loclöil
donderdag 2 juli 1936
derde blad pag. 9
De Indische Bestuurs-hervorming
Indologenstudie
Chr. Schoenmakers vergaderen
DAGERAAD
Tweede Kamer
Geen Gouverneurs, maar Regeeringscommissarissen
IJ muider-interpellatie
toegestaan
Vergadering van 1 Juli 1936
Overzicht
Democratie schijnt een wonderlijk ding.
Dat hebben we gisteren weer eens ervaren
bij de behandeling van de Indische bestuurs-
Iieirvorming.
Wanneer nu tooh de Indische Regeering
en de Indische Volksraad met 44 tegen 4
stemmen oen bepaalde regeling noodig en
gesohikt achten om te komen tot decentrali
satie in het topzware Indische bestuurs
apparaat en ook de Minister van Koloniën
kan er zich mee voreenigen, moet dan de
vrijwel ondeskundige Tweede Kamer zeg
gen: maar wij weten het beter?
Dit lijkt ons zeer ondemocratisch.
Toch meenden democraten als Joekes, Cra
mer en v. Poll den Volksraad en de Indische
Regeering den voet dwars te moeten zetten
en aan Indië de instelling van drie nieuwe
gouvernementen als basis voor verdere her
vorming van het bestuur te moeten ont
houden.
De gezonde argumenten, welke minister
Colijn aanvoerde, werden afgewezen en de
heeren trachtten op een gevaarlijke wijze de
benoeming van regeeringscommissarissen te
verkrijgen, teneinde later over een geheel
nieuw stelsel nog eens te kunnen spreken.
Dat had echter ook gekund bij benoeming
van gouverneurs, gelijk de Regeering
wenscht; deze zouden de toekomstige be
stuursorganisatie nader voorbereiden.
Op stugge en zure wijze demonstreerde de
heer Joekes zijn wantrouwen en diende ten
slotte een amendement in om het aangevraag
de geld niet toe te staan.
Minister Colijn merkte nuchter op, dat
de heer Joekes en zijn medestanders op deze
manier hun doel voorbijschoten. Want
der geld kunnen zelfs geen regeeringscom
missarissen worden benoemd.
Het begon er op te lijken, dat er niets
gebeuren zou, want de zonderlinge demo-
era ten schenen van zins hun amendement,
dat den steun van soc- en vrijz.-dem. en van
de Katholieken plus den heer v. Boetzelaer
had, te doen aannemen. Dan was de heele
bestuurshervorming van de baan geweest tot
schade van Indië.
Minister Colijn bouwde toen een brug, die
echter slechts schoorvoetend door de zeer
ondemocratische oppositie betreden werd.
Toch deden ze ten slotte den beslissenden
stap en trokken hun destructief amende
ment in.
We zullen nu beginnen met de benoeming
van „regeeringscommissarissen", die echter
de toekomstige gouverneurs der nieuwe ge-
Westen zullen zijn.
Het betrokken wetsontwerp kon nu zonder
stemming doorgaan.
De Kamer heeft zich bij deze zaak van een
slechte zijde doen zien.
De beslissing om voor de Indologenstudie
nog tot Sept. 1937 genoegen te nemen met
Ihet H.B.S.-einddiploma kon nog niet vallen,
doordat de stemming aangehouden werd
over een amendement-Tilanus om tot 1938
uitstel te geven.
De minister was daartegen, omdat wets
ontwerpen in aantocht zijn om het Handels
onderwijs te regelen en hij vertrouwt deze
regeling zoo tijdig tot stand te kunnen bren
gen met de Kamer, dat de nieuwe toestand
in 1937 kan ingaan.
Verslag
Regeling van werkzaamheden
De VOORZITTER stelt voor, de rapporteurs
voor het wetsontwerp tot reorganisatie van het
spoorwegbedrijf voor het afdeelingsonderzoek
.van het ontwerp te benoemen.
I>© Kamer keurt dit goed.
Tot rapporteurs worden benoemd de heeren
Bongraerts, Van Braambeek. Rutgers van Ro
zenburg. Joekes en Van Dijken.
