Jlieuurr £riïtsdir (tfourmit
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
DE AANPASSING IS NOG
NIET TEN EINDE
abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevesligd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending 4.50
Bij dagelijksche zending530
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cl. met Zondagsblad 7'/» ct
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestraaf 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
SDbtrttntieprijjtn:
j Van I tot 5 regels !.17'/i
Elke regel meer 022'I»
Ingezonden Mededeelingen
van 1-5 regels230
J EJke regel meerCL45
Voor het bevragen aan 't bureau
V wordt berekend0.10
NO. 5794
DINSDAG 2 JUNI 1936
15e Jaargang
PINKSTERWEEK-
VERGADERWEEK
Christelijke jeugdorganisaties
op velerlei terrein
Sedert vele jaren is cle Pinksterweek bijna
feven gevuld met vergaderingen als zulks
met Hemelvaartsdag het geval is. Het Chris
telijk onderwijs en de Christelijke onderwij
zers doen dan van zich spreken. Maar ook
andere organisaties beleggen hun lande
lijke bijeenkomsten.
Do Christelijke dagbladpers is er i>n
zekere zin de dupe van, want het kost
veel hoofdbrekens, veel extra arbeid en veel
onrust soms „om ieder het zijne te geven",
niet te weinig en niet te laat.
Maar die pers verleent deze hulpdienst
gaarne, wanneer daardoor het Christelijk
vereenigingsleven in al zijn vertakkingen
bevorderd wordt; al doet zij tegelijkertijd
een heroep op de organisaties om niet. al
te veel te vergen. Want het valt niet tegen
te spreken, dat op de duur 'n oververzadigd
beid van al te sterk uitgedijde reportage
dreig*; van verslagen, welke zoo in fines
ses afdalen, dat alleen een kleine categorie
yam de meest geïnteresseerde lezers er nota
van neemt, terwijl ze toch eigenlijk voor de
jrroote massa bestemd zijn. In beperking zal
zich ook hier de meester moeten toonen.
Deze inleiding bedoelt echter niet leed
wezen uit te spreken over het feit, dat in
de doóp der jaren het aantal organisaties,
die de belangstelling van onze pers vragen,
zienderoogen toeneemt. Integendeel; we ach
ten het een gelukkig verschijnsel, dat de
Christenen zich al meer op elk terrein des
levens laten gelden.
Voor ditmaal vragen we speciale belang
stelling voor de meisjes en voor de sport;
niet in onderling verband, maar in-haar
■eigen organisaties.
Wat het eerste betreft; al te lang heeft
men in onze kringen, zoo al niet afwerend,
dan toch tamelijk koel gestaan tegenover
de geestelijke vorming yan het meisje en
de Christenvrouw. Alsof Pinksteren alleen
maar iets te zeggen had voor haar persoon
lijk leven en niet ook vopr haar geestelijke
roeping in de maatschappij.
Er was op dat punt een eenzijdigheid,
welke schade deed aan de invloed, die de
Christen-vrouw door haar arbeid en activi
teit tot Gods eer en des naasten heil kan
uitoefenen in de omgeving waarin God
haar plaatst.
Natuurlijk, een Christenvrouw moet ver-
Stand van de huishouding hebben en van
lieverlede begreep men, dat daarvoor eeni-
ge opleiding noodig is en anderen kunnen
een opleiding tot verpleegster of onderwij
zeres of eenig ander beroep niet ontberen;
maar waartoe diende kennis van maat
schappelijke, godsdienstige en sociale on
derwerpen, gezien bij het licht van Gods
Woord? Voor dc vrouw scheen in dat op
zicht niet te gelden, dat zij een mensch
Gods behoort te zijn, tot alle goed werkvol-
maaktelijk toegerust. Wel een naaikrans,
maar geen ontwikkelingscursus.
