diD)i rCH ZATERDAG 9 MEI 1936 DERDE BLAD PAG. 9 Het zinkend schip van denVolkenbond Eenige tijd geleden deed ik een brochure verschijnen onder de titel „Nederland in den oorlog? Wij moeten van het zinkend schip-van den Volkenbond af!", welke bro chure verscheen bij Uitgeversmaatschappij „Holland" te Amsterdam en ingeleid door den Amsterdamschen 1 prof. dr. II. Brugmans. Dit vlugschrift vond in de pers breede bespreking, maar het spijt me, dat ik het moet constateeren, niet steeds een waardi ge eri een zoodanige, welke in overeenstem ming zou geweest, zijn met de ernst van het onderwerp. Ik grijp dan ook met beide banden aan de gelegenheid, welke me in ons blad geboden wordt, om nog eens in het kort uiteen te zetten, hoe ik den Vol kenbond beschouw en hoe onze houding tot dat instituut moet zijn. 1. Het schrijven van het vlugschrift Meerdere beoordeelaars van mijn ge schrift hebben het laten voorkomen, alsof de tegenslagen van den Volkenbond met het voorkomen en doen staken van den oorlog in Oost-Afrika, mij hebben gebracht tot mijn antipathie tegen Genève. Welnu, met nadruk moge ik hier verklaren, dat daarvan geen sprake is. Reeds in 1918 zag ik duidelijk, dat de basis, waarop het gebouw van den Volken hond werd opgetrokken, vermolmd was en heb ik in felle artikelen in de Nederland- sche pers schande gesproken over do smaadvrede van Versailles. En ook daarna gaf schrijver dezes meermalen van zijn meening blijk, dat het streven van den Volkenbond: een huis des vredes te bouwen op een fundament van haat, noodzakelijker wijze moest uitloopen op een vreeselijke ontgoocheling. In een hoofdartikel, omstreeks Mei 1928, toen het met den Volkenbond dus nog heel wel geschapen stond, verschenen in ,.De Rotterdammer", voorzag ik deze ontwikke- ^"wie de werkelijkheid vlak in het dries te gelaat ziet, kan niet optimistisch gestemd zijn. Men tracht thans een toestand te sanc- tionneeren, die geen waarborgen biedt voor vrede en zich wreken zal in bloedige reactie Het verwijt, „dat de heer Leendertse zijn licht wat te lang onder de korenmaat ge houden zou hebben" Utrechtsch Nieuws blad, i April '36 gaat dus geheel langs me heen. Tot de Volkenbondsverheerlijkcrs heb ik nimmer behoord, integendeel, ver schillende malen ernstig gewezen op de groote nadeelen, die aan deze organisatie inhaerent waren en zijn. Dat eerst thans „Nederland in den oor log?" verscheen, heeft een psychologische verklaring. Zelfs nu heeft vrijwel de ge- heele Nederlandsche dagbladpers zich tegen de strekking van mijn geschrift uitgespro ken, zelfs thans, nu het toch voor ieder, die -inet open oogen door het leven gaat, duide lijk is, dat de Volkenbond aan zijn volko men ondergang toe is, hoeveel vol strekter zou de kritiek zijn geweest een paar jaar geleaen, toen het kaartenhuis van Gënève nog zoo mooi te pronken stond'. 2. De foute grondslag „De Standaard" heeft een breed betoog op gezet, om aan te toonen, dat prof. Brug- raans ongelijk had met zijn bewering, dat de- Volkenbond een product zou zijn van het oppervlakkig idealisme vah Wilson, doch dat de stichting van den Volkenbond voort- vloeitle uit de ontwikkeling der gedachten yan de vorige eeuw en van practische zin. Het blad begaat de groote fout, dat het '•Volkenbondsidee met Volken bond verwart. De Volkenbona'sidee inder daad, zij leefde in de volkeren van de Euro- peesche wereld en de wereldoorlog heeft deze ontegenzeggelijk doen groeien. De af schuw van den oorlog was in 1918 krachtig en millioenen hebben gezegd: dat nooit weer! En zij hebben gemeend, dat de Vol kenbond deze wensch in een daad zou om zetten. Maar helaas, in den Volkenbond van Genève is deze idee, dit diepe verlangen der volken niet tot uiting gekomen en be lichaamd. Integendeel, de prachtige Vol kenbondsidee, de idee van een nieuwe orienteering der