Een kijkje in het land van den Duce
Baden
en zwemmen in zee
onderwijs
en opvoeding
IV
nog iets over het land van kale.
40 j klomperige bergruggen, waardoor de trein
snelde tusschen Napels en Rome.
Een onherbergzaam oord! zou menigeen
uitroepen, die gewoon is aan vruchtbare
vlakten met donker groen bekleed, machi
naal verdeeld als met een groote schaar,
doorsneden met slooten en grachten, waar
langs de knotwilgen staan te droomen, jaar
uit jaar in, terwijl dikke, vette wolken
weerspiegelen in poelen en plassen.
Een oogenblik geduld om een rechtvaar
dig oordeel te vellen! zou ik zeggen.
Op de grauwe hoogten ontbreken de bos-
gchen, eenmaal door arme kortzichtige voor-
2aten geveld en de huisjes, daartegen opge
trokken. zijn eenvoudig en klein.
De wuivende wouden van vele berglanden
in Europa mist ge hier. Maar de bebouwing
der vlakten getuigt van ijver waardoormen
poogt te henvinnen, wat het voorgeslacht
deed teloor gaan.
Straks zal men allicht pogen hier en
daar de hoogten te beplanten, hoewel dat
meer moeite zal geven.
Door ontbossehing is niet alleen het haar,
maar ook de huid, de vruchtbare humus
van de ronde, ruwe ruggen afgetrokken of
later weggespoeld.
Doch in de laagten hebben de bebouwers
met den grond gewoekerd: aardappelen in
het midden, wel terdege schoon gehouden,
langs den kant vaak vruchtboomen en deze
weer verbonden door naar beneden buigen
de groene guirlandes, die ik eerst niet kende.
„Wat groeit daaraan?" vroeg ik.
„Dat zijn vijgen, meneer!"
Alzoo drieërlei vjucht van een akker; dat
mocht er wezen, zoo dacht ik.
Door sombere tunnels knerpte en knarste
de sneltrein. Bij een lange, open ruimte
drongen velen naar de rechtergang
wagon.
„Wat is hier te zien?"
„Sabuadia en straks Littoria!" was het
antwoord.
Ik liet me toen uitleggen, wat ik uit do
krant.cn reeds ten deele wist, hoe Musso
lini met alle macht de uitgestrekte moeras
sen had laten droogleggen, om de omgeving
te zuiveren van muskieten en land te win
nen De belangstelling was niet minder
groot dan <ic van ons volk in den Afsluit
dijk van de Zuiderzee en den Wieringer-
meerpolder.
Het station Littoria. uit licht-rooden steen
ongetrokken zag er frisch uit, evenals de
gebouwen, waarschijnlijk kleine boerde
rijen, verder van de lijn.
Een soort proefveld strekte zich naast den
spoorwee uit, waarin ook de wijnstok niet
niet ontbrak.
De poging om deze te kweeken m den
grootcn polder, scheen niet naar wensch te
gelukken; de overige vruchten stonden niet
kwaad in den donkeren bodem van zwarte
Een groote fabriek verrees op enkele
ïur.
der
reek
sing
dat
IDT
minuten afstand. Men kon me niet inlich
ten over het doel van dien kolossus, doch
je kon zoo door de woorden heen hooren,
dat alles best in orde zou komen, want
Mussolini bestuurde de zaak.
prijs Zoo kort na de zege van den grooten man
ïn het verre Zuiden, was het niet zonder
idh« bedenking, ook maar één woord van twij
gen; fel te uiten.
eren A/Ieen heb ik gezegd, dat wat vee m de
nsen weiden het landschap zou opvroolijken en
cieu* dep „grond vruchtbaar maken. Reeds die
ééne opmerking bracht verwondering op
een enkel gezicht.
Ik kom op Zaterdagavond terecht in het
centrum van Rome. Het Rome, waarin de
historiekenner z"n hart ophaalt, de Christen
zijn Bijbel met zonderlingen eerbied open
slaat, de Roomsehe de borst voelt zwellen
wegens de alleen-heerschappij van den pau-
seliiken stoel en de fascist met zelfbeheer-
sching schrijdt langs de sïraten en pleinen,
wetende, dat de naaste toekomst hem be
hoort.
