woensdag 3 juni 1936
derde blad pag. 9
vereen. van chr. onderwijzers enz.
Chr. Letterkundige Kringen
Algemeen Burger-Ziekenfonds
DAGERAAD
fl r 1 ve?0nd van lis2 op' zkh nict
Mr. J. Hangelbroek spreekt
over de opkomst van ons
Christelijk Schoolwezen
De sociale taak der
Christelijke School
In de gisteren te Utrecht' voortgezette
drie en tachtigste algemeene vergadering van
lie Vereeniging van Chr. Onderwijzers en
Onderwijzeressen in Nederland en de Over
zeese lie Gewesten, heeft de voorzitter, de
jieer J. II okina, na zijn openingsrede
hartelijk woord gericht tot den direc-
van het bureau, den heer A. de Jong
te Den Haag, die vóór 25 jaar achten
de groene tafel plaats nam en 8 jaar als
jid van het hoofdbestuur en 17 jaar als
buitengewoon lid van dit college heeft
mogen dienen. Waar de heer De Jong van
een huldiging niet heeft willen weten, sprak
d voorzitter slechts een enkel woord ven
dank en bood hem als tastbaar bewijs van
erkentelijkheid een fraaie fruitmand aan.
(Daverend applaus).
Met een enkel woord heeft de heer De
Jong voor deze attentie dank gezegd.
Do voorzitter begroette ter vergadering
twee oude veteranen, de heer A. Meijer,
reeds over de 90 jaar en de heer H. A. P.
Meijer, dicht bij de 90, wier aanwezigheid
de vergadering door oen hartelijk applaus
toonde op prijs te stellen.
Over liet referaat van Prof. Dr L. v. d.
Horst, hoogleeraar aan de Vrije Univer
siteit. over: „Verband tusschen lichamelij
ke en geestelijke ontwikkeling", wisselden
met den spreker van gedachten de heeren
G. Meiina van Groningen, J. G. v. Dit-
marsch van Utrecht, H. A. v. d. Hoven
-Kinderen ian Rotterdam, J. Leppink
Nieuwerkerk aan den IJssel, K. v. d. Graaf
van Hilversum en dc voorzitter. Na repliek
van den inleider werd de eerste zitting
gesloten.
Na een gemeenschappelijken maaltijd
in „Meison Schmite" ving om 8 uur een
fcestvergadering aan in dc groote zaal van
Tivoli. Zaal en galerijen waren tot de laat
ste plaats bezet. De bijeenkomst stond on
der leiding van den heer A. van Andel,
die een kort openingswoord sprak. Voor
dc pauze zong een dameskoor onder lei
ding van rnej. Aleid Goettsch en decla
meerde de heer F. C .v. Dorp van Rot
terdam.
Na de pauze voerden leden
Utrebhtsche af deeling Charivarius' ..Hoe
.veeuwtje uit het Hof van Holland
gevrijd werd", naar Potgieter op.
Ilct was een welgeslaagde avond, waar
voor het publiek ondubbelzinnig zijn er
kentelijkheid betoonde.
Dc vergadering van heden
Hedenmorgen is te Utrecht in „Tivoli" de
Ie algemeene vergadering van de Vereeni
ging van Chr. Onderwijzers en Onderwijze
ressen in Nederland en de Ovcrzeesche Ge
westen voortgezet.
De voorzitter, de heer J. Hob ma, opende
de vergadering met het doen zingen van Ps
126 2 en 3 en gebed, waarna de secretaris
las Efeze 2.
Medegedeeld werd, dat tot lid van het
hoofdbestuur was gekozen in de vac. ont
staan door het periodiek aftreden van den
heer J. Hobma, de heer P. v. A a 11 e n te
Arnhem. Do voorzitter heette den heer v.
Aal ten opnieuw welkom in den kring van
het hoofdbestuur en noodigde liem onder
applaus der vergadering uit aan de be
stuurstafel te willen plaatsnemen.
De afgevaardigde van de Haagsche afd.
'der vereeniging bracht hierna rapport uit
over den toestand van het graf vein Groen
van Prinstercr op de begraafplaats „Ter na
volging" te Scheveningen, waarvan de zorg
aan deze afd. is toevertrouwd. Gerapporteerd
werd, dat het graf zich in de beste orde be
yond.
