AND .„Tl IINBOUW
Gil
fwaatuwdtfe
Rundvee-
tuberculose
Vrijwillige bestrijding in ons land
een succes
Op het congres van het Internationaal bu
reau voor veeziekten, dat zoo men weet te
Parijs gehouden wordt onder leiding van
Prof Dr. H. C. L. E. Berger, directeur van
ons Veeartsenij kundig Staatstoezicht was
het laatste rapport, dat behandeld werd van
de hand van den directeur van het bureau
Prof. Dr. Lechainche over het onder
werp: ..Beginselen van de gezondheidswet
geving".
De rapporteur was van meening, dat ten
aanzien van ziekten, die men in \roegere
jaren niet kende, met betrekking tot de be
strijding nieuwe wegen dienden te worden
ingeslagen. Het oog moest meer dan voor
heen gericht zijn op het gezond houden van
ziekte-vrije veestapels. Hiertoe moest alles
in net werk worden gesteld.
Het verdiende aanbeveling attesten af te
geven voor veebedrijven, die vrij van be
smettelijke ziekten waren. Verder meende
de rapporteur dat het systeem der z.g. vrij
willige bestrijding, met name van tubercu
lose, zooal niet mislukt, dan toch tot heden
geen bemoedigen
de resultaten had
opgeleverd.
Tegen dit laat
ste kwam prof.
Berger, in zijn
hoedanigheid van
permanent gedelc
geerde van Neder
land. met klem
op. Hij was van
oordeel, dat waar
pas drie jaren ge
leden unaniem
door de vergade
ring van gedele
geerden ten aan
zien van de tuber
culose het stand
punt was ingeno
men, dat de z.g.
vrijwillige bestrij
ding de voorkeur boven andere methoden
verdiende, het niet aanging, dat in dit kort
tijdsverloop een ongunstig oordeel over de
methode geveld kon worden. Prof. Berger
was er van overtuigd, dat vele gedelegeer
den deze zijne critiek deelden.
Wat Nederland betreft, dit land zal met
de z.g. vrijwillige methode doorgaan, gezien
de zeer gunstige, resultaten die sinds 1928
verkregen zijn. Het ligt zelfs in de bedoe
ling verder te gaan en ook andere ziekten,
die er voor in aanmerking komen, eveneens
in deze bestrijdingswijze onder te brengen.
Prof. Berger deed mededeeling over de vor
ming van de Provinciale gezondheidsdien
sten voor vee, uitgaande van de landbou
wersorganisaties en geleid en gesteund door
den Veeartsenijkundigen Dienst.
Het geheim van te slagen, stelde prof. Ber
ger in het licht, bestaat uit groot vertrou
wen en samenwerking tusschen de organi
saties en den veeartsenijkundigen staats
dienst, die in Nederland niets te wenschen
overlaat, en overigens spelen een groote rol
de mentaliteit, de psyche en niet het minst
de graad van ontwikkeling van den boeren
stand. Wat in het eene land mogelijk is. kan
derhalve in een ander land niet gelukken
Prof. Berger deelde nog mede, dat de cer
tificaten voor tuberculosevrije veestapels m
Nederland reeds bestonden. Dat men verder
was gegaan en reeds speciale verzamelingen
van vee vari deze bedrijven bijeen bracht,
als het ware markten in beknopten vorm
waar de veehouders zich tuberculose-vrij vee
konden aanschaffen. Dat uiteraard een zeer
scherpe controle op den aanvoer bestaat
dat alle mogelijke hygiënische voorzorgen
worden genomen.
Vroege stoppels
Op verschillende bedrijven zal zich hfct
geval voordoen dat omstreeks eind Juni be
gin Juli oen stoppql beschikbaar komt. Zoo
zal men granen als tarwe en zomergerst,
welke nu reeds legeren of neiging daartoe
vertoonen of door andere omstandigheden
een onvoldoende oogst op zullen leveren,
vaak nu met succes in kunnen kuilen., Ook
is dit hot geval met hav erge wassen, welke
uar en geil zijn en die bij uitstek geschikt
_,n om bij oordeelkundig inkuilen een
eiwitrijk win ter voer voor het melkvee te
vormen.
Dan zijn er verder de in het voorjaar ge
zaaide groen voedergewassen, mengsels van
vlinderbloemigen als duiveboonen en blauw-
pculerwten, wikken e.a., welke binnenkort
ingekuild moeten worden en eveneens een
eer vroege stoppel opleveren.
