diD)i
rCH
ZATERDAG 9 MEI 1936
DERDE BLAD PAG. 9
Het zinkend schip van denVolkenbond
Eenige tijd geleden deed ik een brochure
verschijnen onder de titel „Nederland in
den oorlog? Wij moeten van het zinkend
schip-van den Volkenbond af!", welke bro
chure verscheen bij Uitgeversmaatschappij
„Holland" te Amsterdam en ingeleid
door den Amsterdamschen 1
prof. dr. II. Brugmans.
Dit vlugschrift vond in de pers breede
bespreking, maar het spijt me, dat ik het
moet constateeren, niet steeds een waardi
ge eri een zoodanige, welke in overeenstem
ming zou geweest, zijn met de ernst van het
onderwerp. Ik grijp dan ook met beide
banden aan de gelegenheid, welke me
in ons blad geboden wordt, om nog eens in
het kort uiteen te zetten, hoe ik den Vol
kenbond beschouw en hoe onze houding tot
dat instituut moet zijn.
1. Het schrijven van het vlugschrift
Meerdere beoordeelaars van mijn ge
schrift hebben het laten voorkomen, alsof
de tegenslagen van den Volkenbond met
het voorkomen en doen staken van den
oorlog in Oost-Afrika, mij hebben gebracht
tot mijn antipathie tegen Genève. Welnu,
met nadruk moge ik hier verklaren, dat
daarvan geen sprake is.
Reeds in 1918 zag ik duidelijk, dat de
basis, waarop het gebouw van den Volken
hond werd opgetrokken, vermolmd was en
heb ik in felle artikelen in de Nederland-
sche pers schande gesproken over do
smaadvrede van Versailles. En ook daarna
gaf schrijver dezes meermalen van zijn
meening blijk, dat het streven van den
Volkenbond: een huis des vredes te bouwen
op een fundament van haat, noodzakelijker
wijze moest uitloopen op een vreeselijke
ontgoocheling.
In een hoofdartikel, omstreeks Mei 1928,
toen het met den Volkenbond dus nog heel
wel geschapen stond, verschenen in ,.De
Rotterdammer", voorzag ik deze ontwikke-
^"wie de werkelijkheid vlak in het dries
te gelaat ziet, kan niet optimistisch gestemd
zijn. Men tracht thans een toestand te sanc-
tionneeren, die geen waarborgen biedt voor
vrede en zich wreken zal in bloedige
reactie
Het verwijt, „dat de heer Leendertse zijn
licht wat te lang onder de korenmaat ge
houden zou hebben" Utrechtsch Nieuws
blad, i April '36 gaat dus geheel langs
me heen. Tot de Volkenbondsverheerlijkcrs
heb ik nimmer behoord, integendeel, ver
schillende malen ernstig gewezen op de
groote nadeelen, die aan deze organisatie
inhaerent waren en zijn.
Dat eerst thans „Nederland in den oor
log?" verscheen, heeft een psychologische
verklaring. Zelfs nu heeft vrijwel de ge-
heele Nederlandsche dagbladpers zich tegen
de strekking van mijn geschrift uitgespro
ken, zelfs thans, nu het toch voor ieder, die
-inet open oogen door het leven gaat, duide
lijk is, dat de Volkenbond aan zijn volko
men ondergang toe is, hoeveel vol
strekter zou de kritiek zijn geweest een
paar jaar geleaen, toen het kaartenhuis van
Gënève nog zoo mooi te pronken stond'.
2. De foute grondslag
„De Standaard" heeft een breed betoog op
gezet, om aan te toonen, dat prof. Brug-
raans ongelijk had met zijn bewering, dat
de- Volkenbond een product zou zijn van het
oppervlakkig idealisme vah Wilson, doch
dat de stichting van den Volkenbond voort-
vloeitle uit de ontwikkeling der gedachten
yan de vorige eeuw en van practische zin.
Het blad begaat de groote fout, dat het
'•Volkenbondsidee met Volken
bond verwart. De Volkenbona'sidee inder
daad, zij leefde in de volkeren van de Euro-
peesche wereld en de wereldoorlog heeft
deze ontegenzeggelijk doen groeien. De af
schuw van den oorlog was in 1918 krachtig
en millioenen hebben gezegd: dat nooit
weer! En zij hebben gemeend, dat de Vol
kenbond deze wensch in een daad zou om
zetten.
