rtd&ü
VEILIGE WEGEN
VOOR HET AUTOVERKEER
DAGERAAD
DONDERDAG 25 JUNI 1936
TWEEDE BLAD PAG. 5
INTERVIEW MET MINISTER
VAN WATERSTAAT
Wegenplan 1932 geldt een
jaar langer
De Spoorwegen nog onmisbaar
Met liet oog op de steeds toenemende be
hoefte aan nieuwe en veilige wegen voor 't
autoverkeer, heeft een redacteur van het
A.N.P. een onderhoud gehad met den minis
ter van Waterstaat, jhr ir O. C. A. van
Lidth de Jeude.
Speciale autowegen
In de eerste plaats herinnerde de journar
list onzen verkeersminister aan een rede,
die Z. Exc., voordat hij zijn ambt aanvaard
de, in 1932 hield, over de urgentie van spe
ciale autowegen, die toen door ir van Lidth
de Jeude economischer werden geacht dan
de autowegen met nevenbarten voor niet-
motorisch verkeer.
Is zoo werd de vraag tot den minister
gericht uw opvatting ten deze onveran
derd gebleven?
Dat is inderdaad het geval, wanneer
men althans te maken heeft met intensief
snelverkeer. Voor speciale autowegen heeft
men echter minstens vier rijbanen noodig,
met een scheidingsstrook in het midden,
terwijl kruisingen niveau niet, of althans
zoo min mogelijk aanwezig mogen zijn.
Het is de bedoeling, onze nieuwe pri
maire wegen, voorzoover daarop intensief
snelverkeer te verwachten is, reeds dadelijk
of in de toekomst als autosnelwegen aan
te leggen. Dat zullen dan in de eerste plaats
zijn de groote verbindingen Noord—Zuid en
OostWest.
In voorbereiding is thans een nieuw over
zicht van de wegen, welke in de naaste toe
komst moeten worden aangelegd of ver
beterd.
Het ligt n.l- in de bedoeling, het Rijks-
wegenplan-1932, dat evenals het vorige
(1927) voor een werkperiode van vijf
jaren was opgezet, een jaar langer te
doen gelden, om zoodoende tijd te win
nen voor een geheel herzien wegen
plan, dat dan in 1938 kan wordqji vast
gesteld. Daarbij zal dan tevens "reke
ning worden gehouden met de behoefte
aan wegenverbetering ten plattelande.
Voor verscheidene niet-intensief bereden
primaire wegen kan m.i. voorloopig met
minder dan vier banen worden volstaan,
ook zonder dat de veiligheid in het gedrang
komt.
De weg KeulenDusseldorf
De interviewer vroeg den minister
volgens naar diens indrukken betreffende
den specialen autoweg Keulen—Dusseldorff,
waarvan Z. Exc. de opening op Hemel
vaartsdag heeft bijgewoond.
Mijn bezoek aldaar, zoo antwoordde de
minister, gold niet alleen den Rijksautoweg
KeulenDusseldorff, maar ook de „Nur
Autóstrasse" Frankfurt—I-Ieidelburg—Marai
heim, die reeds een tijd geleden in gebruik
werd gesteld.
Vergeleken bij de „Nur-Autóstrasse" Keu
len—Bonn, welke ik vroeger reeds bereed,
beteekenen laatstgenoemde wegen
langrijke verbetering. Men heeft er ten
zeerste rekening gehouden met het natuur
schoon, dat van den weg af in dit geacci
denteerde boschrijke gebied in ruime mate
te genieten valt,terwijl er geen enkele krui
sing a niveau is.
Mijn eindindruk Is, dat het mooie wegen
fcijn, maar tevens, dat wij met onze nieuwe
Wegen in vergelijking met Duitschland geen
Slecht figuur slaan. Onze nieuwe wegen
hebben rijbanen van elk 3 meter met 0.50 M.
kantstrook en 2.50 M. zijberm, terwijl de
Duitsche wegen voor elke verkeersrichting
rijbanen van 3.75 M. met een scheidings
strook van 5 M. tusschen beide wegen en
een meter kantstrook met een meter zijberm
aan de rechterzijde hebben. Het gevaar van
ïripleeren op een rijweg van 7.50 M. is op
die wijze niet denkbeeldig, terwijl het op
onze wegen met scheidingsstrook, wanneer
er aan weerszijden twee banen van 3 M.
of iets meer zijn, niet mogelijk is, dat drie
auto's naast elkander rijden. De 2.50 M.
harde berm laat ten onzent een rustig en
Veilig stationneeren van defecte auto's op
den zijberm toe, terwijl bij de Duitsche
wegen die gelegenheid niet voldoende is.