internationale verhoudin gen, de idee. dat voortaan recht de wereld 'moest regecren in plaats van haat. viraal en machtsdorst, deze heerlijke Vol kenbondsidee is in. déze Vol kenbond vermoord! De Volkenbond van Genève is nooit een .volkenbond geweest, hij was en 1 s Het komt ons gewenscht voor, 'dat 'de lieer Leendertse gelegenheid krijgt voor een wederwoord, nu zijn brochure over den Vol kenbond nog al veel critiek opriep. Plaatsing van dit artikel beteekent natuurlijk niet, dat wij het met den inhoud eens zijn, hoevele waarheden op zichzelf er ook in voorkomen. Vooral het eerste stuk van sub 4 zouden wij niet gaarne onderschrijven. Wat zou er van de godsdienstvrijheid terecht zijn geko men, wanneer in vroeger eeuwen het stand punt van den heer Leendertse alom was aan vaard geworden? Spoedig hopen wij zelf nader terug te komen op het acute Volken- bondsvraagstuk. REDACTIE s meer en niets anders een coalitie. Men mag nu ideali- seeren cn theoretiseeren, zooveel men wil, maar dót feit staat als een paal boven wa- Frankrijk heeft de Volkenbond aange grepen en gebruikt, om zijn overwicht in Europa, zoo duur bevochten, te consolideeren n te handhaven. Het is het groote bedrog an de geallieerden geweest, dat zij aan ds wereld een Volkenbond hebben durven aan bieden, welke in wezen niets anders was dan een uitgebreid bondgenootschap tegen Duitschland. En het is de groote kortzichtig heid der tientallen kleine landen geweest, elke hen over dat bedrog als niet-de-kern- van-de-zaak-rakende hebben doen heen zien. 3. Frankrijks vriend Veel sneller dan Clémenceau ooit heeft kunnen denken, heeft Duitschland zich her steld. Er kwam, nu weer al een paar jaar geleden een moment, waarop het den Franschen staatslieden duidelijk werd en klaar: Versailles heeft gefaald! L'homme que jus avez tué, se porte trés bien! Van dat oogenblik af dateeren de pogin gen van Frankrijk, om naar andere hulp om te zien: de toenadering tot Sovjet-Rus land, in politiek opzicht Duitschlands groot ste antagonist en meest geduchte tegenstan- De feiten zijn doorzichtig als glas: In 1933 neemt Hitier het bewind over, het volgende jaar loodst Frankrijk Sovjet-Rus land in den Volkenbond. In 1935 wordt de Volkenbond op de proef gesteld, wordt er proef genomen met de collectieve veiligheid, maar het resultaat is allesbehalve schitte rend. Het wordt Frankrijk wel duidelijk, dat de Volkenbond, zelfs na de toelating van Rusland als daadwerkelijke steun tot be houd van de Fransche hegemonie wel kan worden uitgeschakeld. En Frankrijk aarzelt geen oogenblik. om daaruit zijn conclusies te trekken! Luttele maanden daarna slyit het met de Sovjets een militair bondgenoot schap. Hieruit blijlct, lioe zelfs Frankrijk, het toonaangevende land van den Volkenbond, zijn laatste vertrouwen in de schepping van Wilson heeft opgegeven, maar tweedens, dat dit toonaangevende Volkenbondslid, ziet, dat de Bond zijn doel: handhaving van het Verdrag van Versailles niet meer kar. nakomen, zich in kortzichtig egoïsme liever verkoopt aan een Staat, welke de geheele wereldorde bedreigt, dan dat het afstand doet van een door geschiedenis en geweten veraordeelde haat- ,en wraakpoliliek. Het is duidelijk, dat de Volkenbondspoli- tiek in hoofdzaak werd gedreven door groote leden, Engeland en Frankrijk. Wij kunnen wel op onze teenen gaan staan meenen, dat de kleine landen, t.w. Neder land, België, Denemarken, Bolivia, Chili, Australië e. d. mee beslissen, maar dat is natuurlijk alleen maar bluf en misplaatste eigendunk. Laten we meer eerlijk zijn nuchter cn vast stellen, dat het voor 99 Frankrijk cn EngeJand waren en zijn, die de Gencefschc politiek hebben geleid. Maar hoe zou het dan toch mogelijk zijn, ziende de geheel foutieve grondslag van den Bond en de intenties van Frankrijk met speciaal in de laatste