Nieuwe Leidsche Courant
dinsdag 23 juni 1936
tweede blad pag. 6
Gemeenteraad van Leiden
Hoofdschotel: de credietoverschrijding voor het slacht
huis Op zoek naar een zondebok De heer
Goslinga spreekt van zich af Het extra-crediet
zonder hoofdelijke stemming aanvaard Als voor
gerecht de vee- en zuivel-tentoonstelling De heer
Snel zorgt voor het toetje.
Gistermiddag om 2 uur vergaderde de
Gemeenteraad onder voorzitterschap van
den burgemeester Mr. A. v. d. Sande Bak-
huyzen.
Ónder de Ingekomen Stukken bevinden
zich o.a. eenigc interpellatie-aanvragen, nl.
van de heeren Romijn en Schüller, welke
interpellaties gehouden zullen worden aan
het einde van de agenda.
Verscheidene adresen worden jn handen
van B. en W. gesteld om prac-advies.
De Raad besluit de bezwaren tegen het
uitbreidingsplan van Oegstgeest aanhangig
te maken bij Ged. Staten, nu de Gemeente
raad van Oegstgeest deze. bezwaren onge
grond heeft verklaard.
Daarna wordt overgegaan tot behande
ling der agenda.
Onderzoek van den geloofsbrief van het.
nieuw benoemde raadslid, den heer H. P.
TI. Würtz.
Nadat de commissie van onderzoek de
•brieven in orde heeft bevonden, wordt tot
toelating besloten.
Leidsche leerkrachten a.u.b.
Benoeming van een onderwijzer aan de
Jongensschool voor u.l.o.
De heer Vos (v.d.) wijst er op, dat reeds
meermalen aangedrongen is op de aanstel
ling van een Leidsche leerkracht. Spr. is
steeds van nieening geweest dat ieder ge
val op zich beoordeeld moet worden. Voor
dezen tijd echter dringt spr. aan op benoe
ming van een Leidsche kracht.
Wethouder Tepe (r.k.) verklaart, dat
ook spr. de wenschelijkheid voelt van de
aanstelling van een Leidsche kracht, maar
dat mag nimmer strekken tot schade voor
het onderwijs.
Benoemd wordt de heer B. Dijkstra, on
derwijzer te Winterswijk.
Voorstel om den onderwijzer aan de Cen
trale School voor het 7e en Se leerjaar, N.
van den Heuvel, over te plaatsen naar de
Jongensschool voor u.l.o.
Goedgekeurd.
Voorstel tot aanstelling in vasten dienst
van A. M. W. Pitlo, als opzichter bij den
Gem. Reinigings- en Ontsmettingsdienst.,
Dc heer Romijn (v.b.) is teleurge
steld over den vorm van dit voorstel. Spr.
kan zich begrijpen, dat er een beslissing
moet worden genomen, nadat de Raad in
dertijd een voorstel tot ontslag had venvor-
pen. Maar spr. begrijpt niet, dat B. en W.
nu zonder meer komen met een voorstel
tot aanstelling in vasten dienst. Dat geeft
3a 1 ijk. van een wankel bestuursbeleid cn
geeft ecu slecht vooi'beeld voor do buiten
wereld.
Spr. betreurt dezen gang van zaken ook
omwille van den betrokken hoofdambtenaar,
die nu zonder meer gedesavoueerd wordt.
Het beleid van B. en W. is niet bevorderlijk
voor het gezag.
De heer Van Eek (s.d.) meent, dat B.
en W. staatsrechtelijk niet anders hebben
mogen handelen. De Raad heeft besloten,
dat deze ambtenaar niet ontslagen mocht
worden. B. en W. hebben dit besluit nu
zonder meer uit te voeren. Een nadere mo
tiveering is absoluut niet noodig.
De heer Coster (r.k.) sluit zich daar
bij aan.
De juiste weg
De heer Beekenkamp (a.r.) sluit zich
daar ereneens bij aan. De beslissing is nu
eenmaal gevallen en B. en W. hebben zich
daarbij neer te leggen. De weg, die het col
lege thans bewandelt, acht spr. de eenig
juiste weg. De verkeerde indruk, welke naar
buiten gewekt wordt, is veeleer het gevolg
van de rede van den heer Romijn.
Wethouder Splinter (c.h.) meent ook
'dat B. en W. niet anders konden handelen.
Dat daarmee de betrokken directeur ge
krenkt zou worden, wil er bij spr. niet in.
De Voorzitter wijst er nog eens op, dat
dit voorstel geen bewijs is, dat het college
zijn de vorige maal ingenomen standpunt
heeft prijsgegeven.
De heer Romijn (v.b.) had het beter
gevonden als B. en W. de beslissing aan
den Raad moeten overlaten en niet zelf met
een voorstel komen.
Het voorstel wordt daarna z.h.s. aangeno
men. (De heer Romijn wil geacht worden
te hebben tegengestemd.)
Prae-advies op het verzoek van mevrouw
Dra. M. E. JonkerWesterveld om ontslag
als leerares in wis-, natuur-, werktuigkun
de en cosmographie aan de Hoogere Bur
gerschool voor Meisjes.
