Veivolq veilig
Jr
m
m
a
m
PI
C *-J
i
B
i
m
1
p
11
0
II
El
A
S
0
i
0
iSS
f
li i
m
i
A
m
WM
i
Si-
z
m
k
Het aanzoek van
Dorus de Dunne
door C. Key
(Slot)
Dit bevestigen wij beiden. Met kennersblikken
naar 't gordijn, waarachter de ruit is, die de
regen trotseert.
Dorus knikt de pauze vol.
Gelukkig is het geen lange pauze.
Jk deel mee, dat 't thuis goed gaat.
En 'k breng de groeten over, die 'k in 't begin
van m'n diensttijd al voor hen heb meegekregen.
Mee, Dorus woont in Amsterdam.
Als de thee klaar is, en Riek nu en dan steels-
gewijze naar de klok kijkt, merken we op. dat
we óók naar de vergadering van 't jeugdverband
gaan.
Kijk, dat treft nou goed, zie je. We kunnen dan
zoover met Riek meeloopen. 0, zijn we óók op de
fiets? Prachtig: dan fietsen we.
Zoo gaan we dan even later gedrieën door 't dorp.
Dorus in 't midden. Riek rechts.
Het motregent nu.
Als we de hoek van de Grintweg omzwenken, blijf
ik wat achter.
Kr is een luifel. Daaronder staan heel wat jonge-
Dorus praat heel geanimeerd met Riek en groet
o, wat een tooneelspeler! heel achteloos naar de
groep.
Jk zie in 't voorbijgaan geen enkel meisje, dat
kenbaar is als Dorus' uitverkorene.
Nu was het ook wel wat donker.
Ze zal wel gebloosd hebben
Naast 't gebouw is een fietsenstalling.
Door een zij-ingang gaan we binnen.
We zoeken een plaats middenin.
Riek komt aan Dorus' rechterhand te zitten.
Jk troon aan z'n linker.
Aan de amlpre zijde van 't voetpad, een paar
rijen achter ons, zit Geertje.
Dit concludeer ik uit de draaiing van Dorus'
hoofd, en z'n houding, half omgewend.
Met Riek onderhoudt ie zich zoo onbevangen, als
■waren ze zeer intiem.
Dorus is me een raadsel.
Jk tracht me in te denken, wat Geertje nu be-
piekertEn ik loop vol van een wijd mede
lijden met haar, die nu zoo wreed wordt gepijnigd.
Ofzou Dorus haar onverschillig zijn?
De vergadering wordt op de gebruikelijke wijze
geopend.
Kn op de gebruikelijke wijze voortgezet.
Het onderwerp is zeer leerzaam.
Het wordt zeer populair behandeld.
De geachte spreker laat geestdrift oplaaien in de
harten van de geachte aanwezigen.
Maar ik luister niet. M'n gedachten zijn er tus-
schen uit. Ik laat de teugels slap hangen.
Jk rijd over 't podium vooraan. En over meisjes
mutsen in allerlei kleuren. Over raagbollen en
pomade-gladden, waar veel slip-gevaar is.
„Klinkerwegen!" denk ik. Een plaatje uit de krant.
Het is heerlijk op zoo'n los paardje te pikeuren.
Zonder vrees of blaam.
Als de rede op 't eind loopt, wordt de spreker
kwaad. Hij is vuurrood en geeft een dreunende
boenk op z'n lessenaar.
En dan is de rede uit.
Ik zucht van ontspanning.
De vergadering wordt op de gebruikelijke wijze
voortgezet.
Ook op de gebruikelijke wijze gesloten.
Buiten koelt de wind onze verhitte gezichten.
Het is droog. Onze fietsen halen we.
Dorus' band staat leeg.
En we hebben geen pomp.
„De moeder van Riek zou misschien ongerust
worden, als we zoo laat kwamen," suggereer ik.
Dus breng ik haar maar alleen weg..
Dorus gaat onder een lantaarn staan, 'n eindje
van 't gebouw af.
Hij morrelt aan z'n ventiel.
Dit draait hij los en weer vast. Een keer of vijf.
Tegelijk kijkt ie naar de voorbijgangers, ntfet een
half oog, maar met zwaar-gespannen opmerk
zaamheid.
Zou ze loopen, of óók op de fiets zijn?
Die meisjes lijken allemaal op mekaar, als ze ge
hoed en gemanteld over straat gaan.
En hij wist niet, wat voor mantel ze aan zou
hebben. Hij kende wèl d'r Zondagsche, die was
groen met een bruine bontkraagDaarstraks
had ie er niet op gelet.
Dan, ineens, is ze daar.
Ze is van de fiets gesprongen, vóór ze zelf goed
weet, wat ze doet.