Rome is reeds zoo vaak beschreven, dat
ik me niet waag aan een teekening bij zulk
?n vluchtig verblijf.
Heel spoedig maakte ik me van een plat
tegrond meester, omdat ik me onmiddellijk
wilde oriënteeren.
Een korte wandeling op den rustdag
moest ten minste niet doelloos wezen. Rome
was op Zaterdagavond rustig, veilig en de
weg was licht te vinden.
Wie een Zondag daar doorbrengt, behoort
mee te nemen, wat zijn ziel kan voeden.
Steun voor zijn geloofsleven, dat aan den
Bijbel alles hecht, zal hij rondom den pau
selijken zetel moeilijk vinden. In zooverre
valt de eenzaamheid op en dringt tot gebed.
In Rome zijn oud en nieuw de tegenstel
lingen, welke contrasteeren en toch ook el
kander aanvullen.
Het oud-heidensche spreekt met machtige
stem uit ruinen en brokken muur midden
in de stad; een forsche klank uit het doo-
denrijk, voortgedragen van eeuw tot eeuw
door een klassieke literatuur over heel de
wereld.
Deze stem werd tot nog toe in de Euro-
peesche scholen en de tempels voor de we
tenschap misschien beter verstaan dan door
den geboren Italiaan.
Er was gcefi hoop, geen kracht tot her
leving, geen moed om in het voetspoor der
bouwers van Rome te treden, hgt lichaam
te trainen.
Het ideaal lag te sterven en de natie was
op weg om te worden als de brokken van
het Forum, de oefenplaats van de oud-Ro-
meinsche jeugd of van de grauwe muren
van het machtige colosseun», vier verdie
pingen hoog. waar enkele rijen zetels zijn
hersteld, om te toonen, van welk een hoogte
de tienduizenden toeschouwers neerzagen op
zwaardvechters en Christenen, die in de
diepte door wilde dieren werden uiteen Re*
soheurd.
Een machtig verleden had Rome.
De staat en de maatschappij vertoonden
echter de gevaarlijkste scheuren onder het
breekijzer der moderne vcrwoesters.
Ook het Pauselijk stelsel bleek, evenals
in Spanje en Frankrijk, onmachtig om de
geesten bijeen te houden en de maatschap
pelijke ondergang te voorkomen.
Geweld heeft Mussolini gebruikt, onver
antwoordelijk geweld, alleen gedekt door de
leus: het nuttige, het doel, dat is het goede
en op de middelen,om totdat doel te komen
moet ge minder letten.
Maar in één ding is hij tot nog toe ge
slaagd.
Orde heeft hij teruggebracht;
scheuren van Italië voorkomen: veiligheid
in het land voor binnen- en buitenlander
gewaarborgd; de ratten der samenleving in
de holen gejaagd, het oude ideaal doen her
leven in de ziel des volks door zorg aan de
historische bouwvallen te besteden en een
brug te bouwen naar het nieuwe Italië, zóó
hoog, dat ieder die kon zien.
Vrij is het volk allerminst en werd het
Vrij gelaten, wie weet, welke vrijheden het
zich zou veroorloven; maar Rome staat on
der streng politie-toezicht en daarachter de
van militaire dictatuur,
met OreraJ, overal schittert in s'n keurim
ster
uniform de politieman of de fascist.
Toch behoeft de buitenlander allerminst
te denken, dat hem onmiddellijk een gum
mistok of revolver onder den neus zal ge
houden worden.
't Was 's Zondags vrij warm, het voor
spel der hitte over heel Europa en daar
door lastig om steeds links te houden, zoo
als Mussolini's order luidde. Meermalen
eroorloofde ik me om de schaduw aan den
rechterkant te zoeken. Enkele malen werd
ik door een agent tegengehouden en naai
de linkerzijde gewezen; maar anderen, die
me wel zagen en blijkbaar best begrepen,
dat ik een vreemdeling was en naar de
koelte snakte, lieten me stil passeeren.
Tot herstel van het volksideaal dient de
reclame en de oefening in het Forum van
Mussolini, de nieuw-gebouwde sportacade-
ie buiten Rome.
