Industriefinanciering goedgekeurd
DUIZENDEN
VROUWEN
MET DE MARINE OP ZEE
•D AGER A A D
ZATERDAG 18 JULI 1936
DERDE BLAD PAG. 9
Eerste Kamer
Afstand van het Paleis te
'Amsterdam aan den Staat
Bouw van nieuw Raadhuis
in de hoofdstad
Vergadering van 17 Juli 1936
Overzicht
In de Tweede Kamer is op 7 Mei j.l.
het wetsontwerp tot oprichting van een N.V.
Maatschappij voor Industrie-financierinig
z.h.s. aangenomen; slechts de communisten
cn de heer Sneevliet verzetten er zich tegen
bij a'anteekening.
In onzen Senaat bleek gistermiddag de
verhouding eenigszins anders te liggen.
Daar manifesteerde het verzet zich ten slot
te in het tegenstemmen van de drie aan
wezige liberalen, gesecondeerd door de Chr.
hist, de Gijselaar, v. d. Hoeven en ter Haar.
Door het mede tegenstemmen van de N.S.B.-
fractie verhoogde dit half dozijn tot acht
opposanten.
Maar dat is niet het eenige verschil.
Bij de behandeling in de Tweede Kamer
heeft de R. K. groep de gelegenheid aange
grepen om te doen blijken van haar be
weerd fundamenteel meeningsverschil met
de Regeering in zake de economische poli
tiek. De heeren, die toen aan het woord
■waren, zagen veel grooter mogelijkheden
dan de Regeering en dan de minister, die
"■Moch als de incarnatie mag worden gezien
5qvan het industrialisatiestreven. Niemand
5#8legt hern daarbij een stroobreed in den weg
Noch de minister-president, noch de minis
ter van Financiën, gelijk men dezer dagen
weer eens in een leugenachtige suggestie
m zekere zijde deed doorschemeren.
In de Eerste Kamer is van dat alles niets
te bespeuren geweest. Slechts bezadigde,
Voorzichtige instemming kwam van R. K.
zijde aan het woord met de plannen van
minister Gelissen, bij wien duidelijk valt op
te merken, dat zijn ministerschap hem
ook wat de industrialisatie betreft veel ge
leerd heeft. Daden zijn nu eenmaal heel wat
moeilijker dan theoretische bespiegelingen
opzetten en boute taal spreken.
Heeft niet nog deze week de R. K. sena
tor de Bruyn als voorzitter van het R. K.
Werkliedenverbond zijn „scherp requisi
toir" over het regeeringsbeleid gehouden?
Ilij heeft daarin in den concurrentiestrijd
tegen de soc.-dem. de eene onredelijk
heid op de andere gestapeld en zag door zijn
beslagen bril niets dan „jammerlijke mis
lukking"
De heer De Bruyn had nu zijn mannetje
kunnen vinden.
Heeft hij zijn onverantwoordelijke critiek,
uitgesproken op een plaats, waar hij niet
werd tegengesproken of ter verantwoording
kon worden geroepen, gisteren tegenover
den minister herhaald?
Hij heeft gezwegen. Niet de Bruyn sprak,
aaarBlomjous! Eerstgenoemde is
Voorstander van het met losse hand uitge
ven van de millioenen, die de overheid eerst
nog leenen moet; de heer Blomjous daar
entegen waarschuwt voor onberaden stap-
/'pen, zulks in den geest van den minister,
die gaarne handelen wil, maar dan pro
ductief en voor zoover de verhoudingen er
,oe in staat stellen.
Op de mogelijkheden legt hij steeds weer
ïn nadruk omdat het hem ten volle bekent
is, dat van de industrieele plannen nauwe
lijks 20 percent serieus is te nemen en dat
Je levensvatbare mogelijkheden o zoo be
scheiden zijn. Dat heeft de practijk hem ge
leerd. En evenals bij het Werkfonds zijn
ook bij de industrie-financiering vele projec
■'ten zeer onvoldoende voorbereid. Het zegt
jeu wel iets als van 400 plannen er meer dan
^eï300 moesten worden afgewezen, waarbij er
Ptfll van dien aard waren, dat ze werden in-
of_d getrokken of vervielen.