Goedgekeurd. m
Prae-advies op het verzoek van mej. A
Kok om ontslag als onderwijzeres in de licha
melijke oefening bij het openbaar lager
onderwijs.
Goedgekeurd.
Voorstel inzake het aangaan van kasgeld-
leeningen gedurende het 3e kwartaal 1936.
Op voorstel van wethouder V er we ij
(s.d.) gaat de Raad in geheime zitting.
Na heropening der openbare zitting wordt
het voorstel z.h.s. aangenomen.
Hamerpunten.
Voorstel tot aankoop van eenige strook
jes voortuin aan het Noordeindsplein, in
verband met de verbetering van de Haag-
brug c.a.
Goedgekeurd.
Voorstel tot overneming in eigendom hij
de gemeente van eenige strookjes grond aan
den Witte Singel, in verband met de verbe
tering van dien singel, tusschen de Witte
Rozenstraat en de Koepoortsbrug.
Goedgekeurd.
Voorstel tot verkoop van het perceel Bree
straat no. 114c. aan J. Stigter q.q. te Leiden.
Goedgekeurd.
Prae-advies op het adres van de afd.
Leiden van den Provincialen Bond van Gei-
tenfokvereenigingen in Zuid-Holland, inzake
het in het leven roepen van een verordening
betreffende de beteugeling van de wilde
bokkenhouderij.
Aangehouden.
Prae-advies op het verzoek van de Leid
sche Geitenfokkersvereeniging om haar een
subsidie uit de gemeentekas te verleenen.
Goedgekeurd.
Voorstel inzake vaststelling van de ex
ploitatie-vergoeding en de vergoeding voor
vakonderwijzers ex art. 101 van de L. 0.-
wet. over het iaar 1933.
Goedgekeurd- r 2
Voorstel tot vaststelling van de bijdrage
in de kosten van het bijzonder vervolgonder
wijs over het jaar 1933.
Goedgekeurd,
Voorstel tot vaststelling van een veror
dening, houdende bepalingen, met betrek
king tot den rechtstoestand van kweeke-
lingen met akte, verbonden aan openbare
lagere scholen der gemeente Leiden.
Bij artikel 5 dezer verordening zegt de
heer Vos (v.b.) dat dit artikel overbo
dig is.
Wethouder Tepe (r.k.) meent, dat het
beter is het artikel maar te laten staan.
Er worden nog enkele opmerkingen ge
maakt, waarna de verordening z.h.s. wordt
goedgekeurd
Voorstel:
a. tot wijziging van de met de gemeente
Valkenburg (Z.-H.) gesloten overeenkomst
betreffende de levering van electriciteit in
die gemeente door de Stedelijke Electrici-
teitsfabriek te Leiden:
b. tot het aangaan van een overeenkomst
met de gemeen;e Valkenburg (Z.-H.), betref
fende de levering van gas in die gemeente
door de Stedelijke Gasfabriek te Leiden.
Goedgekeurd.
Voorstel tot wijziging van de verordening
houdende voorwaarden van opneming en
verpleging van lijders in 't Krankzinnigen
gesticht „Endegcest'' en de afdeeling voor
jeugdige zwakzinnigen „Voorgeest" te Oegst
geest, nabij Leiden, in verband met het ver
lagen van de vcrpleegprijzen in dié inrich
tingen. alsmede tot het treffen van de met
/"en en ander samenhangende financieele
maatregelen.
De heer Goslinga (a.r.) wijst er op,
dat de toelichting een nadeelig saldo becij
fert voor de gemeente. Dat begrijpt spr.
niet. Zooals hij het berekent, heeft de ge
meente er voordeel bii.
Wethouder Verweij (s.d.) rekent voor,
hoe het nadeelig saldo ontstaat
Daarna z.h.s. goedgekeurd.
De vee- en zuiveltentoonstelling
Voorstel inzake het verleenen van een
subsidie en een garantie ten behoeve van
de alhier te houden Vee- en Zuiveltentoon
stelling 1936 cn tot vaststelling van den des-
betreffenden begroolingsstaat.
De heer Romijn (v.h.) heeft bezwaar te
gen de positite van den directeur van den
Markt- en Havendienst als bestuurslid in de
Vereeniging. Wanneer de belangen van de
gemeente en de vereeniging niet parallel
loopen, dreigt er z. i. gevaar. Bovendien acht
spr. het juister den directeur uitsluitend te
benoemen als vertegenwoordiger van de be
langen der gemeente.
De heer Dc Ree de (c.h.) heeft bezwaar
tegen het toekennon van een subsidie, onge
acht de vraag of deze noodig is. De ge
meente behoort zich in deze niet vast te
leggen. Spr. stelt voor, voor dit jaar een sub
sidie te verleenen tot een maximum Van
f 3000 als dekking van een eventueel ver-
De heer Goslinga (a.r.) sluit zich bij
de heeren Romijn en De Reede aan. Spreker
mist verder een opgave, welke kosten er
nog meer voor rekening van de gemeente
komen, of heeft de gemeente geen kosten
meer? Herinnerend aan het ongunstige weer
verleden jaar, vraagt spr. waarom er geen
regenverzekering gesloten wordt.
