ream Erasmus van Rotterdam herdacht De „Johannes-Stichting" onder groote belangstelling geopend AKKERTJES VRI 'DAG 10 JULI 1936 Het congres in de Nederlandsche Handels-Hoogeschool Zondag aanstaande zal het vier eeuwen geledén zijn dat Gerrit Ger- ritszoon van Rotterdami dien de aead.mici Desiderius Erasmus noem den, heenging uit dit aardsche leven, hetwelk hem veel eere doch ook zeer veel moeite en verguizing had gebracht. Hij stierf op een wijze, die dit karakteristieke had, dat het op reis geschiedde. Hij, die behalve een groot geleerde, eveneens een groot trekker was, werd door den dood achterhaald toen hij zich op doortocht te Bazel bevond, ver van het oord aan de Maas, dat toen nog niet als het Rotterdam van later eeuw eveneens een wereldnaam bezat. Hij leefde in een tijd, die velerlei beroering kende, zoowel op het ter rein der wetenschap als op dat van het geloof. De tragedie van zijn leven is wellicht geweest, dat hij zich nim mer aan één zijde heeft kunnen scharen; hij leefde geestelijk als in een grensland, een niemandsland, hetwelk mede oorzaak ervan werd, dat hij zoowel van links als rechts, zoowel uit den kring der Roomsch- Katholieke Kerk als uit dien der „Nye Leer" slagen moest opvangen. Het Congres, dat thans in Erasmus da groote, uitzonderlijke historische figuur v ii herdenken, kwam hedenmorgen bijeen in de Aula van de Nederlandsche Handels- Hoogeschucj te Rotterdam, alwaar de bur gnneester der Maasstad, Mr. P. Droog- leever Fortuyn, een kort woord t»i* verwelkoming en opening sprak, waar na hij het woord verleende aan Prof. Dr. J. Lindeboom, van Groningen, die het presidium van dezen eersten congresdag aanvaardde, voerde daarna hei woord over Spreker wil Erasmus plaatsen voor dsn spiegel der historie. In de 16e en 17e eeuw wordt hij door alh schrijvers als klassiek literator met eere genoemd, zij het met meer of minder over tuiging naarmate zij zijn godsdienstige houding konden waardeeren. Zoo zien hem Luther, Calvijn en anderen tot Groen van Prinsterer toe slechts a|s eeu soort wegbereider die te kort schoot. Aan Roomsche zijde breken o.a. Joh. Jansen, von Pastor en Nuyens den staf over zijn eenzijdige geleerdheid en zwakke karakter. !In de 18e eeuw komt de algemeene ziens wijze daaa' niet boven uit, een zoo hoog ontwikkeld man als Goethe weet eigenlijk niets van hem. Toch had toen reeds Bayle een positiever en rechtvaardiger oordeel over Erasmus' bemiddelende houding neergeschreven in zijn bekende encycb pedie. Ranke ziet in hem vooral het type van den humanist met de zelfoverschatting .van zijn klassieke geleerdheid. Eerst in onze eeuw komt meer algemee een historische j.uiste waardeering van zijn persoonlijkheid en karakter tot uiting bij roomsche en niet-roomsche historici. Uitbundige lof wordt hem het eerst toe gezwaaid door de Nederlandsche kerk historici Ypey en Dermout, die hem als grondlegger der hervorming beschouwen De theologen van de Groninger richting laten soortgelijke geluiden hooren. Bij an deren komt echter ook in dit verband slechts te sterkef uit, dat Erasmus half slachtig werk deed tegenover de volkomen heid van Luthers optreden. Tegen het einde der 19e eeuw komt een meer evenwichtige en positieve waardeering van wat Erasmus' persoonlijkheid was bij Fruin, hoewel dez1 slechts terloops over hem schreef, bij Hui- zinga en Geyl, en onder de buitenlandsche godsdienstgeïeerden bij Troeltsch, Dilthey. Het inzicht over hem is inderdaad ge groeid en wij kunnen nog verder, besluit spreker, Erasmus' persoonlijkheid en gc dachtenwereld zijn de inspanning waard! Erasmus en