lltetutrt (tfourant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Gratis lezen tot 1 Juli
Economische Samenwerking
met Ned.-Indie
voornaamste
nieuws
abonntmtntsprijsc
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agenlschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending4.50
Bij dageiijksche zending. 530
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7 l/i cL
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
NO. 5800
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
DINSDAG 9 JUNI 1936 15e Jaargang
atfoertentieprijjrn:
I Van I tot 5 regels t.17'/>
Elke regel meer022'/a
Ingezonden Mededeelingeu «f
van 1—5 regels2.30
Elke regel meer045
Voor het bevragen aan 't bureau
V wordt berekend 0.10
£r zijn altijd menschen, die achteraan komen. Men
vindt ze ook onder het Christelijk volksgedeelte.
Wie dat zijn? Dezulken, die zich als buit laten mee
voeren door kranten, welke niet thuis behooren in een
Christelijk gezin. Op politiek terrein wenschen ze, dat
met hen wordt gerekend. En met rechtMaar in het
eigen huis geven ze vrij spel aan lectuur, welke niet
uitgaat van hun levensbeginsel.
Hier valt werk te verrichten voor onze agenten en
onze lezers. Vooral nu, vóór den aanvang van een
nieuw kwartaal.
Wie zich heden abonneert, ontvangt de tot 1 Juli a.s.
verschijnende nummers gratis.
Nieuwe abonné's kan men opgeven per schrijven aan
ons adres en ook door opzending van het inteeken-
billet, elders in dit blad te vinden.
DE ADMINISTRATIE.
De nieuwe
Landvoogd
GEWICHTIG AMBT
IN MOEILIJKE TIJD
De invloed, welke 'de onderkoning van
ïndië op bet bestuur van het groote eilan
denrijk kan uitoefenen, is ongemeen groot.
Het is dus begrijpelijk, dat de Regeering
r^lang en ernstig gezocht -beeft naar een op-
volger van. Jhr. de Jonge, die binnenkort
hoopt te repatrieeren. Jhr. Mr. A. W. L.
TTjarda van Starkenborgh Stachouwer is
aangewezen om straks de' booge post te be-
kleeden, om namens de Koningin in Indië
te regeeren.
Het eerste, waarop men bij deze benoe
ming stuit, is het belangrijke feit, dat de
nieuwe landvoogd Indië alleen uit boeken
en reisbeschrijvingen kent: het stuk Neder
land onder den evenaar zag hij nimmer. Dit
is, naar het ons toeschijnt, geen creditpost
bij deze benoeming.
Maar, Dr. Colijn. die Indië wèl uit aan-
feehouwen kent, heeft in dubbele kwaliteit
als minister-president en als minister
Van Koloniën aan deze benoeming mee
gewerkt. Dat zegt veel. Dat geeft, ons de
verzekering, dat. deze deskundige adviseur
der Koningin in Jhr. van Starkenborgh
zóóveel uitnemende kwaliteiten zag als
regent en leider van een-groot volk, dat hij
het gemis aan locale kennis geen overwe
gend bezwaar achtte.
Trouwens, is dat wel zoo erg?
Het eilandenrijk is zóó groot, dat ken
nis van het land toch altijd maar zéér lo
caal blijft en het heeft ook niets te betee-
kenen of de landvoogd al' of niet kan be-
oordeelen waar een brug en een spoorweg
poodig zijn.
De groote vraag is maar of de Gouver
neur die breede blik, die bestuurskracht
bezit, welke noodig zijn om de algemeene
richtlijnen te zien en uit te stippelen.
Kleine kwesties kan hij ter afdoening
aan anderen overlaten; de positie van In
dië te midden der wereldrijken van deze
tijd raagt al zijn belangstelling en beleid
En in dat opzicht is de nieuwbenoemde
geen vreemdeling. Indertijd was hij alge
meen secretaris van onze delegatie bij de
ontwapeningsconferentie te Washington
voor de vraagstukken van de Groote
Oceaan. Dat zegt eigenlijk genoeg. Want
zoo iets wordt men niet, omdat de Minis
ter u eens vriendelijk bejegenen wil, maar
omdat de regeering van uw, capaciteiten
overtuigd is.
