^liruuir gHitsrtjr (ümmuit
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
POLITIEK EN MORAAL
DE VERHOUDING
NEDERLAND-BELG1E
atjonnementsprijfi:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending430
Bij dagelijksche zending5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/» ct
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1936 16e Jaargang
No. 5846
SMttrtentitprijjeti:
Van 1 tot 5 regel»t.171/»
Elke regel meer 0.22'/»
Ingezonden Mededeelingefl
van 1—5 regels 230
EJke regel meer(145
Voor bet bevragen aan 'I bureau
V wordt berekend 0.10
Wanneer de begrippen politiek en
moraal naast elkander worden geplaatst,
zal men het wel niet terstond over de
onderlinge verhouding van beide eens
zijn Want er bestaat verschil, zeer groot
verschil, omtrent de vraag, welke de
relatie is tusschen politiek en moraal.
Niet zoo gering is het aantal van hen,
die hier een onoverbrugbare tegenstel
ling zien. In de politiek, zoo zegt men
dan, speelt de begeerte naar macht, naar
uitbreiding van invloed, naar expansie
de hoofdrol. Politiek is geen politiek,
wanneer zij haar streven niet met alle
beschikbare middelen doorzet en langs
eiken weg haar doel tracht te bereiken.
Een politiek, die zich zou laten leiden
door regels van behooren. die zich zou
afvragen wat mag en wat niet mag, doet
afstand van haar wezen en is tot vol
komen mislukking gedoemd.
Het is niet moeilijk deze opvatting in
de geschiedenis van heden en verleden
terug te vinden. Politiek, opgevat in den
zin van machtsuitoefening en machtsver
overing tot eiken prijs, is een schepping
naar Macchiavellistisch model, die ook
in later eeuwen vele aanhangers wist te
verwerven. En de conceptie van den
totalen staat uit onze dagen, die alles
mag en geen grenzen voor zijn macht
aanvaardt, is aan dit historische voor
beeld ontleend.
Het kan niet verwonderen, dat velen
zich met weerzin afwendden van een
dergelijke opvatting en mèt deze ver
werping nu ook alle politiek gingen ver-
oordeelen, die zij van de ongebreidelde
machtsgedachte, welke aan eiken norm
van zedelijkheid gespeend is, niet kon
den losmaken. Voor hen werd politiek
de wereld van het onbehoorlijke, de sfeer
zonder normen en daarom: wie prijs
stelt op zedelijkheid en recht in de sa
menleving zal goed doen zich van het
politieke leven verre te houden.
Feitelijk is de overgang naar de andere
categorie, die tusschen de begrippen po
litiek en moraal geen t e g e nstelling.
maar een n e v enstelling, zelfs een
nauw verband ziet, niet zoo heel
sterk. Want ook deze richting erkent het
bedenkelijke van een staatkunde, die geen
zedelijke beginselen aanvaardt. Zij ziet
hierin echter niet het wezen, maar
verwording der politiek. En in steê
van nu het staatkundig leven volledig
den rug toe te keeren en de politiek prijs
te geven aan de machtsusurpators,
wenscht zij de politiek gelijk heel
het leven te toetsen aan de beginselen
van moraal, van staatkundig behooren
en haar te stellen onder het beslag der
Christelijke beginselen over de heele
linie.
Er zijn er geweest die, ontsteld over
het tekort aan moraal in het staatkundig
leven, hebben gepoogd daartegen een
tegenwicht te vormen en een afzonder
lijke organisatie hebben gesticht om van
dauit bevruchtend op de politiek werk
zaam te zijn. Men herinnere zich de Ver-
eeniging voor zedelijke volkspolitiek, die
eenige jaren geleden voor dit doel werd
opgericht. Gelijk het onlangs gevormde
eenheidsfront ter bevordering van de
democratie wilde zij vogels van diverse
pluimage samenbrengen om aldus het
politieke leven door toetsing aan zede
lijkheidsnormen te adelen.
