odK»)
DAGERAAD
MAANDAG 3 AUGUSTUS 1936
ONZE„SCHEEPSBOUW
JU
Tj 4
ins? k jissyp
Op de groote scheepswerven,
wordt druk geklopt en gehamerd
Al meermalen is erop gewezen, dat er op
ihet gebied van de scheepsbouw in ons land
een opleving is te constateeren. Toen ver
leden jaar versoheidene schepen van de
Nederlandsche handels- en koopvaardijvloot
aan het buitenland werden verkocht, werd
dit algemeen als geen gunstig teefcen be
schouwd. Naderhand is echter komen vast
te staan, dat die alarmeerende berichten,
over den verkoop van schepen, tot hun
ware proporties moesten worden terugge
bracht. Voor vele van die oude verkochte
schepen zijn nieuwe gebouwd of in de
maak.
De volgende cijfers geven aan, ze betref
fen uitsluitend zeeschepen van minstens 100
regiserton bruto inhoud, dat op 't oogen-
blik op vele Nederlandsche werven druk
geklopt en gehamerd wordt.
Op 1 Juli 1936 waren in Nederland in
aanbouw 42 schepen; op 1 Juli 1935, 32 sche
pen. De tonneninhoud van de schepen op
1 Juli 1936 in aanbouw was 148.000 ton, van
de schepen, op 1 Juli 1935 in aanbouw:
75.500 ton. Te water gelaten in de vorige
drie maanden van dii jaar: 19 zeeschepen
met 24.700 ton bruto inhoud. In het tweede
kwartaal van 1935 te water gelaten 10 sche
pen met 14.600 ton bruto inhoud.
Deze cijfers wijzen wel uit, dat in onze
scheepsbouw-industrie een groote bedrijvig
heid heerscht. Daar alleen het afgaan op
cijfers eenigszins een gevaarlijke kant heeft,
is een redacteur van „De Zakenwereld"
zijn licht eens wezen opsteken bij een des
kundige op dit terrein, den heer C I"
Teschmacher, directeur van Wilton-
Fijenoord te Schiedam. In dit interview
met den heer Teschmacher krijgt men zulk
een goede kijk op den liuidigen stand van
zaken in onze scheepsbouw, dat we hier
verschillende gedeelten uit dit persgesprek
overnemen.
Op de vraag hoe de toestand van de Ne
derlandsche scheepsbouw is en in hoeverre
die toestand invloed heeft op de gang van
zaken in onze scheepsbouw, antwoordde de
heer Teschmacher:
„Naar mijn meening gaat onze
scheepvaart nog steeds ge/bukt onder
de druk der zware ooncurrentie van
die landen, welke den gouden stan
daard hebben afgeschaft, doch ik ben
er van overtuigd, dat de capaciteiten
en energie der Nederlamdsohe reeders
er een waarborg voor zijn, dat deze
moeilijikheid op den duur zal kunnen
worden overwonnen en dat Neder
land dan weder in de wereldsdheep-
vaart die plaats zal inne>men) waarop
het krachtens traditie en zijn gun
stige geografische ligging aanspraak
kan maken. In ieder geval meen ik
te mogen zeggen, dat een herstel is
ingetreden en dat er positief teekencn
aanwezig zijn, die op een algomeene
verbetering van de toestand wijzen".
Vervolgens deed de heer Teschmacher
uitkomen, dat onze scheepsbouw in hoofd
zaak afhankelijk is van de prosperiteit der
Nederlandsche scheepvaart. Met de scheeps-
reparatie is dit anders gesteld, want op dit
gebied wordt wel veel werk voor buiten-
landsche rekening gemaakt.
Al is de toestand
nog niet wat men
noemt rooskleurig
zullen de nieuwbouw
werven een harden
strijd met de buiten-
landsche concurren
tie hebben te vo
alvorens van
winstgevend bedrijf
gesproken kan wor
den, toch is men vol
gens den heer Tesch
macher, op dit punt
op den goeden weg.
