odK») DAGERAAD MAANDAG 3 AUGUSTUS 1936 ONZE„SCHEEPSBOUW JU Tj 4 ins? k jissyp Op de groote scheepswerven, wordt druk geklopt en gehamerd Al meermalen is erop gewezen, dat er op ihet gebied van de scheepsbouw in ons land een opleving is te constateeren. Toen ver leden jaar versoheidene schepen van de Nederlandsche handels- en koopvaardijvloot aan het buitenland werden verkocht, werd dit algemeen als geen gunstig teefcen be schouwd. Naderhand is echter komen vast te staan, dat die alarmeerende berichten, over den verkoop van schepen, tot hun ware proporties moesten worden terugge bracht. Voor vele van die oude verkochte schepen zijn nieuwe gebouwd of in de maak. De volgende cijfers geven aan, ze betref fen uitsluitend zeeschepen van minstens 100 regiserton bruto inhoud, dat op 't oogen- blik op vele Nederlandsche werven druk geklopt en gehamerd wordt. Op 1 Juli 1936 waren in Nederland in aanbouw 42 schepen; op 1 Juli 1935, 32 sche pen. De tonneninhoud van de schepen op 1 Juli 1936 in aanbouw was 148.000 ton, van de schepen, op 1 Juli 1935 in aanbouw: 75.500 ton. Te water gelaten in de vorige drie maanden van dii jaar: 19 zeeschepen met 24.700 ton bruto inhoud. In het tweede kwartaal van 1935 te water gelaten 10 sche pen met 14.600 ton bruto inhoud. Deze cijfers wijzen wel uit, dat in onze scheepsbouw-industrie een groote bedrijvig heid heerscht. Daar alleen het afgaan op cijfers eenigszins een gevaarlijke kant heeft, is een redacteur van „De Zakenwereld" zijn licht eens wezen opsteken bij een des kundige op dit terrein, den heer C I" Teschmacher, directeur van Wilton- Fijenoord te Schiedam. In dit interview met den heer Teschmacher krijgt men zulk een goede kijk op den liuidigen stand van zaken in onze scheepsbouw, dat we hier verschillende gedeelten uit dit persgesprek overnemen. Op de vraag hoe de toestand van de Ne derlandsche scheepsbouw is en in hoeverre die toestand invloed heeft op de gang van zaken in onze scheepsbouw, antwoordde de heer Teschmacher: „Naar mijn meening gaat onze scheepvaart nog steeds ge/bukt onder de druk der zware ooncurrentie van die landen, welke den gouden stan daard hebben afgeschaft, doch ik ben er van overtuigd, dat de capaciteiten en energie der Nederlamdsohe reeders er een waarborg voor zijn, dat deze moeilijikheid op den duur zal kunnen worden overwonnen en dat Neder land dan weder in de wereldsdheep- vaart die plaats zal inne>men) waarop het krachtens traditie en zijn gun stige geografische ligging aanspraak kan maken. In ieder geval meen ik te mogen zeggen, dat een herstel is ingetreden en dat er positief teekencn aanwezig zijn, die op een algomeene verbetering van de toestand wijzen". Vervolgens deed de heer Teschmacher uitkomen, dat onze scheepsbouw in hoofd zaak afhankelijk is van de prosperiteit der Nederlandsche scheepvaart. Met de scheeps- reparatie is dit anders gesteld, want op dit gebied wordt wel veel werk voor buiten- landsche rekening gemaakt. Al is de toestand nog niet wat men noemt rooskleurig zullen de nieuwbouw werven een harden strijd met de buiten- landsche concurren tie hebben te vo alvorens van winstgevend bedrijf gesproken kan wor den, toch is men vol gens den heer Tesch macher, op dit punt op den goeden weg. Op de vraag of de groote schepen-order, welke de „Shell" des tijds bij de Neder landsche werven plaatste, van direc- ten invloed geweest is op den gang van saken in den scheeps bouw en den alge- meenen toestand sindsdien is verbe terd, gaf de direc teur van Wilton- Fijenoord het vol gende antwoord: „Het is aan geen twijfel onderhevig, dat die groote orders van de „Koninklijke/ Shell" een weldaad zijn geweest - trouwens nóg zijn oor de gehecle Nederlandsche