Aan den heer DE VISSER (C.P.) wordt ver
lof verleend den minister van Sociale Zaken te
interpelleeren over het optreden der regeering
naar aanleiding van de staking te IJmulden
en het stopzetten van de steunuitkeering aan
werklooze visschers.
De interpellatie wordt aan de agenda toege
voegd.
Daarna wordt voortgezet de behandeling van
de Indische begrotingswijzigingen, en wel van
het wetsontwerp, dat betrekking heeft op de
bestuurshervorming
De heer VAN BOETZELAER VAN DUBBEL
DAM (C.H.) zou desnoods genoegen nemen met
een proef, met regionale rekeningen, maar acht
invoering ervan als stelsel thans een sprong
in het duister.
Hü vreest, dat de aanstelling van gouver
neurs moeilijkheden zal veroorzaken met de re
sidenten. Men waohte daarmede tot het voorbe
reidende werk Is verricht door regeeringscom-
De Instelilng van groepsgemeenschappen acht
spr. niet bevredigend, waarbij hij wijst op de
op Java verkregen resultaten.
Men bedenkt©, dat het Oosten met betrekking
tot kiesrecht, vertegenwoordigende lichamen
e.d. het Westen niet eenvoudig kan navolgen.
Men handhave het nlandsche zelfbestuur in
de buitengewesten. De Nederlandscbe ambtena
ren oefenen ©en super-toezicht hierop uit.
De heer VAN KEMPEN (Lib.) betoogt, dat de
regionale rekeningen den stoot hebben gege
ven. om de bestuurshervorming weder ter ta
fel te brongen.
Zü beoogen een goedkooper bestuur en dra
gen er toe bU, het evenwicht van de lands-
financlën te herstellen. De regionale rekenin
gen zün het essentieele van de bestuurshervor
ming in de buitengewesten.
Hij i
deel van do bestuurshervori
plaats de ontlasting van het centrale be:
door overdracht van bevoegdheden aan ge
tel Uke
een verantwoordelijk zelfbestuur van groot<
waarde. Ten slotte zal door deze hervorming
ook dc financieele saneering kunnen wo
Het in:
dit kan, verzekert de staatkundige hervor
De heer WESTERMAN (Nat. Herstel) i
t dc Regeering
de bestuurshervi
ng van 's lands flnanc
indult verklaren, dat di
Larvan verwachte bezuiniging geen welvaarts
>litlek inhoudt. En wat de bezuiniging zelf
:treft. spr. staat daartegenover sceptisch.
p VERVOORN (Plattel.) vraagt, welke
DE MINISTER ANTWOORDT
verheugd, dat het
30-jarige bestuurs-
g ln lndlë, het regeerlngsvoorstel heeft
toegejuicht.
Het Is onjuist, dat met dit voorstel
alleen ambtelijke decentralisatie wordt
beoogd.
De oerste stap naar decentralisatie dateert
uit 1903 onder minister Idenburg. Alleen de ge
meenten hebben een blijvende plaats gekregen;
nome bestuursinstellingen in het volksleven uil
te breiden. Eerst ln 1926 Is men met de uitvoe
ring begonnen; achtereenvolgens werden de
gouvernementen West-, Oost- en Midden-Jav:
ingesteld. We hebben daarmee nu 10 jaar er-
die echter allerminst bevredigend Is
slakkon. (Gelach). Er is inderdaad reden tot
ergernis.
Er is een lacune gebleven tusschen het land
en de autonome ressorten en ook de financieele
verhouding l/ecf onbevredigend geregeld.
Er is veel onlogisch in de bestaande orga-
In 1932 Is ten slotte een beginselenplan goed
gekeurd aan de hand van een suppletoire be
grooting. Echter was de instemming hier te
lande niet onverdeeld.
Nu het nader uitgewerkt is, wil de
Kamer er weinig van weten, al is het
plan in den Volksraad met 44 tegen 4
stemmen aangenomen. Verwerpt de Ka
mer den voorgestelden post, dan kom't de
betreffende ordonnantie niet tot stand en
gebeurt er niets.
