Leerdam
Woningbureau VISSER Go.
ZATERDAG 27 JUNI 1936
DERDE BLAD PAG. 9
INDUSTRIE-FINANCIERING
Memorie van Antwoord
Eerste Kamer
Taak der Regeering
slechts aanvullend
In de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer inzake het ontwerp van
wet tot oprichting van een N.V. Maat
schappij voor Industrie-financiering,
merkt de regeering op, dat zij zich
geenszins op het standpunt stelt, dat
industrie-financiering het eenige, of
zelfs maar het voornaamste middel kan
zijn om een vermeerdering van werk
gelegenheid te verkrijgen, integendeel.
Ook zij is van oordeel, dat een wijziging
der omstandigheden, waaronder de be-
staande bedrijven moeten werken, de
directe vermeerdering van de werkgele
genheid in een veel sterkere mate zou
kunnen bevorderen.
Deze omstandigheden zijn echter vooreen
belangrijk deel afhankelijk van internatio
nale factoren, waarop de regeering slechts
een geringen invloed kan uitoefenen.
Gegeven üeze moeilijkheden van inter
nationalen aard, is het voor het behoud
van de bestaansmogelijkheden onzer bevol
king noodzakelijk, dat de regeering in het
bijzonder aandacht schenkt aan die maat
regelen welke in eigen land zijn te ver
wezenlijken. Dat daarbij de vraag, welke
mogelijkheden ons land biedt voor de ves
tiging van rendabele industrieele bedrijven,
een eerste plaats inneemt, zal niemand, die
de technisch-cconomische ontwikkeling van
het bedrijfsleven in het achter ons liggende
tijdperk bestudeert, verwonderen. Erkent
men, dat de overheid daarbij een taak
heeft, dan is een noodzakelijk sluitstuk op
deze bemoeiing, dat de overheid ook daar,
waar de financiering der industrialisatie
door het particulier initiatief tot stand kan
komen, de behulpzame hand biedt.
De rol, die de overheid daarbij speelt, is
Biet primair, doch uitsluitend aanvullend.
De regeering deelt niet het door een aan
tal leden ingenomen standpunt, dat een
zoodanige overheidsbemoeiing met betrek
king tot do industrie-financiering in vol
doende mate verwezenlijkt zou kunnen
worden, wanneer telkens voor elk geval af
zonderlijk wettelijke machtiging aan de
Staten-Generaal zou moeten worden ge
vraagd. Voor zeer belangrijke principieete
gevallen zou daarvoor wellicht aanleiding
kunnen zijn.
De hulp aan de bestaande industrieën
mag er uiteraard niet toe leiden, dat
zwakke ondernemingen, die den gewo
nen strijd om het bestaan door interne
oorzaken niet kunnen volhouden, kunst
matig in het leven worden gehouden.
De natuurlijke sanecring, die in den
economischen strijd om het bestaan
steeds zal plaats vinden, mag door deze
credietverleening van overheidswege
niet opzij worden geschoven, nog min-
der mag de overheid de minder goede
krachten door het verstrekken van ka
pitaal in de gelegenheid stellen de be
tere elementen te verdringen.
Dat dit wetsontwerp in het algemeen ge
zien in strijd zou komen met het door de
regeering gevolgde handelspolitieke stelsel
wenscht zij met beslistheid tegen te spre-
ktEen verhooging van de bedrijvigheid in
ons eigen land, dat zoozeer op het inter
nationale ruilverkeer is aangewezen, zal
steeds hand in hand gaan met een verbete
ring van den buitenlandschen handel, zoo
dat er in dat opzicht zich wel wijzigingen
zullen voordoen, doch naar de vaste over
tuiging van de regeering op den duur onze
economische betrekkingen met het buiten
land daardoor niet zullen worden geschaad.
De werkwijze der nieuwe vennootschap
zal zoodanig zijn, dat de verschillende za
ken zoo vlot mogelijk kunnen worden al-
gedaan.
Teneinde echter misverstand te voor
komen, stelt de regecring er prijs op te ver
klaren, dat dit niet beteekent dat alle cre-
dieten na de aanvrage worden verleend.