Maar helaas, in den Volkenbond van
Genève is deze idee, dit diepe verlangen der
volken niet tot uiting gekomen en be
lichaamd. Integendeel, de prachtige Vol
kenbondsidee, de idee van een nieuwe
orienteering der internationale verhoudin
gen, de idee. dat voortaan recht de wereld
'moest regecren in plaats van haat. viraal
en machtsdorst, deze heerlijke Vol
kenbondsidee is in. déze Vol
kenbond vermoord!
De Volkenbond van Genève is nooit een
.volkenbond geweest, hij was en 1 s
Het komt ons gewenscht voor, 'dat 'de
lieer Leendertse gelegenheid krijgt voor een
wederwoord, nu zijn brochure over den Vol
kenbond nog al veel critiek opriep. Plaatsing
van dit artikel beteekent natuurlijk niet, dat
wij het met den inhoud eens zijn, hoevele
waarheden op zichzelf er ook in voorkomen.
Vooral het eerste stuk van sub 4 zouden
wij niet gaarne onderschrijven. Wat zou er
van de godsdienstvrijheid terecht zijn geko
men, wanneer in vroeger eeuwen het stand
punt van den heer Leendertse alom was aan
vaard geworden? Spoedig hopen wij zelf
nader terug te komen op het acute Volken-
bondsvraagstuk. REDACTIE
s meer en niets anders
een coalitie. Men mag nu ideali-
seeren cn theoretiseeren, zooveel men wil,
maar dót feit staat als een paal boven wa-
Frankrijk heeft de Volkenbond aange
grepen en gebruikt, om zijn overwicht in
Europa, zoo duur bevochten, te consolideeren
n te handhaven. Het is het groote bedrog
an de geallieerden geweest, dat zij aan ds
wereld een Volkenbond hebben durven aan
bieden, welke in wezen niets anders was
dan een uitgebreid bondgenootschap tegen
Duitschland. En het is de groote kortzichtig
heid der tientallen kleine landen geweest,
elke hen over dat bedrog als niet-de-kern-
van-de-zaak-rakende hebben doen heen zien.
3. Frankrijks vriend
Veel sneller dan Clémenceau ooit heeft
kunnen denken, heeft Duitschland zich her
steld. Er kwam, nu weer al een paar jaar
geleden een moment, waarop het den
Franschen staatslieden duidelijk werd en
klaar: Versailles heeft gefaald! L'homme que
jus avez tué, se porte trés bien!
Van dat oogenblik af dateeren de pogin
gen van Frankrijk, om naar andere hulp
om te zien: de toenadering tot Sovjet-Rus
land, in politiek opzicht Duitschlands groot
ste antagonist en meest geduchte tegenstan-
De feiten zijn doorzichtig als glas:
In 1933 neemt Hitier het bewind over, het
volgende jaar loodst Frankrijk Sovjet-Rus
land in den Volkenbond. In 1935 wordt de
Volkenbond op de proef gesteld, wordt er
proef genomen met de collectieve veiligheid,
maar het resultaat is allesbehalve schitte
rend. Het wordt Frankrijk wel duidelijk, dat
de Volkenbond, zelfs na de toelating van
Rusland als daadwerkelijke steun tot be
houd van de Fransche hegemonie wel kan
worden uitgeschakeld. En Frankrijk aarzelt
geen oogenblik. om daaruit zijn conclusies
te trekken! Luttele maanden daarna slyit
het met de Sovjets een militair bondgenoot
schap.
Hieruit blijlct, lioe zelfs Frankrijk, het
toonaangevende land van den Volkenbond,
zijn laatste vertrouwen in de schepping van
Wilson heeft opgegeven, maar tweedens, dat
dit toonaangevende Volkenbondslid,
ziet, dat de Bond zijn doel: handhaving van
het Verdrag van Versailles niet meer kar.
nakomen, zich in kortzichtig egoïsme liever
verkoopt aan een Staat, welke de geheele
wereldorde bedreigt, dan dat het afstand
doet van een door geschiedenis en geweten
veraordeelde haat- ,en wraakpoliliek.
