEN
REPAREEREN van Bedden
goed kan ln één dag gebeuren
PRIJSOPGAVE VOORUIT
Tel.34912-1eMiddellandstr.75
ver venvijderd ou zijn. Was dit louter
bijgeloof? Ja en neen! Wij mogen gerust
aannemen, dat de houtwormkever evenmin
als een ander dier de gave der profetische
voorspelling heeft. Dus als men het zoo be
schouwt, was deze aankondiging van een
naderend einde zuiver superstitie. Men kan
het ook nog anders bezien. Wie lette
den regel enkel op deze fijne, rhytmische
ti lege lui dj es? Het kind, dat druk in zijr
spel verdiept was, of de jonge, sterke men-
schen, die hun arbeid en hun vaste serie?
dagelijksclie plichten hadden? Jeugd is al
tijd met het een of ander bezig, is 's avonds
spoedig in slaap, kent geen doorwaakte
nachten. Maar de oude van dagen, die in
zijn armstoel bij het avondlijk houtvuur
aan den open haard zijm rustige uren ver
zat. of zich meermalen in het bed moest
omkeeren, alvorens de oogen te kunnen
sluiten, die had ooren, die op zulke stille
dingen afgestemd waren. De zieke ook, die
door geen enkele bezigheid werd afgeleid.
Zij hoorden Iets geheimzinnigs, een fijn ge
luidje, dat een bedoeling leek te hebben, ook
al was zijn oorzaak niet gemakkelijk op te
sporen. Zoo verbond zich daaraan de ge
dachte aan den dood, die immers reeds
dicht onder den drempel van het bewustzijn
lag-
Dit wat het ,,'doodskloppertje betreft.
Maar nu de „houtworm", de vijand van
onze meubels, hoe bestrijden wij dien? Tja,
de middelen zijn vele, maar de resultaten
blijven dubieus. Juist omdat men met onder
mijnende krachten te doen heeft, die men
schier niet kan controleeren. Men kan ze
uitgeschakeld wanen, terwijl zij op stille
wijze juist een nieuwe Odyssea door den
poot van een van uw kostbaarste stoelen,
of door den buik van uw kabinet zijn be
gonnen.
De wormgaatjes drenken met een subli
maatoplossing, ze inspuiten met benzine,
petroleum of andere scherpe vochten, ofwel
ze bestrijken met creosootolie, chloorzink,
enz.; dat alles staat op het afweerprogram-
ma. De wormgaatjes dichtstopper. met kwik
zalf is ook een afdoend middel als het
kwaad nog niet ver gevorderd is.
Al deze middeltjes vragen een vrij groote
dosis handigheid, omdat de gaatjes zoo fijn
en diep zijn. Een dosis geduld kan men er
ook goed aan te pas brengen, want met
uiterste zorgvuldigheid dient men het ge-
heele aangetaste meubelstuk na te speuren
op zaak naar teekenen van den verscholen
vijand. Tenslotte, na al die preparatieven,
is het dan nog afwachten, of men er resul
taten op zal boeken, want men weet wel
wat men doet, doch miet wat het uitwerkt
Staat de zaak er dus min of meer hope
loos met de houtwormbestrijding voor? Dat
hangt er van af, of het meubel de beste
ding van extra moeite en kosten waard is.
Hebben antiquairs een kostbaar stuk, dan
plaatsen zij het in een stalen kamer, waar
uit eerst de lucht wordt weggepompt, zoodai
het ongedierte al een zeer kwade kans
heeft, het er levend af te brengen, terwijl
vervolgens, om „de deur dicht" te doen, in
dit luchtledige blauwzuurgas ontwikkeld
wordt. Men kan er van verzekerd zijn, dat
dan die kleine, stille vijanden morsdood zijn.
Wat de kosten van zulk een behandeling
zijn of waar deze zou kunnen worden
toegepast, haasten wij ons te verklaren
om teleurstelling bij mogelijke vragers bij
voorbaat af te snijden dat nadere inlich
ting daaromtrent door ons moeilijk kan wor
den verschaft.
Gehaakte
babyschoentjes
Voor deze babyschoentjes heeft men noo-
dig: 2 streng witte, 1 streng rose, een paar
draadjes zacht-groene wol en een draad
gele koord D.M.C.
Zooltje: 8 lossen haken. 2e toer: 20 vasten
rondom, in de eerste en laatste losse haakt
men 3 vasten. 3e toer: 24 v.; 4e toer: 28 v.;
5e toer: 32 v.; Ge toer: 36 v.; 7e toer: 40 v.