De door de nieuwe vennootschap te ver
strekken credieten hebben een ander ka
rakter dan de gewone bankcredieten, zoo
dat uit het feit, dat de rente er van wel
licht iets minder is dan die van de gewone
banken, nimmer een concurrentie met de
particuliere banken kan worden afgeleid.
Ons vuur
is niet gedoofd!
Honderden Nederlandsche glasblazer»,
wier bedrevenheid beroemd ts tot ver
over Holland grenzen, blijven te Leerdam
aan het werk en zullen voortgaan dingen
van «choonheid te maken voor het Neder
landsche hul». Hebt U hart voor mooi
glaswerk, laat het dan Leerdam-glas zijn I
Mes U iets schoons uit de speciale etalages
van Kunstnljverheldsgla» in de Leerdam*
Week van 26 Juni tot 3 Juli. Indien elke
Nederlandsche huisvrouw In deze Week
slechts één kunstvoorwerp van Leerdam-
glas koopt, beteekent dit werk voor vele
glasmakers meert
GLASFABRIEK
De reisbelasting
In parlementaire kringen hoort men
thans vrij veelvuldig gewag maken van de
grootc kans op een voorstel uit de Kamer,
om het ontwerp-reisbelasting de volgende
week van de agenda af te voeren, zoo ver
neemt het „Hbld".
Invoer van garnalen in Frankrijk
De minister kan geen stappen doen
De Minister' van Landbouw en Visscherjj
heeft op de vragen van het Tweede Kamer
lid Drop betreffende het invoeren van gar
nalen in Frankrijk door Texelsche garnalen-
visschers het volgende geantwoord:
Sedert het, tweede kwartaal van 1935
dert de Frapsche regeering bij invoer van
garnalen, naast een uitvoervergunning van
de Nederlandsche autoriteiten, een licence
d'importation, welke zij uitreikt aan de Fran-
sche importeurs, die deze licence op hun
beurt moeten verstrekken aan hun Neder
landsche leveranciers. Beide documenten
moeten op de Fransche inklaringsplaats ge
toond worden, alvorens de garnalen tot in
voer worden toegelaten. Het betreft hier
derhalve een maatregel, welke door de Fran-
sche, niet door de Nederlandsche regeering
is genomen.
De vraag, of het den minister bekend is,
dat de invoervergunningen door de visschers
op Texel niet kunnen worden verkregen in
hoofdzaak, omdat met name de importeurs
Frankrijk de afgifte afhankelijk kunnen
stellen van gelijktijdigen invoer van visch-
soorten als tong, haring, enz., welke leverin
gen door de Texelsche visschers niet kunnen
worden verzorgd, moet ontkennend worden
beantwoord. De minister acht het echter
zeer goed mogelijk, dat de Fransche impor
teurs aan de Nederlandsche exporteurs voor
waarden stellen, als in de vraag genoemd,
wanneer zij dit in verband met hun belan
gen gewenscht achten.
Tot zijn leedwezen is het den minister niet
mogelijk, in dezen stappen te doen.
Officieele Berichten
ONDERSCHEIDINGEN
Benoemd Is tot ridder in de Orde van Oran-
je-Nnssau. P. A. J. van Heyst, te Altforet (ge
meente Appeltern).
Na het zwemmen
koestert-gij U gaarne even in de zon. Waak
echter tegen huidverbranding. Eerst de huid
afdrogen en dan goed inwrijven met
AMILDA-zonnebruincrême. Deze beschermt
en bruint Uw huid tevens prachtig.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
(Adv.)
Ontslag arbeiders
in werkverschaffing
„Omdat er weer werkgelegenheid is"
Het tweede Kamerlid Drop heeft aan den
Minister van Sociale Zaken de volgende vra
gen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat B. en
W. van Harder wijk aan een aantal ar
beiders, geplaatst in de Rijkswerkverschaf
fing, op 29 Mei 1936 met ingang van 2 Juni
1936 ontslag hebben gegeven in verband
met het feit, dat deze arbeiders vanaf ge
noemden datum worden geacht weder zelf
standig in hun onderhoud te kunnen voor
zien, aangezien thans zoowel in Holland als
elders weder werkgelegenheid is ontstaan?
2. Wil de minister mededeelen op welke
feitelijke gegevens de in vraag 1 vermelde
motiveering van B. en W. van Harderwijk
steunt, hoeveel arbeiders om de vermelde
reden zijn ontslagen en of hij dit ontslag op
zichzelf juist en billijk oordeelt?