Ook met klaverland, dat men na de eer-
e snede omgeploegd heeft, is een zeer vroo
ge stoppel vrijgekomen.
In al die gevallen doet zich nu de vraag
x>r wat men til deze stoppels zal verbou-
Er zijn vele mogelijkheden. Wij herinne
ren aan voedermengsels, koolrapen, mosterd,
boterzaad, sovaboonen, serradella, zoete lupi
nen, mergkool. Ook is het mogelijk bittere
lupinen of boterzaad te zaaien en deze begin
Augustus onder te ploegen waarna voeder
kool geplant of gezaaid kan worden.
Aan hen. die dergelijk land beschikbaar
krijgen, wil het NaCoVo gaarne nadere in
lichtingen verstrekken en eventueel zaad be
schikbaar stellen \oor het nemen van een
eenvoudige proef, bij voorkeur met medewor
king van den Landhouwconsulent of Hpofd
an de Landbouwschool.
C BROEKEMA
De Duitsche
„productieveldslag"
De Landbouw kwam het parool na
Zooals we weten, heeft men ln Duitsch-
land alles gedaan om de productie in de ver
schillende bedrijven zooveel mogelijk op te
voeren. Bij het begin van deze campagne,
die men wel betitelde met de naam „Produc
tieveldslag", heeft men een vast belijnd plan
opgemaakt, waarin stond wat men wilde be
reiken. In het laatste bericht van het Insti-
tut für Konjunkturforschung wordt over de
resultaten van deze productieveldslag hét
een en ander medegedeeld. In de allereerste
plaats wordt gconstateerd, dat de landbouw
in alle opzichten het parool is nagekomen.
Medegedeeld wordt, dat voor bedrijfsmidde
len in 1934/35 tenminste 300 millioen Mk.
meer aangelegd werd dan in het voorafgaan
de bedrijfsjaar, terwijl deze stijging ook in
1935/36 aanhoudt. Vooral voor zoover deze
grootere uitgaven verband houden met den
aankoop van kunstmest en machines zal dit
in de volgende jaren in een toenemende pro
ductie tot uiting komen.
Wat de structuur van de bodemproductie
aangaat valt een gunstige verandering op te
merken. Zoo steeg de met hennep beteelde
oppervlakte van 200 H.A. in 1932 tot 4000
H.A. in 1935, de oppervlakte vlas van 5000
op 22.000 HA. en die van koolzaad van 6000
op 47.000 H.A. De tusschenteelt breidde zich
t.o.v. 1927 met 0,5 millioen H.A. uit. Het aan
tal schapen vermeerderde van 3,4 mill, stuks
in 1933 tot 3,9 mill, stuks in 1935. De wolpro
ductie steeg in gelijke verhouding. Het aan
tal paarden nam met 1 pet. toe, hetgeen ge
noemd Instituut var. groot belang acht voor
de weermacht. Het aantal bijenvolken steeg
met 6 pet. Vooral echter heeft zich de var
kensstapel tot Maart 1936 veel sterker uit
gebreid dan gemiddeld in de laatste 5 jaren
het geval is geweest.
Maar tegenover deze gunstige resultaten
staat het feit, dat bv. de graanoogsten van
1934 en 1935 kleiner waren dan in 1933 en
dat de rundveestapel van 1934 op 1935 ten
gevolge van de droogte met 2 pet. is gedaald.
Het instituut waarschuwt daarom voor
te groot optimisme, daar het doel eerst
den loop van tientallen jaren zal zijn be
reikt, hetgeen niet wegneemt, dat intusschen
toch reeds belangrijke resultaten zijn ver
kregen.
Productie records
van onze koeien
Elk voorjaar publiceert het Nederland6ch
Rundveestamboek een lijst van koeien, die
in het afgeloopen jaar de hoogste opbreng
sten aan melk en melkvet hébben gege
ven. De dieren van de drie verschillende
veeslagen, het Zwartbont Hollaodsoh, het
Roodbont MaasRjnJJsel en het Zwart-
blaar Groninger, worden afzonderlijk ver
meld.
Voor het Zwartbont Hollandsch vee, dat
algemeen als het meest productieve geldt,
wordt als minimum voor vermelding aange
nomen 7000 K.G. melk, voor de beide andere
veeslagen geldt 6000 K.G. als het minste.
