DE VIERDAAGSCHE AFSTANDSMARSCHEN HET SCHOON BEGIN NAAR HET ZUIDERLAND DINSDAG 21 JULI 1936 TWEEDE BEAD" PAG. 5 Van houlen koeien, een vergelen dirigeerstok en een onechte baby De stad der witte banden (Van een specialen verslaggever) N ij mege n, Maandagavond Een oude wilg ligt scheefgezakt in de sloot en het windvaantje van dat oude romantische torentje in de buurt van Harmelen heeft óók al 'n leelijke opia- waaier gehad, maar de julistormen zijn nu toch uitgeraasd en alleen de statige stoet van witte wolkendonzen die het overwinnend stormleger natrekt herin nert nog aan den strijd der elementen. In de volle trein slaan de oude Vier dagenaars" elkaar op den schouder. „Haouwe jonge! Kits weertje of niet!" Een lekker frisch windje waait over de Geldersche bosschen. die schoonge- wasschen in de zon liggen te glanzen. Als het zóó de volgende vier dagen is, dan kunnen de 4000 deelnemers aan de af- standsmarschen het niet beter hebben. Het treintje, dat van Arnhem naar de Keizer Karelstad vertrekt, dreigt te be zwijken onder de gouden, zilveren en vergulde kruizen, de koffers en de humor van de wandelaars. Ik ben juist terecht gekomen in de coupé van de Utrechtsche politicmannen, die in een pracht-stem- ming onder leiding van inspecteur Faber naar Nijmegen trekken. Bijna allemaal geroutineerde loopers. die de 55 K.M. zullen loopen. Dat maal 4 is dus 220 K.M. Maar dat is voor deze kranige po litiemannen blijkbaar nog niet genoeg, want het stoute plan wordt uitgebroed om op Zaterdag er nog maar even 67 bij te pikkenmen wil nl. als het weer niet tegenwerkt van de-vierdaagsche een vijfdaagsche maken en naar Utrecht te rug wandelen! Doe het ze maar na! In Nijmege Wat is Nijmegen toch' een "Opvallend mooio stad. En wat is het er nu óók nog ■vroolijk en druk. Vlaggen en festoenen sieren de breede i allée van het station naar het Keizer Karei- plein, vel© straten, o.a. de Broerstraat, hangen ook vol vlaggen en wimpels en aan bijna alle huizen is de vaderlandsche drie- kleur of de vlag van den Ned. Bond voor 1 Lichamelijke Opvoeding, 't oranje-kruis op het groene veld, uitgestoken. Schetterende muziek doet de dienstmeis jes uit de keuken vluchten: er is weer een militaire troep op komst, die met volle ziek wordt ingehaald. Ah, de Jantjes. Kijk ze kwiek de hoeken om draaien. En daar komt een fleurige burgergroep in het blauw: dc dames van de Rotterdain- sche Burgerwacht. De weg naar de Prins Hendrikkazerne is door de koffers der individueele loopers ge teekend. De taxis razen over den hoofdweg om een nieuw vrachtje op te halen. Een man uit ons reisgezelschap zou van geen tax gebruik maken; had er principieel be zwaar tegen 'n beest, dat .tóch al kromme pootjes heeft, nog méér,af te beulen Op en om het Molenveld Op bet plein van dc Prins Hendrik kazerne zijn de loopers als een zwerm spreeuwen neergestreken. Het beeld is na tuurlijk fout voor wat betreft de militaire deelnemers, die stram in de houding staan, totdat de commandant van de troep de be kende witte banden heeft veroverd, maar boven de militaire commando's uit kwettert toch het gesnap van al die dames met scheevc en rechte kwartiermutsen, met flat- tcuse ankers en monogrammen op niet min der flatteuse truien. Wat een volière! Een gezellig troepje hennetjes omringt de Fransehe deelnemers, die een fiere Galli- .sche haan op hun witte shirt dragen en de .