Is de minister van oordeel, dat B. en
-an Harderwijk redenen kunnen hebben
aan de voormelde ontslagmotiveering toe
te voegen, dat geen klachten over dit ontslag
worden aangenomen, wanneer niet overtui
gend kan worden bewezen, dat ernstige po
gingen tot het herwinnen van zelfstandig
heid door de ontslagen arbeiders zijn aan
gewend en acht de minister in Harderwijk
of omstreken of elders thans de mogelijkheid
aanwezig om arbeid in loondienst of een
bestaan op andere wijze te vinden?
4. Kan de minister de verzekering geven,
uait de ontslagen arbeiders bij gebrek aan
werk in een behoorlijke steunregeling wor
den opgenomen?
5. Is het waar, dat in de werkverschaffing
in de gemeente Harderwijk een rouleerings-
systeem willekeurig wordt toegepast en o.a.
arbeiders buiten deze rouleering worden ge
laten, terwijl bovendien gelegenheid wordt
gegeven, het werkverschaffingsloon aan te
vullen door tot 50, 55 en 60 uur per week
arbeid te verrichten?
6. Wil de minister een overzicht geven
van het werk of de werken, die te Harder
wijk in werkverschaffing worden uitgevoerd,
de aantallen arbeiders, die daaraan tot heden
werkten, de gemiddelde loonen en werktijden
en den vermoedelijk verderen duur van het
werk bij het aantal thans nog tewerk ge
stelde arbeiders?
Geologische Stichting
Bij beschikking van den Minister van Wa
terstaat is te rekenen van Januari 1936, op
gericht de geologische stichting, gevestigd te
's-Gravenhage, waarin zijn vereenigd de tot
dusver afzonderlijk bestaande rijks geologi
sche dienst en het geologisch bureau voor
het Nederlandsche mijngebied.
De stichting heeft o.a. ten doel het vol
tooien van de geologische kaart des Rijris.
op de schaal 1 50.000. zooals deze door den
voormaligen rijks geologischen dienst werd
bewerkt en het verzamelen en bewaren van
alle gegevens, welke voor deze kaart van
belang zijn.
Het bestuur is als volgt samengesteld:
Ir. R. de Kat, oud-directeur van het depar
tement der gouvernernentsbedrijven in Ne-,
derlandsch-Indië, te Wassenaar, voorzitter;
Jhr. Ir. C. E. W. van Panhuys, hoofdinge
nieur van den rijkswaterstaat te 's-Graven
hage, ondervoorzitter; W. F. J. M. Krul, di
recteur van het rijkebureau voor drinkwater
voorziening te 's-Gravenhage^, secretaris-pen
ningmeester; Prof. Dr Ir. H. A. Brouwer,
hoogleeraar aan de gemeentelijke universi
teit te Amsterdam; Ir. J. B. van der Drift,
hoofdingenieur bij de staatsmijnen te Heer
len; Ir J. F. Fock, directeur der Domaniale
mijn te Kerkrade; Dr Ir. Chr. Th. Groothoff,
hoofdbedrijfsingenieur bij de staatsmijnen fc
Valkenburg; Ir L. Kremer, directeur ucr
Oranje-Nassaumijn en te Heerlen; Prof. Dr
L. M. R. Rutten, hoogleeraar aan de Rijks
universiteit te Utrecht
Het secretariaat is gevestigd te 'e-Graven-
hage. Mauritskade 7.
Voor adviezen en dergelijke kan men zich
tot de bovengenoemde directeuren der af-
deelingen wenden.
de Rijkscommissie
advies inzake het bibliotheekwezen, dr J.
g, bibliothecaris van de Gem. Universiteit
DUIZENDEN
VROUWEN
die anders opzien tegen de
4 critieke dagen, vreezen ze
niet meer, dank zij -»
een plantaardig middel,
uitwendig aan te wenden,
HELPT ONMIDDELLIJK I
Origineele flac. 75 c. Proefflac. 15 c.
Bij Apotheken en Drogisterijen e-
Import: H. TEN HERKEL, Hilversum,
die U op verzoek gratis en franco
brochure over COS toezendt
Laat Uw reis niet bederven}
neemt COS mee
(Adv.