Deze werkwijze lijkt ons niet juist en
aan dergelijke afzonderlijke instituten
hebben wij geen behoefte. Het gevaar is
niet denkbeeldig, dat men door derge
lijke samenwerking op een bepaald punt
markante tegenstelling op ander gebied
uit het oog verliest of althans ter wille
van de samenwerking gaat verzachten.
Bovendien werkt men door dergelijke
afzonderlijke organisaties onbedoeld de
voorstelling in de hand als zouden beide
gebieden van politiek en moraal een af
zonderlijk leven hebben en als zou het
alleen noodig zijn hier eenig contact voor
de practijk aan te brengen.
Het vormen van nieuwe organisaties
om het politieke leven te stellen onder de
tucht der moraal achten wij dan ook
allerminst noodig, zelfs schadelijk. Er
zijn reeds organisaties, die een taak ver
vullen op staatkundig terrein, namelijk
de politieke p a r t ij e n. Deze zouden
hun taak zeker niet naar behooren vol
brengen, zoo zij de bevordering der po
litiek niet steeds stelden in doorloopend
verband met d? moraal.
Met de moraal.
Dat wil voor ons zeggen: met de
Christel ij ke moraal. De regels van
behooren voor geheel het leven, dus ook
voor het staatkundige leven, zijn
gesteld in de Heilige Schrift. Daar zien
wij de normen. Niet in concreten
vorm, toe te passen op elk afzonderlijk
geval, dat zich voordoet. Maar als
grond beginselen, waaruit wij door het
licht van Gods Geest de toe te passen
beginselen hebben af te leiden om zoo
het staatkundige leven te toetsen aan
Gods wet.
Daar staat geschreven en daar is ge
schied. Ook door de geschiedenis spreekt
God almachtig, de Schepper van hemel
en aarde. Gedenkt aan 't geen Hij heeft
verricht, aan Zijn doorluchte wonder-
daan; en wilt Zijn straffen gadeslaan. Of
op een andere plaats: Doet Zijne glorie
rijke daan alom den volkeren verstaan.
Zoo staan politiek en moraal, politiek
en Christelijke beginselen in onverbreke
lijk verband. En wel in het bijzonder
mag dat bedacht in dezen tijd, nu de
waarde der zedelijke normen wordt te
ruggedrongen en de macht boven de
moraal wordt verheven.
Ook voor het staatkundige leven is de
wet Gods tuchtmeesteresse En alleen in
dezen weg wil de Heere een volk Zijn
heil doen zien.
SLAG-OM-DEN-ARM-P0LITIEK
De roode pers vindt het dwaze achter
docht, wanneer wij wijzen op het woordje
voorshands", hetwelk voorkomt m het af
wijzend antwoord van de sociaal-democrati
sche partij op het verzoek der communisten
tot samenwerking. Volgens haar is dit
slechts een uiting van gewenschte voorzich
tigheid.
Men zou immers nooit kunnen weten. De
communisten gaan al braaf „democratisch"
doen. Wie weet, of er volgt straks een
totale bekeering.
Hier heeft men nu weer de onvervalschte
marxistische politiek. Men moet alle kanten
uit kunnen. Gelijk reeds blijkt uit den op
roep van de socialistische internationale en
het internationaal verbond van vakvereeni-
gingen tot steun aan de Spaansche „kame
raden", aan wier hoofd de communisten
marcheeren. Bij deze internationale organi
saties zijn ook aangesloten de Nederland-
sche sociaal-democraten en de moderne
vakbeweging.
Je reinste politiek van slag-om-den-arm.
VREEMDE DINGEN
De r.k. Gelderlander zit met dit
ïval toch wel wat verlegen. De S.D.A.P.
begint toenemend besef voor werkelijkheids-
te vertoonen, aldus het blad, en wij
willen dat onderschrijven. En daar slaat zij
nu de mooie verwachtingen maar zoo weer
den bodem in door den oproep om steun
„voor de Spaansche arbeiders".
