ream
Erasmus van Rotterdam herdacht
De „Johannes-Stichting" onder
groote belangstelling geopend
AKKERTJES
VRI 'DAG 10 JULI 1936
Het congres in de Nederlandsche Handels-Hoogeschool
Zondag aanstaande zal het vier
eeuwen geledén zijn dat Gerrit Ger-
ritszoon van Rotterdami dien de
aead.mici Desiderius Erasmus noem
den, heenging uit dit aardsche leven,
hetwelk hem veel eere doch ook
zeer veel moeite en verguizing had
gebracht. Hij stierf op een wijze, die
dit karakteristieke had, dat het op
reis geschiedde. Hij, die behalve een
groot geleerde, eveneens een groot
trekker was, werd door den dood
achterhaald toen hij zich op doortocht
te Bazel bevond, ver van het oord aan
de Maas, dat toen nog niet als het
Rotterdam van later eeuw eveneens
een wereldnaam bezat.
Hij leefde in een tijd, die velerlei
beroering kende, zoowel op het ter
rein der wetenschap als op dat van
het geloof. De tragedie van zijn leven
is wellicht geweest, dat hij zich nim
mer aan één zijde heeft kunnen
scharen; hij leefde geestelijk als in
een grensland, een niemandsland,
hetwelk mede oorzaak ervan werd,
dat hij zoowel van links als rechts,
zoowel uit den kring der Roomsch-
Katholieke Kerk als uit dien der
„Nye Leer" slagen moest opvangen.
Het Congres, dat thans in Erasmus da
groote, uitzonderlijke historische figuur
v ii herdenken, kwam hedenmorgen bijeen
in de Aula van de Nederlandsche Handels-
Hoogeschucj te Rotterdam, alwaar de bur
gnneester der Maasstad, Mr. P. Droog-
leever Fortuyn, een kort woord t»i*
verwelkoming en opening sprak, waar
na hij het woord verleende aan Prof.
Dr. J. Lindeboom, van Groningen,
die het presidium van dezen eersten
congresdag aanvaardde, voerde daarna hei
woord over
Spreker wil Erasmus plaatsen voor dsn
spiegel der historie.
In de 16e en 17e eeuw wordt hij door alh
schrijvers als klassiek literator met eere
genoemd, zij het met meer of minder over
tuiging naarmate zij zijn godsdienstige
houding konden waardeeren.
Zoo zien hem Luther, Calvijn en anderen
tot Groen van Prinsterer toe slechts a|s eeu
soort wegbereider die te kort schoot. Aan
Roomsche zijde breken o.a. Joh. Jansen,
von Pastor en Nuyens den staf over zijn
eenzijdige geleerdheid en zwakke karakter.
!In de 18e eeuw komt de algemeene ziens
wijze daaa' niet boven uit, een zoo hoog
ontwikkeld man als Goethe weet eigenlijk
niets van hem. Toch had toen reeds Bayle
een positiever en rechtvaardiger oordeel
over Erasmus' bemiddelende houding
neergeschreven in zijn bekende encycb
pedie. Ranke ziet in hem vooral het type
van den humanist met de zelfoverschatting
.van zijn klassieke geleerdheid.
Eerst in onze eeuw komt meer algemee
een historische j.uiste waardeering van zijn
persoonlijkheid en karakter tot uiting bij
roomsche en niet-roomsche historici.
Uitbundige lof wordt hem het eerst toe
gezwaaid door de Nederlandsche kerk
historici Ypey en Dermout, die hem als
grondlegger der hervorming beschouwen
De theologen van de Groninger richting
laten soortgelijke geluiden hooren. Bij an
deren komt echter ook in dit verband
slechts te sterkef uit, dat Erasmus half
slachtig werk deed tegenover de volkomen
heid van Luthers optreden. Tegen het einde
der 19e eeuw komt een meer evenwichtige
en positieve waardeering van wat Erasmus'
persoonlijkheid was bij Fruin, hoewel dez1
slechts terloops over hem schreef, bij Hui-
zinga en Geyl, en onder de buitenlandsche
godsdienstgeïeerden bij Troeltsch, Dilthey.