twee, drie jaar, nog cénige verwachting te koesteren, dat deze Bond iets zou kunnen beteekenen ten bate van vrede en gerechtigheid in het volkeren- Zelfs in een tijd, toen het dit onder eenig gevaar kon doen, heeft Frankrijk altijd ge weigerd, ter wille van recht en vrede gok maar het allerkleinste offer aan dè gemeen schap te brengen, hoe veel minder dan thans, nu hel een daad van rechtschapen heid niet slechts zou zijn, maar. tevs\ daad van moed?. 4. Volkenbondsstatuut en oorlogsgevaar Het statuut van den Volkenbond is mij niet sympathiek, integendeel, ik oordeel het i wezen weinig minder dan misdadig. Ik geef onmiddellijk toe, dat aan art. 16, it van wederzijdsche hulpverleening in ge il van aanval, een ideëele gedachte ten grondslag schijnt te liggen, een Christelijke gedachte zelfs. Het stuit ons tegen de borst, wanneer wij bruut geweld hoogtij zien vie- anneer we zwakke landen, omdat er toevallig goud of diamanten in den grond zitten, door sterke rijken zien overweldigen wij zouden, te werk gaande naar ons evocl, willen meehelpen zoo'n aanvaller ?er te slaan. En desniettegenstaande Voor mij bestaat geen recht- aardige oorlog, behalve in één, maar dan ook slechts één geval: wanneer men dt aangevallen. De oorlog van wettig zelfverweer dus. Wanneer Italië door Spanje wordt aange vallen, of Denemarken door Rusland, dan ontzeg ik aan Nederland en elk ander land liet morecle recht, zijn burgers ter wille van den aangevallene in het vuur te brengen. Met volle overtuiging treed ik Kardinaal Verdier bij. toen hij zei: „De oorlog kan niet uitmaken, aan welke zijde het recht is. Hij ook het recht niet w re- Ik meen, dat op grond van Gods Woord ae oorlog van bijstand, gelijk art. 16 an het Volkenbondsstatuut deze con strueert,- niet te verdedigen is. Maar verder, indien het ergens blijkt, dat het statuut ontsprongen is aan oppervlakkig idealisme, dan toch zeker wel in dit geval. Het heeft geen rekening gehouden met de vele eeuwen geschiedenis, die achter lagen, ie ingewikkelde verhoudingen, de tallooze wanverhoudingen in het Europeesche volke- renleven, de ontelbare wrijfvlakken en brandhaarden, waar elk oogenblik een con flict kan ontstaan. Het is weinig minder dan overmoed, om te meenen, dat men op de wijze van Genève, met behulp van econo mische en militaire maatregelen, al deze dingen eens even recht zou kunnen zetten. Het besef van deze onmogelijkheid begint al door te dringen, in steeds wijder kring. Ik ontving van meerdere hooggeplaatste autoriteiten hier te lande brieven van in stemming met mijn ideeën, ook in andere landen dringt het tot de geesten door, dat we staan voor het onafwendbaar faillisse- men van den Volkenbond. Zelfs in Engeland! Ook daar gaan steeds meerderen inzien, dat het stelsel der collectieve veiligheid, ge lijk het thans fungeert, de toestanden niet eenvoudiger en beter maakt, maar aanmer kelijk verslechtert. Lord Lothian, de oud-kanselier van het hertogdom Lancaster, schreef dezer dagen in „The Times": „Wij bedriegen onszelven en misleiden Europa, als wij voortgaan met voor te ge ven, dat wij bereid zijn overal oorlog te voe ren" n.l. overal waar, de Volkenbonds raad een aanvaller tegen één der Bonds leden heeft moeten constateeren. Terecht veroordeelt Lord Lothian de ge dachte, als zou de Bond moeten bewaken vrede en vrijheid en veiligheid van alle aangesloten landen. Het is dus de zelfde gedachte, die ik uitsprak in mijn bro chure, waarin ik het weinig minder dan overmoed noemde, dat men met een dergelijk wormstekig instituut, als de Volkenbond is, de veiligheid zou kunnen garandeeren of bewaken van meer dan vijf tig zoo ver uit elkaar gelegen, gevaarlijk be grensde, en door verschillende gevoelens van recht beheerschte rijken. Reeds thans doemen zooveel moeilijkheden aan den horizon op en is het gevaar van