Het vetgehalte in de melk wordt wederom
op 3.45 pCt. gesteld, zoodat dieren die 10.000
of meer kilogrammen melk hebben gepro
duceerd. doch „slechts" 3.40 pCt. vet daar
in gaven, niet vermeld zijn. Toch zagen we
de laatste ook graag vermeld als ze er
tenminste zijn. Een limiet van bijv. 300 K.G.
Uotervet zou hierbij kunnen worden gesteld.
Hoewel de hoogste productie ditmaal niet
zoo hoog is als liet maximum van verleden
jaar (394 K.G. botervet in 362 dagen) is het
aantal dieren dat thans op de lijst staat,
aanzienlijk grooter. En waar tegenwoordig
practisch ieder jaar alle productie-staten bij
het hoofdbureau van het N.R-S. bekend zijn,
mogen we hieruit veilig concludeeren dat
het aantal dieren met hooge productie
(meer dan 7000, resp. 6000 K.G. melk, met
ten minste 3.45 pCt. vet) groeiende is.
Van het Zwartbont-Hollandsch veeslag ia
thans vermeld de productie van 58 koeien
Groot Yorkshire-v arken
die 7000 k 8000 K.G. melk hebben gegeven
(verleden jaar 37). terwijl 6 (verl. j. 8) die
ren meer dan 8000 K.G. melk gaven. Van
deze zes hebben drie cn van de 58 hebben
twee, totaal dus vijf (verl. j. 6) koeien meer
dan 300 K.G. botervet geproduceerd.
Deze vijf zijn: 80503 R. van 11. P. van Til
te Feenverd (Gr.) (6 j. 10 m. 8718 K.G. m.
3.87 pCt. vet, 339 K.G. vet in 330 dagen)
72636 KS van R. Stapel L.AZ. te De Wijk
(Dr.) met 324 K.G. vet; 61303 KS van W.
Zilver, Binnenwijzend met 323 K.G. vet,
61179 KS van C. Donker Pzn. te Twisk,
124 K.G. melk, het hoogste aantal K.G.)
met 319 K.G. vet en 79731 S van A. J.
Leeuwenhurgt Gz. te Heinenoord, met 300
K.G. vet.
De lijst van de roodbonten (M.R.Y.)
meldt de productie van 100 dieren die 6000
a 7000 K.G. melk geven met ten minste 3.45
pCt. (verl. jaar 72), terwijl 25 (v.j. 15) koeien
meer dan 7000 K.G. melk produceerden.
Van deze laatste bereikten 2 (v.j. 1) de op
brengst van meer dan 8000 K.G. Gaf verle
den jaar geen enkel dezer dieren meer dan
300 K.G. botervet, ditmaal komen er vier
boven deze grens, plus één van de produ
centen tusschen 6000 en 7000 K.G., totaal
dus vijf, terwijl de hoogste opbrengst aan
botervet (352 K.G.) van de dieren van alle 3
veeslagen dit jaar onder de roodbonten
wordt aangetroffen.
Het vijftal bestaat uit: 19342 K.S. van N.
Ambrosius, Oostenrijk. Horst (7 j. 10 m. 8021
K.G. m. 4.38 pCt. vet, 351 K.G. botervet in
340 dagen); 43142 R. van L. van Osch,
Castenray, Venray (8436 X 3.86 is 326 kg.
in 359 d.); 24852 S. van Th. Jansen te Oef
feit. 314 kg. vet: 22399 S. van Guill. Dere*»
van Herten te Heythuizen, 304 kg. vet en
23172 S. van H. L. Verheyen-Draeck, Voor
stehees, Sevenum, 302 kg. vet.
De zwartblaar-Groningers tollen 43 (v.j.
30) exemplaren die 6000 k 7000 kg. melk
hebben geproduceerd. Geen dezer kon de
300 kg. botervet behalen. De beide hoogste
kwamen als 6-jarigen op 273 kg. elk. Dit zijn
3759 S. van D. J. Jensema, Eenum. 't Zandt
(7298 X 3.74 is 273 in 342 d.) en 3281 G.R.S.
van Gebr. Maring, Zeerijp (7-187 X 3.65 ls
273 in 356 d).
Van de vijf zwartbonten, die het grootst*
aantal kilogrammen botervet produceerden,
staan drie in het Keur-Stamboek ingeschre
ven, terwijl ook de roodbonte, die het hoog
ste aantal kg. botervet op haar naam heeft
staan, een K.S. koe is.