de Oxford-hervormers Als tweede spreker treedt op Prof. Dr. Albert Hyma, hoogleeraar aan de universiteit van Ann Arbor (Michigan, U.S.A.), met het onderwerp: Erasmus and the Oxford reformers, -1493— 1503. Spr. onderzoekt de gangbare opvatting dat Erasmus bij zijn eerste bezoek in Engeland, onder invloed van John Colet en Thomas More, zich zou hebben afgekeerd van de middeleeuwsche scholastische thoo logie en van de idealen van het klooster leven. In het bijzonder zou dit ook zijn geschied doordat Erasmus in Engeland kennis maakte met de geschriften van Pico del la Mirandola. Spr. betoogt de onjuistheid van deze onderstelling door erop te wijzen: 1. dal Erasmus nooit een werkelijke studie van de scholastische theologie had gemaakt en dus daarmede niet hoefde te breken, 2e. dat zijn afkeer van het kloosterleven pas in een latere period6 dan de Engelsche toi uiting komt, en 3. dat hi] voor het mysii- cisme van Pico noch voor noch na zijn Engelsche reis bijzondere belangstelliug heeft gehad. Bij Erasmus is de geest der klassieke moralistische schrijvers overheerschend, al heeft hij veel Bijbelsche lessen in zijn prediking samengebracht. De mystieke vroomheid had in den kring der Broeders des Gemeenen Levens zooveel belijders, dat Erasmus zonder eenige bijzondere eigen verdieping in de Italiaansche mystici som mige hunner overdenkingen in zijn gt tlachtengang kon opnemen. De Navolging van Christus in den geest der Broeders kwam niet met Erasmus' gc-i-sl overeen, ook niet onder invloed .van Colet. De theorie van den rechtvaardigen oorlog. Derde spreker is Mr. R. Regout S. J. uit Nijmegen, die als onderwerp behandelt: Eras mus en de theorie van den rechtvaardigen oorlog. Wanneer men, aldus spr., komend van de wat koud juridische, zakelijke beschouwingen d;r Desiderius Erasmus laat-middeleeuwsche schrijvers over het vraagstuk van oorlog en vrede, de vredes- geschriften van Erasmus hierover openslaat moet men wel even rondzien om zich te oriënteeren. Men ontmoet allerlei bekende termen, men herkent ook spoétlig de grond gedachten der vroegere schrijvers, maar de geest en de denkwijze zijn volkomen ver schillend. Erasmus greep de kwestie midden uit de bewogenheid van 't leven. Hij ziet rondom zich de afschuwelijkheid en ellende en komt in verzet; rechtvaardig of niet rechtvaardig, de oorlog is een ramp en een misdaad, waaraan een einde moet worden gemaakt. Het nadeel voor alle partijen, de dwaasheid van den oorlog is het thema, waarop hij voortdurend terugkomt. Spr. meent dat Erasmus invloed heeft gehad op de ont wikkeling van het argument dat ook al in de middeleeuwen gold, maar later veel sterker gaat spreken, nml. dat er bijna nooit een goede proportie bestaat tusschcn de nadeclen en rampen van den oorlog «»n het voordeel van het daarvan gehoopte rechtsherstel. Niet dat men hem veel ge citeerd vindt: zelfs Hugo de Groot noemt hem slechts terloops. Spr. komt tenslotte tot de vraag of Eras mus elke oorlogvoering veroordeelde en dus een voorstander was van weerloosheid Velen meenden dat uit zijn geschriften op te maken. Toch houdt hij zelf als hij zijn gedachten eens scherp formuleert, de mo gelijkheid open dat een geweldige noodzaaa. tot oorlog dwingt, of dat een bijzonder gn ot en rechtmatig belang daartoe uit- nocdigt. Spr. besluit met het aanhalen van een kort gebed dat Erasmus in 1535 schreef voor een jongen man, die ten oorlog trok. Havenxondvaart De bezoekers van het congres maakten na afloop der morgenbijeenkomst boottocht door de havens, aangeboden door het gemeentebestuur van Rotterdam. De buffetten aan