Een kijkje in het land van den Duce Baden en zwemmen in zee onderwijs en opvoeding IV nog iets over het land van kale. 40 j klomperige bergruggen, waardoor de trein snelde tusschen Napels en Rome. Een onherbergzaam oord! zou menigeen uitroepen, die gewoon is aan vruchtbare vlakten met donker groen bekleed, machi naal verdeeld als met een groote schaar, doorsneden met slooten en grachten, waar langs de knotwilgen staan te droomen, jaar uit jaar in, terwijl dikke, vette wolken weerspiegelen in poelen en plassen. Een oogenblik geduld om een rechtvaar dig oordeel te vellen! zou ik zeggen. Op de grauwe hoogten ontbreken de bos- gchen, eenmaal door arme kortzichtige voor- 2aten geveld en de huisjes, daartegen opge trokken. zijn eenvoudig en klein. De wuivende wouden van vele berglanden in Europa mist ge hier. Maar de bebouwing der vlakten getuigt van ijver waardoormen poogt te henvinnen, wat het voorgeslacht deed teloor gaan. Straks zal men allicht pogen hier en daar de hoogten te beplanten, hoewel dat meer moeite zal geven. Door ontbossehing is niet alleen het haar, maar ook de huid, de vruchtbare humus van de ronde, ruwe ruggen afgetrokken of later weggespoeld. Doch in de laagten hebben de bebouwers met den grond gewoekerd: aardappelen in het midden, wel terdege schoon gehouden, langs den kant vaak vruchtboomen en deze weer verbonden door naar beneden buigen de groene guirlandes, die ik eerst niet kende. „Wat groeit daaraan?" vroeg ik. „Dat zijn vijgen, meneer!" Alzoo drieërlei vjucht van een akker; dat mocht er wezen, zoo dacht ik. Door sombere tunnels knerpte en knarste de sneltrein. Bij een lange, open ruimte drongen velen naar de rechtergang wagon. „Wat is hier te zien?" „Sabuadia en straks Littoria!" was het antwoord. Ik liet me toen uitleggen, wat ik uit do krant.cn reeds ten deele wist, hoe Musso lini met alle macht de uitgestrekte moeras sen had laten droogleggen, om de omgeving te zuiveren van muskieten en land te win nen De belangstelling was niet minder groot dan <ic van ons volk in den Afsluit dijk van de Zuiderzee en den Wieringer- meerpolder. Het station Littoria. uit licht-rooden steen ongetrokken zag er frisch uit, evenals de gebouwen, waarschijnlijk kleine boerde rijen, verder van de lijn. Een soort proefveld strekte zich naast den spoorwee uit, waarin ook de wijnstok niet niet ontbrak. De poging om deze te kweeken m den grootcn polder, scheen niet naar wensch te gelukken; de overige vruchten stonden niet kwaad in den donkeren bodem van zwarte Een groote fabriek verrees op enkele ïur. der reek sing dat IDT minuten afstand. Men kon me niet inlich ten over het doel van dien kolossus, doch je kon zoo door de woorden heen hooren, dat alles best in orde zou komen, want Mussolini bestuurde de zaak. prijs Zoo kort na de zege van den grooten man ïn het verre Zuiden, was het niet zonder idh« bedenking, ook maar één woord van twij gen; fel te uiten. eren A/Ieen heb ik gezegd, dat wat vee m de nsen weiden het landschap zou opvroolijken en cieu* dep „grond vruchtbaar maken. Reeds die ééne opmerking bracht verwondering op een enkel gezicht. Ik kom op Zaterdagavond terecht in het centrum van Rome. Het Rome, waarin de historiekenner z"n hart ophaalt, de Christen zijn Bijbel met zonderlingen eerbied open slaat, de Roomsehe de borst voelt zwellen wegens de alleen-heerschappij van den pau- seliiken stoel en de fascist met zelfbeheer- sching schrijdt langs de sïraten en pleinen, wetende, dat de naaste