aanvallen op leden van den Bond zoo drei gend, dat het van het allergrootste belang geacht moet worden, ons te realiseeren, wel ke positie ons land daaitusschen moet in nemen. i De lente is grillig 1 in ons klimaat.Uwhuid eischt _een extra zorg. Gebruikt ~^!j CRÈME Doozen vanaf20ct De M ei, Het groote legerfcest, dat ieder jaar te Londen plaats vindt, werd gisteren door den hertog van York geopend. De aankomst van den hertog met zijn vrouw en kinderen. Dat dit geen praatj'e is van een leek, wordt duidelijk uit wat Z.Exc. Dr. Colijn op 25 Maart j.l. in de Eerste Kamer zei: „Bij een conflict in West-Europa zal van Volken bondsactie nauwelijks meer sprake kunnen zijn!" Indien dat zoo is en wij meenen, dat dit inderdaaa zoo zal zijn dan vragen we or af, of heel het sanctie-avontuur tegen Ital. dat Nederland op zoo groot financieel offer komen te staan, ook niet achterwege had kunnen blijven? Hoe voortreffelijk het is, de werkelijkheid onder oogen te durven zien, wat baat heeft ons volk daarvan, wanneer men niet "e conclusie trekt? Ze kan geen andere zijn dan: Los, zo der dralen los van Genève! 5. En dan? Van verschillende kanten is mij verweten, dat ik wensch te bevorderen terugkeer tot het stelsel van machtsevenwicht, dat nooit anders opleverde dan oorlog. Het „Utrechtsch Nieuwsblad" formuleerde dit bezwaar aldus: „De heer Leendertse moet kiezen tusschen een stelsel, dat via collectief optreaen een algemeen geldend volkenrecht wil trachten te handhaven of een systeem van allianties en streven naar machtsevenwicht, waaruit in den loop der eeuwen de eene oorlog de andere is geboren. Deze goedwillende auteur heeft geen oog voor de zichtbare en in het verleden altijd weer werkelijkheid ge- woraen gevaren, verbonden aan de bondge- nootschapspolitiek". Onze opponent vergist zich wel zeer! Wij koeren de zaak om: hij zelf is het, die geen oog heeft voor de werkelijkheid van het heden. Indien het waar was, da! de keuze hadden tusschen een stelsel, dat het volkenrecht trachtte te handhaven het stelsel van allianties, dan zou ik geen oogenblik aarzelen en het eerste kiezen. Na tqurlijk. Maar dat is nu juist de zaak, het om draait. Ik erken in deze kenbond geen handhaver nternationaal recht en olken gerechtigheid. Deze Volkenbond heeft acht tien jaar niets anders gedaan dan h-et schandelijkst onrech "laven en de meest elementair wetten van gerechtigheid en vredelievend heid met voeten getreden, heeft nog nim mer erkend, dat zijn basis, gegrond in d( vredesverdragen van 1918, ondeugdelijk was deze Volkenbond heeft alle verplichtingen anderzijds als ontwapening enz. geschonden; deze Volkenbond liceft in zijn midden op penomen een land, dat openlijk verklaard heeft: het is onze bedoeling eiken oorlog or t-e zetten in een burgeroorlog, om zoo de wt reldrevolutie voor te bereiden; deze Volkenbond heeft nog steeds hel schandelijk onrecht gehandhaafd van in bezit houden der koloniale mandaten; deze Volkenbond nog eenmaal, is nooit iets anders geweest en is nog niets anders dan een alliantie, een coalitie tot handhaving, niet van het recht maar van de Fransche macht. De keus, welke men ons voorlegt, bestaat alleen in de goedwillende verbeelding van Nederlanders, die den Volkenbond voor veel beter aanzien, dan hij is. Daarbenevens is. ondanks den Volkenbond, de vorming van bizondere coalities reed: volop in werking, zie slechts naar het Fransch-Russisch pact! Ik sluit me volkomen aan bij Lord Lothian en Generaal Smuts, waar zij er voor pleiten de Volkenbond om te zetten in een instru ment van internationale verzoening. „Mij is geen reden bekend, waarom vreedzame geling niet de uitsluitende method zou zijn, om internationale geschillen te be slechten!" Op deze basis zou er voor een hervormden Volkenbond bestaansrecht en doel zijn. Maar de Volkenbond van