Wie het Colosseum verlaat en den korten,
breeden boulevard naar het centrum der
stad teruggaat, wordt zeker getroffen door
vier donkere landkaarten tegen een stuk
zijmuur van een oude basilika.
Zwart is de ondergrond op elke kaart en
geelgrijs het daartegen afstekend stuk, dat
het Romeinsche gebied, het latere impe
rium, voorstelt in Europa, Azië en Afrika.
De linksche kaart toont Rome in de acht
ste eeuw voor Christus; alleen de stad met
omgeving.
De tweede van links Rome ln wording en
worsteling om de heerschappij over Italië
en N.-Afrika te bemachtigen, Rome in het
jaar 146 v. Christus.
De derde kaart, het Romeinsche Rijk bij
den dood van Augustus in 14 na Christus,
doorgedrongen tot het hart van Europa en
de Oostzee, terwijl ook het geheele gebied
rondom de Middellandsche, de Zwarte Zee
en tot vrij ver in Azië reeds van zwart
licht is geworden: Rome's heerschappij.
En de vierde kaart; Rome onder keizer
Trajanus van 98119, op het toppunt van
macht.; het imperium in het volle zonlicht,
diep in Europa tot Rusland toe, uitgebreid;
er in Azië en met liet volle gezag over
N. Afrika.
Da&r moet het weer heen, menschen! zóó
roept deze kaart tot stilstaande voorbij
gangers, tot kleine burgers, tot moeders
met hun kinderen aan de hand en zuige
lingen in het wagentje.
En het spreekt hun toe als de wandpla
ten onzer Stadhouders dagelijks doen in
de scholen der Nederlandsche jeugd.
Ook de kinderen en knapen, wie het blijk
baar wordt uitgelegd.
Want kinderen heeft Italië, nog heel an
ders dan Frankrijk.
Daar wordt de straat gevuld door Jonge
lingen en knapen met geplakte lange ha
ren, vet glanzend en meisjes met afgescho-,
ren en kunstmatig gerestaureerde wenk
brauwen, slank als een Italiaansche wind
hond. De vrouw met de kinderwagen is vrij
zeldzaam en de vrouw in verwachting,
schijnt weg te schuilen.
In Rome ziet ge ook zulke figuren tot
onder de muren van het Vaticaan en in di
St. Pieterskerk toe; maar de zwangere
vrouw en moeders en vaders met de kin
derwagen ontbreken niet; het moederschap
is in eere hersteld.
Daardoor moet ik komen, waar ik wezen
wil. beweert Mussolini; het oude Imperium,
het schitterend Keizerrijk van voorheen;
dat moet worden hersteld en het Forum,
de kweekplaats van lichaamsoefening moet
leiding geven om mannen te vormen, die
Zette men muizen op stralingsstreken in
relloloïdekis'en, dus „afgeschermd" en be
handelde men hen dan met teer, onder
scheidden zij zich in niets van de on be
straalde" dieren, noch in het aantal zieken,
noch in den aard der ziekte
Deze proeven zijn in elk geval zeer ver
bluffend, hoewel wij een klaar beeld toch
eerst bij de wel te verwachten proeven der
tegenstanders over dit veelbesproken pro
bleem der aardstralen en alle daarmee sa
menhangende vragen, krijgen kunnen.
Wij geven daarom de resultaten met alia
voorbehoud als bijdrage tot het geheele pro
bleem weer.
Tiet oogsten is thans in Limburg in vollen gang. Bovenstaande foto geeft een gezicht op het prachtige Limburgsche land in de
omgeving van Gulpen.
het gedonder der kanonnen niet vreezen.
Een ideaal, maar een ideaal van deze we
reld, dat, als het mocht blinken, eenmaal
door geweld vergaat.
HEIDA
WETENSCHAP
Aardstralen en hun invloed
Interessante proefneming
Wij hebben onlangs in ons Zondagsblad
een en ander gepubliceerd over den beweer
den invloed van een zeker soort aardstralen,
die weliswaar nog niet wetenschappelijk
zijn vastgesteld, doch als hypothese veel ver
klaren van het z.g. wichelroedeversohijnsel
en een en ander dat daarmede samenhangt,
o.a. ongunstige beïnvloeding van de gezond
heid, tot zelfs het veroorzaken van kanker
toe.