Adv
e nieuwe administratieve organisatie ls noo
om de nieuwe staatkundige Indeeling to
id te kunnen brengen. Voor de nieuw<
ipsgemeenschappen heeft d© minister 31
gestreden; hij laat die niet langs een om-
op den achtergrond brengen. Het zelfbo-
ir der adatgemeenschappen moet blijven ge-
Afbakening van de taak en middelen
tusschen centraal bestuur en de nieuwe
gemeenschappen moet voorafgaan, wil
men niet in vroeger geimaakte fouten
vervallen.
Het centraal bestuur ls thans topzwaar ge-
orden.
De heer WESTERMAN: Dat pleit toch niet
tegen he't systeem?
MINISTER: Dat pleit wel tegen het
systeem.
Er zün soms jaren gemoeid voor het nemen
van eenvoudige beslissingen; soms moeten tiea-
tallen van adviseurs worden geraadpleegd. Over
een bedrag van f 40 b.v. waren 34 adviezen
noodig. De centralisatie overwoekert en ver
stikt het heele bestuursapparaat. De toestand
van nu is onhoudbaar.
De heer DE VISSER: Daar ga je nu met Je
goeie gedrag, Westerman.
De MINISTER vervolgt zün rede en betoogt,
dat het er om gaat do locale ressorten levens
vatbaarheid te geven. Daartoe ls een bevredi
gende financieele regeling noodig.
De regionale organen zullen de regio
nale middelen ontvangen. Mochten die
ter vervulling van de aangewezen taak
onvoldoende zün, dan zal de centrale re
geering moeten helpen.
Dat is allerminst de bedoeling, maar wel is
gedacht aan een beheer naar gezonde begrip
pen, waardoor niet langer b.v. Centraal-Borneo
over een kam wordt geschoren met Batavia.
De voorstellen der Regeering beoogen de be
volking in ruimer mate aan het bestuur te doen
deelnemen en het beheer zoo goed mogelük te
doen voeren met de beschikbare middelen. Dan
behoeven ook niet langer beslissingen te wor
den genomen op plaatsen, waar men de dingen
De verzorging van de locale belangen moet
geschieden in het milieu, dat ls samengegroeid
De voorstellen bedoelen niet vermindering
der openbare uitgaven; met hetzelfde geld zal
jjjjl kunnen gebi
De benoeming van gouverneurs heeft
de voorkeur boven aanstelling van re
geeringscommissarissen, omdat deze laat
ste geen bestuursmacht zouden hebben en
bovendien behooren te moeten kunnen
beschikken over alle reeds bestaande in
stanties van advies. Deze motleven van
de Indische Regeering heeft de minister
overgenomen. En moet de Kamer het be
ter weten dan de Indische Regeering?
Het gekozen stelsel is ook bevorderlijk
aan den spoed der ln te voeren hervor-
Er la gesproken over een amendement op den
voorgestelden begrootir.gspost, die ln Indië is
g-oedgekeurd. De minister acht dat niet wel
mogelük tegenover den Volksraad! Men kan
slechte aannemen of verwerpen.
voorstellen heer
Hü diende een amendement In om de
Regeering te bewegen den weg in te
slaan, dien de Kamer biykbaar wil: het
benoemen van regeeringscommissarissen
om de bestuurshervorming voor te be-
Vervolgens repliceerden de heeren v POLL
(RK.) en CRAMER (S.D.).
Minister COLIJN dupliceerde. Hü zegt, dat
er in de Kamer gelegenheden zün, dat men den
Indruk krügt, dat het houden van een rede
voering overbodig is. (Gelach).
Zoo heeft hü getracht duidelük te maken
wat met saneering bedoeld werd. Het heeft niet
veel geholpen.
De regionale Indeeling is bedoeld als funda-
daarbü niet over het hofod. Dat
centralisatie van de grootste beteekenis.
De advlseerende raden zijn een vooruitgang
Er wordt niet gevraagd om zich nu
reéds te binden aan de wüzlgingen van
het Regeeringsrcglemen't, die nog komen
moeten.
