Q)qn fr
ONS LICHAAM
Ontspannings
Lectuur
Gezondheid, Ziekten, Genezing
Samengesteld door Dr. K. Pels, Arts te A'dam
Uitgave van Erven J. Bijleveld te Utrecht
Reeds eenigen tijd geleden is 'dit boek van
de pers gekomen, doch ora redenen die noch
met de inhoud, noch met de prijs iets te
maken hadden, kwam er van publiciteit en
dus afname niet veel terecht. Zoo is het
thans in andere handen gekomen en we
willen hopen, dat het nu wel verkocht zal
worden. Want het boek is het waard. De
prijs is uiterst laag voor een boek van
zoo'n omvang en grootte en niet het minst
.van zoo'n inhoud.
Niet alleen, dat de samensteller een be
kend Amsterdams arts is, doch deze heeft
ook de hulp ingeroepen van verschillende
specialisten terwijl Prof. Dr. R. P. van
C a 1 c a r, te Leiden, nog toezicht uitoefende
op de inhoud.
Toch moet men geen geleerdheid verwach
Hen in den zin van wetenschappelijke ter
men en voor een leek onbegrijpbare taal
.Wetenschappelijk is het wel, zeer zeker,
doch zóó populair geschreven, dat iemand
die eenige ontwikkeling heeft opgedaan het
volgen kan. Dus echt wat men noemt po-
pulair-wetenschappelijk.
Dit is een groote verdienste van dit boek.
Want op het gebied van wat wij mensch-
kunde noemen, bestaat nog wel eenige dom
heid, als we het zoo eens mogen noemen.
Het valt dus te prijzen, dat Dr. Peis het
bestond een populair-wetenschappelijk werk
te schrijven over ons lichaam. Hij deed het,
op verzoek van de uitgevers zelfs gaarne,
naar in de inleiding gezegd wordt, om
dat de ondervinding hem dagelijks leert,
dat er nogal wanbegrippen onder het groo
te publiek bestaan ten opzichte van de me
dische wetenschap.
De arts staat vaak versteld over het ge
brek aan begrip van hygiëne en de hulp
loosheid bij plotselinge ongevallen. De wei
nige kennis van de leek op het gebied van
zwangerschap en alles wat daarmede in
verband staat kan onberekenbare, onherstel
bare gevolgen hebben wordt zeer terecht op
gemerkt.
De schrijver heeft de bedoeling gehad om
op eenvoudige, duidelijke wijze de leek te
leeren hoe de verschillende organen zijn
opgebouwd en welke hun taak is Dit ken
nende zal naar Dr. Pels veronderstelt de
leek de hygiënische adviezen, die met de
bouw en verrichting der organen in verband
staan beter waardeeren en opvolgen. Dit is
zeer terecht. Als men eenigszins begrijpen
Ikan waarom de arts bepaalde voorschriften
geeft, dan zal men ze met accuratesse uit-
.vóeren omdat men b e g r ij p t dat het nut
tig is zoo te handelen. Begrijpt men ze niet,
dan denkt men allicht: larie, wat die dok-
Her zegt en men laat na wat goed is te doen.
Dr. Pels is naar het ons voorkomt er in
geslaagd om door dit boek de leek veel te
Jeeren omtrent zijn lichaam. Elk gebied
yan de medische wetenschap waar in de
praktijk mee gerekend moet worden, is be-
itreden. En aan de hand van een kundige
gids is gewezen op alles wat van belang
is, zonder dat al te veel in details is ge
treden, waardoor voorkomen is dat het al
.te geleerd werd.
Om het behandelen van de ziekten en
3-aadgevingen tot zijn récht te laten komen
is het eerste gedeelte van het boek gewijd
aan de bouw van de mensch. Dat begint
natuurlijk bij de cel, de opbouw daarvan
en de beteekenis, die deze kleine onderdee-
len van het lichaam hebben, waar ze b.v. in
de chromosomen de dragers zijn der erfc-
Bijkheidsfactoren. Na de cellen komen de
Weefsels in hun groote verscheidenheid aan
de beurt, waarna de verschillende deelen
iVan het menschelijk lichaam, uit deze cel
len en weefsels opgebouwd, in hun samen
stelling en functie ieder voor zich en in
yerband met elkander beschouwd worden.
Qp deze wijze worden de allereerste be
ginselen der anatomie gelegd.