Hierna kwam aan de orde het referaat
van Mr. J. J. Hangel broek van den
Haag, secr van Unie en Schoolraad over:
„De opbouw .van ons Christelijk school-
Referaat Mr. J. J. Hangelbroek
Ref. omschreef het Christelijk schoolwezen
als dat geheel van geestelijke en materieel»
factoren, waarin de arbeid van het Christe
lijk volksdeel voor het Chr. schoolonderwijs
grondslag en verwerkelijking vindt. De Chr.
school 9taat dus in het centrum. De school
en allerminst de Chr. schooi is niet een me
chanische constructie, door menscholijke
techniek en vaardigheid geformeerd en be-
heerscht. Zij is een levend organisme, een
zelfstandige levenskring, zich ontwikkelend
naar eigen wet, in diepen samenhang met
het geestelijk en maatschappelijk leven van
ons volk. Daarmede is niet gezegd dat haai
ontwikkeling zich moet voltrekken buiten
onze opzettelijke bemoeiing om. Integendeel,
juist omdat de school een levend organisme
is. vraagt zij leiding, bewerking en verzor
ging. Wie streven naar den ophouw van de
Chr. school en dc levensgemeenschap, nie
draagt, zoeken geen utopie. Alle op
bouw cischt kennis van het wezen der zaak,
welke voorwerp is dier handeling. Wie der
halve streeft naar ophouw van het Chr.
schoolwezen, zal dit in zijn eigen karakter
moeten doorgronden.
Opbouw van het Chr. schoolwezen
zal. wil zij slagen, zich steeds moeten
richten naar de centrale gedachte, oat
in gezin en school dezelfde levensbe
schouwing hccrscht. Aan de hand van
uitspraken van Mr. Th. Heemskerk,
Groen van Prinsterer en Prof. dr. J.
Woltjer, deed spr. zien waartoe mis
kenning dier waarheid leidt. School
en gezin zijn onderscheiden. Worot de
vrijheid van geweten, godsdienst en on
derwijs hehoudsn, dan kan zich ont
wikkelen dc school, die van de ouders
afhankelijk is.
Vervolgens stond spr. stil bij de interne
ontwikkeling der Chr. school naar eigen be
ginsel. De Chr. school heeft een sterk en
«en eigen beginsel. Voor onze vrije scholen
is dc staatspacdagogick, hoe gematigd ook.
onaanvaardbaar. Onderwijs en opxoeding
zijn een maatschappelijke taak en de Over
heid heeft halt te houden voor het recht
der ouders en de gezonde maatschappelijk!
krachten, die liet onderwijs verzorgen, ti
eerbiedigen. Excessen kan zij weren, maar
dc paedagogische, dat is de geestelijke vrij
heid der scholen, late zij onaangetast! Mede
in het licht van de desbetreffende passage
in de Troonrede 1935 toonde spr.
het niet overbodig mag lieeten hierop de
aandacht te vestigen.
Wat de uitwendige organisatie van het
Ihr. onderwijs betreft, de onderwïjswetge-
ing is niet het minst belangrijk voor de uit
wendige structuur. Zij kan de opbouw van
het Chr. onderwijs met groote gevaren be
dreigen, ja zelfs in het ergste geval wel
haast met lamheid slaan. Gevaren voor de
■rijheid der bijzondere school schuilen er in,
een tot in onderdeden uitgewerkte wette
lijk regeling, van wier naleving de uitbeta
ling der subsidies afhangt, zeer stellig. Bij
elk subsidiestelsel, hoe men zich dat ook
voorstelt, zal de overheid ook bij onvoor
waardelijke erkenning van de vrijheid van
onderwijs en van het recht op finantieelen
n bij de wet regelen moeten stellen. De
mogelijkheid is niet denkbeeldig dat de wet
telijke regeling verder gaat dan het hier
omschreven doel medebrengt. En daa»-
schuilt het groote gevaar. Er zijn aanwij
zingen dat de huidige L.O. wet "20 niet in
alle opzichten aan de gestelde voorwaarde
voldoet. Verbetering op verschillende punten
is wenschelijk en mogelijk.
Maar bovenal is thans èn voor da
toekomst op dit punt groote waak
zaamheid en bezonnenheid nootiig. De
wettelijke subsidieregeling moet een
subsidieregeling blijven en
niet een voertuig waarop allerlei nut
tig en dienstig geachte zaken de vest»
van het vrije onderwijs worden bin
nengereden, waaraan do bezetting op
straffe van subsidie-verlies een plaats
zal hebben te geven.
Na bespreking van dit referaat werd de
morgenvergadering met het zingen van Pa
1452 en 6 en dankzegging gesloten.
De slotzitting
Om 2 uur ving de slotzitting aan. Gezon
gen werd Ps. 331 en 7, waarna de voorzit
ter voorging in gebed en de secr. las Luk.
