DE KLOKKENBERG GEVELSTEENEN JOHANNES DE HEER DAGERAAD 23 MEI 1936 DERDE BLAD PAG. 9 NEGENTIG-JARIG BESTAAN VAN DE KWEEKSCHOOL Toespraak van Minister Slotemaker de Bruine Donderdag is te Nijmegen herdacht het 90- jarig bestaan van de eerste Chr. Kweek school in ons land, n.l. die van „De Klokken- be'rg". De herdenking werd ingezet met een recep tie in 't mooie Internaatsgebouw aan den Ub- bergschenveldweg. Vele oud-Klokkenbergers waren opgekomen; wij zagen o.a. de heeren J. Hobma, Prof. van Gelderen, H. J. van Wij len, K. Brants, G. J. Drew es Sr., W. Uitten- bogaard; Dr. J. Kalsbeek, A. Oosterlee, enz. Tot de belangstellende autoriteiten behoor den Minister Slotemaker de Bruïne, Prof. Dr. R. H. Woltjer als voorz. van den Onderwijs raad, de heer J. J. 't Hart, Insp. der Onder wijzersopleiding, J. A. H. Steinweg, burge meester van Nijmegen, W. F. Smits, Insp. L. O. in de Inspectie Nijmegen, C. van West- jeenen, wethouder van Onderwijs, predikan ten, enz. Ook was aanwezig de 84-jarige mej. Jaantje van Noppen, die in vroeger jaren heel wat jongelui heeft voorzien van het noodige in het Internaat. Aan de groote schare 200 oud-Klok- kijbergers waren opgekomen) werd een har telijk welkom toegeroepen door Prof. Dr. A. M. Brouwer, voorzitter der Directie. Hij herdacht den plotseling gestorven heer G. van Andel en de onvergetelijke heer en me vrouw Oosterlee. Spr. gaf een schets van de historie der Kweekschool. In de jaren dei- oprichting was Nijmegen nog maar een stil stadje met 21.000 inwoners. Hoeveel leer krachten heeft de school sindsdien afgeleverd aan het Chr. Lager, Middelb. en Voorber. H. O. Men begon met 6 leerlingen, maar Van der Bruggen heeft met Gods hulp de vele moeilijkheden overwonnen en in totaal heb ben aan de Klokkenberg 950 leerkrachten hun vorming ontvangen. Bij die vorming ging het om de p e r s o o n van den onderwijzer, niet om een leerstelling of leermethode. Hiermee is de geschiedenis van de Klokkenberg onlosmakelijk ver bonden, en deze traditie is bewaard gebleven. In 1927 is het nieuwe Internaat betrokken. Van de oprichting af zijn eerst de heeren A. H.. toen A. L. Gerretsen, vervolgens de heer P. Oosterlee en tot op heden diens A. Oosterlee directeur geweest. De leiding van het Internaat is in handen van den heer en mevrouw van Pernis, die het echtpaar Hoets zijn opgevolgd. De oud-Klokkenbergers rijn gaarne gewilde onderwijskrachten, die spoedig geplaatst zijn. Nadat gezongen was Ps. 103 1 woord aan Z. E. Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruïne, Minister van Onderwijs, K. enW Toespraak van den Minister De Minister, die vroeger predikant te Nij megen is geweest, kende den geest van de Klokkenbergers zeer .nauwkeurig. Vier din gen voor het heden en vier dingen voor de toekomst wil spr. hier opmerken. Dat is niet meer noodig. Een nationale taak voor allen is: dit pand trouw te bewaren. Zij, die werken aan het Chr. Onderwijs moeten zich evengoed geven voor de zaak. De vorming van de persoonlijkheid en de financieele gelijkstelling brengen de verlos sing niet ,maar de toewijding. Met geen school gaat het goed, als de mannen en vrou wen zich niet daaraan geven met heel hun hart. Ook dan zijn we er niet, als onze toewij ding niet die diepte heeft van het geloof van de mannen van het reveil. Daarom kan spr. als oud-vriend maar ook als Minister van het Ned. Volk het bestuur hartelijk geluk- wenschen. De Voorz. dankte Zijne Excellentie voor zijn hartelijke woorden. Hij is er van over tuigd, dat de meeste oud-Klokkenbergers hun taak als zoodanig zien. Toespraak Prof. Woltjer Vervolgens sprak Prof. R. H. Woltjer, als voorzitter van den Onderwijsraad. Hij bracht de hartelijke gelukwenscheij rer van den Onderwijsraad en in 'tbijzon- _.jr van de derde afdeeling van dien raad, die zich speciaal de zorg zag toegewezen van de opleiding van onderwijzers. Vervolgens sprak de burgemeester .an N ij m e g en, die ook zijn felicitaties overbracht. Hij deed dit gaarne aangezien de Klokkenberg ook voor het cultureele leven •an Nijmegen zoo belangrijk was. De geest den Klokkenberg trok hem zeer bijzon der aan en de band met den heer P. Ooster ras iets in spr.'s leven dat hem onver getelijk zal zijn. Ook de wethouder C. v. Westreenen richt zelf een hartelijk woord tot directiën, directeur, leeraren en oud-Klokkenbergers. 