„Is uw band lek, meneer?'1 vraagt ze, hulpvaardig.
„Ik heb een pomp bij mcl"
„O, dank u wel, juffrouw," zegt Dorus. Hij pakt
de pomp aan en pompt, rood van inspanning, en
diep voorover gebogen.
Geertje kijkt maar zoo'n beetje.
De band is gelukkig niet lek. Hij wordt tenminste
hard.
Wat geen wonder is, daar Dorus voor de aanvang
der vergadering zélf 't ventiel heeft losgedraaid.
Als de band hard is, bedankt Dorus nog eens.
En natuurlijk brengt hij haar, als tegenprestatie,
thuis. Hij vraagt het wel héél netjes, die Dorus.
„U zult me zeker wel willen toestaan, ch
juffrouw, dat ik zoover met u meerijd?"
Ze staat het toe.
Gcertje's moeder is gelukkig niét gauw ongerust.
En er zijn veel wegen, die naar Geertjes huis
leiden.
Niet allemaal wen kort.
Maar wel allemaal te kort naar hun zin.
Als ze bij hui6 afstappen, geeft Dorus haar ceil
hand en zegt: „Nou, tot morgen dus, Geertjel"
Het is donker.
Dus zie je niet, hoe rood ze allebei zijn.
Maar wel zouden alle klanten van bakker De Geus
onmiddellijk gehoord hebben, dat de stem van
Geertje, nu zc antwoord geeft, heel anders klinkt
dan gewoonlijk:
„Welterusten, Dorus," zegt ze.
En ze drukt z'n hand, alsof ze 'm niet meer los
laten wil, zóó stijf.
Als Dorus wegfietst, o, wat rijdt hij angstig
wild! als Dorus wegfietst, staat ze nog wat
buiten: Geertje.
Bewaar Uw
Zondagsblad zorgvuldig
Laat Uw jaargang
inbinden, 't Wordt
'n rijk geïllustreerd
r boekwerk van meer
dan 600 bladzijden
Ze kijkt 'm nog wat na-
Nee, ze dróómt niet! 't Begint weer te regenen.
,,'ik IIoop toch zóó, dat het mooi weer is!" Wat
een onnoozele wensch vindt ze dat nu!
Laat 't maar stórtregenen, 't kan haar niets, heele-
maal niets meer schelen!
Ze heeft het w&rm, Geertje.
Maar Anders warm dan gewoonlijk.
En 'n beetje beschaamd denkt ze er aan, hoe zei
haar band had laten leegloopen, toen ze merkte,
dat Dorus op de fiets was. En toen de vergadering
a fgeloopen was en Dorus al verdwenen bleek,
toen had ze 'm zélf maar opgepompt.
Dat die Dorus ook zoo gauw weggegaan was.....«
En ze lacht dan zichzelf uit.
Want 't is nu tóch alles goed
En die avond, op bed
Hoe laat ze insliep?
Och, u begrijpt 't wel:
't Was héél laat
Die avond heeft Dorus ons 'n heele tijd wakke®
gehouden.
Bartje heeft alles geprobeerd, om 'm op stang
te jagen.
Maar dit ie niet gelukt.
Het geluk van Dorus straalt een roode warmte uit.
Waaraan we ons allen koesteren
En ik ben erg tevreden, na m'n familiebezoek. Il£
zal de groeten overbrengen.
Morgenavond naar huis schrijven
De volgende Zondagmorgen hebben Lammers,
Buys en ik de resten van Dorus' snor opgebezemd.
En we heblxm 'in zoo geplaagd!
Maar hij heeft beweerd, dat 't geheel uit eigert
beweging geschied is.
Ze heeft gezegd, dat ze zich afvroeg, hoe ie er
zonder snor zou uitzien.
En toen heeft ie zich voorgenomen, die 6nor af
te scheren.
Geheel uit eigen beweging
Die morgen zitten zc tegenover mij in de kerk. Opj
«Ie andore gaanderij.
't Is de jonge dominee.
Tijdens 't voorspel kijkt ie wel een minuut lang
strak naar ]§én tweeën. Dan knikt ie, zóó diep,
«lat de halve kerk 't opmerkt.
Ik zie, hoe Geertje doukkerrood wordt.
En dan zet ik mij tot luisteren.
En Dorus en Geertje doen ook alzoo.
Die avond, na tienen, als Dorus weer opduik^
zeg ik: „Nou, wat heb 'k je gezegd?"
„Hè?" vraagt ie, verwonderd.
„Dat je Zondag naast 'r in de kerk zou zittenl"
Hij zegt niet veel, Dorus.
Hij knort maar zoowat. Erg genoeglijk.
En trekt even later 't licht uit.