Het bijmaken der vasten geschiedt niet
precies in het midden, maar 1, later 2 vas
ten er naast aan beide zijden. Men zorge,
dat het zooltje goed plat en mooi ovaal
Het hakgedeelte wordt op het zooltje ge
werkt. Hoewel telkens in de voorste lussen
wordt gehaakt, moet men bij de eerste toer
van het hakgedeelte de voorsten laten lig
gen om een zuivere scheiding te krijgen.
Laat 14 vasten vrij voor het voorschoen-
Ie toer: 26 v., 2e toer: 24 v., 3e toer: 22 v.,
4e toer 20 v., 5e toer 24 v., 6e toer 28 v., 7e
toer 32 v., 8e toer 40 v. Dit gedeelte moet
in tegenstelling met het zooltje een weinig
bol komen te staan.
Nu keert men het schoentje om en hecht
de twee gedeelten aan elkaar. Het voor
schoentje bij het neusje een enkele vaste
meer ruimte geven. Bij de ingang 6 vasten
vrij laten.
Het bandje: 38 lossen; laat 8 vrij om het
lusje te vormen en haak op 30 lossen een
toer vasten.
De knoopjes.' Maakt een rondje van
8 vasten, een gelijke toer daarop, haal de
lussen samen met een klein stopnaaldje en
hecht het knoopje op het bandje.
De roosjes. De naald met de rose wol
van onder naar boven steken. De draad
tien maal om de naald winden. Met duim
en wijsvinger tegenhouden als de naald
doorgetrokken wordt, de naald weer naar
binnen steken en u hebt één van de vier
De groene blaadjes zijn eenvoudig lusjes
aan de punt vastgehouden door een steekje.
Werk een knoopje van de gele zijde als
hartje in de roosjes.
Moederliefde onder de
Pygmeeën
In het groote, donkere Afrika, dat zelfs in
onzen tijd nog zoovele geheimen verbergt,
heeft men ze voor het eerst aangetroffen,
de volken der dwergen of pygmeeën, die
zoowel aan de fantasie als aan de weten
schap der menschen zooveel te doen geven.
Hoe is het verschijnsel te verklaren, dat,
terwijl elders ter wereld een dwergje een
uitzondering, een abnormaliteit is, in Cen
traal Afrika heele stammen menschen be
staan, die onder de maat blijven, daar zij
zelden grooter dan 1.50 M. worden?
De Afrikaansche pygmeeën later heert
men er ook aangetroffen in Voor-Indië
hebben een gele of bruine huidkleur, wollig
hoofdhaar en niet, zooals de Negers, abnor
maal dikke lippen. Hun kleeding bestaat
in den regel uit geklopt boomschors; hun
wapens zijn kleine bogen en giftige pijlen,
die zij met handigheid weten af te schieten;
hun woningen zijn half bolvormige hutten,
die ongeveer 1.30 RL hoog zijn.
Onder dit soort dwergmenschen van Het
Iturigebied in het Congoland hebben de
Johnsons, een echtpaar, dat aan ontdek
kingsreizen per vliegtuig doet, herhaaldelijk
een korten tijd gewoond, om er studie van
hun levenswijze en gewoonten te maken
en er fotografisch materiaal te verzamelen.
In het boek „Bavianenland" vertellen zij
ervan, en vooral de ervaringen, die zij op
deden met een troep dwergen als luchtpas-
sagiers zijn belangrijk om te lezen. Er blijkt
weer eens overduidelijk uit, dat mensche-
Iijke eigenschappen als moederliefde niet
tot bepaalde hemelstreken of tot een be
paalde huidkleur begrensd zijn.
„Er was onder het troepje, zoo verhaalt
Johnson, een stamhoofd en zijn vrouw,
die we tien jaar geleden ook hadden leeren
kennen. Zij zelf weigerden pertinent, in de
cabine gezet te worden. Maar ze hadden
twee dochters van ongeveer veertien jaar
of vijftien jaar, die Osa en ik ons nog als
kleine peuters herinnerden. Deze meisjes
waren werkelijk zeer intelligent en zeker
ook naar hun uiterlijk de knapsten van- het
heele troepje.
Ik besloot, dat zij in ieder geval mee
moesten gaan en beiden bleken er niets op
tegen te hebben. Het kostte evenwel nog
wat moeite, om de toestemming van hun
ouders te krijgen. Eindelijk slaagde ik ech
ter ook daarin en tilde de meisjes in het
vliegtuig, klom er dan zelf in, sloot het luik,
trachtte een beetje orde in het kakelende
en lachende troepje te brengen en gaf Vern
het teeken, dat hij op kon stijgen.