Dit standpunt is overwonnen: thans
vraagt men i«n onze kringen: zoowel liet een
als het ander; natuurlijk alles met inacht
neming van de plaats, welke naar Gods
bestel de vrouw behoort te vervullen, in
gebondenheid aan de ordeningen, welke
God Zelf gesteld heeft. Evenmin valschc
gelijkheid, die met de scheppingsordinantiën
spot, als krenkende ongelijkheid, welke de
Pinkstergeest verloochent: „Ik zal van mijn
Geest uitstorten op alle (d.i. allerlei)
vleesch"; dus ongeacht ras en sexe, dienst
bare of vrije, jeugd of ouderdom.
In dat licht zien wij het opgewekte
bloeiende vereenigingsleven; met het oog
op gisteren speciaal de bijeenkomsten van
onze vrouwelijke jeugd en wij hopen, dat
dc vrucht der welgeslaagde vergaderingen
rijk en rein móge zijn.
Een soortgelijke wensch' hebben wc ook
voor de jongeren onder ons, die eenige tak
van sport of licbaamsontwikkelihg beoefe
nen en daarbij rekening wijlen houden met'
het Christelijk beginsel en de eisch, welke
Gods Woord stelt ten aanzien van het hei
ligen van zijn dag en de soberheid, welke
ons hij deze dingen voegt.
Want sportmaniakken vinden bij ons
nimmer bescherming; «nooit zullen wij,
Christenen, de betrekkelijke waarde vam li
chamelijke oefening uit het oog mogen ver
liezen en haar ondergeschiktheid aan de
geestelijk-zedelijke vorming.
Wie opgaat in sport cn spel of zelfs zeer
nuttige sterking van het lichaam, doet
schade aan zijn zielsleven en zijn bestem
ming voor de eeuwigheid.
Anderzijds echter zullen wij wèl beden
ken, dat zelfs de apostel Paulus de licha
melijke training met geen enkele woord ver
oordeelt (al waarschuwt hij tegen over
schatting) doch deze als exempel stelt voor
de volharding des geloofs.
Op deze overtuiging bouwen wij onze
sympathie met de turndagen van het Ned.
Chr. Gymnastiekverbond, waaraan in Assen,
Enschedé en Rotterdam meer dan duizend
jongelui deelnamen; wij.volgden met vreug
de de marschen en openluchtdemonstraties
en we zijn blij, dat de hondsdagen van de
Christelijke voetballers in Zwolle en Wage-
ningen zoo goed geslaagd zijn.
Jong Christelijk Nederland mag niet be
staan uit oude mannetjes en saaie vrouw
tjes, die de natuur geweld aandoen. Der jon
gelingen sieraad is hun kracht en opbrui
sond leven; slechts een sieraad, zoo mei wil,
want oneindig veel hooger staan dc dingen
van het geestelijke leven; maar dan toch
een sieraad, dat tot levensverheffing mag
strekken en door God Zelf gewild is.
Heil daarom- ouize jeugd, in - welke orga-
Mr. L. J. A. Trip over den
economischen toestand
van Nederland
Maar we zullen zeker de
moeilijkheden te boven komen
Devaluatie zal gaan ten koste
van de minst draagkrachtigen
van ons volk
In liet jaarverslag van de Neder-
landsche Bank over het boekjaar
1935/'36 geeft de President-Direc
teur mr. L. J. A. Trip belangwek
kende beschouwingen zoowel over
den nationalen als internationalen
economischen toestand. In Neder
land is de aanpassing nog niet ten
einde, meent mr. Trip, en is het
uitgaven- en kostenpeil nog steeds
te hoog. Er behoeft echter geen
twijfel te bestaan omtrent de mo
gelijkheid om het economisch en
financieel evenwicht van ons land
te herstellen. De tot dusver gevolg
de politiek is geenszins mislukt,
zooals velen meenen.
Mr. Trip blijft zich in het ver
slag krachtig verzetten tegen deva
luatie, die ten slotte slechts kan
gaan ten koste van de minst draag
krachtigen van ons volk.
Wat den internationalen toe
stand betreft, is mr. Trip van oor
deel dat een bescheiden verbete
ring zich baan breekt.
Het bedrijf van de Nederland-
sche Bank heeft in 1935/36 een
netto winstsaldo opgeleverd van
ƒ5.628.319.— (v. j. ƒ3.020.686.—).