Het komt ons dan ook voor dat de Re
geering vooral deze aanbeveling heeft la
ten gelden: de breede blik op dit belang
rijke vraagstuk gevoegd bij en gefundeerd
op groote bestuurskwaliteiten en gerijpt
diplomatiek inzicht.
Want hoe betrekkelijk jong de nieuwe
landvoogd nog is, bij heeft een rijke staat
Aan dienst en is een geboren regent: een
eigenschap, welke vooral in het Indische
leven van meer dan gewone beteekenis is.
Zijn levensloop is reeds gisteren in het
kort beschreven: wie werkzaam was aan
Buitcnlandsche Zaken en alle rangen in de
diplomatieke dienst doorliep, wie bij yer-
Bchillendo gezantschappen een belangrijke
taak vervulde en Nederland op belangrijke
conferenties vertegenwoordigde, wie bet
commissariaat der Koningin bekleedde in
de provincie Groningen en ten slotlc ecnige
jaren gezant was te Brusseldie moet
wel een man van erkende bekwaamheid
zijn.
De economische toestand van Indië laat
zich op dit oogenblik iets beter aanzien dan
vijf jaar geleden: Jhr. de Jonge heeft in
dat opzicht goed werk gedaan en verwacht
mag worden dat Jhr. Tjarda die arbeid zal
voortzetten. Doch daarnaast en daar boven
uit vragen kwesties van internationale en
Jhr Mr A'. TE. L. Tjarda van Starkenborgh
Stachouwer, de nieuwe Gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indië.
diplomatieke aard thans volle aandacht en
daar zet de Regeering door deze benoeming
nu een dikke streep onder. I-Iet blijkt, dat
zij de teekenen des tijds verstaat.
Zóó bezien kunnen we niet anders dan
deze voordracht aan de Koningin een geluk
kige keuze te achten. Het staat vast, dat
liet kabinet zich ernstig over deze zaak be
raden heeft; dat alle kanten zorgvuldig be
keken en alle mogelijkheden nauwkeurig
gewogen werden; maar dat de internatio
nale verhoudingen ten slotte de doorslag
Natuurlijk valt hier niets te profeteeren.
Voor de uitoefening van de landvoogdij
zijn zulke aparte buitengewone gaven en
talenten noodig, dat ook de schijnbaar beste
keuze teleurstelling kan geven. Terwijl
ook omgekeerd, het gouverneurschap van
Idenburg bewijst, dat zich talenten open
baren, welke de groote massa niet ver
moed had. Daarom is voorzichtigheid
steeds geboden. Van te voren staat over het
al of niet slagen heel weinig vast.
Echter, dit is zeker, dat de nieuwe land-
oogd capaciteiten en kwaliteiten bezit,
velke groot vertrouwen in zijn toekomstig
bestuur wettigen.
Indertijd is de nieuwbenoemde zooals
de N. R. C. in herinnering brengt aan
gezocht door Jhr. Ruys de Beerenbrouck
om als minister van Buitenlandsche Zaken
een rechtsch kabinet op te treden. Dat
zei heel veel voor de bekwaamheid van den
jeugdigen diplomaat. Deze moet toen het
aanbod afgeslagen hebben omdat hij, naar
verluidt, zich niet bij eenige politieke par
tij aangesloten had, maar zeker niet tot de
rechterzijde wilde gerekend worden.
Dit antwoord betreuren wij. Hoe zouden
wij Indië gelukkig prijzen, indien de nieuwe
landvoogd onverbloemd zijn geloof in
God Almachtig beleed en Gods Woord als
richtsnoer des levens koos. Nu zulks niet
liet geval is, rust op Christelijk Nederland
de plicht om met te meer ernst te bidden
voor allen, die in hoogheid gezeten zijn en
dus ook voor den Indischen landvoogd, op
dat hij door God geleid het volk van Insu-
Iihde onder Gods zegen moge voeren naar
tijden van voorspoed en vrede.
De Coloradokever
Reeds in ons land gesignaleerd
Naar medegedeeld wordt door de N. R. Ct
is in Zeeland de eerste coloradokever ge
signaleerd. De landbouwer van Oeveren zou
deze schadelijke kever gevonden hebben op
sn perceeltje aardappelen bij Ierseke.
Oppassen blijft nu nog meer dan ooit het
pai'ool der landbouwers.