scheeps bouw-industrie. Immers, zij waren voor ons, scheepsbouwers, het middel om in de prac- tijk te toetsen of de zoo dringend noodzake lijke aanpassing door rationalisatie in onze bedrijven kon worden verkregen. Ik geloof niet, dat een der werven bij de acceptatie der •dors verwachtte er winst op te zullen ma ken, want dat lieten de aannemingssommen, die op de wereldmarktprijzen gebaseerd waren stellig niet toe. Maar en dit is groote verdienste van de „Koninklijke geweest zij stelde ons in de gelegenheid, of sterker nog, voor de noodzakelijkheid om tijdens den bouw der schepen middelen en wegen te zoeken, welke tot een verlaging onzer kostprijzen zouden voeren. Eji hierin zijn stellig alle werven geslaagd! Een besliste verbetering is volgens de lieer Teschmacher waar te nemen in den Neder landschen scheepsbouw, die hij meent aan de volgende factoren te moeten toeschrijven: In de eerste plaats stelt de rationalisatie der bedrijven zelf de Nederlandsche werven in staat zioh beter dan enkele jaren geleden bij de buitenlandsche concurrentie aan te passen. Een direct daaruit voortvloeiend re sultaat is een grootere hoeveelheid werk, die, alhoewel nog niet voldoende, er toch reeds toe bijdraagt om den kostprijs per eenheid op een lager niveau te brengen. En ten slotte valt er in de wereldmarktprijzen een stij gende teudenz waar te nemen, die vanzelf sprekend niet nalaat ook op den gang van zaken in den Nederlandschen scheepsbouw een gunstigen invloed uit te oefenen." Als de interviewer de vraag stelt: „Krijgt ons land momenteel veel reparatie voor bui tenlandsche rekening?" luidt het antwoord: „Zonder twijfel is de hoeveelheid reparatie vóór de crisis grooter ge weest dan nu, maar toch kan men niet zeggen, dat Nederland reparatiewerk aan de buitenlandsche concurrentie heeft moeten afstaan. Integendeel, ik geloof niet, dat men voor dit werk ergens goedkooper en vlugger terecht kan dan in ons land. Dit moge eenigs zins vreemd klinken met het oog op de goudbasis van onze munteenheid, het neemt niet weg, dat naar mijn over tuiging door de ver doorgevoerde ra tionalisatie, waarop ik zoooven heb ge zinspeeld, het verschil tus6chen den Nederlandschen goudgulden en de ge- deprecieerde buitenlandsche valuta geneutraliseerd is. Daarbij moet u niet uit het oog verliezen, dat de reputatie, welke de Nederlandsche werven op 6cheepsreparatiegebied genieten, een zeer belangrijke roh speelt, terwijl ook de tijdsduur, welken men hier voor herstelwerk verlangt, een factor van niet te onderschatten beteekenis is Volgens het oordeel van den heer Tesch- maoher, mag men op de scheepsreparatie- gebied feitelijk niet van groote concurrentie spreken, terwijl in den nieuwbouw de Scan dinavische landen en tijdelijk ook Duilsch- land, door zijn deviezcnpolitiek, tot onze concurrenten gerekend moet worden Dat die Poolscho duikbootencvrder in Ne derland geplaatst is. schrijft de heer Tesch macher toe aan Nederlands reputatie als scheepsbouwer en aan het feit, dat men "de order op oorlogsmateriaal liever in neutrale landen zooals Nederland plaatst. Tenslotte werd den heer Teschmacher nog een oordeel gevraagd over do exploitatie mogelijkheden van schepen als de „Normau- "lë" en de „Queen Mary". Hij beschouwde deze meer als nationaal-chauvinistische uitingen van landen, die de suprematie ter zee willen veroveren of behouden, en hij geloofde, dat de exploitatie-mogelijk heden bij deze reuzenschepen niet in de eerste plaats een rol zouden hebben Daarentegen kan ik, aldus de heer Teschmacher, van onze „Statendam" en van de nieuwe „Prinsendam", of hoe Nederlands grootste schip dan ook ge doopt zal worden, zeggen, dat dit type schepen zelfs in de crisisjaren