8:4—18.
De voorzitter verleende nu het woord aan
Ds. J. P. E. C. E e r h a r d, Ned. Hen', pre
dikant te Hillegom, om te spreken over: „De
sociale taak van de Chr. school".
Toespraak Ds. J. P. E. C. Eerhard
Ref. ving aan met er op te wijzen, dat hij
slechts wil stimuleeren, en bezinning en be
zieling wekken wil. De vaan-oelspreuk. der
vereeniging wijst al dadelijk naar het prin-
cipiuui sapentiae. In Christus hebben wij
de Nouorientierung waarom men roept. Wij
vereeren niet als Spoerri het vleesehlooze
woord of het woordlooze vleesch. Christus
geeft de krachten die wij juist nu in het
bijzonder behoeven, de normatieve, critische,
saneerende, sociale dynamiek van den Chr.
geest.
Daarbij is het noodig een open oog en oor
te hebben voor den nood des tij ds. Ilct
groote vraagteeken, dat maatschappelijk
leven heet, staat voor de schooldeur. Do
school als miniatuur-maatschappij dreigt
daardoor zelf ook „fraglich" te worden. Er
zijn zeker gerechtvaardigde klachten. In
middels zijn er verschillende pogingen aangc
wend om de sohool meer direct op sociaal
staatkundig leven in te richten en practisch
karakter <e geven. Hoe staat de Chr.
school nu tegenover dit alles en wat doet
zij er mee? Spr. herinnerde aan de heldere
artikelen over deze materie van den heer
Meiina in het orgaan der vereenigiir
waarin hij opwekte tot bestudeering va
'iet vraagstuk: school en maatschappij. Dat
vil spr. heden ook doen. In dit verhand gaf
ipr. do volgende punten in overweging: 1.
De Chr. school late zich geen methode op
dringen die volstrekt strijdig is met haar
beginsel; 2. Zij bedenke dat liet Christendom
als zoodanig niet gebonden is aan eer
paalden maatschappelijken vorm; 3. Zij
werpe elke maatschappelijke structuur,
grondslag atheïstisch en anti-christelijk is
of wier consequenties tot conflict met d-
Chr. beginselen kunnen leiden; 4. Zij
wachte zich voor gewaagde kostbare experi
menten in dezen onzekeren crisistijd; 5. Zij
streve binnen het kader van het nu w
lijk geoorloofde naar meer doelbewuste
vulling harer sociale roeping; 6. Zij blijve
toegankelijk -voor doelmatige verbeteringen
in dit opzicht ook van andersdenkenden,
voorzoover deze niet strijden tegen haar Ch
levensbeginsel; 7. Besturen en ouders be
trachten 'soepelheid ten opzichte van e.v
wijziging in het leerprogram, opdat het
vrije initiatief niet onderdrukt woroc; 8. De
onderwijzers bestudeeren deze materie
blijven daarbij zich richten op een „prac
tisch hanteerbare uren-tabel" voor de Chr.
ichóo! in Nederland; 9. De Chr. on denvijs-
organisaties steunen daarin elkander zoo
veel mogelijk.
Wilma en Van Randwijk
vertellen van eigen werk
De heer A. Wapenaar spreekt
over ,J)e Oude Strijd"
10. Men zoeke ter reorganisatie van
het onderwijs inzake de sociale taak
der school ook contact met neutraie
organisaties. Gezamenlijke kalme voor
bereiding is een onmisbare voonvaar-
do tot slagen. Zou het onmogelijk zij'n
op bepaalde practisohe punten tot
overeenstemming te komen en een ge
zamenlijk adres aan de regeering te
richten? Het protest tegen eenzijdig
intellectualistische overlading,, bijv. is
algemeen. Laat in dezen zin ook de
Chr. school als de ,,aoe-school" zich
openharen.
11. De Chr. school toone door eigen voor
beeld haar waarachtig Christelijk-sociale
gezindheid, o.a. in oprechte samenwerking,
e.v. vrijwillige concentratie e.d.
Paedagogisch, psychologisch, ethisch en so
ciaal behoeft de Chr. onderwijzer zich niet
te schamen voor zijn Meester. Immers
Christus is alles. Door Zijn geest bezield
kunnen en moeten wij de vragen onder de
oogen zien.
Ref. maakte vervolgens nog enkele op
merkingen over de standenschool, over de
Zooals wc gister reeds gemeld hebben, is
op „Woudsclioten" dc Pinksterconfercntie
gehouden van het Verbond van Chr. Letter
kundige Kringen. Een groot aantal deel
nemers uit de verschillende kringen heeft de
mferentie bijgewoond.