HAAGSCHE RAAD KOOPT
DIERENTUIN NIET
HET VOORSTEL
VAN B. EN W. VERWORPEN
Schel licht op deze
eigenaardige transactie
{Van onzen Haagschen redacteur)
Het boventalligen-voorstel van B. en W
is uiteindelijk nog als verworpen te be
schouwen, ten gevolge van hernieuwde sta
king van stemmen er over. Ditmaal was
het 21 tegen 21.
Drie raadsleden waren afwezig en één
van de voorstemmers van voor 4 weken
draaide zijn jasje om op uiterst zwakke
gronden. Het was de heer Guit, die zijn
fractie m den steek liet.
De Dierentuin
I-Iet voorstel van B. en W. is met 21 tegen
19 stemmen verworpen, na een debat, dat
nog een schel licht wierp op deze eigen
aardige transactie.
We zullen er niet veel riieer van zeggen.
Niet alleen, wijl ons standpunt bekend is,
maar ook omdat we weinig nieuwe argu
menten meer gehoord hebben.
De verdediging door den heer de Visser
was geen verdediging. Argumenten had hij
niet; slechts de wenscli dat ook hij en de
zijnen voor vergaderingen niet uit de Die
rentuinzaal zouden «orden geweerd. En de
tweede verdediger uit den Raad, de heer
Vliegen, bracht liet er niet veel beter af.
Z'n kleinkinderen hadden het er verleden
jaar zoo mooi gevonden en voorts stelde hij
prijs op behoud van de vergadergelegenheid
met omgeving.
Van de bestrijders noemen wc nog de
R.K. hoeren v. d. Oever en Dresmé. Beiden
bezagen het voorstel van zakelijk standpunt
en met name de heer Dresmé rafelde den
opzet van de exploitatiebegrooting uit
elkaar.
De heer v. Berestevn voerde voor de
tweede maal in dezen eersten termijn het
woord. Financieel liet hij aan het voorstel,
ook na de nadere toelichting van B. en W.,
niets heel. Vooral legde hij den vinger op
deze wondeplek, dat geen schatting voor de
waarde van den grond als bouwterrein was
overgelegd. Op deze belangrijke leemte ves
tigden ook Mr. de Vries en de heer Quant
de aandacht. Zeer frappeerde, ons de mede?
deeling. dat „Gemeenschappelijk Eigendom"
(Mij. „de Residentie") de tweede hypotheek
groot 220.000 had gecedeerd aan de In-
cassobank, nu zij zelf in financicelen nood
verkeert. Koopen van den tuin befeckeiil,
dus, dat uit de gemeentekas 220.000 zou
den dienen om de bankschuld van G. E.
met dat bedrag te verlagen.
Wethouder Vrijenhoek heeft ongetwijfeld
zijn best gedaan om den Raad te overtui
gen. Niet zonder talent verdedigde hij zijn
zaak, die echter financieel heel zwakke
zijden had.
En ook de burgemeester, die het weer
met warmte voor de kermis opnam en van
anderen vroeg wat hijzelf niet wilde geven,
n.l. verdraagzaamheid en rekenen met an-
derer overtuiging, kon haar niet redden.
Mr. de Monchy leek ons de grootste enthou
siast van allen voor deze transactie.
Zooals we zeiden: het heeft niet mogen
haten. Met 21 tegen 19 stemmen kelderde
het voorstel van B. en TV., ondanks den
Ontginning van Nieuw-Guinea
Bij de Tweede Kamer is een ontwerp van
wet ingediend, houdende machtiging tot het
sluiten van overeenkomsten als bedoeld in
art. 5a der Indische Mijnwet met de te
"s-Gravenhage gevestigde N.V. Mijnbouwmij.
Ned. Nieuw Guinea, voor de opsporing en
ontginning van alle. delfstoffen, genoemd in
het eerste lid, sub a, van art. 1 dier wet, in
twee terreinen, gelegen in de afdeelingen
We-st- en Noord Nieuw Guinea cn
T o c a 1 van de residentie Molukkcn.
Ir. J. P. van Lonkhuyzen
gehuldigd
Onder groote belangstelling is in het ge
bouw van de Nederlandsche Heide Maat
schappij te Arnhem Ir. J. P. van Lonkhuy
zen, die dezer dagen in verband met het
bereiken van den 60-jarigen leeftijd als di
recteur dezer maatschappij aftrad, gehuldigd
De heer Van Lonkhuyzen werd in harti»-
lijke bewoordingen toegesproken door den
voorzitter van het. comité, den heer Edo J.