Ilc zal nooit het enthousiasme van- deze
Pygmeeën vergeten, toen ze de wereld van
de lucht uit in oogenschouw konden ne
men. Ze verdrongen elkaar voor de ven
sters, klommen bij Osa en mij op schoot,
m op een rivier, die ze kenden en
schreeuwden elkaar allerlei onverstaanbare
opgewonden klanken toe. De eenige moei
lijkheid was, dat, wilden we niet onpasse
lijk worden door- den voor ons zoo onaan-
genamen lichaamsgeur, die hier in de
kleine ruimte nog veel sterker tot uiting
kwam, dan in de vrije natuur, wij een paar
ramen open moesten zetten.
We vlogen over het woud, gingen toen in
de bocht en vlogen om een heuvel heen,
dien ze moesten kennen. En oogenblikkelijk
herkenden ze hem dan ook, maar hoe groot
hun verbazing, dat we een afstand,
waarvoor zij enkele dagen noodig hadden,
in zoo korten tijd konden afleggen.
We hadden in de achttien maanden, die
we nu reeds in Afrika vertoefden, natuur
lijk al veel inboorlingen mee de lucht in
genomen. Daaronder waren ook verschei
dene van onze boys geweest, die toch door
hun voortdurenden omgang met de blanken
veel van hun wonderen hadden leeren ken
nen en ten deele ook begrijpen. Toch had
geen van hen blijk gegeven ook maar iets
van de beteekenis en de voordeelen van 't
vliegtuig te begrijpen, terwijl" deze Pyg
meeën dit ten volle schenen te beseffen.
We vlogen ongeveer een uur met hen en
toen we na de landing telden, hoeveel van
deze gelukkige schepseltjes uit ons vlieg
tuig sprongen, bleken we zes en dertig pas
sagiers aan boord te hebben gehad. Met ons
drieën maakte dat negen en dertig, zeker
een aardig getal voor een tien-persoons-
vliegtuig.
En we leerden nu ook nog iets anders
omtrent de gevoelens van deze voor ons
zoo vreemde menschen. Want nauwelijks
stonden onze zes-en-dertig opgewonden gas
ten weer op den vasten grond, of ik zag de
vrouw van het stamhoofd naar haar beide
dochters toesnellen, ze tegen zich aandruk
ken en ze kussen, terwijl haar de tranen
over de wangen liepen. En ze streelde en
beklopte hen, alsof ze zich overtuigen wilde
dat ze toch echt teruggekomen waren.
Nooit te voren had ik inboorlingen elkaar
zien kussen. En nooit ook in mijn twintig
jarige ervaring tussehen wilden van ver
schillende landen had ik een dergelijke
uiting van gevoelens gezien. Jk wist natuur
lijk best, dat inboorlingen over het alge
meen hun kinderen goed behandelen, maar
tot op dat oogen blik had ik geen moment
gedacht aan den mogelijken angst, die de
achtergeblevenen hadden kunnen hebben
voor het troepje, dat met ons de lucht in
was gegaan. En niemand kan zich ook
maar een voorstelling van de angsten ma
ken, die de moeder van deze heide meisjes
moet hebben doorstaan, toen deze vreemde
vogel met zijn donderendp motoren hoven
de bosschen verdween, angsten, die haar.
toen ze haar kinderen daar eindelijk weer
gezond en wel voor zich zag staan, zonder
het te willen deden bewijzen, dat moeder
liefde onder de Pygmeeën in het Tturi-
Woud niet verschilt van de moederliefde,
zooals wij die. kennen.
Wasschen
van Heerendassen
Heerendassen, vooral de zoogenaamde on
kreukbare. kunnen vrij gemakkelijk gewas-
schen worden, bijvoorbeeld in een koud Luv
sopj'e. De voering behoeft men er niet eersi
uit te tornen. Wel moet men zorgen de das
bij het wasschen zooveel mogelijk in het mo
del te houden. Men vouwt hem dubbel, laat
hem even weeken in water met azijn, en
wascht hem dan in een sopje. Niet wringen,
anders gaat het model er uit.
Is de das bovenop de knoop erg vuil dan
daar even voorzichtig over elkaar wrijven.
Vervolgens spoelen, ook in het model na
tuurlijk, de das languit in een badhand
doek rollen en zooveel mogelijk het vocht
eruit persen.