boord voorzagen daarbij in de mogelijkheid om na het min of meer spiritueele voedsel dat in de ochtenduren was genoten zich thans ook fyziek behoor lijk te versterken. Erasmus en het laat-middeleeuwsche onderwijs In de middagvergadering heeft Dr. R. R. Post van het Nederl. Historisch Instituut te Rome gesproken over: Erasmus het la at-m iddeleeuwsche onder- w ij s. Spr. schetste den toestand van het onderwijs zooals Erasmus zelf dit in zijn schooltijd genoot. De kapittelschool te Deventer was in zijn tijd een publieke school, die der Broedeis des Gemeenen Levens te 's-Hertogenbosch een dergelijke particuliere instelling. Eras mus heeft over de Broeders en hun onder wijs altijd een zeer slechte meening gehad en de invloed van de Broeders op Erasmus is dan ook vaak te hoog aangeslagen. Erasmus leerde te Deventer Latijn volgens de middeleeuwsche methode, die geheel op uit het hoofd leeren was ingericht; eerst de verspreiding van de boekdrukkunst zou mogelijk maken dat er schoolboeken kwa men, waarin de leerling het geleerde voor zich had. Voor de humanisten was dit gel/eele onderwijs een ergernis, zoowel om de ingewikkelde op onthouden ingerich'e leermethode, als om het weinig klassieke Latijn der leerboeken. Zij wilden meer tijd aan stijlbeoefening besteden dan aan h*»t trainen in de middeleeuwsche dialectiek. Zij wilden in plaats van de middeleeuw sche philosophenschool de rhetorenschool herstellen, zooals de oudheid die tot diep in den Christelijken tijd had gekend. Bii het bestudeeren van de taal uit de ouie schrijvers moesten de leerlingen worden in geleid in de algemeene cultuurgoederen der antieken. Zoo kwamen de humanistische en de middeleeuwsche levensbeschouwingen hat eerst in botsing op het terrein van het onderwijs. Er werd een heftige schoolstrijd gevoerd. Erasmus richtte talrijke scherpe aanvallen op de domheid der schoolmees ters. Ofschoon hij in den schoolstrijd zeker de leiding heeft gehad en het meest hee.'t bijgedragen tot de overwinning der huma nistische rhetorenschool, zijn toch slechts weinige van zijn hoeken tot schoolboeken gev orden. Hij richtte zich meer tot de leerkrachten dan tot de leerlingen, maar heeft juist daardoor den grootst mogelijken invloed op den geest van het onderwijs gehad. Jhr. van Karnebeek en Prof. Visscher voeren o.m. het woord. Gedenkraam aangeboden. Nieuwveen, 10 Juli. Nauwelijks waren we gistermiddag het blauwe bord van den A.N.W.B. ge passeerd, hetwelk met witte letters den naam „Nieuwveen" te lezen gaf, of het was duidelijk, dat er feest was in deze landelijke gemeente. Overal langs den weg, links en rechts, klapperde het fiere rood-wit-blauw van de knusse wonin gen, en vlak voor de gerestaureerde Johannes Stichting, wier officieele ope ning de aanleiding tot deze feestdag vormde, groepten de schoolkinderen en andere belangstellenden in zóó grooten getale tezamen, dat de politie handen vol werk had, om het doorgaande ver keer normaal te doen geschieden. Wie er waren m Tegen 2 uur stroomde de groote met pal men en bloemen versierde vrouwenzaal der Stichting vol met genoodigden, waartoe o.m. behoorden Mr. J. Evers, secretaris van den Armenraad te Amsterdam; Mr. van Walsum, directeur van Maatsch. Hulpbe toon te Rotterdam; de heer P. Iveulemans, directeur der afd. Maatschappelijke Steun te Amsterdam; de doktoren Wessels en Papieyer uit Den Haag, namens de Inspec tie van het Staatstoezicht op de krankzin nigen; Ds. G. A. Elshove, era. Geref. predi kant te Rotterdam, die den Geref. Bond van Barmhartigheidsinstellingen vertegenwoor digde; wethouder K. Baas van Amsterdam als vertegenwoordiger van burg. de Vlugt; Jkvr. Hora Sikkema, adj.