Dat is de practijk en arbeidersleiders als
'de heer de Bruyn zouden goed doen nu
eindelijk maar eens te vertellen, dat zij
6teeds de mogelijkheden tot sociaal-econo-
misohe verbeteringen in dezen tijd, welke
floijöe overheid in de hand zou hebben, als veel
:e groot hebben voorgesteld en dat ook zij
ie arbeidsloonen willen aanpassen en ver
lagen, maar door het indirecte middel der
0_davaluatie, de ramp, waardoor de Belgische
arbeiders zoo diep getroffen zijn, dat zij tot
revolutionaire daden gekomen zijn om in
iiun sociale, economische en financieele el
lende naar eenige verbetering te streven.
Zooals we zeiden: de afbrekende, ontmoe-
iigende en onrechtvaardige critiek heeft
^yich in de Eerste Kamer niet doen hooren
Wij leiden daaruit af, dat ze vrijwel uit-
sluitend moet dienen voor gebruik in eigen
wit kring, waar de geesten sinds enkele jaren
op gevaarlijke wijze geprikkeld zijn en ve
en onjuist ingelicht werden over het beleid
der Regeering en de mogelijkheden, welke
jioi daarin schuilen ter bestrijding van de ramp
der werkloosheid.
Dat we niettemin vorderen, is buiten kijf.
J.8 Het is nog niet zoo lang geleden, dat in dit
Iverband perspectivisch steeds het cijfer
600.000 genoemd werd. De minister kan
thans spreken van 333.000. Het is nog veel,
veel te veel, maar we vorderen toch in ons
land met zijn betrekkelijk bescheiden moge
lijkheden, wegens gebrek aan grondstoffen,
maar met zijn hoog sociaal levensniveau,
waardoor althans de gesteunde het beter
heeft, dan de zwoeger van 's morgéns vroeg
tot 's avonds elders, b.-v. over onze zuide
lijke grenzen, die moest vechten om een
loon van f 10 per weck af te dwingen.
Nu de afbrekende critiek in alle talen
zweeg, was hei voor den minister niet moei
lijk om kort de gemaakte opmerkingen te
beantwoorden.
Veel nieuws hoorden we uit den aard der
zaak niet. Veel was er bij, dat we voor
twee maanden eveneens gehoord hebben en
het college over kort en lang geld, over de
posito- en crediet'banken, geleek als twee
druppels water op dat hetwelk indertijd in
de andere Kamer ten beste werd gegeven.
Dat do minister enkele scheeve argumen
ten recht zette, viel van hem te verwach
ten. Zijn zin voor realiteit noopt hem alle
onvruchtbaar getheoretiseer en klinkende
maar holle rethorick af te wijzen.
Zooals gezegd: slechts 8 stemmen keerden
zich tegen het wetsontwerp.
Gaarne hopen we, dat het goede vruch
ten zal afwerpen en dat te eeniger tij 1
's ministers wensch vervuld worde, dat de
maatschappij zelf de overheidsbemoeiing
met de industriefinanciering zal overnemen.
Kort is nog gesproken over het Paleis-
Raadhuis ontwerp, dat voor goed het Pa
leis op den Dam tot bezit van den Staat
maakt en Amsterdam met 10 millioen helpt,
om een nieuw stadhuis te bouwen, nu het
oude meesterwerk van Jacob van Campen
definitief een andere bestemming krijgt
Prof. v. Embden plengde een traan, om
dat hij een schoonen Amsterdamschen
droom voor goed in rook zag opgaan.
Z.h.s. ging het wetsontwerp onder den
hamer "door.
Tot 28 Juli is de Kamer huistoe.
Verslag
oprichting van de
Industriefinancieringsmaatschappij
arbeidskrachten door de mechanl-
OO.I.IU ver mindert
Ons bedrijfsleven worde niet afhankelijk ge
steld van de systeemlooze wüze van onderhan
delen van de Regeering bij de afsluiting van
►"•-delsaccoorde- •»•'-- J •-*
neer zij voortgaat onze nijverheid op
aan het buitenland, door invoer van vreemde
producten toe te staan?