Het lijkt de Gelderlander onbegrij
pelijk, dat „de S.D.A.P. hier te lande, die
zeer terecht vierkant afwijzend staat tegen
over een volksfront van socialisten en com
munisten, propaganda laat maken voor een
regeering in Spanje, waarin heel wat meer
nog dan de kiemen liggen besloten van een
dictatuur van uiterst links".
Haar redactie vraagt klagend, waarom
de S.D.A.P. sympathie oproept voor een
regime met al de tendenzen voor een dic
tatuur, welke den godsdienst met wellust
te lijf gaat. Zou hier de zuiging van het
oude revolutionaire beginsel nog werken,
roept zij uit.
Zeker, geachte collega, het revolutionair
beginsel blijft de basis van een klassen
strijd-partij. Wanneer de Gelderlander
zich nog eens herinnert de vele lectuur,
door vooraanstaande roomsch-katholieken
in het begin dezer eeuw geschreven over
„christelijke politiek", dan zou haar veel
duidelijk zijn.
Het schijnt soms, alsof al die lectuur over
beginsel vragen vergeten is. Dat is zoo
vreemd, maar maakt ook eenigszins angstig
en dit te meer, waar de wereld dagelijks
toch zulke verstaanbare lessen geeft.
UIT DE PERS
DE MOED VAN HET OP GODS
WOORD GEGROND BEGINSEL
In de liberale Nieuwe Rotterdam-
sche Courant lezen wij in het buiten-
landsch overzicht over den brief der Duit-
sche positieve kerkleiders aan Hitier het
volgende:
Het rekwest, dat de leiders der bijbel-
sche richting in de Duitsche Evangelische
Kerktot Hitier hebben gericht, is nu in
de Basler Nachrichten gepubliceerd. Lang
is het bestaan ervan geheim gebleven.
Toen er iets van uitlekte, wist men reeds,
dat het stuk den dictator nooit bereikt
had. En ook daarna had men nog geen
nauwkeurige inlichtingen kunnen verkrij
gen over den volledigen inhoud. Nu wij
van dien inhoud hebben kennis genomen,
begrijpen wij zeer wel die voorzichtigheid.
Het rekwest is de noodkreet van ernstige
en voorzichtige, maar tegelijk ook onver
vaarde mannen in de uiterste, geestelijke
benauwenis. Zij voelen zich als hoeders
van de moraal van hun volk, niet enkel
als herders van hun eigen kudde. En als
zoodanig hebben zij gesproken. Als men
hun stuk leest, gaat men zich afvragen in
welken tijd wij leven, nu een dergelijk
vertoog, vertrouwelijk aan het hoofd van
den staat toegezonden, als een uiting van
grooten moed, ja, van vermetelheid moet
worden beschouwd. Als men de „vrijmoe-
De kwestie van het Maas
water voor het Permanente
Hof van Internationale
J ustitie
Uiieenzef fing van de historie
van de kanalen, waarom
het hier gaat
Bij verzoekschrift gedateerd 1
Augustus 1936 heeft de Nederland-
sche Regeering bij het Permanente
Hof van Internationale Justitie de
vraag aanhangig gemaakt of de aan
leg door België van onderscheidene
werken in verband met het graven
van het Albertkanaal en de wijze
waarop thans en in de toekomst in
de voeding van de oude en nieuwe
kanalen in Noord-België door dit
land eenzijdig is voorzien, overeen
te brengen is met de rechten die
Nederland ontleent aan het Neder-
landsch-Belgisch tractaat van 12
Mei 1863 betreffende de wateront
trekkingen aan de Maas.
Als agent der Nederlandsche re
geering treedt op professor Mr. B.
M Telders, hoogleeraar te
Leiden.