'tWas hem een eer dit te doen, omdat hij groote achting heeft voor deze inrichting en voor de mannen, die ze leverde. Minister Slotemaker de Bruine le. Het Réveil, waarvan De Klokkenberg een kind is; dat beteekent dus een geeste lijke ervaring en een geestelijke vrucht; 2e. Den kring van het Réveil. Groen v. Prinsterer, Mackay e.a., mannen met een hooge positie, die zich openlijk voor Jezus verklaarden, wat een volstrekte uitzondering in dien tijd was, en de school steunden; 3e. het werk waarvoor zij zich opgaven, was het ten volle waard, en zeer noodzake lijk. Ook thans is dat het geval. 4e. wie zich de eerste tijd van den Klokken berg indenkt, moet met ontroering denken aan de scheuring, splitsing en misverstanden, tusschen deze hierboven genoemde mannen ontstaan. Echter ook 4 dingen voor heden en toe komst. We leven na 1917. Geen strijd meer, er mag geen strijd zijn. Maar op ons rust de dure plicht het ge schonken goed, de Chr. School te bewaren, Dus een strijd wel, maar geen verbittering. Prof. Dr Woltjer Voorts werd nog het woord gevoerd door den heer K. Brants, uit naam van alle oud-Klokkenbergers, die dank bracht voor wat zij allen hier ontvangen hadden. Hij bood namens 200 hunner een bedrag van f 7500.— aan, zijnde een fonds voor een studiebeurs voor goede leerlingen. Dit fonds zal heeten de Oosterlee-beurs. Onder luid applaus dankte de voorzitter den heer Brants en zijn 200 voor deze ver rassing. Er volgde nu een druk komen en gaan van receptiegangers, die de Directie kwamen ge- lukwenschen. Vervolgens ging men in auto bussen naar Hotel Groot Berg en Dal, waar een gemeenschappelijke maaltijd was aange richt Van hier werd ook een telegram ann de Koningin verzonden; Mevr. Dr. W. Coenraad las een gelukwensch voor van haar man, die genezing zoekt in Luzano en •eeds 3 reünies van de Klokkenberg mee maakte. Avondsamenkomst Na den maaltijd ging men terug naar het Internaat, waar een gezellige avond door den heer H. Brants werd geopend. Hij las tal van ingekomen gelukwenschen voor, nadat hij Mej. Gerretsen, den heer A. en Mej. A. Oosterlee had toegesproken als de represen tanten van een voorbij geslacht. Er volgde nu muzikale bijdragen: de heer Wim Steinz speelde en vioolsonate, Nanda Gerretsen zong drie lieder< Dan was er een onderhoudende toespraak van Dr. G. Ka 1 s b e e k, „Hoe het wa hoe wij het zagen." En tenslotte vertoonde de heer E. J. v. d. Eist een reeks prachtige lantaarnplaatjes, betrekking hebbende op het leven van de Klokkenberg. Geelgroen-genuanceerde herfstlooftinten STEENFABRIEK „DE DONGE" GEERTRUIDENBERG De tweede dag Op den Hemelvaartsdag werd de herden king voortgezet met een Godsdienstoefening in het oude Waalsche kerkje, waaraan zoo vele herinneringen voor de oud-Klokkenber- gers zijn verbonden. Voorganger was Prof. Dr. A. M. Brouwer, die sprak naar aan leiding van. Coll. 3 1. Na dezen dienst ging men naar de oude school op „De Klokkenberg'', waar te half één huishoudelijke vergadering plaats had. Als secretaris werd benoemd in de vacature- G. van Andel, de heer P. van Aalten. Voorts werd als bestuurslid gekozen de heer C. W i t, oud-leeraar van de Klokken berg en Insp. L. O. De middag was bestemd voor een wande ling naar de Meerwijk en een thee in Groot