Genève, gefun deerd op schandverdragcn en onrecht, met de taak van internationaal departement van oorlog, vergroot steeds meer het gevaar voor een nieuwe wereldoorlog. Van dezen Bond lid blijven acht ik voor kleine landen gelijk Nederland, uitermat bedenkelijk. Ik ben er vast van overtuigd, dat de ontwikkeling der feiten in de naast toekomst steeds meerderen daarvan zal door dringen en dat er uit het volk drang ontstaan, om weer los te komen uit zijn ge vaarlijke omarming. De Volkenbond staat op een tweesprong. Of hij blijft, met art. 10 en 16 inbegrepen, gelijk hij is, en oan ware het maar beter, dat hij zoo spoedig mogelijk uit de volke rengemeenschap verdween. Of hij wordt derdaad een politiek clearing-instituut, een centrum tot rationaliseering van de inter nationale politiek door afwegen en aanpas sen en tegen elkaar uitruilen van particu liere landsbelangen. In dat geval zou het lidmaatschap voor ons volk wel geen groote voordeelen bieden, maar ook niet de zwar RUBRIEK waarnaar we allen verlangend uitzagen, is dan toch eindelijk gekomen. En ook ons Zondags blad van deze week vertoont in zijn illustraties sporen van de schoonste aller maanden. Van de artikelen noemen we ditmaal: Onze gevleugelde vrienden. Op bezoek bij kieviten, tureluurs, kemphanen, zilvermeeuwen enz. Het leven van M. A. de Ruyter, de peetvader van Hr. Ms. nieuwe kruiserdoor J. C. Mollcma, oud-luitenant ter zee. Bespreking van het nieuwe boek van Ds. D. Hogenbirk Jzn.: „Deze tweeéén". Genezing en Geloof. Zielkundige en Opvoedkundige Brieven, door P. van Duyvendijk. Ervaringen van James P. Leynse, den bekenden Zendeling in China. Verder de gewone rubrieken: Meditatie, GedichtenBinnero- landsch Overzicht, Vervolgver halen voor volwassenen, kinde ren en kleuters, Kort Verhaal Damrubriek, Kinderkrant met bijvoegsel voor de kleuters, tal rijke fraaie illustraties enz. enz. Vele onzer lezers zijn er steeds op uit voor ons blad propaganda te maken. Uitnemend! Vergeet niet vooral te wijzen op Ons Zondagsblad •erplichtingen meebrengen, die het thans oplegt. Aan de verwerkelijking van de tweede mogelijkheid heoht ik gering geloof, omdat strijd is met de Fransch-Engelsche op- an 191S en de Fransch-Russische belan gen van dit oogenblik. Daarom leg ik nog maals de ernstige vraag aan ons volk voor, een vraag, ingegeven door groote bezorgd heid' voor de toekomst van onzen Staat: Laten wij deze hoogst belangrijke kwestie van alle kanten bezien en ons oordeel niet laten beïnvloeden door onwerkelijk idealis- maar door practischen zin, door nuch terheid, door een eerlijk afwegen van voor deelen en gevaren, aan ons lidmaatschap van den Bond verbonden. UIT DE PERS NEDERLAND EN INDIE Onaangename situatie Nog voor Mr. Hart op zijn terugweg naar Indie was met de boodsahap, dat Neder land een bedrag van 25 millioen beschik baar stelt voor de economische weer baarheid van Indië, schreef de Banier De situatie, ontstaan door de houding, welke de Inheemsche fracties in den Volksraad tegen de voorstellen tot ver lenging van sommige contmgenteering aannemen, kan men gevoegelijk onaan genaam noemen. Al deze voorstellen bedoelen een direc te steun aan de Nederlandsche industrie, welke haar afzetgebied in deze landen verloren zag gaan en n<u door deze „kunst greep" de markt kan behouden of ook herwinnen. Dat met deze maatregelen prijsstijging gepaard gaat, spreekt vanzelf. Tegen een exorbitante opvoering van de prijs wordt echter door de Indische Regeering stel ling genomen; mocht die plaats vinden d-an zal zij niet nalaten om prijsregelend op te treden. Voor velen staat vast, dat Nederland met het opdringen van deze wetgeving aan de overzeesche gebicdsdeelen op de verkeerde weg is. De ontevredenheid over de moederland- sche houding nam zienderoogen toe. Tot dat zij zulk een omvang verkreeg, dat