-directrice van het Centraal Bureau voor Inwendige Zending; mevr. Diepenhorst-geb. de Gaay Fortman, dochter van wijlen Ds. N. A. de Gaay Fort man, eerste voorzitter der Stichting; Dr. S. T. Heidema van de Stichting „Bloemendaal" te Loosduinen en burgemeester J. A. Bak huizen, van de gemeenten Nieuwveen, Lei- muiden en Rijnsaterswoude. Te ruim half drie arriveerde de Commis saris der Koningin in Zuid-I-Iolland, Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, die onder het zingen van het Wilhelmus door don voor zitter der Stichting, Prof. Dr. H. Visscher, werd binnengeleid. Prof. Visscher spreekt Prof. Visscher las hierop eerst een ge deelte van Openb. 21, ging voor in gebed en verzocht te zingen Psalm 84 2, waarna hij Jhr. van Karnebeek en anderen zeer hartelijk welkom heette. Na architecten, aannemers en overige medewerkenden aan den bouw, dank te hebben gebracht sprak hij een woord ter inleiding van de plechtig heid. Spr. begon met op te merken, dat deze dag gemerkt is met een sterre, die haar Dr. ff. Visscher, licht ontvangt van den lichtenden gl die afstraalt van Hem, Die de zonne is der liefde Gods. Die liefde was oorzaak, dat aanvankelijk kinderlijk naïef met het werk begonnen werd; zóó naïef, dat de kosten de baten sterk overtroffen. Daar de contribu ties lang niet toereikend waren stelde men den heer Van Rijn aan als collectant. Stel lig vloeiden door zijn bijzondere capacitei ten de inkomsten toen in grooter mate toe, doch toch bleven ze nog beneden de limiet van het noodige. Daarom werden de zeer lage tarieven voor de verpleegden verhoogd en ondanks dat bleef de toeloop van hulp behoevenden doorgaan. Daar de leiding tot het minimum beperkt moest blijven kon niet worden voorkomen, dat de Stichting het karakter kreegvan een kolonie van paupers»die het dorp ontsierden...... Het waren de mazelen van de jeugd. Prof. Visscher memoreerde vervolgens de ramp van den brand, die, hoe vreeselijk op zich zelf, den morgenstond beteekende van een nieuwen dag. Nadat „het oude Elim" een ruïne was geworden slaagde het be stuur er in, een stuk grond te koopen naast de oude Stichting. Bovendien verbeterdeïi de inkomsten door reorganisatie, terwijl o. 1. v. den heer Quelle de verpleging ook langzamerhand op hooger niveau kon wor den gebracht. Er kwam bloei na lange ja ren van moeizamen arbeid. Tot een grooten- herbouw werd besloten, waaraan kort voor het uitbreken van den wereldoorlog werd begonnen. Zoo verrees een nieuw „Elim". Spr. stond hierna stil bij de oprichting der Stichting te Huis ter Heide en de ver betering der verpleging te Nieuwveen welke door den aanleg van waterleiding en een electrisch net in hooge mate werd be- 'derd om vervolgens met eerbied de nagedachtenis van pijlen Ds. de Gaay Fort man voornoemd in herinnering te brengen. Verder noemde spr. de namen van den overleden penningmeester, den^heer v. d. Grampel; van wijlen den heer en mevrouw Quelle, die jaren lang de directie vormden; Het Erasmus-liuis te Anderlecht Brussel Erasmus en de Nederlanden Als laatste spreker trad daarna op Dr. O. Noordenbos, conservator aan de Ge meentebibliotheek te Rotterdam, met h *t onderwerp: Eras mus en de Neder landen. Spr. zeide, dat voor Erasmus' behoefte aan kennis der letteren en aan literairen roem de Fraterscholen en h jt klooster niet de gewenschte omgeving, waren; het is geen wonder dat deze hem later geen innige herinnering aan zijn vaderland deden bewaren. Ook op mate rieel en politiek terrein was het Holland van de jaren 