Er wordt zooals gemeld 5%.
dividend uitgekeerd (v. j. 3,6%).
Mr. E. J. A. Trip vangt het jaarverslag
aan met de opmerking dat het laatst ver
streken boekjaar een tijdperk van venvar-
ring en tegenstrijdigheden vormt. Naast toe
nemende spanning valt niet te ontkennen,
dat in nagenoeg alle landen de budgetaire
positie reden tot zorg geeft. De openbare
markten blijken niet in staat de tering naai
de nering te zetten. De leeningbehoeftcn
stijgen buiten verhouding tot het bedrag,
dat uit reëele besparing beschikbaar komt.
Eenerzijds wordt daardoor de druk dei-
belastingen in bedenkelijke mate verhoogd,
anderzijds wordt niet voldaan aan den eisch
der internationale kapitaal-verstrekking,
welke een voorwaarde vormt voor de ont
wikkeling van de economisch en financieel
achtergebleven gebieden en voor de verster
king van de koopkracht dier streken.
Internationale monetaire ontwikkeling
Intusschen valt uit diverse gegevens af
Ie leiden, dat de monetaire ontwikkeling in
Engeland en de V. S. heeft opgehouden een
druk op de wereldmarktprijzen te oefenen.
Voorts ook, dat in de richting van onderlinge
aanpassing gegaan wordt. Dat deze nog met
voltooid is, kan geen verbazing wekken in
het licht van de vérgaande ontwrichting,
aan welke het economisch, financieel en
monetair wereldbestel ten prooi viel.
De goudproductie vertoont telkenjare een
nieuw recordcijfer. In 1935 werd geprodu
ceerd voor 1.577.900.000 (v. j. 1.406.000.000)
Sedert 1929 werd voor 8% milliard gepro
duceerd.
De productie van Rusland, die van rond
56 millioen in 1929 toenam tot ruim 292
millioen in 1935, biedt nog groote mogelijk
heden. Voorts dient in het oog gehouden te
morden dat van de hierboven genoemde hoe-
eelheid van S3/. milliard ruim 7% mil
liard' aan de zichtbare monetaire voorraden
s toegevoegd. Het verschil ten bedrage van
P/4 milliard, bevindt zich in geheime wis
selkoersfondsen, in hoofdzaak liet Engelsche
wisselkoersegalisatiefonds en in handen van
liet publiek. Laatstgenoemd verschil moet
bovendien vermeerderd worden met om
streeks 2 milliard1, welke sedert 1931 aan
de, in het verre Oosten opgepotte voorraden
werdén onttrokken.
Sedert 1929 nam de goudvoorraad in
de diverse landen met de volgende
percentages toe: V. S. 159 pet., Enge
land 129 pet., België 194 pet., Frankrijk
59 pet., Nederland 44 pet. en Zwitser
land 134 pet.
Ook op monetair gebied is versterking der
internationale samenwerking geboden, oor
deelt mr. Trip. Nog steeds blijkt dat het
goud niet kan worden ontbeerd als inter
nationaal verrekenings- en bindingsmiddei.
Herstel binnen den kortst mogelijken tijd
van den internationalen gouden standaard
is daarom geboden.
Een stabilisatie de facto als waar
onder de wereld sinds Mei 1935 ge
leefd heeft, moge, in vergelijking met
de sterk fluctueerende wisselkoersen
van vorige jaren, groote voordeelen be
zitten, zij biedt allerminst de zekerheid,
welke de wereld dringend behoeft voor
den terugkeer van vertrouwen en rust
en als grondslag voor het hervatten
van betrekkingen op langeren termijn.
De talrijke voorstellen en denkbeelden, die
nisalic zij ook haar kracht en levenslust
openbaart, wanneer slechts, maar dan ook
ten volle gerekend wordt met deze hooge
eisch: Wat gij doet, doet het al-ter
Gods.
Mr L. J. ATrip
voor de invoering van nieuw» geldstelsels
worden aanbevolen, gaan, afgescheiden van
andere overwegende bezwaren, alle mank
aan het beslissende gebrek, dat zij ii
praktijk zullen blijken de onrust levendig
te houden en daarmede het hoofddoel van
elk internationaal monetair systeem te
missen.