toekomst hem be hoort. Rome is reeds zoo vaak beschreven, dat ik me niet waag aan een teekening bij zulk ?n vluchtig verblijf. Heel spoedig maakte ik me van een plat tegrond meester, omdat ik me onmiddellijk wilde oriënteeren. Een korte wandeling op den rustdag moest ten minste niet doelloos wezen. Rome was op Zaterdagavond rustig, veilig en de weg was licht te vinden. Wie een Zondag daar doorbrengt, behoort mee te nemen, wat zijn ziel kan voeden. Steun voor zijn geloofsleven, dat aan den Bijbel alles hecht, zal hij rondom den pau selijken zetel moeilijk vinden. In zooverre valt de eenzaamheid op en dringt tot gebed. In Rome zijn oud en nieuw de tegenstel lingen, welke contrasteeren en toch ook el kander aanvullen. Het oud-heidensche spreekt met machtige stem uit ruinen en brokken muur midden in de stad; een forsche klank uit het doo- denrijk, voortgedragen van eeuw tot eeuw door een klassieke literatuur over heel de wereld. Deze stem werd tot nog toe in de Euro- peesche scholen en de tempels voor de we tenschap misschien beter verstaan dan door den geboren Italiaan. Er was gcefi hoop, geen kracht tot her leving, geen moed om in het voetspoor der bouwers van Rome te treden, hgt lichaam te trainen. Het ideaal lag te sterven en de natie was op weg om te worden als de brokken van het Forum, de oefenplaats van de oud-Ro- meinsche jeugd of van de grauwe muren van het machtige colosseun», vier verdie pingen hoog. waar enkele rijen zetels zijn hersteld, om te toonen, van welk een hoogte de tienduizenden toeschouwers neerzagen op zwaardvechters en Christenen, die in de diepte door wilde dieren werden uiteen Re* soheurd. Een machtig verleden had Rome. De staat en de maatschappij vertoonden echter de gevaarlijkste scheuren onder het breekijzer der moderne vcrwoesters. Ook het Pauselijk stelsel bleek, evenals in Spanje en Frankrijk, onmachtig om de geesten bijeen te houden en de maatschap pelijke ondergang te voorkomen. Geweld heeft Mussolini gebruikt, onver antwoordelijk geweld, alleen gedekt door de leus: het nuttige, het doel, dat is het goede en op de middelen,om totdat doel te komen moet ge minder letten. Maar in één ding is hij tot nog toe ge slaagd. Orde heeft hij teruggebracht; scheuren van Italië voorkomen: veiligheid in het land voor binnen- en buitenlander gewaarborgd; de ratten der samenleving in de holen gejaagd, het oude ideaal doen her leven in de ziel des volks door zorg aan de historische bouwvallen te besteden en een brug te bouwen naar het nieuwe Italië, zóó hoog, dat ieder die kon zien. Vrij is het volk allerminst en werd het Vrij gelaten, wie weet, welke vrijheden het zich zou veroorloven; maar Rome staat on der streng politie-toezicht en daarachter de van militaire dictatuur, met OreraJ, overal schittert in s'n keurim ster uniform de politieman of de fascist. Toch behoeft de buitenlander allerminst te denken, dat hem onmiddellijk een gum mistok of revolver onder den neus zal ge houden worden. 