He't amendement-Joekes ln den nu voorge-
steldcn vorm .ls ontoelaatbaar. Het beteekent
echter, dat de Regeering niet zal kunnen doen.
wat de voorsteller wenscht. Het amendement
onthoudt het geld, ook voor de regeerings-
ieel anderen geest.
Echter ls het mogelük om de benoe
ming van regeeringscommissarissen -te
verkrügen door gebruik te maken van
art 1 van het Indisch Regeeringsrogle-
ment, dat de gelegenheid biedt de Indi
sche Regeering „aanwb'zingen" te doen
geven door de Kroon. Maar dan moet het
amendement vervallen, want wordt het
amendement aangenomen, dan is er geen
ge ld.
^De algetneene beschouwingen worden ge-
Bü 'art. 1 zegt de heer JOEKES (V.D.), dat
e Kamer niet genoegen kan nemen met het
penen van een mogelükheid.
Beter is het de behandeling van den post te
chorsen in afwachting van de positieve mede-
eeling der Regeering, dat zü de Regeerings-
ommissarissen'zal benoemen. Daarna kan het
;eld worden toegestaan.
MINISTER COLIJN zegt op dezen
voorslag geen vrede te kunnen sluiten.
Men behoeft niet te twüfelen of de mi
nister doen zal wat hü zegt.
DERDE LUSTRUM
TE UTRECHT HERDACHT
Gisteren hield de Chr. Bond van Schoen
makers-Patroons en Schoenwinkeliers zijn
jaarlijksche vergadering onder leiding van
den voorz., den
heer G. Bro b-
b e 1, uit Vlaar-
dingen, in 't ge
bouw van de N.
Utr. Courant te
Utrecht.
De voorz. open
de des morgens
de vergadering,
welke zeer druk
bezocht was, op
de gebruikelijke
wijze en heette
welkom o.m.
oud-voorz. v Don
gen.
De Voorz. hield
vervolgens'n kor
te openingsrede,
waarin hij wees
op de slechte toe
standen ook in het schoenmakersbedrijf.
Vandaag herdenkt de Bond zijn derde lus
trum, zoo zeide de voorzitter, en gelukkig
is onze Bond een zegen niet onthouden. Met
30 leden opgericht te Charlois, is deze bond
uitgegroeid tot een vaste plant. Dank bracht
spr. aan den secretaris, den heer J. Harden-
bol en den voorz. der afd. Rotterdam, den
heer M. Vos, voor het vele werk dat deze
heeren gedaan hebben om den bond tot
bloei te brengen. Voorts memoreerde spr.
zoowel het werk van den heer Van Dongen
als vain den heer Dekker (Dordrecht).
Na dit openingswoord van den voorzitter
werd gehouden de jaarvergadering van het
opgerichte Fonds Hulp bij Ziekte.
G. Brobbel
De heer JOEKES (V.D.) acht deze mededee-
ling: positiever en is nu bereid zün amendement
in te trekken, mits de Kamer gelegenheid
krpgt om voor de benoeming van gouverneurs
de oleuwe regeling te bespreken.
De MINISTER is niet voornemens op
slinksche wüze tot de Instelling van de
nieuwe gouvernementen over te gaan.
De Kamer zal er tevoren over kunnen
spreken.
De heer JOEKES ;(V.D.) trok nu zün
amendement in.
He't wetsontwerp werd z. h. s. goed
gekeurd. Eveneens do andere Indi
sche ontwerpen.
Bü het
dii
laten i
studie ln de Indologie
verdedigde de heer TILANUS (C.H.) een amen'
dement om dien termün te verschuiven tot
Sept. 1938. omdat een nieuwe regeling van hei
M. en V.H.O. voor dien tijd toch niet gereed is
De heer MOLLER (R.K.) zou voor het amen
dement kunnen stemmen, indien de ministei
niet kan toezeggen dat binnen afzienbarer
tüd een regeling van de materie te verwach-
Minister SLOTEMAKER DE BRUINE
deelde mede, dat in voorbereiding is
de ontwerpen zün reeds van den Raad
van State tenug een voorstel tot re
geling van het handels- of economisch
onderwijs. De minister hoopt de zaak met
de Kamer te kunnen behandelen. Daar
om acht hp het amendement-Tilanus niet
noodig.