Drie Zwitsersche onderzoekers, Dr. Jenny,
A. Oehler en A. Staufer hebben nu kortgele
den in het Zwitsersche Medische Weekblad
opmerkelijke publicaties gedaan In het bij
zonder wilden zij de bewering, op de pröef_
stellen, dat op de verdichtfngsplaatsen dor
beweerde aardstralen (d.i. waar de wichel-
roe zeer duidelijke uitslagen geeft) de plan
tengroei beïnvloed wordt en daarna de stel
ling toetsen, volgens welke dieren die be
straalde plaatsen instinctief vermijden en
eindelijk na te gaan wat er waar is van de
bewering, dat die aardstralen kanker veroor
zakend werken.
Zij lieten zich door een geschoold en ver
trouwd roedelooper, Ir. Lienert uit Ziirich.
daartoe geschikte proefplaatsen aanwijzen
en precies aangeven waar de verdichtings
streken liepen.
Toen plantten zij drie jaren achter elkan
der augurken, selderij en mals, gedeeltelijk
in de bestralingsstreken en gedeelteliik op
„vrije" plaatsen. En toen bleek, dat de
augurken, die in de verdichtingsstreken
stonden, 14 dagen vroeger afstierven dan de
niet bestraalde. Selderij toonde een gerin-
geren groei en kleinere knollen. Maïs had
in doorsnede een kleiner kol vengewicht.
Nog belangrijker gevolgen werden verkre
gen bij de proeven met dieren. Zij stelden
hiertoe een langwerpige kist zóó op. dat do
oene helft bestraald en de andere helft vrij
stond. In elk der beide zijden had men nest-
gelegenheden aangebracht. In de kist wer
den witte muizen genlaatst. Zij werden aan
jjeide uiteinden gevoederd en hadden volko
men vrije keus aan welk einde zij hun nest
wilden bouwen.
Na enkele weken hadden alle muizen zich
ten slotte in de niet-bestraalde helft inge
nesteld. Draaiden zij de kist nu ISO" óm,
zoodat de nesten op dife bestraalde zone kwa
men le liggen, dan waren na twee dagen
i verhuisd naar de onbestraalde helft.
Legden zij onder de bestraalde helft een
dunne celluloïdeplaat of omgaf men deze
met een magnetische staaldraad, zoodat die
stralingen „afgeschermd" werden, dan ble
ven de diertjes waar zij waren, nl. op de
bestraalde plaatsen.
Om tenslotte vast te stellen of aardstra
lingen. of hoe men de od de wichelroede
inwerkende kracht noemen mag, kanker
verwekt, deed men in „bestraalde" en „on
bestraalde" kisten ieder honderd muizen'.
Zooals bekend is. kan men bij witte mui
zen door dikwijls penseelen met een bepaal
de teeroplossing kunstmatig kanker te voor
schijn roepen. Dit deden de drie onderzoe
kers ook gelijkmatig bij de beide partijen
muizen en daar bleek nu, dat de „bestraal
de" muizen veel sneller en veel boosaardi
ger kanker kregen dan cle „onbestraalde";
zij stierven ook eerder. Werd minder teer
gepenseeld, dan kregen de onbestraalde mui
zen veelal geen kanker, terwijl de „be
straalde" nog steeds kanker kregen.
Elk jaar gebeuren er nog
tal van ongelukken
en
gevaren
Het grootste gevaar is:
de gevaren niette kennen
Het kan ongetwijfeld zijn nut heb
ben nog eens weer de aandacht te
vestigen op de gevaren van het baden
en zwemmen in zee, met name op die
plaatsen, waar dit niet geschiedt onder
het veilig toezicht van badinstellin-
gen.
De jaarlijksche lijst van ongevallen
aan onze z.g.n. vrije kustgedeelten
bewijst immers, dat het met de ken
nis dezer gevaren nog lang niet in
orde is, want zeker ia dat de meeste
ongelukken het gevolg zijn van ge
brek aan de noodige gevarenkennis.
