Leerdam Woningbureau VISSER Go. ZATERDAG 27 JUNI 1936 DERDE BLAD PAG. 9 INDUSTRIE-FINANCIERING Memorie van Antwoord Eerste Kamer Taak der Regeering slechts aanvullend In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake het ontwerp van wet tot oprichting van een N.V. Maat schappij voor Industrie-financiering, merkt de regeering op, dat zij zich geenszins op het standpunt stelt, dat industrie-financiering het eenige, of zelfs maar het voornaamste middel kan zijn om een vermeerdering van werk gelegenheid te verkrijgen, integendeel. Ook zij is van oordeel, dat een wijziging der omstandigheden, waaronder de be- staande bedrijven moeten werken, de directe vermeerdering van de werkgele genheid in een veel sterkere mate zou kunnen bevorderen. Deze omstandigheden zijn echter vooreen belangrijk deel afhankelijk van internatio nale factoren, waarop de regeering slechts een geringen invloed kan uitoefenen. Gegeven üeze moeilijkheden van inter nationalen aard, is het voor het behoud van de bestaansmogelijkheden onzer bevol king noodzakelijk, dat de regeering in het bijzonder aandacht schenkt aan die maat regelen welke in eigen land zijn te ver wezenlijken. Dat daarbij de vraag, welke mogelijkheden ons land biedt voor de ves tiging van rendabele industrieele bedrijven, een eerste plaats inneemt, zal niemand, die de technisch-cconomische ontwikkeling van het bedrijfsleven in het achter ons liggende tijdperk bestudeert, verwonderen. Erkent men, dat de overheid daarbij een taak heeft, dan is een noodzakelijk sluitstuk op deze bemoeiing, dat de overheid ook daar, waar de financiering der industrialisatie door het particulier initiatief tot stand kan komen, de behulpzame hand biedt. De rol, die de overheid daarbij speelt, is Biet primair, doch uitsluitend aanvullend. De regeering deelt niet het door een aan tal leden ingenomen standpunt, dat een zoodanige overheidsbemoeiing met betrek king tot do industrie-financiering in vol doende mate verwezenlijkt zou kunnen worden, wanneer telkens voor elk geval af zonderlijk wettelijke machtiging aan de Staten-Generaal zou moeten worden ge vraagd. Voor zeer belangrijke principieete gevallen zou daarvoor wellicht aanleiding kunnen zijn. De hulp aan de bestaande industrieën mag er uiteraard niet toe leiden, dat zwakke ondernemingen, die den gewo nen strijd om het bestaan door interne oorzaken niet kunnen volhouden, kunst matig in het leven worden gehouden. De natuurlijke sanecring, die in den economischen strijd om het bestaan steeds zal plaats vinden, mag door deze credietverleening van overheidswege niet opzij worden geschoven, nog min- der mag de overheid de minder goede krachten door het verstrekken van ka pitaal in de gelegenheid stellen de be tere elementen te verdringen. Dat dit wetsontwerp in het algemeen ge zien in strijd zou komen met het door de regeering gevolgde handelspolitieke stelsel wenscht zij met beslistheid tegen te spre- ktEen verhooging van de bedrijvigheid in ons eigen land, dat zoozeer op het inter nationale ruilverkeer is aangewezen, zal steeds hand in hand gaan met een verbete ring van den buitenlandschen handel, zoo dat er in dat opzicht zich wel wijzigingen zullen voordoen, doch naar de vaste over tuiging van de regeering op den duur onze economische betrekkingen met het buiten land daardoor niet zullen worden geschaad. De werkwijze der nieuwe vennootschap zal zoodanig zijn, dat de verschillende za ken zoo vlot mogelijk kunnen worden