woensdag 3 juni 1936 derde blad pag. 9 vereen. van chr. onderwijzers enz. Chr. Letterkundige Kringen Algemeen Burger-Ziekenfonds DAGERAAD fl r 1 ve?0nd van lis2 op' zkh nict Mr. J. Hangelbroek spreekt over de opkomst van ons Christelijk Schoolwezen De sociale taak der Christelijke School In de gisteren te Utrecht' voortgezette drie en tachtigste algemeene vergadering van lie Vereeniging van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en de Over zeese lie Gewesten, heeft de voorzitter, de jieer J. II okina, na zijn openingsrede hartelijk woord gericht tot den direc- van het bureau, den heer A. de Jong te Den Haag, die vóór 25 jaar achten de groene tafel plaats nam en 8 jaar als jid van het hoofdbestuur en 17 jaar als buitengewoon lid van dit college heeft mogen dienen. Waar de heer De Jong van een huldiging niet heeft willen weten, sprak d voorzitter slechts een enkel woord ven dank en bood hem als tastbaar bewijs van erkentelijkheid een fraaie fruitmand aan. (Daverend applaus). Met een enkel woord heeft de heer De Jong voor deze attentie dank gezegd. Do voorzitter begroette ter vergadering twee oude veteranen, de heer A. Meijer, reeds over de 90 jaar en de heer H. A. P. Meijer, dicht bij de 90, wier aanwezigheid de vergadering door oen hartelijk applaus toonde op prijs te stellen. Over liet referaat van Prof. Dr L. v. d. Horst, hoogleeraar aan de Vrije Univer siteit. over: „Verband tusschen lichamelij ke en geestelijke ontwikkeling", wisselden met den spreker van gedachten de heeren G. Meiina van Groningen, J. G. v. Dit- marsch van Utrecht, H. A. v. d. Hoven -Kinderen ian Rotterdam, J. Leppink Nieuwerkerk aan den IJssel, K. v. d. Graaf van Hilversum en dc voorzitter. Na repliek van den inleider werd de eerste zitting gesloten. Na een gemeenschappelijken maaltijd in „Meison Schmite" ving om 8 uur een fcestvergadering aan in dc groote zaal van Tivoli. Zaal en galerijen waren tot de laat ste plaats bezet. De bijeenkomst stond on der leiding van den heer A. van Andel, die een kort openingswoord sprak. Voor dc pauze zong een dameskoor onder lei ding van rnej. Aleid Goettsch en decla meerde de heer F. C .v. Dorp van Rot terdam. Na de pauze voerden leden Utrebhtsche af deeling Charivarius' ..Hoe .veeuwtje uit het Hof van Holland gevrijd werd", naar Potgieter op. Ilct was een welgeslaagde avond, waar voor het publiek ondubbelzinnig zijn er kentelijkheid betoonde. Dc vergadering van heden Hedenmorgen is te Utrecht in „Tivoli" de Ie algemeene vergadering van de Vereeni ging van Chr. Onderwijzers en Onderwijze ressen in Nederland en de Ovcrzeesche Ge westen voortgezet. De voorzitter, de heer J. Hob ma, opende de vergadering met het doen zingen van Ps 126 2 en 3 en gebed, waarna de secretaris las Efeze 2. Medegedeeld werd, dat tot lid van het hoofdbestuur was gekozen in de vac. ont staan door het periodiek aftreden van den heer J. Hobma, de heer P. v. A a 11 e n te Arnhem. Do voorzitter heette den heer v. Aal ten opnieuw welkom in den kring van het hoofdbestuur en noodigde liem onder applaus der vergadering uit aan de be stuurstafel te willen plaatsnemen. De afgevaardigde van de Haagsche afd. 'der vereeniging bracht hierna rapport uit over den toestand van het graf vein Groen van Prinstercr op de begraafplaats „Ter na volging" te Scheveningen, waarvan de zorg aan deze afd. is toevertrouwd. Gerapporteerd werd, dat het graf zich in de beste orde be yond. Hierna kwam aan de orde het referaat van Mr. J. J. Hangel broek van den Haag, secr van Unie en Schoolraad over: „De opbouw .van ons Christelijk school- Referaat Mr. J. J. Hangelbroek Ref. omschreef het Christelijk schoolwezen als dat geheel van geestelijke en materieel» factoren, waarin de arbeid