We hebben alle achting voor de schrij
ver, die het op zoo duidelijke, volledige en
toch zoo beknopte wijze klaar speelt de leek
eenig inzicht van zichzelf als kunstig orga
nisme to geven. Vol eerbied moet men ge
raken voor God, die de mensch aldus schiep
Zoo wonderlijk, zoo kunstig, zoo gecompli
ceerd als geen enkele machine hoe won
derlijk,, hoe kunstig, hoe gecompliceerd deze
tegenwoordig ook zijn. Voor de laatste staan
we vol verbazing stil en noemen het in
genieus van den uitvinder, den construc
teur zoo iets tot stand te brengen. En ons
eigen lichaam, wondervol kunstwerk uit
Gods hand voortgekomen, kennen we niet.
Dat is een van de (vele) menschelijke
dwaasheden.
In het tweede hoofdstuk worden bespro
ken de oorzaken van d« ziekten voor zoo
ver dat voor een leek begrijpbaar is. Na
tuurlijk zijn het in de eerste plaats de bac
teriën (coccen, bacillen en vibrionen) die
besproken worden in hun wezen en wer
king. Verder komen aan de beurt van be
handeling gestel en aanleg, gifwerking, bv.
die van nicotine, morfine, alcohol enz., na
tuurkundige factoren, wij zouden ook kun
nen zeggen geweldpleging in algemeeno zin
enz, Ook.in dit hoofdstuk is het de kenner
die doceert. Duidelijk, kort en toch voor een
leek, Volledig.
Deze twee hoofdstukken beslaan nog
niet het derde deel van het groote boek
werk. Ruim tweederde wordt ingeruimd
voor de vele ziekten, de belangrijkste die in
ons land voorkomen Zoowel de wijze van
ontstaan als het verloop wordt beschreven.
Van de behandeling wordt als voor een leek
meestal niet doenlijk, maar weinig gezegl.
We moeten zeggen, dat we respect hebben
voor dit werk van dr. Pels. Niet het minsi
ook daardoor, dat hij kiesche onderwerpen
die in een boek als dit natuurlijk meerma
len voorkomen, zóó weet te behandelen, dat
zonder geheimzinnige taal geen lagere in
stincten wakker geroepen worden en het
den lezer toch duidelijk wordt.
Zoo'n boek behoort in ieder huis* moet ge
lezen worden door ieder, die eenige ontwik
keling, welke boven het allerlaagste uitgaat
heeft opgedaan. Men -zal, als men het heeft
gelezén. er nog vaak naar grijpen.
De uitgave is mooi. Royaal groot formaat.
Keurige band, verduidelijkende platen, tee-
keningen en grafieken. En nog een aparte
bijlage met gekleurde afbeeldingen.
Algemeen aanschaffen van dit werk zal
voor ons publiek zeer te loven zijn.
Het Evangelie in de wereld van
heden, door Ds. J. J.Buskes Jr.
H. J. Paris te Amsterdam.
Het eerste hoofdstuk van dit hoogst be
langrijke boek verklaart den geheelen ver
deren inhoud.
Ds. Buskes wil ons laten zien de beteeke
nis van het Evangelie voor de wereld van
den tegenwoordigen tijd. I-Iet Evangelie slaat
hoven den tijd, heeft waarde voor alle
tijden.
„Godsdienst is opium voor het volk", heeft
Marx eens gezegd. Maar Ds. Buskes toont
ons aan, hoe mannen als Pascal en BI urn-
hardt in het verleden en Barth en Kagawa
in het heden door hun leven getuigenis heo-
ben gegeven, dat het Christendom wat an
ders is dan opium. Het verdooft niet, maar
leidt tot de meest volle en rijke levensont
plooiing. Gods verlossingswerk, ons in het
Evangelie geopenbaard, verzoent oe zonde
schuld en bekwaamt tot onze levensroeping.
OE KLAMGJMSTE P0OD500RZAKEM
in 1930 wmm
IN 1ÓO-1
OVEHLEPEMEN PER. ioooo wWiefö
flgpmfcwp-fMj. yemt.Ctxm. wv.
Een vpn 'de illuslralies uil hei boek.
Dat Evangelie is van rijke beteekenis voor
het persoonlijk, kerkelijk, nationaal, sociaal
en politiek leven.