Het inzicht over hem is inderdaad ge
groeid en wij kunnen nog verder, besluit
spreker, Erasmus' persoonlijkheid en gc
dachtenwereld zijn de inspanning waard!
Erasmus en de Oxford-hervormers
Als tweede spreker treedt op Prof. Dr.
Albert Hyma, hoogleeraar aan de
universiteit van Ann Arbor (Michigan,
U.S.A.), met het onderwerp: Erasmus
and the Oxford reformers, -1493—
1503. Spr. onderzoekt de gangbare opvatting
dat Erasmus bij zijn eerste bezoek in
Engeland, onder invloed van John Colet en
Thomas More, zich zou hebben afgekeerd
van de middeleeuwsche scholastische thoo
logie en van de idealen van het klooster
leven. In het bijzonder zou dit ook zijn
geschied doordat Erasmus in Engeland
kennis maakte met de geschriften van Pico
del la Mirandola.
Spr. betoogt de onjuistheid van deze
onderstelling door erop te wijzen: 1. dal
Erasmus nooit een werkelijke studie van
de scholastische theologie had gemaakt en
dus daarmede niet hoefde te breken, 2e.
dat zijn afkeer van het kloosterleven pas
in een latere period6 dan de Engelsche toi
uiting komt, en 3. dat hi] voor het mysii-
cisme van Pico noch voor noch na zijn
Engelsche reis bijzondere belangstelliug
heeft gehad.
Bij Erasmus is de geest der klassieke
moralistische schrijvers overheerschend, al
heeft hij veel Bijbelsche lessen in zijn
prediking samengebracht. De mystieke
vroomheid had in den kring der Broeders
des Gemeenen Levens zooveel belijders, dat
Erasmus zonder eenige bijzondere eigen
verdieping in de Italiaansche mystici som
mige hunner overdenkingen in zijn gt
tlachtengang kon opnemen.
De Navolging van Christus in den geest
der Broeders kwam niet met Erasmus'
gc-i-sl overeen, ook niet onder invloed .van
Colet.
De theorie van den rechtvaardigen oorlog.
Derde spreker is Mr. R. Regout S. J.
uit Nijmegen, die als onderwerp behandelt:
Eras mus en de theorie van den
rechtvaardigen oorlog. Wanneer
men, aldus spr., komend van de wat koud
juridische, zakelijke beschouwingen d;r
Desiderius Erasmus
laat-middeleeuwsche schrijvers over het
vraagstuk van oorlog en vrede, de vredes-
geschriften van Erasmus hierover openslaat
moet men wel even rondzien om zich te
oriënteeren. Men ontmoet allerlei bekende
termen, men herkent ook spoétlig de grond
gedachten der vroegere schrijvers, maar de
geest en de denkwijze zijn volkomen ver
schillend.
Erasmus greep de kwestie midden uit de
bewogenheid van 't leven. Hij ziet rondom
zich de afschuwelijkheid en ellende en komt
in verzet; rechtvaardig of niet rechtvaardig,
de oorlog is een ramp en een misdaad,
waaraan een einde moet worden gemaakt.
Het nadeel voor alle partijen, de dwaasheid
van den oorlog is het thema, waarop hij
voortdurend terugkomt. Spr. meent dat
Erasmus invloed heeft gehad op de ont
wikkeling van het argument dat ook al in
de middeleeuwen gold, maar later veel
sterker gaat spreken, nml. dat er bijna
nooit een goede proportie bestaat tusschcn
de nadeclen en rampen van den oorlog «»n
het voordeel van het daarvan gehoopte
rechtsherstel. Niet dat men hem veel ge
citeerd vindt: zelfs Hugo de Groot noemt
hem slechts terloops.