De rolzittingen der rechtbanken
Wetsontwerp ingediend
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp, dat de strekking heeft de waar
neming der rolzittingen bij de arrondisse-
ments-rechtbanken aan de enkelvoudige ka
mer op te dragen.
In het algemeen zal de rolhebber hebben
de rolbehandeling: de beslissing der zaken en
j't aanhooren der pleidooien blijven bij de
meervoudige kamer.
Toch bestaat er gereede aanleiding
dezen laatsten algemeenen regel
uitzonderingen te maken. Dat een rolrechter
een dagvaarding nietig moet kunr.en ver
klaren, dat hij verstek moet kunnen verlee-
nen, zal weinig tegenspraak ontmoeten. Toch
kunnen zich ook daarbij gevallen voordoen
waarin de rolrechter blijkt dat het de voor
keur verdient de zaak aan het ooi-deel van
de meervoudige kamer te onderwerpen.
(Bijv als verstek gevraagd wordt tegen een
buitenlandschen staat). Overwogen is nog,
of geen speciale regeling noodig is voor het
geval, dat een eisch is ingesteld op korten
termijn.
De verwijzing door den rolrechter naar de
meervoudige kamer geeft zeker oponthoud.
De minister meent echter, dat door tijdig
overleg dit oponthoud in de practijk tot zoo
geringe afmetingen kan worden terugge
bracht, dat een speciale wettelijke regeling
niet r.oodig is.
Het instituut van den rolrechter moet zoo
consequent mogelijk worden doorgevoerd.
Moet in een zaak, na een enquête, deskundi-
genbericht, of in een ander stadium, weder
worden geconcludeerd, dan geschiedt verwij
zing naar den rolrechter. (Deze verwijst de
zaak wederom naar de meervoudige kamer,
wanneer dezelve opnieuw rijp is voor plei
dooi of recht op dé stukken). Op dezen re
gel is evenwel een uitzondering gemaakt. Is
krachtens artikel 288b (nieuw) een zaak
naar de enkelvoudige kamer verwezen, dan
houdt deze de zaak verder aan zich voor de
rolbehandeling, ook al is zij niet dezelfde en
kelvoudige kamer als die, welke de rolzittin-
•n houdt.
Slechts de meervoudige kamer zal de zaak
ter beslissing naar de enkelvoudige kunnen
verwijzen.
De uitlatingen van den ambtenaar
van het O.M. te Hoorn
Schriftelijke vragen
Het Tweede Kamerlid van der Heide heeft
aan den Minister van Justitie de volgende
schriftelijke vragen gesteld:
le. Heeft de minister bij zijn onderzoek
.aar de uitlatingen van den ambtenaar
an het O. M. bij het kantongerecht te
Hoorn ook onderzocht, of deze ambtenaar
lid van de N.S.B. is? Zoo ja, tot welk re
sultaat heeft dit onderzoek geleid? Zoo
neen, wil de minister alsnog hier een on
derzoek naar instellen?
_j. Is de minister niet van meening, dat
de ambteharen van het O. M. vallen onder
de beschikking d.d. 5 April 1934 van den
voorzitter van den raad van ministers,
waarbij het lidmaatschap van de N.S.B.
voor alle ambtenaren in 's Rijks dienst
verboden is?
7 tot 12 RENTE van Uw
Geld en GR00TERE ZEKERHEID
Huizenbezit geeft minstens 50 tot
100 meer rente dan elke andere
goede belegging.
JUIST NU hebben wij zeer voor-
deelige aanbiedingen in goéde
objecten.
Makelaarskantoor Algemeen Beheer
Den Haag, Laan v. Meerdervoort 259,
Telefoon 333278
Dienststukken gemeentebesturen
Bezuiniging gewenscht
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft aan de gemeentebesturen een circulaire
gezonden, waarin er op gewezen wordt dat
de kosten wegens verzending van gemeente
dienststukken telken jare sitijgen, waardoor
herhaaldelijk verhooging van de betreffende
post op de begrooting moet worden aange
vraagd.
Met het oog op de dringende noodzakelijk
heid van beperking der rijksuitgaven ver
zoekt de minister een zoo sober mogelijk ge-
brüik van de bevoegdheid tot verzending van
dienststukken.