Bergsma, die in een uitvoerige rede de groo
te verdiensten van den heer Van Lonkhuy
zen schetste, niet alleen als directeur van
de Heide Maatschappij, maar ook op het
gebied van den boschbouw, de ruilverkave
ling, fruitteelt, visscherij. wegenaanleg, we
gen-verbetering, bestrijding der iepenziekte,
drooglegging, drainage, zuivering van afval
water enz.
Spr. bood den heer van Lonkhuyzen na
mens het comité het uit 17 deelen bestaan
de boekwerk „Geheel Nederland in Beeld"
aan. benevens een album met de namen van
hen. die aan dit huldeblijk hadden bijge
dragen cn een enveloppe met inhoud.
De heer Van Dissel sprak hierna den af
getreden directeur namens den Minister van
Landbouw in waardeerende bewoordingen
toe, waarna de heer Van Lonkhuyzen 'een
woord van hartelijke dank sprak tot den
heer Bergsma. tot de comité-leden en tot den
vertegenwoordiger van den minister.
Hierna bestond gelegenheid persoonlijk
van den heer Van Lonkhuyzen afscheid te
nemen.
steun, dien de Katholieken v. d. Akker, Guit
cn Moonen er aan verleenden en mede
dank zij het niet deelnemen aan de stem
ming van de soc.-dem. v. d. Zee en v. Lan
gen, die van het financieel gedoe in deze
zaak hun bekomst hadden en den moed
hadden daarvan, zij het op negatieve wijze,
te doen blijken.
Tot onze verwondering stemde de liberale
wethouder v. d. Bilt, anders apostel der zui
nigheid, voor het kostbare voorstel van B,
en W. Wethouder Snoeck Henkemans
daarentegen zorgde voor een aangename
sensatie door zijn forsrh „tegen".
We zijn met dezen uitslag, die verkregen
werd ondanks allerlei schijnconcessies, wel
ke ter elfder ure in de voorgestelde over
eenkomst werden aangebracht, niet onte
vreden. Het is de anti-rev. fractie, die het
verzet tegen dit voorstel met sterke argu
menten begonnen is. De eerste indruk daar
van is behouden en het resultaat demon
streerde zich in de cijfers 21—19.
Het is met de hakken over de sloot; we
stemmen het toe. Maar we zijn er over en
wachten rustig af hetgeen ons verder zal
worden aangeboden. De zaak is nog niet af.
DE KABINETSCRISIS
IN BELGIE
Van Zeeland aanvaardt
opdracht
Nadat de demissionnaire minister
president van België dé heer Paal
Van Zeeland, gisteren opnieuw ten
paleize Laeken ontboden was, om door
Koning Leopold over de vorming van
een nieuw ministerie te worden ge
raadpleegd, en hij verzocht had, deze
opdracht een etmaal in beraad te mo
gen houden, vernemen wij thans, dat
hij zich bereid heeft verklaard, deze
taak te aanvaarden.
Gelijk men weet heeft voor hem de leid?
der Belgische Werklieden Parlij. de heer
Vandervelde, tevergeefs gepoogd een ni
ministerie tot stend te brengem Vandervelde
had deze opdracht met tegenzin aanvaard,
omdat hij, evenals de andere politieke lei
ders, van ooraeel was dat Van Zeeland het
best voor deze post geschikt was, aangezien
hij min of meer buiten de partijgrocpeerin-
gen stond. Doch Van Zeeland had aanvan
kelijk geweigerd, zich opnieuw met de re-
geeringstaak te. belasten, daar hij van mee
rling was, dat hij het zijne voor de publieke
zaak had verricht en nu de beurt daartoe
aan anderen was.
Het behoeft geen betoog, dat door een
terugkeer onder zulke omstandigheden Van
Zeelands autoriteit ten zeerste is gebaat; hij
neemt nu een sterker positie dan voorheen
in en zal er vermoedelijk vrij spoedig in sla
gen zijn ministerlijst samen te stellon.