Berg en Dal. Te 5 uur werd de uitnemend geslaagde herdenking gesloten. Wordt heden 70 jaar In de wel zeer passende omlijsting van een Maranatha-Conferentie het was in de pauze tusschen twee samenkomsten zaten we tegenover den man, wiens naam reeds tal van jaren een programma verte genwoordigt in den arbeid voor de komst van Gods Koninkrijk. Terwijl van de groote Tivoli-zaal uit de klanken der opwekkings liederen tot ons doordrongen, vertelde de straks 70-jarige van zijn merkwaardig leven, dat met die liederen samengeweven is. Johannes de lieer denk u vooral geen bijzondere verschijning, geen apostelfiguur of profetengestalte aan dezen eenvoudi- gen man is niets geweldigs; de diepliggen de oogen zouden den indruk van stugheid maken, kwam niet telkens een zachte glim lach het gelaat verhelderen dan glanst er in die oogen plotseling de gloed van hefde, die zich geeft omdat zij ontvangen is van Hem, die eerst heeft liefgehad. Overigens, veel tijd voor bespiegelingen Is er niet, ik moet maar dadelijk van wal steken: „Zoudt u mij in kort bestek den hlstori- schen achtergrond van uw levenswerk wil len geven?" In vlug tempo, met teekenende gebaren, zonder ecnigen ophef: „Ik ben een Rotterdamsche Jongen; mijn vader was smid, maar dat vak trok me niet aan. Ik ben al jong bijna 12 jaar, ging ik van school af in de muziek ge komen, dat wil zeggen, ik kwam bij Lich- lenauer, waar ik 7 jaren geweest ben en daarna bij Alsbach, aan de Blaak." „Daar liggen dus de kiemen van uw lief- voor zang en muziek?" „Nee, dat zat me zeker al in 't bloed, want als ik als kleine jongen een bouw doos bad, dan maakte ik gauw een klavier de blokken en zat er op te „spelen"... maar door den muziekhandel heb ik de we reld leeren dienen u begrijpt: met opera- en dansmuziek had ik dagelijks omgang. Tevens echter kreeg ik de nófenkerinis, die mij later in zoo geheel anderen zin zou to pas komen." „Was er een bepaald feit, dat den omme keer in uw leven heeft beïnvloed?" „Stellig. In 1896 verloren we ons vijfjarig dochtertje. U begrijpt, dat ik toen sterk ge beden heb om haar behoud, maar op de ijze van dien monnik u weet wel, uit dat. verhaal van de twee monniken; de een bad dwingende alles af wat voor zijn boompje goed zou zijn» de ander liet alles er aan den grooten Tuinman. God nam _.is dochtertje weg. Toen begreep ik, dat bidden allereerst steun moet hebben in vol komen overgave aan den Heer, die zelf zorgt en beschikt, en wiens gebedsverhoo- ring niet afhankelijk is van ons gebed, dat rnet- beloften wil worden afgedwongen. Zoo is mijn leven van toen af beheerscht dooi die bekende woorden: „Spreek Heer, U dienstknecht hoort". „Mag ik vragen: was in uw ouderlijk huis reeds de mogelijkheid voor uw levenswen ding aanwezig?" „In zooverre, dat ik een vrome moeder gehad heb. Zij is kort na mijn geboorte ge storven en heeft nog gezegd, dat. indien zij haar leven offeren moest, zij hoopte, dat dan een zoon geboren zou worden, die zich aan des Heeren dienst zou geven". „Dus na 1896 is uw Evangelisatiearbeid feitelijk begonnen?" .„Ja. In Rotterdam heb ik mijn vorming als Evangelist vooral in Jeruël gehad, w al spoedig het optreden op de kermis en het werken in de Zandstraat begon, later ook de tóntzendiuft is ter hand genomen. In al -dien arbeid had ik- de trouwe hulp van mijn vrouw, die ook altijd meezong in de tent en later voor de radio, en die in 1928 is gestorven. Ja dat is voor mij een zware slag geweest, maar de Heer gaf mij zooveel afleiding in den arbeid voor het Evangelie, dat ik tot op dezen dag ben staande gebleven." „En u gevoelt zich nog goed gezond en krachtig?" „Ja, ik heb van den Heer den grooten zegen ontvangen van een goede gezondheid en ik heb het nog liëel druk." „Stond de richting, waarin LTw arbeid gaan zou, U reeds aanstonds voor