de Minister van Koloniën aan den Gou verneur-Generaal verzocht om den Direc teur van Economische Zaken enkele we ken naar Nederland te zenden teneinde van hart tot hart te kunnen uitspreken. Dat de moederlandsche gedragingen in dezen ons sympathiek zijn kunnen wij nu juist niet zeggen, gaat het blad verder. Men gaat hier te ver en wat de zaak nog erger maakt: Men heeft daar ginds blijk baar geen flauwe notie van. In verschil lende Nederlandsohe kringen schijnt men De programma's voor Zondag vindt men iA blad van Vrijdag. MAANDAG 11 MEI HILVERSUM I 1873 M. NCRV-Uitzending. 8.00 Schriftlezing. 8.15—9.30 Morgendienst door Ds. J. A. Hoekzema, Ned. Herv. Pred. te Hilversum. 11.00 Ohx. Lectuur. 12.30 Orgelconcert. 2.00 Voor de scholen. 2.35 Causerie over kamerplanten. 4.00 Bij bellezing. 5.00 Sopraan en piano. 6.30 Vragenuur. 7.00 Berichten. 7.15 Repor tage. 7.30 Vragenuur. 8.00 Berichten. 8.15 NCRV-Harmonïe-orkest. 9.00 Medische causerie. 9.30 NCRV-Symphonie-orkest (Om 9.55 Berichten). HILVERSUM n 301 M. Algem. Programma, verzorgd door de VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor dracht. 11.00 Voordracht. 11.20 Concert. 12.001.45 „De Notenkrakers". 3.00 Knut seluurtje. 3.30 „Orvitropia". 4.30 Voor de kinderen. 5.00 VARA-Orkest. 6.30 Muzi kale lezing. 7.30 Cello en piano's. 8.00 Berichten. 9.15 Oratoriumuitzending. 10.20 Gram.Dl. 10.30 De Flierefluiters. 11.00— 12.00 Gram.pL DROITWICH 1500 M. 11.05—11.20 Gram.pL 11.45 Het Cellini Trio. 12.35—1.20 Orgel concert. 3.20 Viool en piano. 3.50 Orkest concert. 4.35 Kwintetconcert. 5.50 Cem balorecital. 6.10 Vacantielezing. 8.35 Piano recital. 8.50 Berichten. 9.20 Buitenlandsch overzicht. 9.35 BBC-Theaterorkest. RADIO PARIS 1648 M. 10.20 Orkestconcert. 3.20 Orkestconcert. 4.50 Parijsch Sympho- nieorkest. 7.20 Zang. 8.05 Kwartet, zang en voordracht. KEULEN 456 M. 1.20 Orkestconcert. 12.35 Nedersaks. Symphonie-orkest. 1.35 Orgel concert. 3.20 Lilitair-muzikaal program ma. 5.20 Omroepkleinorkest. 7.30 Reger- eoncert. 9.5011.20 Orkestconcert. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.t 11.50 Om roeporkest. 4.20 Salonorkest. 7.20 Sym- phonieconcert. 484 M.: 12.30—1.20 Salonorkest. 4.20 Om roeporkest. 7.20 Pianorecital. 7.50 Koor- en orkestconcert. DEÜTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.20 Can tate-uitzending. 10.2011.20 Gram.pL DINSDAG 12 MEI HILVERSUM I 1875 M. KRO-Uitzending. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00 Godsd. halfuur. 12.15 KRO-Boys. 1.20 KRO-Orkest. 2.00 Vrouwenuur. 3.10 KRO-Melodisten. 4.00 KRO-Orkest. 6.10 KRO-Boys. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „De gasoorlog". 8.20 Orkest. 9.15 Concert. 10.15 Orkest. (Om 10.30 Berichten. HILVERSUM n 301 M. AVRO-uitzending. 8.00 Gram.pl. 9.00 Ensemble Rentmeester. 10.00 Morgenwijding. 10.30 Vervolg en semble. 11.00 Huish. wenken. 11.30 Orgel en zang. 12.30 Omroeporkest. 2.00 Om roeporkest. 3.00 Kniples. 4.00 Pianorecital. 4.30 Kinderkoorzang. 5.00 Voor de kin deren. 5.30 Omroeporkest. 7.00 Voor do kinderen. 7.05 Pianorecital. 7.45 Toeris tenpraatje. 8.00 Berichten. 8.10 Revue programma. 9.45 Omroeporkest en solist. 10.25 Scbaakles. 11.00 Berichten. DROITWICH 1500 M. 11.10 Kwintetconcert. 11.50 Orkest. 2.10—2.55 Sextetconcert. 3.20 Causerie. 3.40 Strijkkwartet. 4.35 Orkest. 5.50 Cembalorecital. 7.20 Piano recital. 7.50 Populair concert. 9.20 Kapt. James Griffiths: Life at sea. 9.40 BBC- Orkest en viool. RADIO PARIS 1648 M. 10.20 Orkestconcert. 4.50 Orkestconcert. 8.05 Zang. KEULEN 456 M. 11.20 Orkestconcert. 12.35 Symphonie-orkest. 1.35 Omroep-Schram- melensemble. 6.20 Kwintetconcert. 7.3® Omroeporkest. 8.35 Omroepkleinorkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Sa lonorkest. 4.20 Salonorkest. 7.20 Omroep orkest. 484 M.: 11.50 Licht orkest. 5.35 Gram.pL 5.50 Harp-i-ecital. 