1486 tot 1493 geen aantrekke lijke herinnering. Erasmos' jeugd valt in een tijdperk van verwarring, verdeeldheid en burgerkrijg. Begrijpelijk is dat hij met zijn aanleg, als een arme jongen zonder vooruitzicht in de wereld, de rust voor studie en vreedzamen letterkundigen arbeid zocht in het klooster. Eerst daaj vond hij zichzelf geheel in de studie der klassieken en werd het klooster hem een gevangenis. De ontsnapping aan dit klooster was met een een vlucht uit het eigenlijke vaderland, uit Holland. Erasmus' oordeel over zijn vadeHand is dan ook, vooral aanvankelijk, goéd te begrijpen. Hij heeft er een afkeer van. Als hij dan in verschillende landen, Frankrijk, Engeland en Duitschland, thuis raakt, voelt hij zich, wat zijn gevoelens betreft, over deze landen verdeeld. Zijn oordeel over het land van herkomst moest in de eerste plaats worden bepaald door hetgeen hij daar aan hoogere bescha ving vond; en dat was in Holland, en in de Nederlanden in het algemeen, weinig. Hii spreekt herhaaldelijk over het ergerlijke vele drinken. Hii ziet daar overwegend bot heid en onwetendheid en droefgeestigheid, die men voor den eenigen vorm van vroom heid houdt. Toch kent hij in de eerste jaren nog wel het verlangen naar wat hij heeft achtergelaten en voelt zich eenzaam in deu vreemde. Hij leeft mee met zijn volk als hij dit ten prooi weet aan rampen en oorlogen. Spr. komt tenslotte tot den invloed van Erasmus op zijn landgenqoten en wijst op de vrienden en vereerders, die hij had. Wij bemerken hier den invloed dien Erasmus nog bij zijn leven had op de Hollandsclie latere humanisten en waaruit de sterke Erasmiaansclie traditie bij de verlichte Hollandsche burgerij ontspringt: Coornhert, de Remonstranten, Hugo d9 Groot. Nog langs anderen weg werkte Erasmus op de geestelijke ontwikkeling der Nederlanden. Hij was een hervormer in hart en nieren, al kon hij zich de her vorming niet anders denken dan Emnen de kerk. De invloed van Luther was ïr_ deze landen niet overwegend. De zachtzinniger houding der Doopsgezinden is een vee! typischer Nederlandsche vorm.der hervor ming en spr. meent veel grootere geestelijke verwantschap te zien tusschen deze bewe ging en Erasmus' geesteshouding in onzen tijd. DE BURGEMEESTER VAN ZWOLLERKERSPEL Door den Burgemeester van Zwol lerkerspel, den heer U. P. C a v a 1 j is in verband met het bereiken van den 65-jftrigen leeftijd en met het oog op zijn gezondheidstoestand, met in gang van 15 September a.s. aan H.M. de Koningin eervol ontslag uit zijn betrekking verzocht. en voorts de rij van andere werkers» die de Stichting eenmaal dienden. Deze nieuwe Stichting, zoo ging Prof. Vis scher' voort, legt uiteraard nieuwe verplich tingen op, inzonderheid aan de directie, de heer en mevrouw Kooistra, waarvan spr. hóópte, dat zij ten volle hun taak zullen verstaan t. a. v. de lichamelijke en geeste lijke verzorging der 300 inwonenden. Na de architecten, aannemers etc. nog maals dank te hebben gebracht voor hun arbeid besloot spr. met er de aandacht op te vestigen, dat hoe schoon ook alles is wat hier tot stand kwam, het slechts middel blijft ter bereiking van het grootste doel, dat een mensch behoort na te streven. Jhr. Van Karnebeek opent Nadat het Zusterkoor hierop gezongen had „Lof zij den Heer!" verrichtte Jhr. van Karnebeek de openingsplechtigheid. De heer van Karnebeek bracht om te be ginnen de gelukwenschen over namens het bestuur der pro vincie en daarna persoonlijk. Want ook als mensch voelde spr. zeer goed, welk een energie op soci aal gebied noodig is geweest om te bereiken wat thans bereikt