De heer Lambert (r.k.) meent dat van
het vormen van een reserve door de vereeni
ging weinig komen kan, daar de begrooting
reeds sluit met een tekort van f 3000.
De heer Wilbrink (c.h.) sluit zich bij
den heer Romijn aan wat betreft de positie
van den directeur van Markt- en Haven
dienst. Wat het voorstel De Reede betreft
meent spr., dat dit voorstel niet kan ver
hinderen, dat de gemeente een verplichting
op zich laadt om ook voor volgende jaren
subsidie te verstrekken. Het voorstel van
B. en W. acht spr. beter. Dan kan een stam
kapitaal worden gevormd, waarmede de
vereeniging rekening kan houden bij haar
volgende plannen. Het geeft voor de ge
meente betere resultaten, daar een zekero
financieele onafhankelijkheid het particu
lier initiatief weer zal stimuleeren.
De heer Borgers (r.k.) juicht het voor
stel toe cn voelt niet veel voor het yoor-
stel-De Reeder. De begrooting is aan<le voor
zichtige kant.
De heer Valient goed (s.d.) sluit zich
aan bii den heer Wilbrink.
Wethouder Ver w e ij (s.d.) meent, dat de
gemeente alle pogingen om het marktwezen
tot bloei te brengen moet ondersteunen.
De positie van den directeur van den
Markt- en Havendienst ziet sbr. niet anders
dan een inschakeling van dezen tak van
dienst iu het bestuur. Daaraan zit geen en
kele financieele consequentie voor de ge
meente vast. Wel heeft de gemeente zoo
doende controle op de financiën. Het verlee
nen van deze subsidie, zooals B. en W. het
voorstellen, heeft de bedoeling mettertijd
van deze subsidie af te nemen, nadat de
Vereeniging eerst met behulp van deze sub
sidie op het paard is gekomen. Overigens
heeft de gemeente geen kosten ten behoeve
van de Vereeniging. Het punt assurantie
heeft een onderwerp van bespreking uitge
maakt; ook de x*egenverzekering heeft de
aandacht van het bestuur. Wat de begroo
ting betreft, dat zijn natuurlijk slechts voor-
loopige en benaderende cijfers.
De heer Romijn antwoordt spr., dat rechts
persoonlijkheid inderdaad wordt aange
vraagd.
De heer R o m ij n (v.b.) dient een voorstel
i om den directeur van den Markt- en Ha
vendienst ambtshalve aan te stellen als ver
tegen woord iger van de gemeente, als be
stuurslid met adviseerende stem.
De Voorz. zegt, dat B. en W. dit voor
stel overnemen.
De heer Wilmer (r.k.) waarschuwt
daartegen. Als de directeur slechts advisee
rende stem heeft, heeft hij veel minder in
vloed dan bij bet oorspronkelijke voorstel.
De heeren v. Eek en Bergers sluiten
zich hierbij aan, maar wethouder Verweij
heeft geen bezwaar tegen het voorstel-Ro-
mijn. omdat practisch de positie van den
heer Mennes geen andere is.
Het voorstel De Ilecde wordt verworpen
met 295 stemmen. Tegen: s.d.a.p. en de
heeren Wilmer. Wilbrink. Vos, Bergers, v. d
Reijden, Mandeis, Romijn, Rosmalen, Coster.
Tohé, Sclioncveld en Splinter.
Het voorstel-Romijn wordt verworpen met
1—6 stemmen. Voor de heeren Goslinga, v.
Stralen, de Reede, Romijn, v. d. Reijden en
Lombert. Het voorstel van B. en W. wordt
z.h.st. aangenomen.
Voorstel om, ten behoeve van de verbou
wing en uitbreiding van het Openb. Slacht
huis, alsnog een bedrag van f 100.000 aan
het bedrijf als kapitaal te verstrekken door
vaststelling van dc desbetreffende begroo-
tingsregelnigen.
De heer Lombert (r.k.) vraagt nadere
inlichtingen omtrent eenige duistere pun
ten. De Raad heeft indertijd f 300.000 gevo
teerd voor de verbouwing van het slacht
huis inplaats van de voorgestelde f 400.000.
Dit was in overleg met de directeuren van
slachthuis en gemeentewerken. Waarom is
thans het crediet overschreden? Welke
waarde kan men toekennen aan schetsplan-
nen? Van een ernstige voorbereiding is blijk
baar geen sprake. Ramingen zijn hier niet
groote bedragen overschreden. Het koelhuis
is afgekeurd en moet opnieuw verbouwd
worden. Waarom kon men pas in April van
dit jaar vaststellen met hoeveel de begroo
ting was overschreden? De Raad wordt ach
teraf voor een fait accompli gesteld.
De heer Goslinga (a.r.) zegt, dat het
prae-advies de indruk wekt, alsof het over
schrijden der ramingen dc fout is geweest
van spr. als voormalig wethouder der be
drijven. Spr. verdedigt zijn gevoerd beleid.
Toen spr. aan het bewind kwam, was de
toestand van het slachthuis zeer gebrekkig.