van het Christe lijk volksdeel voor het Chr. schoolonderwijs grondslag en verwerkelijking vindt. De Chr. school 9taat dus in het centrum. De school en allerminst de Chr. schooi is niet een me chanische constructie, door menscholijke techniek en vaardigheid geformeerd en be- heerscht. Zij is een levend organisme, een zelfstandige levenskring, zich ontwikkelend naar eigen wet, in diepen samenhang met het geestelijk en maatschappelijk leven van ons volk. Daarmede is niet gezegd dat haai ontwikkeling zich moet voltrekken buiten onze opzettelijke bemoeiing om. Integendeel, juist omdat de school een levend organisme is. vraagt zij leiding, bewerking en verzor ging. Wie streven naar den ophouw van de Chr. school en dc levensgemeenschap, nie draagt, zoeken geen utopie. Alle op bouw cischt kennis van het wezen der zaak, welke voorwerp is dier handeling. Wie der halve streeft naar ophouw van het Chr. schoolwezen, zal dit in zijn eigen karakter moeten doorgronden. Opbouw van het Chr. schoolwezen zal. wil zij slagen, zich steeds moeten richten naar de centrale gedachte, oat in gezin en school dezelfde levensbe schouwing hccrscht. Aan de hand van uitspraken van Mr. Th. Heemskerk, Groen van Prinsterer en Prof. dr. J. Woltjer, deed spr. zien waartoe mis kenning dier waarheid leidt. School en gezin zijn onderscheiden. Worot de vrijheid van geweten, godsdienst en on derwijs hehoudsn, dan kan zich ont wikkelen dc school, die van de ouders afhankelijk is. Vervolgens stond spr. stil bij de interne ontwikkeling der Chr. school naar eigen be ginsel. De Chr. school heeft een sterk en «en eigen beginsel. Voor onze vrije scholen is dc staatspacdagogick, hoe gematigd ook. onaanvaardbaar. Onderwijs en opxoeding zijn een maatschappelijke taak en de Over heid heeft halt te houden voor het recht der ouders en de gezonde maatschappelijk! krachten, die liet onderwijs verzorgen, ti eerbiedigen. Excessen kan zij weren, maar dc paedagogische, dat is de geestelijke vrij heid der scholen, late zij onaangetast! Mede in het licht van de desbetreffende passage in de Troonrede 1935 toonde spr. het niet overbodig mag lieeten hierop de aandacht te vestigen. Wat de uitwendige organisatie van het Ihr. onderwijs betreft, de onderwïjswetge- ing is niet het minst belangrijk voor de uit wendige structuur. Zij kan de opbouw van het Chr. onderwijs met groote gevaren be dreigen, ja zelfs in het ergste geval wel haast met lamheid slaan. Gevaren voor de ■rijheid der bijzondere school schuilen er in, een tot in onderdeden uitgewerkte wette lijk regeling, van wier naleving de uitbeta ling der subsidies afhangt, zeer stellig. Bij elk subsidiestelsel, hoe men zich dat ook voorstelt, zal de overheid ook bij onvoor waardelijke erkenning van de vrijheid van onderwijs en van het recht op finantieelen n bij de wet regelen moeten stellen. De mogelijkheid is niet denkbeeldig dat de wet telijke regeling verder gaat dan het hier omschreven doel medebrengt. En daa»- schuilt het groote gevaar. Er zijn aanwij zingen dat de huidige L.O. wet "20 niet in alle opzichten aan de gestelde voorwaarde voldoet. Verbetering op verschillende punten is wenschelijk en mogelijk. Maar bovenal is thans èn voor da toekomst op dit punt groote waak zaamheid en bezonnenheid nootiig. De wettelijke subsidieregeling moet een subsidieregeling blijven en niet een voertuig waarop allerlei nut tig en dienstig geachte zaken de vest» van het vrije onderwijs worden bin nengereden, waaraan do bezetting op straffe van subsidie-verlies een plaats zal hebben te geven. Na bespreking van dit referaat werd de morgenvergadering met het zingen van Pa 1452 en 6 en dankzegging gesloten. De slotzitting Om 2 uur ving de slotzitting aan. Gezon gen werd