De Princevlag
Nieuwe afdeeling te Dordrecht
Donderdag jl. is ie Dordrecht, een af
deeling van de vereeniging „De Princevlag"
opgericht. Er heerschte een groot enthou
siasme: reeds voor de vergadering hadden
zich. ruim 100 leden aangemeld. In het be
stuur namen verschillende vooraanstaande
personen uit Dordrecht van verschillende
overtuiging zitting. De burgemeester van
Dordt, de heer P. L. de Gaay Fortman heeft
zich bereid verklaard het beschermheer
schap te aanvaarden. Onlangs zijn ook af-
deelingen opgericht in Eindhoven en As
sen die zich beide krachtig ontwikkelen,
terwijl binnenkort afdeelingen komen in
Delft. Hilversum en Breda.
In verschillende pia&tsen wordt aai
stichten van een afdeeling gearbeid.
VISSCHERIJ-INSPECTIE
Aangewezen zün: le. de inspecteur der vis-
scherücn J. van Hengel, als districtshoofd in
dc Wadden;
de Zuiderzee met de
is), het
niet afgesl. ged.
3de district (het af
gesl. ged. van de Zuiderzee met de daai
gelegen open havens) t
Zeeuwsche Stroomen m
WENDT U bij bet
ZOEKEN NAAR EEN WONING
TOT ONZE KANTOREN
te Den Haag: Stationsweg 21, TeL 112110
te Rotterdam:
Mathenesserweg 27a, TeleL 30388
te Delft: Oude Delft 245, Telefoon 618
te Leiden: Stationsweg 18, Telefoon 2275
IN HET V/ETI D bil
BEKOORLIJKE V 1-1-1 Arnhem
via
Arnh.straat 3 - VELP - Telef. 3653
WONINGEN IN EL KEN PRIJS
Betrouwbare Adviezen Grootste service
N AARDEN BUSSUM
ZOEKT
EEN WONING?
EEN VILLA?
EEN WINKELPAND?
BELEGGINGSOBJECTEN?
WENDT U tot
Makelaarskantoor ,,'T GOOI"
B.VAN LEEUWEN, Gen. de Ia Reylaan 21
BUSSUM Telefoon 5463
WONINGGIDS GRATIS OP AANVRAGE
ROFFELRIJMEN
NIET ALGEMEEN
't Gaat bij het groote Avrofeest
Precies zooals altijd
Wanneer men heftig zich beroemt
Op zijn neutraliteit:
Voor iedereen heeft men een plaats
Een hartlijk weUekom
Alleen niet voor het positief
Belijdend Christendom
Wat zeg je? zegt de Avrovriend,
Ons gansche Avrofeest
Zal schallen van de ruimheid van
De frissche Avrogeest!
Daar is geen plaats voor splijtzwam-
Daar heerscht de Avrosfeer[zucht,
Want daarom is ze Algemeen
Niets minder en niets meer.
Ik weet het, en ik heb respect
Voor wat de Avro doet,
En voor de nieuwe studio
Licht ik beleefd mijn -hoed.
Maar dat dat prachtige gebouw
Op Zondag wordt „gewijd",
Is mij het zooveelste bewijs
Van haar vrijzinnigheid.
Geen splijtzwamzucht van onze kant
Slaat hier de klovemaar:
Hier gaan Recht- en Vrijzinnigheid
Eenvoudig uit elkaar.
Al moge dan het Avrofeest
Een gróótsche feestdag zijn,
Een Alg eme ene feestdag is
Die Zondag slechts in schijn.
(Nadruk verboden) LEO LENS
ZONDAG 28 JUNI
BLOEMENDAAL 245.9. Uitzending van Kerk
diensten uit de Geref. Kerk. Voorganger
Ds. Joh. C. Brussaard.
10.00 v.m. Tekst: Efeze 6 14b: „Het borst
wapen der gerechtigheid".
5.00 n.m. Zondag 41 Heidelb. Catechis
mus: „Het zevende gebod".
(Adv.)
ópen havens en zeegaten), met standplaat.'
2e. de inspecteur der vlsscherijen A. C. G. v
Baren als districtshoofd in het 4de district (de
Zuid-Holl. stróomen met de daaraan gelegen
open havens en zeegaten), het 6de district (de
rivieren) en het 7e district (de overige bin
nenwateren met de open havens van Schevenin
gen cn IJmulden). met standplaats Den Haag.