^^erhooglng van invoerrechten ls dringend.
Men zfl voorzichtig bij de toepassing t
nrti.Qtrir.fjnarictej.ing en houde rek
bU het Werkfonds opgec
Ige gevallen in plaats va..
ruiming, werkverschuiving werd verkregen.
De heer DE MARCHANT ET d'ANSEMBOURG
(n.s.b.) heeft bezwaar tegen het voornemen
van den minister om ln alle provincies techno-
logisoh-economische Instituten te vestigen. On
derlinge concurrentie van deze instituten ls
niet denkbeeldig, blijkens, de ervaring In Dim-
burg opgedaan.
Principieel© bezwaren heeft spr. tegen
dustrieën aan het particulier i
iatief ov.
De heer WERKER (v.d.) had bezwaren, om
dat niet vaststaat, dat de Industriefinanciering
een tijdelijke maatregel ls. Crediet zal worden
verleend, wanneer een redelijke basis voor ren
tabiliteit aanwezig is. Wat is een redelijke
basis? Men vergete niet. dat met staatsgeld
gewerkt wordt, dat de belastingbetalers moe
ten opbrengen. Het pad. dat men thans door
den nood der tUden Inslaat. Is niet zonder peri
kelen. Men verlate dit pad bij opleving van 't
bedrijfsleven zoo spoedig mogelijk.
die anders opzien tegen de
4 critieke dagen, vreezen ze
niet moer, dank zij
een planta ardig middel,
COsS uitwendig aan te wenden,
HELPT ONMIDDELLIJK I I i
Origineele flac. 75 c. Proefflac. 15 c.
-> Bij Apotheken en Drogisterijen
Import: H. TEN HERKEL, Hilversum,
die U op verzoek gratis en franco
brochure over COS toezendt.
Laat Uw rets niet bederven
neemt COS mee
Zoo bruin cn kerngezond
kunt U er ook uitzienI Een
prachtige, sportief bruine teint,
die beschermt tegen vervellen
en zonnebrand, krijgt U door
Amilda-zonnebruin-
crême, ook bij
weinig of geen zon.
Alleen deze crime
bevat pigmentol. die
door de inwerking
van de lucht Uw huid
bruin doet worden.
J wijst allereerst op het groote belang
de Industrie- voor ons land. Van onze arbeider
"i pet bij industrieele ondernemingen be
De bedrijfswinsten zijn de laagte drie
jaren gestegen en de werkloosheid is be
langrijk verminderd. Het aantal werkloozen
bedraagt thans 333.000.
^Industrialisatie Is noodzakelijk. De vestiging
/an nieuwe industrieën behoort ook naar de
i'an dc? m,ni8ter aan he* Particulier
initiatief te worden overgelaten, als het zonder
staatshulp kan. Do staat treedt hier subsidiair
op, opdat In dezen tijd de gunstigst mogelijke
voorwaarden worden geschapen voor nieuwe,
levensvatbare bedrijven.
BU de afsluiting van handelsverdragen moet
e Regeerine rekenina- honden mot Ho
de Regeering rekening houdt... uc
van het geheele bedrüfsleven, met Industrie,
landbouw, scheepvaart, enz. We hebben het
daarby cn dat verloor de heer Blomjous wel
wat uit het oog niet P"1"- «o».
We kunnen niet zonder
rekening
houdei
ischen. Daai
nc. nven mining van ae werkgelegenheii
alleen door protectlemaatregelen kunnen wor
den verkregen dan zal de minister Indlei
de algemoene belangen daardoor niet worden
inlot aarzelen de noodige voorstel-
Het zoeken van nieuwe markten zal worden
gesteund. Daartoe dient de economische voor
lichtingsdienst, die ruimschoots overleg pleegt
met daarvoor ln aanmerking komende organen
en Instellingen. Voor dit doel zal ook het con
sulaire corps in het buitenland worden ver
sterkt De conjunctuurstudie zal verder worden
geïntensiveerd.