zonder verlies heeft kunnen varen en dus bij eenige opleving in de scheepvaart een rendabel bezit zal blijken te zijn.'' Uit dit vraaggesprek zal men tot de over tuiging komen, dat het geklink en gehamer, 't welk van onze groote scheepswerven tot ons doordringt, niet alleen een symphonie van den arbeid is .maar, dat in rumoer en lawaai optimistische klanken van oplevim in deze aloude industrie ons oor bereiken. De Prinsendamin aanbouw bij de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij In memoriam burgemeester Mees In verband met het overlijden van Burge meester M e e s is de Gemeenteraad van Leer dam in spoedeischende vergadering bijeenge komen. Alle leden van den Gemeenteraad waren aanwezig alsmede alle ambtenaren en hoof den van dienst. De Voorzitter opende deze vergade ring met het voorlezen van het formulfoe*- gebed, waarna alle leden zich van hun zetels verhieven en de loco-Burgemeester de heer Joh. Clements den overleden Burgemeester in een rede herdacht. Besloten werd een tele gram van hartelijke deelneming te zenden aan de familie van den overleden Burgemees- teir. Vervolgens werd de rede van den loco- Burgemeester beantwoord door den heer Col- lee, die ook het groote verlies van den Burge meester memoreerde. Waarna de voorzitter dank bracht aan den heer Collee voor diens rrede en de aanwezigen voor hun belangstel ling, waarop deze vergadering werd gesloten. In aansluiting op het bericht van j.l. Za terdag kan nog worden medegedeeld, dat de overleden Burgemeester Commissaris was van de Leerdamsche Waterleiding, lid van de Na tionale Landstorm-Commissie Nieuwe Hol lands che Wajterliniey bestuurslid Stad en Land Zuid-Holland, Beshermheer muziek- vereen. „Aurora". Eere-voorzitter Oranje Ver eeniging en eere-voorzitter van de Padvinders vereeniging. Onder zijn bewind kwam in Leerdam veel tot stand. Wij noemen de Stei ger, het Ziekenhuis en Nieuwe Kerkhof, de Nieuwe Meentbrug en de electriciteitsvoorzie- ning. De begrafenis zal plaats hebben te Arnhem. Binnenkort aanbesteding Binnen afzienbaren tijd zal worden over gegaan tot aanbesteding van vijf schutslui zen in het aan te leggen Albert-kanaal. Deze sluizen zullen gelegen zijn te Gent, Diepen beek, Hasselt, Kwaad-Mechelen en He renthals. De kosten worden op 250 millioen francs geraamd. Het werk zal in een mini mum van tijd moeten worden voltooid, daar de Belgische Regeering voornemens is het geheele kanaal in het voorjaar van 1938 voor het verkeer open te stellen. Wee Za£'A\ teamp&eren, '""wtLord&er&i wanl "AKKERTJES" helpen direct bij hoofdpijn, kiespijn, spierpijn, spit in den rug en rheumatische pijnen, maan ook bij kou vatten, griep en koorts. Zoo'n kokertje "AKKERTJES" is dan ook een kamp-apotheek op zich zelf. (Adv.) DE MOERDIJKSCHE VEERBOOTEN Als de brug over het Hollandsch Diep zal zijn geopend, zullen twee booten van het Moerdijksche veer gaan varen bij de veer dienst Zijpe—Anna Jacoba; de derde zal in den dienst Hellevoetsluis—Middelharnis worden ondergebracht. De Zeeuwsche Oestercultuur Een nieuwe tegenslag Zooals men weet gaat het met de Zeeuw sche oestercultuur verre van goed. Daarom heeft men uitgezien naar andere perceelen en naar voor de doornziekte minder vat bare oesters. De laatste meende men gevonden te heb ben in de Fransche zaaioesters, terwijl men voor anderen grond zijn hoop had tigd op de Zuidkust van Schouwen, van Zierikzee tot Burghsluis, de plaats waar momenteel de beste Zeeuwsche mosselper- ceelen gelegen zijn. De verleden jaar daar verkregen uitkom sten waren zeer moedgevend, doch hoe on berekenbaar de natuur is, blijkt dit jaar, nu men constateert, dat de meeste van de daar uitgezaaide jonge oesters van binnen geheel zwart