Op de vraag of de
groote schepen-order,
welke de „Shell" des
tijds bij de Neder
landsche werven
plaatste, van direc-
ten invloed geweest
is op den gang van
saken in den scheeps
bouw en den alge-
meenen toestand
sindsdien is verbe
terd, gaf de direc
teur van Wilton-
Fijenoord het vol
gende antwoord:
„Het is aan geen
twijfel onderhevig,
dat die groote orders
van de „Koninklijke/
Shell" een weldaad
zijn geweest -
trouwens nóg zijn
oor de gehecle Nederlandsche scheeps
bouw-industrie. Immers, zij waren voor ons,
scheepsbouwers, het middel om in de prac-
tijk te toetsen of de zoo dringend noodzake
lijke aanpassing door rationalisatie in onze
bedrijven kon worden verkregen. Ik geloof
niet, dat een der werven bij de acceptatie der
•dors verwachtte er winst op te zullen ma
ken, want dat lieten de aannemingssommen,
die op de wereldmarktprijzen gebaseerd
waren stellig niet toe. Maar en dit is
groote verdienste van de „Koninklijke
geweest zij stelde ons in de gelegenheid,
of sterker nog, voor de noodzakelijkheid om
tijdens den bouw der schepen middelen en
wegen te zoeken, welke tot een verlaging
onzer kostprijzen zouden voeren. Eji hierin
zijn stellig alle werven geslaagd!
Een besliste verbetering is volgens de lieer
Teschmacher waar te nemen in den Neder
landschen scheepsbouw, die hij meent aan
de volgende factoren te moeten toeschrijven:
In de eerste plaats stelt de rationalisatie
der bedrijven zelf de Nederlandsche werven
in staat zioh beter dan enkele jaren geleden
bij de buitenlandsche concurrentie aan te
passen. Een direct daaruit voortvloeiend re
sultaat is een grootere hoeveelheid werk, die,
alhoewel nog niet voldoende, er toch reeds
toe bijdraagt om den kostprijs per eenheid
op een lager niveau te brengen. En ten slotte
valt er in de wereldmarktprijzen een stij
gende teudenz waar te nemen, die vanzelf
sprekend niet nalaat ook op den gang van
zaken in den Nederlandschen scheepsbouw
een gunstigen invloed uit te oefenen."
Als de interviewer de vraag stelt: „Krijgt
ons land momenteel veel reparatie voor bui
tenlandsche rekening?" luidt het antwoord:
„Zonder twijfel is de hoeveelheid
reparatie vóór de crisis grooter ge
weest dan nu, maar toch kan men niet
zeggen, dat Nederland reparatiewerk
aan de buitenlandsche concurrentie
heeft moeten afstaan. Integendeel, ik
geloof niet, dat men voor dit werk
ergens goedkooper en vlugger terecht
kan dan in ons land. Dit moge eenigs
zins vreemd klinken met het oog op
de goudbasis van onze munteenheid,
het neemt niet weg, dat naar mijn over
tuiging door de ver doorgevoerde ra
tionalisatie, waarop ik zoooven heb ge
zinspeeld, het verschil tus6chen den
Nederlandschen goudgulden en de ge-
deprecieerde buitenlandsche valuta
geneutraliseerd is. Daarbij moet u niet
uit het oog verliezen, dat de reputatie,
welke de Nederlandsche werven op
6cheepsreparatiegebied genieten, een
zeer belangrijke roh speelt, terwijl
ook de tijdsduur, welken men hier
voor herstelwerk verlangt, een factor
van niet te onderschatten beteekenis is
Volgens het oordeel van den heer Tesch-
maoher, mag men op de scheepsreparatie-
gebied feitelijk niet van groote concurrentie
spreken, terwijl in den nieuwbouw de Scan
dinavische landen en tijdelijk ook Duilsch-
land, door zijn deviezcnpolitiek, tot onze
concurrenten gerekend moet worden
Dat die Poolscho duikbootencvrder in Ne
derland geplaatst is. schrijft de heer Tesch
macher toe aan Nederlands reputatie als
scheepsbouwer en aan het feit, dat men "de
order op oorlogsmateriaal liever in neutrale
landen zooals Nederland plaatst.
