Patriotten en Prinsgezinden te Voorburg
Trins Willem V
Bij het doorbladeren van een oud pamflet getiteld
„Voorburgh's korte gedenkzuil wegens de eerste
aldaar opgerichte opregle vaderlandsche sociteit
ten platte lande", van C. Siliakus, gedrukt in 1789,
.vond ik zulke aardige bijzonderheden over den
strijd tussehen Voorburgsche patriotten en prins
gezinden, dat ik besloot deze aan de vergetelheid
te ontrukken. Nu, na bijna IVfe eeuw, mogen hier
wel eens de namen worden afgedrukt van hen, die
hun Oranjevorst, ook in dagen van tegenspoed,
trouw bleven en daarvoor have en goed in de
waagschaal stelden.
Het is allen wel bekend, hoe door den oorlog met
Kngeland, die in 1781 voor ons op onfortuinlijke'
wijze eindigde, de gemoederen in ons land werden
opgezweept en de verbittering zoozeer toenam, dat
Brunswijk, de raadsman van stadhouder Willem
V, het veiliger achtte de wijk naar het buitenland
te nemen. Diens fouten werden nu Oranje aange-
Jn Holland begonnen de patriotten, die den stad
houder een hevigen haat toedroegen, zich reeas
danig te roeren en ging men over tot het oprichten
van vrijcorpsen of exercitiegenootschappen. Tal
rijke verboden werden afgekondigd, zooals het
roepen van Oranje boven!, het ten gehoore bren
gen van het Wilhelmus enz. Ofschoon de naburige
dorpen Leidschendam en Veur zich schaarden
onder het commando van den patriot Prijn, bleef
het in Voorburg nog eenigen tijd tamelijk rustig.
De oneenigheden, die weldra ook Voorburgs in
gezetenen verdeelden, waren echter spoedig de
oorzaak, dat men in September van het jaar 1786
van patriottische zijde overging tot de oprichting
van een exercitiegenootschap, onder de spreuk
van „rust en vrijheid beschermen wij", waarop de
prinsgezinden onder aanvoering van den boekver-
koopcr Siliakus besloten een burger-exercitiege
nootschap op te richten onder de zinspreuk:
„Een burger min mot trouw gepaard,
Geeft zeegen, vreden op deez' aard".
Dit laatste gezelschap kwam 's avonds driemaal
per week bijeen in de schuur van hun leider. Het
eerste geschil van eenige beteekenis deed zich
voor toen de prinsgezinden op den tweeden Kerst
dag voor de uit Den Haag en Delft 6amenge«
stroomde menigte wilden exercecren en daarvoor
het naastbijgelegen land, genaamd Oranje-lust
hadden gekozen. Onder de toeschouwers bevonden
zich de schout van Waddinxveen en de gewezen
subst. secretaris van Rijnland De Pecker, die de
onvoorzichtigheid hadden begaan om, getooid met
zwarte cocardes op het oefenveld te verschijnen!
Zooals vanzelf spreekt werd daar aanstoot aan
genomen en kregen de heeren van verschillende
zijden scheldwoorden naar het hoofd geslingerd:
de couranten bemoeiden zich met het geval en de
"baljuw Pachensteckcr kwam in Voorburg een on
derzoek instellen. In de herberg De Zwaan vond
het verhoor plaats.
De Gecommitteerde Raden vatten het geval ernstig
op. Zij gelastten het gerecht van Voorburg om toe
te zien dat voortaan gccnerlci publieke bijeenkom
sten of exercitiën door het burgergezelschap wer
den gehouden, waarna, den llen Januari 1787 het
bevel afkwam „geen andere exercitie-genootschap
pen ten platten lande te dulden dan die speciaal
onder Hunne Ed. Groot Mogende resolutie van den
7 September 17S6 waren, of gecomprehendeerd
werden". Deze resolutie verbood natuurlijk het
voortbestaan van het burgergenootschap, terwijl
het exercitiegenootschap: „rust en Vrijheid be
schermen wij", daardoor protectie verkreeg.