't Was 's Zondags vrij warm, het voor spel der hitte over heel Europa en daar door lastig om steeds links te houden, zoo als Mussolini's order luidde. Meermalen eroorloofde ik me om de schaduw aan den rechterkant te zoeken. Enkele malen werd ik door een agent tegengehouden en naai de linkerzijde gewezen; maar anderen, die me wel zagen en blijkbaar best begrepen, dat ik een vreemdeling was en naar de koelte snakte, lieten me stil passeeren. Tot herstel van het volksideaal dient de reclame en de oefening in het Forum van Mussolini, de nieuw-gebouwde sportacade- ie buiten Rome. Wie het Colosseum verlaat en den korten, breeden boulevard naar het centrum der stad teruggaat, wordt zeker getroffen door vier donkere landkaarten tegen een stuk zijmuur van een oude basilika. Zwart is de ondergrond op elke kaart en geelgrijs het daartegen afstekend stuk, dat het Romeinsche gebied, het latere impe rium, voorstelt in Europa, Azië en Afrika. De linksche kaart toont Rome in de acht ste eeuw voor Christus; alleen de stad met omgeving. De tweede van links Rome ln wording en worsteling om de heerschappij over Italië en N.-Afrika te bemachtigen, Rome in het jaar 146 v. Christus. De derde kaart, het Romeinsche Rijk bij den dood van Augustus in 14 na Christus, doorgedrongen tot het hart van Europa en de Oostzee, terwijl ook het geheele gebied rondom de Middellandsche, de Zwarte Zee en tot vrij ver in Azië reeds van zwart licht is geworden: Rome's heerschappij. En de vierde kaart; Rome onder keizer Trajanus van 98119, op het toppunt van macht.; het imperium in het volle zonlicht, diep in Europa tot Rusland toe, uitgebreid; er in Azië en met liet volle gezag over N. Afrika. Da&r moet het weer heen, menschen! zóó roept deze kaart tot stilstaande voorbij gangers, tot kleine burgers, tot moeders met hun kinderen aan de hand en zuige lingen in het wagentje. En het spreekt hun toe als de wandpla ten onzer Stadhouders dagelijks doen in de scholen der Nederlandsche jeugd. Ook de kinderen en knapen, wie het blijk baar wordt uitgelegd. Want kinderen heeft Italië, nog heel an ders dan Frankrijk. Daar wordt de straat gevuld door Jonge lingen en knapen met geplakte lange ha ren, vet glanzend en meisjes met afgescho-, ren en kunstmatig gerestaureerde wenk brauwen, slank als een Italiaansche wind hond. De vrouw met de kinderwagen is vrij zeldzaam en de vrouw in verwachting, schijnt weg te schuilen. In Rome ziet ge ook zulke figuren tot onder de muren van het Vaticaan en in di St. Pieterskerk toe; maar de zwangere vrouw en moeders en vaders met de kin derwagen ontbreken niet; het moederschap is in eere hersteld. Daardoor moet ik komen, waar ik wezen wil. beweert Mussolini; het oude Imperium, het schitterend Keizerrijk van voorheen; dat moet worden hersteld en het Forum, de kweekplaats van lichaamsoefening moet leiding geven om mannen te vormen, die Zette men muizen op stralingsstreken in relloloïdekis'en, dus „afgeschermd" en be handelde men hen dan met teer, onder scheidden zij zich in niets van de on be straalde" dieren, noch in het aantal zieken, noch in den aard der ziekte Deze proeven zijn in elk geval zeer ver bluffend, hoewel wij een klaar beeld toch eerst bij de wel te verwachten proeven der tegenstanders over dit veelbesproken pro bleem der aardstralen en alle daarmee sa menhangende vragen, krijgen kunnen. Wij geven daarom de resultaten met alia voorbehoud als bijdrage tot het geheele pro bleem weer. Tiet oogsten is thans in Limburg in vollen gang. Bovenstaande foto geeft een gezicht op het prachtige Limburgsche land in de omgeving van Gulpen. het gedonder der kanonnen niet vreezen. Een ideaal, maar een ideaal van deze we reld, dat, als het mocht blinken, eenmaal door geweld vergaat. HEIDA WETENSCHAP Aardstralen en hun invloed Interessante proefneming Wij hebben onlangs in ons Zondagsblad een en ander gepubliceerd over den beweer den invloed van een zeker soort aardstralen, die weliswaar nog niet wetenschappelijk