Het is duidelijk, dat de Volkenbondspoli-
tiek in hoofdzaak werd gedreven door
groote leden, Engeland en Frankrijk. Wij
kunnen wel op onze teenen gaan staan
meenen, dat de kleine landen, t.w. Neder
land, België, Denemarken, Bolivia, Chili,
Australië e. d. mee beslissen, maar dat is
natuurlijk alleen maar bluf en misplaatste
eigendunk. Laten we meer eerlijk zijn
nuchter cn vast stellen, dat het voor 99
Frankrijk cn EngeJand waren en zijn, die
de Gencefschc politiek hebben geleid. Maar
hoe zou het dan toch mogelijk zijn, ziende
de geheel foutieve grondslag van den Bond
en de intenties van Frankrijk met
speciaal in de laatste twee, drie jaar, nog
cénige verwachting te koesteren, dat deze
Bond iets zou kunnen beteekenen ten bate
van vrede en gerechtigheid in het volkeren-
Zelfs in een tijd, toen het dit onder eenig
gevaar kon doen, heeft Frankrijk altijd ge
weigerd, ter wille van recht en vrede gok
maar het allerkleinste offer aan dè gemeen
schap te brengen, hoe veel minder dan
thans, nu hel een daad van rechtschapen
heid niet slechts zou zijn, maar. tevs\
daad van moed?.
4. Volkenbondsstatuut en oorlogsgevaar
Het statuut van den Volkenbond is mij
niet sympathiek, integendeel, ik oordeel het
i wezen weinig minder dan misdadig.
Ik geef onmiddellijk toe, dat aan art. 16,
it van wederzijdsche hulpverleening in ge
il van aanval, een ideëele gedachte ten
grondslag schijnt te liggen, een Christelijke
gedachte zelfs. Het stuit ons tegen de borst,
wanneer wij bruut geweld hoogtij zien vie-
anneer we zwakke landen, omdat er
toevallig goud of diamanten in den grond
zitten, door sterke rijken zien overweldigen
wij zouden, te werk gaande naar ons
evocl, willen meehelpen zoo'n aanvaller
?er te slaan.
En desniettegenstaande
Voor mij bestaat geen recht-
aardige oorlog, behalve in één, maar
dan ook slechts één geval: wanneer men
dt aangevallen. De oorlog van wettig
zelfverweer dus.
Wanneer Italië door Spanje wordt aange
vallen, of Denemarken door Rusland, dan
ontzeg ik aan Nederland en elk ander land
liet morecle recht, zijn burgers ter wille van
den aangevallene in het vuur te brengen.
Met volle overtuiging treed ik Kardinaal
Verdier bij. toen hij zei: „De oorlog kan niet
uitmaken, aan welke zijde het recht is. Hij
ook het recht niet w re-
Ik meen, dat op grond van Gods
Woord ae oorlog van bijstand, gelijk art. 16
an het Volkenbondsstatuut deze con
strueert,- niet te verdedigen is.
Maar verder, indien het ergens blijkt, dat
het statuut ontsprongen is aan oppervlakkig
idealisme, dan toch zeker wel in dit geval.
Het heeft geen rekening gehouden met de
vele eeuwen geschiedenis, die achter lagen,
ie ingewikkelde verhoudingen, de tallooze
wanverhoudingen in het Europeesche volke-
renleven, de ontelbare wrijfvlakken en
brandhaarden, waar elk oogenblik een con
flict kan ontstaan. Het is weinig minder dan
overmoed, om te meenen, dat men op de
wijze van Genève, met behulp van econo
mische en militaire maatregelen, al deze
dingen eens even recht zou kunnen zetten.
Het besef van deze onmogelijkheid begint
al door te dringen, in steeds wijder kring.
Ik ontving van meerdere hooggeplaatste
autoriteiten hier te lande brieven van in
stemming met mijn ideeën, ook in andere
landen dringt het tot de geesten door, dat
we staan voor het onafwendbaar faillisse-
men van den Volkenbond.
Zelfs in Engeland!