Technische voorlichting heeft de volle aan
dacht In Limburg zün reeds enkele nieuwe
industrieën
naustrieën ontstaan.
Dat de Industrie zich zoo weinig beroept op
de bestaande wetgeving 1->-
rlng van ondernemerso
rfo cmViul,! ,r.„ Regtc mg,.
ïtbare Industrieën
-iiieuwe jevens vat Dare industrieën moeten er
;omcn, maar het bestaande mag daarbU niet
./orden geschaad. In dit verband zal de Vesti
gingswet moeten dienen.
Voor exportcredleten zUn onderhandelin
gen gaande tusschen de Regeerlng en ban
kiers.
Het aangeboden wetsontwerp moet men nie
als iets geweldigs beschouwen. Maar waa
mogelijk zal er gebruik van worden gemaakt
Voor kort crediet behoeven we ln ons bai
wezen geen verandering te brengen. Wel ls
behoete aan geld op langen termijn; speciaal
geldt dat de klem-Industrie. Voor de groot
bedrb'ven zorgen de banken wel. Dat ls goed,
mits zü. voor zoover ze zelf moeten financie
ren. het doen van egien geld en niet van dat
van derden. In dit laatste geval brengen
eigen liquiditeit ln gevaar.
Indiër, banken, die beschikken over kort geld
zich niet tot het verleenen van lange credleten
leenen, zullen we niet spoedig van „stroppen-
banken" behoeven te spreken. Het buitenland
heeft ons op dit punt veel te leeren gegeven
Liever had de minister gezien, dat particu
lieren het Initiatief hadden genomen voor In
dustriefinanciering. Het Initiatief ls er lntus-
schen wel geweest, maar niet geslaagd.
Ook ln Nederland ls er behoefte aan Indus
triefinanciering, ln de perste plaats voor he
bestaande, daarna voor het nieuwe. Van veb
zijden, uit de Industrie en uit de bankwereld.
Is daar op gewezen. Ook de ervaring, met het
Werkfonds wUst in dezelfde richting. Tot
kort was voor 22 industrieën 3 millioen
crediet gegeven en voor den scheepsbouw 13
millioen.
De minister hoopt, dat op den duur par
ticulieren de industrie-financiering van de
Regeering zullen overnemen. Indien deze
niet tot „stroppen" blijkt te leiden.
Nu de Regeering zooveel geld voor dit doel
beschikbaar stelt, wil ze in de flnancierings*
maatschappu ook veel te zeggen hebben.
Het wetsontwerp werd goedgekeurd met
24 tegen 8 stemmen. Tegen: de 3 aanwezige
liberalen cn de c.ta. heeren Ter Haar, de
GUselaar en v. d. Hoeven en de beide
N.S.B-ers.
De Barometer stijgt
na stormachtige dagen
Een aanval op het zeegat
van de Westerschelde
(Van een specialen verslaggever)
'Aan boord Hr. Ms. Gelderland,
16 Juli 1936.
Vandaag beleven wij de „nadeining" van
gisteren. Dat komt hierop neer, dat de
schuit nog vrij aardig schommelt.
Overigens is het bijna den gelieelen dag
mooi en zonnig weer geweest.
Vanochtend vroeg stoomden wij langs de
Belgische kust en zagen Oostende, Z$e-
brugge en Knocke liggen. Er zijn drie ma
nieren om van de Vlissingsche recde op zee
uit te komen. Hr. Ms. Gelderland koos de
Wielingen als vaargeul en bereikte om
streeks 12 uur het lichtschip Noord-Hinder,
tegelijk met de Hertog Hendrik cn de beide
G- en Z-booten, die langs een andere geul
zee hebben gekozen.
De formatie van het roode verband was
dus om twaalf uur aangenomen, waarna de
oefeningen een aanvang konden nemen.