„oui's" en „non's" blijken tooverwoorden. te zijn, die alle taalkloven te zamen en in ver- eeuiging met een schelmschen blik over- Treurig klampt ons een deelnemer van de „Geneeskundige troepen" (in dienst heeten -ze iets anders) aan. Hij wacht en wacht, maar de troepscommagdanis nog steeds niet terug. Geen wonder, want dat is méar een sergeant en dc officieren zullen vóórgaan. Het is gewoon verbijsterend hoeveel oude hekenden elkaar hier tot wederzijdsche ver bazing ontmoeten. „Ha, luitenant van Lent! Oók in de stad? Warempel, daar heeft de altijd vroolijke en .energiek drukke irispccteup Versloot zijn mede-jurylid bij den Rottehdammér-marsch, den luitenant van het 18e R.Ipardon, van de. Grenadiers, in elk geval een keur corps van het. Nederlandsche leger, ontdekt. En daar groet me een milicien, die ik toch méér gezien moet hebbennatuurlijk! Henk! m'n eigen loopjongen uit Dordt. En daar heb je luitenant Wijdeveldt uit Delft en een oude vriend uit Leiden, waar ik nog mee om de korfbal-paal heb gesprongen in m'n „goeie" jaren. Geeft acht! Daar rukken de Koloniale Reservisten met hun martiale stroohocd op naar het Molenveld. De vlaggenparade Het wordt tijd voor de vlaggenparade, de officieele openingsplechtigheid van de mar- Od het Molenveld is het afgezette carrée veel ruimer genomen dan in vorige jaren. Wat minder gezellig, maar de zaak breidt zich ook nog maar elk jaar uit. Acht witte vlaggemasten teekenen zich af tegen de even dreigende lucht, acht reservisten slaan er bij klaar om straks de vlaggen der deelnemende naties omhoog te liijschen. Eerst krijgen we nog de intocht der deelnemende corpsen en vereenigingen, de eerste in stramme houding de eene hoek van liet veld vullend, de laatste in bonte kleurenwemeling zich mengend aan de an dere zijde. Alios is klaardaar klinkt het hoorn signaal „geeft acht", kapelmeester Leisti- kow van de Marinekapel heft de hand op en vroolijk huppelen de tonen van dc „Bra- bangonnc" over het veld, terwijl het rood geel-zwart de lucht in gaat. En dan volgt met telkens een rustpauze het Duitsche, En- geische. Zwitsersche en Fransehe volkslied, totdat tenslotte het mooiste aller nationale hymnen, ons statige „Wilhelmus van Nas- saue" over het Molenveld golft. Dan geven de militairen een extra-rukje aan hun ge- veer en de burgers staan allen als zonen an één volk in de houding (behalve drie of vier vlegels, die hun geïmporteerde handje niet thuis kunnen houden) en zin gen het lied van strijd en zege mee. De vlaggenparade: ze is mooi, maar ze duurt kort. Ze was ditmaal misschien een tikje minder imposant, omdat de muziek zoo nu en dan een noot Het vallen. Dat kleine oorzaken groole gevolgen kun nen hebben, bleek ook hier weer, want waren er ons ondanks getuige van hoe een oppasser na afloop van de parade op een ailer-ongenadigste wijze door een kapel meester werd uitgekafferd omdat hij her. dirigeerstokje, het Spaansche rietje, dat lie el het notenveld had moeten beheer- sell enhad vergeten. Never mind: We weten immers tóch wel hoe goed dc Marinekapel het kan? En hoe kranig defileerde even later de stafmuziek niet aan het hoofd van alle troepen voor don leider, kapitein Breunese, voor jhr v. Weiier, den voorzitter van de N. B. v. L. O. en de andere autoriteiten, die salueer end cn doppend dankten voor de hun ge bra elite hulde! Aan het slot had kapt. Breunese nog een aardige attentie in ontvangst tc nemen: twee jeugdige leden van de Alkmaarsche W.S.V. „Dc kaaskoppen" boden n.l. een origineelen kaasdrager met momkaasjes aan. In de stad Het Molenveld is daar straks leegg» stroomd. Dedoorstrooming liét af en t<; wel te wenschen over, maar wat wil men als zooveel duizenden door één hok moeten? Sommigen weten er raad op om zich ruim baan te maken. Zooals de militair, die zorg vuldig een stel dekens tegen de borst ge klemd hield en daarbij zóó meesterlijk het geluid van een baby nadeed, dat de menig te intuïtief op zij weck om „het schaap" door te laten! Op het oogenblik is Nijmegen vol fcest- gedruisch. De stafkapel, onder leiding van kapelmeester L. H. F. Leistikow. concer teert in „De Vereeniging" en