zijn vastgesteld, doch als hypothese veel ver klaren van het z.g. wichelroedeversohijnsel en een en ander dat daarmede samenhangt, o.a. ongunstige beïnvloeding van de gezond heid, tot zelfs het veroorzaken van kanker toe. Drie Zwitsersche onderzoekers, Dr. Jenny, A. Oehler en A. Staufer hebben nu kortgele den in het Zwitsersche Medische Weekblad opmerkelijke publicaties gedaan In het bij zonder wilden zij de bewering, op de pröef_ stellen, dat op de verdichtfngsplaatsen dor beweerde aardstralen (d.i. waar de wichel- roe zeer duidelijke uitslagen geeft) de plan tengroei beïnvloed wordt en daarna de stel ling toetsen, volgens welke dieren die be straalde plaatsen instinctief vermijden en eindelijk na te gaan wat er waar is van de bewering, dat die aardstralen kanker veroor zakend werken. Zij lieten zich door een geschoold en ver trouwd roedelooper, Ir. Lienert uit Ziirich. daartoe geschikte proefplaatsen aanwijzen en precies aangeven waar de verdichtings streken liepen. Toen plantten zij drie jaren achter elkan der augurken, selderij en mals, gedeeltelijk in de bestralingsstreken en gedeelteliik op „vrije" plaatsen. En toen bleek, dat de augurken, die in de verdichtingsstreken stonden, 14 dagen vroeger afstierven dan de niet bestraalde. Selderij toonde een gerin- geren groei en kleinere knollen. Maïs had in doorsnede een kleiner kol vengewicht. Nog belangrijker gevolgen werden verkre gen bij de proeven met dieren. Zij stelden hiertoe een langwerpige kist zóó op. dat do oene helft bestraald en de andere helft vrij stond. In elk der beide zijden had men nest- gelegenheden aangebracht. In de kist wer den witte muizen genlaatst. Zij werden aan jjeide uiteinden gevoederd en hadden volko men vrije keus aan welk einde zij hun nest wilden bouwen. Na enkele weken hadden alle muizen zich ten slotte in de niet-bestraalde helft inge nesteld. Draaiden zij de kist nu ISO" óm, zoodat de nesten op dife bestraalde zone kwa men le liggen, dan waren na twee dagen i verhuisd naar de onbestraalde helft. Legden zij onder de bestraalde helft een dunne celluloïdeplaat of omgaf men deze met een magnetische staaldraad, zoodat die stralingen „afgeschermd" werden, dan ble ven de diertjes waar zij waren, nl. op de bestraalde plaatsen. Om tenslotte vast te stellen of aardstra lingen. of hoe men de od de wichelroede inwerkende kracht noemen mag, kanker verwekt, deed men in „bestraalde" en „on bestraalde" kisten ieder honderd muizen'. Zooals bekend is. kan men bij witte mui zen door dikwijls penseelen met een bepaal de teeroplossing kunstmatig kanker te voor schijn roepen. Dit deden de drie onderzoe kers ook gelijkmatig bij de beide partijen muizen en daar bleek nu, dat de „bestraal de" muizen veel sneller en veel boosaardi ger kanker kregen dan cle „onbestraalde"; zij stierven ook eerder. Werd minder teer gepenseeld, dan kregen de onbestraalde mui zen veelal geen kanker, terwijl de „be straalde" nog steeds kanker kregen. Elk jaar gebeuren er nog tal van ongelukken en gevaren Het grootste gevaar is: de gevaren niette kennen Het kan ongetwijfeld zijn nut heb ben nog eens weer de aandacht te vestigen op de gevaren van het baden en zwemmen in zee, met name op die plaatsen, waar dit niet geschiedt onder het veilig toezicht van badinstellin- gen. De jaarlijksche lijst van ongevallen aan onze z.g.n. vrije kustgedeelten bewijst immers, dat het met de ken nis dezer gevaren nog lang niet in orde is, want zeker ia dat de meeste ongelukken