De zee, die vanochtend een lichtgroene
tint vertoonde, was omstreeks het middag
uur diep blauw gekleurd, zooals op een
stereotiepe prentbriefkaart van een Itali-
aansch meer. Aanvankelijk was de lucht
zwaar bewolkt. Later klaarde het op en
toen eenmaal de zon was doorgebroken,
trokken de wolken weg en werd de lucht
blauw»
De algemeene opzet van de oefeningen
van hedenmiddag is het forceeren van
het zeegat van de Westerschelde door
het roode verband.
Blauw,, dat bij gevolg, met de verdediging
van de drie vaargeulen (Oostgat, Deurlo en
Wielingen), welke van zee naar de reede
van Vlissingen voeren, belast is, bestaat uit
de Friso, de Douwe, Aukes en de Hydra,
die pantserbooten voorstellen, een divisie
mijnenvegers, drie militaire kustwachtpos-
ten en twee landmachtbatterijen (Dishoeck
en Vlissingen). Een rood mijnenveld be
vindt zich tusschen de brulboei van Thorn
ton bank en het lichtschip Wandelaar
(3o o mijl tot 2 mijl om de west) en
dient om het uitloopen van blauw te be
moeilijken. De tegenpartij heeft de toegangs
wegen van Vlissingen met mijnen afgeslo
ten. Rood is althans van déze veronderstel
ling uitgegaan.
Een cardinaal punt in den aanval van
rood was het passeeren van het onder com
mando Zeeland staande fort Dishoeck, zon
der blootgesteld te worden aan een aanval
van do daar opgestelde batterij. Een der
Z-booten heeft, toen de kust van Walcheren
in het zicht kwam, een nevelgordijn gelegd
voor de plaats, waar de batterij is opgesteld.
De doeltreffendheid van dezen maatregel
is op het oogenblik nog niet te beoordeelen.
De commandant der marine, schout-bij-nacht
Kruys heeft langs radiografischen weg den
commandant van de batterij Dishoeck om
rapport gevraagd.
Nu alle gegevens binnen zijn, is bekend
geworden, dat Blauw stelling had genomen
bij de verkenningston van de Deurlo en er
geslaagd is met behulp van nevelscher-
ien Vlissingen te bereiken.
Voorafgegaan door torpedobooten met
paravanes, heeft de roode scheepsmacht ge
tracht de Wielingen te forceeren.
Het is één van de roode torpedobooten
inderdaad gelukt een nevelscherm voor
de batterij van het fort Dishoeck te leg
gen. Een blauwe pantserboot heeft suc
ces gehad met een aanval op de roode
torpedoboot en deze vernietigd. Roode
kruisers hebben toen de blauwe pant
serboot vernietigd. De Hertog Hendrik
is volkomen vernietigd bij het passee
ren van de door blauw opgeworpen
mijnenversperring. De Gelderland werd
bij deze gelegenheid zwaar beschadigd.
De Gelderland heeft de ond«»rp""-';"'r
toen stop gezet.
Morgenochtend vroeg gaan wij terug
naar het lichtschip Noord-Hinder. Vannacht
blijven wij op de reede van Vlissingen.
Een wijziging van de wet op de
openbare vervoermiddelen
passeerde z.h.et.
Palels—Raadhuis
Tenslotte was aan de orde het wetsontwerp
tot goedkeuring van de overeenkomst houdende
afstand om niet, door de gem. Amsterdam
aan den Staat, van het Koninklijk Palels
aan den Dam te Amsterdam, en ultkeerlng
door den Staat aan de gem. Amsterdam
van een bedrag, groot 10 millioen gulden,
voor den bouw van een nieuw raadhuis.
Met algemeene stemmen werd het wets
ontwerp goedgekeurd.
De
De secretaris gearresteerd
Naar wij vernemen is de heer L.. secre
taris van het plaatselijke crisis-comité te
Vlissingen, gearresteerd, in verband
met de reeds gesignaleerde onregelmatig
heden bij dat comité. Na een uitvoerig ver
hoor is hij voor den officier van Justitie te
Middelburg geleid. De gearresteerde moet
ten eigen behoeve gebruik hebben gemaakt
van goederen uit het magazijn van het
plaatselijk crisis-comité, terwijl hij verder
zou hebben toegestaan, dat aan een ander
persoon goederen uit het magazijn zijn ver
strekt, hoewel deze persoon niet te Vlissin
gen woonachtig is.