Ps. 331 en 7, waarna de voorzit ter voorging in gebed en de secr. las Luk. 8:4—18. De voorzitter verleende nu het woord aan Ds. J. P. E. C. E e r h a r d, Ned. Hen', pre dikant te Hillegom, om te spreken over: „De sociale taak van de Chr. school". Toespraak Ds. J. P. E. C. Eerhard Ref. ving aan met er op te wijzen, dat hij slechts wil stimuleeren, en bezinning en be zieling wekken wil. De vaan-oelspreuk. der vereeniging wijst al dadelijk naar het prin- cipiuui sapentiae. In Christus hebben wij de Nouorientierung waarom men roept. Wij vereeren niet als Spoerri het vleesehlooze woord of het woordlooze vleesch. Christus geeft de krachten die wij juist nu in het bijzonder behoeven, de normatieve, critische, saneerende, sociale dynamiek van den Chr. geest. Daarbij is het noodig een open oog en oor te hebben voor den nood des tij ds. Ilct groote vraagteeken, dat maatschappelijk leven heet, staat voor de schooldeur. Do school als miniatuur-maatschappij dreigt daardoor zelf ook „fraglich" te worden. Er zijn zeker gerechtvaardigde klachten. In middels zijn er verschillende pogingen aangc wend om de sohool meer direct op sociaal staatkundig leven in te richten en practisch karakter <e geven. Hoe staat de Chr. school nu tegenover dit alles en wat doet zij er mee? Spr. herinnerde aan de heldere artikelen over deze materie van den heer Meiina in het orgaan der vereenigiir waarin hij opwekte tot bestudeering va 'iet vraagstuk: school en maatschappij. Dat vil spr. heden ook doen. In dit verhand gaf ipr. do volgende punten in overweging: 1. De Chr. school late zich geen methode op dringen die volstrekt strijdig is met haar beginsel; 2. Zij bedenke dat liet Christendom als zoodanig niet gebonden is aan eer paalden maatschappelijken vorm; 3. Zij werpe elke maatschappelijke structuur, grondslag atheïstisch en anti-christelijk is of wier consequenties tot conflict met d- Chr. beginselen kunnen leiden; 4. Zij wachte zich voor gewaagde kostbare experi menten in dezen onzekeren crisistijd; 5. Zij streve binnen het kader van het nu w lijk geoorloofde naar meer doelbewuste vulling harer sociale roeping; 6. Zij blijve toegankelijk -voor doelmatige verbeteringen in dit opzicht ook van andersdenkenden, voorzoover deze niet strijden tegen haar Ch levensbeginsel; 7. Besturen en ouders be trachten 'soepelheid ten opzichte van e.v wijziging in het leerprogram, opdat het vrije initiatief niet onderdrukt woroc; 8. De onderwijzers bestudeeren deze materie blijven daarbij zich richten op een „prac tisch hanteerbare uren-tabel" voor de Chr. ichóo! in Nederland; 9. De Chr. on denvijs- organisaties steunen daarin elkander zoo veel mogelijk. Wilma en Van Randwijk vertellen van eigen werk De heer A. Wapenaar spreekt over ,J)e Oude Strijd" 10. Men zoeke ter reorganisatie van het onderwijs inzake de sociale taak der school ook contact met neutraie organisaties. Gezamenlijke kalme voor bereiding is een onmisbare voonvaar- do tot slagen. Zou het onmogelijk zij'n op bepaalde practisohe punten tot overeenstemming te komen en een ge zamenlijk adres aan de regeering te richten? Het protest tegen eenzijdig intellectualistische overlading,, bijv. is algemeen. Laat in dezen zin ook de Chr. school als de ,,aoe-school" zich openharen. 