Tenslotte werd den heer Teschmacher nog
een oordeel gevraagd over do exploitatie
mogelijkheden van schepen als de „Normau-
"lë" en de „Queen Mary".
Hij beschouwde deze meer als
nationaal-chauvinistische uitingen van
landen, die de suprematie ter zee
willen veroveren of behouden, en hij
geloofde, dat de exploitatie-mogelijk
heden bij deze reuzenschepen niet in
de eerste plaats een rol zouden hebben
Daarentegen kan ik, aldus de heer
Teschmacher, van onze „Statendam"
en van de nieuwe „Prinsendam", of hoe
Nederlands grootste schip dan ook ge
doopt zal worden, zeggen, dat dit type
schepen zelfs in de crisisjaren zonder
verlies heeft kunnen varen en dus bij
eenige opleving in de scheepvaart een
rendabel bezit zal blijken te zijn.''
Uit dit vraaggesprek zal men tot de over
tuiging komen, dat het geklink en gehamer,
't welk van onze groote scheepswerven tot
ons doordringt, niet alleen een symphonie
van den arbeid is .maar, dat in rumoer en
lawaai optimistische klanken van oplevim
in deze aloude industrie ons oor bereiken.
De Prinsendamin aanbouw bij de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij
In memoriam
burgemeester Mees
In verband met het overlijden van Burge
meester M e e s is de Gemeenteraad van Leer
dam in spoedeischende vergadering bijeenge
komen.
Alle leden van den Gemeenteraad waren
aanwezig alsmede alle ambtenaren en hoof
den van dienst.
De Voorzitter opende deze vergade
ring met het voorlezen van het formulfoe*-
gebed, waarna alle leden zich van hun zetels
verhieven en de loco-Burgemeester de heer
Joh. Clements den overleden Burgemeester in
een rede herdacht. Besloten werd een tele
gram van hartelijke deelneming te zenden
aan de familie van den overleden Burgemees-
teir. Vervolgens werd de rede van den loco-
Burgemeester beantwoord door den heer Col-
lee, die ook het groote verlies van den Burge
meester memoreerde. Waarna de voorzitter
dank bracht aan den heer Collee voor diens
rrede en de aanwezigen voor hun belangstel
ling, waarop deze vergadering werd gesloten.
In aansluiting op het bericht van j.l. Za
terdag kan nog worden medegedeeld, dat de
overleden Burgemeester Commissaris was van
de Leerdamsche Waterleiding, lid van de Na
tionale Landstorm-Commissie Nieuwe Hol
lands che Wajterliniey bestuurslid Stad en
Land Zuid-Holland, Beshermheer muziek-
vereen. „Aurora". Eere-voorzitter Oranje Ver
eeniging en eere-voorzitter van de Padvinders
vereeniging. Onder zijn bewind kwam in
Leerdam veel tot stand. Wij noemen de Stei
ger, het Ziekenhuis en Nieuwe Kerkhof, de
Nieuwe Meentbrug en de electriciteitsvoorzie-
ning. De begrafenis zal plaats hebben te
Arnhem.
Binnenkort aanbesteding
Binnen afzienbaren tijd zal worden over
gegaan tot aanbesteding van vijf schutslui
zen in het aan te leggen Albert-kanaal. Deze
sluizen zullen gelegen zijn te Gent, Diepen
beek, Hasselt, Kwaad-Mechelen en He
renthals. De kosten worden op 250 millioen
francs geraamd. Het werk zal in een mini
mum van tijd moeten worden voltooid, daar
de Belgische Regeering voornemens is het
geheele kanaal in het voorjaar van 1938
voor het verkeer open te stellen.
Wee
Za£'A\
teamp&eren,
'""wtLord&er&i
wanl "AKKERTJES" helpen direct bij
hoofdpijn, kiespijn, spierpijn, spit in
den rug en rheumatische pijnen, maan
ook bij kou vatten, griep en koorts.