oogen?' „Lang niet geheel. Allerlei toevallige ge beurtenissen hebben daartoe meegewerkt. (Toevallig noem ik alles, wat God mij laat toevallen". Zoo werd omstreeks 1905 mijn denken plotseling geheel in beslag genomen door de woorden uit 1 Kon- 5 9, „Ik zal het op vlotten over de zee doen voeren, dat gij mijn huis spijze geeft." Ja, ik weet wel, de exegese daarvan is heel anders, maar voor mij was het bevel duidelijk: ga naar Engeland, daar zal ik u den weg wijzen. Ik ging naar Londen. Toch vond ik teen niet, wat pas later op mijn levens werk een stempel zou zetten. Dat hield verhand met mijn opvatting van geld ver dienen. U weet, dat ik een orgelzaak had. fk wilde daarvoor niet adverteeren, want mijn geloof in het welslagen der zaak be rustte alleen op Gods woord: Ik zal het maken. Ik had al mijn betrouwen alleen op dpn Heere gesteld- Maar Hij vroeg meer: met om geld te verdienen tot eigen bezit, R.ear om dat, aan te wenden voor de k'tast van Zijn Koninkrijk, moest ik zaken doen. Van toen af adverteerde ik wèl, in hon derd bladen tegelijk zelfs. He omzet nam enorm toe; had ik eerst nog maar een 39—70 orgels per jaar verkocht, nu werden het er 350! Andermaal ging ik ncuar Engeland („gij zult het van over de zee halen"), het as in den tijd van de opwekking in V ales. En zie, daar las ik aan den wand van een waar een samenkomst werd gehouden, diezelfde woorden in rookletters (soortgelijk als men tegenwoordig in de lucht ziet \oc- men door vliegtuigen)". „U bedoelt, dat ze alleen zag?" „Ja, als in visioen. En toen heb ik, in Nederland terug, terstond soortgelijke samenkomsten belegd, dag aan dag. in allerlei steden en dorpen. En hieruit heeft zich het Evangelisatiewerk ontwikkeld: tentzending, Stads-Evangelisatie, later de Maranatha-beweging (van 1914 af), liet Zoeklicht (van 1910 af), de Conferenties (van 1922 af, deze is de 23e) enz." „Het Zoeklicht is toch een door uzelf begonnen blad?" „Ja, eerst was er het blad Maranatha Vervolgens werd ik medewerker aan hot, nu alweer verdwenen blad „De Sleutel", waar men een medewerker vroeg, die spe ciaal in verband met de wederkomst des Heeren moest schrijven. En u weet, dat deze inzonderheid mijn streven beheerscht Op 1 Juli 1919 ben ik zelf begonnen mot „Het Zoeklicht" dat in het eerste jear 2 keer per maand met 8 pagina's verscheen in een oplaag van 6000 exemplaren. Nu is het een weekblad van 32 pagina's, dat ruim 19.000 abonné's heeft," „Over uw liederen en zingen mag ik ook eens wat hooren?" ,Dat is ook alweer „toevallig gekomen. Ik was in Londen en zag voor een boekwin kel liederenbundels liggen met plm. 1090 Chr. liederen voor den prijs van 2Vz shilling. Zulk een eenheidsbundel wilde ik ook voor Nederland maken; ofschoon heelemaal met geschoold, had ik toch zoo'n beetje kennis van compon-eeren en bewerken en zoo kwam, eerste liederenbundel (plm. 600, het zijn nu ruim 1000) voor ƒ1.50 van do pers. Sindsdien zijn er 130.000 ex. verkocht en zeker wel een half millioen alleen mei tekst". „Dan de radio?" „Ook alweer een gevolg van mijn levens devies: als de Heiland mij gebruiken wil in Zijn dienst, volg ik. Op een Evangelisatie avond in Amersfoort had ik gezongen, toen vriend mij den raad gaf, voor de radio te gaan zingen. De heer Vogt het was toen nog de H.D.O. vond het dwaasheid, er toch niemand luisteren. Enfin, als ik dan toch wilde: voor ƒ25 mocht ik 20 mi nuten zingen, en het geld was voor het H.D.O.