In navolging van Rotterdam besloten Siliakus en
zijn aanhangers een sociteit op te richten; na ver
schillende besprekingen en na advies te hebben
ingewonnen bij den advocaat Mr. Willem Bil-
er dijk te 's-Gravcnhage gingen zij den eersten
Maart 1787 over tot de oprichting van deze „op-
regte vaderlandsche sociteit", niettegenstaande
alle bijeenkomsten van het genootschap ten
strengste waren verboden. De directie bestond uit
de heeren Siliakus, J. van Dort en M. van Tol.
Intusschcn wonnen de patriotten in Holland, na
het vertrek van den prins, die in Gelderland ging
wonen, meer en meer veld. Zij verdreven de aris
tocratische regenten in verschillende steden uit
de vroedschappen, maakten zich zelf van het be
wind meester en stuurden het er op aan, dat ook
de meerderheid der Staten van Holland democra
tisch werd. Daarna werd de prins geschorst als
kapitein-generaal van de door Holland betaalde
troepen, welke nu met vrijcorpsen langs onze
grenzen werden samengetrokken.
Zinncprent opliet
herstel van Wil
lem V in lijn
waardigheden on
der bescherming
van den Pruist-
tchen adelaar.
door Chr. van den Berg
Een vliegend leger
Do tijding van de komst van zoo'n „vliegend
leger" bracht in Voorburg groote ontsteltenis
teweeg. In allerijl zóchten de prinsgezinden een
veiliger bergplaats voor hun papieren, omdat to
verwachten was, dat de plunderzieke benden deze
niet met rust zouden laten. Den 19en Augustus
1787, des middags half drie trok een legertje, met
kanon en proviandwagens toegerust, Voorburg
binnen. In den beginne verliep alles naar wcnsch
en deden zich geen incidenten voor, maar tegen
den avond kwamen de patriotten, die hun bivak
buiten het dorp hadden opgeslagen, opzetten. Zij
drongen scheldend en tierend de huizen van de
Oproer te Voorburg
burgers binnen, plunderden en roofden naar har
telust, bedreven allerlei baldadigheden en ontza
gen geen middelen om aan wapenen en kruit te
komen, dat in voldoenden voorraad bij de prins
gezinden was opgeslagen. Vele malen stormden
de troepen de Vaderlandsche Sociteit binnen,
gooiden alles overhoop, scheurden de couranten
aan stukken en wierpen de princekommetjcs
kapot. Bij het huis van den schepen Van Tol
tevens directeur van het burgergenootschap ge
komen, oischte men geweren. Toen daar niets to
halen viel, werd Van Tol meegevoerd naar het
kamp. Vóórt ging het weer; ditmaal om den sche
pen Munts in zijn woning te overrompelen, en
hom geweren af te persen. Ook Siliakus, wiens
vrouw en kinderen reeds dien morgen waren uit
geweken, moest, toen hij 's middags in het dorp
terugkeerde, evenals zoovele anderen redding in de
vlucht zoeken. Een mede-lid van het burgerge
zelschap waarschuwde hem, dat er wel 30 lieden
zijn huis rammeiden, omdat zij van plan warca
den eigenaar op te hangen.
Een opsomming van andere en dergelijke geweld
dadigheden zou eentonig worden; daarom zulien
we het hierbij laten.
Wanneer de troepen zijn vertrokken is niet be
kend. Langen tijd kunnen zij evenwel niet geter
roriseerd hebben. Nog in 1787 rukte de Pruisische
koning Frederik Willem II ons land binnen, welke
inval een algehcele omwenteling in de hand
werkte.