Zoo'n kokertje "AKKERTJES" is dan
ook een kamp-apotheek op zich zelf.
(Adv.)
DE MOERDIJKSCHE VEERBOOTEN
Als de brug over het Hollandsch Diep zal
zijn geopend, zullen twee booten van het
Moerdijksche veer gaan varen bij de veer
dienst Zijpe—Anna Jacoba; de derde zal in
den dienst Hellevoetsluis—Middelharnis
worden ondergebracht.
De Zeeuwsche Oestercultuur
Een nieuwe tegenslag
Zooals men weet gaat het met de Zeeuw
sche oestercultuur verre van goed. Daarom
heeft men uitgezien naar andere perceelen
en naar voor de doornziekte minder vat
bare oesters.
De laatste meende men gevonden te heb
ben in de Fransche zaaioesters, terwijl men
voor anderen grond zijn hoop had
tigd op de Zuidkust van Schouwen, van
Zierikzee tot Burghsluis, de plaats waar
momenteel de beste Zeeuwsche mosselper-
ceelen gelegen zijn.
De verleden jaar daar verkregen uitkom
sten waren zeer moedgevend, doch hoe on
berekenbaar de natuur is, blijkt dit jaar,
nu men constateert, dat de meeste van de
daar uitgezaaide jonge oesters van binnen
geheel zwart zien.
Men vreest, dat alles wel als verloren zal
moeten worden beschouwd.
Daar met het aanlcoopen van zaaioesters
altijd veel geld is gemoeid, is dit voor de
betrokkenen een schadepost van duizenden
guldens.
ECONOMIE
EN FINANCIEN
HANDELSOVEREENKOMST
MET IERLAND
Nederland verleent contingenten
voor invoer van wollen
en linnen stoffen
Regeling voor een jaar
Het departement van bnitenlandsche
zaken maakt bekend, dat op 31 Juli J.l.
te Dublin bij notawisseling een overeen
komst tusschen Nederland en den Ier-
schen Vrijstaat tot stand Is gekomen tot
regeling van de wederzijdsche handels
betrekkingen gedurende de periode 1
Augustus 1936 tot en met 31 Juli 1937.
Deze regeling is tot stand gekomen als
resultaat van besprekingen, welke eenigen
tijd geleden te Dublin door den directeur
an de handelsaccoorden zijn gevoerd met
de Iersche regeering.
Nederland verleent bij genoemde regeling
aan den Ierschen Vrijstaat contingenten
oor den invoer in Nederland van paarden,
ongesmolten dierlijk vet, wollen stoffen, lin
nen en half linnen stoffen, linnen zakdoe
ken en tricotages.
De aanleiding tot het toekennen van deze
contingenten hangt nauw samen met het
verloop van de- Nederlandsch-Iersche han
delsbalans.
De Iersceh vrijstaat voert in Nederland
namelijk slechts in voor een waarde van
ca. 45.000.terwijl Nederland in Ierland
invoert voor een waarde van ruim 4 mil
lioen, met inbegrip van de Nederlandsche
•verzeesclie gebiedsdeelen zelfs van onge
veer 8y* millioen.
Daar komt bij, dat de Iersche Vrijstaat,
hoewel dus een zeer belangrijk afzetgebied
van bovendien specifiek Nederlandsche pro
ducten, practisch nog in het geheel niet de
beschikking had over invoercontingenten.
Thans zijn bovengenoemde contingenten
toegekend, waaraan de voorwaarde is toe
gevoegd, dat de contingenten worden ver
leend zoolang niet door de handelingen van
de Iersche regeering wijziging wordt ge
bracht in de behandeling, welke Nederland
sche goederen op het oogenblik in den
Vrijstaat ondervinden.