De benoeming van den
Gouverneur-Generaal
Indruk in Ned. Indië
BATAV4A, 9 Juni (Aneta). Van 'de be
noeming van Jhr. Mr. A. W. L. Tjarda
van Starkenborgh Stachouwer tot Gou
verneur-Generaal is hier te lande met
zeer groote belangstelling kennis ge
nomen.
De „ïnd. Crt." constateert dat uit de car
rière van Jhr. Tjarda te bewijzen valt dat
bij de kunst van regeeren verstaat, hetgeen
ook blijkt uit zijn periode als commissari:
der Koningin in Groningen, zoodat de ver
wachting gewettigd is dat zijn verhuizing
van Brussel naar Buitenzorg voor Indië
haar goéde zijden zal hebben.
De „Loc." (Semarang): Men heeft duide
lijk gezocht "naar een l'iguur die eeiifgszfriV
verwant is aan den aftredenden landvoogd,
zoowel Wat persoonlijkheid als wat uiter
lijke omstandigheden betreft. Men1 benoem
de wederom eén hooggeplaatst Nederlan
der buitén liet politiek partijverband, die
in zijn loopbaan niet in aanraking kwam
met Indische problemen. Hier is wel ge
bleken dat gezonde beginselen omtrent be
stuursvoering en gezagsuitoefening stevig
en forsch gehandhaafd kunnen blijven
zonder koloniale detail-kennis.
Het feit, zoo vervolgt het blad. dat het
hoogste advies gegeven is door een Minis
terraad, gepresideerd door Minister Colijp,
wekt de hoop, dat de man. 'die eenmaal
door een groot G. G. uit velen werd geko
zen, thans zelf uit velen den goeden Land
voogd heeft gekozen.
EEN EXPOSE VAN DEN
MINISTER VAN KOLONIËN
Een aantal richtlijnen
De hulp van Nederland aan
Indië bestaat in handels
politieke en Clearinghulp
BATAVIA, 8 Juni (Aneta). Aan den
Volksraad is een schrijven van de
regeering aangeboden, hetwelk is opge
steld in overleg met het Departement
van Koloniën, betreffende de richtlijnen
inzake de economische samenwerking
tusschen Nederland en Ned.-Indië.
In dit schrijven zijn tevens de denk
beelden neergelegd omtrent de wijze
van besteding van het bedrag van
25 millioen, hetwelk door Nederland
aan Indië is toegezegd.
In aansluiting op dit bericht meldt Aneta-
Holland, dat het volgende exposé gister
door den Minister van Koloniën terzake aan
de heide Kamers der Staten-Gcneraal is
aangeboden, betreffende de „Richtlijnen
voor de economische samenwerking Neder
land—Ned.-Indie":
1. De structuur van de economische ver
houding Nederland-Indië brengt mede, dat
bij de door Nederland in het kader dezer
samenwerking aan Indië bewezen diensten
in de meeste gevallen tegelijkertijd Neder
landsche belangen gebaat zijn, terwijl bij
de door Indië verleende hulp weliswaar ook
rijksbelangen betrokken zijn, doch de recht-
streeksche economische steun aan Neder
land overweegt. Dientengevolge ligt in de
door Nederland getroffen maatregelen reeds
een zekere compensatie voor de gebrachte
offers, terwijl bij de door Indië getroffen
maatregelen deze compensatie in den regel
ontbreekt.
2. De tegenwoordige wereldverhoudingen
brengen de noodzakelijkheid mede eener
intensieve voortzetting van de economische
samenwerking der beide gebiedsdeelen in
rijksverband. Na het eerste thans als afge
sloten te beschouwen e.vperimenteele sta
dium behoort deze samenwerking niet lan-i
ger incidenteel, doch zooveel mogelijk stel
selmatig te geschieden, waarbij de weder-
zijdsche prestaties in een algemeen kader
worden ingepast
3. De economische samenwerking vergt
onvermijdelijk offers welker aanvaardbaar
heid mede beoordeeld moet worden in ver
band met het weerstaudvermogen en de
structuur der betrokken gebieden en met
de ontvangen hulp. Zij mag echter niet het
karakter van een do-ut-des politiek tus
schen beide gebiedsdeelen verkrijgen.
