DE VIERDAAGSCHE
AFSTANDSMARSCHEN
HET SCHOON BEGIN
NAAR HET ZUIDERLAND
DINSDAG 21 JULI 1936
TWEEDE BEAD" PAG. 5
Van houlen koeien, een
vergelen dirigeerstok en
een onechte baby
De stad der witte banden
(Van een specialen verslaggever)
N ij mege n, Maandagavond
Een oude wilg ligt scheefgezakt in de
sloot en het windvaantje van dat oude
romantische torentje in de buurt van
Harmelen heeft óók al 'n leelijke opia-
waaier gehad, maar de julistormen zijn
nu toch uitgeraasd en alleen de statige
stoet van witte wolkendonzen die het
overwinnend stormleger natrekt herin
nert nog aan den strijd der elementen.
In de volle trein slaan de oude Vier
dagenaars" elkaar op den schouder.
„Haouwe jonge! Kits weertje of
niet!"
Een lekker frisch windje waait over
de Geldersche bosschen. die schoonge-
wasschen in de zon liggen te glanzen. Als
het zóó de volgende vier dagen is, dan
kunnen de 4000 deelnemers aan de af-
standsmarschen het niet beter hebben.
Het treintje, dat van Arnhem naar de
Keizer Karelstad vertrekt, dreigt te be
zwijken onder de gouden, zilveren en
vergulde kruizen, de koffers en de humor
van de wandelaars. Ik ben juist terecht
gekomen in de coupé van de Utrechtsche
politicmannen, die in een pracht-stem-
ming onder leiding van inspecteur Faber
naar Nijmegen trekken. Bijna allemaal
geroutineerde loopers. die de 55 K.M.
zullen loopen. Dat maal 4 is dus 220
K.M. Maar dat is voor deze kranige po
litiemannen blijkbaar nog niet genoeg,
want het stoute plan wordt uitgebroed
om op Zaterdag er nog maar even 67
bij te pikkenmen wil nl. als het weer
niet tegenwerkt van de-vierdaagsche een
vijfdaagsche maken en naar Utrecht te
rug wandelen! Doe het ze maar na!
In Nijmege
Wat is Nijmegen toch' een "Opvallend
mooio stad. En wat is het er nu óók nog
■vroolijk en druk.
Vlaggen en festoenen sieren de breede
i allée van het station naar het Keizer Karei-
plein, vel© straten, o.a. de Broerstraat,
hangen ook vol vlaggen en wimpels en aan
bijna alle huizen is de vaderlandsche drie-
kleur of de vlag van den Ned. Bond voor 1
Lichamelijke Opvoeding, 't oranje-kruis op
het groene veld, uitgestoken.
Schetterende muziek doet de dienstmeis
jes uit de keuken vluchten: er is weer een
militaire troep op komst, die met volle
ziek wordt ingehaald. Ah, de Jantjes. Kijk
ze kwiek de hoeken om draaien.
En daar komt een fleurige burgergroep in
het blauw: dc dames van de Rotterdain-
sche Burgerwacht.
De weg naar de Prins Hendrikkazerne is
door de koffers der individueele loopers ge
teekend. De taxis razen over den hoofdweg
om een nieuw vrachtje op te halen. Een
man uit ons reisgezelschap zou van geen
tax gebruik maken; had er principieel be
zwaar tegen 'n beest, dat .tóch al kromme
pootjes heeft, nog méér,af te beulen
Op en om het Molenveld
Op bet plein van dc Prins Hendrik
kazerne zijn de loopers als een zwerm
spreeuwen neergestreken. Het beeld is na
tuurlijk fout voor wat betreft de militaire
deelnemers, die stram in de houding staan,
totdat de commandant van de troep de be
kende witte banden heeft veroverd, maar
boven de militaire commando's uit kwettert
toch het gesnap van al die dames met
scheevc en rechte kwartiermutsen, met flat-
tcuse ankers en monogrammen op niet min
der flatteuse truien. Wat een volière!