Door de groote dispariteit in de handels
balans was rekening te houden met het ge-
aar, dat de Iersche regeering op den duur
n de voor het Koninkrijk gunstige situatie
rijziging zou brengen. Er was dus aanlei
ding om te voorkomen, dat. de Nederland
sche markt voor Ierland elk practisch be
lang zou blijven missen, hetgeen ertoe zou
kunnen leiden, dat de Iersche regeering bij
eventueele toekomstige tarief- en contingen-
teeringsmaatregelen geen rekening zou
kunnen houden met de Nederlandsche in-
•belangen. Daar komt nog bij, dat er
belang was, de bestaande welwillende
stemming in Ierland tegenover het Neder
landsche bedrijfsleven, waar het betreft de
pogingen om deel te nemen in de voort
schrijdende Iersche industrialisatfe, te
handhaven.
National Steel Corporation
Kleinere winst tweede kwartaal
De National Steel Corporation heeft
in het tweede kwartaal van 1936 een
bedrijfswinst gemaakt van 4.979.000
(v. j. 5.139.000) en een nettowinst van
2,805.000 (vorig jaar 2.948.000).
In het eerste halfjaar werd een be
drijfswinst geboekt van 9.169.000 (v j.
10.362.000) en een nettowinst van
5.182.000 (v. j. S 6.315.000), overeenko
mende met $2.40 (v. j. $3.04) per aan
deel.
DINSDAG 4 AUGUSTUS
HILVERSUM I 1875 M. AVRO-uitzending:,
8.00 Olympisch nieuws. 8.45 Gram.pl,
10.00 Morgenwijding. 10.30 Viool en piano.
11.00 Kookpraatje. 12.30 Gram.pl. 1.30
Strijkkwartet en declamatie. 2.45 Causerie
3.05 Lyra-trio. 4.30 Kinderkoorzang. 5.00
Kinderhalfuur. 5.30 Olympisch nieuws,
6.30 Piano-recital. 7.05 Schaakpraatje over
Nottingham door Dr. M. E u w e. 7.20
Olympisch nieuws. 8.00 Berichten ANP,
Mededeelingen. 8.15 Gevar. programma,
11.00 Berichten ANP.
HILVERSUM H 301 M. KRO-Uitzerfling,
8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12 00
Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pl. en d KRO-
Melodisten. 2.00 Vrouwenuur. 4.0D KRO-
Orkest. 5.45 Felicitatiebezoelc. 6 0 KRO-
Orkest. 7.15 Causerie over de geheelont
houding. 7.35 Sporthalfuur. 8.0'J Berichten
ANP. 8.10 Kon. Milit. Kapel. 8.50 Kapt.
C. L. Walther Boer vertelt over de Kon.
Mil. Kapel, die 60 jaar Koninklijk is. 9.00
Carillonconcert. 9.20 Kon. Milit. Kapel.
10.00 KRO-Boys. 10.30 Berichten ANP.
10.35 Gram.pl. 10.45 KRO-Boys. 11.15
12.00 Gram.pl.
DROITWICH 1500 M. 11.05 Orgelspel. 12.21
BBC-Midland-orkest. 1.35 Trio. 3.2i
Kwintet. 4.05 Gram.pl. 4.50 Het Carlton
Hotel-orkest. 5.20 Sportreportage. 5 45
Reportage uit Berlijn. 6.50 Kwintet. 7.35
Voordracht. 8.20 Radiotooneel. 10.11
Kwintet.
RADIO-PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcei
5.50 Orkestconcert. 9.05 Zang, voordracht
en revue.
KEULEN 456 M. 8.20 Solistenconccrt. 10.2C
Militair concert. 12.20 Volksmuziek. 1.20
Orkest. 2.20 Gevar. concert. 8.30 Populair
concert.
BRUSEL 322 en 484 IVL 322 M.: 1.30—2.1
Orkest. 5.20 en 6.50 J. Schnijders orkest
8.20 Gram.pl. en Voordracht. 9.20 De Co
median Harmonists. Hierna tot 11.30 Re
portage uit Berlijn.