het gevolg zijn van ge brek aan de noodige gevarenkennis. Dat beteekent echter niet, dat men over het algemeen zich niet bewust zou zijn van eenig dreigend gevaar. Integendeel, wel terdege ie men zich van gevaar bewust, zelfs zóó, dat dit besef bij velen geleid heeft tot allerlei overdreven voorstellingen van meesleurende stroomingen en zuigende draaikolken. De zee is verraderlijk luidt de populaire meening, maar men uit haar zonder te weten waarin het gevaar moet worden gezocht. De gevolgen van zulk een ongefundeerd gevarenhesef zijn niet te onderschatten. Zij vormen een gevaar op zichzelf, want ten slotte schuilt het grootste gevaar daarin, dat de aanwezige gevaren niet onderkend worden. Bij een )£niet-zeevast" zwemmer b.v. zal het ongemotiveerd wantrouwen, dat hij koestert, bij de geringste aanleiding kunnen overslaan in angst, welke hem noodlottig worden kan. Het badend pu bliek, ge'hoorgevend aan het welgemeend advies: „Voorzichtig zijn en niet te ver gaan!" meent zich door zekere maatrege len inderdaad veilig gesteld te hebben, ter wijl in bepaalde omstandigheden de gren zen van deze begrippen wellicht reeds ver overschreden zijn. Indivldueele grenzen Men is nu eenmaal niet in staat te be- oordeelen waar voor zichzelf de grens ligt tusschen voorzichtigheid en roekeloosheid, indien men de gevaren niet kent, want de zee stelt hier de grenzen niet, deze zijn zuiver individueel. Om dan de gevallen voldoende te leeren kennen dient men te beginnen met in Nu de zee haar duizenden weer lokt en tienduizenden in de vacan- ties zullen uitzwermen naar onze stranden, kan het zijn nut hebben de aandacht te vestigen op de ge varen van het baden en zwemmen in zee. Het valt telkens weer op. hoe het publiek zich blootstelt. De fouten, die gemaakt worden, zijn vaak ontstellend groot. In bijgaand artikel wijst een geroutineerd z e e-z w emmer met b ij na 20- j ar ig e ervaring op de ge varen, die in zee dreigen en geeft hij een aantal wenken, hoe men die kan ontwijken. We hopen, dat onze lezers, die van plan zijn naar zee te gaan er hun voordeel mee zullen hoofdzaak twee groepen te onderscheiden, nL de subjectieve en de objec tieve gevaren. Tot de eerste groep be- hooren de gevaren, welke hun oorsprong vinden bij den mensch zelf, dat zijn dus de subjectieve gevaren, terwijl tot de twee de groep gerekend moeten worden de ge varen, welke hun ontstaan danken aan be paalde eigenschappen van de zee. Teneinde in staat te zijn de noodige voorzichtigheid te betrachten zal men zich dus van beide gevarengroepen hebben rekenschap te Van de subjectieve gevaren kunnen als de voornaamste genoemd worden: le Niet of onvoldoende kunnen zwemmen Hieronder ook te verstaan gebrek aan uithoudingsvermogen door te geringe getraindheid enz. Een goed zeezwem mer moet het zonder moeite een uur en langer kunnen volhouden, geen vrees kennen voor onderdompeling van het hoofd (golfslag) en indien noodig tenminste een snelheid van 60 meter per minuut kunnen ontwikkelen. 