Spr. komt tenslotte tot de vraag of Eras
mus elke oorlogvoering veroordeelde en
dus een voorstander was van weerloosheid
Velen meenden dat uit zijn geschriften op
te maken. Toch houdt hij zelf als hij zijn
gedachten eens scherp formuleert, de mo
gelijkheid open dat een geweldige noodzaaa.
tot oorlog dwingt, of dat een bijzonder
gn ot en rechtmatig belang daartoe uit-
nocdigt.
Spr. besluit met het aanhalen van een
kort gebed dat Erasmus in 1535 schreef
voor een jongen man, die ten oorlog trok.
Havenxondvaart
De bezoekers van het congres maakten
na afloop der morgenbijeenkomst
boottocht door de havens, aangeboden door
het gemeentebestuur van Rotterdam. De
buffetten aan boord voorzagen daarbij in
de mogelijkheid om na het min of meer
spiritueele voedsel dat in de ochtenduren
was genoten zich thans ook fyziek behoor
lijk te versterken.
Erasmus en het laat-middeleeuwsche
onderwijs
In de middagvergadering heeft Dr. R. R.
Post van het Nederl. Historisch Instituut
te Rome gesproken over: Erasmus
het la at-m iddeleeuwsche onder-
w ij s. Spr. schetste den toestand van het
onderwijs zooals Erasmus zelf dit in zijn
schooltijd genoot.
De kapittelschool te Deventer was in zijn
tijd een publieke school, die der Broedeis
des Gemeenen Levens te 's-Hertogenbosch
een dergelijke particuliere instelling. Eras
mus heeft over de Broeders en hun onder
wijs altijd een zeer slechte meening gehad
en de invloed van de Broeders op Erasmus
is dan ook vaak te hoog aangeslagen.
Erasmus leerde te Deventer Latijn volgens
de middeleeuwsche methode, die geheel op
uit het hoofd leeren was ingericht; eerst de
verspreiding van de boekdrukkunst zou
mogelijk maken dat er schoolboeken kwa
men, waarin de leerling het geleerde voor
zich had. Voor de humanisten was dit
gel/eele onderwijs een ergernis, zoowel om
de ingewikkelde op onthouden ingerich'e
leermethode, als om het weinig klassieke
Latijn der leerboeken. Zij wilden meer tijd
aan stijlbeoefening besteden dan aan h*»t
trainen in de middeleeuwsche dialectiek.
Zij wilden in plaats van de middeleeuw
sche philosophenschool de rhetorenschool
herstellen, zooals de oudheid die tot diep
in den Christelijken tijd had gekend. Bii
het bestudeeren van de taal uit de ouie
schrijvers moesten de leerlingen worden in
geleid in de algemeene cultuurgoederen der
antieken.
Zoo kwamen de humanistische en de
middeleeuwsche levensbeschouwingen hat
eerst in botsing op het terrein van het
onderwijs. Er werd een heftige schoolstrijd
gevoerd. Erasmus richtte talrijke scherpe
aanvallen op de domheid der schoolmees
ters. Ofschoon hij in den schoolstrijd zeker
de leiding heeft gehad en het meest hee.'t
bijgedragen tot de overwinning der huma
nistische rhetorenschool, zijn toch slechts
weinige van zijn hoeken tot schoolboeken
gev orden. Hij richtte zich meer tot de
leerkrachten dan tot de leerlingen, maar
heeft juist daardoor den grootst mogelijken
invloed op den geest van het onderwijs
gehad.
Jhr. van Karnebeek en
Prof. Visscher voeren
o.m. het woord.
Gedenkraam aangeboden.
Nieuwveen, 10 Juli.