Er was toen echter reeds opdracht gegeven
om verbetering tot stand te brengen. Het
plan tot verbetering was een omvangrijk
werk. In 1933 bleek do voorloopigo raming
4 ton. De commissie voor het Slachthuis
schrok daarvan. B. on W. hadden tot taak
de financieele mogelijkheden in overeenstem
ming te brengen met de technische eischen.
B. en W. namen toen het volgend stand
punt in: wanneer de kosten de f 300.000 niet
to boven zouden gaan, dan zou geen nieuw
kapitaal behoeven te worden toegevoegd.
De heele commissie voor het Slachthuis is
daarmee accoord gegaan. Er is toen een
nieuw project van gemeentewerken inge
diend. Het bijgaande schrijven van den di
recteur van gemeentewerken is evenwel
niet bij de stukken te vinden. Waarom is
dat nu juist achterwege gebleven? In dat
project werden de plannen aanzienlijk ver
soberd, maar niettemin vond de directeui
van gemeentewerken het project nog zeer
acceptabel.
De raming van f 300.000 was niet zonder
eenige speling, want er was nog pl.m.
f 14.000 uitgetrokken voor de post onvi
zien. Spr. begrijpt niet dat de directeur
gemeentewerken kan schrijven, dat het plan
..zonder meer" met een ton is verminderd
en dat de som \an f 300.000 „een slag in de
lucht" was. Dat is absoluut onjuist. Er xs
wel degelijk een vereenvoudigd project ge
maakt. dat de vitale belangen van het slacnt
lr--s niet aantastte en de directeur van het
si. .hthuis was daarmee zeer ingenomen.
Daarna is in 1934 de fundeering aanbesteed
Al spoedig kreeg de commissie bericht, dat
het crediet met f 25.000 was overschreden.
B. en W. waren het onderling niet eens of
men deze overschrijding direct bij den Raad
zou aanvragen. De heer Splinter meende
echter dat beter gewacht kon worden, om
dat er misschien nog meer kon volgen. In
Mei 19:35 hebben B. en W. aan den directeur
van gemeentewerken reeds gevraagd om
zoo spoedig mogelijk op te geven wat de ver
foouwing zou kosten. Het heeft tot April 1936
geduurd voor dat dc directeur hierop ant
woordde. Spr. heeft hieromtrent vragen ge
steld. doch pas later is hem gebleken, dat
de directeur pas in April geantwoord heeft.
Thans is de begrooting met f 85.000 over
schreden en B. en W. accepteeren dat zon
der een woord van afkeuring. Zij stellen
een uitbreiding van het crediet met f 100.000
voor. daarmee het slachthuis belastend met
een nieuwe schuld van een ton.
De heer Manders (r.k.) brengt hulde
aan den heer Goslinga, omdat hij heeft ge
tracht te bezuinigen, maar aan den ande
ren kant brengt hij ook hulde aan de direc
teuren van het slachthuis en gemeentewer
ken. die zoo standvastig zijn geweest,
dat zij meenden, dat een dergelijke bezuini
ging niet in het belang der gemeente was.
Daarna wordt de zitting geschorst tot des
avonds 8 uur.
A V ON D ZITTIN C
De heer H e s s i n g (s.d.) kan niet zeggen
dat het betoog van den heer Goslinga ver
helderend heeft gewerkt. De heer Goslinga
heeft zich verdedigd met een aanval te
doen op de stukken en op Gemeentewerken.
Spr. meent echter reden te hebben tot ern
stige critiek op de wijze van voorbereiding
van dit plan. Het was eigenlijk geen plan,
maar een experiment en de aftrekposten
om te komen tot f 300.00 waren stuk
stuk een slag in de lucht Is wat de heer
Goslinga deed gezonde gemeente-politiek?
Spr. meent van niet Het doet spr. leed,
dat de heer Goslinga de schuld probeert af
te schuiven op een hem ondergeschikt amb
tenaar, wiens eenige fout misschien geweest
is, dat hij niet gezegd heeft: mijnheer ae
wethouder, u wilt gaan bezuinigen, maar dat
gaat niet. B. en W. wisten trouwens reeds
in December 1934, dat het crediet zou wor
den overschreden. Maar men vond het niet
noodig om den Raad in te lichten en de
heer Goslinga liet het zaakje aan zijn op
volger over en komt thans zelfs nog met een
interpellatie aan. Spr. zal overigens slechts
noode zijn stem aan dit voorstel geven. Het
is een onaangename verrassing en een be
wijs te meer, dat er een zuinigheid is, dia
de wijsheid bedriegt.
De heer De Reede (c.h.) merkt op, dat
de eerste lezing van de stuiken een onaan-
genamen indruk maakt. Het is ongelukkig
dat het zoo lang geduurd heeft, voordat
men met deze zaak bij den Raad is geko
men. Maar men moet niet overdrijven. Er
was een 4-tonsplan, omgezet in een 3-tons-
plan en dat laatste is toch 4 ton geworden.