De aantallen der dieren, zooals ze in deze
lijst staan vermeld, kunnen op den opper-
vlakkigen beschouwer nog een verkeerden
•ndruk maken. Daarom zou het aanbeve
ling verdienen, dat in het vervolg ook nog
werd vermeld het aantal zwartbonte koelen
dat 6000—7000 kg. melk heeft gegeven.
Marktoverzicht
(Medegedeeld door het Centr. Bur.)
VOERARTIKELEN
De vorige week heerschte aan de graan
markt voor alle artikelen een vaste stem
ming, hetgeen hoofdzakelijk een gevolg was
van den politieken toestand en de daarmee
gepaard gaande speculatie. De disponibele
mais kon met een goede premie worden ge
ruimd, terwijl ook voor de eerstgewachte
partijen iets meer kon worden gemaakt. De
vraag was zeer goed.
De voorraad gerst is vrijwel geruimd en
het duurt nog een poosje voordat er
partijen van beteekenis binnenkomen; ook
voor dit artikel bestond goede vraag. Rogge,
tarwe en haver vast gestemd met geringe
kooplust
Alle voederkoeken, als lijnkoeken, cocos-
Lf *koek, grondnotenkoek, schilfers en soya-
schroot werden de vorige week weer een
flink stuk in prijs verhoogd. Hiermede ver
dween ook de kooplust, die de laatste week
vrij groot geworden was.
MESTSTOFFEN
Stikstofmeststoffen. Men kan nu
beginnen te bemerken, dat het hoofdseizoec
voor de Stikstof voorbij is.
Wel wordt er nog gekocht, doch de kwaï
turns, die men inslaat, worden telkens g
ringer. Met ziet er natuurlijk tegen op an
het eind van het seizoen met een hoeveel
heid te blijven zitten en koopt daarom
mondjesmaat.
De prijzen ondergingen met het intreden
van de Junimaand een kleine verhooging.
Thomasmeel. De afgeloopen *veek
kenmerkte zich door een vaste stemming
voor Thomasmeel. Daar de fabrieken voor
de eerstvolgende maanden vol bezet zijn,
kreeg de tweede hand gelegenheid enkele
posten tot verhoogden prijs te spuien.
Men kan de ontwikkeling van de markt
volkoman nol-maal en gezond noemen en
toch moet men er rekening mede houden,
dat niet in alle landen van een volkomen
normale markt gesproken kan worden.
Terwijl België nog zeer weinig belangstel
ling toont, schijnt men in Frankrijk nogal
H. HARING
IJZEREN HOOI- EN
GRAANBERGEN
2 - 3 - 4 EN 6
ROEDEN
IN ALLE
GROOTTEN
BILLIJK
ZEER SOLIDE
- BOSKOOP
MET WORMWIEL-VEILIGHEIDSLIEREN
WIE BOUWT UW TOEKOMST P
U bent degene, die beslist hoe Uw toekomst zal zijn. U hebt JJw
toekomst in Uw eigen hand. Wat gaat U er mee doen?
Zoudt U ze willen opofferen aan een schijnbaar voordeel?.
Of wilt U met groote zekerheid Uw succes opbouwen?
Trek Uw jonge dieren op met een uitgesproken goed voer. Geef
hen Oha opfokvoeders. Dan krijgt U dieren waar U wat yan
verwachten kunt.
Oha opfokvoeders geeft Uw jonge dieren een krachtige been
ontwikkeling, bloed en cel vorming, zoodat een flinke volkomen
ontwikkeling kan plaats hebben, zonder dat gevaar .voor inner
lijke verzwakking bestaat
Het rijke D-vitamjne en mineralen gehalte van 'de Oha opfok
voeders sterken het zenuwstelsel en weerstandsvermogen. In één
woord zij vormen een degelijke grondslag voor .vee, dat U een
rijke toekomst brengen zal:
Stuur ons vandaag nog even bericht welk opfokvoeder U
noodig hebt
VAN 01J EN'S HANDELS-MIJ N.V. Postbox 48 VENL0
VERZKNDING DOOR GEHEEL NEDERLAND
Eenige van de laatste Dankbetuigingen
Ondergeteekenden betuigen hnn tevredenheid aan
De „Assumij" van 1896
BRANDVERZEKERING voor LANDBOUWBEDRIJVEN
's-G R A V E N H A G E Pieter Bothstraat 3438
voor de correcte uitbetalingen der schaden betrelfende hun PAARDEN en
RUNDEREN. A. PRUISSEN, te Rijk, Haarlemmermeer; A. J. OKEN, te
Rotterdam; C. LEENHEER Nzn., Barendrecht; P. v. d. WEL, Rhoon; P. v. d.