280
De oplossing die men ons niet behoeft toe to
zenden geven wij in het nummer van volgende
SCHAAKRUBRIEK
Redacteur: W. J. H. CARON. Jacob Marisstraat 42,
Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon
dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres
te richten.
Probleem no. 497
.Van: 0. STOCCHI
m
SÉ
Wit begint en geefl in twee zetten mat.
Wit (9): Kd2, Dgi, Tb8, Td8, Lc7, Lfl, Pe7, Pe8,
pi f3.
Zwart (7): Kc5, Th4, Lg2, PM, pi. a5, c6, eG.
Probleem no. 498
Van: M. IIAVEL.
ÜJ
mm
i
B
fc'J
fep.
If
Pjj
mM
li
p
PP
me.8
i
li
i
B
i
E
118
cL
HORIZONTAAL:
1. repuUliek.
8. stormwind.
9. vervoermiddel.
13. uitroep.
14. insect.
17. rivier in Zuid-Holland.
19. bewoner van Europ. land.
20. groente.
23. voorzetsel.
24. valsch.
27. dienstvaardig.
28. meisjesnaam.
30. meisjesnaam.
34. schellen.
37. bloemen van een vruchtboom.
VERTICAAL:
1. langwerpig rond.
2. dwaas (Fr.)
3. muziekinstrument.
4. dichtbij.
5. vreemd.
6. meisjesnaam.
7. huisdier.
10. melkbron.
12. ladder.
15. gebergte in Klein-Azië.
18. toiletbenoodigdheid.
19. boom.
21. speelgoed.
22. bundel.
25. rivier in Duitschland.
26 kachel.
28. eerste vrouw.
29. uitroep.
30. meisjesnaam.
31. gerucht.
32. speelgoed.
33. deel van Achter-Indië.
35. ik.
36. plaats in Gelderland.
Wit begint en geeft in drie zetten mat.
Wit (5): Kei, Da4, TcG, LdG, Lh5.
Zwart (7)Kd8, Lc2, Pe7, Ph7, pi a6, d5, gi.
Men wordt verzocht dc oplossingen binnen acht
dagen in tc zenden.
Oplossing van probleem no. 495
Van: A. CIIICCO
Wit (9): IvliS, Dbl, Td4, Te5, Lf6, Pdl, Pe4, pi.g2, h3
Zwart (6): Kf4, Tal, Pd2, PdG, pi.a5, f7
Mat in twee zetten
Sleutelzet: 1. Te5g5.
Oplossing van probleem no. 496
Van: M. M. BARULIN
Wit (12): Ka3, Da6, Td7, TfS, Lb3, Lb4, Pd6, PdS,
pi.a2, e3, e6, fö
Zwart (11): Ke5, Tel, Th5, La7, Pd5, Pe4, pi.d2,
d4, f2, g3, h4
Mat in twee zetten
Sleutelzet 1. Da6d3
Goede oplossingen ontvangen van: J. de Brnijna
(495, 496) Slootdorp; Dr. A. A. van der Dussen
(495, 496) Voorburg; A. de Groot (496); G. Hol
leman (495, 496) Rotterdam; M. Opbrock (490);
B. Post ma (495, 496), H. C. J. Spier (496), Den
Ilaag; Th. F. Pieters (495, 496) Zeist; J. A. Scheep
maker (495, ^96; 493, 494) Noord wij kerhout.
CORRESPONDENTIE
Henk L. en Frans W. Ik begrijp, dat jullie dien
stand aardig vinden, maar daarmee is het nog
geen probleem. Dan moeten jullie nog heel wat
„techniek" leeren. Dat is nog niet ieders werk
problemen te maken! Probeert ze eerst eens op
te lossen, dan zullen jullie het beter begrijpen en
een algcmeenen indruk ontvangen, wat proble
matiek is.
ONREGELMATIGE OPENING
Gespeeld te Margate 1936
Wit: E. LUNDTN Zwart: G. STAHLBERG
1 Pgl—f3 d7d5
2 e2c3
In de opening kan wit zich pennitteeren, de rol
van den verdediger te spelen. Dit is natuurlijk
zeer solide. Alleen heeft zwart geen openings-
moeilijkheden te overwinnen. Dat dit later even
min het geval is, zou men niet mogen zeggen.
Immers, hij normale ontwikkeling beiderzijds moet
het tempovoordeel van wit ergens blijven. Dit is
echter, juist bij volkomen ontwikkelde stellingen,
zeer moeilijk tot gelding te brengen. Vandaar dan
ook, dat dc practijk der meesters leert: beter één
vogel in de hand dan tien in de lucht, m.a.w.
tracht, vanaf den aanvang het kleine voordeel,
dat wit heeft, uit tc buiten!!
Als wit niettemin verkiest een verdedigende ope
ning te spelen, moet zwart dubbel oppassen, niet
overijld tc gaan aanvallen, daar hij een tempo
achter is.