Maar voor spr. staat het vast, dat het oor
spronkelijke 4-tonsplan ook aanmerkelijk
duurder zou zijn uitgekomen. Men was van
goeden wille, maar het wilde niet lukken,
omdat het geen nieuwbouw, maar een aan
bouw betrof met allerlei tegenvallers. Wan
neer B. en W. met een 4-tonsplan in den
Raad waren gekomen, zou dat ook een n
derheid hebben gevonden. Wij moeten de
partijen niet zóó hard vallen. Óvcrschrijdin-
gen zijn er wel meer geweest, maar hier
staan we niet voor een voldongen feit. Wie
de strop niet slikken wil, behoeft dat niet
te doen: dan wordt het werk niet afge
maakt. Spr. prijst de houding van B. en W.
en constateert nadrukkelijk, dat nergens van
kwade trouw sprake is.
De heer v. W e 1 z e n (comm.) zegt, dat
de heer Goslinga in deze een slecht finan
cier is gebleken. Hij keek alleen naar de
bezuiniging cn dacht niet aan de commer-
cieele consekwenties.
De heer Bergers (r.k.) spreekt van een
slachthuis-misère. De grond is, om te begin
nen, al zeer slecht. Het spijt spr., dat de
heer Goslinga met zijn interpellatie is ge
komen. Het is jammer, dat de Commissie
van Beheer geen kennis heeft genomen van
alle details. Fout is dat het werk niet is
aanbesteed. Dat had goedkooper uitgekomen
De heer Schone veld (a.r.) wenseht
meer concentratie bij de afzonderlijke aan
bestedingen.
Wethouder V e r w e y (s.d.) vindt 'de ver
dediging van het voorstel geen aangename
taak. Naarmate de bouw van de varkens-
slachthal zijn voltooiing naderde kwam
meer en meer de zekerheid dat het crediet
:ou worden overschreden. Men moest toon
•ekening houden met de mogelijkheid dat
ook de voltooiing van dc verdere aanbouw
meer geld zou kosten. Een andere mogelijk
heid was, dat de rest nog wel mee zou val
len. Thans is gebleken, dat dat laats e niet
het geval is. B. en W. zijn van meening, dot
het werk thans zoo spoedig mogelijk vol
tooid moet worden. Het heeft weinig zin
naar fouten te zoeken. De overschrijding van
het crediet is te wijten aan don aard van
het werk zelf. De bouw van slachthuizen is
geen dagelijksch werk. Bij de uitwerking
an het plan is gebleken, dat verschillende
werken, welke uit het oorspronkelijk plan
waren geschrapt, niet konden worden ge
mist. In de koeltechnische eischen. zoowel
als in de belangen der verbruikers moest
worden voorzien, terwijl de bodem buitenge-
oon slecht is gebleken. Verschillende spre
kers hebben naar een zondebok gezocht.
Dat is onjuist. Voor verwijten aan bepaalde
personen is geen enkele reden. Als er een
fout is gemaakt, is deze slechts deze, dat de
directeur van gemeentewerken niet direct
de opdracht om een ton te bezuinigen heeft
afgewezen. Een verwijt is Jjem daar echter
niet van te maken, omdat deze bezuiniging
niet was ingegeven door de gedachte aan
besparing van gemeentegeld. De Raad staat
niet voor een fait accompli: de Raad is vrij
om het gevraagde niet toe te staan cn het
werk onvoltooid te laten
Komende tot
de interpellatie-Goslinga
antwoordt spr. op de vragen, dat de nieuwe
arkensslachthal f 122.500 heeft gekost. De
slachthal wordt nog niet in gebruik geno
men, omdat de slagers zich daartegen ver
zetten, daar aan de hygiënische eischen nog
niet voldoende is tegemoet gekomen. Het ant
woord op de andere vragen spreekt aan het
voorstel van B. en W. voor zich zelf. Met
de aanbesteding van het verdere deel van
het werk zal zoo spoedig mogelijk worden
begonnen, nadat de Raad het overschreden
crediet heeft goedgekeurd.
Wethouder Splinter (c.h.) zet uiteen,
hoe het vereenvoudigde plan is tot stand ge
komen, waarbij onder den druk der bezui
niging begrijpelijkerwijze is geschrapt, wat
niet geschrapt kon worden. De heer Goslinga
heeft gezegd, dat niet alle stukken in de
leeskamer hebben gelegen. Welk verschil
zou dat gemaakt hebben? Spr. ziet in den
heer Goslinga geenszins de zondebok. Met
de vitale belangen van het slachthuis is bij
de versobering wel degelijk rekeuing gehou
den. De heer Goslinga heeft er direct op aan
gedrongen een suppletoir crediet van f 25.000
aan te vragen.
De heer Goslinga: Zeer juist!.Ik was
niet van plan oen dat zaakje op mijn op
volger af te schuiven.
Wethouder Splinter: Zeer zeker niet!
Spr. was het die zich daartegen heeft ver
zet, omdat de totale overschrijding nog niet
vast stond.
Spr. gaat daarna in details op de cijfers
van de ramingen in. Er is een overschrij
ding van f 91.500, de overige f 8500 zijn
aangevraagd op verzoek van den directeur
van het slachthuis, om de noodige herstel
lingen aan te brengen in het oude gedeelte.