al- gedaan. Teneinde echter misverstand te voor komen, stelt de regecring er prijs op te ver klaren, dat dit niet beteekent dat alle cre- dieten na de aanvrage worden verleend. De door de nieuwe vennootschap te ver strekken credieten hebben een ander ka rakter dan de gewone bankcredieten, zoo dat uit het feit, dat de rente er van wel licht iets minder is dan die van de gewone banken, nimmer een concurrentie met de particuliere banken kan worden afgeleid. Ons vuur is niet gedoofd! Honderden Nederlandsche glasblazer», wier bedrevenheid beroemd ts tot ver over Holland grenzen, blijven te Leerdam aan het werk en zullen voortgaan dingen van «choonheid te maken voor het Neder landsche hul». Hebt U hart voor mooi glaswerk, laat het dan Leerdam-glas zijn I Mes U iets schoons uit de speciale etalages van Kunstnljverheldsgla» in de Leerdam* Week van 26 Juni tot 3 Juli. Indien elke Nederlandsche huisvrouw In deze Week slechts één kunstvoorwerp van Leerdam- glas koopt, beteekent dit werk voor vele glasmakers meert GLASFABRIEK De reisbelasting In parlementaire kringen hoort men thans vrij veelvuldig gewag maken van de grootc kans op een voorstel uit de Kamer, om het ontwerp-reisbelasting de volgende week van de agenda af te voeren, zoo ver neemt het „Hbld". Invoer van garnalen in Frankrijk De minister kan geen stappen doen De Minister' van Landbouw en Visscherjj heeft op de vragen van het Tweede Kamer lid Drop betreffende het invoeren van gar nalen in Frankrijk door Texelsche garnalen- visschers het volgende geantwoord: Sedert het, tweede kwartaal van 1935 dert de Frapsche regeering bij invoer van garnalen, naast een uitvoervergunning van de Nederlandsche autoriteiten, een licence d'importation, welke zij uitreikt aan de Fran- sche importeurs, die deze licence op hun beurt moeten verstrekken aan hun Neder landsche leveranciers. Beide documenten moeten op de Fransche inklaringsplaats ge toond worden, alvorens de garnalen tot in voer worden toegelaten. Het betreft hier derhalve een maatregel, welke door de Fran- sche, niet door de Nederlandsche regeering is genomen. De vraag, of het den minister bekend is, dat de invoervergunningen door de visschers op Texel niet kunnen worden verkregen in hoofdzaak, omdat met name de importeurs Frankrijk de afgifte afhankelijk kunnen stellen van gelijktijdigen invoer van visch- soorten als tong, haring, enz., welke leverin gen door de Texelsche visschers niet kunnen worden verzorgd, moet ontkennend worden beantwoord. De minister acht het echter zeer goed mogelijk, dat de Fransche impor teurs aan de Nederlandsche exporteurs voor waarden stellen, als in de vraag genoemd, wanneer zij dit in verband met hun belan gen gewenscht achten. Tot zijn leedwezen is het den minister niet mogelijk, in dezen stappen te doen. Officieele Berichten ONDERSCHEIDINGEN Benoemd Is tot ridder in de Orde van Oran- je-Nnssau. P. A. J. van Heyst, te Altforet (ge meente Appeltern). Na het zwemmen koestert-gij U gaarne even in de zon. Waak echter tegen huidverbranding. Eerst de huid afdrogen en dan goed inwrijven met AMILDA-zonnebruincrême. Deze beschermt en bruint Uw huid tevens prachtig. Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct. (Adv.) Ontslag arbeiders in werkverschaffing „Omdat er weer werkgelegenheid is" Het tweede Kamerlid Drop heeft aan den Minister van Sociale Zaken de volgende vra gen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat B. en W. van Harder wijk aan een aantal ar beiders, geplaatst in de Rijkswerkverschaf fing, op 29 Mei 1936 met ingang van 2 Juni 1936 ontslag hebben gegeven in verband met het feit, dat deze arbeiders vanaf ge noemden datum worden geacht weder zelf standig in hun onderhoud te kunnen voor zien, aangezien thans zoowel in Holland als elders weder werkgelegenheid is ontstaan? 2. Wil de minister mededeelen op welke feitelijke gegevens de in vraag 1 vermelde motiveering van B. en W. van Harderwijk steunt, hoeveel arbeiders om de vermelde reden zijn ontslagen en of hij dit ontslag op zichzelf juist en billijk oordeelt? Is de minister van oordeel, dat B. en -an Harderwijk redenen kunnen hebben aan de voormelde ontslagmotiveering toe te voegen, dat geen klachten over dit ontslag worden aangenomen, wanneer niet overtui gend kan worden bewezen, dat ernstige po gingen tot het herwinnen van zelfstandig heid door de ontslagen arbeiders zijn aan gewend en acht de minister in Harderwijk of omstreken of elders thans de mogelijkheid aanwezig om arbeid in loondienst of een bestaan op andere wijze te vinden? 4. Kan de minister de verzekering geven, uait de ontslagen arbeiders bij gebrek aan werk in een behoorlijke steunregeling wor den opgenomen? 5. Is het waar, dat in de werkverschaffing in de gemeente Harderwijk een rouleerings- systeem willekeurig wordt toegepast en o.a. arbeiders buiten deze rouleering worden ge laten, terwijl bovendien gelegenheid wordt gegeven, het werkverschaffingsloon aan te vullen door tot 50, 55 en 60 uur per week arbeid te verrichten? 6. Wil de minister een overzicht geven van het werk of de werken, die te Harder wijk in werkverschaffing worden uitgevoerd, de aantallen arbeiders, die daaraan tot heden werkten, de gemiddelde loonen en werktijden en den vermoedelijk verderen duur van het werk bij het aantal thans nog tewerk ge stelde arbeiders? Geologische Stichting Bij beschikking van den Minister van Wa terstaat is te rekenen van Januari 1936, op gericht de geologische stichting, gevestigd te 's-Gravenhage, waarin zijn vereenigd de tot dusver afzonderlijk bestaande rijks geologi sche dienst en het geologisch bureau voor het Nederlandsche mijngebied. De stichting heeft o.a. ten doel het vol tooien van de geologische kaart des Rijris. op de schaal 1 50.000. zooals deze door den voormaligen rijks geologischen dienst werd bewerkt en het verzamelen en bewaren van alle gegevens, welke voor deze kaart van belang zijn. Het bestuur is als volgt samengesteld: Ir. R. de Kat, oud-directeur van het depar tement der gouvernernentsbedrijven in Ne-, derlandsch-Indië, te Wassenaar, voorzitter; Jhr. Ir. C. E. W. van Panhuys, hoofdinge nieur van den rijkswaterstaat te 's-Graven hage, ondervoorzitter; W. F. J. M. Krul, di recteur van het rijkebureau voor drinkwater voorziening te 's-Gravenhage^, secretaris-pen ningmeester; Prof. Dr Ir. H. A. Brouwer, hoogleeraar aan de gemeentelijke universi teit te Amsterdam; Ir. J. B. van der Drift, hoofdingenieur bij de staatsmijnen te Heer len; Ir J. F. Fock, directeur der Domaniale mijn te Kerkrade; Dr Ir. Chr. Th. Groothoff, hoofdbedrijfsingenieur bij de staatsmijnen fc Valkenburg; Ir L. Kremer, directeur ucr Oranje-Nassaumijn en te Heerlen; Prof. Dr L. M. R. Rutten, hoogleeraar aan de Rijks universiteit te Utrecht Het secretariaat is gevestigd te 'e-Graven- hage. Mauritskade 7. Voor adviezen en dergelijke kan men zich tot de bovengenoemde directeuren der af- deelingen wenden. de Rijkscommissie advies inzake het bibliotheekwezen, dr J. g, bibliothecaris van de Gem. Universiteit DUIZENDEN VROUWEN die anders opzien tegen de 4 critieke dagen, vreezen ze niet meer, dank zij -» een plantaardig middel, uitwendig aan te wenden, HELPT ONMIDDELLIJK I Origineele flac. 75 c. Proefflac. 