Nauwelijks waren we gistermiddag
het blauwe bord van den A.N.W.B. ge
passeerd, hetwelk met witte letters den
naam „Nieuwveen" te lezen gaf, of het
was duidelijk, dat er feest was in deze
landelijke gemeente. Overal langs den
weg, links en rechts, klapperde het fiere
rood-wit-blauw van de knusse wonin
gen, en vlak voor de gerestaureerde
Johannes Stichting, wier officieele ope
ning de aanleiding tot deze feestdag
vormde, groepten de schoolkinderen en
andere belangstellenden in zóó grooten
getale tezamen, dat de politie handen
vol werk had, om het doorgaande ver
keer normaal te doen geschieden.
Wie er waren m
Tegen 2 uur stroomde de groote met pal
men en bloemen versierde vrouwenzaal der
Stichting vol met genoodigden, waartoe
o.m. behoorden Mr. J. Evers, secretaris van
den Armenraad te Amsterdam; Mr. van
Walsum, directeur van Maatsch. Hulpbe
toon te Rotterdam; de heer P. Iveulemans,
directeur der afd. Maatschappelijke Steun
te Amsterdam; de doktoren Wessels en
Papieyer uit Den Haag, namens de Inspec
tie van het Staatstoezicht op de krankzin
nigen; Ds. G. A. Elshove, era. Geref. predi
kant te Rotterdam, die den Geref. Bond van
Barmhartigheidsinstellingen vertegenwoor
digde; wethouder K. Baas van Amsterdam
als vertegenwoordiger van burg. de Vlugt;
Jkvr. Hora Sikkema, adj.-directrice van het
Centraal Bureau voor Inwendige Zending;
mevr. Diepenhorst-geb. de Gaay Fortman,
dochter van wijlen Ds. N. A. de Gaay Fort
man, eerste voorzitter der Stichting; Dr. S.
T. Heidema van de Stichting „Bloemendaal"
te Loosduinen en burgemeester J. A. Bak
huizen, van de gemeenten Nieuwveen, Lei-
muiden en Rijnsaterswoude.
Te ruim half drie arriveerde de Commis
saris der Koningin in Zuid-I-Iolland, Jhr.
Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, die onder het
zingen van het Wilhelmus door don voor
zitter der Stichting, Prof. Dr. H. Visscher,
werd binnengeleid.
Prof. Visscher spreekt
Prof. Visscher las hierop eerst een ge
deelte van Openb. 21, ging voor in gebed
en verzocht te zingen Psalm 84 2, waarna
hij Jhr. van Karnebeek en anderen zeer
hartelijk welkom heette. Na architecten,
aannemers en overige medewerkenden aan
den bouw, dank te hebben gebracht sprak
hij een woord ter inleiding van de plechtig
heid.
Spr. begon met op te merken, dat deze
dag gemerkt is met een sterre, die haar
Dr. ff. Visscher,
licht ontvangt van den lichtenden gl
die afstraalt van Hem, Die de zonne is der
liefde Gods. Die liefde was oorzaak, dat
aanvankelijk kinderlijk naïef met het werk
begonnen werd; zóó naïef, dat de kosten de
baten sterk overtroffen. Daar de contribu
ties lang niet toereikend waren stelde men
den heer Van Rijn aan als collectant. Stel
lig vloeiden door zijn bijzondere capacitei
ten de inkomsten toen in grooter mate toe,
doch toch bleven ze nog beneden de limiet
van het noodige. Daarom werden de zeer
lage tarieven voor de verpleegden verhoogd
en ondanks dat bleef de toeloop van hulp
behoevenden doorgaan. Daar de leiding tot
het minimum beperkt moest blijven kon
niet worden voorkomen, dat de Stichting
het karakter kreegvan een kolonie van
paupers»die het dorp ontsierden......
Het waren de mazelen van de jeugd.
Prof. Visscher memoreerde vervolgens de
ramp van den brand, die, hoe vreeselijk op
zich zelf, den morgenstond beteekende van
een nieuwen dag. Nadat „het oude Elim"
een ruïne was geworden slaagde het be
stuur er in, een stuk grond te koopen naast
de oude Stichting. Bovendien verbeterdeïi
de inkomsten door reorganisatie, terwijl o.