drommen vi dringen zich langs den „melkweg" die de Ned. Zuivel Centrale in het hart vai stad heeft afgebakend, een weg waarlangs houten koeien zoo sprekend in het gras staan te grazen, dat men er vanzelf toe komt het nieuwe product, dat ze in de melkkiosken afleveren melk met limor nade! eens te keuren. Honderden tippelaars Nijmegen is mo- mentccl de stad der witte handen maken er gebruik van en gaan dan opgesterkt vroeg naar bedvroeg, want het is morgenochtend om vier uur réveille en om vijf uur moet de zware strijd tegen ver moeidheid enblaren worden aangevan gen en doorgezettot het juichende eiri- Lustig zingen de vroolijke meiskens het marschlied: Wij loopen dc Vicrdaagsche mee, vol levenslust en moed." Molenhek, Dinsdagmorgen. Uitgezocht wandelweer. Afwisselend bedekte lucht en een kalm windje. Alle 3723 deelnemers, die vanmorgen uit de Prins-Hendrikkazerne zijn ge start ingeschreven waren 3SS4 loo pers .zijn het erover eens: beter kan het niet. Geen wonder dat de dokto ren, masseurs en masseuses die zich bij iedere halte bevinden, steen en been klagen: ze hebben nog geen spier be hoeven te kneden en geen blaar door- geprikti De „55-igers" hebben er een formidabele sport ingezet. Om vijf uur vanmorgen dreigde er regen en voor die begon te val len, wilde men een flink stuk van het parcours afgelegd hebben. Om half negen kwamen de eerste indi vidueele loopers hier al door: 30 K.M. in drie en een half uur. Wel wat vlug, maar het zijn ook de meest getrainden die er zoo de stap in zetten. En thans trekt de eene groep na de andere zingend voorbij. Een talrijk publiek juicht ze hartelijk toe. De leider, kapitein Breunese, is zoo juist met zijn auto het parcours langs ge komen en Jhr von Wei Ier geeft hier blijk van belangstelling. Tegen half tien is het zonnetje doorge komen en wordt het eerst recht heerlijk op da-i weg. Vol moed wordt de tocht dan ook doorgezet. Terwijl gisteravond de feestmarschen over Nijmegen daverden, kwamen H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana op hun doorreis naar Howald door Nijmegen. Een kleine groep vierdagenaars was daar achter gekomen. Men heeft de Vorstinnen hartelijk begroet. Prinses Juliana die voor een coupé-raampje stond, dankte wuivend. LAND- EN TUINBOUW Oogstverwachtingen Zooals we reeds mededeeldten zijn over het algemeen genomen de verwachtingen voor de oogst onzer landbouwgewassen gunstig. Al heeft dan het regenweer van verleden week een minder goede invloed gehad. Volgens de Staatscourant kan over de verschillende gewassen o.a. het volgende opgemerkt worden. De wintertarwe vertoont over liet algemeen een goeden stand., ,In do Veen koloniën is het geyyas.zoo zwaar, dat hier en. daar legeren optreedt. Door de zware regens zijn in noordelijk Groningen 'vooral de door voetziekte aangetaste perceelen gaan legeren. In Hollands Noorderkwar tier treedt hier en daar veel roest op en op enkele plaatsen in de Julia ma tarwe ook stuifbrand. In Zeeland heeft de tarwe een goeden, niet te zwaren stand, zoodat lege ring dus weinig voorkomt. De stand van de rogge is over het al gemeen goed. Het gewas is op vele plaat sen zwaar en legerende rogge komt dan ook nogal voor. Verschillende perceelen zijn bovendien door voetziekte aangetast Door een en ander is het duidelijk, dat dt oogstverwachting in sterke mate afhanke lijk is van de komende weersgesteldheid. De stand van de w i n t e r g e r s t is in ihet algemeen goed. Ook de stand der zo- mergerst is bevredigend. In Gelderland komt echter vrij veel stuifbrand voor. In Utrecht heeft de zomergerst op de hoo- gere zandgronden kort stroo, terwijl in Noordlholland en Zeeland van legering sprake is. De haver staat in het algemeen goed. Over het geheel is het gewas te zwaar in