Gering nuttig effect onzer auto-wegen
De A.N.P.-redacteur bracht vervolgens
bezwaar naar voren, dat hier te lande de
aanleg van autowegen in zoo kleine gedeel
ten verspreid geschiedt en constateerde.dat
zoodoende het nuttig effect uiterst gering is.
De minister erkende dit bezwaar, doch
zeide, dat. anderzijds niet mag worden
geten, dat ook wij wegen aan één
weten te maken, bijv. AmsterdamSasscn-
heim. Van den weg RotterdamEist, ter
lengte van 100 K.M., is het gedeelte tusschen
Ridderkerk en Waardenburg in uitvoering
en gedeeltelijk reeds voltooid. De weg Den
HaagGoudaUtrecht, een weg van 00
K.M., gelegen in uitzonderlijk slecht terrein,
is in een vergevorderd stadium van uit
voering.
Bovendien worden er vele millioenen aan
onze bruggen over de groote rivieren besteed,
waarvan dit jaar die te Nijmegen en te
Vianên geheel gereed kwamen en die bij dien
Moerdijk bijna gereed is.
Naast de 9 a 10 millioen per jaar uit het
Verkeersfonds, is verleden jaar 12 millioen
en wordt dit jaar weder 10 millioen uit het
Werkfonds aan de wegenverbetering ten
koste gelegd. Hoewel de middelen beperkt
zijn, wordt inderdaad al het mogelijke ge
daan, om de wegen te doen beantwoorden
aan moderne eisohen.
Strijd tusschen rail- en motorverkeer
Nog gaf de redacteur uiting aan zijn In
druk, dat spoorweginvloeden den auto
wegen-aanleg belommeren.
De minister ontkende niet, dat de scherpt
strijd tusschen rail- en motorverkeer invloed
op de verkeerspolitiek had uitgeoefend, doch
achtte zoodanigen invloed op de auto-wegen-
aanleg niet aanwezig.
Wij kunnen de Spoorwegen echter nog niet
missen. Misschien over 50 jaar wel. Maar
thans moet de Staat de tekorten bijpassen
wordt hard gewerkt om die zoo klein
mogelijk te doen zijn. Onder andere heeft
men in dit verband goede verwachtingen
an de electrificatie.
De afsluitdijk
Ten slotte vestigde de interviewer de aan
dacht op den afsluitdijk, waarvan tot
alleen de zuidelijke helft ven het dwars
profiel voor het autoverkeer is ingericht
terwijl nog altijd de noordelijke helft braak
ligt, omdat men bij den aanleg van den dijk
de meening was toegedaan, dat daar een
spoorweg behoorde te worden geconstru
eerd. Is zoo vroeg hij Uw Exc. van
meening, dat men daar ooit nog tot spoor-
egaanleg zal besluiten?
Voorloopig zal daar zeker niets van ko
men, antwoordde de minister, maar evenmin
zal men op dat noordelijke gedeelte een auto
weg aatulegg-en voor het verkeer naar Fries
land. Daarvoor is het verkeer niet intensief
genoeg.
Bij vermindering van de drukkende be
lastingen, waaraan het automobolisme is
onderworpen, zal dit in het algemeen cn
zeker ook op de afsluitdijk stellig inten-
worden, was het wederwoord.
Dan zullen wc verder zien, wat ons te
doen staat, besloot de minister.
Restauratie St. Maartenskerk
te Zaltbommel
Een overzicht van wat noodig is
De restauratie-commissie voor de St.
Maartenskerk te Zaltbommel, welke pogin
gen in het werk stelt om te komen tot een
restauratie van dat gedeelte der kerk dat
thans door bouwvalligheid het bestaan
dit fraaie gothische monument bedreigt,
heeft ir» een persconferentie aangetoond
hoe noodig het is, dat binnen efzienbaren
tijd met dit restauratie-werk wordt begon-
De burgemeester van Zaltbommel heeft be
toogd, dat het hier gaat om drie punten: de
schoonheid van de St. Maartenskerk,
groote verval der kerk en de mogelijkheid
tot herstel ervan.
n bezoek aan de kerk gaf de advi
seur voor de restauratie, de architect ir. A,
•n der Steur uitgebreide toelich
tingen. Hij wees daarbij op de voornaamste
oorzaken van het verval van het kerkge
bouw: de inwatering als gevolg van bet ver
gaan der dakbedekkingen, die ten deele on
juist geconstrueerd zijn, cn het verweren
an de afdekkingen der contraforten. Overi
gens vertoont de kerk geen ernstige afwij
kingen niets wijst op een onvoldoende
toestand van de fundeering of de pijlers,
al zijn onaangename verrassingen nooit ge
heel uitgesloten.