1. v. den heer Quelle de verpleging ook
langzamerhand op hooger niveau kon wor
den gebracht. Er kwam bloei na lange ja
ren van moeizamen arbeid. Tot een grooten-
herbouw werd besloten, waaraan kort voor
het uitbreken van den wereldoorlog werd
begonnen. Zoo verrees een nieuw „Elim".
Spr. stond hierna stil bij de oprichting
der Stichting te Huis ter Heide en de ver
betering der verpleging te Nieuwveen
welke door den aanleg van waterleiding en
een electrisch net in hooge mate werd be-
'derd om vervolgens met eerbied de
nagedachtenis van pijlen Ds. de Gaay Fort
man voornoemd in herinnering te brengen.
Verder noemde spr. de namen van den
overleden penningmeester, den^heer v. d.
Grampel; van wijlen den heer en mevrouw
Quelle, die jaren lang de directie vormden;
Het Erasmus-liuis te Anderlecht Brussel
Erasmus en de Nederlanden
Als laatste spreker trad daarna op Dr. O.
Noordenbos, conservator aan de Ge
meentebibliotheek te Rotterdam, met h *t
onderwerp: Eras mus en de Neder
landen. Spr. zeide, dat voor Erasmus'
behoefte aan kennis der letteren en aan
literairen roem de Fraterscholen en h jt
klooster niet de gewenschte omgeving,
waren; het is geen wonder dat deze hem
later geen innige herinnering aan zijn
vaderland deden bewaren. Ook op mate
rieel en politiek terrein was het Holland
van de jaren 1486 tot 1493 geen aantrekke
lijke herinnering. Erasmos' jeugd valt in
een tijdperk van verwarring, verdeeldheid
en burgerkrijg. Begrijpelijk is dat hij met
zijn aanleg, als een arme jongen zonder
vooruitzicht in de wereld, de rust voor
studie en vreedzamen letterkundigen arbeid
zocht in het klooster. Eerst daaj vond hij
zichzelf geheel in de studie der klassieken
en werd het klooster hem een gevangenis.
De ontsnapping aan dit klooster was met
een een vlucht uit het eigenlijke vaderland,
uit Holland. Erasmus' oordeel over zijn
vadeHand is dan ook, vooral aanvankelijk,
goéd te begrijpen. Hij heeft er een afkeer
van.
Als hij dan in verschillende landen,
Frankrijk, Engeland en Duitschland, thuis
raakt, voelt hij zich, wat zijn gevoelens
betreft, over deze landen verdeeld.
Zijn oordeel over het land van herkomst
moest in de eerste plaats worden bepaald
door hetgeen hij daar aan hoogere bescha
ving vond; en dat was in Holland, en in de
Nederlanden in het algemeen, weinig. Hii
spreekt herhaaldelijk over het ergerlijke
vele drinken. Hii ziet daar overwegend bot
heid en onwetendheid en droefgeestigheid,
die men voor den eenigen vorm van vroom
heid houdt. Toch kent hij in de eerste jaren
nog wel het verlangen naar wat hij heeft
achtergelaten en voelt zich eenzaam in deu
vreemde.
Hij leeft mee met zijn volk als hij dit
ten prooi weet aan rampen en oorlogen.
Spr. komt tenslotte tot den invloed van
Erasmus op zijn landgenqoten en wijst op
de vrienden en vereerders, die hij had.