Dat beteekent echter niet, dat men over
het algemeen zich niet bewust zou zijn van
eenig dreigend gevaar. Integendeel, wel
terdege ie men zich van gevaar bewust,
zelfs zóó, dat dit besef bij velen geleid
heeft tot allerlei overdreven voorstellingen
van meesleurende stroomingen en zuigende
draaikolken. De zee is verraderlijk luidt de
populaire meening, maar men uit haar
zonder te weten waarin het gevaar moet
worden gezocht.
De gevolgen van zulk een ongefundeerd
gevarenhesef zijn niet te onderschatten. Zij
vormen een gevaar op zichzelf, want ten
slotte schuilt het grootste gevaar daarin,
dat de aanwezige gevaren niet onderkend
worden. Bij een )£niet-zeevast" zwemmer
b.v. zal het ongemotiveerd wantrouwen, dat
hij koestert, bij de geringste aanleiding
kunnen overslaan in angst, welke hem
noodlottig worden kan. Het badend pu
bliek, ge'hoorgevend aan het welgemeend
advies: „Voorzichtig zijn en niet te ver
gaan!" meent zich door zekere maatrege
len inderdaad veilig gesteld te hebben, ter
wijl in bepaalde omstandigheden de gren
zen van deze begrippen wellicht reeds ver
overschreden zijn.
Indivldueele grenzen
Men is nu eenmaal niet in staat te be-
oordeelen waar voor zichzelf de grens ligt
tusschen voorzichtigheid en roekeloosheid,
indien men de gevaren niet kent, want de
zee stelt hier de grenzen niet, deze zijn
zuiver individueel.
Om dan de gevallen voldoende te leeren
kennen dient men te beginnen met in
Nu de zee haar duizenden weer
lokt en tienduizenden in de vacan-
ties zullen uitzwermen naar onze
stranden, kan het zijn nut hebben
de aandacht te vestigen op de ge
varen van het baden en zwemmen
in zee. Het valt telkens weer op.
hoe het publiek zich blootstelt. De
fouten, die gemaakt worden, zijn
vaak ontstellend groot. In bijgaand
artikel wijst een geroutineerd
z e e-z w emmer met b ij na 20-
j ar ig e ervaring op de ge
varen, die in zee dreigen en geeft hij
een aantal wenken, hoe men die
kan ontwijken. We hopen, dat onze
lezers, die van plan zijn naar zee te
gaan er hun voordeel mee zullen
hoofdzaak twee groepen te onderscheiden,
nL de subjectieve en de objec
tieve gevaren. Tot de eerste groep be-
hooren de gevaren, welke hun oorsprong
vinden bij den mensch zelf, dat zijn dus
de subjectieve gevaren, terwijl tot de twee
de groep gerekend moeten worden de ge
varen, welke hun ontstaan danken aan be
paalde eigenschappen van de zee. Teneinde
in staat te zijn de noodige voorzichtigheid
te betrachten zal men zich dus van beide
gevarengroepen hebben rekenschap te
Van de subjectieve gevaren kunnen als
de voornaamste genoemd worden:
le Niet of onvoldoende kunnen zwemmen
Hieronder ook te verstaan gebrek aan
uithoudingsvermogen door te geringe
getraindheid enz. Een goed zeezwem
mer moet het zonder moeite een uur
en langer kunnen volhouden, geen
vrees kennen voor onderdompeling van
het hoofd (golfslag) en indien noodig
tenminste een snelheid van 60 meter
per minuut kunnen ontwikkelen.
2e Lichamelijke zwakheden en gebreken,
welke tot een acuut gevaar kunnen
worden, zooals dieptevrees, spierkramp,
hartzwakte, maagstoringen, hoesten,
duizeligheid, een gaatje in het z. g. n.
trommelvlies (vaak het gevolg van een
vroegere middenoorontsteking) enz.
3e Gebrek aan de noodige koelbloedigheid
waarvan zenuwachtigheid en angst de
gevolgen zijn.
4c Onbekendheid met de objectieve
varenk
5e Onoplettendheid en roekeloosheid.
Wie In de meest ongunstige positie
verkeeren.