-potje. Ik sloeg toe encr kwamen plm. 500 brieven bij de H.D.O., vragende om meer! Zoo is het begonnen en heb ik ook mogen meewerken tot de oprichting van de N.C.R.V. Ja, ik ben wel geen zanger van de kunst-afdeeling (ofschoon ik nog les heb ge had van Tom Denijs), maar mijn stem is Gode zij dank nog goed gebleven, zoodat ik tot op dezen dag nog van en voor mijn Heiland mag zingen. En dan is er nog de Gramofoonplaten-Evangelisatie. Er zijn een vijftigtal liederen op platen vastgelegd en die platen gaan niet alleen het land in, maar zelfs naar andere werelddeelen". „Ik meen, dat u ook pas in Rusland is geweest in verband met uw levenswerk". „Dat was het vorige jaar. Ik heb daar zóó veel leed en zóóveel honger naar het Evan geile aangetroffen, dat ik meende, hier in Holland een financieele basis voor het werk in Rusland te kunnen vormen. Zoo is ge schied en nu gaan er tal van in het Rus sisch vertaalde boeken heen; ook het Zoek licht gaat (in 't Russisch) als maandblad naar plm. 2000 priesters". De deur van het opkamertje, wa ten 't was ook in Bijbelschen zin een op kamertje, want zij, die bij de Maranatlha- Conferenties tot het spreken van hart tot hart worden bewogen, vinden hier den lei- dor of zijn plaatsvervanger tot geestelijken bijstand bereid werd geopend: de tijd der volgende samenkomst was aangebroken: „Och wilt u broeder Gutteling vragen, maar vast te beginnen, ik kom binnen een kwartiertje". In dezen leider, wiens dagelijksch leven en streven toch werkelijk wel de atmosfeer van het directoraat zou wettigen, is geen spoor daarvan te bemerken. Spreektoon en w oordkeus doen u eer denken aan den een- voudïgen handwerksman. En toch is er in dezen merkwaardigen man iets, wat u treft misschien is het wel de rustige klein- achting van alle „dingen, die voorbijgaan". Noch het „succes" van zijn werk, doch de critiek erop, weegt hem. Eén ding weegt hem; als ik gevraagd heb naar de kern van zijn streven, komt het antwoord onmiddel lijk en de oogen spiegelen het sterke inner lijk zuiver af: .Zielen tot Christus te leiden. En: te leven rnet oog en hart gericht naar de wederkomst des Heeren". „Maar dat doel hebben toch de Kerk en il van andere bewegingen ook?" „Zeker, en ik zal ook niemand van zijn kerk of groep aflokken. Integendeel, wat op de Maranatha-Conferenties of het Zoek licht aan geestelijke versterking is verwor- en, moet men in eigen kring thuisbrengen. En dan: doorgeven aan anderen wat men igen schat ontvangen heeft". zou dus uw streven een correctief kunnen noemen op de zwakke plekken in de kerken?" „In zekeren zin: ja. Maar begrijpt u mij goed: alleen dat rechtvaardigt mijn bewe ging. Ik zou een gezegende dag hebben, als het Zoeklicht volkomen overbodig „Ziet u dan bewegingen als het. Leger, des Hells öf de Buclïmariïëweging niet als nauw erwant met de uwe?" „Het Leger des Heils maakt zelf kerk. Dat doen wij niet en nooit. Wij houden geen en kelen band dan die van het contact door samenkomst, gesprek of Zoeklicht. Wij heb ben trouwens, geenorganisatie; wie- ons helpt, doet het uit liefde voor den Heer. Straks hoort u een Conferentie-orkestje ter begeleiding van den zang, allen vrijwilli gers. En wat de Buchmanbeweging betreft, neen, die is principieel wat anders. Daar staat verandering boven bekeering en ons staat de verlossing door het bloed des Kruises voorop". ZONDAG 24 MEI HILVERSUM I 1875 M. 8.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 5.00 NCRV. 7.45 KRO. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gewijde muziek. 9.50 Geref. Kerkdienst uit Leiden. Voorg. Ds. W. Bouwman. Hierna orgelspel. 12.15 KRO-Orkest en boekbespreking. 2.30 Muzik. causerie. 2.45 Hollandsch Strijkkwartet. 4.30 Ziekenhalfuur. 5.00 Gewijde muziek. 5.30 Orgelspel. 6.00 Ned. Herv. Kerkdienst uit de Nieuwe Kerk to Amersfoort. Voorg.: Ds. M. G. Gerrit sen. Hierna orgelspel. 7.45 Causerie „Hu- welijkszorg". 8.05 „Een midzomernachts- droom", m.m.v. solisten, tooneelspelers en Concertgebouw-orkest. HILVERSUM II 301 M. 8.57 VARA. 10.30 VPRO. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 8.00 AVRO. 9.30 Berichten, orgelspel. 9.45 Van staat en maatschappij. 