Jaarvergadering F.H.B.Z.
Deze vergadering werd door den voorzit
ter dier afdeeling, den heer M. Vos, van
Rotterdam, met een inleidend woord ge
opend. Door den secretaris van de afdee
ling, den heer J. Spaans, van Den Haag,
werd het verslag uitgebracht In totaal werd
aan S leden een uitkcering verstrekt over
140 ziektedagen. Het ledental liep met -5
terug. Het kapitaal van het fonds bedraagt
thans f4169.S9. Medegedeeld werd, dat le
den, die door financieele moeilijkheden voor
het fonds moeten bedanken, bij opnieuw
toetreden direct de volle rechten krijgen.
Het aftredend bestuurslid, de heer W. van
der Poel, van Rotterdam, werd herkozen.
De fondsvergadering werd hierna geslo
ten. De bondsvoorzitter nam de leiding nu
over, en stelde de bespreking van het jaar
verslag aan de orde.
Jaarverslag
De secretaris, de heet J. Hardenbol,
van Rotterdam, schetst de toestand in het
schoenmakersbedrijf in zijn jaarverslag als
zeer precair. De propaganda leed zeer onder
dezen toestand, alleen in Groningen werd
een goede actie ontwikkeld. Het bondsblad.
„Ons Bondsblad", verscheen geregeld en
kon vergroot worden. De onderlinge verhou
ding tusschen de drie vakbonden is zeer
goed. Het ledercontrolestation blijkt nog
steeds in een behoefte te voorzien. Dc stich
ting Commissie van Overleg in de Schoen
en Lederindustrie en aanverwante branches
kwam in plaats van dc geliquideerde Cen
trale H.L.S. Optimistisch kan de secretaris
over de nieuwe stichting niet zijn.
Dc ontvangsten in het afgeloopen jaar be
droegen f 1145.31; het saldo bedraagt f 14.69.
Den penningmeester, den heer J. Spaans,
Den Haag, werd dank gebracht voor zijn be
heer.' Beide verslagen werden vervolgens
goedgekeurd.
Federatieve samenwerking
Over de samenwerking met andere bon
den werden enkele vragen gesteld. Enkele
medcdeelingen werden gedaan over den
Bond van Gecentraliseerden. Deze Bond
moet eerst zijn bestaansrecht bewijzen eer
de andere bonden tot samenwerking over
gaan. Op enkele punten is er reeds samen
werking.
Door de afd. Hilversum was een voor
stel ingediend, om de eischen voor 't schoen
makersdiploma A te wijzigen. Zeer breed
werd over dit voorstel van gedachten
wisseld. Het bestuur zegde toe een en ander
in het federatiebestuur te bespreken. In 't
algemeen werd afgeraden om de eiscl
lichter te maken
Bestuursverkiezing
De voorzitter, de heer G. B r o b b" e 1, w<
bij acclamatie in zijn functie herkozen,
aftredende leden, de heeren M. Tremens
M. Vos, werden herkozen. Gekozen werd
de vacature-M. de Groot, de heer J. Snie-
d e r, van Amsterdam.
De vergadering werd vervolgens door 'den
héér K. van Dongen, van Utrecht, oud
voorzitter, toegesproken. Spr. herinnerde
aan de moeilijkheden van de eerste jaren en
wekte op, om vooral het geestelijke steeds
voorop te stellen.
Middagzitting
Na heropening van de vergadering met
Psalmgezang, sprak mr M u y z e r een
kernachtig woord tot de aanwezigen. Ver
volgens sprak de heer W. J. J u n g e r i u s
over „Iets voor onze schoenwinkeliers". Spr.