Ook daar gaan steeds meerderen inzien,
dat het stelsel der collectieve veiligheid, ge
lijk het thans fungeert, de toestanden niet
eenvoudiger en beter maakt, maar aanmer
kelijk verslechtert.
Lord Lothian, de oud-kanselier van het
hertogdom Lancaster, schreef dezer dagen
in „The Times":
„Wij bedriegen onszelven en misleiden
Europa, als wij voortgaan met voor te ge
ven, dat wij bereid zijn overal oorlog te voe
ren" n.l. overal waar, de Volkenbonds
raad een aanvaller tegen één der Bonds
leden heeft moeten constateeren.
Terecht veroordeelt Lord Lothian de ge
dachte, als zou de Bond moeten bewaken
vrede en vrijheid en veiligheid van alle
aangesloten landen. Het is dus de
zelfde gedachte, die ik uitsprak in mijn bro
chure, waarin ik het weinig minder
dan overmoed noemde, dat men
met een dergelijk wormstekig instituut, als
de Volkenbond is, de veiligheid zou kunnen
garandeeren of bewaken van meer dan vijf
tig zoo ver uit elkaar gelegen, gevaarlijk be
grensde, en door verschillende gevoelens
van recht beheerschte rijken.
Reeds thans doemen zooveel moeilijkheden
aan den horizon op en is het gevaar van
aanvallen op leden van den Bond zoo drei
gend, dat het van het allergrootste belang
geacht moet worden, ons te realiseeren, wel
ke positie ons land daaitusschen moet in
nemen.
i De lente is grillig
1 in ons klimaat.Uwhuid eischt
_een extra zorg. Gebruikt
~^!j CRÈME
Doozen vanaf20ct
De M ei,
Het groote legerfcest, dat
ieder jaar te Londen plaats
vindt, werd gisteren door den
hertog van York geopend. De
aankomst van den hertog met
zijn vrouw en kinderen.
Dat dit geen praatj'e is van een leek, wordt
duidelijk uit wat Z.Exc. Dr. Colijn op 25
Maart j.l. in de Eerste Kamer zei: „Bij een
conflict in West-Europa zal van Volken
bondsactie nauwelijks meer sprake kunnen
zijn!"
Indien dat zoo is en wij meenen, dat dit
inderdaaa zoo zal zijn dan vragen we or
af, of heel het sanctie-avontuur tegen Ital.
dat Nederland op zoo groot financieel offer
komen te staan, ook niet achterwege had
kunnen blijven?
Hoe voortreffelijk het is, de werkelijkheid
onder oogen te durven zien, wat baat heeft
ons volk daarvan, wanneer men niet
"e conclusie trekt?
Ze kan geen andere zijn dan: Los, zo
der dralen los van Genève!
5. En dan?
Van verschillende kanten is mij verweten,
dat ik wensch te bevorderen terugkeer tot
het stelsel van machtsevenwicht, dat nooit
anders opleverde dan oorlog.
Het „Utrechtsch Nieuwsblad" formuleerde
dit bezwaar aldus:
„De heer Leendertse moet kiezen tusschen
een stelsel, dat via collectief optreaen een
algemeen geldend volkenrecht wil trachten
te handhaven of een systeem van allianties
en streven naar machtsevenwicht, waaruit
in den loop der eeuwen de eene oorlog
de andere is geboren. Deze goedwillende
auteur heeft geen oog voor de zichtbare en
in het verleden altijd weer werkelijkheid ge-
woraen gevaren, verbonden aan de bondge-
nootschapspolitiek".
Onze opponent vergist zich wel zeer! Wij
koeren de zaak om: hij zelf is het, die geen
oog heeft voor de werkelijkheid van het
heden. Indien het waar was, da!
de keuze hadden tusschen een stelsel,
dat het volkenrecht trachtte te handhaven
het stelsel van allianties, dan zou ik geen
oogenblik aarzelen en het eerste kiezen. Na
tqurlijk. Maar dat is nu juist de zaak,
het om draait. Ik erken in deze
kenbond geen handhaver
nternationaal recht en
olken gerechtigheid.