Ten einde duidelijk te maken waarom het
gaat bij deze zaak, moeten wij een uiteenzet
ting geven van de historische ontwikkeling
van de kanalenkwestie.
Toen Nederland met België vereenigd was
tusschen 1815 en 1830 heeft Koning Willem
I de Zuid-Willemsvaart laten graven. Dit
kanaal had als scheepvaartweg beteekenis,
r vooral voor België ook in de veertiger
jaren, toen het Kempensch kanaal werd aan
gelegd, dat via de Zuid-Willemsvaart met
Maaswater gevoed werd. en nog meer toen in
de Kempen bevloeiingswerken kwamen.
Tusschen 1843 en 1863 onttrok daardoor
België eigenmachtig veel water, waardoor
Nederland veel schade leed. Niet alleen kreeg
de scheepvaart in ons land hinder, maar het
in België afvloeiende water gaf overlast in
onze provincie Noord-Brabant. Een en ander
leidde tot een gedachtenwisseling tusschen de
Nederlandsche en Belgische Regeeringen, die
pas in 1873 kon worden besloten. Aanvanke
lijk schonk België weinig aandacht aan onze
klachten, en van eenige medewerking bleek
niet het minste. In 1861 werd men het ein
delijk eens over een conventie, welke echter
door de Nederlandsche Tweede Kamer werd
verworpen.
Uit de moeilijkheden zijn wij toen geraakt
door de Scheldètollen. België verlangde vurig
naar afschaffing daarvan. Deze tol was in
1839 ingesteld. In de zestiger jaren had Ne
derland geen principieele bezwaren tegen
inwilliging van de Belgische verlangens.
Maar nu werd de kwestie van de afschaffing
dezer tollen afhankelijk gesteld van België's
medewerking om tot een wederzijds bevredi
gende regeling te komen ten opzichte van de
wateraftappingen uit de Maas.
Men werd het toen betrekkelijk
spoedig eens: op 12 Mei 1863 werd
een verdrag onderteekend, dat later
werd geratificeerd. Van groot belang
is daarbij dat, met het oog op de latere
ontwikkeling, voor oogen wordt gehou
den, dat Nederland voor een billijke
regeling der aftappingen van het
Maaswater de volle prijs heeft
betaald in de vorm van me
dewerking tot afkoop van
de Scheldetol.
Dit is van groot belang geweest voor de
bloei van Antwerpen zooals in België zelf
wordt erkend.
In 1873 kwam ten slotte nog een nieuwe
conventie tot stand tot wijziging van een
der bepalingen van het wateraftappingsver-
drag van 1863, waardoor de kwestie nu defi
nitief was geregeld.
In het Verdrag van 1863 werd o.m. het
volgende bepaald:
België kreeg recht op het Maaswater waar
aan het behoefte had voor het Kempensche
Kanaal en de bevloeiingen aldaar, met dien
verstande, dat het bij lage waterstanden wat
minder zou krijgen dan bij hooge.
Al het aan de Maas ten behoeve van be
neden Maastricht gelegen kanalen en ten be
hoeve van de bevloeiingen in de Kempen en
in Nederland te onttrekken water moet vol
gens art. 1 van 't verdrag te Maastricht wor
den afgetapt door de op de 1 i n k e r oever aan
te leggen voedingsgeul. Blijkens de préam
bule was de bedoeling dit aldus te „régler
d'une manière stable et définitive". Aange
zien ten gevolge van de onttrekking van
water te Maastricht de waterspiegel van de
Maas beneden de stad verlaging zou onder
gaan, hetgeen nadeelig zou zijn voor de
oevers en voor de scheepvaart, vooral bij
lage waterstand, zouden aan de Maas werken
worden uitgevoerd, waarvan België 2/3 der
kosten op zich nam, en die ten doel hadden
aan de rivier de diepte terug te geven die
zij zou verliezen door verlaging van de wa
terspiegel ten gevolge van de aftappingen.