Een voorloopige begrooting van de kosten
der werkzaamheden die noodig zijn om het
kerkgebouw voor onherroepelijk verva*
behoeden, komt tot een bedrag van ruim
een ton. Van de kosten neemt het rijk 50
procent voor zijn rekening en de provincie
10 procent, terwijl gehoopt wordt, dat ook
de gemeente Zaltbommel een subsidie van
10 procent zal willen verleenen. Voor reke
ning van de kerkvoogdij, die wellicht nog
een waarschijnlijk maar bescheiden subsi
die van de Synode zal kunnen verkrijgen,
blijft dus 30 procent van het totale bedrag
of f 33.450. Om te kunnen beginnen met het
aller-urgentste. de daken der zijbeuken, is
ongeveer f 40.000 noodig. Hiervan komt vol
gens bovenstaande berekening 30 procent of
rond f 12.000 voor rekening van de kerk
voogdij. Om het gebouw te kunnen red'den
wordt een beroep gedaan op het Nederland-
6ohe publiek.
Voor 3 maanden verlengd
Naar mag worden verwacht, zal do
tingenteering van superfosfaat per 1 Juli
as. voor het tijdvak van 3 maanden worden
verlengd. Als basistijdvak zal daarbij de
periode 1 Mei 1935 tot 1 Mei 1936 gelden, ter
wijl het autonoom percentage op 60 is ge
steld. Dit percentage heeft betrekking op de
autonome landen-con tingenten, derhalve
niet op de bij handelsverdrag verleende
contingenten, welke in vele gevallen lioo-
ger zijn.
Officieele Berichten
Beter laat dan nooit
Of: Beter nooit dan te laat?
Het zal velen zijn opgevallen, dat oud
minister Verschuur te Alkmaar op de Prov.
Landdag o.a. gezegd heeft over „Muntcor-
rectie'':
„Muntcorrectie moet one thans, nadat wij
het onmogelijke beproefd hebben de be
handeling en verwerping der vaste la sten-
ontwerpen heeft de situatie opgehelderd
over het doode punt heen helpen.
Deze woorden, aldus de r.k. Res.bod
uit den mond juist van oud-Minister Ver
schuur hebben velen verbaasd.
Er zijn er, die beweren, dat het beter
ware geweest, zoo Nederland tegelijk met
Engeland aam „muntoorrectie" g
had. Minister Verschuur deed toen echter
niet mee en voelde blijkbaar meer voor
proefnemingen op de „andere weg".
„Beter laat dan nooit", zal men nu wil
len beweren. Maar we vragen ons toch af,
of er thans niet velen zijn die de zaak zul
len willen omdraaien in: Beter nooit dan
te laat. Vooral degenen die reeds stevig
gebloed hebben door loonsverlagingen zon
der einde
En men kan het nu wel eens voor de
variatie met muntoorrëctie probeeren,
maar België geeft nu niet bepaald ver
trouwen, dat het daarmee lukken zal
Tegen deze redeneering valt o.i. niet veel
in te brengen.
Letlandsche watervliegtuigen
op Schellingwoude
Gisteravond te ongeveer half zeven, !s in
de Marine-vlieghaven te S c h e 11 i n
w o u d e een eskader van drie Letlandsche
militaire watervliegtuigen aangekomen, die
een tocht maken langs Oost- en Noordzee en
daarbij, behalve ons land, ook Denemarken,
Engeland en Frankrijk bezoeken.
Het eskader bestaat uit drie eeumotorige
Fairey Seal toestellen, die plaats bieden aan
drie personen.
Commandant van het eskader is de kolo
nel Indans, die vergezeld wordt door drie
kapiteins, drie kapitein-luitenants, een se:
geant-majoor en een sergeant.