484 M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 5.20
Concert. 6.50 Concert. 8.20 Radio-tooneel
Hierna J. Schijders' orkest.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Or-
kest, Zwabische Dorpsmuzikanten en so
listen. 10.35 Olympia-Echo. 11.20 Omroep
orkest en solisten.
GENERAL CIGAR
Netto winst gedaald
Ciga
PROCTER AND GAMBLE
Hoogere winst ln het tweede kwartaal
De nettowinst van de Procter and
Gamble (de Amerikaansche Unilever)
bedroeg over het tweede kwartaal 1936
$4.244.000 (v. j. $3.526.000). Over het
eerste halfjaar 1936 bedroeg de netto
ewinst $8.255.000 (v. j. $7.8
HONDENVOER „VLUG"
rijst met vlees en groenten niet koken
30 CENT PER PAK VAN 1 K.G.
VRAAGT UW WINKELIER
De bruto winst van de Gt-ner
Company bedroeg in het eerste halfjaar va
1936 $2.766.000 (v. j. $2.687.000). De nett
winst beliep 620.000 (v. j. 651.000)
komende met $0.49 (v. j. $1) per aandei
LEENINGEN 'S-HERTOGENBOSCH
Aflossing van een 5 leening
Nieuwe leening tegen i1/^
Per 31 Dec. vervalt de leening groo
ƒ2.500.000, rentende 5 welke voor ee
tijdvak van vijf jaar door de gemccw
's Hertogenbosch was aangegaan. De li
casso-Bank N.V. te Amsterdam en de Ne<
Ind. Handelsbank N.V. te Amsterdam, lie
ben zich bereid verklaard een 4}A leenin
ad ƒ2.500.000 over te nemen. Allo kostei
aan deze emissie verbonden, komen
laste van bovengenoemde geldgevers,
looptijd der leening zal ten hoogste 40 jaa
bedragen, terwijl de gemeente te alle:
tijde het recht zal hebben tot vervroegd
of gedeeltelijke aflossing over te gaan.
Het college van B. W. t« 's-Hertogenbosc
heeft verder nog een aanbieding ontvange
voor een onderhandsche leening tot c*
bedrag van ƒ600.000 tegen 4*4 looptijd
jaar voor een bedrag van ƒ500,000 en
jaar voor het resteerende gedeelte v
100.000, te vergoeden provisie 34 O
deze aanbieding lijkt B. en W. aanvaaj
baar,
OVERIJSSELSCHE HYPOTHEEKBANK
Eerste halljaar 1936
Uit het beknopt verslag over het eersi
halfjaar van 1936 blijkt, dat toegestaa
werden 28 hypotheek-aanvragen tot ee
bedrag van 246.350.
Het saldo eigen hypotheken bedroeg of
1 Jan. jl. 873 stuks tot ƒ19.375.905 en ol
30 Juni jl. 855 leeningen tot ƒ18.803.737.
Het saldo gecedeerde, tevens de bank g<
waarborgde hypotheken, bedroeg op 1 Jai
jl. 1138 leeningen ad ƒ20.267.195 en op
Juni jl. 1150 leeningen ad ƒ20.352.280.
In omloop was op 1 Jan. aan pandbrieve
ƒ17.448.600 en op 30 Juni ƒ16.740.400.
Het saldo gecedeerde, niet door de ban
gewaarborgde hypotheken, bedroeg op
Jund 80 leeningen ad 1.326.030 (1 Jan. 19c
83 leeningen ad 1.431.505).
Per 30 Juni jl. bedroeg het saldo-win!
f92.636 (v. j. ƒ101.833).
De rente-echterstand per 30 Juni jl. b
droeg ƒ72.755.
Feuilleton
i(74
door H. KINGMANS
Hopman Munco Ketel, ïn 'den vroegen morgen dwalen'!
door het kamp, was in een blijde stemming, daar bekend was
geworden, hoe uit de stad onderhandelingen waren gevraagd.