is. Deze dag spreekt nog meer, omdat we in een tijd leven, die op elk gebied versobe ring eischt. Stel lig is groote dankbaarheid ver schuldigd aan hen, die de basis voor de Stichting legden. Na 49 jaar worden er rijke vruchten van geplukt. Doch ook zij, die thans de leiding hebben, verdienen grooten dank, omdat van deze werkers de toekomst afhangt. Met den wensch, dat er zegen op moge rusten, be sloot spr. Andere toespraken Vervolgens werd het gebouw bezichtigd wij waren in staat er reeds Woensdag uit voerig over te schrijven waarop de voor- Jhr% v. Karnebeek zitter de gelegenheid schonk tot het aan bieden van de gelukwenschen. Eerste spreker was burgemeester Bak hui z e n van Nieuwveen, die uiting gaf aan zijn diep medeleven, er de belofte aan toevoegend, altijd alles te zullen doen i de Stichting wat in zijn Vermogen ligt. Wethouder Baas wees er op, dat de ge meente Amsterdam haar hulpbehoevenden steeds met groot vertrouwen naar deze Stichting gezonden heeft, zonder zich er om te bekommeren, of het gebouw wel precies aan alle eischen van den tijd voldeed. Want niet het gebouw, doch de geest die er in leeft, was en blijft hoofdzaak. Spr. hoopte dat de goede samenwerking nog lang be stendigd mag blijven. Verder werd het woord gevoerd door Dr. Pameyer, door mevr. Diepenhorst die herinnerde aan den pioniersarbeid van haar vader en de hoop uitsprak, dat nog velen tot Jezus zullen worden gebracht door architect v. d. Veen (mede mens zijn collega), door Ds. Elshove Ds. Speelman, geestelijk verzorger der Stichting. Aanbieding Gedenkraam Het Zusterkoor en de soliste, mej. Gré Brouwenstijn uit Amsterdam, zorgden hier na nog eens voor vocale afwisseling, waarop bij monde van directeur Kooi stra de aanbieding van een gedenk raam plaats had namens allen, die aan de Stichting te Nieuwveen verbonden zijn. Het is een fraai raam, dat onmid dellijk de aandacht trekt wanneer men de Stichting binnentreedt en een prach tige uitbeelding van den barmhartigen Samaritaan. De heer J. D o u w e s Jr., voorzitter der bestuurscommissie voor Nieuwveen, sprak hierna nog een woord, terwijl namens de aannemers de heer v. d. B ij 1 voor een ver rassing zorgde in den vorm van een groote luchtfoto der Stichting. Prof. Visscher dankte tenslotte nog eens allen, die aan den bouw hadden mee gewerkt, inzonderheid den heer Boomsma, voorzitter der bouwcommissie, waarna deze onvergetelijke dag besloten werd met het staande zingen van „Dankt, dankt nu allen God" en gebed. Tijdens dedveningsrede van Jhr van Karnebeek. Geheel links de voorzitter Prof Dr H* Visscher, en de heer. J, Douwes Jr, oud-wethouder, van Amsterdam, ZATERDAG 11 JULI HILVERSUM I 1875 M. VARA-Uitzendlng 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding VPRO, 10.15 De Notenkrakers, Eddy Walis' orkesl en voordracht. 12.00 Gram.pl. 1.151.4, Orgelspel. 2.00 Gram.pl. 2.30 Causerie ei Radio-tooneel. 3.00 Ensemble „Fantasia' 4.00 Gram.pl. 4.45 De Bohemians. 5.4( Lit. causerie. 6.00 Gram.pl. 6.30 Sport, reportage. 7.00 Arb. Muziekvereen. 7.21 Voordracht. 7.40 Vervolg concert. 8.05 Be richten ANP. 8.15 VARA-orkest. 9.00 Be- strijddng van vervelende gewoonten, 10.0( Ber. ANP. 10.05 VARA-orkest HILVERSUM H 301 M. KRO-Uitzending- 8.00 Gra-m.pl. 11.00 Godsd. halfuur. 12.1; Gram.pl. 12.45 KRO-orkest. 2.30 Jeugd-, halfuur. 3.30 Kinderuur. 4.30 Gram,pi 5.45 KRO-Melodisten. 6.20 Journ. week overzicht. 6.45 Gram.pl. 7.15 Hedendaag- sche kerk. kunst en de kunstenaars. 7.35, Actueele aetherflisten. 8.00 Ber. ANP. 8.1( Voordracht. 8.30 KRO-orkest. 