De patriotten ontwapend
In Voorburg zegevierden de prinsgezinden op Dins
dagmiddag 18 September 1787. De vlag werd op
den kerktoren gchcschon en wapperde vroolijk
terwijl het vluchtende voet- en paardevolk uit
Gorcum voorbij trok; de prinsgezinde sociteit
opende 's avonds weer haar deuren. De daarop
volgende dagen was men druk in óe weer om do
pariottcn to ontwapenen wat in tegenstelling
niet andere plaatsen zonder ongeregeldheden ver-
Vervolgens vertrokken verschillende leden van de
sociteit vergezeld van den officier G. van Donse
laar die het bevel voerde over 9 ruiters naar de
naburige dorpen om daar de helpende hand te
bieden bij het ontwapenen van patriotten. Een
groote hoeveelheid kruit, scherpe patronen, ge
weren, een trom, een vaandel en twee kanonnen
294
Exercitie-genootschap in den Patriottentijd
werden op hun tocht door Leidschendam, Veur,
Voorschoten, Zoctermcer, Nootdorp en andere dor
pen, buitgemaakt.
Op Donderdag 29 September brak het lang ver
wachte oogenblik aan van den terugkeer van den
stadhouder. Er waren ccrebogen opgericht, en
vlaggen uitgestoken teneinde den stadhouder met
groote feestelijkheid te ontvangen. Tevoren had
Siliakus geschreven of Zijne Hoogheid Voorburg
óe eer van oen bezoek wilde aandoen.
Het was te betreuren, dat do meeste gewapende
lieden in de omliggende plaatsen vertoefden, en
het aantal der achtergeblevenen geen groot mili
tair vertoon mogelijk maakte. Desniettemin plaat
ste Siliakus zich met twee man aan het Oosteindo
van Voorburg om den vorst te begroeten en dezen
tot voor de sociteit te begeleiden.
Prinses Wilhelmina van Pruisen arriveerde 24
September. Op dien dag waren de leden van do
„Opregte vaderlandsche sociteit" voltallig. Een
100-tal beschikte over wapenen, die zij op de pa
triotten hadden veroverd. Toen de prins 's mor
gens het aorp doortrok om zijn gemalin tegemoet
te rijden stonden de manschappen in het gelid;
het geweer gepresenteerd, het vaandel gestreken.
Do vrouwen en meisjes maakten zich gereed om
den stadhouder met bloemen te huldigen, doch
deze weerde hen vriendelijk af zeggende: „Be
waart Uw bloemen, straks komt de prinses."
Daarna zorgden de manschappen voor de afzet
ting van den weg, die het prinselijk echtpaar zou
nemen en stelden de tamboers en pijpers zich te
genover het gebouw van de sociteit op, terwijl
vóór hot huis de twee buit gemaakte kanonnen
werden geplaatst.
Zoodra Siliakus, die met eenige gewapende bur
gers, tamboers en pijpers aan het Oosteinde, een
cindweegs buiten het dorp had postgevat, de na
dering van het doorluchtig paar vernanl, mar
cheerden hij en zijn mannen naar het dorp om na
aankomst van het rijtuig de stoet met slaande
trom tot aan de sociteit te escorteeren.
Met vele eerbewijzen werden de vorstelijke perso
nen ingehaald; de veroverde kanonnen donderden
en braakten vuur en vlam; salvo's na salvo's
barstten los.
Wat Siliakus schreef
Siliakus schreef hierover:
„Groot was de vreugde geweest bij de aankomst
van Zijne doorluchtige Hoogheid; thans was het
niet minder. Hoezees deaen de lugt daveren,
traanen van vreugde biggelden van de wangen,
vrouwen, vrijsters en maagden kwamen met hun
cierlijk gevlogte en met bloemen en palm gevulde
schalen, en zoo instrooyende 's lands wederom
verkorene voedstervrouwe, zoo dat paarde en
tuigen, evenals van een koninklijke bruid gecierd
Voorburgs bodem verlieten en de trompetten het
Te Middelburg werd het nieuwe beeld van Karei V na plaatsing in een der torens van het fraaie stad
huis, onthuld door den Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland. Het oogenblik der onthul
ling, waarbij de Burgemeester en het voltallige gemeentebestuur aanwezig wareiu
zoo lang met geweld onderdrukte lieffelijke Wil
helmus deed hooren."