zien. Men vreest, dat alles wel als verloren zal moeten worden beschouwd. Daar met het aanlcoopen van zaaioesters altijd veel geld is gemoeid, is dit voor de betrokkenen een schadepost van duizenden guldens. ECONOMIE EN FINANCIEN HANDELSOVEREENKOMST MET IERLAND Nederland verleent contingenten voor invoer van wollen en linnen stoffen Regeling voor een jaar Het departement van bnitenlandsche zaken maakt bekend, dat op 31 Juli J.l. te Dublin bij notawisseling een overeen komst tusschen Nederland en den Ier- schen Vrijstaat tot stand Is gekomen tot regeling van de wederzijdsche handels betrekkingen gedurende de periode 1 Augustus 1936 tot en met 31 Juli 1937. Deze regeling is tot stand gekomen als resultaat van besprekingen, welke eenigen tijd geleden te Dublin door den directeur an de handelsaccoorden zijn gevoerd met de Iersche regeering. Nederland verleent bij genoemde regeling aan den Ierschen Vrijstaat contingenten oor den invoer in Nederland van paarden, ongesmolten dierlijk vet, wollen stoffen, lin nen en half linnen stoffen, linnen zakdoe ken en tricotages. De aanleiding tot het toekennen van deze contingenten hangt nauw samen met het verloop van de- Nederlandsch-Iersche han delsbalans. De Iersceh vrijstaat voert in Nederland namelijk slechts in voor een waarde van ca. 45.000.terwijl Nederland in Ierland invoert voor een waarde van ruim 4 mil lioen, met inbegrip van de Nederlandsche •verzeesclie gebiedsdeelen zelfs van onge veer 8y* millioen. Daar komt bij, dat de Iersche Vrijstaat, hoewel dus een zeer belangrijk afzetgebied van bovendien specifiek Nederlandsche pro ducten, practisch nog in het geheel niet de beschikking had over invoercontingenten. Thans zijn bovengenoemde contingenten toegekend, waaraan de voorwaarde is toe gevoegd, dat de contingenten worden ver leend zoolang niet door de handelingen van de Iersche regeering wijziging wordt ge bracht in de behandeling, welke Nederland sche goederen op het oogenblik in den Vrijstaat ondervinden. Door de groote dispariteit in de handels balans was rekening te houden met het ge- aar, dat de Iersche regeering op den duur n de voor het Koninkrijk gunstige situatie rijziging zou brengen. Er was dus aanlei ding om te voorkomen, dat. de Nederland sche markt voor Ierland elk practisch be lang zou blijven missen, hetgeen ertoe zou kunnen leiden, dat de Iersche regeering bij eventueele toekomstige tarief- en contingen- teeringsmaatregelen geen rekening zou kunnen houden met de Nederlandsche in- •belangen. Daar komt nog bij, dat er belang was, de bestaande welwillende stemming in Ierland tegenover het Neder landsche bedrijfsleven, waar het betreft de pogingen om deel te nemen in de voort schrijdende Iersche industrialisatfe, te handhaven. National Steel Corporation Kleinere winst tweede kwartaal De National Steel Corporation heeft in het tweede kwartaal van 1936 een bedrijfswinst gemaakt van 4.979.000 (v. j. 5.139.000) en een nettowinst van 2,805.000 (vorig jaar 2.948.000). In het eerste halfjaar werd een be drijfswinst geboekt van 9.169.000 (v j. 10.362.000) en een nettowinst van 5.182.000 (v. j. S 6.315.000), overeenko mende met $2.40 (v. j. $3.04) per aan deel. DINSDAG 4 AUGUSTUS HILVERSUM I 1875 M. AVRO-uitzending:, 8.00 Olympisch nieuws. 8.45 Gram.pl, 10.00 Morgenwijding. 10.30 Viool en piano. 11.00 Kookpraatje. 12.30 Gram.pl. 1.30 Strijkkwartet en declamatie. 2.45 Causerie 3.05 Lyra-trio. 4.30 Kinderkoorzang. 5.00 Kinderhalfuur. 5.30 Olympisch nieuws, 6.30 Piano-recital. 7.05 Schaakpraatje over Nottingham door Dr. M. E u w e. 7.20 Olympisch nieuws. 8.00 Berichten ANP, Mededeelingen. 