15 c. Bij Apotheken en Drogisterijen e- Import: H. TEN HERKEL, Hilversum, die U op verzoek gratis en franco brochure over COS toezendt Laat Uw reis niet bederven} neemt COS mee (Adv. De rolzittingen der rechtbanken Wetsontwerp ingediend Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp, dat de strekking heeft de waar neming der rolzittingen bij de arrondisse- ments-rechtbanken aan de enkelvoudige ka mer op te dragen. In het algemeen zal de rolhebber hebben de rolbehandeling: de beslissing der zaken en j't aanhooren der pleidooien blijven bij de meervoudige kamer. Toch bestaat er gereede aanleiding dezen laatsten algemeenen regel uitzonderingen te maken. Dat een rolrechter een dagvaarding nietig moet kunr.en ver klaren, dat hij verstek moet kunnen verlee- nen, zal weinig tegenspraak ontmoeten. Toch kunnen zich ook daarbij gevallen voordoen waarin de rolrechter blijkt dat het de voor keur verdient de zaak aan het ooi-deel van de meervoudige kamer te onderwerpen. (Bijv als verstek gevraagd wordt tegen een buitenlandschen staat). Overwogen is nog, of geen speciale regeling noodig is voor het geval, dat een eisch is ingesteld op korten termijn. De verwijzing door den rolrechter naar de meervoudige kamer geeft zeker oponthoud. De minister meent echter, dat door tijdig overleg dit oponthoud in de practijk tot zoo geringe afmetingen kan worden terugge bracht, dat een speciale wettelijke regeling niet r.oodig is. Het instituut van den rolrechter moet zoo consequent mogelijk worden doorgevoerd. Moet in een zaak, na een enquête, deskundi- genbericht, of in een ander stadium, weder worden geconcludeerd, dan geschiedt verwij zing naar den rolrechter. (Deze verwijst de zaak wederom naar de meervoudige kamer, wanneer dezelve opnieuw rijp is voor plei dooi of recht op dé stukken). Op dezen re gel is evenwel een uitzondering gemaakt. Is krachtens artikel 288b (nieuw) een zaak naar de enkelvoudige kamer verwezen, dan houdt deze de zaak verder aan zich voor de rolbehandeling, ook al is zij niet dezelfde en kelvoudige kamer als die, welke de rolzittin- •n houdt. Slechts de meervoudige kamer zal de zaak ter beslissing naar de enkelvoudige kunnen verwijzen. De uitlatingen van den ambtenaar van het O.M. te Hoorn Schriftelijke vragen Het Tweede Kamerlid van der Heide heeft aan den Minister van Justitie de volgende schriftelijke vragen gesteld: le. Heeft de minister bij zijn onderzoek .aar de uitlatingen van den ambtenaar an het O. M. bij het kantongerecht te Hoorn ook onderzocht, of deze ambtenaar lid van de N.S.B. is? Zoo ja, tot welk re sultaat heeft dit onderzoek geleid? Zoo neen, wil de minister alsnog hier een on derzoek naar instellen? _j. Is de minister niet van meening, dat de ambteharen van het O. M. vallen onder de beschikking d.d. 5 April 1934 van den voorzitter van den raad van ministers, waarbij het lidmaatschap van de N.S.B. voor alle ambtenaren in 's Rijks dienst verboden is? 7 tot 12 RENTE van Uw Geld en GR00TERE ZEKERHEID Huizenbezit geeft minstens 50 tot 100 meer rente dan elke andere goede belegging. JUIST NU hebben wij zeer voor- deelige aanbiedingen in goéde objecten. Makelaarskantoor Algemeen Beheer