Het strijken moet gebeuren met een lauw
warm ijzer. Ter voorkoming van het door
drukken van de naden kan men een op
maat geknipt cartonnetje in de das steken,
en dan luchtig strijken.
Handige maniertjes
Eeji geel geworden kinderdoek krijgt men
waarschijnlijk weer wit, door hem in een
vet sopje te wasschen en na te spoelen in
een oplossing met blauwsel. Ook kan men
probeeren om hem te bewerken in 'n oplos
sing van waterperoxide.
Wrijf vergulde schilderlijsten schoon met
een zachte, droge doek. Zijn ze erg vuil,
neem dan een doorgesneden ui, - wrijf ze
daarmee en verwijder het achtergebleven
vocht met een droge, zachte doek.
Nr 382: aardige jurk voor meisjes van
6 tot 12 jaar. Als materiaal heeft men ge
ruit katoen gekozen, dat afgewerkt is met
katoen in een effen kleur. Benoodigd mate
riaal: 2 meter van 90 c.M. breedte en 50 c.M
effen katoen voor de garneering. Prijs van
dit patroontje is 17^> cent, plus 6 ct porto
kosten.
Nr 383: 3-deelig pakje geschikt voor meis
jes van 8 tot 14 jaar. Het besjaat uit een
rokje van geruit katoen waarop een blousje
van voile met korte pofmouwtjes en inge
haald aan de hals. Hierover wordt een jasje
gedragen in een effen kleur, afgezet met een
kraagje en manchetjes van het geruite ka
toen. Benoodigd materiaal: 2 maal de hoog
te voor het rokje plus 30 c.M. voor de gar
neering van het materiaal, dat 90 c.M.
breed is; 1.25 voile van 90 c.M. breedte en
voor het jasje 150 c.M. effen materiaal van
dezelfde breedte. Pi-ijs van het patroon (de
drie deeien samen) 25 cent plus 6 cent
porto-kosten.
Deze patronen zijn tegen bovenvermelde
prijzen te verkrijgen bij de „Afdeeling Knip
patronen" van de Uitgeversmaatschappij
„De Mijlpaal" Singel 91 te Amsterdam.
Toezending zal geschieden na ontvangst
van het verschuldigde bedrag, dat kan wor
den voldaan in postzegels, per postwissel of
per postgiro 41632.
Aan de lezeressen wordt vriendelijk ver
zocht bij bestelling duidelijk het verlangde
nummer en tevens de maten (bovenwijdte,
taillewijdte, heupwijdte, lengte enz.) op te
geven en de leeftijd van het kind. Men voor
komt hiermee onnoodige vertraging in de
toezending.
Verder vestigen we er de aandacht op,
dat we niet alleen knippatronen leveren van
door ons afgebeelde modellen maar van
Ieder gewenscht model. Toesturing van af
beelding of schetsje met vermelding van
maten is voldoende.
Prijzen van deze patronen naar maat zijn:
voor een mantel 60 ct., voor een ja non 50 ct.,
voor lingerie en kinderkleeding 40 ct., voor
een blouse of rok 30 ct. per stuk.
GARNALENGEHAKT: 250 gram gepelde gar
nalen, 2 flinke sneden brood zonder korst,
peper, zout, nootmuskaat, scheutje warme
melk, 1 volle eetl. gehakte peterselie, 1 ei,
1 theelepel Maggi's aroma, wat paneer
meel en voor het braden 3 afgestr. eetl.
boter.
Hak of maal de gewasschen garnalen fijn,
vermeng ze met het in de warme melk uit
gedrukte brood, het zout, de kruiden, het ei
en de aroma. Vorm hiervan niet te groote
balletjes, ongeveer 6 stuks, wentel ze ron
dom in het paneermeel en braad ze op de
gewone wijze bruin, ca. een half uur, af en
toe ze bedruipen met de boter.
AMANDELPUDDING: 1 L. melk, 10 afgestr
eetl. aardappelmeel, 3 eieren, 7 afgestr
eetl. suiker, 1 theel. vanillesuiker, 10
amandelen.
Breng het grootste gedeelte van de melk
aan de kook. Roer de eieren schuimig met
de suiker en de vanillesuiker, voeg het aard
appelmeel en de achtergehouden melk toe
en giet het verkregen papje bij de kokende
melk, onder zorgvuldig roeren. Laat even
doorkoken tot de massa goed gebonden is
en giet het in een met koud water omspoel
de puddingvorm. Laat de pudding afkoelen
en presenteer er een koude of warme saus
bij of een vruchtencompote, b.v. een meng
sel van gestoofde peren en appelmoes.
