De Spaansche burgerstrijd duurt voort DAGERAAD f. -/ 'u i tt;3ö EERSTE BLAD PAG. 2 Buitenland HONDERDEN DOODEN, TALLOOZE VLUCHTELINGEN De terreur in Malaga Nog geen beslissing rond Madrid In Lissabon wordt vernomen, dat Mar tinez B a r ri o in een telefoongesprek met generaal Mo la, den opstandelin genleider in Navarra, die bezig is naar Madrid op te rukken, dezen uit naam van president A z a n a zou hebben uit- genoodigd op te treden als minister van oorlog in een door de rechtsche en mid denpartijen te vormen nieuwe regeering. Mola zou hebben geweigerd en geant woord, dat er op het oogenblik geen sprake was van de vorming in Spanje van een linksche of rechtsche regeering. De militaire dictatuur, zoo zou hij ver der hebben geantwoord, is afgekondigd en de strijd zal worden voortgezet tot de uiteindelijke overwinning. De aan de regeering trouw gebleven gene raals Gomez Carminero en Raphael Rami rez. benevens majoor Morais Olivia en ver scheiden communisten zouden, volgens in Lissabon ontvangen berichten, de Portugee- Bche grens gepasseerd zijn. Zij zijn naar Braganza gebracht, waar men thans op instructies der Portugeesche regee- ying wacht De toestand in Badajoz zou zeer ernstig lijn. Leden van de roode militie zouden zich er aan gewelddaden hebben schuldig ge maakt en van werkgevers uitbetaling hen- ben geëischt van loonen voor niet verrichte diensten. Verscheiden aanhangers der recht sche partijen zouden naar Portugal zijn gevlucht De Amerikaansche ambassadeur Bowers heeft zich met zijn familie ingescheept od het kustwachtvaartuig „Cayuga", om Span je te verlaten. De Amerikaansche consul te Barcelona heeft om hulp voor de aldaar vertoevende Amerikaansche vluchtelingen verzocht. Vijfhonderd Duitsdie vluchtelingen U't Barcelona zijn in Genua aangekomen. Zij verklaarden dat alle Duitsche gebouwen in Barcelona beschadigd zijn. Britsche torpedojagers hebben te Mar seille 300 vluchtelingen van verschillende nationaliteiten aan land gebracht De toestand in Spanje blijft zeer duister. Het schijnt, dat de druk op Madrid door te drie rebelleerende legers eenigszins vermin- jderd is, zoodat de hoofdstad niet in onmid dellijk gevaar verkeert. De regeeringstroepen zouden Albacete heb ben ingenomen, hetgeen hun positie aan merkelijk zou hebben verbeterd. Deze stad is op ongeveer 225 K.M. ten zuid-oosten van Madrid gelegen en wordt als de sleutel van de provincie Valencia beschouwd, welke de yoedselvoorziening der hoofdstad verzorgt -Generaal Franco echter heeft medege deeld, dat de berichten uit Madrid onjuist fcijn. en kondigt een spoedige overwinning ider rebellen aan. De doodenlijsten Te Gibraltar is een Britsche torpedojager aangekomen met een 150-tal Britsche en lAmerikaansche vluchtelingen uit Malaga Zij verklaarden, dat te Malaga minstens 500 dooden en 2000 gewonden zijn gevallen. De Voornaamste gebouwen van de stad zijn Vernield. Een andere Britsche oorlogsbodem zag bij het passeeren van de Straat van Gibraltar, idat twee onderzeeërs Tarifa bombardeerden. Officieel wordt medegedeeld, dat bij den fctrijd in Barcelona 310 dooden zijn gevallen. Regeeringsvliegtuig neergeschoten Twee regeeringsvliegtuigen hebben stad Algeciras gebombardeerd Het lucht afweergeschut der rebellen, dat het vuur beantwoordde slaagde er echter in deze bei' de toestellen neer te schieten. De luchtmacht der regeering heeft ook de Afrikaansche steden Meülla en Ceuta op nieuw aan luchtbombardementen onderwor pen. Dc terreur te Malaga Een der te Gibraltar aangekomen Engelsche vluchtelingen heeft aan Reuter medegedeeld, dat hij