8.15 Gevar. programma, 11.00 Berichten ANP. HILVERSUM H 301 M. KRO-Uitzerfling, 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12 00 Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pl. en d KRO- Melodisten. 2.00 Vrouwenuur. 4.0D KRO- Orkest. 5.45 Felicitatiebezoelc. 6 0 KRO- Orkest. 7.15 Causerie over de geheelont houding. 7.35 Sporthalfuur. 8.0'J Berichten ANP. 8.10 Kon. Milit. Kapel. 8.50 Kapt. C. L. Walther Boer vertelt over de Kon. Mil. Kapel, die 60 jaar Koninklijk is. 9.00 Carillonconcert. 9.20 Kon. Milit. Kapel. 10.00 KRO-Boys. 10.30 Berichten ANP. 10.35 Gram.pl. 10.45 KRO-Boys. 11.15 12.00 Gram.pl. DROITWICH 1500 M. 11.05 Orgelspel. 12.21 BBC-Midland-orkest. 1.35 Trio. 3.2i Kwintet. 4.05 Gram.pl. 4.50 Het Carlton Hotel-orkest. 5.20 Sportreportage. 5 45 Reportage uit Berlijn. 6.50 Kwintet. 7.35 Voordracht. 8.20 Radiotooneel. 10.11 Kwintet. RADIO-PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcei 5.50 Orkestconcert. 9.05 Zang, voordracht en revue. KEULEN 456 M. 8.20 Solistenconccrt. 10.2C Militair concert. 12.20 Volksmuziek. 1.20 Orkest. 2.20 Gevar. concert. 8.30 Populair concert. BRUSEL 322 en 484 IVL 322 M.: 1.30—2.1 Orkest. 5.20 en 6.50 J. Schnijders orkest 8.20 Gram.pl. en Voordracht. 9.20 De Co median Harmonists. Hierna tot 11.30 Re portage uit Berlijn. 484 M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 5.20 Concert. 6.50 Concert. 8.20 Radio-tooneel Hierna J. Schijders' orkest. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Or- kest, Zwabische Dorpsmuzikanten en so listen. 10.35 Olympia-Echo. 11.20 Omroep orkest en solisten. GENERAL CIGAR Netto winst gedaald Ciga PROCTER AND GAMBLE Hoogere winst ln het tweede kwartaal De nettowinst van de Procter and Gamble (de Amerikaansche Unilever) bedroeg over het tweede kwartaal 1936 $4.244.000 (v. j. $3.526.000). Over het eerste halfjaar 1936 bedroeg de netto ewinst $8.255.000 (v. j. $7.8 HONDENVOER „VLUG" rijst met vlees en groenten niet koken 30 CENT PER PAK VAN 1 K.G. VRAAGT UW WINKELIER De bruto winst van de Gt-ner Company bedroeg in het eerste halfjaar va 1936 $2.766.000 (v. j. $2.687.000). De nett winst beliep 620.000 (v. j. 651.000) komende met $0.49 (v. j. $1) per aandei LEENINGEN 'S-HERTOGENBOSCH Aflossing van een 5 leening Nieuwe leening tegen i1/^ Per 31 Dec. vervalt de leening groo ƒ2.500.000, rentende 5 welke voor ee tijdvak van vijf jaar door de gemccw 's Hertogenbosch was aangegaan. De li casso-Bank N.V. te Amsterdam en de Ne< Ind. Handelsbank N.V. te Amsterdam, lie ben zich bereid verklaard een 4}A leenin ad ƒ2.500.000 over te nemen. Allo kostei aan deze emissie verbonden, komen laste van bovengenoemde geldgevers, looptijd der leening zal ten hoogste 40 jaa bedragen, terwijl de gemeente te alle: tijde het recht zal hebben tot vervroegd of gedeeltelijke aflossing over te gaan. Het college van B. W. t« 's-Hertogenbosc heeft verder nog een aanbieding ontvange voor een onderhandsche leening tot c* bedrag van ƒ600.000 tegen 4*4 looptijd jaar voor een bedrag van ƒ500,000 en jaar voor het resteerende gedeelte v 100.000, te vergoeden provisie 34 O deze aanbieding lijkt B. en W. aanvaaj baar, OVERIJSSELSCHE HYPOTHEEKBANK Eerste halljaar 1936 Uit het beknopt verslag over het eersi halfjaar van 1936 blijkt, dat toegestaa werden 28 hypotheek-aanvragen tot ee bedrag van 246.350. Het saldo eigen hypotheken bedroeg of 1 Jan. jl. 873 stuks tot ƒ19.375.905 en ol 30 Juni jl. 855 leeningen tot ƒ18.803.737. Het saldo gecedeerde, tevens de bank g< waarborgde hypotheken, bedroeg op 1 Jai jl. 1138 leeningen ad ƒ20.267.195 en op Juni jl. 1150 leeningen ad ƒ20.352.280. In omloop was op 1 Jan. aan pandbrieve ƒ17.448.600 en op 30 Juni ƒ16.740.400. Het saldo gecedeerde, niet door de ban gewaarborgde hypotheken, bedroeg op Jund 80 