11. De Chr. school toone door eigen voor beeld haar waarachtig Christelijk-sociale gezindheid, o.a. in oprechte samenwerking, e.v. vrijwillige concentratie e.d. Paedagogisch, psychologisch, ethisch en so ciaal behoeft de Chr. onderwijzer zich niet te schamen voor zijn Meester. Immers Christus is alles. Door Zijn geest bezield kunnen en moeten wij de vragen onder de oogen zien. Ref. maakte vervolgens nog enkele op merkingen over de standenschool, over de Zooals wc gister reeds gemeld hebben, is op „Woudsclioten" dc Pinksterconfercntie gehouden van het Verbond van Chr. Letter kundige Kringen. Een groot aantal deel nemers uit de verschillende kringen heeft de mferentie bijgewoond. Zaterdagmiddag werd door den voorzitter, den heer J. J. de Die, deze conferentie op de gebruikelijke wijze geopend. In zijn ope ningswoord besprak hij de vraag van de verhouding van den Christen tot de kunst de wijz° in hoever organisatorisch, literair leven daaraan bevorderlijk kan zijn. Hij heette de aanwezigen welkom en in het bijzonder de sprekers en vele. auLcurs, onder ie mejuffrouw Vermaat (Wilma). Zaterdagmiddag refereerde Dr J. K a eer, van Dordrecht over „Calvinistische vloed in de Nederlandsche literatuur' Van dit referaat gaven wij gister reeds een overzicht. Op deze lezing volgde een lang durige bespreking, waaruit bleek dat voor al de aanwezige auteurs zich niet geheel konden vereenigen met de zienswijze van Dr Karserneyer. Zondagmorgen werd allereerst in de Ka pel een morgenwijding gehouden, waar de heer J. F ij nvandraa t, Theol. Cand. te Laren, voorging. Daarna werden cte kerk diensten te Zeist bijgewoond. Wilma over haar nieuw werk 's Middags las Wilma een fragment voor it een nog niet verschenen werk, waaraan een korte toelichting vooraf ging. In dit boek domineert de vraag: hoe moeten als Christenen staan tegenover de menschen die in nood zijn. Spr. vraagt: laten we niet meer over crisis spreken, ooch liever geloo- ven dat God bezig is iets wakker te maken. We zijn bang het geheel eigene te verliezen voor de gemeenschap. In haar nieuwe boek worstelen do menschen niet deze yraa; doch vinden elkander. Hierna 6prak de heer H. M. van Hand- wijk naar aanleiding van zijn hoek „Bur gers in Nood". Volgens Spr. gaat he^ er niet om of óe per sonen in een hoek Christenen zijn, maai; hoe de schrijver de men sclien gezien heeft Het Chr. realisme ziet do mensch nis schepsel. Zoo lang hij leeft leeft hij in het heden der genade én het Chr. lismo heeft het licht, dat daar overheen hangt niet te verdoeze len. Van het leed van miilioenen 'n salonfahig onder werp te maken is een harteloos onrecht. IIoc ziet het Ch realisme c.e wereld zelf, haar cultuqr en ontwikkeling? Ze heeft begrip van "de 'rich ting hoe de wereld zich beweegt. Epnerzijds wordt de onvermijdelijke ondergang gezien.' anderzijds het komenae Godsrijk. Alle leven is een langzaam sterven en ten slotte de Antichrist, maar evenzoo dat ondergang op standing kan zijn. Het diepste wezen van dc crisis is, dat het een gemeeiischapscrisis is. Niet alleen is de mensch hier schuldig, maar er is schuld. Het zich onttrokken aan den naaste. We zijn teveel amateurs. Ons leven zetten we niet op het spel. Het is oe maatschappelijke structuur die dc vervreemding 'bevordert en een goede harmonie onmogelijk maakt. Sociaal heeft de daad van Braans, wonen onder de werkloozen, geen zin. om- lat het geen oplossing geeft. Er is niets ver anderd. De wezenlijke verandering ligt in het feit. dat de verkondiging van het Woord hun midden is gekomen. Het brengt uit zicht naar boven. Avonds werden de aanwezigen door den heer P. J. Risseeuw getest op hun bele zenheid. Als prijzen voor deze wedstrijd wa door de heeren uitgevers Callenbach, Bosch en Keuhing, Uitg.-Mij Holland en de dam een aan'a! boekwerken ter be schikking gesteld. Ook was door de firma Callenbach een goed geslaagde stand van haar uitgaven in de hal opgesteld. Door oe heeren Jan I-I. de Groot, H. e Bruin, B. B k k e r en A. Wape- a a r werd uit eigen werk gelezen. De dag werd gesloten met een liturgische dienst, geleid door den heer F ij n v a n- a t, met medewerking van een dames koortje, uit de deelnemers. 