heeft gezien, hoe te Malaga een honderdtal personen, priesters, fascisten en an deren, werden neergeschoten, in hoofd zaak door kinderen tusschen 14 en 17 jaar, die roode dassen en hemden droegen en gewapend waren met pis tolen, geweren, bijlen en knuppels. In de hoofdstraten zijn 52 gebouwen vrijwel geheel door brand verwoest. Honderden personen zouden zijn ge dood, terwijl het aantal gewonden volgens dezen zegsman de duizend overschrijdt. De toestand rond Madrid De correspondent van het D.N.B. meldt, dat de troepen van generaal Mola de pas sen van de Guadarrama en de Somon Sierra hebben bezet. De voorhoede van het leger van gcneraai Franco zou Aranjuez hebben bereikt. De beide Madrileensche waterleidingen zouden door de rebellen zijn afgesneden. Daar de stad nog slechts voor drie dagen watervoor raad zou hebben zou zij volgens deze cor respondent het nog hoogstens zes dagen kunnen uithouden. Ook de waterleiding van San Sebastian -.uu zijn afgesneden. De commandant van de luchtmacht der regeering Nunez de Prado. zou door fascisten gevangen zijn ge nomen. Hoewel de Spaansche minister van bin- nenlandsche zaken gisteravond mededeelde, dat de toestand in Spanje voor de regeering steeds gunstiger wordt en dat de opstal llngen gevoelige verliezen lijden, houdt de leiding der rebellen staande dat de val van Madrid, en daarmede van het huidige be wind .aanstaande is. Een duidelijke beslissing is echter nog steeds niet gevallen. HOLLANDERS ZIEN DEN OPSTAND TE BARCELONA Wapens verdeeld onder straatpubliek Stapels lijken op de havenkade Een Veertigtal Nederlandsche sportliefheb bers, dat in Barcelona vertoefde, om aldaar deel te nemen aan de zoogenaamde Volks olympiade", heeft glimpen gezien van den militairen opstand in Barcelona, welks be strijding naar men weet met ernstige-straat- gevechten en plunderingen van de zijde van het socialistisch te en communistische pu bliek gepaard ging. Zondagmorgen, zoo vernam het „Maandag ochtendblad" van een hunner, was het vrij rustig op straat. Vlak bij het hotel bleken .verschillende winkels geopend te zijn. Toen de Nederlanders er een kijkje na men, zagen zij politie-agenten bezig ge weren, revolvers en andere wapens en munitie uit te deelen aan burgers. Ieder een, die door zijn lidmaatschapskaart kon aantoonen, dat hij behoorde tot een vereeniging of organisatie, waarvan men wist, dat deze tegen de fascisten was, kon een wapen krijgen. Tusschen socia listen, anarchisten en communisten werd geen verschil gemaakt. Niet alleen mannen werden bewapend, maar ook vrouwen en meisjes. Er kwam een vrouw voorbij met een melkkan. En op de vraag van een der Hollanders, of zij melk had gekocht, liet de vrouw in den kan kijken, waarin pa tronen waren, die zij moest gaan uit- Werden de gevangenen steeds goed be handeld, men was zónder pardon tegen offi cieren, die hun troepen bij de fascisten had den willen doen aansluiten. Zoo hoorden de Nederlanaers, dat in den nacht van Zater dag op Zondag de officieren in een groote kazerne te Barcelona hun mannen gezegd zouden hebben, dat de fascisten verschillen de punten in de stad bezet hadden en dat daartegen moest worden opgetreden. Later bleek het die troepen, dat zij tegen arbeiders die tegen de fascisten vochten, aan het schie ten waren geraakt en toen zijn de officieren overmand en ter plaatse gefusilleerd. Ook is het gebeurd, dat de bezetting van een kleine kazerne zich had overgegeven. De regeeringstroepen en agenten gingen, toen de witte vlag geheschen was, er op af, toen plotseling een officier nog een schot afzond, dat een