10.00 Voor kinde ren. 10.30 Rem. Kerkdienst. 1.00 NIROM- Uitzending. 2.00 Boekbespreking. 2.30 Om roeporkest en solist. 3.50 Vervolg concert. 5.00 Gr.pl. 5.00 Orgelspel. 6.50 Gram.pL 8.00 Berichten. 9.00 Causerie. 9.10 Radio journaal. 10.25 Gram.pl. 11.00 Berichten. BLOEMEND AAL 245,9 M. Uitzending van Kerkdiensten uit de Geref. Kerk. 10.00 v.m. Cand. D. G. van Lonkhuyzen te Amersfoort. Tekst: Coloss 3 13. 5.00 n.m. Ds. Joh. C. Brussaard. Catech. Zondag 30. DROITWICH 1500 RL 1.50 Sextet. 2.35 BBC- Schotsch orkest. 3.35 Tango-orkest. 4.20 Relais uit Zuid-Afrika. 4.50 BBC-Militair orkest. 6.35 Mandolineorkest. 7.05 Cyclus „Living in the past". 7.20 Orkest 8.15 Kerkdienst. 9.20 De BBC-Zangers. 9.50 Voordracht Het. ruim overschreden halfuurtje was voorbij. De heer De Heer bracht mij naar de zaal, waar een getuigenissamenkomst belegd was. Al spoedig zag ik den 70-jarige het podium opgaan en zich zetten achter zijn cerbekend miniatuur-orgeltje.... een lei der met de gestes van een geleideWel, men kan over dezen vorm van Evangelisa tie verschillend denken, maar één ding draag ik mee uit dit korte inderhoud: Als Christus het hart bezet, dan legt Hij in aarden vaten een schat van kennen en kun nen, die verre het aangeboren bezit te boven gaat. Zoo ook hier: Johannes de Heer was en is degene, die niet anders kan en wil werken dan naar den maatstaf van zijn Zender, Wiens kracht in zwakheid vol bracht wordt. En dan is hij daarvan zal de dag der dagen eens getuigen in Gods hand een willig instrument tot eeuwigen ze gen van velen geweest. En zoolang hem het leven en do kracht ge spaard wordt, zal hij zeggen èn beleven: Ilier ben ik, Heer, zend mij heen waar Gil wilt! RADIO PARIS 1648 M. 11.00 Orkestconcert, 12.20 Orgelconcert. 3.05 Nat. Orkest. 7.50 Koorconcert. KEULEN 456 RL 9.35 Mannenkoorconcert, 11.45 Kwintetconcert. 4.20 Ge var. pro» gramma. 8.20 Orkestconcert. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.20 Fel» lemanj orkest 2.20 Gram.pl. 7.20 Vioolre cital. 8.20 Militair concert. 10.30 Klein- orkest. 484 M.: 10.20 Orkest. 12.20 Langlois- orkest. 5.20 Kamermuziek. 6.50 Gram.pL 8.20 Omroeporkest. 9.35 Vervolg concert. MAANDAG 25 MEI 1936 HILVERSUM 1 1875 M. NCRV-Uitzending. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 10.30 Mor gendienst door Ds. A. C. Diederiks, Ned. Herv. Pred. te Hilversum. 11.00 Chr. Lectuur. 12.30 Orgelconcert. 2.35 Voor Tuinliefhebbers. Bestrijding van onge dierte in den tuin en beantwoorden van vragen over kamerplanten door A. J. H e r w i g te Bussum. 4.00 Bijbellezing door Ds. W. E. Gerritsma, Geref. Pred. te Aalten. 5.00 Gram.pl. 5.30 Het Trio Hekster. 6.30 Vragenuur. 7.00 Berich ten. 7.15 Reportage. 7.30 Vragenuur. 8.00 Nieuwsberichten A.N.P. 8.15 NCRV- orkest 9.00 Interview Johannes de Heer ter gelegenheid van zijn zeventigsten ver jaardag en NCRV-orkest. 10.05 Nieuws berichten A.N.P. 10.10 NCRV-orkest. 11.00—11.30 Gram.pl. HILVERSUM n 301 M. Algera. Program»», verzorgd door de VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor dracht. 10.35 Kamermuziek. 12.00 Do Flierefluiters. 1.001.45 Orvitropia. S.OO Knutseluurtje. 3.30 De Notenkrakers. 5.45 Gram.pl. 6.00 Vervolg concert. 6.30 Muzi kale causerie. "7.10 Biologische lezing. 7.30 Viool, piano en cello. 8.00 Nieuwsberich ten A.NP. 8.10 VARA-orkest. 10.00 Nieuwsberichten ANP. 10.05 OrgelspeL DROITWICH 1500 M. 12.45 Reynolds octet 1.352.20 Orgelconcert 4.20 Viool en piano. 4.50 Tweegesprek PalestinaEnge land. 5.00 Orkestconcert en solist. 5.35 Kwintet. 6.50 Orgelconcert. 7.10 Toeris tenpraatje. 7.50 Natuurhistorische cause rie. 10.35 Het BBC-orkest. RADIO PARIS 1648 RL 11.20 Orkestconcert 5.50 Orkestconcert. 8.20 Zang. 9.05 Piano- recitaL 11.3512.35 Pascal-orkest KEULEN 456 RL 1.35 Nedersaks. Symphonie- orkest. 