Hel geheele boek van Ds. Buskes is één
krachtige bazuinstoot, om ons op te wek
ken tot een d a a d w e r k e 1 ij k Christen
dom, dat echter nooit los gemaakt kan of
mag worden van den Christus der Schriften.
Daarom dient er in belijden en leven altijd
band aan het Woord te zijn. Die band aan
het Woord kan ons nimmer in hooghartig-,
heid aan de Kerk doen voorbijgaan, zelfs
niet, als deze ingezonken is. Wel mag en
moet de Kerk luisteren naar de boodschap
van geestelijke bewegingen, zooals bv. de
Buchmanbcweging in onzen tijd, in zoover
deze bewegingen herinneren aan allerlei, dat
God in Zijn Woord tot haar zegt en dat zij,
n.l. de Kerk, soms niet meer juist verstaat.
An&ers verstart en verdort de Kerk. Luiste
ren naar de stem dier bewegingen mag ech
ter nooit insluiten, dat wij zouden nalaten
haar te toetsen aan het geopenbaarde
Woord.
Op enkele punten kunnen we niet in
stemmen met Ds. Buskes. Zijn groote waar
deering voor Barth gaat o.i. te ver. wanneer
hij diens theologie vrijwel volkomen aan
vaardt. En dat hij de uitspraak van Pascal
overneemt, dat Jezus in voort durenden
doodsstrijd is en wij daarom niet hebben te
slapen, doch te waken, onderschrijven we
evenmin. Ook het anti-militairisme, dat in
Ds. Buskes een ijverig verdediger vindt, kun
nen we niet aanvaarden.
Wel heeft het onze volle instemming en
waardeering, als hij bij alle waardeering
voor het goede in de Buchman-beweging,
toch erop wijst, dat deze beweging gevaar
loopt van de Kerk af te voeren en liet ge
loofsleven te vertechniseeren.
Deze opmerkingen verhinderen ons ech
ter niet het boek van Ds. Buskes ter lezing
warm aan te bevelen, omdat het zoo krach
tig en vol heiligen ernst erop aandringt, om
door een daadwerkelijk Christendom, dat
belijden en beleven samenbindt, de kracht
van het Evangelie te toonen in de wereld
van het heden.
Ds II. Bakker
De herder en z'n schapen, door Ds
H. Bakker, Predikant te Amsterr
dam. II. Veenman en Zonen te
Wageningen.
Ds H. Bakker geeft ons in bovenstaand
werk schetsen en beschouwingen uit het
pastorale leven.
Er behoort inderdaad bij een predikant
moed toe, om in
een groote stad
als Amsterdam
het herderlijk
werk aan te vat
ten. t Schijnt wel
bijna een hopeloo-
ze taak te zijn.
Maar Ds Bak
ker heeft zicn i
niet laten af
schrikken door
het groot getal
gezinnen, dat aan.,
zijn ambtelijke!
zorg werd loevèr-
trouwd.. Hij' heèfti'
zelfs tijd gevon
den, om een en'
ander van zijnl
bevindingen bij
het huisbezoek ons 'in den vorm van pak
kende schetsen mee te deelen.
Nu eens maakt hij kennis met spiritisten,
die treurende kinderen trachten over te ha
len om op de séance te komen, teneinde hun
overleden moeder nog eens te ontmoeten.
Dan weer komt een oud vrouwtje hem raad
plegen. hoe zij aan eenigen financieelen
steun kan komen, omdat haar vroegere
broodwinning, het kaartleggen, geen bestaan
meer oplevert.
Maar tegenover dien schaduwkant valt
ook een heerlijke lichtzijde op te merken.
In dagen van tegenspoed en smart geloofs
kracht, geloofsvreugcle en geloofsverwach-
ting tot openbaring ie zien komen, geeft
den zieleherder dikwijls meer, dan hij onder
die omstandigheden kan brengen.
Gaarne bevelen we dit boek ter lezing aan.
Zijn schetsen zijn interessant om te lezen.
Maar wat meer zegt, deze schetsen geven
ons meteen een duidelijk bewijs, hoe groot
de wisselwerking is tusschen huisbezoek en
prediking. Het aangezioht der schapen te
kennen geeft een hoogere actualiteit
aan de bediening des Woords, dan die van
het in de preek ter sprake brengen van een
of 'ander schokkend courantenbericht. „Dan
ontmoeten", zooals Ds Bakker zoo kern
achtig schrijft, „de vragen der menschen èn
liet Woord Gods elkaar in zijn ziel en uit
dat levend ceutrum zal dan zijn prediking
ontspringen als levend getuigenis.