agent een vinger afschoot. Onmiddellijk werd toen deze officier gefu silleerd, terwijl de andere leden van de be zetting als gevangenen werden weggevoerd Zondagmorgen 19 Juli had op de groote boulevard nog een zeer ernstig gevecht plaats, waarin de regeeringsgetrouwen ook meester bleven. Toen was de opstand in Barcelona al zoo goed als bedwongen, al vonden er later en ook volgende dagen hier en daar nog wel straatgevechten plaats. Zondag en Maandag vonden ook plun deringen plaats van wapenwinkels, die er nogal veel in de stad te vinden zijn. Bovendien begaven troepen menschen zich ook naar de haven, waar zij van de schepen wapens haalden. Wat de brand in de kerken betreft, de interieurs werden volkomen vernield. Soms werd ook de geheele inveiltaris naar buiten gesleept, om voor de kerk te worden verbrand. Toen men zich aan boord van de Tiberius waarmede men zou repatrieeren begaf, zag men op de havenkade een stapel van lijken liggen. (Jok zijn er nog vele ongelukken gebeurd met de auto's, die met gewapende mannen en met gedoofde lichten maar voortdurend door de stad reden. Die auto's reden met enorme snelheden en zoo bleven botsingen niet uit. Op één nacht sneuvelden er vlak bij het hotel van de Hollanders niet minder dan vier wagens kort na elkaar. DE TOESTAND IN PALESTINA HONDERD DAGEN ARABISCHE STAKING Ernstige botsing in Judea Vandaag wordt in Arabisch-Palestijnsche kringen de honderdste dag der anti-Jood sche stakingsactie herdacht. Door den op persten Arabischen raad wordt verlangd, dat de staking zal worden voortgezet totdat alle Arabische eischen zullen zijn ingewil ligd. Te Jaffa is een bom tot ontploffing ge bracht, waardoor vier Arabieren, waaronder een vrouw, werden gewond. Een aanzien lijke menigte groepte daarop samen nabij Tel Aviv. De politie slaagde er echter in de menschenmassa, die een zeer dreigende houding aannam, te verspreiden. In de heuvels van Judea heeft een ern stige botsing plaats gehad tusschen Arabie ren en Britsche troepen. Tien Arabieren werden daarbij gedood. De Joodsche nationale raad heeft de tra- ditioneele pelgrimsreis naar de klaagmuur, welke Dinsdag zou plaats hebben, afgelast in verband met de onzekerheid van den toestand. De Brïtsch-Egyptische besprekingen De militaire afspraken Bij de te Kairo plaats vindende Britsch- Egyptische besprekingen is overeengekomen dat het aantal Britsche soldaten in Egypte niet meer dan 10.000 man zal mogen bedra gen, welke geconcentreerd zullen moeten zijn in de zóne van het Suezkanaal. Over 20 jaar zal de Britsche troepenmacht Uit Egypte worden teruggetrokken, zoo al thans het Egyptische leger alsdan sterk ge noeg wordt geacht om het grondgebied te beschermen. Indien er verschil van meening bestaat zal de volkenbond moeten beslissen. Vliegvelden nabij Suez en Moascar zullen die van Heliopolis en Aboekir moeten ver vangen. De Britsche troepen zullen Kairo en Aboekir verlaten. In vredestijd zal geen enkele Egyptische haven dienen voor basis van de Britsche vloot In tijd van oorlog kunnen Britsche oorlogsbodems in overleg met de Egyptische regeering gebruik maken van Egyptische havens. Ten slotte zal Egypte het effectief van zijn legermacht kunnen versterken zonder Engeland te raadplegen. Nazi-betoogingen in Opper-Oostenrijk De vrijlating der in gevangenschap ver- keerende Oostenrijksche nationaal-socialis- ten heeft in de omgeving van Linz geleid tot een nationaal-socialistische botooging. Kreten als „Heil Hitier" waren niet van de lucht Een der demonstranten is gearresteerd en naar een concentratiekamp gebracht. De Oostenrijksche