Een gezellig troepje hennetjes omringt de
Fransehe deelnemers, die een fiere Galli-
.sche haan op hun witte shirt dragen en de
.„oui's" en „non's" blijken tooverwoorden. te
zijn, die alle taalkloven te zamen en in ver-
eeuiging met een schelmschen blik over-
Treurig klampt ons een deelnemer van de
„Geneeskundige troepen" (in dienst heeten
-ze iets anders) aan. Hij wacht en wacht,
maar de troepscommagdanis nog steeds
niet terug. Geen wonder, want dat is méar
een sergeant en dc officieren zullen
vóórgaan.
Het is gewoon verbijsterend hoeveel oude
hekenden elkaar hier tot wederzijdsche ver
bazing ontmoeten.
„Ha, luitenant van Lent! Oók in de stad?
Warempel, daar heeft de altijd vroolijke en
.energiek drukke irispccteup Versloot zijn
mede-jurylid bij den Rottehdammér-marsch,
den luitenant van het 18e R.Ipardon,
van de. Grenadiers, in elk geval een keur
corps van het. Nederlandsche leger, ontdekt.
En daar groet me een milicien, die ik toch
méér gezien moet hebbennatuurlijk!
Henk! m'n eigen loopjongen uit Dordt. En
daar heb je luitenant Wijdeveldt uit Delft
en een oude vriend uit Leiden, waar ik nog
mee om de korfbal-paal heb gesprongen in
m'n „goeie" jaren.
Geeft acht! Daar rukken de Koloniale
Reservisten met hun martiale stroohocd op
naar het Molenveld.
De vlaggenparade
Het wordt tijd voor de vlaggenparade, de
officieele openingsplechtigheid van de mar-
Od het Molenveld is het afgezette carrée
veel ruimer genomen dan in vorige jaren.
Wat minder gezellig, maar de zaak breidt
zich ook nog maar elk jaar uit.
Acht witte vlaggemasten teekenen zich
af tegen de even dreigende lucht, acht
reservisten slaan er bij klaar om straks de
vlaggen der deelnemende naties omhoog te
liijschen. Eerst krijgen we nog de intocht
der deelnemende corpsen en vereenigingen,
de eerste in stramme houding de eene hoek
van liet veld vullend, de laatste in bonte
kleurenwemeling zich mengend aan de an
dere zijde.
Alios is klaardaar klinkt het hoorn
signaal „geeft acht", kapelmeester Leisti-
kow van de Marinekapel heft de hand op
en vroolijk huppelen de tonen van dc „Bra-
bangonnc" over het veld, terwijl het rood
geel-zwart de lucht in gaat. En dan volgt
met telkens een rustpauze het Duitsche, En-
geische. Zwitsersche en Fransehe volkslied,
totdat tenslotte het mooiste aller nationale
hymnen, ons statige „Wilhelmus van Nas-
saue" over het Molenveld golft. Dan geven
de militairen een extra-rukje aan hun ge-
veer en de burgers staan allen als zonen
an één volk in de houding (behalve drie
of vier vlegels, die hun geïmporteerde
handje niet thuis kunnen houden) en zin
gen het lied van strijd en zege mee.
De vlaggenparade: ze is mooi, maar ze
duurt kort.
Ze was ditmaal misschien een tikje
minder imposant, omdat de muziek zoo nu
en dan een noot Het vallen.
Dat kleine oorzaken groole gevolgen kun
nen hebben, bleek ook hier weer, want
waren er ons ondanks getuige van hoe een
oppasser na afloop van de parade op een
ailer-ongenadigste wijze door een kapel
meester werd uitgekafferd omdat hij her.
dirigeerstokje, het Spaansche rietje, dat
lie el het notenveld had moeten beheer-
sell enhad vergeten.