Deze pastorale schetsen boeien door hun
frisschen, pakkenden dikwijls geestigen stijl,
en kunnen ongetwijfeld dienen tot meerijere
waardeering van het werk van den predi
kant, vooral in een groote stadsgemeente.'
Neem en lees. Een handleiding
tot liét lezen van de Heilige
Schrift, door Dr A. H. E d e 1-
k o o r t, Herv. predikant te Am
sterdam, R'óam, J. M. Bredce's
Uitg. Mij. N.V, 1936.
Een eigenaardig boek. Dr. Edelkoort heeft
voor 52 weken maal 7 dagen pericopen uit
de Bijbel verzameld en zpó geordend, dat zij
een chronologische samenvatting geven van
len Bijbel-inhoud.
Die Schriftgedeel
ten worden aan
gegeven, voor el-
ken dag één, op
dat men ze (voor)
lezen zal, en ze
zijn tevens voor
zien van een kor-
le, handige toe
lichting, die 6—10
regels beslaat.
Ongetwijfeld is
hiermee een uit
nemend werk ver
richt, dat naar
twee kanten
vrucht kan af
werpen. Zij, die
den Bijbel niet
kennen, zullen hem langs dezen weg
1 e e ren kennen, maar clan zoo Dr. Edel
koort wijst er met nadruk op dat zij niet
een verzameling interessante geschiedenis
sen. ook niet een onovertroffen stuk wereld
literatuur lezen, doch Gods Woord ver
nemen, persoonlijk tot hen gericht.
Maar ook voor degenen, die het dage-
lijksch verkeer met don Bijbel kennen, kan
dil boek van waarde worden. Immers, het
leidt hen door heel de Schrift, zoodat ge
deelten. die vaak buiten de aandacht, Mij-
ven. hun nu ook naderbij gebracht worden.
.Wij hopen, dat de schrijver van dit veel
A. K. Edclkotr,
zoeken en schikken gevergd hebbende boek,
de voldoening moge hebben, welke hij er
van verwachten mag. Elke poging, om in
dezen tijd de volkomen eenige beteekenis
van Gods Woord voor het leven van eiken
dag te verhelaeren of te verrijken, verdient
groolelijk waardeering. Deze poging brengt
ons een nieuwe vorm, en wij twijfelen
niet, of de gebruiker zal in stijgende mate
ervaren, dat Gods Woord niet ledig weder
keert, als het in Geestesgemeenschap wordt
gelezen.
Vaderlandsche
Kerkgeschiedenis
VADERLANDSCHE KERKGESCHIE
DENIS, door Ds G. v. d. ZEE, Ned
Herv. Pred. te Vaassen. Deel I.
J. H. Kok te Kampen.
In het midden der vorige eeuw zijn wel
een paar werken verschenen over de ge
schiedenis der Chr. Kerk in ons vaderland
En zeker mogen die werken nog heden ten
dage met eere genoemd worden. Evenwel,
de vele en belangrijke dissertaties van de
laatste c.ecenniën over détails der Vader
landsche Kerkgeschiedenis, zouden ongetwij
feld er toe bijdragen, dat een vernieuwde
uitgave dier oudere werken tevens in menig
opzicht een herziening en omwerking nood
zakelijk zou maken.
Ds v. d. Zee heeft echter gemeend, en
o.i. terecht, dat het beter was, een geheel
nieuw boek het licht te c.oen zien, dat het
resuliaat van zelfstandig onderzoek is.
Zoo heeft hij voort willen bouwen op hei te
voren gelegde fundament door oudere be
oefenaars der vaderlandsche Kerkgeschieiie-
in dit eerste deel wordt door c.en auteur
behandeld de geschiedenis vóór de Hervor
ming in de zestiende eeuw. Hot 'weede deel
zal dan oe historie der Kerk na de Refor
matie bevatten.
Wij herinneren ons uit onze jeugdjaren,
hoe onze leeraar in de Vaderlandsche ge
schiedenis ons erop wees, dat rechte be
oefening dor historie méér is dan een dorre
kroniek van opeenvolgende feiten, omdat al
leen het opmerken van de leiding Goc.s in
de historie het rechte verband tusschen de
elkaar opvolgende feiten doet zien.