Heimatschutz In een vergadering van leiders der Hei matschutz in Neder-Oostenrijk heeft vice- kanselier Baar Baarenfels verklaard, dat de overeenkomst met Duitschland van 11 Juli de Heimatschutz weer in staat stelt tegen het bolsjewistische gevaar te strijden. Vervolgens, sprekend over de pogingen van de nationaal-socialisten om hun partij te herstellen, zeide hij dat de Heimatschutz zonder bijgedachte een vrij, onafhankelijk, corporatief en autoritair Oostenrijk verde digt en zich evenals in het verleden zal verzetten tegen iedere poging een nieuwe partij te stichten, van welke zijde hiertoe ook pogingen zouden worden gedaan. Een groote brand in Massaoea Veroorzaakt door explosie Reizigers die uit Massaoea in Eritrea te Aden aankwamen hebben bericht, dat in eerstgenoemde stad een zware brand woedt. Het vuur zou zijn ontstaan in de onlangs voltooide benzinetanks en vandaar overge slagen naar het legermagazijn en het vlieg veld, waar vijftig vliegtuigen verloren gin gen. Het getal der dooden zou in de hon derden loopen. Van officieele zijde te Rome wordt echter verklaard, dat de berichten over den brand te Massaoea overdreven zijn, zoowel met betrekking tot den omvang van de raran als de menschenlevens, die hierbij verloren gegaan zijn. Het Italiaansche agentschap Stefani be richtte later, dat in een munitiedepot in een plaats achter Massaoea gelegen, door zelf ontbranding een ontploffing geschied is. De brand, welke hierop volgde, kon spoedig ge- bluscht worden en de schade beperkte zich tot een deel van het materieel, dat in een nabijgelegen depot opgeslagen was. VOOR DE CANADEESCHE GEVALLENEN Koning Edward onthult oorlogsmonument Koning Edward VIII van Engeland heeft Zondagmiddag te Vimy (Frankr.) een monument onthuld voor de Cana- deezen, die aldaar in den wereldoorlog gesneuveld zijn. Onder degenen, die bij deze plechtigheid aanwezig waren, be vonden zich ook 3500 Canadeesche oud strijders, die daartoe met een drietal schepen speciaal waren overgekomen. Nadat de gebeden geëindigd waren, nam koning Edward VIII het woord en hield een rede, welke hij met de volgende passage besloot: „In den geest van dankbaarheid voor het voorbeeld, dat de kameraden, die in den oorlog vielen, gegeven hebben, met respect voor hun toewijding en met trots, hun ka meraad geweest te zijn, onthul ik dit mo nument voor de Canadeesche dooden". De koning trok vervolgens het doek weg, waarop twee minuten van stilte volgden. Daarop nam president Lebrun het woord om de rede van den koning te be antwoorden. De president sprak o. a. van een hooger saamhoorigheidsgevoel, dat de handelingen der menschheid immer moet bezielen. „Moge dit saamhoorigheidsgevoel, al dus spreker, de menscheheid steeds dichter brengen bij den vrede, welke zijn weldaden moge uitspreiden over de volken, die nu beangst zijn voor de onzekerheid van de toekomst". Nadat de plechtigheid beëindigd was, be geleidde koning Edward VIII president Le brun tot aan diens rijtuig. Gedurende den tamelijk langen weg. dien zij, onder het gejuich van de duizenden, te voet aflegden, waren de twee staatshoofden in een gesprek gewikkeld, waaraan ook de Britsche am bassadeur te Parijs, Sir George Russell Clerk, deelnam. Voordat president Lebrun in zijn rijtuig plaats nam, wisselde hij met den koning nog eenige hartelijke woorden, waarop de twee staatshoofden elkander de hand druk ten. Ook de verschillende autoriteiten van heider gevolg namen met hartelijke beleefd heid van elkander afscheid. De koning is daarop per speciale trein naar Calais vertrokken, vanwaar hij