Never mind: We weten immers tóch wel
hoe goed dc Marinekapel het kan? En hoe
kranig defileerde even later de stafmuziek
niet aan het hoofd van alle troepen voor
don leider, kapitein Breunese, voor jhr v.
Weiier, den voorzitter van de N. B. v. L. O.
en de andere autoriteiten, die salueer end
cn doppend dankten voor de hun ge
bra elite hulde!
Aan het slot had kapt. Breunese nog een
aardige attentie in ontvangst tc nemen:
twee jeugdige leden van de Alkmaarsche
W.S.V. „Dc kaaskoppen" boden n.l. een
origineelen kaasdrager met momkaasjes
aan.
In de stad
Het Molenveld is daar straks leegg»
stroomd. Dedoorstrooming liét af en t<;
wel te wenschen over, maar wat wil men
als zooveel duizenden door één hok moeten?
Sommigen weten er raad op om zich ruim
baan te maken. Zooals de militair, die zorg
vuldig een stel dekens tegen de borst ge
klemd hield en daarbij zóó meesterlijk het
geluid van een baby nadeed, dat de menig
te intuïtief op zij weck om „het schaap"
door te laten!
Op het oogenblik is Nijmegen vol fcest-
gedruisch. De stafkapel, onder leiding van
kapelmeester L. H. F. Leistikow. concer
teert in „De Vereeniging" en drommen vi
dringen zich langs den „melkweg" die de
Ned. Zuivel Centrale in het hart vai
stad heeft afgebakend, een weg waarlangs
houten koeien zoo sprekend in het gras
staan te grazen, dat men er vanzelf toe
komt het nieuwe product, dat ze in de
melkkiosken afleveren melk met limor
nade! eens te keuren.
Honderden tippelaars Nijmegen is mo-
mentccl de stad der witte handen maken
er gebruik van en gaan dan opgesterkt
vroeg naar bedvroeg, want het is
morgenochtend om vier uur réveille en om
vijf uur moet de zware strijd tegen ver
moeidheid enblaren worden aangevan
gen en doorgezettot het juichende eiri-
Lustig zingen de vroolijke meiskens het
marschlied: Wij loopen dc Vicrdaagsche
mee, vol levenslust en moed."
Molenhek, Dinsdagmorgen.
Uitgezocht wandelweer. Afwisselend
bedekte lucht en een kalm windje.
Alle 3723 deelnemers, die vanmorgen
uit de Prins-Hendrikkazerne zijn ge
start ingeschreven waren 3SS4 loo
pers .zijn het erover eens: beter kan
het niet. Geen wonder dat de dokto
ren, masseurs en masseuses die zich
bij iedere halte bevinden, steen en been
klagen: ze hebben nog geen spier be
hoeven te kneden en geen blaar door-
geprikti
De „55-igers" hebben er een formidabele
sport ingezet. Om vijf uur vanmorgen
dreigde er regen en voor die begon te val
len, wilde men een flink stuk van het
parcours afgelegd hebben.
Om half negen kwamen de eerste indi
vidueele loopers hier al door: 30 K.M. in
drie en een half uur. Wel wat vlug, maar
het zijn ook de meest getrainden die er
zoo de stap in zetten. En thans trekt de
eene groep na de andere zingend voorbij.
Een talrijk publiek juicht ze hartelijk toe.
De leider, kapitein Breunese, is zoo
juist met zijn auto het parcours langs ge
komen en Jhr von Wei Ier geeft hier
blijk van belangstelling.
Tegen half tien is het zonnetje doorge
komen en wordt het eerst recht heerlijk
op da-i weg. Vol moed wordt de tocht dan
ook doorgezet.
Terwijl gisteravond de feestmarschen
over Nijmegen daverden, kwamen H.M. de
Koningin en H.K.H. Prinses Juliana op
hun doorreis naar Howald door Nijmegen.