7.20 Revue-uitzending. 8.35 Licht orkest. het gansch gewoon te vinden, d<at de eco- ïiomisohc Aerhouding tusschen Nederland en Indië blijft zooals zij sinds jaren was en dat Indic boven de goedkoope Japan- sche artikelen de duurdere Nederlandsche blijft preferecren. Dat die goedkoope Ja- pansche artikelen, voor deze landen ia zeer vele gevallen het behoud zijn ge weest, schijnt men niet of slechts zeer tea deele in te zien. En het is vooral deze sfeer op de ach tergrond, die hier te lande wrevel wekt. Niet -ten onrechte. Maar, zegt het blad, tot deze krasse mo tie had het thans nog niet mogen komen. Men moest wachten op de terugkeer van Mr. Hart. Dat het blad hierin juist zag, behoeven we niet meer te zeggen. Dat weet thana ieder. Feuilleton DAGERAAD door H. KINGMANS (3 HOOFDSTUK II Die ééne slag van den St. Martenstoren werd ook gehoord 'door twee burgers van Groningen, die een huis in de Ebbinge- straat verlieten, de woning van Roelf Ketel. De beide mannen hielden hun lantaarn vóór de borst, om die te beschermen tegen de heftige windvlagen, die hen naar de Groote Markt dieven. Haastig sloegen zij den hoek om cn bleven staan op een windvrije plaats, waarna Roelf Ketel, een forsch gebouwd man, behoedzaam om zich heen zag. Op de geheel slecht geplaveide Markt was evenwel niets te bekennen. Rechts verhief zich het Stadhuis, waar de vier burgemeesters zetelden, zoo nu en dan in gezelschap van dan Raad cn bij bizondere gelegenheden ook van de gezworen ge meente, bestaande uit de eerste, daartoe aangewezen burgers der stad, waarbij dan ook niet de vertegenwoordigers der gilden ontbraken. Roelf Ketel, als hoofdman van zijn gilde, was meer malen in het Stadhuis geweest. Aan den linkerkant der beide mannen steeg de slanke St- Martenstoren, de trots van Groningen, omhoog. Daarachter st-nd de groote St- Martenskerk, sinds '68 een kathedraal, om dat de Spaanschc Koning in 1560 nieuwe bisdommen had ingesteld, waarvan Groningen er één werd. Minnebroeder Johan Knijff, gesproten uit een burgemeesterlijk Utrechtsch geslacht was tot bisschop in Groningen benoemd, maar hij was eeist in '68 met Alva meegekomen, om de pastorie van de St. Martenskerk te gaan bewonen. Wat evenwel niet lang duurde, daar het Stadhouderlijk Hof, achter het St. Martenskerkhof, voor hem werd ingeruimd. Thans was Groningen zonder bisschop, want in de vorige maand had Johan Knijff het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Er was op de Groote Markt niemand te bekennen- Alleen uit het hardsteenen gebouw aan den voet van den St. Martens toren, de hoofdwacht, scheen een streep licht. „De Walen vertoonen zich niet op de straten in dit honden weer", zeide de metgezel van Roelf Ketel. „Konden we dat ongedierte de stad uitranselen!" De kaaskooper lachte een schorre lach. „Dat zal toch wel niet de bedoeling zijn van hem, die komt", meende hij. Tenminste wanneer ik je goed begrepen heb." „Helaas niet. Het ware te wenschen. Met dit gepeupel zijn wij nog veel verder achterop geraakt" Vóór '68 waren er Duitsche huurtroepen in Groningen ge huisvest, die het den burgers onnoemelijk lastig maakten. Aanvankelijk had de Hertog van Alva ze gelaten, om eindelijk gehoor te geven aan de dringende smeekbeden van de Overheid om ze te laten gaan. In hun plaats verschenen toen Waalsche regimenten, onder aanvoering van Caspar de Robles, heer van Billv, een Portugeesch fortuinzoeker. De ruil was slecht, daar de Walen nog veel erger handelden. Voor kost en inwoning had de stad elke week elfhonderd gulden te betalen, terwijl Billy vorderde, dat zestig duizend gulden moest worden opge bracht, om het kasteel tusschen Heere- en Oosterpoort te bouwen. Bovendien bedreven de Walen allerlei schandelijkheden. Zij konden het ongestraft doen, want hun bevelhebber Billy, weldra benoemd