3 op het gevaar van uitbreiding der
VRIJDAG 3 JULI
HILVERSUM I 1873 M. 8.00 VARA. 12.^0
AVRO. 4.00 VPRO. 5.00 VARA. 8.00 \T
RO. 11.00 VARA. 10.00 Morgenwijding
VPRO. 10.45 Voordracht. 11.30 Vervolg
voordracht. 12.00 Kovacs Lajos' orkest en
gram.pl. 2.00 Voordracht. 2.30 Ensemble
Jetty Cantor en gram.pl. 4.00 Slotgods-
dienstoefening v. h. Intern. Doopsgez.
Congres, Witmarsum. 7.00 Causerie over
de arbeidersbeweging in Frankrijk. 7.5'»
Nieuwsberichten ANP. 7.57 Herh. SOS -
ber. 8.00 Berichten. 8.05 Causerie. 8.3
Concert. 9.00 Paedagogische causerie. 9.3-1
Concert. 10.40 Avondwijding. ll.O'l
Nieuwsberichten ANP. 11.3512.00 Gr.pi.
HILVERSUM H 301 M. Alg. programma,
verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftle
zing. 8.159.30 Gram.pl. 10.30 Morger -.
dienst door Ds. P. Hofstede, Ned. Hen",
pred. te Leusden. 11.0012.00 Zang en
piano. 12.30 Orgelspel. 1.45 Ensemble Van
der Horst. 2.30 Chr. lectuur. 3.003.45
Vervolg concert. 4.00 Sopraan, piano en
cell-o. 6.30 Voor tuinliefhebbers. 7.00 Be
richten. 7.15 Literair halfuur, door H. v.
d. Leek te Amsterdam. 7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP. 8.15 Kon. Militaire
Kapel. 9 JD5 Het leven der bevolking in.
Noord-Afrika, door Drs. W. Sleumer Tzn.
te Amsterdam. 9.35 Vervolg concert. (Om
10.05 berichten ANP). 10.30—11.30 Gr.pl.
DROITWICH 1500 M. 11.20 Orgelspel. 11.50
Het St. Hilda's orkest. 1.35 Pia-no-recitaL
3.20 Het BBC-Schotsche orkest en solist,
4.20 E. Colombo's orkest. 6.50 Orgelspel.
7.55 Het Alfredo Campoli Trio. 8.20 De
BBC-zangers. 10.40 Het BBC-Midtand
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestcomcert.
4.20 Kamermuziek. 5.50 Orkestconoert.
8.20 Zang en piano. 11.051.05 Orkest
concert.
KEULEN 456 M. 12.20 Orkestconcert. 1.35
Omroepkleinorkest. 2.35 Omroepkwintet.
4.20 Literair-muzikaa-1 programma. 6.20
Omroeporkest. 8.30 Voor oud-strijders.
10.45 Concert. 11.2012.20 Omroeporkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Salon
orkest. 1.30 Klein-orkest. 5.20 Omroepor
kest. 7.20 Trioconcert. 8.20 Salon-orkest.
9.20 Kamermuziek.
484 M.r 12.50 Klein-orkest. 1.30 Salon
orkest. 5.20 Accordeonmuziek. 5.40 Klein-
orkest. 6.50 Piano-recital. 7.35 Zang. 8.20
Omroeporkest en zang.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 10.20 Be
richten. 10.50 Viool en piano. 11.05 Weer
bericht. 11.2012.20 Concert.
merkartikelen, waardoor de vakman dreigt
te worden uitgeschakeld.
De Voorzitter sprak hierna over da
Vestigingswet en zette uiteen, dat deze wet
saneering voor het schoenmakersbedrijf be-
teekenen kan. Immers het peil van vakbe«
kwaamheid wordt hierdoor verhoogd.
Vervolgens werden besprekingen gevoerd
over de Commissie van Overleg van da
Leder- en Schoenindustrie. Mr Muyzer
deelde mede, dat samengaan der branches
een dringende behoefte is.
Vervolgens werd van gedachten gewisseld
over het Meerprijzenplan. Verschillende be-«
zwaren werden naar voren gebracht. Het
drieprijzenstelsel zal, naar de meening van
verscheidenen, de goedkeuring der Regee
ring miet wegdragen. Een vakman houdt
niet van ruwproduct. De minimumprijs
worde dan ook zóó gesteld, dat het vak
werk er niet onder lijden kan. Uitvoerig
werd hierover nog gesproken.