Een kleine groep vierdagenaars was daar
achter gekomen. Men heeft de Vorstinnen
hartelijk begroet. Prinses Juliana die voor
een coupé-raampje stond, dankte wuivend.
LAND- EN
TUINBOUW
Oogstverwachtingen
Zooals we reeds mededeeldten zijn over
het algemeen genomen de verwachtingen
voor de oogst onzer landbouwgewassen
gunstig. Al heeft dan het regenweer van
verleden week een minder goede invloed
gehad.
Volgens de Staatscourant kan over de
verschillende gewassen o.a. het volgende
opgemerkt worden.
De wintertarwe vertoont over liet
algemeen een goeden stand., ,In do Veen
koloniën is het geyyas.zoo zwaar, dat hier
en. daar legeren optreedt. Door de zware
regens zijn in noordelijk Groningen 'vooral
de door voetziekte aangetaste perceelen
gaan legeren. In Hollands Noorderkwar
tier treedt hier en daar veel roest op en
op enkele plaatsen in de Julia ma tarwe ook
stuifbrand. In Zeeland heeft de tarwe een
goeden, niet te zwaren stand, zoodat lege
ring dus weinig voorkomt.
De stand van de rogge is over het al
gemeen goed. Het gewas is op vele plaat
sen zwaar en legerende rogge komt dan
ook nogal voor. Verschillende perceelen
zijn bovendien door voetziekte aangetast
Door een en ander is het duidelijk, dat dt
oogstverwachting in sterke mate afhanke
lijk is van de komende weersgesteldheid.
De stand van de w i n t e r g e r s t is in
ihet algemeen goed. Ook de stand der zo-
mergerst is bevredigend. In Gelderland
komt echter vrij veel stuifbrand voor. In
Utrecht heeft de zomergerst op de hoo-
gere zandgronden kort stroo, terwijl in
Noordlholland en Zeeland van legering
sprake is.
De haver staat in het algemeen goed.
Over het geheel is het gewas te zwaar in
Groningen, Drente, Overijssel en Noord
brabant. zoodat het plaatselijk sterk le
gert. Op de hooge zandgronden van
Utrecht en Gelderland heeft de haver ïn
het begin van den groei door droogte ge
leden, waardoor het stroo kort is gebleven.
De veldboonen staan vrij goed. In
de provincies Utrecht, Noord- en Zuidhol-
land, Zeeland, Noordbrabant en Limburg
zijn ze echter door bladluizen aangetast.
De erwten vertoonen een goeden
stand. In Noord-Holland wordt op sommij
plaatsen van een niet onbelangrijke aa
tasting door knopmade gesproken.
De stand der stamboonen is vj
goed tot goed.
Ook het vlas vertoont een vrij goed
gewas. In Groningien is het korter geble
ven dan aanvankelijk werd verwacht
daarna heeft de regen legering veroor
zaakt. In Friesland heeft het vlas hier so
daar van de langdurige droogte geleden
In Zeeland is het voor het grootste gedeel
te reeds getrokken. De stand was hi ei
zeer uiteenloopend, doch gemiddeld vrij
goed.
De stand van koolzaad, blau
Deelnemende milila'ren marclieeren Het car rcehfnv^nl ,jHoofd links" h gec^mcndeeri
De vlaggenpara£el O fficieele opening van de marscheit,-
maanzaad, mosterdzaad, spin
ziezaad en karwij is vrij goed. Van
dit laatste gewas is in Groningen de mo;
aantasting over het geheel genomen uie
erg. terwijl de Sclerotinia veel mindei
schade doet dan wordt verwacht. Het
suikerbietenzaad staat er goed vooi
De consumptie-aardappelen
welke in den beginne in vrij ernstige mate
van de ongunstnge weersomstandigheden
en vooral van de nachtvorsten hadden te
lijden, vertoonen thans in het algemeen
een goede ontwikkeling. De regenval d.
laatste weken heeft een hernieuwde
groei ten gevolge gehad, waardoor wel
niet alle, maar toch de meeste perceelen
den achterstand hebben kunnen inhalen.