Wij bemerken hier den invloed dien
Erasmus nog bij zijn leven had op de
Hollandsclie latere humanisten en waaruit
de sterke Erasmiaansclie traditie bij de
verlichte Hollandsche burgerij ontspringt:
Coornhert, de Remonstranten, Hugo d9
Groot. Nog langs anderen weg werkte
Erasmus op de geestelijke ontwikkeling der
Nederlanden. Hij was een hervormer in
hart en nieren, al kon hij zich de her
vorming niet anders denken dan Emnen de
kerk. De invloed van Luther was ïr_ deze
landen niet overwegend. De zachtzinniger
houding der Doopsgezinden is een vee!
typischer Nederlandsche vorm.der hervor
ming en spr. meent veel grootere geestelijke
verwantschap te zien tusschen deze bewe
ging en Erasmus' geesteshouding in onzen
tijd.
DE BURGEMEESTER VAN
ZWOLLERKERSPEL
Door den Burgemeester van Zwol
lerkerspel, den heer U. P. C a v a 1 j
is in verband met het bereiken van
den 65-jftrigen leeftijd en met het oog
op zijn gezondheidstoestand, met in
gang van 15 September a.s. aan H.M.
de Koningin eervol ontslag uit zijn
betrekking verzocht.
en voorts de rij van andere werkers» die de
Stichting eenmaal dienden.
Deze nieuwe Stichting, zoo ging Prof. Vis
scher' voort, legt uiteraard nieuwe verplich
tingen op, inzonderheid aan de directie, de
heer en mevrouw Kooistra, waarvan spr.
hóópte, dat zij ten volle hun taak zullen
verstaan t. a. v. de lichamelijke en geeste
lijke verzorging der 300 inwonenden.
Na de architecten, aannemers etc. nog
maals dank te hebben gebracht voor hun
arbeid besloot spr. met er de aandacht op
te vestigen, dat hoe schoon ook alles is wat
hier tot stand kwam, het slechts middel
blijft ter bereiking van het grootste doel,
dat een mensch behoort na te streven.
Jhr. Van Karnebeek opent
Nadat het Zusterkoor hierop gezongen
had „Lof zij den Heer!" verrichtte Jhr. van
Karnebeek de openingsplechtigheid.
De heer van Karnebeek bracht om te be
ginnen de gelukwenschen over namens het
bestuur der pro
vincie en daarna
persoonlijk. Want
ook als mensch
voelde spr. zeer
goed, welk een
energie op soci
aal gebied noodig
is geweest om te
bereiken wat
thans bereikt is.
Deze dag spreekt
nog meer, omdat
we in een tijd
leven, die op elk
gebied versobe
ring eischt. Stel
lig is groote
dankbaarheid ver
schuldigd aan
hen, die de basis voor de Stichting legden.
Na 49 jaar worden er rijke vruchten van
geplukt. Doch ook zij, die thans de leiding
hebben, verdienen grooten dank, omdat van
deze werkers de toekomst afhangt. Met den
wensch, dat er zegen op moge rusten, be
sloot spr.
Andere toespraken
Vervolgens werd het gebouw bezichtigd
wij waren in staat er reeds Woensdag uit
voerig over te schrijven waarop de voor-
Jhr% v. Karnebeek
zitter de gelegenheid schonk tot het aan
bieden van de gelukwenschen.
Eerste spreker was burgemeester Bak
hui z e n van Nieuwveen, die uiting gaf
aan zijn diep medeleven, er de belofte aan
toevoegend, altijd alles te zullen doen i
de Stichting wat in zijn Vermogen ligt.
Wethouder Baas wees er op, dat de ge
meente Amsterdam haar hulpbehoevenden
steeds met groot vertrouwen naar deze
Stichting gezonden heeft, zonder zich er om
te bekommeren, of het gebouw wel precies
aan alle eischen van den tijd voldeed. Want
niet het gebouw, doch de geest die er in
leeft, was en blijft hoofdzaak. Spr. hoopte
dat de goede samenwerking nog lang be
stendigd mag blijven.
Verder werd het woord gevoerd door Dr.