VEEKEN, Zevenbergen,
Zoo ontving de „Assumij" 20.000 a 21.000 schrift, dankbetuigingen
flink te koopeai. Dit zal wel terug te voeren
zijn tot de onzekere valuta-verhoudingen.
Alleen een vaste politiek kan in dit opzicht
rustige markten en verhoudingen waar
borgen.
De belangstelling in Nederland bleef be
staan. De prijsverhooging is trouwens sedert
het begin der campagne nog slechts gering
en bedraagt ca. 5 cent per 100 kg.
Superfosfaat. Er gaat nog niets om.
KOE KOEKJES
onzo nieuwste samengestelde veekoekjes
25 eiwit en vet
bijzonder geschikt voor bijvoedering ln
de weL Prijs ZEER concurreeiend!
Fabrikanten:
M.Verheiil'* Krachtvoederhandel n.v.
ROTTERDAM TELEFOON 5689!
De NcderTandsche
H eidcmaatschap-
pij, die veel voor
de vischstand in
oris land doet
heeft voor het
lJsselmeer een
kwart millioen
karpers beschik
baar gesteld,
mede ter bestrij
ding van de mug
gen. Hiernaast
ziet men hoe het
broed uitgezet
wordt in het
lJsselmeer
Daar hebt ge het zooveelste bewijs, dat
we indertijd groot gelijk hadden toen we
beweerden, dat de rundveebeperking door
afslachting van jonge koeien een averecht-
sche uitwerkiog zou hebben.
We overwogen, dat de koeien van 5 k 6
jaar de grootste plassen melk geven en dat
als het jongvee afgenomen wordt, dus de
koeien met nog lage productie, de boeren
dan de oudere koeien nog een poosje langer
houden.
De rundveebeperking bedoeld om minder
zuivel te krijgen, bewerkte juist het tegen
deel. Ge weet misschien nog wel, dat we in
1934 en later meermalen dit als de groote
fout van de rundveeafslachting noemden.
Ook op de laatst gehouden persconferentie,
dat was Nov. 1934, waarschuwden we tegen
deze wijze van doen.
Nu hebben we weer eens voor de zooveel
ste maal gelijk gekregen, toen we beweer
den, dat de rundveebeperking melkvermeer-
dering zou geven.
Volgens het jaarverslag ven de Friesche
Maatschappij van Landbouw is
DE MELKPRODUCTIE IN
FRIESLAND BEDUIDEND
GESTEGEN
En niet alleen de melkproductie, ook die
yan boter nam zelfs in nog sterker mate
1Vat ik hoorde en zag,
las en dacht, op reis
en thuis
toe, nl. van bijna 20 millioen kg. in 1934 tot
ruim 22% millioen kg. in 1935, wat een
toename van circa 14 percent beteekent
(vóór de crisis 1923—'30 was de gemiddelde
boterproduetie 17.8 mill. k.g.). Nu is de
kaasproductie wel gedaald met een kleine
millioen (900.000) kg., wat veel zit in de
40 kaas, maar toch heffen deze meerdere
boter- cn mindere kaasproductie elkaar wat
de benoodigde hoeveelheid melk aangaat,
niet op. Integendeel de aanvoer van in-
dustriomelk aan de Friesche boterfabrieken
io met 50 millioen kg. toegenomen. Dat is
ruim 6 percent. In het verslag wordt deze
toename verklaard door het feit, dat de
kwaliteit van het in 1934 gewonnen hooi
zoo goed was, terwijl eveneens in dit ver
band moet worden genoemd een stijging
van het aantal melk- en kalfkoeien. in dien
zin, dat het aantal eerste kalfsdieren wel
is waar met 15 pCt. daalde, maar dat het
aantal oudere (cn dus meer melk
gevende) dieren met 8 pCt. steeg.
Deze verandering der samenstelling van
den melkveestapel kon volgens het ver
slag een stijging der melkproductie van 20
millioen kilo doen verwachten.
Dus de toename van de boterproduetie
ligt voor een belangrijk deel aan de regee-
ringsmaatregel inzake de rundveeafslach
ting.