ZOETWATERVISSCHERIJ
Benoemd is tot lid in de commissie voor de
zoetwatervisscherij en den zoetwa'tervischhan-
del der stichting Nederl. Visscherjjcentrale, K.
5r te Oud-Beyerland.
UIT HET SOCIALE LEVEN
SYMPATHIE MET WILDE STAKING.
Het is wel erg, dat een man van erva
ring als de heer Vliegen het volgende
schrijft over de wilde staking te IJmuiden:
De sociale onrust op groote schaal, die
zich in Frankrijk voordeed, was juist
het gevolg van de politiek die hier door
de „N.RlCU" zoo hardnekkig wordt
voorgestaan. En als daar een regeerroc
was geweest naar het hart van dat blad.
dan was die sociale onrust misschien
wel vertienvoudigd en stond het land
nu nog in vuur en vlam.
Het is niet de eerste maal, dat lie
den die anderen voor revolutionnair
schelden, de felste provocateurs zijn
de revolutie.
Wanneer men ziet, hoe hier te lande
een minister, die zich nog wel „tempe
raar van de klassenstrijd" noemt, op de
IJmuider staking antwoordt door alle
visschers met steunonthouding tot on
derkruiperij te willen dwingen, vraagt
men zich af, of zulke regeerders nie"-
van alle goede geesten verlaten zijn.
i Zondag, vindt
MAANDAG 29 JUNI
HILVERSUM I 1875 M. NCRV-uitzending.
8.00 Schriftlezing. 10.30 Morgendienst
door Ds. W. J. v. Lokhorst, Ned. Herv.
predikant te Hilversum. 11.00 Chr. lec
tuur. 12.30 Amsterd. Salonorkest. 2.00 Gr.
pl. 2.45 Keukenpraatje. 4.00 Bijbellezing
door Ds. M. Vreugdenhil, Geref. pred. te
Meliskerke. 5.00 Trio-concert. 5.40 De
niet-Joodsche vluchtelingen uit Duitsch-
land. Lezing door Dr. Mr. A. L. Wurfbain
uit Londen. 5.55 Vervolg trioconcert. 6.30
Vragenuur. 7.00 Berichten. 7.15 Vragen
uur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP.
8.15 Christ, a capella koor en Staf muziek,
v. h. 1ste R. I. te Assen. 9.00 De werken
de God en wij, door A. Kooistra, zende-
ling-leeraar te Kedïri. 9.30 Vervolg con
cert. (Om 10.00 berichten ANP). 10.30
11.30 Gram.pl.
HILVERSUM II 301 M. Alg. programma,
verzorgd door de AVRO. 10.00 Morgen
wijding, gram.pl. 10.30 Ensemble Jetty
Cantor. 117.00 Orgel- en viool-recital. 2.00
Piano-recital. 2.30 Voordracht. 3.00 Ka
mermuziek. 3.30 Omroeporkest. 4.30 Mu
zikale causerie (met gr.pl.). 5.30 Het
Lyra-Trio. 6.15 Groninger orkestvereen.
en solist. 8.00 Berichten ANP. Mededee-
lingen. 8.15 Operaconcert (gr.pl.) 10.10
Omroeporkest. 11.00 Berichten ANP.
DROITWICH 1500 M. 11.20 Het Pierre Fol
kwintet. 12.35 Sted. orkest Whitby. 2.35
A. Salisbury en zijn orkest. 4.20 Vocaal
concert. 4.55 Het Hungaria-Zigeuneror-
kest. 5.35 Kwintet-concert. 6.50 Het Victor
Olof Sextet. 7.20 Komische dialoog. 9.50
Berichten. 10.20 Buitenlandsch overzicht.
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert.
4.20 Orkestconcert. 5.50 Omroeporkest.
8.20 Zang. 9.05 Kwartetconcert, zang en
voordracht.
KEULEN 456 M. 12.20 Orkestconcert. 1.35
Neder saks. Symphonie-orkest. 2.35 Orgel
concert. 5.25 Concert. 6.20 Omroepklein-
orkest. 8.30 Concert. 10.40 Literair-muzi-
kaal programma. 11.2012.20 Orkestcon-
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Klein-
orkest. 1.502.20 Gram.pl. 6.50 en 7.20
Gram.pl. 8.20 Omroeporkest.