tot 's Konings Stadhouder in het Noorden, was een wreedaard. Bovendien was den soldaten in maanden geen soldij betaald, zoodat met hen wat door de vingers moest worden gezien. „Als de vreemdeling de Walen op zijn hand kan krijgen, dan gaan wij een heel eind in de goede richting", meende Roelf Ketel optimistisch- De ander haalde de schouders op. „Het wordt pas goed, als dat heele soldatengebroed weg is. Ketel. Maar daarop is geen kans. Doch ik geef toe: 't was heel wat waard, als Billy verdween. En daar is wèl kans op. Ook door de Walen wordt hij gehaat." De man sprak geen woord te veel- De ongebonden, ruws bevelhebber, opgeklommen van gewoon soldaat tot Stadhouder van het Noorden, had zich door en door gehaat gemaakt bij burgers en soldaten. Men vergaf het hem nooit, dat hij op de Groote Markt een wipgalg had laten oprichten, waaraan, als hem dat zoo eens beliefde, burgers en ook wel uitlanders werden gepijnigd en gedood. Het kwam meermalen voor, dat hij er met eigen hand doodde alleen om zijn wreede lusten bot te vieren. En altijd bij zulk een rechtspleging, die op niets steunde, zag hij in een huis op de Groote Markt met genoegen toe, soms vergezeld van bisschop Knijff, die er evenwel geen welbehagen in had. Want de pas overleden bisschop was een zachtmoedig man geweest, die gezien was bij Roomschen en niet-Roomschen. Er was slechts één zaak, waarvoor men den Stadhouder dankbaar was. Vier jaar tevoren, in '72, had een watervloed ook Friesland en Groningen geteisterd. Caspar de RobUs, gemakshalve Billy genoemd, had zich niet alleen niet onbetuigd gelaten bij het reddingswerk, maar had daarna met krachtige hand ingegrepen, om de zeeweringen nu eindelijk eens in orda te krijgen en een eind te maken aan 't voortdurend getwist der landbezitters over het onderhoud der dijken. Hij gelastte een voudig, dat elk, die eenig land bezat, gedurende eenigen tijd zonder vergoeding aan dc dijken had te werken- Niemand had den moed tot weigeren gehad, daar Billy anders in staat wds geweest, den man eigenhandig te dooden! Het resultaat was, dat er goede zeeweringen kwamen, waarvoor men ten slotte 's Konings Stadhouder dankbaar was. 't Was overigens het eenige lichtpunt. Caspar de Robles, 'de bruut, werd door burger en soldaat gehaat met een doodelijken haat De wensch van Roelf Ketel, dat Billy verdwijnen mocht leefde in aller hart. „Ik ben benieuwd, of die sinjeur uit Brussel het klaar speelt", zeide Ketel. „Als hij de hulp van de burgerij soms noodig hebben mocht, ik waag mijn hachje er aan. We moeten worden verlost van het Spaansche geweld. Groningen moet aan de zijde der Staten komen. Zoo alleen kan ook de Gereformeerde religie bloeien- Op jou kan straks ook gerekend worden?" „Als het noodig is, ja. Maar, mijn vriend, loop nu naar de Gelkingestraat, anders vind je de deur gesloten, omdat vrouw Ketel en haar dochter te bed liggen." „Je hebt gelijk. Ik ga al", zei de boterkooper. „Tot ziens. Eind deze week", weer zag hij behoedzaam om zich heen, „de slag?" „Afwachten- k Weet niet, hoe die vreemde snuiter handelen zal." „Ik bemerk wel, dat je er niet veel verwachting van hebt", dacht Roelf Ketel, sprekende op spijtigen toon. „We zullen zien", zei de ander, verdwijnend m de richting van de Boteringestraat. Roelf Ketel, zijn lantaarn weer voor de breede borst bescher mend, stak dwars de Groote Markt over, om terloops een verwoeden blik te werpen op het huis van Johan de Mepsch-», den luitenant der Hoofdmannenkamer, schier even wreed als Billy, in elk geval een vervolger van de Gereformeerden, tot den bloede toe. „Ik moet het Marrigje toch voorzichtig meedeelen", mompelde Roelf Ketel, „anders besterft zij het van blijdschap. In. laat eens zien, in zeven jaar niets van hem vernomen fWordt vervo'gii

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9