Zaterdagmiddag werd door den voorzitter,
den heer J. J. de Die, deze conferentie op
de gebruikelijke wijze geopend. In zijn ope
ningswoord besprak hij de vraag van de
verhouding van den Christen tot de kunst
de wijz° in hoever organisatorisch,
literair leven daaraan bevorderlijk kan zijn.
Hij heette de aanwezigen welkom en in het
bijzonder de sprekers en vele. auLcurs, onder
ie mejuffrouw Vermaat (Wilma).
Zaterdagmiddag refereerde Dr J. K a
eer, van Dordrecht over „Calvinistische
vloed in de Nederlandsche literatuur'
Van dit referaat gaven wij gister reeds een
overzicht. Op deze lezing volgde een lang
durige bespreking, waaruit bleek dat voor
al de aanwezige auteurs zich niet geheel
konden vereenigen met de zienswijze van
Dr Karserneyer.
Zondagmorgen werd allereerst in de Ka
pel een morgenwijding gehouden, waar de
heer J. F ij nvandraa t, Theol. Cand. te
Laren, voorging. Daarna werden cte kerk
diensten te Zeist bijgewoond.
Wilma over haar nieuw werk
's Middags las Wilma een fragment voor
it een nog niet verschenen werk, waaraan
een korte toelichting vooraf ging. In dit
boek domineert de vraag: hoe moeten
als Christenen staan tegenover de menschen
die in nood zijn. Spr. vraagt: laten we niet
meer over crisis spreken, ooch liever geloo-
ven dat God bezig is iets wakker te maken.
We zijn bang het geheel eigene te verliezen
voor de gemeenschap. In haar nieuwe boek
worstelen do menschen niet deze yraa;
doch vinden elkander.
Hierna 6prak de heer H. M. van Hand-
wijk naar aanleiding van zijn hoek „Bur
gers in Nood". Volgens Spr. gaat he^ er
niet om of óe per
sonen in een hoek
Christenen zijn,
maai; hoe de
schrijver de men
sclien gezien heeft
Het Chr. realisme
ziet do mensch
nis schepsel. Zoo
lang hij leeft
leeft hij in het
heden der genade
én het Chr.
lismo heeft het
licht, dat daar
overheen hangt
niet te verdoeze
len. Van het leed
van miilioenen 'n
salonfahig onder
werp te maken
is een harteloos onrecht. IIoc ziet het Ch
realisme c.e wereld zelf, haar cultuqr en
ontwikkeling? Ze heeft begrip van "de 'rich
ting hoe de wereld zich beweegt. Epnerzijds
wordt de onvermijdelijke ondergang gezien.'
anderzijds het komenae Godsrijk. Alle leven
is een langzaam sterven en ten slotte de
Antichrist, maar evenzoo dat ondergang op
standing kan zijn.
Het diepste wezen van dc crisis is, dat het
een gemeeiischapscrisis is. Niet alleen is de
mensch hier schuldig, maar er is schuld.
Het zich onttrokken aan den naaste. We zijn
teveel amateurs. Ons leven zetten we niet
op het spel. Het is oe maatschappelijke
structuur die dc vervreemding 'bevordert en
een goede harmonie onmogelijk maakt.
Sociaal heeft de daad van Braans,
wonen onder de werkloozen, geen zin. om-
lat het geen oplossing geeft. Er is niets ver
anderd. De wezenlijke verandering ligt in
het feit. dat de verkondiging van het Woord
hun midden is gekomen. Het brengt uit
zicht naar boven.
Avonds werden de aanwezigen door den
heer P. J. Risseeuw getest op hun bele
zenheid. Als prijzen voor deze wedstrijd wa
door de heeren uitgevers Callenbach,
Bosch en Keuhing, Uitg.-Mij Holland en de
dam een aan'a! boekwerken ter be
schikking gesteld. Ook was door de firma
Callenbach een goed geslaagde stand van
haar uitgaven in de hal opgesteld.
Door oe heeren Jan I-I. de Groot, H.
e Bruin, B. B k k e r en A. Wape-
a a r werd uit eigen werk gelezen.
De dag werd gesloten met een liturgische
dienst, geleid door den heer F ij n v a n-
a t, met medewerking van een dames
koortje, uit de deelnemers.
'De offlcieele ontvangst 'door "Burgemeester en Wethouders van Utrecht van de algemeene vergadering van 'de Vereen, van Chr.