BLOEMENDAAL 245.9 M. Uitzending van
Kerkdiensten uit de Geref. Kerk. Voor
ganger Ds. Joh. C. Brussaard.
10.00 v.m. Tekst: Efeze 6 17a: „De helm
der zaligheid". Voorbereiding H. Avond
maal.
5.00 nm. Heidelberger Cath. Zondag 44.
MAANDAG 20 JULI
HILVERSUM I 1875 M. Algcm. Programma,
verzorgd door de VARA. 8.00 Gram.pl.
10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor
dracht. 10.35 Gram.pl. 11.00 Vervolg voor
dracht. 11.20 Viool en orgel. 12.00 „De
Notenkrakers". 12.45 Gram.pl. 1.00 E.
Walis en zijn orkest. 1.301.45 Gram.pl.
2.00 Gram.pl. 3.00 Voordracht. 3.30 „De
Flierefluiters" en solist. 4.15 Gram.pl.
4.30 Voor de kinderen. 5.00 Concert „Or-
vitropia". 6.00 Gram.pl. 6.15 Schaak
praatje. 6.20 Gram.pl. 6.30 Muz. causerie.
7.10 Lezing. 7.30 VARA-orkest. 8.00 SOS-
ber., ber. A.N.P. 8.10 Gram.pl. 8.50 Ra-
diotooneel. 9.15 „De Bohemians". 10.00
Nieuwsberichten A.N.P. 10.05 Zang en
orgel. 10.15 Concert „Fantasia". 11.00
12.00 Gram.pl.
HILVERSUM H 301 M. NCRV-Uitzending.
8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gram.pl.
10.30 Morgendienst te leiden door Ds. J.
Goslinga, Ned. Herv. Predikant te
Utrecht. 11.00 Chr. Lectuur. 11.30—12.00
en 12.15 Gram.pl. 12.30 Orgelconcert. 2.00
Gram.pl. 2.35 Tuinbouwpraatje. 3.15—
3.45 Gram.pl. 4.00 Bijbellezing door Ds»
B. Ramaker, legerpredikant te Bilthoven.
5.00 Viool en piano. 6.00 Gram.pl. 6.30
Vragenuur. 7.00 Berichten. 7.15 Vragen
uur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP.
8.15 NCRV-Harmonieorkest. 9.00 Lucht
vaart-causerie door M. J. H. Rosman te
Rotterdam. 9.30 Vervolg concert. 10.00 Be
richten en graimpl. 10.3011.30 Gram.pl,
Na afloop: Schriftlezing.
DROITWICH 1500 M. 12.50 Sted. Orkest van
Whitby. 1.35 Orgelconcert. 2.50 Piano
recital. 3.20 Kwintet. 5.05 Orkest en solist»
5.35 Cellini-trio en soliste. 6.50 E. Pini's
orkest. 7.35 BBC-Mannenkoor. 9.20 Viool
recital. 10.35 BBC-orkest en solist.
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert»
4.20 Orkestconcert. 5.50 Orkestconcert
9.05 Orkestconcert. 11.5012.35 Populair
concert
KEULEN 456 M. 6.20 SS-orkest. 8.20 F.
Kauffmanns orkest en boerenkapel. 9.20
Populaire muziek. 10.20 Hans Bunds
orkest en solisten. 12.20 Omroep- en om-
roepkleinorkest. 2.20 Gevar. concert. 5.20
Orkest. 6.50 Piano-recital. 7.20 Blaascon-
cert.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Salon
orkest. 1.30 Klein-orkest. 5.20 Klein-
orkest. 8.20 Symphonie-concert.
484 M.: 12.50 Klein-orkest. 1.30 Salon
orkest. 5.20 Omroeporkest. 6.35 Triocon-
cert 9.35 Omroeporkest.