AUBERGINES: Gestoofde
Wasch een K.G. aubergines, droog ze af, ver
wijder de huid. Snijd de vruchten in twee
centimeter dikke plakken, bestrooi deze met
peper en zout, haal ze door de bloem, leg
ze naast elkaar in een platte pan met 40
gram gesmolten boter, dek deze dicht en
laat de schijven 15 min. zachtjes stoven.
Schik ze daarna op een schotel, giet het
kookvocht erover en leg er aardappelcro-
quetjes omheen.
KETCHUP VAN TOMATEN: Kook samen 2
pond rijpe tomaten, 1 fijngesneden uitje,
1 eetl. zout, en 3 eetl. bruine suiker tot een
dikke massa. Wrijf alles door een zeef en
en voeg hierbij 2 eetl. mosterdpoeder, een
eetl. kaneel, een theel. nagelgruis, een
theel. peper, 1 geraspte nootmuskaat en
3 kopjes azijn.
Breng de massa aan de kook en giet haar
zoo heet mogelijk in flesschen, die gekurkt
en gelakt worden.
TOMATENPURóE: Goed rijpe tomaten, na
dat ze geAvasschen en doorgesneden zijn
worden met wat kruiden, als voor toma
tensoep, en heel weinig Avater goed gaar
gekookt. Door een zeef wrijven en de
purée weer inkoken tot ze dik genoeg is
geworden.
Met deze purée vult men goed schoonge-.
maakte fleschjes, de schoongemaakte kur
ken losjes op de flesschen doen en de fles
schen in een pan met water aan de kook
brengen; één uur door laten koken. Om
springen van de flesch te voorkomen legt
men een doek of draadbodem op de bodem
van de pan. Na een uur de fleschjes met
de kurken goed sluiten en de hals van de
flesch in vloeibare flesschenlak doopen,
zoodat de purée van de lucht is afgesloten.
RAGOUT VAN SCHAPENVLEESCH: 750 gr.
schapen- of lamsvleesch in blokjes ge
sneden, 40 gr. boter of bijna een heel
blokje Delfrite of Delfia, 30 gr. tarwe
bloem, wat peper, zou^, 1 uitje, een paar
kruidnagels, een snuifje thym, 1 laurier
blaadje, 1 worteltje, 1 lepel tomatenpurée.
Laat in de bruin gebraden boter of het
heete vet de stukjes vleesch rondom bruin
kleuren, strooi er de bloem over en roer die
even mee tot ze lichtbruin van kleur is.
Giet onder voortdurend roeren wat water
bij en maak goed het aangekleefde laagje
van de bodem los; ga voort met het toe
voegen van water tot een dunne, gelijke
saus is geA'ormd, die ongeveer het vleesch
bedekt. Voeg er nu het zout en de peper
bij, de ui, de kruidnagels en de andere
kruiden. Laat het gerecht zachtjes 2 uur
doorkoken, desnoods met Avater wat aan
vullend als de saus te dik Avordt Roer van
tijd tot tijd om aanbranden te voorkomen
en voeg na een half uur de tomatenpurée
er bij. Neem voor het opdoen de kruiden
er uit en presenteer het gerecht bij droge
rijst.
(NEDERLANDSCH FABRIKAATJ^^^"^^
VEREENIGDE GLASFABRIEKEN
1:1
'N PERZISCH TAPIJT P
GOED en GOEDKOOP bij E
PERZISCHE TAPIJTEN
STATIONSWEG 15A
ROTTERDAM
UW DAGELIJKSCH KOPJE KOFFIE
UW DAGELIJKSCH KOPJE THE
maar
allebei
van
N.V. Kanis Gnnnink, Importeurs, Kampen
„MERCURIUS"
HAVERMOUT
VLUGKOKEND
N.V. KON. PELLERIJ „MERCURIUS" WORM ER VEER.
ST00MWASSCHERIJ Tli.BOMBEKE
OOSTMAASLAAN 93 Telefoon 32545
ROTTERDAM
NIET DUURDER, WEL BETER!
Stoom-Wasch- en Strijkinrichting
„AURORA"
W. SPIERENBURG C.Wzn,
UTRECHT
KONINGSWEG 56 - Telef. 11165
Postrekening Na 43430 Opgericht 1836
Geheel naar de eischen des
tijds ingericht Wascht
uitsluitend met nortonwater
VRAAGT TARIEVEN