Deze Volkenbond heeft acht
tien jaar niets anders gedaan
dan h-et schandelijkst onrech
"laven en de meest elementair
wetten van gerechtigheid en vredelievend
heid met voeten getreden, heeft nog nim
mer erkend, dat zijn basis, gegrond in d(
vredesverdragen van 1918, ondeugdelijk was
deze Volkenbond heeft alle verplichtingen
anderzijds als ontwapening enz. geschonden;
deze Volkenbond liceft in zijn midden op
penomen een land, dat openlijk verklaard
heeft: het is onze bedoeling eiken oorlog or
t-e zetten in een burgeroorlog, om zoo de wt
reldrevolutie voor te bereiden;
deze Volkenbond heeft nog steeds hel
schandelijk onrecht gehandhaafd van
in bezit houden der koloniale mandaten;
deze Volkenbond nog eenmaal, is nooit
iets anders geweest en is nog niets anders
dan een alliantie, een coalitie tot
handhaving, niet van het recht
maar van de Fransche
macht.
De keus, welke men ons voorlegt, bestaat
alleen in de goedwillende verbeelding van
Nederlanders, die den Volkenbond voor veel
beter aanzien, dan hij is.
Daarbenevens is. ondanks den Volkenbond,
de vorming van bizondere coalities reed:
volop in werking, zie slechts naar het
Fransch-Russisch pact!
Ik sluit me volkomen aan bij Lord Lothian
en Generaal Smuts, waar zij er voor pleiten
de Volkenbond om te zetten in een instru
ment van internationale verzoening. „Mij is
geen reden bekend, waarom vreedzame
geling niet de uitsluitende method
zou zijn, om internationale geschillen te be
slechten!" Op deze basis zou er voor een
hervormden Volkenbond bestaansrecht en
doel zijn.
Maar de Volkenbond van Genève, gefun
deerd op schandverdragcn en onrecht, met
de taak van internationaal departement van
oorlog, vergroot steeds meer het gevaar voor
een nieuwe wereldoorlog.
Van dezen Bond lid blijven acht ik voor
kleine landen gelijk Nederland, uitermat
bedenkelijk. Ik ben er vast van overtuigd,
dat de ontwikkeling der feiten in de naast
toekomst steeds meerderen daarvan zal door
dringen en dat er uit het volk drang
ontstaan, om weer los te komen uit zijn ge
vaarlijke omarming.
De Volkenbond staat op een tweesprong.
Of hij blijft, met art. 10 en 16 inbegrepen,
gelijk hij is, en oan ware het maar beter,
dat hij zoo spoedig mogelijk uit de volke
rengemeenschap verdween. Of hij wordt
derdaad een politiek clearing-instituut, een
centrum tot rationaliseering van de inter
nationale politiek door afwegen en aanpas
sen en tegen elkaar uitruilen van particu
liere landsbelangen. In dat geval zou het
lidmaatschap voor ons volk wel geen groote
voordeelen bieden, maar ook niet de zwar
RUBRIEK
waarnaar we allen verlangend
uitzagen, is dan toch eindelijk
gekomen. En ook ons Zondags
blad van deze week vertoont in
zijn illustraties sporen van de
schoonste aller maanden.
Van de artikelen noemen we
ditmaal:
Onze gevleugelde vrienden. Op
bezoek bij kieviten, tureluurs,
kemphanen, zilvermeeuwen enz.
Het leven van M. A. de Ruyter,
de peetvader van Hr. Ms. nieuwe
kruiserdoor J. C. Mollcma,
oud-luitenant ter zee.
Bespreking van het nieuwe boek
van Ds. D. Hogenbirk Jzn.:
„Deze tweeéén".
Genezing en Geloof. Zielkundige
en Opvoedkundige Brieven, door
P. van Duyvendijk.
Ervaringen van James P. Leynse,
den bekenden Zendeling in China.
Verder de gewone rubrieken:
Meditatie, GedichtenBinnero-
landsch Overzicht, Vervolgver
halen voor volwassenen, kinde
ren en kleuters, Kort Verhaal
Damrubriek, Kinderkrant met
bijvoegsel voor de kleuters, tal
rijke fraaie illustraties enz. enz.
Vele onzer lezers zijn er steeds
op uit voor ons blad propaganda
te maken. Uitnemend! Vergeet
niet vooral te wijzen op
Ons Zondagsblad
•erplichtingen meebrengen, die het thans
oplegt.