2e Lichamelijke zwakheden en gebreken, welke tot een acuut gevaar kunnen worden, zooals dieptevrees, spierkramp, hartzwakte, maagstoringen, hoesten, duizeligheid, een gaatje in het z. g. n. trommelvlies (vaak het gevolg van een vroegere middenoorontsteking) enz. 3e Gebrek aan de noodige koelbloedigheid waarvan zenuwachtigheid en angst de gevolgen zijn. 4c Onbekendheid met de objectieve varenk 5e Onoplettendheid en roekeloosheid. Wie In de meest ongunstige positie verkeeren. Wanneer men nu duidelijkheidshalve de liefhebbers van het zilte nat onderscheidt in baders en zwemmers en tot de baders rekent dezulken, die niet of onvoldoende kunnen zwemmen, dan hebben deze baders zich ten aanzien van het subjectieve ge- aar voornamelijk het sub 1 genoemde goed bewust te zijn. Zij moeten weten, dat zij voor de zee niet voldoende kunnen zwem men. Dat. zij daarmede in de meest on gunstige positie verkeeren staat wel vast en niet genoeg kan hun worden aangeraden zich van de objectieve gevaren op de hoogte te stellen, maar bovendien en vooral om eerst goed te leeren zwemmen alvorens zich in zee te wagen. Immers, zoodra zij in diep water geraken, vei'keeren zij in levensgevaar en dit kan door tweeërlei oorzaak geschieden, nl. door de kracht van het in beweging zijnde water en door oneffenheden in den bodem. Straks korr.m we hierop terug bij behandeling Van de objectieve gevaren. Ook de zwemmer dient zich van de sub jectieve gevaren ernstig rekenschap te geven. Het gebeurt maar al te vaak dat hij. vertrouwend op zijn technisch kunnen, schillende van deze gevaren uit het oog verliest Het gevaar, dat door dieptevrees een be dreiging van het leven vormt, is niet gering en personen, die daaromtrent niet zeker yan zichzelf zijn mogen zich nooit alleen in diep water wagen. Kramp! Kramp is een veelvuldig voorkomend verschijnsel, maar wordt vaak ten onrechte genoemd als oorzaak van verdrinking. Wie kramp krijgt in het been b.v. is nog lang niet verloren; hij moet zorgen kalm te blij ven en elke inspannende beweging vermij den; kan de kramp, door aan de teenen te trekken met gestrekt been, niet verholpen worden, dan moet hij trachten met zeer soepele slagen vooruit te komen of zich door een ander te laten helpen. Bij het plotseling wegzinken van goede zwemmers is dan ook spierkramp zelden of nooit de directe oorzaak. Veeleer moet daarbij gedacht worden aan angst (zie sub 3e). Zoo ook. wanneer de zwemmer niet voldoende met de objectieve gevaren op de hoogte is (4e) kan, zooals reeds gezegd, bij de geringste aanleiding het bestaande wantrouwen uit groeien tot angst. Angst beteekent voor den zwemmer het grootste gevaar en er kan nooit genoeg de nadruk op gelegd worden, dat dit in het water contrabande voor hem behoort te zijn. Laat hij elke gedachte in dien geest tij zich uitbannen, hij begint er niets mee. Beter is het de objectieve gevaren goed te onderscheiden en men zal zien, dat de zee geen wispelturig schepsel is, maar nauw gezet luistert naar de haar gestelde wetten. Die wetten te kennen ie plicht van ieder! die in zee zwemt De objectieve gevaren Thans zijn we genaderd tot de tweede le De bewegingen van het water, nl. stroo mingen en branding. Draaikolken ko men aan onze vlakke kust oaet voor, dan alleen de 'zwakke ongevaarlijke wentelingen bij strekdammen, haven- muren, enz. (voor 2e Plotselinge weersveranderingen zwemmers, die zich ver in zee hebben) zooals storm en mist 3e Vaste voorwerpen onder de water oppervlakte, strekdammen, palen, wrak ken enz. of drijvend hout, kisten, vaten e. d. in aanrollende golven. 4e Bootjes of andere vaartuigen, welke niet tijdig bemerkt worden. 