484 M.: 12.20 Orgelconcert. 5.20 Gram.pl.
6.35 Klein-orkest. 7.35 Gram.pl. 8.20 Sym-,
phonieconcert.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 10.20 Be
richten. 10.50 Piano-recital. 11.05 Weer-
bericht.
Feuilleton
DAGERAAD
e»
door H. KINGMANS
„Het komt in orde, burgemeester."
„Prachtig. Mijn groeten aan Hilligje. Zij was wel blij zeker,
Üat je weer terug waart?"
„Ja, burgemeester, maar
„Maar?"
„De toekomst! Wat zal er gebeuren?"
„We zijn in de hand onzes Gods, Ketel. Op Hem alleen ons
betrouwen stellen. Gelukkig voor Hilligje, dat je moeder steeds
bij haar is."
„Dat is het zeker, burgemeester."
Diezelfden avond waren vele mannen en jongelingen in het
groote huis in de Heerestraat voor de zooveelste maal vereenig-l.
Fresinga mankeerde niet Evenmin zweeg hij. Hij gaf nuttige
wenken en nam op zich, een gedeelte der menschen als aan
voerder te zullen leiden.
Men was er nu allen wel van doordrongen, dat het meenem
worden kon.
Er werd afgesproken, dat voortaan eiken avond een 40 of 50
man gewapend in der burgemeesters huis zouden komen, om
er den nacht door te brengen. Het was wel buiten twijfel, of de
aanslag zou in de stilte van den nacht geschieden. Op het
eerste gerucht kon me-n dan naar huiten snellen. Om vier uur
des morgens zou men naar huis terugkeeren, daar voor dien
afgeloopen nacht het gevaar wel geweken zou zijn. Er werd een
lijst aangelegd, wie er op bepaalde avonden komen zouden.
Op voorstel van Fresinga, sterk ondersteund door Roelf Ketel,
werd besloten, dat reeds in dien komenden nacht zou worden
gewaakt. Fresinga zelf was bereid, te blijven. En met hem
veertig anderen.
„Weer een prachtig nieuwtje voor Abelsz", mompelde hij den
volgenden morgen. „Voor mijn part gebeurt het pas over een
paar maanden of heelemaal niet. Rennenburg betaalt goed."
HOOFDSTUK "JII
Aan den avond van 1 Maart.
Hoofsch man en charmant gastheer, als Rennenburg was,
bewoog hij zich met het grootste gemak tusschen zijn vele
gasten, die enkele vertrekken van zijn groote woning vulden.
Er was rijkelijk gegeten. De wijn had gevloeid. En met
Zuidelijke radheid van tong had de Stadhouder gespeecht op de
goede verstandhouding, die er nu bestond tusschen de Stad en
hem en hij had de hoop uitgesproken, dat dit zoo blijven
mocht; de belofte gegeven, dat het aan hem niet liggen zou.
En de eerste burgemeester want de voornaamsten der
stad, onder wie ook burgemeester Hillebrands, waren ter maal
tijd genoodigd had de toespraak beantwoord.
Er heerschte aan de tafel, die alle eer werd aangedaan,
een gezellige, vroolijke stemming, die ook voortduurde na den
maaltijd.
De Stadhouder maakte geen onderscheid: er waren zoowel
Roomsche als Gereformeerde gasten en hij onderhield zich
minzaam, ja vriendschappelijk, met elk van hen, daardoor het
meerendeel zand in de oogen strooiend. Het was hem zeer wel
bekend, dat hij door beide groepen werd gewantrouwd, waartoe
zijn gedrag ook wel aanleiding gaf. Opzettelijk had hij het
feestmaal aangericht, om in een gunstiger daglicht te komen.
Hij verkeerde in de meening, dat dit ook het geval was. Alleen
scheen burgemeester Hillebrands niet van gedachten veranderd
te zijn. Want de oude man, dien Rennenburg als persoon hoog
achtte, deelde niet in de algemeene vroolijkheid en kon zoo nu
en dan, zonder onbeleefd te zijn, den Graaf met een vreemden
blik aanstaren.