'De offlcieele ontvangst 'door "Burgemeester en Wethouders van Utrecht van de algemeene vergadering van 'de Vereen, van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen, noodzakelijkheid thans geen eonfessioneele verschillen te accentueeren, over het zoo weinig mogelijk brengen van de politiek de school, over schoolvoeding en kleeding, over samenwerking over heel de linie vai het Chr. onderwijs, dê uitbreiding van ch gezagssfeer van den onderwijzer, sport, spel enz. Dc Chr. school mag Christus brengen tot het kind en het kind tot Christus, die ver lossing en vernieuwing brengt. Christus, de wijsheid Göcïs en de kracht Gods bezicle ons blijmoedig en dapper te aanvaarden de so ciale roeping der Chr. school. De voorzitter dankte den referent voor zijn kloek woord, en richtte vervolgens woorden van dank tot de Utrechtsche rege lingscommissie voor al haar arbeid. De vice-voorzitter, de heer G. Meima van Groningen, dankte onder instemming der vergadering den affredenden voorzitter voor al wat hij in deze 9 jaar voor de ver eeniging heeft willen doen en bad hem Gous zegen toe. Na het staande zingen van Gez. -26S13, werd de vergadering met dank zegging gesloten. De Oude Strijd Voordat Kuypef zijn Bilderdijk-rede hield, schreef Adel Ankersmit (Hendrik Mulder) zijn brochure over „Snobbisme en Calvinis me". Deze Adel Ankersmit stond die dagen in hPt centrum der belangstelling De aanvallen van Ankersmit Postmus hebben Dr Kuyper er toe geleid de jonge ren te waarschu wen zich niet in te lijven bij school der tach tigers. De diepere bedoeling van Dr Kuyper was, te waarschuwen te gen het aanbid den der taal schoonheid. Ite conclusie van Adel Ankersmit was, dat het Cal- isme de dood was voor alle kunst. Hij lette fanatiek eenzijdig op de beoordeeling van het ware, goede en schoone van het Calvinisme. In hetzelfde jaar dat Dr Kuyper zijn Bilderdijk-rede hield, heeft B. J. *Ger- ritson getracht klaarheid te brengen in de toenmalige verwarring. Eerst Golgotha brengt de splitsing tus schen de Helleensche en de Christelijke isle; Christelijke en onchristelijke kunst is een verkeerde en onjuiste tegenstelling. Gerritson wil wel spreken van Christen- kunstenaars, wanneer zij op het kruispunt staan van de aesthetische en Christelijke we reldbeschouwing. In Christus zijn ook de Christenen kunstenaars, al klinkt hun triomfkreet wel eens wat gedempt. Verder bracht spr. naar voren in hoeverre dc critiek, die ook in deze tijd gegeven ■ordt, zich bezondigen kan in de beoordee ling van werken van ae andere zijdfe. Het gaat in de litteratuur niet alleen de schoonheid, maar in en door de schoon heid om liet schoone leven. In en door Christus het schoone leven, die het ons voor geleefd heeft in zelfofferande. De Christen- kunstenaar moet in deze tijd iets geven aan de zwaarst getroffenen, moet kunnen getui gen van een open hemel. Hierop volgde een korte discussie, waar- a de voorzitter eenige hartelijke woorden tot den heer Wapenaar richtte in verband met zijn jubileum. De heer Wapenaar dank te hiervoor en wekte vooral op tot trouw Wijven in 't verhond, maar daarin ook aqn Christelijke litteratuur. Staande we gezongen Psalm 89 vers 8. In verband met het jubileum van me' Bakhoven—Michels (Johanna Breevoort) werd voorgesteld haar een telegram te zen- aen. Ook werd een telegram gezonden aan den heer Hendrik Mulder (Adel Ankersmit) Opvoering van Vondels Adam in Ballingschap *s Middags hield mcj. Lenie Soet kóuw uit Delft een inleiding op het te spelen stuk Adam in Ballingschap. Daar door het koude weer niet. zooals ge bruikelijk, in de open lucht kon worden ge speeld. gebeurde dit binnenshuis. Op de be kende, meesterlijke wijze werd het stuk door de kring Delft gespeeld. Met een enkel woord wees de voorzitter op het karakter van dit spel, dat als een prediking de wezigen ontroerde. 