Van die f 91.000 komen o.a. nog f 25.000 voor
rekening van de koeltechnische installatie,
zoodat het niet Gemeentewerken zijn, op
wier rekening de geheele overschrijving
komt. Wat voor rekening vaii Gemeente
werken komt is een som van f-: 26.000, dus
nog geen 10 pet, van dc oorspronkelijke
som van f 300.000.
Voor een fait accompli staat de Raad niet,
hoewel ibij niet afbouwing de vitale be
langen van het slachthuis dan zeer zeker
geschaad zouden worden. De heer Lombert
heeft het voorgesteld of B. en W. maar
willekeurig credieten overschreden. Maar
sinds 1 Jan. 1934 is aan groote werken toe
gestaan een bedrag van f 1.126.310, daar
van is de raming overschreden uiet
f 4020; doch daartegenover staat, dat in
totaal van die millioen een som van
f 110.929 is overgehouden. Slechts in twee
vallen is de raming overschreden in be
trekkelijk belangrijke mate. nl. bij den
bouw van het polderbureau in 1927 en bij
den bouw van de H. B. S. voor Meisjes
De heer Wilmer (r.k.) constateert twee
feiten, nl. dat er geen cent wordt uitgegeven
bij den bouw van het slachthuis, die niet
verantwoord is, en vervolgens, dat dit ver
loop van zaken de gemeente geen schade
heeft gedaan; integendeel voordeel. Want
als het oorspronkelijke plan was uitgevoerd,
had het ons meer dan 4 ton gekost Thans
kost het ons niet meer dan 4 ton. zonder
dat aan het slachthuis eenige schade is be
rokkend.
De beer Goslinga (a.r.) protesteert te
gen het betoog van den heer Hessing, die
zeide ernstige critiek op de voorbereidin
te hebben. Doch de heer Hessing heeft geen
kennis kunnen nemen van alle stukken, zoo
dat hij niet op de hoogte was. Beleedigend
acht spr. de insinuatie alsof spr. de strop
aan zijn opvolger heeft willen overdoen.
Dat is ten eenenmale in strijd met de fei
ten. Tegenover den heer Bergers betoogt
spr.. dat ook een oud-wethouder zijn woord
niet behoeft te houden. Des Pudels Kern ls
dat de directeur van Gemeentewerken niet
direct gezegd heeft: dat kan niet Dan was
er van het 3-tonsplan niets gekomen. Maar
in ieder geval heeft spr. toch de belangen
van de gemeentelijke schatkist gediend.
Wat de commercieele zijde betreft, het is
juist een goed beleid om de kapitaalslas-
ten van een bedrijf zoo laag mogelijk te
houden. Spr. vraagt ten slotte aan den wet
houder. of die f 8500 voor het opknappen
van de oude gebouwen nu wel noodzake
lijk zijn.
Wethouder Splinter (c.h.): Als het niet
noodig is, wordt dat geld niet besteed.
Den lieer Hessing (s.d.) heeft noch het
betoog van den heer Goslinga, noch dat van
de beide wethouders bevredigd. Het was
niet zijn bedoeling den lieer Goslinga te be
schuldigen, dat deze willens en wetens de
strop aan zijn opvolger wilde overdoen. Spr.
bedoelde slechts, dat de heel* Goslinga, die
van de zaak geheel op de hoogte was, niet
had moeten in erpellecren. Wanneer een ere
diet in zoo belangrijke mate is overschre
den, heeft de voorbereiding niet gedeugd,
dat is zoo klaar als een klontje. Dit liad
en moeten voorzien.
We houder Splinter (c.h.)Dat kan
niet altijd
De lieer Hessing (s.d.) kan niet Inzien,
dat de gemeente nog voordeel heeft, gehad.
Als deze zaak degelijker was voorbereid,
dan zou de gemeente voordeel hebben ge
had.
De heer De Reede (c.h.) protesteert.
nat dc heer Hessing zijn verlies nemen.
Ilij is door zijn eigen wethouder gediskwa
lificeerd en toch pleit hij nog voor een
verloren zaak.
Wethouder Verweij (s.d.J stelt prijs op
behoud van de f S.500, omdat er nog eenige
verrassingen kunnen opduiken, terwijl het
college niet meer zal besteden dan absoluut
noodzakelijk is.
Hert, voorstel wordt z.li.s. aangenomen.
Loonen in werkverschaffing
De heer Snel (s.d.) krijgt thans gelegen
heid om zijn vragen te stellen, die als volgt
luiden:
le. Is het juist, dat door den Minister van
Sociale Zaken de uurloonen in de werkver
schaffing binnenkort met twee cent per
uur zullen worden verlaagd?
2e. Indien bovengenoemde vraag bevesti
gend wordt beantwoord, willen B. on W.
den Raad dan mededeelen, welke redenen
den Minister tot bovengenoemde verlaging
hebben doen besluiten?
3e. Zijn door B. en W. bij den Minister
nog pogingen gedaan om dit besluit in te
trekken?
4e. Indien vraag 3 bevestigend wordt be
antwoord, welk antwoord is dan door den
Minister liierop aan B. en W. gegeven?
5e. Indien vraag 3 ontkennend wordt be
antwoord, zijn B. en W. dan niet van mea
ning, dat alsnog tegen dit ibcsluit bezwaar
moet worden gemaakt?