2.35 Schrammelmuziek. 6.20 Gev. ooncert. 9.20 Omroeporkest en -koor. BRUSSEL 322 en 484 RL 322 M.: 12.50 Salon orkest. 5.20 Salonorkest. 8.20 Symphonie- concert. 484 M.: 12.20 Gram.pl. 6.35 Kamermuziek. 8.50 Hoorspel met muziek. 10.05 Gram.pl. DEUTSCHLANDSENDER 1571 RL 10-50 Piano-recitaL Mooi gebruinde Huid van gelaat hals en armen, óók bij geen zon, door ALMILDA-zonnebruin crème. Voorkomt tevens zonnebrand. Flacon 90 ct. Tube 60 ct Doos 50 en 25 ct Feuilleton (ii door H. KINGMANS Een lichte kreet van verbazing weerklonk en een gemompel murmelde door het vertrek. „Dan heb ik niets meer te zeggen, Coenders, en heet U welkom in onzen kring. Alleen dank ik God, dat Hij weer een der eerste burgers onzer stad heeft bewogen, de goede keus te doen-" Barthold Coenders ontdeed zich nu van zijn zwaren mantel en zette zich in den kring neer. Roelf Ketel zag met een lach van verstandhouding zijn schoonzuster aan en fluisterde, opgewekt: „Zie je nu wel, Marrigje, dat je beren op den weg ziet? Zelfs burgemeester Coenders komt bij ons. Straks zweren alle burgemeesters het Roomsche geloof af en dan wordt Groningen een Gereformeerde stad." Moeder Ketel glimlachte maar eens: die Roelf was eenvoudig onverbeterlijk; hij zag altijd maar de zonzijde en dat was goed; alleen een zorgeloos optimisme was niet goed cn dat was zijn fout; hij dacht te licht over de zaken. Eenige oogenblikken later was haar dat weer volkomen duidelijk, toen oud-burgemeester Hillebrands opstond en met enkele woorden de broeders en zusters in den Heere hartelijk welkom heette. „Ik heb u allen hier genoodigd, om te trachten onzen kring van vóór acht jaren weer te vormen. Zij is heel wat kleiner geworden. In '66 was de Broerekerk, die aan ons afgestaan was, te klein. Ons aantal is geslonkenj God de Heere heeft cr opgeroepen in Zijn heerlijkheid. Zij zijn te benijden, dat zij dit aardsche tranendal hebben mogen yerlaten- Verder zijn velen gevlucht, gedwongen of vrijwillig. Het is niet onmogelijk, dat er van hen bij den veranderden stand van zaken zullen terugkeeren, zoodat ons gezelschap weer grooter wordt. Er is nog een reden, waardoor de kring van Gereformeerden slonk. Tot mijn droefheid vernam ik heden, dat velen van ons in hun hart Gereformeerd bleven, maar uiterlijk zich weer bij de Roomschen hebben gevoegd. Broeders en zusters, ik wil er geen oordeel over uitspreken, want zoo een, dan ben ik het, die hun moeilijkheden begrijp. Maar tóch moet het mij van het hart, dat deze weg niet de juiste is. Den Heere verloochenen, als wij worden vervolgd, wijst niet op een vast geloof, dat bergen verzet Ik kan ook niet begrijpen, hoe iemand zegt, innerlijk Gereformeerd te ziin, doch uitwendig Roomsch. Dat kan niet samengaan. Overigens wil ik er niet meer van zeggen en alleen de hoop uitspreken, dat velen mogen terugkeeren. Wij kunnen in Groningen voor het vervolg alleen wat bereiken, wanneer wij flink in aantal zijn en aanééngesloten blijven- Ik heb u allen hedenavond hier groepen, om den grondslag voor de nieuw te vormen gemeente te leggen. Wil iemand soms iets vragen?" „Mijnheer de burgemeester", zeide er een, die zeer vrijmoedig was, nóg vrijmoediger dan Roelf Ketel, „wij v\ilden gaarne eens iets van u vernemen over uw ballingschap, over het leven in Holland en Zeeland, over den stand van zaken. Bij' geruchte hooren wij veel, maar ric juiste tor-dracht kunt u ons mee- Oud-burgemeester Hillebrands maakte eerst eenige tegen werpingen, maar toen hij bespeurde, dat het uitgesproken .ver langen, vrij algemeen leefde, toonde hij zich bereid. In enkele korte woorden vertelde hij van zijn vertrek, dat allen bekend was, om vervolgens in den breede uit te weiden over zijn zwerven door Holland en Zeeland, de Zuidelijke Nederlanden, den Duitschen Pfalz. Hij teekendo de aanwezigen