Na een opwekkend woord van den heec
J. Ph. v. d. Berg, van Rotterdam en rond
vraag, werd de vergadering gesloten.
Hel echtpaar Paulus van 'den Engel en
Lijntje van den Engel-Voogt te Poorlugaal
vierde vandaag zijn 50-jarige echtvereeniging.
Bruid en bruidegom hopen deze zomer 76
jaar te worden.
Feuilleton
w
door H. KINGMANS
G'eruimcn tijd later hief de barones Ket gelaaÊ op en zag
Bailly aan. Hij bespeurde groote tranen.
„Mijnheer Bailly, heeftheeft de Graaf hedenmorgen over
mij gesproken?"
„Zijne Genade heeft tot mij geen enkel woord gezegd,
Mevrouw", antwoordde Bailly naar waarheid. „Ik vroeg orders,
doch Zijne Excellentie maakte een afwerende beweging en
vroeg niet eens naar Steenwijk."
„Wat verwacht ge van Steenwijk?"
„Ik vrees, dat onze troepen tegen de wallen te pletter loopen
en het beleg zal worden opgeheven, Mevrouw.".
„Het mag nooit aan den Graaf gezegd worden, nooit,
verstaat ge?"
„Moet ik, wanneer het werkelijk zoo zal zijn en de Graaf
vraagt er naar, de waarheid verbloemen, Mevrouw?"
„Zeg steeds, dat er geen tijding is. Dc tegenslag zou den
Graaf zeer schokken."
„Wanneer het in mijn vermogen ligt, zal ik aan uw bevel
voldoen, Mevrouw."
He barones de Moncheau stond op, aarzelend.
„Mijnheer Bailly", zeide zij dan, „zoudt u mij een dienst
willen bewijzen?"
„Ik ben steeds tot uw dienst, Mevrouw."
„Tracht, indien ge eenigszins kunt, mijn broeder te bewegen
mij te ontvangen. Ik vraag niet uw oordeel over de houding
yan den Graaf, want hij is uw meester. Maar help mij."
„Het zal aan mij niet liggen, Mevrouw. Nog heden zal ik een
poging aanwenden en, zoo noodig, ook volgende dagen. Ik
betreur deze houding van Zijne Genade. Het is niet uw schuld,
dat de omstandigheden anders geloopen zijn, dan .verwacht
werd."
„Ik dank u voor 'die woorden, mijnheer Bailly. De Heilige
Maagd geve, dat mijn broeder tot inkeer komt. Dit is toch wel
een vreeselijk afscheid."
Terwijl een snik in haar keel opdrong, verliet zij het vertrek,
Bailly in verslagenheid achterlatend.
De geheimschrijver hield woord: vier morgens achtereen
pleitte hij bij zijn gebieder om toelating zijner zuster, die er
naar snakte, aan het ziekbed te komen.
Doch viermaal ontving hij een weigering. En de vierde keer
zeide Riepnenburg, die zienderoog achteruitging hij voelde
zijn einde ook wel naderen dat Bailly het niet meer vragen
moest: zijn zuster had hem tot het verraad, dat hij diep be
treurde, verleid, hij wenschte haar niet meer te zien
Eiken morgen richtten do vragende oogen van barones "de
Moncheau zich op Bailly, doch hij moest steeds hetzelfde
antwoord geven: „Zijne Genade wil u niet ontvangen."
Dan ging zij heen en knielde voor het Mariabeeld in He
huiskapel.
Zij hield aan. En den twee en twintigsten Juli beloofde
Bailly, ten zeerste met haar begaan, dat hij- den volgenden
morgen voor het laatst nog een poging wagen zou.
Maar toen was de gelegenheid er niet.
Al zeer vroeg verscheen de chirurgijn, die met' de non*
verpleegster afsprak, dat de Graaf dien dag de Heilige Sacra
menten der stervenden ontvangen zou. Deze dag kon wel eens
de laatste zijn.