Den Haag, Laan v. Meerdervoort 259, Telefoon 333278 Dienststukken gemeentebesturen Bezuiniging gewenscht De minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de gemeentebesturen een circulaire gezonden, waarin er op gewezen wordt dat de kosten wegens verzending van gemeente dienststukken telken jare sitijgen, waardoor herhaaldelijk verhooging van de betreffende post op de begrooting moet worden aange vraagd. Met het oog op de dringende noodzakelijk heid van beperking der rijksuitgaven ver zoekt de minister een zoo sober mogelijk ge- brüik van de bevoegdheid tot verzending van dienststukken. De Princevlag Nieuwe afdeeling te Dordrecht Donderdag jl. is ie Dordrecht, een af deeling van de vereeniging „De Princevlag" opgericht. Er heerschte een groot enthou siasme: reeds voor de vergadering hadden zich. ruim 100 leden aangemeld. In het be stuur namen verschillende vooraanstaande personen uit Dordrecht van verschillende overtuiging zitting. De burgemeester van Dordt, de heer P. L. de Gaay Fortman heeft zich bereid verklaard het beschermheer schap te aanvaarden. Onlangs zijn ook af- deelingen opgericht in Eindhoven en As sen die zich beide krachtig ontwikkelen, terwijl binnenkort afdeelingen komen in Delft. Hilversum en Breda. In verschillende pia&tsen wordt aai stichten van een afdeeling gearbeid. VISSCHERIJ-INSPECTIE Aangewezen zün: le. de inspecteur der vis- scherücn J. van Hengel, als districtshoofd in dc Wadden; de Zuiderzee met de is), het niet afgesl. ged. 3de district (het af gesl. ged. van de Zuiderzee met de daai gelegen open havens) t Zeeuwsche Stroomen m WENDT U bij bet ZOEKEN NAAR EEN WONING TOT ONZE KANTOREN te Den Haag: Stationsweg 21, TeL 112110 te Rotterdam: Mathenesserweg 27a, TeleL 30388 te Delft: Oude Delft 245, Telefoon 618 te Leiden: Stationsweg 18, Telefoon 2275 IN HET V/ETI D bil BEKOORLIJKE V 1-1-1 Arnhem via Arnh.straat 3 - VELP - Telef. 3653 WONINGEN IN EL KEN PRIJS Betrouwbare Adviezen Grootste service N AARDEN BUSSUM ZOEKT EEN WONING? EEN VILLA? EEN WINKELPAND? BELEGGINGSOBJECTEN? WENDT U tot Makelaarskantoor ,,'T GOOI" B.VAN LEEUWEN, Gen. de Ia Reylaan 21 BUSSUM Telefoon 5463 WONINGGIDS GRATIS OP AANVRAGE ROFFELRIJMEN NIET ALGEMEEN 't Gaat bij het groote Avrofeest Precies zooals altijd Wanneer men heftig zich beroemt Op zijn neutraliteit: Voor iedereen heeft men een plaats Een hartlijk weUekom Alleen niet voor het positief Belijdend Christendom Wat zeg je? zegt de Avrovriend, Ons gansche Avrofeest Zal schallen van de ruimheid van De frissche Avrogeest! Daar is geen plaats voor splijtzwam- Daar heerscht de Avrosfeer[zucht, Want daarom is ze Algemeen Niets minder en niets meer. Ik weet het, en ik heb respect Voor wat de Avro doet, En voor de nieuwe studio Licht ik beleefd mijn -hoed. Maar dat dat prachtige gebouw Op Zondag wordt „gewijd", Is mij het zooveelste bewijs Van haar vrijzinnigheid. Geen splijtzwamzucht van onze kant Slaat hier de klovemaar: Hier gaan Recht- en Vrijzinnigheid Eenvoudig uit elkaar. Al moge dan het Avrofeest Een gróótsche feestdag zijn, Een Alg eme ene feestdag is Die Zondag slechts in schijn. (Nadruk verboden) LEO LENS ZONDAG 28 JUNI BLOEMENDAAL 245.9. Uitzending van Kerk diensten uit de Geref. Kerk. Voorganger Ds. Joh. C. Brussaard. 10.00 v.m. Tekst: Efeze 6 14b: „Het borst wapen der gerechtigheid". 5.00 n.m. Zondag 41 Heidelb. Catechis mus: „Het zevende gebod". (Adv.) ópen havens en zeegaten), met standplaat.' 