Wethouder Van Stralen (s.d.) ant
woordt:
Ad. 1. De Minister van Sociale Zaken deel
de bij schrijven van 27 April 1936 aan B. en
W. mede, dat hij had besloten het uurloon
in de werkverschaffing terug te brengen tot
38 cent
Als overgang werd het uurloon ingaande
11 Mei bepaald op 39 cent, terwijl ingaande
1 Juni het loon op 3S cent werd gesteld.
Ad 2. De Minister achtte handhaving van
dc norm van 40 cent niet verantwoord, zulks
met het oog op de werkelijke loonen
in het vrije bedrijf en mede gelet op het
geen hij werkverschaffing in andere ver
gelijkbare gemeenten wordt betaald.
Ad 3. Het college van B. en W. 'beslont
in meerderheid geen pogingen te doen bij
den Minister om zijn besluit in te trekken.
Vraag 4 kan in verband met het ant
woord op vraag 3 onbeantwoord blijven.
Ad 5. De meerderheid van B. en W. blijft
van meening, dat er geen aanleiding bestaat
om alsnog tegen het besluit van den Mi
nister bezwaar te maken, terwijl de minder
heid van oordeel is. dat x*oor de verlaging
van het uurloon geen voldoende motief aan
wezig is, om welke reden zij het gewenscht
blijft achten bezwaar daartegen bij den Mi
nister in te dien.
De heer Snel (s.d.) betreurt het, dat
on W. geen pogingen hebben aangewend om
den Minister tot andere gedachten te bren
gen, mede in verband met den aard van het
werk. Spr. dient een motie in dat B. en W.
alsnog ibij den Minister zullen aandringen
om de loonen vast te stellen op 40 cent
per uur.
Do heer Romijn (v.b.) merkt op, dat
deze verlaging al lang in de pen was, zoo
dat de Leidsche werkloozen nog van geluk
mogen spreken, dat de verlaging zoo lang
is uitgebleven. Spr. vraagt of de wethouder
nog altijd zijn standpunt handhaaft inzake
den aanleg van sportvelden in do Leidsche
Hout in werkverschaffing.
Wethouder Van Stralen (s.d.) zegt,
dat de minderheid in het college eveneens
dc vermindering van het uurloon betreurt.
Spr. meent, dat eenige kans op succes bij
stappen te Den Haag niet is uitgesloten. Op
dit moment heeft spr. bezwaar om mee te
werken aan werkverschaffings-objecten, wan
neer de loonen lager zijn dan 40 cent.
Spr. behoudt zich zijn eindstandpunt nog
voor. Namens de meerderheid ontraadt spr.
het voorstel-Snel, maar namens de minder
heid beveelt hij het aan.
De voorzitter merkt 'op, dat de wet
houder zeer weinig recht heeft doen weder
varen aan het standpunt van de meerder
heid in het college, hetgeen toch zijn plicht
is, zij het dan een niet aangename plicht.
Het voornaamste argument van de meerder
heid was, dat de raad in deze kwestie geen
uitspraak kan doen. Dat hoort in de Tweede
Kamer thuis. Van een interventie in den
Haag verwacht spr. geen enkel resultaat.
De heer Tobé (RK.) heeft geïnformeerd,
dat de eerste ploegen een gemiddeld loon
van 41.8 cent per uur hebben verdiend.
De heer v. Weizen (CP.) zegt, dat niet
tegenstaande het cijfer van den heer Tobé,
het loon in de werkverschaffing gedaald is,
is dat hot gevolg van een abnormale krachts
inspanning. Dat is geen argument, om niet
Agenda
Vrijdag, 26 Juni, Leidsche Duinwatermij,
11.30 uur v.m., Alg. vergadering van aan
deelhouders.
Vrijdag, 26 Juni. Stadsgehoorzaal (foyer),
8 uur, 151ste Algemeene vergadering Genoot*
schap Mathesis Scicntiarum Genitrix.
bij don minister aan te dringen op herstel
van het tarief van 40 ct. Verwachtingen
heeft spr. daarvan niet, doch dergelijke uit
spraken van de gemeenteraden moeten z.i.
toch eenige invloed oefenen op den minister
Z.i. moeten de organisaties de steeds verder
gaande loonsverlaging niet accepteeren.
De heer Sclioneveld (A.R.) had gaar
ne in cijfers gezien, welke loonen werkelijk
verdiend zijn in de werkverschaffing. Do
heer Tohé heeft er reeds op gewezen, dat dit
loon gemiddeld niet zoo laag is. Dit heeft
reeds een jaar geleden de aandacht, getrok
ken. Thans heeft men moeten constateeron
dat deze loonen inderdaad uitgaan boven
de. loonen voor ongeschoolde arbeiders in
fabriekmatige bedrijven. Of deze loonen vol
doende zijn, is een andere kwestie, maar
werkverschaffing is nu eenmaal een vorm
van steun en daarvoor zijn wij gebonden
aan de rijksbepalingen voor de steun. Daar
om is spr. overtuigd dat eventueclc stappen
te den Haag geen resultaat zullen hebben.