5c Groote visschen. Dit laatste gevaar heeft zich als zoodanig aan onze ku6t waarschijnlijk nog niet voorgedaan, maar als mogelijkheid mag het niet worden voorbijgezien. Het valt onmiddellijk op, dat van de ob jectieve gevaren de vier laatstgenoemde zéér voor de hand liggend zijn en daarom nauwelijks eenig commentaar behoeven. Storm en mist Van de onder 2e genoemde weersverande ringen is storm de meest onschuldige. Door den zwaren korten golfslag, waarmede een storm meest inzet (bij onweer b.v.) zal het den zwemmer alleen wat meer moeite kos ten om aan he1, strand te komen, doch voor hen, die zich aan experimenten als het „uit- swemmen" wagen, mag dat geen bezwaar opleveren. Mist daarentegen is veel gevaarlijker. De niets-vermoedende zwemmer ziet zich plot seling ingesloten; de kust wordt voor hem onzichtbaar en zelfs de richting erheen is hij spoedig kwijt Staat er wat wind heeft hij tevoren erop gelet welke de wind richting was, dan zullen de rimpelingen van het water hem den weg kunnen wij zen. Meestentijds echter is mist een ver schijnsel van windstil weer, zoodat hem niets anders overblijft dan het zwemmen te staken, zich slechts drijvende te houden en te trachtten eenig geluid van het land op te vangen, zoo noodig door zelf te roepen in de hoop op antwoord. Indien ooit, dan geldt hier: kalmte bewaren. Voor het sub 3e genoemde gevaar is op letten steeds de boodschap. Bij laag water moet men zijn oogen goed den kost geven, omdat de meeste vaste voorwerpen, welke gevaar opleveren, dan boven water uit steken. Op het zgn. stille strand van Schevenin- gen tot Kijkduin staat op elk strandgedeei- te tusschen twee golfbrekers in het midden een Ijzeren paal, waarvan slechts bij laag water een gedeelt boven de oppervlakte uitsteekt, doch welke bij opkomend water geleidelijk onder den waterspiegel verdwijnt. Menig zwemmer heeft zich reeds aan deze obstakels min of meer ernstig gewond. Ook de strekdammen (golfbrekers, pieren) op dit kustgedeelte en elders moeten goed in het oog gehouden worden, dear ze bij hoog water voor het grootste gedeelte onzichtbaar zijn. Maar al te vaak ziet men bij het zgn. piertje om- zwemmen, dat men bij hoog water niet om maar óver den dam gezwommen wordt, daar de lengte verkeerd geschat werd. Bo vendien wordt de kop van deze dammen aanzienlijk vergroot door een krans van hooge en meest zeer scherpe bazaltblokken. Het gevaar van stooten of door een golf er op gesmakt te worden is lang niet denk- beelig en daarom is het raadzaam steeds voldoende afstand te houden. In een volgend artikel becpr^ken we de aodere gevaren. NEGER-TELEGRAFIE Geheimzinnige, niet te ontcijferen trommelseinen In Abessinië werd tijdens de oorlog tegen Italië meermalen gebruik gemaakt van de 'er-oude neger-telegrafie, die nog steeds met een geheimzinnig waas omgeven is. Over deze geheimzinnige seinen ontleent .T.T.-nieuws een aardig artikeltje aan „Te- graphen Praxis", waarin het volgende erteld wordt: De Engelsche onderzoekingsreiziger Green kort geleden teruggekeerd van een langen vht door tot nu toe nauwelijks bereisde gebieden van Centraal-Afrika. Hij had zich ten doel gesteld het geheimzinnige „tele- graafsysieem", dat in geheel Afrika wordt gebezigd, te ontsluieren. Helaas heeft hij moeten erkennen, dat de negers, niettegen staande hun groote mededeelzaamheid en geldzucht, daarover zwijgen ais het graf, en dat het hem. ondanks zijn grondige kennis van vele negertalen en dialecten, niet is ge lukt zijn doel te bereiken. De lezer heeft waarschijnlijk wel eens van deze geheimzinnige trommelseinen ge hoord: in den donkeren nacht schallen zo door de bosschen van Afrika, door de wil dernissen van Rhodesia, over de Sahara- woestijn. Met eenvoudige teekens, met lang gerekte dreunslagen of met korte, snelle rof fels