Het zal steeds duidelijker aan het licht
treden, dat het te eeuen male onmogelijk is
langs den weg van monetaire voorzieningen
te ontkomen aan dc noodzakelijke aanpas
singen, die een dynamische wereld, 'met
schokken als wij sedert 1914 hebben beleefd,
ermijdelijk maakt. Van uit het oogpunt
der practijk bezien, staat slechts de keuze
open tusschen het herstel van den gouden
standaard en het naast, elkaar laten bestaan
valuta's, waaromtrent niet vaststaat in
welke verhouding zij zich tot elkander zui
len ontwikkelen en die onderhevig blijven
aan onberekenbare schommelingen. De keu
ze kan niet moeilijk zijn.
De internationale toestand
Wat den internationalen toestand betreft,
ralt allereerst op de groote onzekerheid in
de politieke verhoudingen cn voorts de
kerheid in de verdere ontwikkeling der
overheidsfinanciën.
Afgescheiden hiervan mag geconstateerd
worden, dat in de wereldeconomie, ondanks
alle tegenwerkende invloeden van nationa-
Iistischen en egoïstischen aard, een beschei
den verbetering zich baan breekt. De inter
nationale goederenhandel vertoont een ge
ringe toeneming. De index der wereldpro
ductie is niet onbelangrijk hooger komen te
liggen. De werkloosheid vertoont eenige ver
mindering. De overmatige voorraden aan
grondstoffen en andere stapelproducten zijn
"erdwenen of aanmerkelijk verminderd. Het
prijsniveau van de wereldmarktartikelen is
eenigszins gestegen. Dc internationale schul
denpositie is wat gemakkelijker geworden.
De neiging om het internationale goederen
verkeer te verruimen heeft zich in de V. S.
in daden geuit. De handelsbalans van dit
land heeft zich in meer natuurlijke richting
"ntwikkeld.
Al deze verbeteringen zijn nog ge
ring: haar duurzaamheid is niet boven
twijfel verheven; zij behoeven, om te
kunnen doorzetten, vóór alles een ver
sterking van 't vertrouwen in de toe
komst en een krachtige internationale
samenwerking op alle gebieden dan
waartoe de volkeren zich tot dusver
bereid hebben getoond.
Een en ander neemt intusschen niet weg
dat de mogelijkheid er is van een, zij 't ge
leidelijken en wellicht door tijdelijke terug
slagen onderbroken, verderen vooruitgang
Het tempo en de mate van verwezenlijking
dier mogelijkheid hangen in hoofdzaak af
van het besef, dat in de verschillende lan
den getoond wordt .van de noodzaak om
door tijdelijke opofferingen en door samen
werking zoowel nationaal als internationaal,
de onmisbare voorwaarden voor het wereld
herstel te scheppen.
De toestand in Nederland
van de Ned. Bank nog slechts zeer weinig
van de verbetering, die internationaal te
bespeuren valt. Wij zijn echter iater dan
andere landen in de crisis gekomen, cn zul
len er dan ook langer mee te worstelen
hebben, voor ze overwonnen is.
De voorstelling als zou de gevolgde
nomische en monetaire politiek de schuld
zijn van den toestand hier te lande, noch
de verzekering, dat die politiek zou mis
lukt zijn, kunnen als billijk en houdbaar
worden aangemerkt. Ook tc dezen opzichte
geldt, dat met de aanpassing aan de gewel
dige veranderingen, welke de wereldcrisis
en dc internationale afsluitingspolitiek in
dc Nederlandsche economie hebben ge
bracht, meer tijd gemoeid is dan werd ge
hoopt ol verwacht.
Het valt niet te ontkennen, dat de
aanpassing niet ten einde is. Het uit
gaven- en kostenpeil is nog te hoog. De
openbare lasten vormen een belemme
ring voor de aanpassing. De samenwer
king tusschen de verschillende deelen
van het Nederlandsche bedrijfsleven
ten einde tot een verlaging van het kos
tenniveau te komen, is niet bevredi
gend.