's Avonds werd de conferentie door-den heer D e D i e gesloten, die in zijn slotwoord de leden van kring Delft, die onder loioing van mcj. Lenie Soetekouw het stuk hadden ingestudeerd, hartelijk dankte. Aan mej. werden een bloemstuk en een boekwerk ai geboden. Spr. hoopte, dat de zegen, die aan God gevraagd was op alle werkzaamheden, mag meegedragen worden naar huis, zoodat niet alleen de conferentie door de deelnemers moet genoegen is bijgewoond, maar deze ook iets blijvends heeft gegeven. De conferentie word daarna op de gebruikelijke wijze ge sloten. NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP Afd. Ziektekostenverzekering Nieuwe wijze van verzekering tegen de kosten van ziekte, ziekenhuisverpleging en operatie. Geheele particuliere behan deling met vrije keuze van artsen, apothekers, specialisten en ziekenhuizen. -* PROSPECTUS OP AANVRAGE «- Vertegenwoordigers(sters) gevraagd. (Adv.) DONDERDAG 4 JUNI HILVERSUM I 1875 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00 NCRV. 8.00—9.15 en 10.00 gram.pl. 10.15 Morgendienst door Ds. C. J. Hoekendijk, Vrij Evang. pred. te Bussum. 11.3012.00 Godsd. half uur. 2.00 Handwerkcursus. 3.15—3.45 Vrouwenhalfuur. 4.00 Bijbellezing door Ds. W. F. ten Rou weiaar. Herst. Evang. Luth. pred. te Zwolle. 5.00 Cursus v. d. jeugd. 5.30 Piano-recital. 6.30 Cau serie over de nieuwe Waalbrug door C. A. P. Ivens. 6.30 Geref. Friesch halfuur. 7.00 Berichten. 7.15 Journ. weekoverzicht. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten A.N.P. 8.15 Koorconcert. 9.05 Boekbespreking over „Chr. Sociale beginselen" van C. Smeenk, door Dr. C. Beekenkamp. 9.35 Ver volg concert. 10.30 Nieuwsberichten A.N. P. 10.35—11.30 Gram.pl. HILVERSUM II 301 M. Algr. programma, verzorgd door de AVRO. 8.00 Gram.pl. 9.00 Ensemble Jetty Cantor. 10.00 Morgen wijding. 10.30 Ensemble Jetty Cantor. 11.00 Het Haagsche Trio. 12.15 Cantabilé- orkest. 2.30 Onthulling v. h. gedenkteckcn voor H. M. de Koningin-Moeder, door H. M. Koningin \Vilhelmina. Ooggetuige- verslag door D. Hans. 4.00 Viool cn piano. 4.30 Muzikale causerie. 7.00 Piano recital. 7.30 Causerie: „Een monsterteles coop in aanbouw", door Dr. A. J. M. Wanders. 8.00 Nieuwsberichten A.N.P. 8.10 Omroeporkest. 10.15 Aeolian-orkest. 11.00 Nieuwsberichten ANP. DROITWICH 1500 M. 11.25 Orgelspel. 12.20 Orkest. 2.05 Octet. 2.50 Piano-recital. 4.10 Literaire causerie. 6.50 Kwintetconcert. 7.50 Causerie „De Publieke Opinie". 8.20 Piano-recital. 8.35 Operette-uitzending. 10.20 Kerkdienst. 10.40 Oude muziek. RADIO PARIS 1648 M. 9.50 Orgelconcert. 11.20 Omroeporkest. 4.20 Symphoniecon- cert. 8.20 Zang en cembalo. 9.05 Nationkal orkest. KEULEN 456 M. 10.20 Koorconcert. 12.20 Orkestconcert. 1.35 Populair concert. 4.20 Populair concert. 5.30 Kamermuziek. 6.20 Orkest. 8.30 Omroeporkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Klein- orkest. 7.20 Viool-recital. 8.20 Gewijd koorconcert. 9.20 Symphonieconcert. 484 M.: 12.50 Salon-orkest. 5.20 Klein- orkest. 8.20 Omroeporkest en zang. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.30 Ge varieerd programma. 9.20 „Juni", maand overzicht. 10.50 Piano-recital. 