Groningen, Drente, Overijssel en Noord brabant. zoodat het plaatselijk sterk le gert. Op de hooge zandgronden van Utrecht en Gelderland heeft de haver ïn het begin van den groei door droogte ge leden, waardoor het stroo kort is gebleven. De veldboonen staan vrij goed. In de provincies Utrecht, Noord- en Zuidhol- land, Zeeland, Noordbrabant en Limburg zijn ze echter door bladluizen aangetast. De erwten vertoonen een goeden stand. In Noord-Holland wordt op sommij plaatsen van een niet onbelangrijke aa tasting door knopmade gesproken. De stand der stamboonen is vj goed tot goed. Ook het vlas vertoont een vrij goed gewas. In Groningien is het korter geble ven dan aanvankelijk werd verwacht daarna heeft de regen legering veroor zaakt. In Friesland heeft het vlas hier so daar van de langdurige droogte geleden In Zeeland is het voor het grootste gedeel te reeds getrokken. De stand was hi ei zeer uiteenloopend, doch gemiddeld vrij goed. De stand van koolzaad, blau Deelnemende milila'ren marclieeren Het car rcehfnv^nl ,jHoofd links" h gec^mcndeeri De vlaggenpara£el O fficieele opening van de marscheit,- maanzaad, mosterdzaad, spin ziezaad en karwij is vrij goed. Van dit laatste gewas is in Groningen de mo; aantasting over het geheel genomen uie erg. terwijl de Sclerotinia veel mindei schade doet dan wordt verwacht. Het suikerbietenzaad staat er goed vooi De consumptie-aardappelen welke in den beginne in vrij ernstige mate van de ongunstnge weersomstandigheden en vooral van de nachtvorsten hadden te lijden, vertoonen thans in het algemeen een goede ontwikkeling. De regenval d. laatste weken heeft een hernieuwde groei ten gevolge gehad, waardoor wel niet alle, maar toch de meeste perceelen den achterstand hebben kunnen inhalen. Ook van de fabriek saardappe- 1 e n is- de stand thans bevredigend. De suiker- en voederbieten hebben in belangrijke mate geprofiteerd van de re gens der laatste weken, zoodat de ontwik keling dezer gewassen algemeen goed is. Hetzelfde kan van de uien gezegd w den. Slechts in Noordholland is er hier daar sprake van een open stand. De cichorei staat er thans nog iets gun stiger voor dan medio Juni, zoodat le stand op dit oogenblik zonder meer goed is De stand van de roode klaver is vrij goed. In Zeeland komt in sommige perceelen vrij veel bremraap voor. De onf wikkeling van de witte klaver is in het algemeen nog beter, n.l. goed tot zeer goed. In het algemeen werd er tot voor kort, vooral op de hoogere gronden, maar ook elders, geklaagd over een onvoldoende grasgroei, als gevolg van de droogte. Door de overvloedige regens van den laatsten tijd is hierin een verandering ten gunste gekomen. Het grashooi is in het alge meen onder zeer gunstige omstandigheden binnengekomen en dientengevolge goed tot zeer goed van kwaliteit. Ook de hoe veelheid was bevredigend. Wat hier voor het grashooi is gezegd, geldt in hoofdzaak ook voor het klaverhooi. De salarisverlaging bij Philips De Directie van Philips heeft zich bereid verklaard eenige wijzigingen aan te bren gen in de verhouding van de onlangs aan gekondigde salarisverlaging, waardoor voor de allerlaagste salarissen het progres siebegrip wordt ingevoerd. Voor de salaris sen tot f1300 per jaar zal dc verlaging 5 pCt. bedragen; voor de salarissen van f1300—f 1800 van 5 tot 10 pCt. en voor de salarissen boven f 1800 10 pCt. De-verlaging van 5 pCt. wordt verdeeld in 3 pCt. met in gang van 1 Sept. a.s. cn 2 pCt. met ingang van 1 Januari 1937. Ook voor het onge schoolde fabriekspersoneel is thans een verlaging van 5 pCt. aangekondigd. Consumptie van boter en margarine Volgens de cijfers die de Nederlandsche Zuivelcentrale over de laatste drie jaren publiceert omtrent het boterverbruik was dit voor ons land in 1933: 