Pameyer, door mevr. Diepenhorst
die herinnerde aan den pioniersarbeid
van haar vader en de hoop uitsprak, dat
nog velen tot Jezus zullen worden gebracht
door architect v. d. Veen (mede
mens zijn collega), door Ds. Elshove
Ds. Speelman, geestelijk verzorger der
Stichting.
Aanbieding Gedenkraam
Het Zusterkoor en de soliste, mej. Gré
Brouwenstijn uit Amsterdam, zorgden hier
na nog eens voor vocale afwisseling,
waarop bij monde van directeur Kooi
stra de aanbieding van een gedenk
raam plaats had namens allen, die aan
de Stichting te Nieuwveen verbonden
zijn. Het is een fraai raam, dat onmid
dellijk de aandacht trekt wanneer men
de Stichting binnentreedt en een prach
tige uitbeelding van den barmhartigen
Samaritaan.
De heer J. D o u w e s Jr., voorzitter der
bestuurscommissie voor Nieuwveen, sprak
hierna nog een woord, terwijl namens de
aannemers de heer v. d. B ij 1 voor een ver
rassing zorgde in den vorm van een groote
luchtfoto der Stichting.
Prof. Visscher dankte tenslotte nog
eens allen, die aan den bouw hadden mee
gewerkt, inzonderheid den heer Boomsma,
voorzitter der bouwcommissie, waarna deze
onvergetelijke dag besloten werd met het
staande zingen van „Dankt, dankt nu allen
God" en gebed.
Tijdens dedveningsrede van Jhr van Karnebeek. Geheel links de voorzitter Prof
Dr H* Visscher, en de heer. J, Douwes Jr, oud-wethouder, van Amsterdam,
ZATERDAG 11 JULI
HILVERSUM I 1875 M. VARA-Uitzendlng
8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding VPRO,
10.15 De Notenkrakers, Eddy Walis' orkesl
en voordracht. 12.00 Gram.pl. 1.151.4,
Orgelspel. 2.00 Gram.pl. 2.30 Causerie ei
Radio-tooneel. 3.00 Ensemble „Fantasia'
4.00 Gram.pl. 4.45 De Bohemians. 5.4(
Lit. causerie. 6.00 Gram.pl. 6.30 Sport,
reportage. 7.00 Arb. Muziekvereen. 7.21
Voordracht. 7.40 Vervolg concert. 8.05 Be
richten ANP. 8.15 VARA-orkest. 9.00 Be-
strijddng van vervelende gewoonten, 10.0(
Ber. ANP. 10.05 VARA-orkest
HILVERSUM H 301 M. KRO-Uitzending-
8.00 Gra-m.pl. 11.00 Godsd. halfuur. 12.1;
Gram.pl. 12.45 KRO-orkest. 2.30 Jeugd-,
halfuur. 3.30 Kinderuur. 4.30 Gram,pi
5.45 KRO-Melodisten. 6.20 Journ. week
overzicht. 6.45 Gram.pl. 7.15 Hedendaag-
sche kerk. kunst en de kunstenaars. 7.35,
Actueele aetherflisten. 8.00 Ber. ANP. 8.1(
Voordracht. 8.30 KRO-orkest. 9 20 Gr.pl
10.00 KRO-orkest 10.30 Ber. ANP. 10.3f
KRO-Boys.
DROITWICH 1500 M. 11.20 BBC-orkest ei
soliste. 1.20 Commodore Grand-orkest
2.20 Het BBC orkest. 3.20 Orgelspel. 3.5C
Het Bronkhurst Trio. 7.05 Welsóh inter
mezzo. 7.20 Orkest en soliste. 10.40 BBC
orkest en solist
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert
4.20 Gevar. concert. 6.50 Pascal-orkest
8.20 Opera-uitzending.
KEULEN 456 M. 6.50 en 12.20 Orkestconcert
1.35 Omroepkleinorkest en vocaal sextet
5.35 Mannenkoor. 6.20 Orkestconcert. 7.0;
Omroepkwintet en solisten. 8.30 Gevar
programma. 10.45 Pianoduetten. 11.20-
12.20 Populair concert.
BRUSSEL 322 cn 484 M. 322 M.: 1.30 KleiiJ
orkest 2.35 Salon-orkest. 6.20 Klein-
orkest. 7.20 Zang. 9.50 Zoo zingt Vlaan
deren, potpourri.