Onderwijzers en Onderwijzeressen,
noodzakelijkheid thans geen eonfessioneele
verschillen te accentueeren, over het zoo
weinig mogelijk brengen van de politiek
de school, over schoolvoeding en kleeding,
over samenwerking over heel de linie vai
het Chr. onderwijs, dê uitbreiding van ch
gezagssfeer van den onderwijzer, sport, spel
enz.
Dc Chr. school mag Christus brengen tot
het kind en het kind tot Christus, die ver
lossing en vernieuwing brengt. Christus, de
wijsheid Göcïs en de kracht Gods bezicle ons
blijmoedig en dapper te aanvaarden de so
ciale roeping der Chr. school.
De voorzitter dankte den referent voor
zijn kloek woord, en richtte vervolgens
woorden van dank tot de Utrechtsche rege
lingscommissie voor al haar arbeid.
De vice-voorzitter, de heer G. Meima
van Groningen, dankte onder instemming
der vergadering den affredenden voorzitter
voor al wat hij in deze 9 jaar voor de ver
eeniging heeft willen doen en bad hem Gous
zegen toe. Na het staande zingen van Gez.
-26S13, werd de vergadering met dank
zegging gesloten.
De Oude Strijd
Voordat Kuypef zijn Bilderdijk-rede hield,
schreef Adel Ankersmit (Hendrik Mulder)
zijn brochure over „Snobbisme en Calvinis
me". Deze Adel Ankersmit stond die dagen
in hPt centrum
der belangstelling
De aanvallen van
Ankersmit
Postmus hebben
Dr Kuyper er toe
geleid de jonge
ren te waarschu
wen zich niet in
te lijven bij
school der tach
tigers. De diepere
bedoeling van Dr
Kuyper was, te
waarschuwen te
gen het aanbid
den der taal
schoonheid. Ite
conclusie van
Adel Ankersmit
was, dat het Cal-
isme de dood was voor alle kunst. Hij
lette fanatiek eenzijdig op de beoordeeling
van het ware, goede en schoone van het
Calvinisme. In hetzelfde jaar dat Dr Kuyper
zijn Bilderdijk-rede hield, heeft B. J. *Ger-
ritson getracht klaarheid te brengen in de
toenmalige verwarring.
Eerst Golgotha brengt de splitsing tus
schen de Helleensche en de Christelijke
isle; Christelijke en onchristelijke kunst is
een verkeerde en onjuiste tegenstelling.
Gerritson wil wel spreken van Christen-
kunstenaars, wanneer zij op het kruispunt
staan van de aesthetische en Christelijke we
reldbeschouwing. In Christus zijn ook de
Christenen kunstenaars, al klinkt hun
triomfkreet wel eens wat gedempt.
Verder bracht spr. naar voren in hoeverre
dc critiek, die ook in deze tijd gegeven
■ordt, zich bezondigen kan in de beoordee
ling van werken van ae andere zijdfe.
Het gaat in de litteratuur niet alleen
de schoonheid, maar in en door de schoon
heid om liet schoone leven. In en door
Christus het schoone leven, die het ons voor
geleefd heeft in zelfofferande. De Christen-
kunstenaar moet in deze tijd iets geven aan
de zwaarst getroffenen, moet kunnen getui
gen van een open hemel.
Hierop volgde een korte discussie, waar-
a de voorzitter eenige hartelijke woorden
tot den heer Wapenaar richtte in verband
met zijn jubileum. De heer Wapenaar dank
te hiervoor en wekte vooral op tot trouw
Wijven in 't verhond, maar daarin ook aqn
Christelijke litteratuur. Staande we
gezongen Psalm 89 vers 8.
In verband met het jubileum van me'
Bakhoven—Michels (Johanna Breevoort)
werd voorgesteld haar een telegram te zen-
aen. Ook werd een telegram gezonden aan
den heer Hendrik Mulder (Adel Ankersmit)
Opvoering van Vondels
Adam in Ballingschap
*s Middags hield mcj. Lenie Soet
kóuw uit Delft een inleiding op het te
spelen stuk Adam in Ballingschap.
Daar door het koude weer niet. zooals ge
bruikelijk, in de open lucht kon worden ge
speeld. gebeurde dit binnenshuis. Op de be
kende, meesterlijke wijze werd het stuk door
de kring Delft gespeeld. Met een enkel
woord wees de voorzitter op het karakter
van dit spel, dat als een prediking de
wezigen ontroerde.
's Avonds werd de conferentie door-den
heer D e D i e gesloten, die in zijn slotwoord
de leden van kring Delft, die onder loioing
van mcj. Lenie Soetekouw het stuk hadden
ingestudeerd, hartelijk dankte. Aan mej.
werden een bloemstuk en een boekwerk ai
geboden.