Met name betreft 'dit 'de beschutte en be
schermde bedrijven, die in onvoldoend'
mate beseffen, dat het zoowel yoor hun
eigen toekomst als voor het algemeen Ne-
derlandsch belang een onmisbare voorwaar
de is tot goedkoopere productie, afzet en
distributie te komen. Zij verzwaren in ver
schillende opzichten den reeds zoo moei
lijken strijd der bedrijven, die niet beschut
zijn en geen bescherming ontvangen. Het
zijn deze laatste bedrijven, wier behoud van
■itaal belang is te achten. Zij kunnen met
recht verlangen in hun streven om zonder
Overheidshulp het hoofd boven water to
houden, niet gehinderd te worden door be
drijven, die met deze hulp tot het hand
haven van een te hoog onkostenpcil in
staat gesteld worden. Ook bij de werkne
mers cn hun leiders ontbreekt veelal de
bereidwilligheid, om door het aanvaarden,
afwachting van betere tijden, van een
inkomstenverlaging, mede te werken aan
de verlaging van productiekosten, welke
voor de verruiming van de werkgelegenheid
een onmisbare voorwaarde is. Zij misken
nen door deze houding niet alleen het be
lang van Nederland, maar in niet minder
mate hun eigen belang, dat zeker niet ge
diend kan zijn door een loonsverlaging in
den blinde langs den weg van muntver
zwakking of inflatie, die in een groot aan
tal landen, gevolgd werd.
Devaluatie... een noodsprong
Dit alles kan erkend worden zonder tot
de slotsom te «nopen, dat de gevolgde poli
tiek mislukt is en derhalve de zooeven be
doelde weg dient gevolgd te worden. Over
ziet men hetgeen sedert 1929 bereikt werd
en de mate van aanpassing, die verkregen
is in de jaren sedert het doordringen tot
Nederland van de wereldcrisis met al haar
uiterst diep ingrijpende en ontwrichtende
gevolgen, dan bestaat geen redc-n te twijfe
len aan de mogelijkheid om het economisch
en financieel evenwicht van ons land te
herstellen. Dit is te minder het geval wan
neer men in aanmerking neemt de tenden-
en, die de wereldontwikkeling vertoont, dc
fêrbetering in de onderlinge verhouding
an het kosten- en prijspeil in de verschil
lende landen en den invloed van de steeds
stijgende goudproductie,, gepaard aan de
depreciatie van vele munteenheden.
Een en ander kan slechts strekken
ter versterking van de overtuiging, dat
het vasthouden aan de monetaire politiek
geboden is in het welbegrepen en duur
zaam belang van ons land en zijn be
volking.
Devaluatie of depreciatie van het ruil
middel blijft het karakter van een nood
sprong dragen, die een tijdelijke verlichting
kan brengen maar zooals in de rede ligt en
deer de ervaring geleerd wordt, na korteren
of langeren duur zijn uitwerking verliest.
Niet minder duidelijk -toont de ervaring,
dat deze noodsprong gf-daan wordt ten kos
te van de minst draagkrachtigen van het
volk.
Nederland zal in sneller tempo moeten
voortgaan met de aanpassing. Hiertoe is
het eerste vereisehte, dat een ieder, hetzij
openbaar lichaam, hetzij particulier bedrijf,
op korten termijn door bezuiniging en ver
sobering zijn eigen 'huishouding in orde
brengt en houdt. Daarnaast ware met de
meeste kracht en voortvarendheid over te
gaan tot-het inperken, met als uiteindelijk
doel het afschaffen van die maatregelen,
welke de Overheid genomen heeft om te
groote schokken te voorkomen, doch die
tevens tot vertraging van de noodige aan
passing leiden. Deze inperking en afschaf
fing is de taak bij uitnemendheid, waarvoor
Nederland gesteld is.
Kon in Nederland een grootere mate van
samenwerking ook op politiek terrein ver
kregen worden omtrent de tijdelijke opoffe
ringen, welke voor het belang van Neder
land onontbeerlijk zijn, dan behoeft niet
betwijfeld te worden of ons land zal in
staat zijn door de ongunst van deze tijd
heen te komen.