per vliegtuig naar Engeland overstak. Von Papen thans ambassadeur De Duitsche gezant te Weenen. Von Pa pen, is door rijkskanselier Adolf Hitler van gezant bevorderd tot ambassadeur Duitschland en Abessinië De Italiaansche minister van buitenland- sche zaken, Graaf Ciano, heeft den Duit- sclien gezant Von Hassel ontvangen, die hem mededeelde, dat de Duitsche regeering besloten had het Duitsche gezantschap te Addis Abeba op te heffen en te vervangen door een consulaat-generaal. Graaf Ciano sprak zijn voldoening hier over uit en dankte den gezant voor de mededeeling. Volgens de Italiaansche pers kan men dit besluit der Duitsche regeering beschou wen als een teeken, dat te Berlijn de facto de Italiaansche verovering van Abessini" wordt erkend. Het is een nieuw teeken van de loyale vriendschap, welke de Duitsche politiek ook reeds tijdens het Abessijnsche conflict heeft gekenmerkt. FRIESCHE BOTERDRABBELKOEKEN Oudst» adtM de paO Versch ^an! Zoo aan ae nclex In bussen 6 st. 0.50; 10 st. 0.85; Luxe bussen 10 st 0.90; 17 sL L60; Boven 2.— franco. Telef. 20 Gironummer 30584 J. C. REPKO WORKUM Mrtn.l BINNENLAND De snelspoel van Thomas Ainsworth In Nijverdal te zienl Zooals bekend is, viert Nijverdal van 1—8 Augustus a.s. zijn eeuwfeest. Daaraan wordt dan ook een tentoonstelling verbonden „Ni]* votha" (Nijverdal voorheen en thans). Be halve veel. dat alleen plaatselijk kan wor den gewaardeerd, is er ook iets, dat de al- gemeene belangstelling verdient, ja. dat eea unicum mag heeten voor ons heele land. Naast een oud handweefgetouw van het jaar 1691 en een machinaal getouw, wordt er de tussehen-vorm geëxposeerd, het z.g.n. weefgetouw met de snelspoel of het getouw met het zweepje van den Engelschman Thomas Ainsworth, in Twente ingevoerd in 1833. Alles zal op genoemde tentoonstelling in werking te zien zijn. Slechts na veel zoeken 5s liet de commis sie der tentoonstelliog gelukt zoo'n snelspoel getouw voor haar tentoonstelling machtig te worden. Dank zij de welwillende mede werking van de Fa. Edw. Ainsworth en Co. te Groenlo (tegenwoordige eigenaren de heeren J. en K. Heringa). We twijfelen niet of velen sullen ge touw uit den tijd van Ainsworth en zien. De gelegenheid is er op de „±mjvo- tha" te Nijverdal van Maandag 3 tot en met Zaterdag 8 Augustus. Vijfde Talma-Rustoord Opening op 4 Aug. a.s. te Baarn door Minister Prof. Dr. J. R. Slotomaker de Bruine De „Chr. Vereeniging ter verzorging vail Ouden van Dagen zal Dinsdag 4 Augustus j haar 5e rustoord openen. Drie harer rustoorden liggen in Fries- land. resp. te Veenwouden en Dantuma-1 woude, het vierde te Apeldoorn (Gld.). ter wijl Baarn straks het vijfde zal bezitten. De Vereeniging begon haar arbeid in 1928. Dacht men aanvankelijk aan de kleine luyden, do rollen zijn thans omgekeerd en het werk strekt, gezien de tak van arbeid te Baarn. zich ook tevens uit naar beter gesitueerden. Deze Vereeniging huisvest en verzorgt ruim 150 oude dames en heeren van Pro- testantschen huize. Dit aantal zal door het nieuwe werk te Baarn met een 30-tal ver*, hoogd worden. De opening zal plaats vinden door Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine, Minister van Onderwijs. Het nieuwe rustoord is gevestigd in het, voormalige „Parkwijk", dat omgedoopt wordt in „Talma-Park". MIJNHEER PIMPELMANS GAAT ..EN PENSION" 95. Met niet te stuiten vaart schoot mijn heer Pimpelmans met zijn vehikel over de hei, dwars langs de monden der kaqonnen. Daar hij in vergelijking met do groote heide maar erg klein en nietig was, merkte men hem niet dadelijk op. Boemml Daar viel een schoteen granaat schoot sissend onder mijnheer Pimpelmans door en weg was de fiets. De arme man sprong door den luchtdruk een eind de hoogte in en kwam toen in zittende houding op de hei terecht. 