Nu kunnen we. zooals men weet, nog wel
wat boter kwijt in het buitenland, doch te
gen afbraakprijzen. En bovendien komen
er hoe langer hoe meer concurrenten op de
wereldmarkt.
Zoo komt
JAPAN OOK ALS
BOTEREXPORTEUR.
De vorige week was de eerste partij Japan-
sohe boter op de Engelsche markt aange
voerd. Maar, kenteekenend voor de wijze,
waarop Japan zich in de wereldhandel wil
dringen, reeds een jaar lang kwamen gere
geld monsters te Londen, om de koopers
natuurlijk op het Japansche product te at-
tendeeren. Nadat dit leng genoeg geduurd
had, kwamen de eerste kazen in de handel.
Daarmee is het aantal naar Engeland boter-
exporteerende landen geklommen tot 22. Na
tuurlijk levert Japan nog niet veel. Doch
men werkt daar. altijd energiek en ook wat
de veeverbetering aangaat, staat men niet
stil. Er wordt veel fokvee ingevoerd, waar
voor de Japansche regeering het vierde deel
der kosten betaalt. Ook uit Nederland
wordt fokvee betrokken. Verder gaan Ja
pansche landbouwkundigen de voorname
landbouwgebieden in heel de wereld berei
zen en overal wordt wat opgestoken. *t Is
trouwens al zoo, dat Japan inplaats van
importeur van melkcondensen, wat het
vroeger was, al enkele jaren een overschot
heeft.
In ons land hebben ze ook veel geleerd.
Trouwens, wij hebben op landbouwgebied
een heel goede naam. Een bekwaam Duitsch
landbouwkundige noemde onze landbouw
een voorbeeld van moderne rationalisee-
ring. En nu wordt de
NEDERLANDSCHE LANDBOUW
POLITIEK DE AMERIKANEN
TOT VOORBEELD GESTELD
Dit werd gedaan door den directeur van
de organisatie tot uitvoering van het steun
programma van president Roosevelt. Deze
directeur, de heer Davis, heeft een studie
reis door Europa gemaakt en in het door
hem uitgebrachte verslag, stelde hij de po
litiek van ons land en Denemarken tot ii
krimping van overtollige landbouwproduc
tie tot vorbeeld voor een gezonde economi
sche politiek. Nederland en Denemarken,
zoo verklaarde hij, verloren een deel van
hun exportmarkt, toen Engeland den invoer
van bacon beperkte.
De Vereenigde Staten verkeerden in pre
cies denzelfden toestand ala deze beide lan
den, maar wachtten twee en een half jaar,
eer zij hun voorbeeld volgden. De regeerin
gen van deze beide liberaalste landen van
Europa toonden zich terstond tegen de om
standigheden opgewassen en voerden bin
nen den. tijd van een jaar controle op de
landbouwproductie door, op deze wijze zorg
dragend voor bescherming van den land
bouwenden stand.
De grondslag vaa Davis' uiteenzetting
vormde overigens een oproep tot Amerika
om meer Europeesche producten te koopen,
ten einde den afzet van Amerikaansche
landbouwproducten te kunnen vergrooten.
Invoerbeperking en subsidieering van den
landbouwexport, onderdeelen van het repu-
blikeiosohe economische programma, ont
ried hij wegens de waarschijnlijkheid van
daarop volgende restrictiemaalregelen in
Europa.
Dat kan wel eens waar zijn. Wij hebben
al eens gewezen in verband met de moei
lijkheden aan onze narcisinvoer in Amerika
in de weg gelegd, op de appels en peren, die
in groote hoeveelheden uit Amerika bij ons
komen, waar ook wel eens ziekten en be
schadigende insecten aan en in voorkomen,
die door ons als reden kunnen worden aan
gemerkt om deze producten te weren of
zware eischen te stellen.
In ons land is anders de bestrijding van
belagers van onze land- en tuinbouw wel
goed geregeld.
Wat de veeziekten aangaat bleek dat de vo
rige week nog op de vergadering van het
Internationaal Bureau voor besmettelijke
veeziekten te Parijs gehouden. Daar waren
afgevaardigden uit 49 bij dit bureau aange
sloten landen.