Ook van de fabriek saardappe-
1 e n is- de stand thans bevredigend. De
suiker- en voederbieten hebben in
belangrijke mate geprofiteerd van de re
gens der laatste weken, zoodat de ontwik
keling dezer gewassen algemeen goed is.
Hetzelfde kan van de uien gezegd w
den. Slechts in Noordholland is er hier
daar sprake van een open stand. De
cichorei staat er thans nog iets gun
stiger voor dan medio Juni, zoodat le
stand op dit oogenblik zonder meer goed is
De stand van de roode klaver is
vrij goed. In Zeeland komt in sommige
perceelen vrij veel bremraap voor. De onf
wikkeling van de witte klaver is in
het algemeen nog beter, n.l. goed tot zeer
goed.
In het algemeen werd er tot voor kort,
vooral op de hoogere gronden, maar ook
elders, geklaagd over een onvoldoende
grasgroei, als gevolg van de droogte. Door
de overvloedige regens van den laatsten
tijd is hierin een verandering ten gunste
gekomen. Het grashooi is in het alge
meen onder zeer gunstige omstandigheden
binnengekomen en dientengevolge goed
tot zeer goed van kwaliteit. Ook de hoe
veelheid was bevredigend. Wat hier voor
het grashooi is gezegd, geldt in hoofdzaak
ook voor het klaverhooi.
De salarisverlaging bij Philips
De Directie van Philips heeft zich bereid
verklaard eenige wijzigingen aan te bren
gen in de verhouding van de onlangs aan
gekondigde salarisverlaging, waardoor
voor de allerlaagste salarissen het progres
siebegrip wordt ingevoerd. Voor de salaris
sen tot f1300 per jaar zal dc verlaging
5 pCt. bedragen; voor de salarissen van
f1300—f 1800 van 5 tot 10 pCt. en voor de
salarissen boven f 1800 10 pCt. De-verlaging
van 5 pCt. wordt verdeeld in 3 pCt. met in
gang van 1 Sept. a.s. cn 2 pCt. met ingang
van 1 Januari 1937. Ook voor het onge
schoolde fabriekspersoneel is thans een
verlaging van 5 pCt. aangekondigd.
Consumptie van boter
en margarine
Volgens de cijfers die de Nederlandsche
Zuivelcentrale over de laatste drie jaren
publiceert omtrent het boterverbruik was
dit voor ons land in 1933: 773000 K.g. per
w eek, in 1934: 765.000 K g. en in 1935: 757.000
K.g. Vertoonen deze cijfers dus een zwakke
dalende'tendenz, in het eerste kwartaal van
dit jaar hap het gemiddelde wekelijks bo
terverbruik terug tot GS3.000 K.G. tegenover
744.000 K.g. in liet eerste kwartaal van het
vorige jaar, hetgeen een teruggang van 8
pCt. beteekent. Echter staat hiertegenover
dat het gemiddelde wekelijksche boterver
bruik in het tweede kwartaal van dit jaar
weer 755.000 K.g. bedroeg, dat is iets meer
dan het verbruik in het tweede kwartaal
van 1935 (736.000 k.g.)
Het gemiddelde wekelijksche margarine-
verbruik heeft de laatste jaren ïn ons land
bedragen: 1933: 1.100000 K.g.: 1934 1.110.000
K.g. en 1935 1.090.000 K.g. Behoudens een
kleinen teruggang in 1935 is het margarine-
verbruik in ons land dus de laatste jaren
op gelijke hoogte gebleven. Echter is er in
den loop van dit jaar een aanmerkelijke
verandering opgetreden. In het eerste kwar
taal daalde het gemiddelde wekelijksche
margarineverbruik reeds tot 1.010.000 K.g. cn
daarop is een teruggang tof 91S.OOO k.g in
het tweede kwartaal gevolgd.