Van uit dit standpunt bezien, rijst voor
ons de waarde van deze populair-weten-
schappelijke studie van Ds v. d. Zee.
Deze auteur toch is niet enkel een uit
nemend historicus in dezen zin, dat hij be
langrijke feiten weet te verzamelen uit den
schat der historie. Maar hij heeft, zich als
hoofddoel gesteld, duidelijk te doen uitko
men, dat de Kerk dan alleen kan bloeien,
wanneer ze aan niets gebonden is, dan aan
het Woord Goos, dat haar fundament en
tevens haar richtsnoer is.
Inzonderheid voor onze Jeugd- en ma/i-
ncnvereenigingen bevelen wij dit werk van
Ds v. d. Zee warm aan.
Zij vinden in dit werk een rijke bron en
betrouwbaren gids.
Hoewel van ondergeschikt belang ln een
boek over Kerkgeschiedenis, kunnen we
toch niet nalaten, erop te wijzen, dat het
ons minder juist voorkomt, wat de Schr.
ons zegt over de oorsprong de taal der oud
ste bewoners van ons land. Wat hij daar
over zegt op blz. 8 en 9 is niet geheel Juist.
Trouwens, Hofdijk is geen autortieit op het
gebied der taalkunde, en in de nieuwere
tijd heeft dit terrein van wetenschap zich
steeds verder ontwikkeld. Gotisch en Friesch
zijn niet op één lijn te stellen; en om te
spreken van „de Friesche stam der Angc
lep" gaat wel wat al te ver. Héél voorzich
tige linguïsten durven op het allerhoogst te
spreken^ van de mogelijkheid van een pTal
historische Anglo-Friesche eenheid, maar
verder gaan zij niet. Betere autoriteiten
dan Hofdijk zijn Van Ginueken. Schönfeldt
en Franck.
Maar deze opmerkingen doen niets af
van onze groote waardeering voor dit werk
als betrouwbare bron voor de studie van da
Vaderlandsche Kerkgeschiedenis.
Het verdient zeker aanbeveling, dat, wan
neer ook het tweede deel verschenen is. eer»
vrij uitgebreid zaak- en naamregister het
opzoeken van de behandelde onderwerpen
vergemakkelijkt. Hierdoor toch zal dit stan
daardwerk nog meer aan zijn bedoeling
kunnen beantwoorden.
„NAPOLEON III EN BISMARCK",
door II. L. VAN OORDT. Uitg. N.V.
Stemerding en Co. Rotterdam 1936.
't Tijdperk van Napoleon en Bismarck is,
vooral door de ontknooping in den vorm
van den Fransch-Duitschen oorlog, van
groote beteekenis geweest, ook voor onze
eeuw. Het is daarom goed, wanneer over
deze periode een studie verschijnt als die
van den gewezen luitenant-generaal b. d. H
L. v. Oordt, die zich met name verdienste
lijk maakte door in dit werk ook de nieuw
ste bronnen te betrekken. Met genoegen
hebben we van dit geschrift kennis geno
men, omdat het geschreven is met scherpe
logica, die geen enkel element verwaar
loost. Echter komt de helderheid wel eens
in gedrang, hetzij door onjuiste woordkeuze,
hetzij door onnoódig ingewikkelden zins
bouw. Het is bv. minder juist om te spre
ken van het „omhelzen" van een leuze
(bl.z. 31). Ook is in het verband niet ge
heel duidelijk, wat op bl.z. 38 bedoeld wordt
met „middelbare" staten". Het is eveneens
de vraag of men wel aan een oplossing kan
„deelnemen" (bl.z. 59). En wat denkt u van
de medcdecling, dat Engeland trachtte „een
middel te vinden Oostenrijk te bewegen
Venetië af te staan" (bl.z. 85)?
Over den opzet hebben we veel lof. De
verschillende lijnen worden nauwkeurig in
hun historische ontwikkeling geteekend, al
mag van een werk van 150 bl.z. uiter
aard niet te veel gevraagd. Zoo kon aan
Bismarks karaktertrekken wellicht wat
meer aandacht zijn besteed. Het geheel ge
tuigt echter .\an een degelijk inzicht en
rombinatic\ermogcn, dat we het boek. het
welk, helaas, niet van enkele drukfouten
vrij is, gaarne aan hen, die ecnigermate
met de historie op de hoogte zijn, aanbe-
SLOEBERKE SLOB Een verhaal
uit Vlaanderen. Door W. Laats-
man. J. N.'Voorhoeve, Den Haag.