Juist, toen Lalaing zich voornam een gemoedelijk praatje
met den magistraat te houden, trok Hillebrands hem in een
zijvertrek, dat slechts door enkele kaarsen was verlicht.
„Ik zou met Uw Excellentie wel een enkel woord willen
wisselen, als het mij toegestaan wordt", begon do oud
burgemeester.
„Tegenover heer Hillebrands, mijn vaderlijken vriend, kan ik
niets weigeren", glimlachte Rennenburg, op een gebeeldhouw
de bank plaats nemend en met een handbeweging den ander
uitnoodigend, ziGh nevens hem te zetten. „Waarmede kan ik
u van dienst zijn, mijnheer de burgemeester?"
„Excellentie" de oude man sprak gejaagd „er loopen
zooveel geruchten in de stad, die mij met zorg vervullen. Ik
hoop toch niet, dat u wat ergs voor hebt."
Het licht der kaarsen viel juist op het knappe gelaat van
den Graaf Van Rennenburg, dat evenwel onbewogen bleef ea
dezelfde opgewektheid, als even geleden, bleef vertoonen.
Dan lachte hij een gullen lach. Om vervolgens de hand van
den burgemeester te vatten en die te drukken, als wilde hij
zijn woorden daarmede bevestigen voor waar 3n zeker.
„Die geruchten zijn mij ook bekend, burgemeester. Ik smeek
u, als man van invloed, ze met kracht te weerspreken." En
dan in eenen pathetisch: „O, mijn vader, dién ik daarvoor
houde, zoudt gij zulks op mij vermoeden? Ontsla u toch van
die booze gedachten!''
„Ik ben zeer verheugd over dit antwoord, Uw Genade", zeïde
burgemeester Hillebrands, den Stadhouder der Unie nog steeds
in het gelaat ziende, zonder evenwel de minste verandering
te kunnen bespeuren. „Inderdaad heb ik gehuiverd bij de
gedachte, dat er onheil over onze goede stad komen zou."
„Levendig kan ik mij dat voorstelien, mijnheer de burgemees
ter. Zooals ik u zeide, de geruchten zijn ook mij bekend. Hoe
ze in de wereld komen, wie zal het zeggen? De tijden zijn
troebel. En men maakt verschillende veronderstellingen. Doch
ik verzeker u, bij den eed, dien ik voor de Staten aflegde, da£
men mij onwaarschijnlijke dingen toedicht. T*n hoogste heb ik
mij er over verbaasd, dat luitenant Ufkens, die toch beter weten
kon, aan de praatjes geloof heeft geslagen."
„Ik kan Uwe Excellentie niet verhelen, dat Ufkens mij heeft
gewaarschuwd."
„Zonder die mededceling h»d ik dat toch wel begrepen. De
houding van Ufkes is voor mij beleedigend, maar wanneer hij
later, vol schaamte, terugkeert, zal ik hem in zijn oude functie
herstellen. En voor het-overige", George van Lalaing stond op
en lachte vroolijk, „ontsla u van deze booze gedachten, heer
burgemeester en keeren wij terug naar het opgewekte gezel
schap, dat ik, als gastheer, niet langer aan zichzelf mag ovet
laten."
Zwijgend liep, stram, de oude burgemeester Hillebrands naast
de schoone, slanke gestalte van den Zuid-Neaerlandschen edel*
man, die vol zwier zich weer mengde tusschen het vroolijkQ
gezelschap.
Zoo nu en dan wierp hij echter een steelsgewijzen blik 0{l
den burgemeester, denkend: hij gelooft mij niet.
Den volgenden avond sprak burgemeester Hillebrands da
veertig vrienden toe, die dien nacht weer wakende zouden door
brengen. Roelf en Munco Ketel, benevens Fresinga waren
onder hen.
Den vorigen nacht was deze laatste er ook geweest, wat bo-
vreemding had opgewekt, daar het niet de gewoonte was, dat
dezelfde personen twee nachten achtereen de wacht hielden.
Doch hij had een zeer aannemelijke verklaring gegeven: er was
een wijziging gekomen in de wachturen van zijn vendel, zooddt
hij den volgenden nacht niet aanwezig kon zijn.
„Vrienden, ik gevoel mij gedrongen, een mededeeling te doen,
die misschien van belang is en misschien ook niet."
(Wordt vervolgd).