Spr. hoopte, dat de zegen, die aan God
gevraagd was op alle werkzaamheden, mag
meegedragen worden naar huis, zoodat niet
alleen de conferentie door de deelnemers
moet genoegen is bijgewoond, maar deze ook
iets blijvends heeft gegeven. De conferentie
word daarna op de gebruikelijke wijze ge
sloten.
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
Afd. Ziektekostenverzekering
Nieuwe wijze van verzekering tegen de
kosten van ziekte, ziekenhuisverpleging
en operatie. Geheele particuliere behan
deling met vrije keuze van artsen,
apothekers, specialisten en ziekenhuizen.
-* PROSPECTUS OP AANVRAGE «-
Vertegenwoordigers(sters) gevraagd.
(Adv.)
DONDERDAG 4 JUNI
HILVERSUM I 1875 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00
NCRV. 11.00 KRO. 2.00 NCRV. 8.00—9.15
en 10.00 gram.pl. 10.15 Morgendienst door
Ds. C. J. Hoekendijk, Vrij Evang.
pred. te Bussum. 11.3012.00 Godsd. half
uur. 2.00 Handwerkcursus. 3.15—3.45
Vrouwenhalfuur. 4.00 Bijbellezing door
Ds. W. F. ten Rou weiaar. Herst.
Evang. Luth. pred. te Zwolle. 5.00 Cursus
v. d. jeugd. 5.30 Piano-recital. 6.30 Cau
serie over de nieuwe Waalbrug door C.
A. P. Ivens. 6.30 Geref. Friesch halfuur.
7.00 Berichten. 7.15 Journ. weekoverzicht.
7.45 Reportage. 8.00 Berichten A.N.P. 8.15
Koorconcert. 9.05 Boekbespreking over
„Chr. Sociale beginselen" van C. Smeenk,
door Dr. C. Beekenkamp. 9.35 Ver
volg concert. 10.30 Nieuwsberichten A.N.
P. 10.35—11.30 Gram.pl.
HILVERSUM II 301 M. Algr. programma,
verzorgd door de AVRO. 8.00 Gram.pl.
9.00 Ensemble Jetty Cantor. 10.00 Morgen
wijding. 10.30 Ensemble Jetty Cantor.
11.00 Het Haagsche Trio. 12.15 Cantabilé-
orkest. 2.30 Onthulling v. h. gedenkteckcn
voor H. M. de Koningin-Moeder, door
H. M. Koningin \Vilhelmina. Ooggetuige-
verslag door D. Hans. 4.00 Viool cn
piano. 4.30 Muzikale causerie. 7.00 Piano
recital. 7.30 Causerie: „Een monsterteles
coop in aanbouw", door Dr. A. J. M.
Wanders. 8.00 Nieuwsberichten A.N.P.
8.10 Omroeporkest. 10.15 Aeolian-orkest.
11.00 Nieuwsberichten ANP.
DROITWICH 1500 M. 11.25 Orgelspel. 12.20
Orkest. 2.05 Octet. 2.50 Piano-recital. 4.10
Literaire causerie. 6.50 Kwintetconcert.
7.50 Causerie „De Publieke Opinie". 8.20
Piano-recital. 8.35 Operette-uitzending.
10.20 Kerkdienst. 10.40 Oude muziek.
RADIO PARIS 1648 M. 9.50 Orgelconcert.
11.20 Omroeporkest. 4.20 Symphoniecon-
cert. 8.20 Zang en cembalo. 9.05 Nationkal
orkest.
KEULEN 456 M. 10.20 Koorconcert. 12.20
Orkestconcert. 1.35 Populair concert. 4.20
Populair concert. 5.30 Kamermuziek. 6.20
Orkest. 8.30 Omroeporkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Klein-
orkest. 7.20 Viool-recital. 8.20 Gewijd
koorconcert. 9.20 Symphonieconcert.
484 M.: 12.50 Salon-orkest. 5.20 Klein-
orkest. 8.20 Omroeporkest en zang.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Ge
varieerd programma. 9.20 „Juni", maand
overzicht. 10.50 Piano-recital. 11.2012.20
Populair concert.
if j,
"Jrt&alf&eto
rxL s te/ui, >t AJ&ffltft,
\on2 t&ctb fwzafi fèst tyuocéstf
'QtaAo'Xus l fyt/ioo Aktxrife!