Ten einde de stroomsnelheid in de Zuid-
Willemsvaart te verminderen, werd het peil
van dat kanaal tusschen Maastricht en Bo-
De kanalenrsituatie rondom. Maastricht.
digheid" van deze woorden beziet in het
licht van onze opvattingen van vrijheid
van spreken en denken, dan wordt het
nog moeilijker te begrijpen wat er in en
met onze wereld is geschied. En zoo is
het waarlijk niet in Duitschland alleen.
In Duitschland echter treft het ons te fel
ler, om het geestelijk verleden van het
volk, en om de geestelijke krachten, die
er nog steeds in aanwezig moeten zijn.
Dat dit laatste geen overdreven optimis
me is, blijkt vooral, nu wij den inhoud
van het stuk kennen. Het verwonderlijke
is vooral, dat alleen de Duitsche Evan
gelische Kerk, en nergens de zoo trot-
sche. Duitsdie wetenschap tot een derge
lijke daad den moed heeft gevonden. De,
in het tegenwoordige Duitschland onver
gelijkelijk sterke, moreele kracht, die het
bijbelsche protestantsche christendom
daarmede wederom aan den dag heeft ge
legd, moet een beschaming zijn voor allen,
die vroeger meer dan de evangelische
geestelijkheid van moreelen moed en
moed van overtuiging hebben gesproken!
Kon. Holl. Lloyd
Nieuwe organisatie met Regeeringssteun
Naar aanleiding van het aangezegde ont
slag aan het personeel van den Kon. Hol-
landschen Lloyd, vernemen wij nader, dat
de bewindvoerders van deze maatschappij,
welke in liquidatie is, wel tot> dezen maat
regel moesten overgaan, teneinde bij de on
derhandelingen over de totstandkoming van
een nieuwe organisatie, waaraan de regee
ring bereid is financieelen steun te
verleenen, ontslagen te zijn van alle
personeelverplichtingen en om aan de nieu
we organisatie volkomen vrijheid te laten
in zake de kwestie, welke leden van dat
personeel weder in dienst zul'.en worden
genomen.
Naar wij voorts vernemen, heeft zich voor
de nieuwe organisatie reeds een combinatie
gevormd bestaande uit de Kon. Ned. Stoom
boot Mij. en de vennootschap Muller en Co.
Aan deze combinatie moet nog slechts de
goedkeering vam de regeering worden ver-
Omtrent het bedrag tot hetwelk 'do
regeering bereid is steun te verleenen,
konden geen nadere inlichtingen wor
den verstrekt
Wat het tijdstip van het in werking
treden der nieuwe organisatie betreft,
vernamen wij, dat dit afhangt van het
tijdstip waarop voor de Amsterdamsche
rechtbank het accoord met de crediteu
ren van den Kon. Holl. Lloyd zal zijn
tot stand gekomen.
Door een tegenligger verblind
Wielrijder door auto gegrepen
en gedood
Tegen middernacht is de 50-jarige wiel
rijder de heer J. Feringa, wonende aan de
Friesche Straatweg te Groningen i
buiten de grens van deze gemeente, door
een hem achterop rijdende auto gegrepen,
De wielrijder kreeg een klap van de rechter-
koplamp en sloeg over de motorkap, wai
hij door de voorruit ging. De man bekwam
ernstige verwondingen. Nadat de eerste hulp
was geboden werd het slachtoffer naar het
Academisch ziekenhuis te Groningen over
gebracht. Korten tijd later is hij overleden.
De autobestuurder de heer F. S. uit Haar
lem, verklaarde door een tegenligger te zijn
verblind. De auto is in beslag genomen.
cholt verhoogd. Maatregelen werden getrof
fen om overstroomingen in Noord-Brabant
door bevloeiingswater uit de Kempen tegen
te gaan.