Daarvoor zal niet noodig zijn het
nemen van maatregelen, welke strek
ken tot het aantasten over de geheele
lijn en ongeacht de omstandigheden
van elk geval, van contractueele rech
ten. Een volledig stel van zoodanige
maatregelen wordt wel als „consequen
te deflatie" bestempeld en dan als het
eenig alternatief van devaluatie ge
steld.
Het komt mij voor, aldus Mr. Trip, dat
deze tegenstelling onjuist is. In werkelijk
heid kan, als consequente deflatie slechts
aangemerkt worden -het zich onthouden
maatregelen, die de doorwerking van het
natuurlijke aanpassingsproces tegenhouden
en vertragen. Maar wanneer een dg. onthou
dingspolitiek, om voor de hand liggende
redenen, niet tot haar volle consequenties
kan gevolgd worden, dan mag dit eenerzijds
geen reden zijn voor het proclameeren van
de mislukking der gevolgde politiek, doch
dient anderzijds evenmin de noodzakelijk
heid voorbijgezien te worden om
maatregelen, die de natuurlijke aanpassing
remmen, zoo eng mogelijke grenzen te stel
len en een zoo kort mogelijken levensduur
te gunnen.
Hoe het vertrouwen geschokt wordt
Bovendien moge in dit verband overwogen
worden, dat een politiek, welke bij de wet
en over de geheele lijn contractueele rechten
aantast, het tegenovergestelde bereikt van
hetgeen beoogd wordt. Na de ervaring van
het afgeloopcn jaar behoeft geen woord aan
de verdediging van deze uitspraak verspild
te worden. Het verloop van de crisis heeft
boven eiken twijfel gesteld, dat reorganisa
ties met daaraan gepaard gaande, vaak zeer
belangrijke, opofferingen van aandeelhou
ders cn schuldeischers. als door de omstar.
digheden gewettigd, aanvaard worden. Zij
schokken het vertrouwen niet. Zulks ge
schiedt echter in sterke mate en met ern
stige gevolgen wanneer een aantasting bij
de \\et, als zooeven bedoeld, plaats vindt
vindt en zulks nog wel in een tijd, waarin
de openbare lichamen, in verband met de
zware eischen, die aan hun schatkisten
steld worden, meer dan ooit belang hebbpn
bij het handhaven en versterken van hun
crediet Het ware wel zeer sterk in strijd
REGEN EN ZONNESCHIJN
In de gezellige sfeer van de brandende
haard was het gezelschap eenparig van
oordeel, dat er veel te weinig algemeen er
kende Christelijke feestdagen in ons land
zijn. Immers, nu Pinksteren voorbij is,
duurt het weer tot Kerstmis voor één feest
dag de rij der weken breekt.
Gelukkig brengen de vacanties voor ve
len uitkomst; maar toch niet voor ieder.
Ook is zoo'n arbeidslooze Pinkstermaandag
iets aparts. Vooral als het weer meewerkL
Iloe dat gisteren was, blijkt wel uit de
eerste zin. In vele huizen brandde haard
of kachel, want het was vooral des avonds
kouc en kil.
Niet overal echter. Pinkstermaandag was
geen volkomen doublure van Hemelvaarts
dag. Afgedacht van de plaatselijke buitjes
kon men wel buiten zijn. In Rotterdam en
omgeving viel gistermorgen, omstreeks 9
uur, de regen bij stroomen neer. Elders,
dicht bij de kust, regende het matig; nog
verder bleef het droog en kwam er 's mid
dags een flinke bui.
Echter, tusschen de buien scheen de zon,
en dc natte loopers, die er bij honderden
en duizenden' op de weg waren, hadden het
zoo kwaad niet. Er werd stevig getraind
voor komende marschen.
Ook de hier en daar vergaderende bon
den hadden niet te klagen. De temperatuur
was voor massa-bijeenkomsten uitnemend
En dit geldt natuurlijk ook voor de sport
clubs, voor turners en voetballers. Het vie
ee. vooral omdat we haast gewoon zijn.
dat het op de feestdagen guur, nat en koud
is; terwijl dan daags te voren het weer op
knapt.