VIER OUDE WINDMOLENS BEHOUDEN
De vier oude windmolens te A aria n-
derveen, welke dreigden te zullen ver
dwijnen, omdat zij ook den afgeloopen win
ter niet in staat bleken den Droogge ma ak
ten Polder aan de westzijde te Aarlander-
veen voor de overlast van het water to
behoeden, zullen behouden blijven. Ook hier
heeft de zgn. „verdekkiering" uitkomst
gebracht. Hoewel aanvankelijk het plan be
stond de molens te vervangen door een
mechanisch gemaal, heeft de ingelanden
vergadering, na zich elders van de resul
taten van het systeem-Dekker op de hoogte
tc hebben gesteld, thans besloten ook do
wieken van deze vier molens te laten
stroomlijnen, waardoor dus niet alleen
belangrijke kosten zullen worden gespaard,
maar tevens een stukje landschapschoou
behouden zal blijven.
Feuilleton
(22
Boor H. KINGMANS
Hij kende de geheele situatie, daar hij met den graaf vat
Rennenburg de verschillende bescheiden had bestudeerd en da
besprekingen bijwoonde, die deze had met de vertegenwoordigers
van de Stad en met die van de Ommelanden, Scherpzinnig, als
de particuliere secretaris ongetwijfeld was, zat hij er zelfs
spoediger in dan Rennenburg, die overigens ook niet dom was
uitgevallen. Bailly had gehoord, dat burgemeester Hillebrands
in een vertrouwelijk onderhoud met Ufkens, den jongen Stad
houder eens een loozen vos had genoemd. Nu, Bailly moest
toegeven, die die benaming niet geheel ten onrechte was.
De herrie tusschen Stad en Ommelanden, Bailfy had hot
nauwkeurig nagespeurd, dateerde al van jaren her. Aanvanke
lijk beteekende ze niet veel, daar de stad Groningen ongetwijfeld
de oppermachtige was.
blaar sindsdien was Appingedam meer cn moer op den
voorgrond getreden, welke plaats zich niet voldoende kon
ontwikkelen, omdat Groningen, sinds de middeleeuwen, uil-
sluitend het stapelrecht had, dat den bloei van het platteland
tegenhield.
In '37 kwam er tusschen Groningen en Appingedam een
hevig geschil over dat stapelrecht, zóó, dat de toenmalige
Landvoogdes er zich mede bemoeien moest. Zij sprak echter
slechts een voorloopig vonnis uit. Het hoofdgeschil werd niet
opgelost Zij verwees dat naar de Hoofdmannenkamer, om op
te lossen. Dat was inderdaad het gemakkelijkst, maar niet
afdoend, want verschillende Ommelander heeren hadden ei
belang bij, dat de zaak sleepende gehouden werd- Eerst to.-n
tie Hertog van Alva in '68 persoonlijk in Groningen was,
bemoeide deze er zich medai In die dagen trouwens was da
twist niet zoo erg, daar de algemeene vrees .voor de troebelen
partijen inbond.
Behalve met Appingedam over het stapelrecht had de sta3
nog andere moeilijkheden gehad in '50. Groningen begeerde
namelijk dat Hunsingo en Fivelingo hulp zouden verleenen
bij het herleggen en verbeteren van de Dollardsdijken wat deze
weigerden, daar huns inziens de stad zich het recht over het
Oldambt had aangematigd en daarom ook voor de veiligheid
der dijken te zorgen had. Als de stad het Oldambt losliet,
namen zij op zich, voor de dijken te zorgen.
Twaalf jaren lang was er over dat punt geruzied en toen
moesten de Ommelanden wel toegeven, daar de watervloed
van '62 hen eenvoudig dwong. ITuu lager dan het Oldamot
gelegen landen werden overstroomdl
Toen Bailly de daarop betrekking hebbende stukken las, had
hij geglimlacht en veel vermaak gehad: het had den Omme-
landers ongetwijfeld wat gekost, om toe te geven!
Wat de stad spaarde hen in geen enkel opzicht Zij stond
bijvoorbeeld streng op haar stapelrecht, zóó, dat zij de schepen
voor Delfzijl in beslag nam, de roeren, zeilen en ankers er vao
verwijderderde; de vensters van der kooplieden huizen te
Farmsum sloot en de huizen zelfs ompaaldel Klachten bij deo
Stadhouder Aremberg baatten niet. Deze gaf alleen tot bescheid,
dat zij het er naar maakten, dat Groningen zóó handelde.