2 PgS-fG
3 Lfl—c2 e7—cG
4 0—0 Lf8d6
Als zwflu't c7c5 speelt, kan wit hem de ról van
den witspeler uit het damegambiet toededen. De
itekstzet is degelijker; zwart wil op klassieke wijze
met eGe5 een machtspositie in het centrum op
bouwen,
5 d2d4
Natuurlijk laat wit dat niet toe. Nu is een soort
Collc-opening ontstaan met de eigenaardigheid dat
de witte looper niet op d3 staat. Het doorzetten
van e3—e4 (een hoofdkenmerk dezer opening) is
er dus niet gemakkelijker op geworden. Dit was
OPLOSSING
van bet Kruiswoordraadsel uit bet vorig nummer
Horizontaal: Dol: O.a. Notabel; Der; Rul; Zwerks
Fia; Als; Ballade; Fel.
Verticaal: Dnf; Leb; Oorzaak; Verkade; Abeel;
Dof; Ltis; Laf; Aal.
een reden voor wit er met c2—cl een damegam-
bict van te maken.
5 PbSd7
Om o5 toch door te zetten. Voorzichtiger is 0—0.
Men kan dan afwachten of c7—c5 en PcG niet
beter is. Blijkbaar rekent zwart reeds op c2ci,
waarna het paard op d7 zeer goed staat.
6 b2— b3l
Toch de Colle-opcning dus! Maar zóó, dat zwart
aanvaller is en wit's taak overneemt. De witte
opstelling daarentegen zouden we een West-Indi
sche verdediging kunnen noemen, het beste te*
geuspol in deze opening!
6 eG—e5
7 d4Xe5
Wit mag doorschuiven naar ei natuurlijk niet loc-
laten.
7 Pd7Xc5
8 Lel—1>2
Nu moet zwart Pe5 nog een keer verdedigen. DcT!
heeft het bezwaar dat LeG dan niet mogelijk is»
Zwart heeft reeds een moeilijkheid!
8 Pe5Xf3
De oplossing is radicaal, maar ze ontwikkelt hef
witte spel prachtig. Het beste was wel 8
De7, gevolgd door Lg4.
9 Le2Xf3 0—0
10 Pbl—«12
Niet I>Xd5 of DXd5 wegens LXh2t, KXh2 en
DXd5.
10 c7—cG
11 c2—cl Lc8e6
12 c4Xd5 c6Xd5
Het was niet noodig, dezen pion te laten iso'eo»
ren. Aangewezen was PXd5.
14 e3—ei
Interessant gespeeld. Wit kan op normale wijze
zijn voordeel uithuiten door een bombardement op
d5. Met den tekstzet bevrijdt hij zwart van den
zwakken pion en kiest ecnig positievoordeel in
ruil daarvoor.
14 d5Xe4
15 Pd2Xe4
Nu dreigt ruil op f6 en verzwakking der pionnen*
15 Pf6d5
Deter is PXe4. Wit krijgt nu de beschikking ovei;
bet looperpaar.
16 PeiXdG Dc7XdG
17 Tal—dl Ta8—d8
18 Tdld4 DdGb6
19 Tfl—dl Pd5—h4
20 Td4Xd8 Tf8X«l8
21 TdlXdSt DbGXdS
Stand na 21DbGXdS
•AiL-
A
Ui
si
108
i
i i
fl
Hf
E
iP
li
I'
a
i
X
11
<!_j|
E
B
P
PP
H§
22 Dc2-
TTer.l deze partijbeliandeling mankt een frisschen
indruk. De opening was zeer origineel en ver
volgens heeft wit geweigerd te spelen volgens
schablone (14. ci).. Hij vertrouwde op slcllings-
voordecl, en dit is thans wel zeer evident. Zwart
doet reeds gedwongen zetten.
22 DdSf8
Er is geen andere dekking voor g7.
23 Lb2-a3
Een aangenanle binding. Er dreigt Db5!
23 PblcG
Ook dit aardigheidje redt niet meer.
24 Lf3 X cG DfSXa3
Zwart smaakt het genoegen met Del mat te
dreigen.
25 Dc5bSf Da3fS
26 DbSXb7 a7—a5
Deze vlucht baat niet meer.
27 Dh7c7 ao—a4
Ook Db4 helpt niet wegens 28. DdSt DfS 29. DXa5
28 LcGXai h7h5
Iets beter was nog g7gG
29 La4b5 DIS—bl
30 Dc7—bSf!
Opgegeven. Daar zwart niet Kh7 mag spelen (we
genis Ld3+ en wint de dame), moet DfS volgen.
Na DXf8t enz. winnen dc twee verbonden vrije
pionnen spoedig.
285