Op onderhoudende wijze, in smeuig
Vlaamsch. vertelt Laatsman in dit verhaal
van den zwaren gang-des Evangelies in het
Roomsclie land. Schoenmaker Slob en zijn
Bea, Sjefke en Peerke, de Evangelieman en
de duivenclub, het zijn even zoovele kleu
rige figuren geworden tegen den achter
grond van een geestelijk donker land met
een leutig volk van weinig kennis, maar in
z'n goerlighpid vatbaar voor den ernst van
het „Bekeert u"!
'n Boek van Mevrouw Lindbergh
OM DE NOORD NAAR HET VERRE
OOSTEN, door ANNE MORROW
LINDBERGH. Uitg. A. A. M. Stols,
Maastricht en Brussel. Met twintig
kaarten van Charles A. Lindbergh
en een inleiding door A. Viruly.
Er is een tijd geweest, nog niet eens zoo
lang geleden, dat er jaarlijks meerdere
boeken over vliegen en wat daarmede an
nex is, verschenen. Nog was het eene niet
van de pers, of het andere werd al weer
aangekondigd. Door het publiek Werden
die boeken grif gekocht en gelezen, al was
de literaire waarde dikwijls gering. Wat
zijn de boeken van Viruly, die trouwens ook
heel mooi waren, niet verslonden! Men
kon er eenvoudig niet genoeg van krijgen
van de verovering van de lucht te lezen.
Zoo ongemerkt is deze geestdrift, wat be
koeld èn het is nu al weer eenigen tijd ge
leden, dat het laatste boek op luchtvaart
gebied verscheen. Te verwonderen valt dat.
niet. Het nieuwtje gaat er een beetje af,
ieder weet zoo langzamerhand wat er alle
maal aan de vliegerij vast zit. Daarom
gaat het publiek nu iets anders vragen.
De boeken, die lot nu toe verschenen, be
handelden alle min of meer de buitenkant
van het vlieg wezen. Dat kan op den duur
geen voldoening schenken. Men neemt er
nu geen genoegen meer mee te vernemen,
wat een vliegenier doet als hij in moeilijk
heden komt, maar men wil lezen en mee
beleven, wat er dan in die vliegenier om
gaat: men wil menschen beschreven zien.
Boeken, die aHn die eisch voldeden, waren
er nog niet. Onze Hollandsche luchtvaart
auteurs beroerden deze innerlijke kant
slechts zeer oppervlakkig of in het geheel
niet. Wel zijn er in het buitenland enkele
„luchtvaartromans" verschenen, zooals bij
voorbeeld het prachtige boekje van den
Franschen piloot De St. Exuperv, dat
in hel Hollandsch vertaald werd onder de
titel „Nachtvlucht". Een dergelijke roman
is voor zoover ons bekend, in Nederland
nog niet geschapen. Hier ligt een taak voor
de Hollandsche auteurs, een taak, die op
vervulling wacht!
Voor ons ligt nu een boek van de echt-
genoote van kolonel Lindbergh, de man die
het eerst over de Oceaan vloog, heel in z'n
eentje. Het is onder toezicht van Viruly
vertaald in het Hollandsch onder de titel:
„Om de Noord naar het verre Oosten". In
dit werk geeft de vliegersvrouw haar in
drukken van de tocht, die zij met haar man
Het boek gaat overigens ver boven z'n
soort uit. Teekening en dialoog zijn voor
treffelijk, maar ook in de karakterteekening
is Laatsman gelukkig geweest.
Een in alle opzichten goed boek.
DOOR WOLVEN OPGEVOED, door
Rudyard Kiplir.g. Bewerkt door Ar
thur Tervooren. Amsterdam, J. M.
Meulenhoff, tweede druk.
Tusschen de afzonderlijke, opzichzelf
staande verhalen, die Kipling in zijn Jungle
Books heeft gegeven, is de geschiedenis ge
weven van Mowgli, het bruine inlandertje,
dat door de wolven in hun midden werd
opgenomen, toen zijn ouders voor Shere
Khan, de tijger, waren gevlucht. De heer
Tervooren heeft de door de werken ver
spreide stukken van de Mowgli-geschiede-
nis verzameld en er een
verhaal van gemaakt.