Naar oud Letlandsch gebruik bood het
dochtertje van den consul van Letland
Amsterdam, den heer van Monjou, den com
mandant van het eskader, bij wijze van ver
welkoming brood met zout aan als symbool
der gastvrijheid.
Te drie uur vanmiddag zou het eskader
weer vertrekken van Schellingwoude.
Op den terugweg zal het, op 30 Juni a.s.,
nog een kort bezoek brengen aan het vlieg
kamp „de Mok".
M.s. .3ALOERAN"
In verband met de haveijstaking in Mar
seille heeft het m.s Baloeran haar passa'
giers te Cannes gedebarkeerd, waar van'
daan de passagiers per speciale trein over
eenkomstig de dienstregeling zooals ip het
vorig bericht gemeld, naar Holland zijn
vertrokken.
VRIJDAG 26 JUNI
HILVERSUM I 1875 M. Alsem. programma,
verzorgd door den KRO. 8.009.15 en
10.00 Gram.pl. 11.30—12.00 Voor zieken
en ouden van dagen. 12.15 KRO-orkest.
3.30 Orgelconcert. 5.30 KRO-MeloLsten
(Om 6.00 Land- en tuinbouwhalfuur;.
7.15 Causerie over Landelijke ruitersport
door J. Stok G.Jzn. 7.45 Causerie over
het ontstaan der postzegels door L. ,T. A.
M. L a m m e r s. 8.00 Berichten ANP.
8.10 KPiO-symphonie-orkest. 8.45 Repor
tage. 9.30 Concert. 10.00 Mooi Nederland.
10.30 Berichten ANP.
HILVERSUM H 301 M. 8.00 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00—
12.00 VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgen
wijding VPRO. 10.15 Voordracht. 11.15
Voordracht. 2.00 Knipcursus. 2.30 Om
roeporkest. 4.00 De Notenkrakers. 5.00
Kinderuur. 5.30 Orkest. 7.00 Causerie
„Vóór honderd jaar". 7.50 Berichten
ANP. 8.00 Vrijz. Godsd. Persbureau. 8.05
Lezing „De waarheid der religie". 8.30
Cello en piano. 9.00 Lezing „Kinderen
thuis", door Prof. R. Casimir te Den
Haag. 10.00 De kerken en de theologie in
Amerika. 10.40 Avondwijding. 11.00 Be
richten ANP.
DROITWICH 1500 31. 1.35—2.20 Solisten
concert. 2.50 Strijkkwartet. 3.353.50
Causerie. 4.20 Orkest. 5.35 Kwintet. 6.50
Fluit-recital. 7.10 Voor tuinliefhebbers.
7.30 Muzikale dialoog. 7.50 Het Raymon-
de-orkest. 9.05 Orkest. 10.20 Causerie over
Kano-Toerisme. 10.40 Sopraan en orgel.
RADIO PARIS 1648 M. 8.20 Gram.pl. 11.20
Orkestconcert. 4.20 Kwartetconcert. 9.05
Liberair-muzikaal programma.
KEULEN 456 31. 6.50 Populair concert. 12.20
Omroepkleinorkest. 4.20 Literair-muzi-
kaal programma. 6.20 Weragkamerorkest.
8.30 Voor soldaten.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Salon
orkest. 5.20 Omroeporkest. 8.35 Hoorspel.
9.20 Klein-orkest.
484 M.: 1.502.20 Gram.pl. 5.20 Fransche
liederen. 5.40, 6.10 en 6.35 Gram.pl. 6.50
Pianorecital. 7.35 Zang. 8.20 Voor oud
strijders. 9.50 Zang. 10.45—11.20 Accorde-
onmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Het
Omroeporkest. 10.50 Viool en piano.
Nederlandsche Bond van
Boekbinderspatroons
Te Arihean werd de 27ste jaarvergadering
van de Ned. Bond van Boekbinders-patroons
gehouden.
In zijn openingswoord bepaalde de voor
zitter, de heer F. L. van der Bom, van
Amsterdam, de leden bij de noodzakelijk
heid om ook als werkgevers-vakvereeniging
niet allereerst aandacht te schenken aan de
eb en vloed in den gang van het bedrijf,
doch allereerst te letten op de levenshouding
die ieder persoonlijk en zoo ook de vereeni-
ging als zoodanig, in deze innemen.