Feuilleton
«i
Boor H. KINGMANS
rad uDat zal ik niet 'doen, moeder. 'Als het kan, zooals Hilligje
Haareven zeide, dan blijf ik hier een week verborgen."
Het werd dien avond eenige uren later dan gewoonlijk. Munco
vertelde uit zijn leven der vervlogen negen jaren en liet duidelijk
faj ilijken, welk een vereering hij Graaf .Willem Lode wijk van
Nc Nassau toedroeg.
„Zoo 'n eenvoudige man, moeaer. En een vorst, die den Heere
maJvreest Wee een soldaat, die in zijn nabijheid vloekt! Er deugt
;ndieel veel niet onder de soldaten. Er is veel sch iim in de troep.
dilcjMaar de Graaf heeft al veel verbeterd. Zonder predikanten mag
isahet leger niet zijn. En moeder had daareven gelijk, de GraaJ is
verbazend voorzichtig en bedachtzaam. Van Prins Maurits zegt
iic rien het pok, maar van den Graaf weet ik het zeker. „Zoo God
ib' het wil, met eer" is zijn lijfspreuk en daar houdt hij zich aan.
yEen ruw woord heb ik nrg nooit uit zijn mond gehoord. Zijn
i leven is voorbeeldig, moeder. Er valt niets op aan te merken.
"Sen bandelooze troep wil hij van de soldaten niet zien. Gemakke
lijk is het niet gegaan, maar er is tucht in het leger gekomen.
Ik hoop, dat moeder hem nog eens mag zien. Zijn vurig ver
hangen is, om Groningen te veroveren."
„Op Gods tijd zal het geschieden, Munco."
,nt Reeds vroeg den volgenden morgen spoedde Hilligje zich" naar
ooïSibrig, om haar het verrassende nieuws te brengen. En deze
plaatste liet haar gezin in 'den steek, droeg de zorg voor de
ke. kinderen aan haar man over en haastte zich met haar schoon-
zuster, die Haar geheel op 'de hoogte had gebracht, naar de
om den doodgewaanden broeder te begroeten, die
freer vertellen, vertellen moest,
In den loop van den dag verscheen Aart Sebensz, een wakkere
borst, die met groote ingenomenheid kennis maakte met den
zwager, over wien hij zooveel had gehoord.
Munco liet er geen gras over groeien, Öoch deelde mede,
waartoe hij in Groningen was gekomen en welke zijn plannen
waren.
„Invloedrijke lieden, die tot de onzen behooren?" 'Aart zette
een bedenkelijk gezicht ,,'k Zou ze niet kennen, kerel. Allen
zijn toen óf gevlucht óf gevangen genomen en verbannen. Dat
was vóór ik in Groningen was, maar 't is mij verteld. Enkele
vluchtelingen zijn teruggekeerd, maar die hebben geen invloed.
Wij hebben hier niets in te brengen, mogen alleen dankbaar
zijn, dat de Jezuïeten, die hier regeeren, ons met rust laten."
„Als er zulke menschen niet zijn, moet ik op een andere manier
zooveel mogelijk zien te weten te komen. Hilligje vertelde mij
al, dat de meesten van het Spaansche bewind niets moeten
hebben. Is dat waar?"
Aart Sebensz. deelde mede, dat 'de algemeene geest 'der
bevolking meer Roomsch- dan Spaanschgezind was. De
Gereformeerde predikanten waren in '81 gevlucht. Er was
geen kans op, dat er één in de stad kwam. Het was geprobeerd
maar reeds twee dagen later had de dominé uit Emden hals
over kop moeten vluchten. Er werd nauwkeurig op gelet, of er
ook samenkomsten van ketters werden gehouden. Tengevolge
daarvan waren velen, vooral onder de gewone menschen, in
schijn of in werkelijkheid tot den Roomschen godsdienst
teruggekèerd.
„Je kunt gerust zeggen, dat heel Groningen Roomsch is",
merkte Aart op. „We hebben vrienden, maar die zinken in het
niet bij de massa."