96. Aangezien de hei een eind lager lag dan de plaats, waar het zadel gezeten had, was de kennismaking niet zoo aangenaam. Mijnheer Pimpel mans krabbelde steunend overeind, holde weg en begon moeizaam den terugtocht naar boven, om zijn hoed te ha len„Ik ga naar Epscheuten terug! Ik blijf hier geen dag langer!" mompelde hij. Nog nooit had hij zooveel medelijden meti zichzelf gehad. (Wordt Woensdag vervolgd.) Feuilleton (63 door H. KING MA NS r Reeds geruimen tijd waren door de magistraat van Groningen onderhandelingen aangeknoopt met den Protestantschen Vorst [van Bronswijk, teneinde met dezen een verdrag te sluiten, In 'dien zin, dat Groningen ondep diens protectoraat kwam. Men ineende, dat dit zoowel den Koning van Spanje als de Staten der Unie zou bevredigen, want de Koning was nooit zeker van het bezit van Groningen en de Staten zouden liever in Groningen een neutralen vriend en buurman zien dan een Vijandelijke vesting, die den oorlog in het Noorden sleepenrte hield. De onderhandelingen bemiddelaar was de Graaf Van Hohenlohe, bevelhebber in het Staatsche leger, die bij slagen Stadhouder van Groningen zou worden waren reeds ver gevorderd, maar de voorwaarden van den Hertog had de magistraat nog niet aanvaard. „Ik weet er niet veel van, Excellentie. De zaak wordt geheim gehouden. Maar 'k weet wel, dat Johan ten Buer naar Eten Haag is .vertrokken." De beide vorsten wisselden een snellen blik: een bode, die natuurlijk op weg was naap Den Haag, waar Hohenlohe op idat oogenblik vertoefde! „Wie is Johan ten Buer?" „Een burger uit Groningen, Excellentie, die meermalen afgevaardigde van de Vroedschap is." „Hij had de reis naar Den Haag wel kunnen nalaten", zeide Maurits schamper. „Ik elk geval komt hij nu te laat." De Prins had gelijk: nu het beleg voor de stau geslagen was, Wilde Hohenlohe met de zaak niets meer te maken hebben. Nog tal van bizonderheden werden aan Aart Sebensz. ge vraagd. Hij antwoordde zoo prompt mogelijk en verwierf de goedkeuring der bevelhebbers voor zijn komen' naar het kamp. „We mogen dus wel aannemen, dat wij veel vrienden in de stad hebben?" vroeg Graaf Willem Lodewijk tenslotte. „In elk geval zijn de vrienden van Spanje ver in de minder heid, Uw Genade", antwoordde Aart voorzichtig. „Maar zij hebben de macht." „Die macht kan gebroken worden", meende Prins Maurits, een wenk gevend. Het onderhoud was afgeloopen. Munco en Aart vertrokken, onderweg druk pratend. „Ik breng je tot voorbij onzen uitersten post en dan vind je het verder wel. Doe dc hartelijke groeten thuis en zeg. f'at ik welvarend ben en spoedig hoop, in Groningen te zijn, om er voor goed te blijven." „Staat dat vast?" „Wat? Dat ik blijf? Dat staat vast. Ik blijf soldaat, tot mijn vaderstad is ingenomen. En dan is het soldatenleven voorbij. Ik zal er niet om treuren. Want het is niet uegeerenswaard. God geve, dat ik ook uit dezen strijd ongedeerd te voorschijn kom en dat mijn vurige wensch wordt vervuld. Maar ik moet terug. Zoo ongemerkt zou ik bij de Oosterpoort terecht komen." Hij drukte zijn zwager krachtig de hand. „Dat wij elkaar in leven en gezondheid straks mogen ont moeten", zeide Aart „Zonder beleg wordt d" stad niet over gegeven. We zullen zeker stevig beschoten worden?" „Ongetwijfeld. We hebben voorraad. Ik geloof, dat de Graven niet van plan zijn. het beleg op te breken, tenzij er een krachtig ontzet mocht komen opdagen. Maar dat is wel niet te ver wachten. Ga met God, Aart. De groeten thuis. Ik snak naar de mijnen. Beloof me nog één ding." „Dat is?" „Kom op deze wijze niet meer in het kamp. 