Gezien den gang van de ontwikkeling van
het bedrijfsleven, achtte het bestuur het nood
zakelijk aan den Bond vast te verbinden
een economisch opgeleide kracht, wiens
werkkracht, temeer daar deze geheel aan
de vereeniging zal worden gewijd, in dezen
tijd meer vrucht voor de leden kan afwer
pen. Uit het verslag van den secretaris
bleek, dat in het afgeloopen jaair vooral
voortdurend contact was gehouden met de
andere grafische organisaties en het plaat
selijk vereenigingsleven is tot meerdere ont
wikkeling gekomen. Het aantal leden is iets
vooruitgegaan.
Uit het verslag van dten penningmeester
bleek de doorgevoerde bezuiniging der
bonds-administratie, waardoor het mogelijk
was ook de contributie voor het volgend jaar
te verlagen. De bijzondere aandacht der le
den had het aftreden van Mr. J. C. Steneker,
tengevolge van de opheffing van de functie
als raadsman van den Bond. De voorzitter
herinnerde aan het werk, dat genoemde heer
gedurende ruim 17 jaar voor de vereeniging
had verricht.
MINISTER DE GRAEFF
NAAR GENèVE
De minister van Buitenlandsche Zaken is
gisteravond, vergezeld van den chef van de
afd. Volkenbondszaken van zijn departe
ment, Prof. Frangois, van het Staatsspoor
station naar Genève vertrokken.
Koopt Zomerpostzegels
Naar wij vernemen heeft het hoofdbestuur
der P.T.T. naar aanleiding der ontstane
verwarring van de zomerpostzegels met de
Utrechtsche Universiteitspostzegels nogmaals
aandacht der loket-ambtenaren gevestigd
op de in de daaromtrent uitgegeven dienst
order vervatte opdracht om bij den aankoop
door het publiek van frankeerzegels van V/2,
5, 6 en 12y2 et de aandacht te vestigen op
het verkrijgbaar zijn der zomerpostzegels.
Pas als men geen zomerpostzegels wenscht
worden gewone postzegels aangeboden en
dan thans eerst de gelijkwaardige Univcrsi-
teitspostzegels.
GESLOTEN TIJD VISSCHEN ANSJOVIS
De minister van Landbouw en Visscherij
heeft bepaald, dat de gesloten tijd voor het
vissohen met het staand, ansjovisnet, de
ansjovisfuik, het ansjovissleepnet en den
wonderkuil in de Waddenzee ia 1936 zal
ingaan op 15 Juli inplaats van op 1 Juli.
Voorts heeft de minister bepaald, dat de
gesloten tijd voor het visschen met de ansjo
visfuik, het ansjovisleepnet en het staand
ansjoviswant in de Zeeuwsche Stroomen in
zal ingaan op 15 Juli in plaats van op
1 Juli.
De Zuiderzeesteunwet
De toeslagen op bedrijfsinkomsten
Het Tweede Kamerlid Drop heeft aan den
Minister van Waterstaat de volgende schrif
telijke vragen gesteld:
1. Is het waar, dat de rijksdienst ter uit
voering van de Zuiderzeesteunwet heeft be
sloten, de toeslagen op bedrijfsinkomsten,
verleend volgens art. 6 der Zuiderzeesteun
wet aan belanghebbenden in den zin dier
wet, voorloopig na 21 Juni 1936 niet verder
uit tc betalen?
2. Wil de Minister, indien vraag 1 bevesti
gend moet worden beantwoord, mededeel en,
wat de redenen voor dit besluit zijn geweest
en voor welke groepen van belanghebbenden
deze beslissing geldt, zulks met mededeeling
van den vol ledigen inhoud der vastgestelde
toeslagregelingen?
3. Indien vraag 1 in ontkennendsn zin zou
moeten worden beantwoord, wi! de Minister
dan alle vastgestelde toeslagregelingen publi-
ceeren met mededeeling, voor welke groepm
van belanghebbenden deze verschillende re-=
gelingen gelden?
pROTTtRDAMMEH
De ideale zomerdrank
■Ook bij domes zeer geliefd
!S spuit, mineraal-of sodawater,
al of met met suiker, en een scheutje
(Adv.,
Woonwagenkampen langs
rijkswegen
Gevaarlijk voor het verkeer
De minister van Binnenlandsche Zaken
deelt in een 'circulaire aan de gemeentebe
sturen mede, dat de minister van Waterstaat
het volgende onder zijn aandacht heeft ge-
De klacht is vernomen, dat het verkeer op
de rijkswegen hinder ondervindt van de aan-
'ezigheid van woonwagenkampen in de na
bijheid van die wegen. Het vestigen van der
gelijke kampen in de onmiddellijke nabijheid
van rijks- en andere hoofdwegen is in be
ginsel zeer ongewenscht en zal derhalve zoo
mogelijk moeten worden tegengegaan. De
kampen brengen op een voor het doorgaand
verkeer bestemden weg groote gevaren en
hinder mee, terwijl zij in het algemeen een
wenig fraai beeld vertoonen, reden waarom
het gewenscht is, het vestigen van woonwa
genkampen in de nabijheid van groote we
gen tegen te gaan.