773000 K.g. per w eek, in 1934: 765.000 K g. en in 1935: 757.000 K.g. Vertoonen deze cijfers dus een zwakke dalende'tendenz, in het eerste kwartaal van dit jaar hap het gemiddelde wekelijks bo terverbruik terug tot GS3.000 K.G. tegenover 744.000 K.g. in liet eerste kwartaal van het vorige jaar, hetgeen een teruggang van 8 pCt. beteekent. Echter staat hiertegenover dat het gemiddelde wekelijksche boterver bruik in het tweede kwartaal van dit jaar weer 755.000 K.g. bedroeg, dat is iets meer dan het verbruik in het tweede kwartaal van 1935 (736.000 k.g.) Het gemiddelde wekelijksche margarine- verbruik heeft de laatste jaren ïn ons land bedragen: 1933: 1.100000 K.g.: 1934 1.110.000 K.g. en 1935 1.090.000 K.g. Behoudens een kleinen teruggang in 1935 is het margarine- verbruik in ons land dus de laatste jaren op gelijke hoogte gebleven. Echter is er in den loop van dit jaar een aanmerkelijke verandering opgetreden. In het eerste kwar taal daalde het gemiddelde wekelijksche margarineverbruik reeds tot 1.010.000 K.g. cn daarop is een teruggang tof 91S.OOO k.g in het tweede kwartaal gevolgd. „Feeërieke" tochten Naar Beuil De meest feeërieke tocht van de streek, zegt het prospectus. Ik griezel nu, na jaar, nog, als ik denk, hoe wij daar, op den smallen weg langs den afgrond, een dienst auto moesten laten passeeren. Ook nu over kwam ons dat. Opmerkelijk: het gevaar op een afstand lijkt vaak erger dan als men er middenin zit. Wij rijden door de bergspleet, die den naam draagt van George de l'Enfer, de Hel- lekloof. Ter weerszijden rijzen loodrecht hel- roode rotsen. In de diepte bruist het water. Er komt bijna geen zon. En tpch is er le ven. lil de scheuren der rotsen groeien boompjes en struiken, en laag gewas, alles frisch groen. Iets verder is het een heele bloementuin. De rotsen bloeien, zegt mijn poëtische buurman. In de laagte daar staat waarlijk een hengelaar, die zijn geluk be proeft hij de forellen. Vóór ons zitten een drietal jonge paartjes, zeker beginnende hu welijksreizigers. Zij doen van tijd tot tijd aan natuurschoon op hun eigen manier. Het stelletje vlak vóór ons geeft doorloopende voorstelling, de ander, gematigder van zin nen, geven pauzen. Wij brave Noorderlin gen op de achterste bank voelen ons tegen over al die zuidelijkheid machteloos. In ons hart prijzen wij de stoerder zeden van ons olkje thuis. Cato, de oudere, wist indertijd te bewerken, dat een Romeinsch senator uit het hooge college werd uitgesloten, omdat hij in het openbaar zijn vrouw, 'k bedoel zijn eigen vrouw, gekust had. Dat is een ander uiterste. Daar is in dezen, meen ik, ook een goed midden. Maar niet hier in onze bus. Dus kijken wij maar ijverig neer in de wilde bruisende wateren in de diepte. En denken terwijl aan een oud troostwoord van onzen goeden Baas Hannes: 't zal wel luwen. Intusschen sliert onze auto onder de vas te harfd van onzen chauffeur maar voort langs den kronkelenden weg. In Beuil Het regent; er komt een donderbui opzetten. Wij gaan nog even het kleine kerkje in, gaan ook de trap op van het oude schooltje, verder mogen we niet. Wij rijden weg in een piasbui. Maar wij zitten droog. Een bergstorting heeft onzen weg ver sperd. Wij moeten een minder berijdbaren omweg némen. Snorren door tunnels, net breed genoeg voor onze groote bus. Het re gent nog. Wij zijn nu 1S00 M. boven den zee spiegel. Beneden stroomt in snelle vaarteen zwarte modderheek. Dan houdt de regen op; de zon breekt door, zij overgiet de bespren kelde wereld met haar licht: alles blinkt in nieuwe heerlijkheid. Nooit zien wij de aar de zoo schoon, als wanneer de zon, pas door de wolken heen lichtend, haar stralen giet over een verregende wereld. Wij hebben klein malheur: drie kwartier oponthoud. Onze chauffeur