T-Ioe het zij, Pinkstermaandag wil men
uit en men gaat uit: weer of geen weer.
Alleen komt. men in 't laatste geval vaak
niet, waar men gedacht had te komen en
waar men yenvacht werd: op plaatsen van
ontspanning in de vrije natuur. In de bos-
schen ging het wel, aan 't strand was het
koud.
De café's zijn er op zulke dagen goed mee
en de Haagsphe Dierentuin heeft goede za
ken gedaanhelaas. Want het is be
droevend. dat het Pinksterfeest velen voert
naar zoo'n kermis. En daarvan zou Den
Haag straks het "nadeelig saldo bijpassen
't Is te dwaas om los te loopen; zelfs in de
Dierentuin.
De vervoermiddelen zullen gisteren ma
tige of goede inkomsten genoten hebben.
Er was veel volk op stap en tusschen de
wielen. Buurttrams werden volgeladen. Het
auto- en fiets verkeer was op volle kracht.
Helaas, niet alleen wat de frequentie be
treft, ook ten aanzien van het aantal onge
lukken. Hier en daar gladde wegen, oner
varen bestuurders óf drankbeneveling; het
laatste is het ergst; en dan ongelukken.
Dat is wel iets bijzondere van onze tijd.
Na elke feestdag een lijst van dooden, ge
wonden en verminkten. Een droeve debet-
post op de verkeersstatistiek.
Zoo liggen de algemeen- erkende Christe
lijke feestdagen weer achter ons. Zc hebben
zegen en ontspanning gebracht, ondanks
het ongunstige of minder gunstige weer. Ze
brachten ook rouw en droefheid. Ze werden
ook misbruikt in de dienst der zonde.
Job wist het wel: na zulke dagen is er
altijd reden om te danken, maar ook
om te bidden.
Weten wij dat ook?.
VOORNAAMSTE
NIEUWS
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
In de Pinksterdagen hadden tal van ver
keersongelukken plaats:
Te Culemborg sloeg een auto viermaal
over den kop cn daarna in brandnegen in
zittenden werden gewond.
Te Soesterberg werden bij het z.g.n. snij
den drie auto's vernield en zes personen
gewond.
In het Winschotcrdiep bij Sappemeer reed
edn auto te water: de zes inzittenden kon
den gered worden en bleken niet gewond
te zijn.
Te Rotterdam werd een wielrijdster aan
gereden en gzdood.
met elk logisch begrip, bij herhaling een
beroep te doen op het vertrouwen, dat
primair is voor het welslagen van elke
leening- of convcrsie-oper*atie, en tegelijker
tijd dat vertrouwen te ondermijnen door
wettelijke maatregelen, die in den verzamel
naam „consequente deflatiepolitiek" zijn be
grepen.
De Ned. Bank in 1935—1936
Uitvoerig wordt hierna in het verslag be
sproken het verloop van het boekjaar 1935
—1936, waarin 17 maal tot wijziging van
het disconto moest worden overgegaan. De
netto-winst is gestegen van f 3.020.686 tot
f 5.628.319. De vordering op den Staat dei-
Nederlanden ook dit hebben we reeds
eerder gemeld in een der weekstaten van
de Ned. Bank wordt met f 3.517.819 ver
minderd en staat nog met f 11.958.329 te
boek. Aan aandeelhouders kon 5 pet. divi
dend worden uitgekeerd (v. j. 3.6 pet.).
Oud-burgemeester K. Vink f
Te Heemstede is in den ouderdom van
76 jaar overleden de heer K. Vink,
oud-burgemeester van Lopik, Jaarsveld
en Willige-Langerak, en oud-lid der
Provinciale Staten van Utrecht.
De heer Vink was van 1900 tot 1903 burge
meester van Marken en werd op 15 April
1903 benoemd tot burgemeester van Lopik
c.a. De heer Vink bewoog zich op velerlei
gebied. Bij besluit van Ged. Staten van
Ut rech? van 10 Juni 1908 werd hij benoemd
tot voorzitter van het waterschap Willige-
Langerak. Voorts was hij beheerder van de
gecombineerde Waterschappen Willige-Lan.
gerak. Cabouw, Zuidzevender en Vijfhoeven.