4. De door Nederland aan Indië te
verleenen economische steun bestaat
hoofdzakelijk uit handelspolitieke en
clearinghulp, die moeilijk in geld te
waardeeren is. Directe steun aan den
afzet van Indische producten in Neder
land is slechts in beperkte mate moge
lijk. De verdere mogelijkheden ten deze
dienen niéttemin van weerszijden nog
nader te worden onderzocht, en, waar
het kan, benut.
5. Het beleid ten aanzien van de handels
politieke betrekkingen met het buitenland
dient, voorzoover daarbij beide gebiedsdee
len betrokken zijn, te geschieden op grond
slag der rijkseenheid en in nauwe samen
werking der betrokken departementen.
Waar Indië in vele gevallen niet in slaat
is om door eigen prestaties zijn exporten
naar liet buitenland in voldoende mate te
verdedigen, dient het moederland deze ver
dediging naar vermogen voor zijn rekening
te nemen.
6. De door Indië aan Nederland te ver
leenen hulp béstaat noodzakelijkerwijze in
hoofdzaak uit bevordering van den invoer
uit Nederland, waarbij het verleenen van
contingenten het voornaamste middel is.
Deze contingenteeringen veroorzaken door
gaans aanzienlijke prijsstijgingen, die veelal
op economische zwakke deelen der Indische
maatschappij drukken en de in Indië door
gevoerde aanpassing doorbreken. Deze prijs
stijgingen dienen niettemin binnen bepaalde
grenzen aanvaard te worden wegens het be
lang der Nederlandsche industrie cn do
rijksbelangen.
7. De afstand tusschen het Nederlandsche
en het Ned.-Indisehe prijspeil is ook bij
krachtige aanpassing in Nederland zoo
groot dat het noodzakelijk is, dat de prijzen
zoo laag zijn als de Nederlandsche verhou
dingen dit veroorloven. Nederland dient
hiertoe de noodige maatregelen te nemen
en te bevorderen, dat de Nederlandsche in
dustrie actieve voeling met de Indische
markt onderhoudt.
8. Het is in het belang der Nederlandsche
industrie cn voor het slagen der contingen
teeringen noodig, dat over langere perioden
zoo groot mogelijke zekerheid omtrent de
Nederlandsche contingenten bestaat.
9. Waar contingenteering op zichzelf
veelal niet tot het beoogde doel leidt, dient
realisatie der Nederlandsche contingenten
ook in de toekomst door Indië te worden
-bevorderd.
10. De belangen der Nederlandsche in
dustrie mogen er niet toe leiden dat de voor
Indië onder de huidige omstandigheden
noodzakelijke industrialisatie wordt tegen
gegaan, al zal bij de ontwikkeling der In
dische industrie ook op de belangen der
moederlandsche nijverheid gelet worden.
Dit laatste geldt ook wanneer een alge
meene invoerbeperking noodig wordt we
gens stijgende Indische productie.
11. Er dient wederzijds gestreefd te wor
den naar liet vermijden van wrijvingsvlak-
ken tusschen Indische en Nederlandsche
bedrijfstakken. Hiertoe kunnen o. m. Ne
derlandsche industrieele beleggingen in
Indië bijdragen.
12. Wanneer blijkt, dat bij bestaande con
tingenteeringen de realisatie der Nederland
sche contingenten belet wordt door in Ned.-
Indië geheven invoerrechten, dient overwo
gen te worden in hoever hieraan door ver
laging dezer rechten tegemoet gekomen kan
worden. Blijkt een dgl. verlaging niet mo
gelijk te zijn, hetzij uit finaneieole overwe
gingen, hetzij wegens het karakter der In
dische tariefsvvet. dan kan Nederland déze
last overnemen in gevallen waarbij geen
derde landen betrokken zijn.
13. De Indische contingenteeringen
ten bate van Nederland behoeven voor-
loopig niet in belangrijke mate verder
uitgebreid te worden. Consolidatie der
belangrijke reeds verkregen en beoogde
resultaten moet voorloopig voorop
staan.
li. Een op grond van overwegingen van
algemeonen aard door Nederland aan Indië
te verleenen financieele bijstand lot het
treffen van vvch aartsmaatregelen, vormt,
in verband met de feiten, genoemd in de
punten 1. -1 en 6. een passend complement
der hierboven behandelde economische sa
menwerking. Hierdoor kan aan liet econo
misch veel zwakkere Indië een zekere, aan
de in Nederland toegepaste steunmaatrege
len analoge, verlichting worden gegeven.
van
Jeen 2ttüwe<zax
Dit nummer bestaat uit TWEE bladen
Een vliegtuigongeluk in Zuid-Slavie
heeft tal van dooden en gewonden ge
vergd.