11.2012.20 Populair concert. if j, "Jrt&alf&eto rxL s te/ui, >t AJ&ffltft, \on2 t&ctb fwzafi fèst tyuocéstf 'QtaAo'Xus l fyt/ioo Aktxrife! VIER OUDE WINDMOLENS BEHOUDEN De vier oude windmolens te A aria n- derveen, welke dreigden te zullen ver dwijnen, omdat zij ook den afgeloopen win ter niet in staat bleken den Droogge ma ak ten Polder aan de westzijde te Aarlander- veen voor de overlast van het water to behoeden, zullen behouden blijven. Ook hier heeft de zgn. „verdekkiering" uitkomst gebracht. Hoewel aanvankelijk het plan be stond de molens te vervangen door een mechanisch gemaal, heeft de ingelanden vergadering, na zich elders van de resul taten van het systeem-Dekker op de hoogte tc hebben gesteld, thans besloten ook do wieken van deze vier molens te laten stroomlijnen, waardoor dus niet alleen belangrijke kosten zullen worden gespaard, maar tevens een stukje landschapschoou behouden zal blijven. Feuilleton (22 Boor H. KINGMANS Hij kende de geheele situatie, daar hij met den graaf vat Rennenburg de verschillende bescheiden had bestudeerd en da besprekingen bijwoonde, die deze had met de vertegenwoordigers van de Stad en met die van de Ommelanden, Scherpzinnig, als de particuliere secretaris ongetwijfeld was, zat hij er zelfs spoediger in dan Rennenburg, die overigens ook niet dom was uitgevallen. Bailly had gehoord, dat burgemeester Hillebrands in een vertrouwelijk onderhoud met Ufkens, den jongen Stad houder eens een loozen vos had genoemd. Nu, Bailly moest toegeven, die die benaming niet geheel ten onrechte was. De herrie tusschen Stad en Ommelanden, Bailfy had hot nauwkeurig nagespeurd, dateerde al van jaren her. Aanvanke lijk beteekende ze niet veel, daar de stad Groningen ongetwijfeld de oppermachtige was. blaar sindsdien was Appingedam meer cn moer op den voorgrond getreden, welke plaats zich niet voldoende kon ontwikkelen, omdat Groningen, sinds de middeleeuwen, uil- sluitend het stapelrecht had, dat den bloei van het platteland tegenhield. In '37 kwam er tusschen Groningen en Appingedam een hevig geschil over dat stapelrecht, zóó, dat de toenmalige Landvoogdes er zich mede bemoeien moest. Zij sprak echter slechts een voorloopig vonnis uit. Het hoofdgeschil werd niet opgelost Zij verwees dat naar de Hoofdmannenkamer, om op te lossen. Dat was inderdaad het gemakkelijkst, maar niet afdoend, want verschillende Ommelander heeren hadden ei belang bij, dat de zaak sleepende gehouden werd- Eerst to.-n tie Hertog van Alva in '68 persoonlijk in Groningen was, bemoeide deze er zich medai In die dagen trouwens was da twist niet zoo erg, daar de algemeene vrees .voor de troebelen partijen inbond. Behalve met Appingedam over het stapelrecht had de sta3 nog andere moeilijkheden gehad in '50. Groningen begeerde namelijk dat Hunsingo en Fivelingo hulp zouden verleenen bij het herleggen en verbeteren van de Dollardsdijken wat deze weigerden, daar huns inziens de stad zich het recht over het Oldambt had aangematigd en daarom ook voor de veiligheid der dijken te zorgen had. Als de stad het Oldambt losliet, namen zij op zich, voor de dijken te zorgen. Twaalf jaren lang was er over dat punt geruzied en toen moesten de Ommelanden wel toegeven, daar de watervloed van '62 hen eenvoudig dwong. ITuu lager dan het Oldamot gelegen landen werden overstroomdl Toen Bailly de daarop betrekking hebbende stukken las, had hij geglimlacht en veel vermaak gehad: het had den Omme- landers ongetwijfeld wat gekost, om toe te geven! Wat de stad spaarde hen in geen enkel opzicht Zij stond bijvoorbeeld streng op haar stapelrecht, zóó, dat zij de schepen voor Delfzijl in beslag nam, de roeren, zeilen en ankers er vao verwijderderde; de vensters van der kooplieden huizen te Farmsum sloot en de huizen zelfs ompaaldel Klachten bij deo Stadhouder Aremberg baatten niet. Deze gaf alleen tot bescheid, dat zij het er naar maakten, dat Groningen zóó handelde. Aremberg stond bepaald aan de zijde van de stad. Van Rennenburg kon Bailly dat niet met zekerheid zeggen. Hij wikte en woog, al naar gelang de omstandigheden en helde nu eens naar den kant der stad over, dan weer naar dien der Ommelanden, hoewel deze hem nog steeds niet als Stad houder erkend