Er konden nog wel eenige dagen verloopen; een tijd van
loven en bieden en moeizaam onderhandelen zou aanbreken;
maar het zag er toch naar uit, dat de vesting spoedig het
hoofd buigen zou, zoodat hij in de stad bij de zijnen zou zijn,
om voortaan weer tot de burgerij van Groningen te behooren.
Hij had vernomen, dat Ten Buer naar de stad was terug
gekeerd met het antwoord der beide Graven. Zij waren
genegen afgevaardigden naar de stad te zienden, om te komen
onderhandelen, mits zes gijzelaars een burgemeester, een
hoofdman, twee raadsheeren, een kapitein en een luitenant van
het garnizoen in het kamp zouden verschijnen, zoolang de
onderhandelingen duurden er verblijvende. Op die gijzelaars
was thans het wachten.
Maar omstreeks acht uur spitsten 'de helegeraars op de
batterijen en in de loopgraven hun ooren: uit de stad klonk,
trommelslag, geschreeuw en gekrijt en het woeden eener
volksmenigte. Het werd aan de Graven bericht Met de andere
bevelhebbers waren zij er van overtuigd, dat het in de vesting
niet zuiver was.
Hun vermoeden werd bevestigd. Een burgerzoon van omtrent
achttien jaar, gevlucht uit de stad, werd gevat en instantelijk
voor Prins Maurits geleid. Hij gaf alle noodige inlichtingen en
in het kamp wist men genoeg.
Munco hoorde Prins Maurits tot zijn neef zeggen: „'Als men
Öaar niet goedschiks wil, dan maar kwaadschiks."
Later yertelde Graaf Lodewijk hem, hoe de york aan 3e
steel zat Het was vrij zeker, dat van onderhandelingen niets
komen zou.
Munco voelde den tegenslag zwaar, maar hij verloor nog
niet alle hoop. 't Was toch algemeen bekend, dat een groote
meerderheid in de stad de overgave wenschte. Ook waren
brieven van Liauckema aan Verdugo onderschept, waarin deze
op ontzet aandrong, daar hij op den duur de vesting niet houden
kon.
Den volgenden dag ging hij er anders over 'denken. Want
er kwam een schrijven uit de stad, waarin gezegd werd, dat
de Vroedschap geen bezwaar had, de vier eerstgenoemde
gijzelaars te zenden, maar niet een kapitein en een luitenant,
daar de bevelhebber der vesting dat met zijn eed niet overeen
kon brengen. Verder werd nogmaals verzocht, de gezanten in
Brussel te mogen terugroepen. De heeren in de stad verklaarden
wijders een accoord te willen aangaan, dat van kracht zou
worden, indien een maand na dato geen ontzet was komsn
opdagen. En tenslotte werd verlangd een wapenstilstand van
schieten en graven aan beide zijden.
Munco vernam, dat Prins Maurits, die meermalen ruw kon
uitvallen, na de lezing eenige kernachtige woorden had ge
bruikt, om uit te drukken, hoe hij het Groningsche antwoord
een bespotting vond.
Het wederantwoord werd gegeven door de stukken, die hun
vuur onafgebroken op de vesting braakten
Eenige dagen later beproefde de Magistraat opnieuw uitstel
te verkrijgen, maar Prins Maurits deelde den gezonden trommel
slager kort en bondig mede, dat hij geen antwoord zenden zou;
hij had genoeg geschreven.
Munco wist er nu alles van: als Groningen niet verstand'g
werd, zou het kanon spreken tot 't bittere einde. Of Groningen
moest het kunnen volhouden, zoodat de belegeraars gedwongen
werden af te trekken. Wat onder de officieren v as het bekend,
dat er gebrek aan lood en kruit aan het komen was en, erger
nog, dat de beide Graven met geldgebrek begonnen te kampen.
Herhaaldelijk reed9 waren naar Den Haag smeekbrieven om
geld gezonden, maar Den Haag stuurde geen geld; zeide alleen,
dat Friesland en de Ommelanden, als de meest belanghebbenden
bij de vermeestering van Groningen, moesten betalen, welke
beide laatsten zeiden, niet te kunnen.