geeft de eene negerkraal een bericht in enkele minuten door aan de andere, deze aan een derde, enz.: een voetbode zou hier voor ten minste eenige weken noodig het>- Het is een bewezen feit, dat men zelfs in de donkerste deelen van Afrika volledig op de hoogte was van hetgeen in Abessinië plaats vond. Elke mededeeüng via de seintrommel vindt binnen den kortst mogelijken tijd haar weg tot in de verste uithoe ken van het Zwarte Werelddeel. Men spreekt in Afrika verscheidene talen en meer dan 600 dialecten: maar of men nu Somali of Herero spreekt, of men het Barotse of het Joruba be- heerscht de trommeltaai is voor alle negers gelijk. De soms drie tot vier meter hooge en an derhalve meter dikke trommels worden door de kraal hoofden in speciaal daarvoor inge richte hutten bewaard enbewaakt. De trommelslagers leeren in hun leven niets anders dan de geheimzinnige seinteekens, de namen der stammen en ten slotte het seinen op de trommel zelf. Deze namen en teekens zijn streng geheim en mogen dan alleen worden gebruikt, wanneer het kraal- hoofd daartoe opdracht geeft. Is dit ge schied, dan schallen spoedig de dofdreunen- de signalen, hoorbaar tot op 20 mijlen af stand. Het uitbreken van den wereldoorlog werd ele blanken het eerst door negers medege deeld. Een oude kolonist vernam het over lijden van koningin Victoria destijds slechts door deze geheimzinnige Irommeltaal, na dat een toegewijde negerbediende het be richt voor hem had vertaald. Maar den z i n der teekens verried ook deze neger niet! Mister Green's 8000 kilometer lange reis dwars door Afrika is dus, wat het ge heim van de teekens betreft, vergeefsch ge weest DE KOSTEN VAN HET LAGER ONDERWIJS De overheidsuitgaven terzake van het la- gef onderwijs en aanverwante Lakken van onderwijs bewegen zich langzaam in dalen de richting. Mcdedeeling no. 60 van de af- deeling Onderwijsstatistiek van net Centraal Bureau voor de Statistiek biedt ons de mo gelijkheid om de desbetreffende cijfers voor de jaren 1932 en 1933 met elkaar ie verge lijken. Wij kiezen daarvoor de uotto-uitga- ven. Uit de betreffende tabellen kan worden afgeleid, dat de Rijksuitgaven in 1933 voor het lager onderwijs daalden met t 1.525.000, voor het schooltoezicht met f 27.000, voor «ie onderwijzersopleiding met t 297.000 en voor het buitengewoon lager onderwijs met f 1000. De gemeentelijke uitgaven vertoonen een minder homogeen beeld. In drie gevallen vond een stijging plaats, nl. bij het lager onderwijs met f 1.601.000, bij de uitgaven terzake van de naleving der Leerplichtwet met f 96.000 en bij de onderwijzersopleiding met f 21.000. Hiertegenover stond een da ling der netto-uitgaven bij het bewaar- schoolonderwijs met f 273.000, bij het bui tengewoon lager onderwijs met f 9000. bij het vervolgonderwijs met f 82.000 en bij de uitgaven voor het schooltoezicht met f 16.000. Tellen wij de Rijks- en gemeentelijke netto-uitgaven tezamen op, dan verkrijgen wij het beeld, dat in onderstaand staatje is vasteelegd. De absolute bedragen zijn ver meld in duizendtallen van guldens. In een derde kolom vermelden wij, hoeveel gul- d eneen leerling van elk der genoemde tak ken van nderwiis ce.u aan de overheids kassen kusc. Absolute uitgaven Bedrag Totaal Toe-of af name Lager onderw. Leerplichtwet Bew. onderw. Buitengew. 1. a Veno lgond. Schooltoet Onderw. opL 131.550 2.157 7.604 3.278 76 96 273 10 82 83 -276 leerling f 104.60 Totaal 150.672 552

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 7