Wanneer men nu duidelijkheidshalve de
liefhebbers van het zilte nat onderscheidt
in baders en zwemmers en tot de baders
rekent dezulken, die niet of onvoldoende
kunnen zwemmen, dan hebben deze baders
zich ten aanzien van het subjectieve ge-
aar voornamelijk het sub 1 genoemde goed
bewust te zijn. Zij moeten weten, dat zij
voor de zee niet voldoende kunnen zwem
men.
Dat. zij daarmede in de meest on
gunstige positie verkeeren staat wel
vast en niet genoeg kan hun worden
aangeraden zich van de objectieve
gevaren op de hoogte te stellen, maar
bovendien en vooral om eerst goed te
leeren zwemmen alvorens zich in zee
te wagen.
Immers, zoodra zij in diep water geraken,
vei'keeren zij in levensgevaar en dit kan
door tweeërlei oorzaak geschieden, nl. door
de kracht van het in beweging zijnde water
en door oneffenheden in den bodem. Straks
korr.m we hierop terug bij behandeling
Van de objectieve gevaren.
Ook de zwemmer dient zich van de sub
jectieve gevaren ernstig rekenschap te
geven.
Het gebeurt maar al te vaak dat hij.
vertrouwend op zijn technisch kunnen,
schillende van deze gevaren uit het oog
verliest
Het gevaar, dat door dieptevrees een be
dreiging van het leven vormt, is niet gering
en personen, die daaromtrent niet zeker
yan zichzelf zijn mogen zich nooit alleen
in diep water wagen.
Kramp!
Kramp is een veelvuldig voorkomend
verschijnsel, maar wordt vaak ten onrechte
genoemd als oorzaak van verdrinking. Wie
kramp krijgt in het been b.v. is nog lang
niet verloren; hij moet zorgen kalm te blij
ven en elke inspannende beweging vermij
den; kan de kramp, door aan de teenen te
trekken met gestrekt been, niet verholpen
worden, dan moet hij trachten met zeer
soepele slagen vooruit te komen of zich
door een ander te laten helpen. Bij het
plotseling wegzinken van goede zwemmers
is dan ook spierkramp zelden of nooit de
directe oorzaak. Veeleer moet daarbij gedacht
worden aan angst (zie sub 3e). Zoo ook.
wanneer de zwemmer niet voldoende met
de objectieve gevaren op de hoogte is (4e)
kan, zooals reeds gezegd, bij de geringste
aanleiding het bestaande wantrouwen uit
groeien tot angst.
Angst beteekent voor den zwemmer het
grootste gevaar en er kan nooit genoeg de
nadruk op gelegd worden, dat dit in het
water contrabande voor hem behoort te
zijn. Laat hij elke gedachte in dien geest
tij zich uitbannen, hij begint er niets mee.
Beter is het de objectieve gevaren goed te
onderscheiden en men zal zien, dat de zee
geen wispelturig schepsel is, maar nauw
gezet luistert naar de haar gestelde wetten.
Die wetten te kennen ie plicht van ieder!
die in zee zwemt
De objectieve gevaren
Thans zijn we genaderd tot de tweede
le De bewegingen van het water, nl. stroo
mingen en branding. Draaikolken ko
men aan onze vlakke kust oaet voor,
dan alleen de 'zwakke ongevaarlijke
wentelingen bij strekdammen, haven-
muren, enz.
(voor
2e Plotselinge weersveranderingen
zwemmers, die zich ver in zee
hebben) zooals storm en mist
3e Vaste voorwerpen onder de water
oppervlakte, strekdammen, palen, wrak
ken enz. of drijvend hout, kisten, vaten
e. d. in aanrollende golven.
4e Bootjes of andere vaartuigen, welke
niet tijdig bemerkt worden.
5c Groote visschen. Dit laatste gevaar
heeft zich als zoodanig aan onze ku6t
waarschijnlijk nog niet voorgedaan,
maar als mogelijkheid mag het niet
worden voorbijgezien.
Het valt onmiddellijk op, dat van de ob
jectieve gevaren de vier laatstgenoemde
zéér voor de hand liggend zijn en daarom
nauwelijks eenig commentaar behoeven.