„Feeërieke" tochten
Naar Beuil
De meest feeërieke tocht van de streek,
zegt het prospectus. Ik griezel nu, na
jaar, nog, als ik denk, hoe wij daar, op den
smallen weg langs den afgrond, een dienst
auto moesten laten passeeren. Ook nu over
kwam ons dat. Opmerkelijk: het gevaar op
een afstand lijkt vaak erger dan als men er
middenin zit.
Wij rijden door de bergspleet, die den
naam draagt van George de l'Enfer, de Hel-
lekloof. Ter weerszijden rijzen loodrecht hel-
roode rotsen. In de diepte bruist het water.
Er komt bijna geen zon. En tpch is er le
ven. lil de scheuren der rotsen groeien
boompjes en struiken, en laag gewas, alles
frisch groen. Iets verder is het een heele
bloementuin. De rotsen bloeien, zegt mijn
poëtische buurman. In de laagte daar staat
waarlijk een hengelaar, die zijn geluk be
proeft hij de forellen. Vóór ons zitten een
drietal jonge paartjes, zeker beginnende hu
welijksreizigers. Zij doen van tijd tot tijd
aan natuurschoon op hun eigen manier. Het
stelletje vlak vóór ons geeft doorloopende
voorstelling, de ander, gematigder van zin
nen, geven pauzen. Wij brave Noorderlin
gen op de achterste bank voelen ons tegen
over al die zuidelijkheid machteloos. In ons
hart prijzen wij de stoerder zeden van ons
olkje thuis. Cato, de oudere, wist indertijd
te bewerken, dat een Romeinsch senator uit
het hooge college werd uitgesloten, omdat
hij in het openbaar zijn vrouw, 'k bedoel
zijn eigen vrouw, gekust had. Dat is een
ander uiterste. Daar is in dezen, meen ik,
ook een goed midden. Maar niet hier in
onze bus. Dus kijken wij maar ijverig neer
in de wilde bruisende wateren in de diepte.
En denken terwijl aan een oud troostwoord
van onzen goeden Baas Hannes: 't zal wel
luwen.
Intusschen sliert onze auto onder de vas
te harfd van onzen chauffeur maar voort
langs den kronkelenden weg.
In Beuil
Het regent; er komt een donderbui
opzetten. Wij gaan nog even het kleine
kerkje in, gaan ook de trap op van het oude
schooltje, verder mogen we niet. Wij rijden
weg in een piasbui. Maar wij zitten droog.
Een bergstorting heeft onzen weg ver
sperd. Wij moeten een minder berijdbaren
omweg némen. Snorren door tunnels, net
breed genoeg voor onze groote bus. Het re
gent nog. Wij zijn nu 1S00 M. boven den zee
spiegel. Beneden stroomt in snelle vaarteen
zwarte modderheek. Dan houdt de regen op;
de zon breekt door, zij overgiet de bespren
kelde wereld met haar licht: alles blinkt in
nieuwe heerlijkheid. Nooit zien wij de aar
de zoo schoon, als wanneer de zon, pas door
de wolken heen lichtend, haar stralen giet
over een verregende wereld.
Wij hebben klein malheur: drie kwartier
oponthoud. Onze chauffeur zet aan. Ons rij
den doet mij denken aan Jehu, die dreef
onzinniglijk. Een kleine auto rijdt voorbij.
Om de eer te redden blijft onze zware kast
achter haar aan hangen, met een vaart van
70 K.M. en meer. Wij halen aardig in op
die manier.