De heer Wilbrink (c.h) bétreurt hot,
dat de minister de loonen heeft verlaagd
tijdens de duur van de werkzaamheden.
Maar adi'esseercn; heeft geen zin, omdat
deze loonsverlaging niet alleen voor Leiden
geldt. De verlaagde loonen zijn inderdaad
meer in overeenstemming met het loonpeil
in het vrije bedrijf dan de heer Snel het
heeft voorgesteld.
Wethouder v. Stralen (s.d) meent, dat
hij 't standpunt van de meerderheid, hoe
wel sober, maar toch juist heeft weergege
ven. Bij de vergelijking met de loonen iu
het vrije bedrijf moet men niet vergeten,
dat zij,, die regelmatig werk hebben, er al
tijd beter aan toe zijn, dan zij die slechts
korten tijd in werkverschaffing werken.
Spr. geeft toe, dat een hooger bedrag dan
38 ct. per uur kan wordlen verdiend. Het
gemiddelde loon per week is ƒ20.61, het
hoogste loon is 22,85, het laagste 18. Het
is ook spr.'s meening, dat een eventueel
adres" aan den minister geen resultaat zal
hebben, maar desniettemin is spr. van
meening, dat de raad toch zijn bezwaren
ter kennis van den minister moet brengen.
De Voorzitter wijst er nog op, dat
do meerderheid van het college tot haar
besluit om geen stappen te doen is geko
men, mede in verband met de cijfers om
trent dc loonen in het vrije bedrijf.
De heer v. Eek (s.d.) meent dat d» raad
z.i. mede-verantwoordelijk Js voor de hon-
gerloonen in de werkverschaffing, wanneer
er niet geadresseerd wordt. Ook als vasli
staat, dat de minister er zich niet aan
stoort, behoort de raad' z.i. toch te protes-
teeren tegen loonen, die liggen beneden
het ethisch minimum. Zoo genomen heelt
een raadsuitspraak toch z'n beteekenis.
De heer Romijn (v.b) stelt hier tegen
over, dat het steunbedrag nog altijd ligt be
neden het werkverschaffingsloon, terwijl
de socialistische bonden nog altijd een con-
tributié heffen zelfs van dat lage steun
bedrag.
De heer Wilmer (r.k.) is van meening,
dat de loonen inderdaad laag zijn. Protes-
tecren heeft echter geen waarde.
De heer v. Eek (s.d.)Heeft een) morele
uitspraak dan geen waarde?
De heer Wilmer (r.k): Een dergelijke
moreele uitspraak hoort niet thuis in den:
raad. Wanneer wij ons terrein verlaten, be
oefenen wij geen gezonde democratie, De
argumentatie van den heer v. Eek werkt
op het gevoel, maar is niet in overeenstem
ming imct het nuchtere verstand. Als wij
werkverschaffing aanvaardlen, zijn wij met'
handen en voeten gebonden aan de rijks*
loonen.
De heer Bergers (r.k) betreurt het,
dat de loonen thans verlaagd zijn, want
hoe dieper men komt, des te zwaarder
wordt het werk. Met het voorstel-Snel, zoo
als het nu luidt, kan spr. niet meegaan.
De heer v. E c k (s.d) erkent, dat het op
de eerste plaats het. werk van de Tweede
Kamer is. om den minister te beïnvloeden.
Maai' daarnaast kunnen toch ook de ge
meenten hun stem laten liooren, omdat zij
zooveel dichter staan bij de menschen.
Het voorstel-S n e 1 wordt aangenomen meC
17 tegen 16 stemmen.
Voor: de S.D.A.P. en de heeren v. Weizen,
Vos en Bergers.
OC OVERLADEN AGENDA
Het is inmiddels half 12 geworden en de
agenda is nog lang niet afgewerkt.
Aan de orde komt thans de interpellatie-
v. d. Voor't, doch verscheidene leden drin
gen aan op beëindiging van de zitting.
De heeren Wilmer (r.k.) en v. Eek'
(s.d.) wijzen erop, dat de tactiek vpn B. en
W. om langen tijd er over heen te laten
gaan alvorens een raadsvergadering wordt
uitgeschreven, een overladen agenda ten
gevolge heeft en stellen voor om weer om
ae 3 weken te vergaderen.
De Voorz. wijst erop, dat ook een lange
agenda best afgewerkt kan worden als de
raad wat minder uitvoerig is in zijn debat
ten.
De heer v. d. Voort wil in ieder geval
dat zijn interpellatie nu nog behandeld zal
worden, doch de raad heeft er genoeg van
en het voorstel om eerst de inferpellatie-
v. d. Voort nog af te maken, wordt verwor
pen met 2111 stemmen.
Daarna sluiting.
Zend
deze
coupon
Aan het Bureau van de Nieuwe Leidsche Courant,
Breestraat 123 Leiden
Hiermede verzoek ik in te schrijven als abonné op ons wad voor minste-
met gratis toezending van de bladen tot 1 Juli a.s.
NAAM:
NAAM: De aanbrenger (ster)
ADBES:
Kwartaal
ADRES:
Doorhalen wat niet verlangd wordt