Storm en mist
Van de onder 2e genoemde weersverande
ringen is storm de meest onschuldige. Door
den zwaren korten golfslag, waarmede een
storm meest inzet (bij onweer b.v.) zal het
den zwemmer alleen wat meer moeite kos
ten om aan he1, strand te komen, doch voor
hen, die zich aan experimenten als het „uit-
swemmen" wagen, mag dat geen bezwaar
opleveren.
Mist daarentegen is veel gevaarlijker. De
niets-vermoedende zwemmer ziet zich plot
seling ingesloten; de kust wordt voor hem
onzichtbaar en zelfs de richting erheen is
hij spoedig kwijt Staat er wat wind
heeft hij tevoren erop gelet welke de wind
richting was, dan zullen de rimpelingen
van het water hem den weg kunnen wij
zen. Meestentijds echter is mist een ver
schijnsel van windstil weer, zoodat hem
niets anders overblijft dan het zwemmen
te staken, zich slechts drijvende te houden
en te trachtten eenig geluid van het land
op te vangen, zoo noodig door zelf te roepen
in de hoop op antwoord. Indien ooit, dan
geldt hier: kalmte bewaren.
Voor het sub 3e genoemde gevaar is op
letten steeds de boodschap. Bij laag water
moet men zijn oogen goed den kost geven,
omdat de meeste vaste voorwerpen, welke
gevaar opleveren, dan boven water uit
steken.
Op het zgn. stille strand van Schevenin-
gen tot Kijkduin staat op elk strandgedeei-
te tusschen twee golfbrekers in het midden
een Ijzeren paal,
waarvan slechts bij laag water een gedeelt
boven de oppervlakte uitsteekt, doch welke
bij opkomend water geleidelijk onder den
waterspiegel verdwijnt. Menig zwemmer
heeft zich reeds aan deze obstakels min of
meer ernstig gewond. Ook de strekdammen
(golfbrekers, pieren) op dit kustgedeelte
en elders moeten goed in het oog gehouden
worden, dear ze bij hoog water voor het
grootste gedeelte onzichtbaar zijn. Maar al
te vaak ziet men bij het zgn. piertje om-
zwemmen, dat men bij hoog water niet om
maar óver den dam gezwommen wordt,
daar de lengte verkeerd geschat werd. Bo
vendien wordt de kop van deze dammen
aanzienlijk vergroot door een krans van
hooge en meest zeer scherpe bazaltblokken.
Het gevaar van stooten of door een golf er
op gesmakt te worden is lang niet denk-
beelig en daarom is het raadzaam steeds
voldoende afstand te houden.
In een volgend artikel becpr^ken we de
aodere gevaren.
NEGER-TELEGRAFIE
Geheimzinnige, niet te
ontcijferen trommelseinen
In Abessinië werd tijdens de oorlog tegen
Italië meermalen gebruik gemaakt van de
'er-oude neger-telegrafie, die nog steeds
met een geheimzinnig waas omgeven is.
Over deze geheimzinnige seinen ontleent
.T.T.-nieuws een aardig artikeltje aan „Te-
graphen Praxis", waarin het volgende
erteld wordt:
De Engelsche onderzoekingsreiziger Green
kort geleden teruggekeerd van een langen
vht door tot nu toe nauwelijks bereisde
gebieden van Centraal-Afrika. Hij had zich
ten doel gesteld het geheimzinnige „tele-
graafsysieem", dat in geheel Afrika wordt
gebezigd, te ontsluieren. Helaas heeft hij
moeten erkennen, dat de negers, niettegen
staande hun groote mededeelzaamheid en
geldzucht, daarover zwijgen ais het graf, en
dat het hem. ondanks zijn grondige kennis
van vele negertalen en dialecten, niet is ge
lukt zijn doel te bereiken.
De lezer heeft waarschijnlijk wel eens
van deze geheimzinnige trommelseinen ge
hoord: in den donkeren nacht schallen zo
door de bosschen van Afrika, door de wil
dernissen van Rhodesia, over de Sahara-
woestijn. Met eenvoudige teekens, met lang
gerekte dreunslagen of met korte, snelle rof
fels geeft de eene negerkraal een bericht in
enkele minuten door aan de andere, deze
aan een derde, enz.: een voetbode zou hier
voor ten minste eenige weken noodig het>-
Het is een bewezen feit, dat men
zelfs in de donkerste deelen van
Afrika volledig op de hoogte was van
hetgeen in Abessinië plaats vond.