Neen, rooskleurig was de toestand niet. En als Groningen
het volhouden kon, kon het Staatsche leger wel eens gedwongen
worden, het beleg op te geven.
Moest Munco Ketel dan voor de zooveelste maal hevig worden
teleurgesteld?
HOOFDSTUK VIII
*t Was een drukkend warme Julidag. Evenals verschillende
Junidagen drukkend waren geweest. Vandaar, dat meermalen
heftige onweders zich boven de belegerde vesting ontlastten cn
ware gietbuien voor eenigen tijd de zoo vurig gewenschte ver
koeling brachten.
Reeds meermalen had Aart Sebensz. betoogd, dat de Be
legeraars het in hun linnen woningen in Helpen hard te
verduren zouden hebben.
Voor het uiterlijk bleek daarvan evenwel niets. Want ondanks
de vele onweders en hevige plasregens duurde de beschieting
onverminderd voort
De gevolgen bleven niet uit: menig burger of soldaat werd
in de straten of in de huizen getroffen, heel vaak doodelijk;
menig huis in het zuiden der stad ervoer de vernielende werking
der bommen en zware keisteenen, die in de vesting werden
geslingerd. Het was verwonderlijk, dat er heel weinig branden
voorkwamen, zoodat dc monniken en mennisten, aangewezen
voor het blusschen niet veel te doen hadden.
Ja, dagelijks ondervond men de uitwerking van het geschut
Was het klokkenspel van de A-toren niet vernield? Was fis
toren op de wallen tusschen Heer> en Oosterpoort, waarvan
men veel gemak had, door de Staatsche artillerie niet buiten
gevecht gesteld? Werden de y.uurmonden in het Olde rondeei
van uit Helpen niet stukgeschoten?
Het werd al hachelijker in de vesting, waar bovendien gebre
aan geld kwam, zoodat de soldij spaarzaam werd uitbetaal!
wat den soldaten ontevreden maakte. Wel werden, naar Aai
Sebensz. ter oore kwam, vrijwillige giften gegeven, waardoo
men voor een oogenblik uit den brand was, maar op den duii
was de verdediging toch niet vol te houden.
Steeds meer groeide de ontevredenheid. Het aantal burger
dat van overgave sprak, was sinds den dag van het oproer wee
meer gestegen. Feitelijk waren het slechts de soldaten
schuutenschuuvers en sledemenners plus de Vroedschap, di
nog steeds hopend op ontzet, wilden volhouden.
Even was er een algemeene vreugde geweest, toen van de
St. Martenstoren de stem van den priester .Tohan Coninek
klonk, die boodschapte, dat de vijand aftrok en het ontzet reed
te Haren was! Was het zinsbegoocheling van den geestelijk
geweest? Of had hij mogelijk troepenbeweging in Helpen b*
speurd die in de richting Haren trok? Het raadsel werd nie
verklaard. Maar zeker was, dat het niet dan een loos geruch
was geweest, waardoor Aart Sebensz. werd gesterkt in zij:
overtuiging, dat ontzet niet zou komen opdagen, al ontving
dan ten Stadhuize brieven van Verdugo en uit Brussel met vag
beloften.
Inplaats dat ontzet opdagen kwam werd uit het Saatscli
leger nog veel meer geschoten! Nu was dat een zichtbar
vijand. Veel meer vrees wa9 er evenwel voor het stage werk?,
der mineurs en sappeurs, die dag en nacht zwoegden, nii
alleen om een kunstig net van loopgraven te formeeren, maa
meer nog en ziedaar de angst en vrees om onderaardsch
gangen te graven, Waar waren zij bezig? Op welk punt onda
de wallen zouden zij hun kruit en lood tot ontploffing brengen
Er was niemand, die het wist En die onzekerheid drukte
Wel had men vemioedens, waarom vanuit de vesting tegen
mijnen werden gegraven, maar er was geen enkele zekerheic
dat men op die der belegeraars stuiten zom