Aremberg stond bepaald aan de zijde van de stad. Van
Rennenburg kon Bailly dat niet met zekerheid zeggen. Hij
wikte en woog, al naar gelang de omstandigheden en helde
nu eens naar den kant der stad over, dan weer naar dien
der Ommelanden, hoewel deze hem nog steeds niet als Stad
houder erkend hadden.
Want in der jaren loop waren de Ommelarden ook een
mach! van beteekenis geworden, daar zij zich krachtig
aanéénsloten.
Zij spraken, hoewel zij strikt genomen, ook naar het oordeel
van den scherzinnigen Bailly, daartoe niet het minste recht
hadden, van de Staten der Ommelanden en beweerden ijskoud,
dat Groningen en onderhoorigen feitelijk nooit tot het vrije
Friesland had behoord, doch een lichaam op zichzelf was.
Toen zij vervolgens Groningen de uitoefening van het stapel
recht beletten, wilde de fetad hen in rechten voor de Hoofd
mannenkamer dagen, maar de Ommelanden weigerden dat,
omdat die Rechtbank, alleen bestaande uit Groninger burgers,
partijdig was. Zij waren wel bereid, de kwesties voor den Raad
van State in Brussel te brengen, welke Raad bekwame rechts
geleerden, Syndici of Pensionarissen genoemd, benoemde, aan
eiken kant één. Deze Syndici beraadslaagden vaak met ds
afgevaardigden van beide partijen. Uit den aard der zaak
behoorden de vertegenwoordigers van de Ommelanden tot den
adel, als kundiger dan de boeren. Zij noemden zich deswege
Gedeputeerden cler Ommelanden. En omdat de onderhande
lingen met de stad, die krampachtig vasthield aan een in 14S2
gesloten verbond tusschen Groningen cn de Ommelanden geen
voortgang hadden, deze laatsten afzonderlijke Landdagen
houden binnen de muren der stacL
Op alle mogelijke punten hadden beide partijen ruzie. Bailly
had nog nooit zoo 'n ingewikkelde materie meegemaakt.
Daarna kwam er eenige verandering in den onverkwikke-
lijken strijd, daar van '60—'GS de troebelen in de Nederlanden
de belangstelling gaande hielden.
Nadat hij graaf Lodewijk van Nassau bij Jemmingen ver
slagen had, vertoefde de Hertog van Alva geruimen tijd te
Groningen, om gericht over de ketters uit te oefenen, maar ooft
om op andere zaken orde te stellen. En natuurlijk bemoeide
hij zich ook met de twisten, daarin een vonnis vellend, dat
meer ten gunste van de stad dan van de Ommelanden waa.
Uit ontzag voor Alva berustten de laatsten evenwel.
Van harte ging het niet, want nauwelijks was de Landvoog-1
naar Spanje teruggeroepen en vervangen door Requessens, of
in hevigheid ontbrandde de twist weer, zóó erg, dat de Staten
van Klein Friesland, zooals de Gedeputeerden van de Omme
landen zich gingen noemen, gelastten om den Stadstol bij
Delfzijl af te breken.
Stadhouder Caspar de Robles vermaande wel tot vrede en
wist te bewerken, dat van weerszijden twaalf gevolmachtigden
werden benoemd, om de kwesties in der minne te schikken
maar die kwamen niets verder, daar de Ommelanden zich
erkend wilden zien als zelfstandig lichaam, wat de stad niet
wilde doen.
Toen Guislain le Bailly tot zoover gekomen was met ds
bestudeer mg der stukken, die van een schier doorloopenden
strijd hem berichtten, had hij begrepen, dat er ecn openlij ka
breuk volgen moest J
En die was dan ook gekomen.
Door een notaris en drie getuigen uit Leeuwarden zegden
aan de protesten van de stad. Zij besloten eenvoudig, de
bevelen van de Hoofdmannenkamer, die de rechtspraak in Stal
en Ommelanden uit te oefenen had, niet op te volgen en ver
joegen de gerechtsdienaren, wanneer deze ten plattelande een
x on nis kwamen uitvoeren.
Deze breuk was gekomen in de laatste maanden van Robles-
on'T e" s,'chlte zulk verwarring, dat dc Stadhouder olie
op de ziedende golven trachtte te werpen, door voor te stellen
lS.ii. i °npartlJ.d,l®e', niet-Groningsche. maar bijvoorbeeld
zm.d. 6 rezhlskeIce'''len een uitspraak in het geschil
zouden geven. Daarvoor was de Str1 niet te vinden, al hond
zij zich eemgermate in, door een schikking te willen, waartoe
cVan pm.achtiS<ien van heide partijen
voorstelde, wat de Ommelanden weer weigerden.
(Wordt vervolgd).