ORlfiNTEEREND HANDBOEK OVER
DE STAATSINRICHTING VAN NE.
DERLAND, door G. H. Mouw. Uitg.
.T. B. Wolters' Uitgevers-Mij. N. V.
Groningen—Batavia 1936.
Een ieder, die met dit handige werk ken-
nis maakt, kan wel het succes begrijpen,
waardoor nu reeds een vijfde druk nood
zakelijk werd. De nieuwe druk bracht naast
noodige wijzigingen en aanvullingen ook de
Spelling-1934. wellicht minder noodig, als
wel begrijpelijk voor een boek, dat op on
derwijsinrichtingen wordt gebruikt. Met
genoegen boelen we wederom dit heldere,
overzichtelijke werk aan. Het is echter on.
juist van den schrijver, te doen voorkomen,
alsof „De Standaard" het orgaan der Anti-
Re\olutionaire partij is (blz. 121).
April 1936
VONDELKRONIEK
Dr. G. Kazemier opent met een studie over
Vondels Lucifer en Luther. Schrij
ver beweert, dat er in Vondels voornaams:o
drama ..reminiscenties aan onze opstana
tegen Spanje te vinden zijn en speciaal aan
het optreden van Willem de Zwijger". Wel
accepteert dr Kazemier niet de conclusie van
Van Lennep en Jonckbloet, dat wij in Lu
cifer een politieke allegorie hebben, een
meening, die ook de onlangs overleden prof.
Prinsen nog huldigde.
Dr. Kazemier spant alle kracht in, om
aannemelijk te maken, dat Vondel „voor
Lucifer zijn menschelijk voorbeeld zocht in
een bestrijder van het Katholicisme, waar
voor Luther allicht in de eerste plaats in
aanmerking kwam".
Ons kan deze inlegkunde weinig bekoren.
Het heele betoog maakt veel méér de in
druk van spitsvondig hineininterpretieren
dan van psychologische exegese. Een enkel
voorbeeld.
Vondel spreekt in Lucifer een paan
keer van „Godt en zijnen stoel". Inderdaad
is die toevoeging „en zijnen stoel" zonder
zin en overboo.ig. 1-Iet is logisch hier een
reminiscentie te zien aan de pauselijke stoel.
Maar waarom zou deze associatie opgewekt
moeten zijn, „door de gedachte aan Luther"?
Waarom die omweg?
De 'bekende dr. Slerck heeft een onder-
maakle van Amerika naar China, via hj
hooge Noorden. Het is geen roman, maa
toch is het ook heel iets anders dan ec
louter beschrijvend boek. Inderdaad vinriei
"lier vaak de binnenkapt van de vlie
gerij behandeld, heel 'sober en onopgesmukt
écht eenvoudig, zooals Lindbergh en ziji
•ouw nu eenmaal eenvoudig zijn: Hier
n schrijfster aan het woord, die stellij
niet de pretentie heeft literaire gave
bezitten, maar die blijken geeft van
zeer goed ontwikkeld opmerkingsvermogen
die bovendien haar gedachten uitstckenj
op papier weet te brengen.
Zij vertelt de meest interessante dingen
die ze onderweg meemaakte, beschrijft d
landen en volken, die ze onderweg passeer
de en laat 'ze voor ons leven. Ze maak]
geen ophef van de moeilijkheden, die zij i
haar man onderweg beleefden en toch heb
ben ze die ongetwijfeld vele gehad. Men lezef
maar eens de boeiende beschrijving van 'tl
vliegen in de mist, als ze nergens een gaatje!
in de wolken zien, waardoor ze de aarde
kunnen bereiken. Dat is werkelijk de moei-[
te waard.
Er wordt in dit boek niet eens zoo veef|
over vliegen geschreven, maar Anne Mor
row Lindbergh heeft zich over de randvanl
de cockpit gebogen en de wereld, die snell
onder haar vergleed, bekeken met de oogeit
van een avialrice, die zoo haar eigen
dachten heeft
Bij de indrukken, die ie daarover op
papier bracht, zijn heel vaak aardige. ori«
gineele gedachten en ideeën, die het werke
lijk tot een genoegen maken haar boek té
lzen. Dil is niet een simpele, dorre reis
beschrijving, maar een levendig, geestig
boek, waarin de lezer een zeer aparte kijk
krijgt op het leven van de menschen daar
in het hooge Noorden en het Verre Oosten
en op het leven van een vlieger-
De heer Viruly schreef in de hem eigen,
frissche trant een zeer waardeerende in
leiding.
zoek ingesteld naar de drukkers-uitgevers
van eenige van Vondels werken, nk van
A11 a e r-g e h e lm e n i s s e n, Maria S t'u-
art. en H e e r 1 y c k h e i t der Kercke,
welke vermeld worden als gedrukt te Keu
len. Vermoedelijk zijn deze gedichten van
Vondel gedrukt door Blaeu te Amsterdam.