leeningen ad 1.326.030 (1 Jan. 19c 83 leeningen ad 1.431.505). Per 30 Juni jl. bedroeg het saldo-win! f92.636 (v. j. ƒ101.833). De rente-echterstand per 30 Juni jl. b droeg ƒ72.755. Feuilleton i(74 door H. KINGMANS Hopman Munco Ketel, ïn 'den vroegen morgen dwalen'! door het kamp, was in een blijde stemming, daar bekend was geworden, hoe uit de stad onderhandelingen waren gevraagd. Er konden nog wel eenige dagen verloopen; een tijd van loven en bieden en moeizaam onderhandelen zou aanbreken; maar het zag er toch naar uit, dat de vesting spoedig het hoofd buigen zou, zoodat hij in de stad bij de zijnen zou zijn, om voortaan weer tot de burgerij van Groningen te behooren. Hij had vernomen, dat Ten Buer naar de stad was terug gekeerd met het antwoord der beide Graven. Zij waren genegen afgevaardigden naar de stad te zienden, om te komen onderhandelen, mits zes gijzelaars een burgemeester, een hoofdman, twee raadsheeren, een kapitein en een luitenant van het garnizoen in het kamp zouden verschijnen, zoolang de onderhandelingen duurden er verblijvende. Op die gijzelaars was thans het wachten. Maar omstreeks acht uur spitsten 'de helegeraars op de batterijen en in de loopgraven hun ooren: uit de stad klonk, trommelslag, geschreeuw en gekrijt en het woeden eener volksmenigte. Het werd aan de Graven bericht Met de andere bevelhebbers waren zij er van overtuigd, dat het in de vesting niet zuiver was. Hun vermoeden werd bevestigd. Een burgerzoon van omtrent achttien jaar, gevlucht uit de stad, werd gevat en instantelijk voor Prins Maurits geleid. Hij gaf alle noodige inlichtingen en in het kamp wist men genoeg. Munco hoorde Prins Maurits tot zijn neef zeggen: „'Als men Öaar niet goedschiks wil, dan maar kwaadschiks." Later yertelde Graaf Lodewijk hem, hoe de york aan 3e steel zat Het was vrij zeker, dat van onderhandelingen niets komen zou. Munco voelde den tegenslag zwaar, maar hij verloor nog niet alle hoop. 't Was toch algemeen bekend, dat een groote meerderheid in de stad de overgave wenschte. Ook waren brieven van Liauckema aan Verdugo onderschept, waarin deze op ontzet aandrong, daar hij op den duur de vesting niet houden kon. Den volgenden dag ging hij er anders over 'denken. Want er kwam een schrijven uit de stad, waarin gezegd werd, dat de Vroedschap geen bezwaar had, de vier eerstgenoemde gijzelaars te zenden, maar niet een kapitein en een luitenant, daar de bevelhebber der vesting dat met zijn eed niet overeen kon brengen. Verder werd nogmaals verzocht, de gezanten in Brussel te mogen terugroepen. De heeren in de stad verklaarden wijders een accoord te willen aangaan, dat van kracht zou worden, indien een maand na dato geen ontzet was komsn opdagen. En tenslotte werd verlangd een wapenstilstand van schieten en graven aan beide zijden. Munco vernam, dat Prins Maurits, die meermalen ruw kon uitvallen, na de lezing eenige kernachtige woorden had ge bruikt, om uit te drukken, hoe hij het Groningsche antwoord een bespotting vond. Het wederantwoord werd gegeven door de stukken, die hun vuur onafgebroken op de vesting braakten Eenige dagen later beproefde de Magistraat opnieuw uitstel te verkrijgen, maar Prins Maurits deelde den gezonden trommel slager kort en bondig mede, dat hij geen antwoord zenden zou; hij had genoeg geschreven. Munco wist er nu alles van: als Groningen niet verstand'g werd, zou het kanon spreken tot 't bittere einde. Of Groningen moest het kunnen volhouden, zoodat de belegeraars gedwongen werden af te trekken. Wat onder de officieren v as het bekend, dat er gebrek aan lood en kruit aan het komen was en, erger nog, dat de beide Graven met geldgebrek begonnen te kampen. Herhaaldelijk reed9 waren naar Den