den hem zoo door cn door bekenden persoon van-Willem van Oranje, die goed en bloed .voor dc Nederlanden over had en sprak de hoop uit, dat deze nog eens in Groningen komen mocht, waarop nu wel kans bestond. Den strijd met Spanje in de jaren '6S—'74 zette hij daarop uiteen, om vervolgens er op te wijzen, hoe de wreede Alva het land had moeten verlaten. Zijn opvolger Roquesens was politiek tegen den Prins van Oranje geheel niet opgewassen. Bovendien overleed hij zeer plotseling. Tenslotte zette hij uiteen, hoe er samenwerking was gekomen, en onder welke voorwaarden, tusschen de Noordelijke en Zuide lijke gewesten in de Pacificatie van Gent. .Broeders en zusters, wat was ik blijde te vernemen, dat de soldaten in Groningen Billy hackten verworpen en den Algemeenen Staten trouw hadden gezoren. Mijn besluit, naar Groningen terug te keeren, stond natuurlijk vast- Ik sprak er over met den Prins, die mij aanried, in gezelschap van den nieuw-benoemden Gouverneur te reizen. Deze bevindt zich thans in het klooster te Essen cn zal, vermoed ik, morgen zijn intocht in de stad wel doen. Er breekt een nieuw tijdperk aan. Wij willen hopen en bidden, dat wij, Gereformeerden, in den komenden tijd een stil en gerust leven kunnen leiden." „Burgemeester, mag ik eens wat vragen?" Roelf Ketel was opgestaan. Hij had zich niet langer kunnen stil houden. „Wel natuurlijk mag dat, Ketel." „Er komt nu toch vrijheid van godsdienst? We krijgen toch zeker, zooals in "66, een kerk? En we kunnen toch in Emden moeite doen, een of meer predikanten te krijgen?" Oud-burgemeester Hillebrands glimlachte flauw. „Roelf Ketel is in al die jaren niet veranderd, bemerk Ik wel. Hij blijft dezelfde onstuimige man" „Voor burgemeester is hij niet geschikt", zeide er een, niet zonder humor. Er werd hartelijk gelachen. „Ik sta er ook niet naar, liet te worden", merkte Ketel op. - k Weet zeer wel. dat ik niet bepaald bedachtzaam ben. Maar ik moet eerlijk bekennen, dat ik onzen' oud-burgenieeslei Hillebrands niet goed begrijp. Me dunkt, dat er voor do Gereformeerden een goede tijd gaat aanbreken! Wat beteekenen dan de voorzichtige woorden, die ik hoor?" „Broeders en zusters, ik wil openhartig met u allen spreken al moet ik natuurlijk voorzichtig zijn, daar ik voor een deel vermoedens uit." De spanning rees. Als tien jaar geleden schikten zij zich om den door allen erkenden leider, die als balling getoond had. smaadheid te willen dragen om Christus' wil. „Allereerst een enkel woord over den nieuwen Stadhouder, die spoedig binnen onze veste zal zijn- Hij heet George van Lalaing en is bannerheer van Ville, dat is in de Zuidelijke Nederlanden. Hij is nog jong, maar een dapper man en een edelman. Te Utrecht mocht ik mij bij hem voegen en wij hebben op de reis naar hier veel gepraat, daar hij met de toestanden hier op de hoogte wilde komen. Hij heeft natuurlijk trouw gezworen aan de Algemeene Staten en heeft de opdracht, om het geheele Noorden en ook Overijssel aan de zijde der Pacifi catie te brengen. Ik heb een goeden indruk van hem gekregen en meen, dat zijn wil goed is. Aan hem zal het dan, naar mijn overtuiging en ik geloof, dat ik mij niet vergis, ook niet liggen, of de bepalingen van de Pacificatie worden ook hiei uitgevoerd. Ook de bepaling en nu kom ik tot de vraag van Ketel inzake den godsdienst. Maar toch, broeders en zusters, wij moeten onze verwachtingen niet te hoog spannen, om niet diep teleurgesteld te worden." Hij achtte even en zag allen doordringend aan. „Indien ik goed ben ingelicht", hij wendde zich terziide. om burgemeester Coenders aan te zien, „dan is de Raad van Groningen in wezen niet veranderd" burgemeester Coenders schudde het hoofd .juist- En dat is het punt, waar het hier om gaat (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9