't Was half tien in den morgen het vertrek was in het
half duister gehuld, want Rennenburg wilde de zon niet zien
toen Bailly zich aan de sponde bevond, om naar den toesta ld
te informeeren en tevens hopend, een goed woordje voor de
barones de Moncheau te kunnen doen.
De stervende lag met het gelaat naar den wand gekeerd. Hij
leed gedurende zijn vreemde ziekte geen pijn. Hij lag in een
toestand van volkomen apathie en reageerde nauwelijks op de
vragen, die hem gesteld werden.
Een driftig bediende van den Stadhouder opende, met meer
lawaai -dan geoorloofd, de deur en wenkte Bailly.
„Steenwijk is ontzet. Zoo juist bericht gekomen", fluisterde hij.
Rennenburg ving het woord „Steenwijk" op en wendde zich
plotseling om.
„Is Steenwijk gevallen, Bailly?"
„Er is nog geen bericht, Uw Genade", loog Bailly.
„Zeg mij de waarheid", beval Rennenburg, met inspanning
van alle krachten forsch sprekende en zich in de kussens half
oprichtend.
„Steenwijk is ontzet, Excellentie", antwoordde de bediende,
niet lettend op het vertoornde gelaat van Bailly.
Rennenburg zonk terug in het kussen.
„Ook -dat nog", mompelde hij. En dan, starend naar een hoek
van het vertrek: „'t Is mijn verdiende loon. O, Cornelia
„Wil uw Genade, dat ik de barones roep?" vroeg Bailly, van
de gelegenheid gebruik makend.
„Ik wil de verleidster niet zien", antwooidde Rennenburg
woest.
Verslagen vmdiet Bailly het vertrek, om het smartelijk bericht
over te brengen aan de barones, die tenslotte den pastoor van
de St. Marbenskcrk, welke geestelijke de biecht kwam afnemen,
smeekte, den Graaf te bewegen, haai-.even, heel even toe te
laten.
Bailly had diep medelijden met de eens zoo trotsche barones,
die als een worm kroop in het stof.
Geruimen tijd was de pastoor alleen met den stervende, dia
zich zijn toestand volkomen bewust was.
Dan keerde hij terug, doch moest de barones de teleurstellen
de tijding brengen, dat de Graa* haar niet wenschte te zien,
onmiddellijk er bij voegend: „Misschien in den loop van den
dag, Mevrouw."
De geestelijke verwachtte het niet, doch de harde waarheid
kon hij niet zeggen.
Het was doodstil in het vertrek, waar de non het berf van
den Stadhouder in orde bracht en reinigde. Vlakbij zette zij
een tafeltje, bedekt met een helder witten doek. Zij plaatste
er een kruisbeeld op, geflankeerd door twee gewijde kaarsen,
een bakje met wijwater en een palmtakje en een beker met
een weinig drinkwater. Vervolgens legde zij, steeds prevelend
haar gebeden, over de borst van Rennenburg eren helderen doek
bij wijze van communiekleed. Tenslotte zorgde zij, daar ook het
H. Oliesel zou worden toegediend, voor een schoteltje mot
zeven watjes in de nabijheid van het bed.
Zij ging naar de deur en wenkte. Bailly en eenige vertrouwde
bedienden traden binnen, om de plechtigheid bij te wonen.
Rennenburg staarde naar de deur, wachtend op de komst
van den pastoor. Toen echter de deur openging, kwam niet de
pastoor van de SL Martenskerk, doch de barones de Moncheau.
De Stadhouder stiet een kreet uit en wees haar af
Weenenid vertrok zij
Bij de deur aan de straat klonk een schelletje: de pastoor
verscheen met Ons Heer. Met een brandende kaars in de hand
liep Bailly hem tegemoet en geleidde hem naar do zieken
kamer.
„Pax huic domui", zeide de geestelijke, binnentredend:
„Vrede zij aan dit huis", „Et omnibus hqbitantibus in ea:
„En aan allen, die het bewonen."
(Wordt vervolgd).