2e. de inspecteur der vlsscherijen A. C. G. v Baren als districtshoofd in het 4de district (de Zuid-Holl. stróomen met de daaraan gelegen open havens en zeegaten), het 6de district (de rivieren) en het 7e district (de overige bin nenwateren met de open havens van Schevenin gen cn IJmulden). met standplaats Den Haag. ZOETWATERVISSCHERIJ Benoemd is tot lid in de commissie voor de zoetwatervisscherij en den zoetwa'tervischhan- del der stichting Nederl. Visscherjjcentrale, K. 5r te Oud-Beyerland. UIT HET SOCIALE LEVEN SYMPATHIE MET WILDE STAKING. Het is wel erg, dat een man van erva ring als de heer Vliegen het volgende schrijft over de wilde staking te IJmuiden: De sociale onrust op groote schaal, die zich in Frankrijk voordeed, was juist het gevolg van de politiek die hier door de „N.RlCU" zoo hardnekkig wordt voorgestaan. En als daar een regeerroc was geweest naar het hart van dat blad. dan was die sociale onrust misschien wel vertienvoudigd en stond het land nu nog in vuur en vlam. Het is niet de eerste maal, dat lie den die anderen voor revolutionnair schelden, de felste provocateurs zijn de revolutie. Wanneer men ziet, hoe hier te lande een minister, die zich nog wel „tempe raar van de klassenstrijd" noemt, op de IJmuider staking antwoordt door alle visschers met steunonthouding tot on derkruiperij te willen dwingen, vraagt men zich af, of zulke regeerders nie"- van alle goede geesten verlaten zijn. i Zondag, vindt MAANDAG 29 JUNI HILVERSUM I 1875 M. NCRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing. 10.30 Morgendienst door Ds. W. J. v. Lokhorst, Ned. Herv. predikant te Hilversum. 11.00 Chr. lec tuur. 12.30 Amsterd. Salonorkest. 2.00 Gr. pl. 2.45 Keukenpraatje. 4.00 Bijbellezing door Ds. M. Vreugdenhil, Geref. pred. te Meliskerke. 5.00 Trio-concert. 5.40 De niet-Joodsche vluchtelingen uit Duitsch- land. Lezing door Dr. Mr. A. L. Wurfbain uit Londen. 5.55 Vervolg trioconcert. 6.30 Vragenuur. 7.00 Berichten. 7.15 Vragen uur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Christ, a capella koor en Staf muziek, v. h. 1ste R. I. te Assen. 9.00 De werken de God en wij, door A. Kooistra, zende- ling-leeraar te Kedïri. 9.30 Vervolg con cert. (Om 10.00 berichten ANP). 10.30 11.30 Gram.pl. HILVERSUM II 301 M. Alg. programma, verzorgd door de AVRO. 10.00 Morgen wijding, gram.pl. 10.30 Ensemble Jetty Cantor. 117.00 Orgel- en viool-recital. 2.00 Piano-recital. 2.30 Voordracht. 3.00 Ka mermuziek. 3.30 Omroeporkest. 4.30 Mu zikale causerie (met gr.pl.). 5.30 Het Lyra-Trio. 6.15 Groninger orkestvereen. en solist. 8.00 Berichten ANP. Mededee- lingen. 8.15 Operaconcert (gr.pl.) 10.10 Omroeporkest. 11.00 Berichten ANP. DROITWICH 1500 M. 11.20 Het Pierre Fol kwintet. 12.35 Sted. orkest Whitby. 2.35 A. Salisbury en zijn orkest. 4.20 Vocaal concert. 4.55 Het Hungaria-Zigeuneror- kest. 5.35 Kwintet-concert. 6.50 Het Victor Olof Sextet. 7.20 Komische dialoog. 9.50 Berichten. 10.20 Buitenlandsch overzicht. RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert. 4.20 Orkestconcert. 5.50 Omroeporkest. 8.20 Zang. 9.05 Kwartetconcert, zang en voordracht. KEULEN 456 M. 12.20 Orkestconcert. 1.35 Neder saks. Symphonie-orkest. 2.35 Orgel concert. 5.25 Concert. 6.20 Omroepklein- orkest. 8.30 Concert. 10.40 Literair-muzi- kaal programma. 11.2012.20 Orkestcon- BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Klein- orkest. 1.502.20 Gram.pl. 6.50 en 7.20 Gram.pl. 8.20 Omroeporkest. 484 M.: 12.20 Orgelconcert. 