9 20 Gr.pl 10.00 KRO-orkest 10.30 Ber. ANP. 10.3f KRO-Boys. DROITWICH 1500 M. 11.20 BBC-orkest ei soliste. 1.20 Commodore Grand-orkest 2.20 Het BBC orkest. 3.20 Orgelspel. 3.5C Het Bronkhurst Trio. 7.05 Welsóh inter mezzo. 7.20 Orkest en soliste. 10.40 BBC orkest en solist RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert 4.20 Gevar. concert. 6.50 Pascal-orkest 8.20 Opera-uitzending. KEULEN 456 M. 6.50 en 12.20 Orkestconcert 1.35 Omroepkleinorkest en vocaal sextet 5.35 Mannenkoor. 6.20 Orkestconcert. 7.0; Omroepkwintet en solisten. 8.30 Gevar programma. 10.45 Pianoduetten. 11.20- 12.20 Populair concert. BRUSSEL 322 cn 484 M. 322 M.: 1.30 KleiiJ orkest 2.35 Salon-orkest. 6.20 Klein- orkest. 7.20 Zang. 9.50 Zoo zingt Vlaan deren, potpourri. 484 M.: 12.20 Klein-orkest. 1.30 Salon- orkest. 5.20 Erasmus-Herdenking. 5.1 Gram.pl. 6.20 Erasmus-Herdenking. 6.3; Kamermuziek. 8.20 SymphonieconcerJ 9.05 Erasmus-Herdenking. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Gau programma. 10.50 Trioconcert. Hoofdpijn door de felle zon laat zoo'n heerlijke dag aani 'f strand niet bederven door een' plotseling opkomende mipraineJ Zorg daarom altijd zoo n zak- etui met "AKKERTJES" bij U Ie hebben, die U er direct van .of helpen. "AKKERTJES", helpen' dadelijk bij hoofdpijn, kiespijn.' zenuwpijnen, vrouwenpijn, enz,1 Volgens recept van Apotheker Dumant De Nederlandsche Landbouw-Handelskamer Onder voorzitterschap van Mr A. G. A Ridder van Rappard heeft de Nederlandschi Landbouwhandelskamer te Utrecht haar al gemeene vergadering gehouden. In zijn openingswoord constateerde tli ■voorzitter, dat de werkzaamheden van di N.L.H.K. in 1935 zeer uitgebreid zijn weest. In het jaarverslag van den secretaris, Dl H. Molhuysen, wordt o.a. uiteengezet,, da men tot de overtuiging is gekomen, dat eei crisis niet geïsoleerd optreedt als een on verwachte storing in het economische leven maar dat deze een schakel vormt in steeds op- en afgaan vaai de economisch! conjunctuur. Dat wil dus zeggen, dat he crisisvraagstuk meer is een conjunctuur vraagstuk, dat de elementen bevat, voor he op- en neergaan, van de op de markten ge oriënteerde volkshuishouding. De conjunctuurschommeling wordt echtei in groote mate beïnvloed door de econorpi sche politiek, die de verschillende natie hebben gevoerd. En daaraan is het dan ooi toe te schrijven, dat de wereldhuishoudini ook in 1935 rijk was aan wisselvalligheden omdat de politieke hartstochten de volkei scheidden, terwijl de oplossing der economi sche vraagstukken hen moest verbinden. Op het oogenblik is het ruilverkeer ver stoord en heeft Europa zijn industrieel nopolie meer en meer moeten prijsgeven Men is nu bezig, zich op agrarisch gebiei te heroriënteeren en schenkt aan de agra rische producten nieuwe aandacht Hierii ligt voor een groot deel het kernpunt vai het huidige crisisvraagstuk. Het ligt voor de hand, dat Nederland van dien toestand, welke zich rondom zijn gren zen heeft ontwikkeld, vooral wat betref zijn export de nadeelige gevolgen heelt on dervonden. Ofschoon de uit de situatie voortspruitend!! omstandigheden het werk van de Nederland- sche landbouw-handelskamer bemoeilijkten heeft zij toch alles gedaan wat in haar ver mogen lag om den afzet onzer bodemprodue ten te bevorderen. En het mag worden zegd, niet zonder resultaat Voorts geeft het jaarverslag een overzich! van den toestand in 1935 van onzen land bouw en een summier beeld van het werk de N.L.H.K., omdat het, in verband rnél het karakter hiervan, niet gewenscht is, daaraan tot in ond.erdeelen bekendheid te geven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8