Tiet Noorden van Frankrijk wordt 'door
een algemeene mijnwerkersstaking geteis
terd. In de omgeving van Parijs staken
thans de bouwvakarbeiders.
Dc.Qcmeenteraacl van Den Haag heeft het
voorstel van B. en W. betreffende de boven
tallige onderwijzers verworpenEveneens is
verworpen liet voorstel betreffende aankoop
van de Dierentuin.
Benoemd is tol hoogleeraar aan het Evang.
Lutherscli Seminarium te Amsterdam Dr Fj
Stegenga.
Schrijven van de Indische Ptegeering aan
de Volksraad betreffende de richtlijnen in
zake de economische samenwerking tusschen
Nederland en Indië.
Moordaanslag te Santpoort.
Octrooibureau Battels behandelt octrooU
zaken, deponeert handelsmerken. Dessins
Gebrauchsmuster etc. in alle landen. Bezvi-
denhout S3, Den Haag. Telef. 720011—1211012.
(Adv.)
Morgen zal het
25 jaar geleden
zijn, dat de heer
R. Zomer, thans
ambtenaar voor
de Kinderwetten
te 's-Gravenhage,
zijn leven wijdde
in dienst van de
bescherming der
misdeelde jeugci.
Prov. Staten van Zuid-Holland
In het gebouw der Eerste Kamer ver
gaderden vanochtend de Provinciale Sta
len van Zuid-Holland.
Na goedkeuring hunner geloofsbrieven
werden de nieuw-benoemde Statenleden,
mevrouw Bleumin k-Lo u man (vac.-
Vrijenhoek) en mr. Nelemans (vac.-
mr. J. A. de Visser) als zoodanig beëedigd
en gcinstalleerd.
De op de agenda voorkomende voorstel
len werden in handen gesteld van ver
schillende commissies, waarna de zitting
werd verdaagd tot Dinsdag 30 Juni.
Electriciteitsmeters
onder de IJkwet
Een taak voor reeds bestaande instellingen
Bij nadere nota heeft de minister van
Handel wijzigingen gebracht in 't wets
voorstel tot nieuwe regeling betreffende
de maten, gewichten, meet- en weeg
werktuigen.
De strekking van de voorgestelde wij
zigingen is in hoofdzaak, de mogelijk
heid te openen, ook de electriciteits
meters onder de werkingssfeer van de
nieuwe ijk wet te brengen.
De minister stelt zich voor* dat bij het
toezicht gebruik zal kunnen worden ge
maakt van hetgeen van particuliere zijde
ter zake reeds werd tot stand gebracht en
dat in verband hiermede, zoo mogelijk aan
reeds bestaande instellingen, welke op dit
gebied werkzaam zijn, in de uitvoering der
wet een taak zou zijn op te dragen.
Rechters in de N.S.B.
Naar aanleiding van de berichten om
trent de twee rechters in de Rechtbank van
Alkmaar, die lid van de N.S.B. blijken te
zijn. merkt de Maasbode in het alge
meen op:
„Het is al mooi genoeg, dat wij niet
weten, hoeveel rechters vrijmetseiaarsbe-
loften hebben afgelegd. Ais wij er nu ook
nog een aanzienlijk aantal hebben, die het
gepast vinden naast hun ambtseed boven
dien nog geloften af te leggen in het eed-
genoodschap van den heer Mussert, wordt
het ons een beetje al te kras en zou de
Kroon toch kunnen overwegen aan de
heeren te verzoeken, haar althans mee te
deelen, tot welke vereenigingen of loges
zij behooren en welke eeden en geloften
zij hebben afgelegd."
PRIJS INDUSTRIEMELK
De prijs van de industriemelk bedraagt
voor deze week f 3.S3 per 100 liter (vorige
week f 3.55).
Staking op de marinewerven
te Bordeaux
De arbeiders der marinewerven te Bor
deaux hebben het werk neergelegd. De ter
reinen zijn door 2000 man bezet. Daarentegen
hebben de werklieoen in de metaalindustrie
aldaar den arbeid hervat.