Haag smeekbrieven om geld gezonden, maar Den Haag stuurde geen geld; zeide alleen, dat Friesland en de Ommelanden, als de meest belanghebbenden bij de vermeestering van Groningen, moesten betalen, welke beide laatsten zeiden, niet te kunnen. Neen, rooskleurig was de toestand niet. En als Groningen het volhouden kon, kon het Staatsche leger wel eens gedwongen worden, het beleg op te geven. Moest Munco Ketel dan voor de zooveelste maal hevig worden teleurgesteld? HOOFDSTUK VIII *t Was een drukkend warme Julidag. Evenals verschillende Junidagen drukkend waren geweest. Vandaar, dat meermalen heftige onweders zich boven de belegerde vesting ontlastten cn ware gietbuien voor eenigen tijd de zoo vurig gewenschte ver koeling brachten. Reeds meermalen had Aart Sebensz. betoogd, dat de Be legeraars het in hun linnen woningen in Helpen hard te verduren zouden hebben. Voor het uiterlijk bleek daarvan evenwel niets. Want ondanks de vele onweders en hevige plasregens duurde de beschieting onverminderd voort De gevolgen bleven niet uit: menig burger of soldaat werd in de straten of in de huizen getroffen, heel vaak doodelijk; menig huis in het zuiden der stad ervoer de vernielende werking der bommen en zware keisteenen, die in de vesting werden geslingerd. Het was verwonderlijk, dat er heel weinig branden voorkwamen, zoodat dc monniken en mennisten, aangewezen voor het blusschen niet veel te doen hadden. Ja, dagelijks ondervond men de uitwerking van het geschut Was het klokkenspel van de A-toren niet vernield? Was fis toren op de wallen tusschen Heer> en Oosterpoort, waarvan men veel gemak had, door de Staatsche artillerie niet buiten gevecht gesteld? Werden de y.uurmonden in het Olde rondeei van uit Helpen niet stukgeschoten? Het werd al hachelijker in de vesting, waar bovendien gebre aan geld kwam, zoodat de soldij spaarzaam werd uitbetaal! wat den soldaten ontevreden maakte. Wel werden, naar Aai Sebensz. ter oore kwam, vrijwillige giften gegeven, waardoo men voor een oogenblik uit den brand was, maar op den duii was de verdediging toch niet vol te houden. Steeds meer groeide de ontevredenheid. Het aantal burger dat van overgave sprak, was sinds den dag van het oproer wee meer gestegen. Feitelijk waren het slechts de soldaten schuutenschuuvers en sledemenners plus de Vroedschap, di nog steeds hopend op ontzet, wilden volhouden. Even was er een algemeene vreugde geweest, toen van de St. Martenstoren de stem van den priester .Tohan Coninek klonk, die boodschapte, dat de vijand aftrok en het ontzet reed te Haren was! Was het zinsbegoocheling van den geestelijk geweest? Of had hij mogelijk troepenbeweging in Helpen b* speurd die in de richting Haren trok? Het raadsel werd nie verklaard. Maar zeker was, dat het niet dan een loos geruch was geweest, waardoor Aart Sebensz. werd gesterkt in zij: overtuiging, dat ontzet niet zou komen opdagen, al ontving dan ten Stadhuize brieven van Verdugo en uit Brussel met vag beloften. Inplaats dat ontzet opdagen kwam werd uit het Saatscli leger nog veel meer geschoten! Nu was dat een zichtbar vijand. Veel meer vrees wa9 er evenwel voor het stage werk?, der mineurs en sappeurs, die dag en nacht zwoegden, nii alleen om een kunstig net van loopgraven te formeeren, maa meer nog en ziedaar de angst en vrees om onderaardsch gangen te graven, Waar waren zij bezig? Op welk punt onda de wallen zouden zij hun kruit en lood tot ontploffing brengen Er was niemand, die het wist En die onzekerheid drukte Wel had men vemioedens, waarom vanuit de vesting tegen mijnen werden gegraven, maar er was geen enkele zekerheic dat men op die der belegeraars stuiten zom

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8