484 M.: 12.20 Klein-orkest. 1.30 Salon-
orkest. 5.20 Erasmus-Herdenking. 5.1
Gram.pl. 6.20 Erasmus-Herdenking. 6.3;
Kamermuziek. 8.20 SymphonieconcerJ
9.05 Erasmus-Herdenking.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Gau
programma. 10.50 Trioconcert.
Hoofdpijn door de felle zon
laat zoo'n heerlijke dag aani
'f strand niet bederven door een'
plotseling opkomende mipraineJ
Zorg daarom altijd zoo n zak-
etui met "AKKERTJES" bij U Ie
hebben, die U er direct van .of
helpen. "AKKERTJES", helpen'
dadelijk bij hoofdpijn, kiespijn.'
zenuwpijnen, vrouwenpijn, enz,1
Volgens recept van Apotheker Dumant
De Nederlandsche
Landbouw-Handelskamer
Onder voorzitterschap van Mr A. G. A
Ridder van Rappard heeft de Nederlandschi
Landbouwhandelskamer te Utrecht haar al
gemeene vergadering gehouden.
In zijn openingswoord constateerde tli
■voorzitter, dat de werkzaamheden van di
N.L.H.K. in 1935 zeer uitgebreid zijn
weest.
In het jaarverslag van den secretaris, Dl
H. Molhuysen, wordt o.a. uiteengezet,, da
men tot de overtuiging is gekomen, dat eei
crisis niet geïsoleerd optreedt als een on
verwachte storing in het economische leven
maar dat deze een schakel vormt in
steeds op- en afgaan vaai de economisch!
conjunctuur. Dat wil dus zeggen, dat he
crisisvraagstuk meer is een conjunctuur
vraagstuk, dat de elementen bevat, voor he
op- en neergaan, van de op de markten ge
oriënteerde volkshuishouding.
De conjunctuurschommeling wordt echtei
in groote mate beïnvloed door de econorpi
sche politiek, die de verschillende natie
hebben gevoerd. En daaraan is het dan ooi
toe te schrijven, dat de wereldhuishoudini
ook in 1935 rijk was aan wisselvalligheden
omdat de politieke hartstochten de volkei
scheidden, terwijl de oplossing der economi
sche vraagstukken hen moest verbinden.
Op het oogenblik is het ruilverkeer ver
stoord en heeft Europa zijn industrieel
nopolie meer en meer moeten prijsgeven
Men is nu bezig, zich op agrarisch gebiei
te heroriënteeren en schenkt aan de agra
rische producten nieuwe aandacht Hierii
ligt voor een groot deel het kernpunt vai
het huidige crisisvraagstuk.
Het ligt voor de hand, dat Nederland van
dien toestand, welke zich rondom zijn gren
zen heeft ontwikkeld, vooral wat betref
zijn export de nadeelige gevolgen heelt on
dervonden.
Ofschoon de uit de situatie voortspruitend!!
omstandigheden het werk van de Nederland-
sche landbouw-handelskamer bemoeilijkten
heeft zij toch alles gedaan wat in haar ver
mogen lag om den afzet onzer bodemprodue
ten te bevorderen. En het mag worden
zegd, niet zonder resultaat
Voorts geeft het jaarverslag een overzich!
van den toestand in 1935 van onzen land
bouw en een summier beeld van het werk
de N.L.H.K., omdat het, in verband rnél
het karakter hiervan, niet gewenscht is,
daaraan tot in ond.erdeelen bekendheid te
geven.