5.20 Gram.pl. 6.35 Klein-orkest. 7.35 Gram.pl. 8.20 Sym-, phonieconcert. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 10.20 Be richten. 10.50 Piano-recital. 11.05 Weer- bericht. Feuilleton DAGERAAD e» door H. KINGMANS „Het komt in orde, burgemeester." „Prachtig. Mijn groeten aan Hilligje. Zij was wel blij zeker, Üat je weer terug waart?" „Ja, burgemeester, maar „Maar?" „De toekomst! Wat zal er gebeuren?" „We zijn in de hand onzes Gods, Ketel. Op Hem alleen ons betrouwen stellen. Gelukkig voor Hilligje, dat je moeder steeds bij haar is." „Dat is het zeker, burgemeester." Diezelfden avond waren vele mannen en jongelingen in het groote huis in de Heerestraat voor de zooveelste maal vereenig-l. Fresinga mankeerde niet Evenmin zweeg hij. Hij gaf nuttige wenken en nam op zich, een gedeelte der menschen als aan voerder te zullen leiden. Men was er nu allen wel van doordrongen, dat het meenem worden kon. Er werd afgesproken, dat voortaan eiken avond een 40 of 50 man gewapend in der burgemeesters huis zouden komen, om er den nacht door te brengen. Het was wel buiten twijfel, of de aanslag zou in de stilte van den nacht geschieden. Op het eerste gerucht kon me-n dan naar huiten snellen. Om vier uur des morgens zou men naar huis terugkeeren, daar voor dien afgeloopen nacht het gevaar wel geweken zou zijn. Er werd een lijst aangelegd, wie er op bepaalde avonden komen zouden. Op voorstel van Fresinga, sterk ondersteund door Roelf Ketel, werd besloten, dat reeds in dien komenden nacht zou worden gewaakt. Fresinga zelf was bereid, te blijven. En met hem veertig anderen. „Weer een prachtig nieuwtje voor Abelsz", mompelde hij den volgenden morgen. „Voor mijn part gebeurt het pas over een paar maanden of heelemaal niet. Rennenburg betaalt goed." HOOFDSTUK "JII Aan den avond van 1 Maart. Hoofsch man en charmant gastheer, als Rennenburg was, bewoog hij zich met het grootste gemak tusschen zijn vele gasten, die enkele vertrekken van zijn groote woning vulden. Er was rijkelijk gegeten. De wijn had gevloeid. En met Zuidelijke radheid van tong had de Stadhouder gespeecht op de goede verstandhouding, die er nu bestond tusschen de Stad en hem en hij had de hoop uitgesproken, dat dit zoo blijven mocht; de belofte gegeven, dat het aan hem niet liggen zou. En de eerste burgemeester want de voornaamsten der stad, onder wie ook burgemeester Hillebrands, waren ter maal tijd genoodigd had de toespraak beantwoord. Er heerschte aan de tafel, die alle eer werd aangedaan, een gezellige, vroolijke stemming, die ook voortduurde na den maaltijd. De Stadhouder maakte geen onderscheid: er waren zoowel Roomsche als Gereformeerde gasten en hij onderhield zich minzaam, ja vriendschappelijk, met elk van hen, daardoor het meerendeel zand in de oogen strooiend. Het was hem zeer wel bekend, dat hij door beide groepen werd gewantrouwd, waartoe zijn gedrag ook wel aanleiding gaf. Opzettelijk had hij het feestmaal aangericht, om in een gunstiger daglicht te komen. Hij verkeerde in de meening, dat dit ook het geval was. Alleen scheen burgemeester Hillebrands niet van gedachten veranderd te zijn. Want de oude man, dien Rennenburg als persoon hoog achtte, deelde niet in de algemeene vroolijkheid en kon zoo nu en dan, zonder onbeleefd te zijn, den Graaf met een vreemden blik aanstaren. Juist, toen Lalaing zich voornam een gemoedelijk praatje met den magistraat te houden, trok Hillebrands hem in een zijvertrek, dat slechts door enkele kaarsen