Rechtstreeksche verbinding van de woon
wagenkampen met rijkswegen zal zoo moge
lijk, in het verkeersbelang, moeten worden
tegengegaan.
Voor zoover noodig, verzoekt minister de
Wilde deze aangelegenheid zoodanig te wil
len regelen, dat het verkeer van de aanwe
zigheid van woonwagenkampen zoo weinig
mogelijk hinder ondervindt.
Feuilleton
(41
door H. KINGMANS
HOOFDSTUK XII
„Den Heere zij dank, dat je weer heelhuids terug bent",
stamelde Hilligje, Munco vol liefde om den hals vallend, toen
hij op een avond in de derde week van Februari het huisje
zijner moeder binnenstapte. „Wat ben je lang weggebleven!
Bijna twee weKen."
„Entens was diep in het Westerwoldsche", antwoordde hij,
zich buigend over de houten krib in den hoek van het ver
trekje, waar de kleine Munco, die voorspoedig groeide, sliep als
een roos.
„St. st Hij slaapt", waarschuwde Hilligje, om dan de weduwe
Ketel te gaan zeggen, dat Munco terug was.
In overleg met burgemeester Hillebrands was Munco Ketel
naar Barthold Entens gegaan, om dezen te verzoeken, met zijn
troepen in de buurt van de stad te komen, in verband met da
loopende geruchten, die steeds hardnekkiger werden, omtrent
plannen van Rennenburg.
„Heb j;e Entens gesproken?" vroeg Hilligje.
Zij leefde, evenals haar schoonmoeder en schoonzuster leven
dig met de gebeurtenissen mede, al hield zij vaak haar hart
vast, als zij dacht wat komen kon. Want Munco zou niet op
den achtergrond blijven. Zij begeerde dat cok niet. Maar wat
zouden de gevolgen kunnen zijn? Ze beleefde moeilijke dagen,
waarin zij echter werd gesteund door Munco's moeder, die haar
steeds wees op den Heere, Die de Zijnen niet verlaten zou, ook
niet in de ure des gevaars.
„Ja, hij kende mij nog zeer goed en was eerst niet best te
spreken. Maar toen ik hem het doel van mijn komst vertelde,
veranderde hij. Entens was al geheel op de hoogte en verwacht,
dat Rennenburg eerstdaags zijn slag zal slaan."
„Hoe weet hij dat?''
„Nu ja, de geruchten liepen al lang. En ken je vrouw
Andringa?"
„Van den goudsmid?"
„Ja, die. Nou, die kwam verleden week uit Emden in Delfzijl
aan. Entens was er juist. Nu was Andringa de goudsmid van
Billy. Dat wist Entens. Hij vertrouwde het niet, dat die
Spaansch gezinde zoo aan het reizen was en onderzocht haar.
Hij vond op haar een pas van Billy en een brief van procureur
Kempis, waarin stond, dat hij de brieven van Panna aan dm
Graaf Van Rennenburg had ter hand doen stellen."
„Het is alles verraad, Munco. Rennenburg is een judas, al is
hij nog zoo vriendelijk voor ons."
„We zijn er allen van overtuigd. Daarom begrijp ik burge
meester Hillebrands niet. Hij gelooft het ook en tóch twijfelt
hij weer. Ik zeg, dat die uitlander niet te vertrouwen is."
Hilligje kon moeilijk hebben, dat men iets van haar ouden
meester zeide.
„Mijnheer Hillebrands denkt zoo lang mogelijk het goede van
een mensch", zeide zij.
Munco lachte hartelijk. Maar dan werd hij in eenen weer
ernstig, daar hij de toekomst donker inzag.
„Ja, jij verdedigt burgemeester Hillebrands altijd, Hilligje.