Een en ander bewijst wel dat deze zaak
niet geschikt was om, gelijk tusschen 1843 en
1863 was geschied, door België eigendunkelijk
te worden geregeld: het was een aangelegen
heid, waarin Nederland terdege had mee te
spreken en die naar haar aard slechts in
overleg en door overeenkomst kon worden
geregeld.
Van belang is ook dat de aftapping
ten behoeve van de beneden
Taastricht gelegen kanalen
lechts mocht geschieden op
Nederlandsch gebied en dus on-
Nederlandsche controle.
Deze bepalingen gaven een tijdperk van
rust. Maar thans is België begonnen het
Albert-kanaal aan te leggen, dat Luik met
Antwerpen zal verbinden zonder Neder
landsch gebied aan te rakpn. Daardoor wordt
de mogelijkheid geschapen om niet alleen het
Albertkanaal, maar ook de Zuid-Willems
vaart en het Kempensche Kanaal te voeden
met water dat niet beneden Maastricht,
reeds te Luik aan de Maas wordt ont
leend en op dezelfde wijze water te krijgen
de bevloeiingen in de Kempen, die noc
altijd belangrijk zijn en uitgebreid worden.
Dit zou voor Nederland, vooral bij geringe
hoeveelheid Maaswater, erg nadeelig zijn en
dezelfde situatie zevu ontstaan die ons tus
schen 1843 en 1863 zooveel last veroorzaakte.
Daarbij moet ook nog ermee gerekend wor
den, dat sinds die tijd de Maas veel meer een
verkeersweg is geworden.
België heeft z'n plannen in dit opzicht in
1934 bekend gemaakt. In een der rapporten
ordt gezegd, dat de voeding der kanalen in
de Kempen zal geschieden door een „prise
d'eau" in de Maas te Luik en niet meer te
Maastricht. In mondelinge beraadslagingen
die op dit rapport zijn gevolgd heeft de Bel
gische Regeering met geen enkel woord te
kennen gegeven, dat deze belangrijke pas
sage in het rapport der Senaatscommissie
onjuist is.
Het is duidelijk dat voeding van kanalen
stroomafwaarts van Maastricht met water
dat elders dan door de voedingsleiding te
Maastricht aan de Maas wordt onttrokken,
formeel in strijd zou zijn met het Verdrag
van 1863.
In 1934 is nu het Albertkanaal gereed ge
komen van Luik tot Briegden; en enkele
maanden daarna bracht België een verbin
ding tot stand tuasch_n Albert Kanaal bij
Briegden en de Zuid-Willemsvaart bij Neer-
haeren op Belgisch gebied. Dit kanaaltje
heeft twee sluizen. Aangezien het peil hooger
ligt dan de Zuid-Willemsvaart wordt bij
elke schutting water in de Zuid-Willems
vaart gebracht dat afkomstig is uit de Maas
er bij Luik aan is onttrokken.
De Belgische Regeering is niet be
reid gebleken het Nederlandsche stand
punt dat het Verdrag van 1863 nog
geldig is, als juist te erkennen, terwijl
het evenmin gelukt is België tot onder
handelen te brengen. Daarom bleef
onze Regeering niets anders over dan
de zaak voor het Permanente Hof van
Internationale Justitie te brengen.
Op Nederlandsch gebied loopt van Maas
tricht naar het Noorden het Juliana-
kanaal. Dit kanaal kan worden beschouwd
als een kanaal stroomafwaarts van Maas
tricht, zoodat het volgens de letter van art. 1
van het Verdrag van 1863 zou moeten wor
den gevoed met de aldaar voorziene „rigole
d'alimentation" of voedingsgeul. Deze ri
gole is echter gelegen op de linker Maas
oever, en het Julianakanaal grijpt op de
rechteroever aan. Natuurlijk moet Neder
land erop gesteld zijn het onbetwist
recht te verkrijgen op de voeding van het
Julianakanaal met water dat bij Maastricht
aan de Maas is onttrokken. Dat recht zal
het kunnen bedingen als België via het
Permanente Hof tot onderhandelen komt.