Nieuwe onlusten
Men denke niet, dat de terugkeer van den sfacj.
houder onmiddellijk een einde aan de twisten
maakte. Met de intrede van den Sen October liet
de gecsel van de binnenlandsche twisten zich ook
in Voorburg voelen. Op dien dag zouden de leden
van de oprechte vaderlandsche sociteit, benevens
de hoofden van den burger krijgsraad, allen „en
corps" zijne Excellentie Graaf van Bentinck, Heer
van Rhoon etc. gaan complimenteeren en was
Voorburg zonder bezetting. Een troepje soldaten
uit den Maag, zeven man sterk kreeg onder het
drinken van eenige flesschen wijn in de herberg
de Zwaan ruzio met den knecht van den herber
gier, die in een vlaag vdn woede het ongeluk bad
een hunner te dooden en enkelen te kwetsen. Do
bevolking wijsmakende, dat deze moord goeds
moeds was bedreven, terwijl hot slachtoffer nog
wel op de gozondheid van Zijne Hoogheid dronk,
wisten de vreemdelingen den partijhaat dusdanig
Mr. W. Bildcrdijk, die de Voorburgsche Prinsge
zinden van advies diende.
aan te wakkeren, dat de gemoederen van velen
werden verhit en een algemeene plundering in het
dorp volgde, die eerst ophield, toep de prins een
commando ruiters uit het Ilaagsche garnizoen,
onder overste Lynden van Hoeflaken zond, met
order en last alle plunderingen te weren en ge
weld met geweld te koeren.
Op deze gebeurtenissen volgde een periode van
rust, tijdens welke de prinsgezinden ter gelegen
heid van de heroenking van 's prinsen geboorte
dag op ondubbelzinnige wijze uiting gaven van
hun gevoelens jegens liet Oranjehuis. Den Sen
Maart van het jaar 1788 had men vóór do sociteit
een are de triomphe opgericht, terwijl tegenover
het raadhuis mede een fraaie eerepoort met latijn-
sche spreuken prijkte. Ilct dorp verkeerde bij dezo
gelegenheid in een ware feeststemming. Overal
had men gewedijverd in het aanbrengen van ver
sieringen en illumination. Van de verlichte bui
tenplaatsen muntte Hcldenburg vooral bijzonder
uit.
Dien dag waren de dagen van onrust vergeten, do
partijschappen en onderlinge verdeeldheden ach
ter den rug, oe ketenen, welke men den Oranje-
gezinden had willen opleggen, verbroken. Stralend
Stond daar do machtige eerezuil, als ware zij een
symbool van bevrijding van het Voorburgsche
volk, welks govoelen toch wel hot best werd ver
tolkt door dc spreuk Post Nebula Phoebus
Na regen komt zonneschijn.
Hooge hoed als microfoon
De radiomedewerkor van dc „Daily Herald" maakt
melding van het laatste snufje op radio-gebied,
een miniatuur-zendstation, dat verborgen is in een
onschuldig uitzienden hoogon hoed. George Hicks,
de populaire omroeper van de National Broad
casting Corp. hcctt men onlangs met een dame
en iheer zien flanecren langs park Avenue.
Voortdurend waren zij in gesprek en ieder woord
werd per radio verspreid. Het eigenaardige aan
den hoed is een vreemdsoortig garneersel aan een
zijde, zoomede een klein stokje. De zonder met drie
eiikeivormige lampen, werkt op een golflengte van
1 M. en werkt betrekkelijk weinig.
Het verspreidingsgebied van deze wandelende
radiostations is een kwart mijl en een speciale
wagen bevindt zich binnen dezen afstand van den
drager van don hoed. Daar worden de mededee-
lingcn opgevangen en heruitgezonden naar Radio
City, vanwaar de uitzending voor het publiek
geschiedt.
De omroepers in de Vereenigdc Staten schieten op
6traat willekeurige voorbijgangers aan, die men
naar hun meening over eon of andere kwestió
vraagt. Elders durft men dat nog niet aan. Er is
misschien wat voor te zeggen
295