We komen weer in lager oorden, in het
land van aloe's, oLeanders, olijfboomen, pal
men en vijgeboomen, ook van de geraniums
Bij ons betalen we voor een schriel potje
al gauw een kwartje. Maar hier hangen 2W
bij duizenden als sier over de tuinmuren,
tn allerlei kleur: donkerrood, lichtrood, rose,
oranje, paars, wit. Ze grooeieu ook in het
wild. Het is hier nu eenmaal het land der
bloemen. Nu (Juni) is de eigenlijke bloemen
tijd voorbij. Maar wanneer ge hier komt in
Maart en April, is de weelde hier in Nice,
nog meer in Grasse met zijn vermaarde par
fum-fabrieken, onbeschrijfelijk; het is ahes
bloemen.
Begrijpelijk is bij het volk de zin voor kleu
ren. Maar in dezen zijn er ook doolwegen.
Waarom gebruiken de vrouwen hier haar
eigen gezicht als doek? Vooral de lippen
moeten het ontgelden; hoogrood worden ze
opgekleurd. De menschen willen graag
mooier lijken dan ze zijn. Iemand vertelde
me van liaar buurvrouw, een deftige dame;
's morgens, als ze opstond, was ze, leek Te
50. om 10 uur leek ze 30. Tusschen die twee
tijdstippen kreeg niemand haar te zien, be-,
halve natuurlijk haar man. Het be->
haagziek zijn is een gevaarlijke ziekte; dat
merkt men ook hier. Maar in. mijn brief
zwijg ik er liever over.
Naar Menton en Monaco
Wij zijn ook nog in Menton en Monaco
geweest. Er zijn drie wegen tusschen Nice
en Menton. Corniohes heeten zij, d.w.z. kroon
lijsten, randwegen. Vroeger bestonden zij
niet; de oudere bewoners, waaronder veel
roovers en smokkelaars, hadden er geen
behoefte aan; de steile, ontoegankelijke kust
rotsen boden hun juist geschikt terrein.
Napoleon legde den eersten aan, boven over
den bergrand; hij stijgt tot 530 Meter en
geeft schitterende uitzichten over de zee en
over het afhellend randgebied; hij heet: la
grande Corniche. De tweede is de lage (la
Basse! Corniche; hij loopt langs de zee,
kwam klaar in 1881; de derde, de middelste,
een mooie, breede weg, kwam vu 1928 gereed.
Wij bezochten in Monaco het Oceanogra-
fisch museum, een stichting van den vori«
gen Vorst, zelf een diepzee-onderzoeker van
naam. Er is een wonderschoon aquarium
aan verhonden.
Ik gevoel mij niet waardig daar veel van
te vertellen: dat is het recht van den des
kundige, en dat ben ik heelemaal niet. Het
eenige, wat ik zou kunnen zeggen, is: al
wandelend door al die werken Gods. voelde
ik iets van de beteekenis van het woord,
dat er staat van de Koningin van Scheba:
er was geen geest meer in haar. Mer, valt
\an de eene verwondering en bewondering
in de andere.
Ook zagen wij den jardin exoticrue: den
tuin van uitheemsche planten; er waren
wonderbare cactussen: een bol van wel een
Meter middellijn, een niet wel 1000 bloe
men, een met hoog opklommendc stengels
van bijna 10 Meter, k Begrijp dc vertwijfel
de zucht van een huismoeder, die. toen zij
dat gezien had, in haar disperatie naar
oornemen uitsprak, thuis tepclijk liaar
knusse cactuspotjrs op Ie ruimen; van een
huisvader die bij lie; aanschouwen van dat
echte rotspark, al dc hangende rotstuintjes-
plannen van zijn vrouw, zijn kinderen en
hemzelf voelde verzinken in het ijdele
•k Zie nop voor me dat tvah isch-seraam'e,
,,U(J K.G. zwaar, die mktvisschen, die fijne
huidteekenïng der diepzee-vissehen, een on
eindige. wonderlijke rijkdom \an werken
Gods, die eeuwen verborgen lagen en ook
nu nog maar enkelen zeer ten deeie aan
schouwen mogen. Die C.od in de diepte
schiep en onderhoudt als een eigen won-
centuin.
IV stond in ons blad van 29 Juni.