Burgemeester J. R. Mees f
Te Montreux is op 53-jarigen leeftijd over
leden de heer J. B. Mees, in leven Burge
meester van de gemeente Leerdam. De
heer Mees werd in 1882 te Haaften geboren
Aanvankelijk was hij werkzaam ter secreta-
wujAiL V'"~ i—
rie te Nieuw-Lekkerland en Anna Pauïowna
en als hoofdcommies ter secretarie te Velseu.
Op 15 October 1914 werd hij benoemd tot
burgemeester van Leerdam. Begin April was
de heer Mees naar Zwitserland vertrokken
teneinde genezing te zoeken voor zijn ziek'e
Onder zijn leiding is in de gemeente Leer-
dam zeer veel tot stand gekomen.
De superieure school voor
technisch briefonderwijs
ARNHEM
BouwkundeWaterbouwkunde.
Werktuigbouwk., Electrotechn
VOORNAAMSTE
NIEUWS
Dit Nummer bestaat uit DRIE bladen
en het ZONDAGSBLAD
Nederland heeft de kwestie van het af
tappen van het Maaswater voor het
Permanente Hof van Internationale Justi
tie te Den Haag gebracht.
De vijftiende zitting van 'de 'Algemecnt
Synode der Ned. Hero. Kerk.
Heden is te Tilburg het nieuwe Paleis'
Raadhuis in gebruik genomen.
De regeering heeft maatregelen genomen
ten opzichte van de in Spanje verblijvende
Nederlanders.
Het Schaaktournooi te Zandvoort.
De Regeering is tegemoet gekomen aan
een aantal bezwaren van de Vakcentrales
inzake Werkverschaffing en steunverleening.
De Spaansche tegen-regeering te Burgos
heeft aan verschillende mogendheden kennis
van haar samenstelling gegeven. Men vraagt
zich af of alle nationalisten deze Junta
erkennen.
In de Fransche Kamer heeft minister
Delbos een beschouwing gehouden over.
Frankrijke buitenlandsche politiek.
BETONHOUT KISTENHOUT
Houthandel „ALBLAS" N.V.
WADDINXVEEN
Opslagplaatsen te:
Rotterdam: Zwaanshal» 119—121
's-Gravenhage: Fahrenheitstr. 343
TRIPLEX Vraagt prijs LIJSTWERK
fAdv.l
DU BI EUSE
VORDERINGEN
F1DUGIAINCASS0;S - UTRECHT
staat tot Uw dienst
zowel op als zonder contract
VRAAGT BEZOEK PROSPECTICI! I
(Adv.X
B. V. L.
Generaal de Iongh wordt inspectenr
Gcneraal-majoor H. de Iongh, inspec
teur der infanterie, tevens inspecteur van
den Vrijwilligen Landstorm, zal binnen
kort den actieven dienst met pensioen
verlaten. Hij zal echter in reserve-dienst
belast worden met de functie van in
specteur van den Bij zonderen Vrijwilli
gen Landstorm
In de vacantie
hebben de meeste menschen veel
tijd om te lezen. Daarom zal nu
ons Zondagsblad met nog
meer vreugde ontvangen worden
dan anders. Indien dat tenminste
mogelijk isl Geen blad biedt zoon
keur van bijdragen op verschil
lend terrein en van allerlei strek
king.
Deze week schrijft A. L'. van
H u Iz e n weer over „Lectuur en
Leven". Tal van wetenswaardig
heden over de Hollandsche
Gereformeerden
F r a n k r ij k worden in een le
vendig artikel verhaald. Voorts
de gewone rubrieken: meditatie,
buitenlandsch overzicht, kort ve
lmal. rubrieken voor de jeugd en
de kleuters, vele mooie illustra
ties enzoovoorts.
Wie er eenmaal kennis mee
maakte, zal iedere week met
meer verlangen uitzien naar
Ons Zondagblad