't Is nu goed gegaan, maar 't wordt al gevaarlijker." „Ik beloof het je. 't Was alleen, om te weten, of jij er waart Ik blijf nu in de stad en moet vechten tegen jullie. Het stuit me tegen de borst'' „Je bent lid van het burgervendel. Je moet je plicht doen. Ik heb hoop, dat de Magistraat snoedig zal inzien, dat een belegering niet te doorstaan is. En dan is het afgeloopen." Opgewekt wandelde Aart Sebensz. den Oosterweg naar de stad. Zijn hart was licht Er daagde uitkomsti HOOFDSTUK VI Menno Ketel, die gedurende het beleg vee] langl de straat zwierf en zoo nu en dan, louter uit nieuwsgierigheid probeer\ie de wallen te beklimmen, wat wel eens gelukte, kwam thul9 met de boodschap, dat er iets ergs was gebeurd, waarvan de heele stad geschrokken was. Terwijl de Vroedschap aan het vergaderen was, was van het dak van het Raadhuis het daai zittende ooievaarsnest met jongen gevallen. Dat was een heel slecht voorteeken. Want dat wilde zeggen, dat verzet tegen de belegeraars toch niet baten zou. „Kom me niet met zulke praatjes thuis", knorde Hilligje. „Dat is niet dan bijgeloof." Maar zij luisterde er toch naar. En later o* den dag werd het haar weer verteld. De heele stad was er vol van. Dat mo' st natuurlijk wat beteekenen. Zoo 'n nest valt er maar niet zóó af „Bijgeloof, spotte Aart, toen Menno het ook hem vertelde. „Maar het kan geen kwaad, dat de menschen het denken. Men moet het praatje maar veel verbreiden. Hoe angstiger de burgers worden, hoe beter het is." Een feil was, dat er verdeeldheid en ontevredenheid onder de burgerij ontstaan was, welke steeds grooter afmetingen aan- namen. De Vroedschap was daarvan wel op de hoogte. Zij was op dien 4en Juni lang niet meer zoo mannaftig, als op den 25sten Mei, toen een trompetter van het Staatsche leger voor de Heerepoort was verschenen met een door Maurits en Willem Lodewijk onderteekenden brief, waarin vrij zeker de stad werd opgeëischt De luitenant van de wacht Henricus had den trom petter ontvangen en hem gebracht bij den voorzittende burge meester Jarges en commandant Liauckema, die zoo onbeleefd geweest waren, den brief .niet te openen en den trompetter zonder antwoord terug te zenden. Het antwoord zou wel eerdei in het leger komen dan hij, was hem toegevoegd. En inderdaaJ had men onmiddellijk een paar vuurmonden op het kamp gericht en eenige schoten laten knallen. Het dappere antwoord was in de stad toegejuicht, maar anderen en dat waren er velen vonden het niet verstandig, i Zij hadden een zwaar hoofd in het beleg, dat na dien 25sten Mei met kracht werd aangevat Duidelijk zag men van de wallen, dat begonnen werd, om zigzagsgewijze loopgraven te maken. Dat was de tactiek van J de jonge belegeraars, een tactiek met succes bij andere plaatsen toegepast. Geen bestorming. Die kostte te veel offers. Loop graven, tot vlak bij de wallen romende. En dan onder den j grond, ten einde onder de wallen kruit te kumen verzamelen. Straks zouden de mineurs in actie komen. De vroedschap zou nu niet meer zulk een overmoedig ant- woord gpven, al werden dan met eenig succes uitvallen j gedaan. Zoo langzamerhand was de vijand begonnen te schieten, zij het nog niet druk, daar de afstand nog te ver was. Maar men had reeds zoo goed gemikt, dat eenige personen gewond of gedood waren. De schrik kwam er een weinig in. (Wordt vervolgd)'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 2