,$fe Graaf Van Nassau meent, dat er wel burgers zijn, die
'de stad gaarne aan de Staatsche zijde zouden zijn.'", peilde
Munco.
„Het is best mogelijk, dat zij er zijn. Velen hebben vrienden
en verwanten onder de bannelingen. Maar zij geven zich niet
bloot, omdat zij bang voor de gevolgen zijn. Ik ken er ten
minste niet één, die ik bepaald zou kunnen tanwijzen."
„Maar van het Spaansch bewind moet Groningen toch niet
yeel hebben?"
Dat moest Aart Sebensz. toegeven. Men had de hardheid en
'de kostbaarheid van het Spaansche juk leeren kennen. De
uitputting, waaraan Stad en Lande leden was een gevolg van
het harde Spaansche gezag.
„Laat men het dan eens met het Staatsche gezag probeeren",
lachte Munco.
Ja, daarvoor huiverde men nu juist terug. Wel stond Staats
gezind tegenover Spaanschgezind, maiar het eerste achtte men
onvereenigbaar met Roomschgezind.
„En de Magistraat?"
„We hebben pas vier nieuwe burgemeesters, 'die voor vijf jaar
benoemd zijn. Lewe, Jarges, Ulger en Eelts. Alle vier goed
Roomsch. Anders waren zij niet burgemeester geworden. Of ze
alle bepaald Spaanschgezind zijn geloof ik niet»"
„Dat is van beteekenis", vond Munco.
Jarges, Aart?" merkte Hilligje op.
„Ja, Jazzes wel. Die is meer Spanjaard dan Groninger. Maar
'de andere drie betwijfel ik."
„En de raadsleden en de gezworen gemeente?"
„Alles bij elkaar natuurlijk goed Roomsch. Maar 't is hes!
mogelijk, dat er Staatsgezinden onder schuilen, al kennen wij
hen niet"
„Van Julsing weet ik niets", verklaarde Aart.
„Ik zou Julsing wel eens willen spreken."
„Julsing? Wat moet jie van hem?"
„Julsing is Staatsgezind", zeide Munco, zoo beslist mogelijk.
De verbazing was aan de zijde van Aart Sebensz en de
Vrouwen.
«Je weet meer 'dan ik, kerel."
„Ik heb opdracht van den Graaf, om mij in verbinding te
stellen met den Stadsschrijver Julsing. Hij is één der onzen."
,,'t Is niet mogelijk!" riep Sebensz uit.
„De Graaf van Nassau heeft het mij verteld. En die gaat niet
over ijs van één nacht.'"
„Waarom vroeg je dan naar een persoon van beteekenis? Je
wist er een."
„Ik wilde eens weten, of het in Groningen soms bekend
was, dat Julsing feitelijk tot de onzen behoorde, maar het
blijkt iju wel van niet. Ik moet hem bepaald spreken. Maar
hoe?"
„Kan Aart niet vragen of hij hier wil komen?" vroeg Hilligj».
„Begeef je toch niet noodeloos in gevaar, Munco."
„Mij best, als heer Julsing dat doen wil. Zou je naar hem
toe willen gaan, Aart?"
„Als het maar waar is, dat hij een der onzen is. Het klinkt
zoo ongeloofelij k."
„Ga er gerust heen. Zeg, dat een boodschapper van dea
Graaf Van Nassau in de stad is, die hem spreken wil. En daa
zul je zien, dat heer Julsing belangstelling toont"
„Ik zal het doen, daar ik je vertrouw. Hoewel het op het
eerste hooren vreemd klinkt, dat de Stadsschrijver een vriend
van ons is."
„Er zijn er nog wel meer. Van heer Julsing word ik wel
namen van personen gewaar, met wie de Graaf briefwisseliog
kan gaan voeren", meende Munco vol vertrouwen. „Wij moetm
voor het vervolg precies op de hoogte blijven van wat er in
Groningen gebeurt. Wie is luitenant van de Hoofdmannen
kamer?"
(Wordt vervolgd)