was verlicht. „Ik zou met Uw Excellentie wel een enkel woord willen wisselen, als het mij toegestaan wordt", begon do oud burgemeester. „Tegenover heer Hillebrands, mijn vaderlijken vriend, kan ik niets weigeren", glimlachte Rennenburg, op een gebeeldhouw de bank plaats nemend en met een handbeweging den ander uitnoodigend, ziGh nevens hem te zetten. „Waarmede kan ik u van dienst zijn, mijnheer de burgemeester?" „Excellentie" de oude man sprak gejaagd „er loopen zooveel geruchten in de stad, die mij met zorg vervullen. Ik hoop toch niet, dat u wat ergs voor hebt." Het licht der kaarsen viel juist op het knappe gelaat van den Graaf Van Rennenburg, dat evenwel onbewogen bleef ea dezelfde opgewektheid, als even geleden, bleef vertoonen. Dan lachte hij een gullen lach. Om vervolgens de hand van den burgemeester te vatten en die te drukken, als wilde hij zijn woorden daarmede bevestigen voor waar 3n zeker. „Die geruchten zijn mij ook bekend, burgemeester. Ik smeek u, als man van invloed, ze met kracht te weerspreken." En dan in eenen pathetisch: „O, mijn vader, dién ik daarvoor houde, zoudt gij zulks op mij vermoeden? Ontsla u toch van die booze gedachten!'' „Ik ben zeer verheugd over dit antwoord, Uw Genade", zeïde burgemeester Hillebrands, den Stadhouder der Unie nog steeds in het gelaat ziende, zonder evenwel de minste verandering te kunnen bespeuren. „Inderdaad heb ik gehuiverd bij de gedachte, dat er onheil over onze goede stad komen zou." „Levendig kan ik mij dat voorstelien, mijnheer de burgemees ter. Zooals ik u zeide, de geruchten zijn ook mij bekend. Hoe ze in de wereld komen, wie zal het zeggen? De tijden zijn troebel. En men maakt verschillende veronderstellingen. Doch ik verzeker u, bij den eed, dien ik voor de Staten aflegde, da£ men mij onwaarschijnlijke dingen toedicht. T*n hoogste heb ik mij er over verbaasd, dat luitenant Ufkens, die toch beter weten kon, aan de praatjes geloof heeft geslagen." „Ik kan Uwe Excellentie niet verhelen, dat Ufkens mij heeft gewaarschuwd." „Zonder die mededceling h»d ik dat toch wel begrepen. De houding van Ufkes is voor mij beleedigend, maar wanneer hij later, vol schaamte, terugkeert, zal ik hem in zijn oude functie herstellen. En voor het-overige", George van Lalaing stond op en lachte vroolijk, „ontsla u van deze booze gedachten, heer burgemeester en keeren wij terug naar het opgewekte gezel schap, dat ik, als gastheer, niet langer aan zichzelf mag ovet laten." Zwijgend liep, stram, de oude burgemeester Hillebrands naast de schoone, slanke gestalte van den Zuid-Neaerlandschen edel* man, die vol zwier zich weer mengde tusschen het vroolijkQ gezelschap. Zoo nu en dan wierp hij echter een steelsgewijzen blik 0{l den burgemeester, denkend: hij gelooft mij niet. Den volgenden avond sprak burgemeester Hillebrands da veertig vrienden toe, die dien nacht weer wakende zouden door brengen. Roelf en Munco Ketel, benevens Fresinga waren onder hen. Den vorigen nacht was deze laatste er ook geweest, wat bo- vreemding had opgewekt, daar het niet de gewoonte was, dat dezelfde personen twee nachten achtereen de wacht hielden. Doch hij had een zeer aannemelijke verklaring gegeven: er was een wijziging gekomen in de wachturen van zijn vendel, zooddt hij den volgenden nacht niet aanwezig kon zijn. „Vrienden, ik gevoel mij gedrongen, een mededeeling te doen, die misschien van belang is en misschien ook niet." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 7