In 1911 werd de heer Vink. in de plaat:
van wijlen den heer E. G. Wentink (A R.
gekozen to? lid der Prov. Staten v. Utrecht.
Bij de verkiezing in 1926 stelde hij zich niel
meer herkiesbaar. H.j heeft indertijd ook
zitting gehad in het moderamen van A. R
Kiesverenigingen in den Kieskring Amers
foort.
De begrafenis zal plaats hebben te Purme-
rend op Woensdag 3 Juni tegen één uur.
BRANDWEERCONGRES
Benoemd tot vertegenwoordiger der Neder
landsche regeering op het van 711 Juni
1936 te Weenen te houden internationaal
brandweercongres, de heer C2 Gordijn Jr.
60-jarige fietser,
i auto te wa-
Be jaarlijksche Bondsdag van de Bond
van Meisjesvereen. op Geref. grondslag,
is in Den Haag gehouden.
De Chr. Ned. Voetbalbond heeft te Zwolle
cn te Wapeningen de jaarlijksche sportieve
reünie gehouden.
De Pinkstervergadering van de Vereen,
van Chr. Onderwijzers en Onderwijzrecssen ta
Utrecht.
Op de Pinkster conferentie van het Ver
bond van Chr. Letterkundige Kringen heeft
J. Karsemeyer gesproken over Calvinis
tische invloed in de Nederlandsche Litcra-
Van Zeeland heeft geweigerd zich met 'di
samenstelling van een nieuw Belgisch mi
nisterie te belasten.
Octrooibureau Bariéls behandelt octrooi
zaken. deponeert handelsmerkenDessins
Gebrauchsmuster etc. in alle landen. Bezvi-
denhout 43, Den Haag, Telef. 720011—730012.
(Adv.).
De nieuwe Gouverneur-Generaal
Omtrent de benoeming valt nog
niets te zeggen
Naar aanleiding van een bericht in
een der bladen omtrent een a.s. benoe
ming van onzen gezant te Brussel, Jhr.
Mr. A. W. L. Tjarda van Starken-
borgh Stachouwer tot Gouverneur-
Generaal van Ned.-Indië, kan worden
medegedeeld, dat van een dergelijke
benoeming nog niets vaststaat en dat
het nog wel een week zal duren eer
omtrent de benoeming van een gou
verneur-generaal een mededeeling kan
worden gedaan.
De nieuwe Burgemeester
van Breda
Benoeming van den heer Slobbe
Naar verluidt is binnen enkele da
gen de benoeming te verwachten van
den heer B. W. T. S 1 o b b e, oud-
Gouverneur van Curagao, tot burge
meester dér gemeente Breda.
DE BURGEMEESTER VAN UDENHOUT
De heer A. M. de Klerk benoemd
Met ingang van 15 Juni is benoemd tót
burgemeester der gemeente Udenhout: A. M.
de Klerk, met toekenning van gelijktijdig
eervol ontslag als burgemeester der gemeen
te Maarheeze.
STUK VLEESCH IN DE LUCHTPIJP
Het s.s. „Crijnssen" van de K.N.S.M., ko
mende van Antwerpen od weg naar Ham
burg, is onderweg IJ m u i d e n als noodha
ven binnengeloopen, omdat een van de op
varenden een stuk vleesch in de luchtpijp
had gekregen. De man was er zoo erg aan
toe dat men voor zijn leven vreesde. Nadat in
IJmuiden door een arts het stuk vleesch
was verwijderd, kon het schip met het
slachtoffer weer zee kiezen.
DIEFSTAL VAN GALANTERIEcN
Door de centrale recherche te Amster
dam is op verzoek van de politie te Utrecht
een man gearresteerd, die zich daar zou heb
ben schuldig gemaakt aan het ontvreemden
van twee koffers met galanterieën. Hij is op
transport naar Utrecht gesteld.