Elke mededeeüng via de seintrommel
vindt binnen den kortst mogelijken
tijd haar weg tot in de verste uithoe
ken van het Zwarte Werelddeel. Men
spreekt in Afrika verscheidene talen
en meer dan 600 dialecten: maar of
men nu Somali of Herero spreekt, of
men het Barotse of het Joruba be-
heerscht de trommeltaai is voor
alle negers gelijk.
De soms drie tot vier meter hooge en an
derhalve meter dikke trommels worden door
de kraal hoofden in speciaal daarvoor inge
richte hutten bewaard enbewaakt. De
trommelslagers leeren in hun leven niets
anders dan de geheimzinnige seinteekens,
de namen der stammen en ten slotte het
seinen op de trommel zelf. Deze namen en
teekens zijn streng geheim en mogen dan
alleen worden gebruikt, wanneer het kraal-
hoofd daartoe opdracht geeft. Is dit ge
schied, dan schallen spoedig de dofdreunen-
de signalen, hoorbaar tot op 20 mijlen af
stand.
Het uitbreken van den wereldoorlog werd
ele blanken het eerst door negers medege
deeld. Een oude kolonist vernam het over
lijden van koningin Victoria destijds slechts
door deze geheimzinnige Irommeltaal, na
dat een toegewijde negerbediende het be
richt voor hem had vertaald. Maar den
z i n der teekens verried ook deze neger
niet! Mister Green's 8000 kilometer lange
reis dwars door Afrika is dus, wat het ge
heim van de teekens betreft, vergeefsch ge
weest
DE KOSTEN VAN HET LAGER
ONDERWIJS
De overheidsuitgaven terzake van het la-
gef onderwijs en aanverwante Lakken van
onderwijs bewegen zich langzaam in dalen
de richting. Mcdedeeling no. 60 van de af-
deeling Onderwijsstatistiek van net Centraal
Bureau voor de Statistiek biedt ons de mo
gelijkheid om de desbetreffende cijfers voor
de jaren 1932 en 1933 met elkaar ie verge
lijken. Wij kiezen daarvoor de uotto-uitga-
ven.
Uit de betreffende tabellen kan worden
afgeleid, dat de Rijksuitgaven in 1933 voor
het lager onderwijs daalden met t 1.525.000,
voor het schooltoezicht met f 27.000, voor
«ie onderwijzersopleiding met t 297.000 en
voor het buitengewoon lager onderwijs met
f 1000.
De gemeentelijke uitgaven vertoonen een
minder homogeen beeld. In drie gevallen
vond een stijging plaats, nl. bij het lager
onderwijs met f 1.601.000, bij de uitgaven
terzake van de naleving der Leerplichtwet
met f 96.000 en bij de onderwijzersopleiding
met f 21.000. Hiertegenover stond een da
ling der netto-uitgaven bij het bewaar-
schoolonderwijs met f 273.000, bij het bui
tengewoon lager onderwijs met f 9000. bij
het vervolgonderwijs met f 82.000 en bij de
uitgaven voor het schooltoezicht met
f 16.000.
Tellen wij de Rijks- en gemeentelijke
netto-uitgaven tezamen op, dan verkrijgen
wij het beeld, dat in onderstaand staatje
is vasteelegd. De absolute bedragen zijn ver
meld in duizendtallen van guldens. In een
derde kolom vermelden wij, hoeveel gul-
d eneen leerling van elk der genoemde tak
ken van nderwiis ce.u aan de overheids
kassen kusc.
Absolute uitgaven Bedrag
Totaal Toe-of af
name
Lager onderw.
Leerplichtwet
Bew. onderw.
Buitengew. 1. a
Veno lgond.
Schooltoet
Onderw. opL
131.550
2.157
7.604
3.278
76
96
273
10
82
83
-276
leerling
f 104.60
Totaal 150.672 552