zet aan. Ons rij den doet mij denken aan Jehu, die dreef onzinniglijk. Een kleine auto rijdt voorbij. Om de eer te redden blijft onze zware kast achter haar aan hangen, met een vaart van 70 K.M. en meer. Wij halen aardig in op die manier. We komen weer in lager oorden, in het land van aloe's, oLeanders, olijfboomen, pal men en vijgeboomen, ook van de geraniums Bij ons betalen we voor een schriel potje al gauw een kwartje. Maar hier hangen 2W bij duizenden als sier over de tuinmuren, tn allerlei kleur: donkerrood, lichtrood, rose, oranje, paars, wit. Ze grooeieu ook in het wild. Het is hier nu eenmaal het land der bloemen. Nu (Juni) is de eigenlijke bloemen tijd voorbij. Maar wanneer ge hier komt in Maart en April, is de weelde hier in Nice, nog meer in Grasse met zijn vermaarde par fum-fabrieken, onbeschrijfelijk; het is ahes bloemen. Begrijpelijk is bij het volk de zin voor kleu ren. Maar in dezen zijn er ook doolwegen. Waarom gebruiken de vrouwen hier haar eigen gezicht als doek? Vooral de lippen moeten het ontgelden; hoogrood worden ze opgekleurd. De menschen willen graag mooier lijken dan ze zijn. Iemand vertelde me van liaar buurvrouw, een deftige dame; 's morgens, als ze opstond, was ze, leek Te 50. om 10 uur leek ze 30. Tusschen die twee tijdstippen kreeg niemand haar te zien, be-, halve natuurlijk haar man. Het be-> haagziek zijn is een gevaarlijke ziekte; dat merkt men ook hier. Maar in. mijn brief zwijg ik er liever over. Naar Menton en Monaco Wij zijn ook nog in Menton en Monaco geweest. Er zijn drie wegen tusschen Nice en Menton. Corniohes heeten zij, d.w.z. kroon lijsten, randwegen. Vroeger bestonden zij niet; de oudere bewoners, waaronder veel roovers en smokkelaars, hadden er geen behoefte aan; de steile, ontoegankelijke kust rotsen boden hun juist geschikt terrein. Napoleon legde den eersten aan, boven over den bergrand; hij stijgt tot 530 Meter en geeft schitterende uitzichten over de zee en over het afhellend randgebied; hij heet: la grande Corniche. De tweede is de lage (la Basse! Corniche; hij loopt langs de zee, kwam klaar in 1881; de derde, de middelste, een mooie, breede weg, kwam vu 1928 gereed. Wij bezochten in Monaco het Oceanogra- fisch museum, een stichting van den vori« gen Vorst, zelf een diepzee-onderzoeker van naam. Er is een wonderschoon aquarium aan verhonden. Ik gevoel mij niet waardig daar veel van te vertellen: dat is het recht van den des kundige, en dat ben ik heelemaal niet. Het eenige, wat ik zou kunnen zeggen, is: al wandelend door al die werken Gods. voelde ik iets van de beteekenis van het woord, dat er staat van de Koningin van Scheba: er was geen geest meer in haar. Mer, valt \an de eene verwondering en bewondering in de andere. Ook zagen wij den jardin exoticrue: den tuin van uitheemsche planten; er waren wonderbare cactussen: een bol van wel een Meter middellijn, een niet wel 1000 bloe men, een met hoog opklommendc stengels van bijna 10 Meter, k Begrijp dc vertwijfel de zucht van een huismoeder, die. toen zij dat gezien had, in haar disperatie naar oornemen uitsprak, thuis tepclijk liaar knusse cactuspotjrs op Ie ruimen; van een huisvader die bij lie; aanschouwen van dat echte rotspark, al dc hangende rotstuintjes- plannen van zijn vrouw, zijn kinderen en hemzelf voelde verzinken in het ijdele •k Zie nop voor me dat tvah isch-seraam'e, ,,U(J K.G. zwaar, die mktvisschen, die fijne huidteekenïng der diepzee-vissehen, een on eindige. wonderlijke rijkdom \an werken Gods, die eeuwen verborgen lagen en ook nu nog maar enkelen zeer ten deeie aan schouwen mogen. Die C.od in de diepte schiep en onderhoudt als een eigen won- centuin. IV stond in ons blad van 29 Juni.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5