hadden. Want in der jaren loop waren de Ommelarden ook een mach! van beteekenis geworden, daar zij zich krachtig aanéénsloten. Zij spraken, hoewel zij strikt genomen, ook naar het oordeel van den scherzinnigen Bailly, daartoe niet het minste recht hadden, van de Staten der Ommelanden en beweerden ijskoud, dat Groningen en onderhoorigen feitelijk nooit tot het vrije Friesland had behoord, doch een lichaam op zichzelf was. Toen zij vervolgens Groningen de uitoefening van het stapel recht beletten, wilde de fetad hen in rechten voor de Hoofd mannenkamer dagen, maar de Ommelanden weigerden dat, omdat die Rechtbank, alleen bestaande uit Groninger burgers, partijdig was. Zij waren wel bereid, de kwesties voor den Raad van State in Brussel te brengen, welke Raad bekwame rechts geleerden, Syndici of Pensionarissen genoemd, benoemde, aan eiken kant één. Deze Syndici beraadslaagden vaak met ds afgevaardigden van beide partijen. Uit den aard der zaak behoorden de vertegenwoordigers van de Ommelanden tot den adel, als kundiger dan de boeren. Zij noemden zich deswege Gedeputeerden cler Ommelanden. En omdat de onderhande lingen met de stad, die krampachtig vasthield aan een in 14S2 gesloten verbond tusschen Groningen cn de Ommelanden geen voortgang hadden, deze laatsten afzonderlijke Landdagen houden binnen de muren der stacL Op alle mogelijke punten hadden beide partijen ruzie. Bailly had nog nooit zoo 'n ingewikkelde materie meegemaakt. Daarna kwam er eenige verandering in den onverkwikke- lijken strijd, daar van '60—'GS de troebelen in de Nederlanden de belangstelling gaande hielden. Nadat hij graaf Lodewijk van Nassau bij Jemmingen ver slagen had, vertoefde de Hertog van Alva geruimen tijd te Groningen, om gericht over de ketters uit te oefenen, maar ooft om op andere zaken orde te stellen. En natuurlijk bemoeide hij zich ook met de twisten, daarin een vonnis vellend, dat meer ten gunste van de stad dan van de Ommelanden waa. Uit ontzag voor Alva berustten de laatsten evenwel. Van harte ging het niet, want nauwelijks was de Landvoog-1 naar Spanje teruggeroepen en vervangen door Requessens, of in hevigheid ontbrandde de twist weer, zóó erg, dat de Staten van Klein Friesland, zooals de Gedeputeerden van de Omme landen zich gingen noemen, gelastten om den Stadstol bij Delfzijl af te breken. Stadhouder Caspar de Robles vermaande wel tot vrede en wist te bewerken, dat van weerszijden twaalf gevolmachtigden werden benoemd, om de kwesties in der minne te schikken maar die kwamen niets verder, daar de Ommelanden zich erkend wilden zien als zelfstandig lichaam, wat de stad niet wilde doen. Toen Guislain le Bailly tot zoover gekomen was met ds bestudeer mg der stukken, die van een schier doorloopenden strijd hem berichtten, had hij begrepen, dat er ecn openlij ka breuk volgen moest J En die was dan ook gekomen. Door een notaris en drie getuigen uit Leeuwarden zegden aan de protesten van de stad. Zij besloten eenvoudig, de bevelen van de Hoofdmannenkamer, die de rechtspraak in Stal en Ommelanden uit te oefenen had, niet op te volgen en ver joegen de gerechtsdienaren, wanneer deze ten plattelande een x on nis kwamen uitvoeren. Deze breuk was gekomen in de laatste maanden van Robles- on'T e" s,'chlte zulk verwarring, dat dc Stadhouder olie op de ziedende golven trachtte te werpen, door voor te stellen lS.ii. i °npartlJ.d,l®e', niet-Groningsche. maar bijvoorbeeld zm.d. 6 rezhlskeIce'''len een uitspraak in het geschil zouden geven. Daarvoor was de Str1 niet te vinden, al hond zij zich eemgermate in, door een schikking te willen, waartoe cVan pm.achtiS<ien van heide partijen voorstelde, wat de Ommelanden weer weigerden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9