Uit een rapport bleek, dat
NEDERLAND, WAT BESMETTE
LIJKE VEEZIEKTEN AANGAAT
EEN GOED FIGUUR
maakt. Besmettelijke ziekten als veepest, be
smettelijke longziekte der runderen, dol
heid, schaapspokken, kwade droes der een
hoevige dieren, kwamen in Nederland niet
voor. Mond- en klauwzeer in belangrijke
mate minder dan in het vorige jaar, terwijl
er sterke achteruitgang was bij gevallen
van miltvuur.
Ook werd behandeld een tweetal rappor
ten, een van prof. Flückiger uit Zwitser
land en een van dr Quaedvlieg uit Neder
land over: „de behandeling van kadavers
en producten van dierlijken oorsprong uil
een oogpunt van bestrijding van besmette
lijke veeziekten, en een ontwerp van regle
menteering". Dat ging dus over destructie.
De twee rapporten vulden elkaar aan. Het
goed gedocumenteerde en geïllustreerde
rapport van dr. Quaedvlieg vond groote
waardeering, het geeft een overzicht van de
wijze van destructie in Nederland en de
verkregen gunstige resultaten. De strekking
van de conclusies der beide rapporten vond
algemeene instemming.
Als op een vergadering van geleerden uit
49 landen Nederland zulke pluimen krijgt,
dan is dat zeker ook wel verdiend.
We hebben op landbouwgebied een heel
goede naam. Maar het is zaak daar niet te
veel op te roemen. We hebben dan kans,
dat we achterop geraken. Want in andere
landen zit men ook niet stil. Vooral in de
laatste jaren niet.
Maar al is het du waar. dat veel gedaan
wordt tot bestrijding van schadelijke in
vloeden bij de planten en dieren, toch ko
men ze nog wel voor.
Zoo komt men weer vratren naar wat we
al bij herhaling mededeelden. Dat is
EEN MIDDEL TEGEN LUIS
BIJ VERSCHILLENDE PLANTEN
EN HET „WIT" BIJ ROZEN
Ik heb dat „wit" al weer bij verschillende
particulieren in hun rozen gezien. Daarom
dee lik maar eens weer mee wat daar tegen
te doen is. Dat heb ik verleden jaar ook al
gedaan en daarvoor ook al meerdere malen,
doch het kan geen kwaad het voor de zoo
veelste maal te herhalen. Er zijn er altijd
heel veel die het niet meer weten, of die
hel de vorige keeren niet noodig hadden.
Welnu, maak het volgende drankje maar
klaar: koop bij de drogist 10 gram solicyl-
zuur en los dat op in 100 gram brandspiri
tus. Dat kunt ge heel goed in zoo'n medi*
cijnfleschje waar 100 onder staat doen. Ten
zij ge natuurlijk tot de gelukkigen behoort,
die geen medicijnfleschjes noodig hebt. Koop
dan zoo'n fleschje voor een paar centen
de drogist. Als ge-die 10 gram solicylzuur
opgelost hebt in die 100 gram spiritus, dan
gaat ge 20 gram groene zeep, dat is een
afgestreken eetlepel oplossen in een liter
water. Dat wordt een heel sterk zeepsopje
en ge moet wel opletten, dat alle zeep ia
opgelost. Zoo licht blijft er iets op den bo
dem achter of blijft een deel als zeepvlok-;
ken in het zeepsop zweven. Dat is de be
doeling niet Als dit gevalletje klaar is. dua
nog eens de zeep geheel is opgelost,
doet ge door dit zeepsop 10 gram van da
brandspiritus waar het solicylzuur in is op
gelost. Tien gram is een eetlepel vol, 't
komt op één gram niet aan.
Uit het fleschje van 100 gram kunt ge dua
10 liter sproeimiddel gereed maken.
Met dit solicyl-spiritus-zeep-water gaat g-
nu de aangetaste planten bespuiten. De luia
gaat dood en het wit kan er niet tegen.
Maar ge moet dan ook grondig bespuiten.
Niet gieten of wat sprenkelen. Dat geeft
niet. Spuiten met een fijne verstuiver. Die
zijn tegenwoordig voor enkele dubbeltjes to
krijgen. Hoe fijner en hoe krachtiger ver
stuiver hoa beter. Maar telkens weer her
balen. En niet wachten tot de kwaal erg
is. Zoodra ge een luis ziet. alles grondig
bespuiten. Hebt ge geen „wit" in de plan
ten. dan kunt ge het solicylzuur weglaten,
doch spiritus moet ge wel nemen en zeep
ook.
En nu. geluk er mee.
Tot de volgende week.
PRAATJESMAKER