En dat kan ik natuurlijk wel begrijpen, maar ik geloof tóch,
dat de burgemeester te goed over den Graaf van Rennenburg
denkt."
ZiL antwoordde er niet op, ook al, omdat zij diep in haar
hart Munco eigenlijk gelijk moest geven. Maar erkennen
wilde zij dat niet. Bovendien, al dacht burgemeester Hillebrands
als de anderen, wat veranderde dat? Het was toch niet mogelijk,
een aanslag op de stad te doen, zelfs niet al was Barthold
Entens in de buurt? Of zou dat toch de bedoeling zijn?
„Als Entens nu dichtbij is, wat gebeurt er dan?" vroeg zij
opeens.
,,'k Weet het niet, vrouwtje. Als de Stadhouder iets uitvoeren
mocht, zullen we Entens binnen laten", dacht hij. „Misschien
gebeurt het ook niet. 'k Weet het nog niet"
De weduwe Ketel trad daarop binnen en verwelkomde vol
blijdschap haar zoon, die ook haar het relaas van zijn tocht
deed.
„Ben je al bij burgemeester Hillebrands geweest, Munco?"
vroeg zij.
„Neen, moeder, nog niet. 'k Ga straks."
In de houten krib kwam beweging. De kleine Menno opende
de oogen en zette een vervaarlijke keel up, bewijs gevend, dat
hij een stel goede longen bezat.
Toen zijn vader hem uit de krib nam en hem paardje liet
rijden, was het verdriet natuurlijk onmiddellijk over en kraaide
de rakkert van de grootste pret
„Jongen, wat zal er toch van ons terecht komen?" vroeg Munco
Ketel opeens, met deze vraag, meer tot zichzelf gericht, aan-
toonend, dat hij niet met zijn hart bij het spel met den jongen
was.
„Wij kunnen alleen op den Heere vertrouwen, Munco", zeide
moeder Ketel zacht. „Hij alleen weet, wat goed voor ons is."
„Ja, moeder, 'k weet het wel. Maar 't is niet altijd ge
makkelijk. Ik zie de toekomst donker in."
Het was even stil in het kleine vertrek.
„Hilligje?"
„Ja?" vroeg zij, ten hoogste verbaasd over den zeldzamen
klank in zijn stem, toen hij haar naam uitsprak.
„Als het eens mis loopt en ik moet, net als toen, buiten de
stad gaan zwerven?"
„De Heere geve van niet", zeide zij', den jongen van zija
knie nemend, daar deze pruilde, omdat vader niet naar hem
omzag.
„Maar als het nu eens zoo is?"
„De Heere doe. wat goed is", antwoordde Hilligje, wie een
brok in de keel schoot. „Dan zal ilc met onzen jongen achter
blijven in het volle vertrouwen, dat God met ons zal zijn, wat
er ook gebeure. En gelukkig heb ik dan moeder nog bij mij, dié
mij een steun zal wezen, als het geloof wankelen mocht"
„Dat weet ik en dat troost mij. Zorg dan goed voor onzen
jongen, Hilligje. De Heere doe den t:jd spoedig komen, dat ik
weer vrijelijk terug kan keeren."
„Wat heb je toch, Munco? Spreek niet zoo in raadselen.
Weet je al, dat je uit de stad moet?" vroeg zij angstig.
„Neen vrouwtje, ik weet niets. Je jehoeft je vóór dien tijd
niet ongerust te maken."
„Je bent het zélf, die mij ongerust maakt", glimlachte zij
flauw.
„Ik zie de toekomst donker in", herhaalde hij. „Ik vrees, dat
Rennenburg slagen zal en dan is er voor de voormannen en
voor hen, die goed bekend staan, zooals ik, geen plaats meer
in onze stad. Dat staat wel vast. Het kan dus gebeuren, dat
ik vluchten moet of gevangen wordt genomen en dan verban
nen" hij durfde het woord: gedood niet noemen, hoewel het
hem voor in den mond lag „en daarop wil ik je alleen voor
bereiden."
Moeder Ketel zal stil te luisteren. Wat Munco opmerkte,
had zij reeds meermalen gedacht, doch er openlijk met Hilligje
niet over gesproken. Dat lag immers op den weg van haar zoon?
Het verheugde haar, hoewel haar hart beefde, dat hij het na
deed, opdat Hilligje niet plotseling voor het ontzettende feit,
dat mogelijk was, zou komen te staan.
(Wordt vervolgd)