Het adres van den Keulschen uitgever Ju-
docus Calcovius werd opgegeven om geen
moeilijkheden met de overheid te krijgen,
„als hij óe Amsterdamsche uitgever nL
verboden „paepsche" boeken drukte".
Vermoed wordt verder, dat bedoelde fami
lie Kalcoven of Calcovius van Zuid-N'eder-
landsche oorsprong w as of dat misschien do
afstammelingen van den Keulschen Juaocus
zich in België hebben gevestigd.
Prof. Stoett wijst er op. dat Vondels beeld
in Joseph in D o t h a n„Het veldt heeft
oogen, het geboomte sla dil ga", reeds se
dert de Middeleeuwen in verschillende taleA
voorkomt.
Geciteerd wordt een beschouwing van de
„N.R.Ct.", welks correspondent meent, dat
Vondel zijn schildering van een „Xoorsche
waterval" uit eigen aanschouwing had.
waarop prof. Verdenius aantoont, dat het
beeld in J e p h t a zijn ooi-sprong niet had
in een visueel beeld, maar een 1 i te ra i-
re herinnering was aan Vergilius.
Prof. Molkenboer keurt het laatste werk
van den onlangs op 75-jarigen leeftijd over
leden kenner onzer Goucien Eeuw Dr. P.
Leendertz. Het ligt voor de hand, dat Mol
kenboer het humanistisch-liberalistiscri
standpunt van den auteur scherp veroor
deelt. Molkenboer acht het verder „ten
hoogste twijfelachtig, dat de verwijdering
tusschen Hooft en Vondel geen direct ge
volg van Vondels overgang geweest zou
Ondanks zijn bezwaren tegen vele van
Leendertz" stellingen, waardeert de redac
teur dei- Vondelkroniek dr. Leendertz'
arbeid voor Vondel, Hooft Maerlaent en de
Geuzenliederen zeer: „Een voor de navor-
sching van onze twee grootste 17e eeuwsehe
dichters verdienstelijk en vruchtbaai- leven
is door zijn dood beëindigd".
Molkenboer looft het boek van Horst Ger-
son over Philips Koninck, den Amsterdam-
schen schilder uit de dagen van Vondel en
Rembrandt. Hij stelt de vraag of verschil
lende van Koninek's doeken (betrekking
hebbende bv. op Joseph, Salomo, Adam en
Eva, Noach) niet door de treurspelen „van
den bewonderden Vondel zijn uitgelokt of
beïnvloed".
In het verdere der aflevering nog allerlei
citaten en wetenswaardigheden, op Vonael
en Vondelstudie betrekking hebbende.
Ontvangen Boeken
Van de Klein® Bijbelsche Geschiedenis,
verhaal door J. C. de Koning, is bij H.
J. Spruvt te Amsterdam de vierde druk
verschenen. Wijzigingen zijn er niet in aan
gebracht: wel zijn een aantal overbodige let
ters geschrapt, omdat de „nieuwe" spelling
is toegepast, maar dit 'beteekent voor ae in
houd natuurlijk niet de minste verandering.
Gaarne bevelen we dit werk ook in de vier
de druk aan.
De heer W. Prins, leeraar ln de Fran-
sche taal te Leiden heeft eveneens bij de
firma H. J. Spruyt te Amsterdam uitge
geven „Nouveau cahier de Verbes", dat erg
practisch lijkt voor leerlingen die zich in ae
ingewikkelde historie \an de Fransche
werkwoorden degelijk in willen werken.
„Grundriss der Deutsche Sprache" zu
„Frölich Deulsch", Teil 2—4, van de hand
van F. Kuhlman n en G. V e 11 verscheen
bij W. Versluys te A'dam, in een vierde
druk. In dit werkje wordt de stof overzichte
lijk voorgesteld.