Aan de verwerkelijking van de tweede
mogelijkheid heoht ik gering geloof, omdat
strijd is met de Fransch-Engelsche op-
an 191S en de Fransch-Russische belan
gen van dit oogenblik. Daarom leg ik nog
maals de ernstige vraag aan ons volk voor,
een vraag, ingegeven door groote bezorgd
heid' voor de toekomst van onzen Staat:
Laten wij deze hoogst belangrijke kwestie
van alle kanten bezien en ons oordeel niet
laten beïnvloeden door onwerkelijk idealis-
maar door practischen zin, door nuch
terheid, door een eerlijk afwegen van voor
deelen en gevaren, aan ons lidmaatschap
van den Bond verbonden.
UIT DE PERS
NEDERLAND EN INDIE
Onaangename situatie
Nog voor Mr. Hart op zijn terugweg naar
Indie was met de boodsahap, dat Neder
land een bedrag van 25 millioen beschik
baar stelt voor de economische weer
baarheid van Indië, schreef de Banier
De situatie, ontstaan door de houding,
welke de Inheemsche fracties in den
Volksraad tegen de voorstellen tot ver
lenging van sommige contmgenteering
aannemen, kan men gevoegelijk onaan
genaam noemen.
Al deze voorstellen bedoelen een direc
te steun aan de Nederlandsche industrie,
welke haar afzetgebied in deze landen
verloren zag gaan en n<u door deze „kunst
greep" de markt kan behouden of ook
herwinnen.
Dat met deze maatregelen prijsstijging
gepaard gaat, spreekt vanzelf. Tegen een
exorbitante opvoering van de prijs wordt
echter door de Indische Regeering stel
ling genomen; mocht die plaats vinden
d-an zal zij niet nalaten om prijsregelend
op te treden.
Voor velen staat vast, dat Nederland
met het opdringen van deze wetgeving
aan de overzeesche gebicdsdeelen op de
verkeerde weg is.
De ontevredenheid over de moederland-
sche houding nam zienderoogen toe. Tot
dat zij zulk een omvang verkreeg, dat
de Minister van Koloniën aan den Gou
verneur-Generaal verzocht om den Direc
teur van Economische Zaken enkele we
ken naar Nederland te zenden teneinde
van hart tot hart te kunnen uitspreken.
Dat de moederlandsche gedragingen in
dezen ons sympathiek zijn kunnen wij nu
juist niet zeggen, gaat het blad verder.
Men gaat hier te ver en wat de zaak nog
erger maakt: Men heeft daar ginds blijk
baar geen flauwe notie van. In verschil
lende Nederlandsohe kringen schijnt men
De programma's voor Zondag vindt men iA
blad van Vrijdag.
MAANDAG 11 MEI
HILVERSUM I 1873 M. NCRV-Uitzending.
8.00 Schriftlezing. 8.15—9.30 Morgendienst
door Ds. J. A. Hoekzema, Ned. Herv.
Pred. te Hilversum. 11.00 Ohx. Lectuur.
12.30 Orgelconcert. 2.00 Voor de scholen.
2.35 Causerie over kamerplanten. 4.00 Bij
bellezing. 5.00 Sopraan en piano. 6.30
Vragenuur. 7.00 Berichten. 7.15 Repor
tage. 7.30 Vragenuur. 8.00 Berichten. 8.15
NCRV-Harmonïe-orkest. 9.00 Medische
causerie. 9.30 NCRV-Symphonie-orkest
(Om 9.55 Berichten).
HILVERSUM n 301 M. Algem. Programma,
verzorgd door de VARA. 8.00 Gram.pl.
10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor
dracht. 11.00 Voordracht. 11.20 Concert.
12.001.45 „De Notenkrakers". 3.00 Knut
seluurtje. 3.30 „Orvitropia". 4.30 Voor de
kinderen. 5.00 VARA-Orkest. 6.30 Muzi
kale lezing. 7.30 Cello en piano's. 8.00
Berichten. 9.15 Oratoriumuitzending. 10.20
Gram.Dl. 10.30 De Flierefluiters. 11.00—
12.00 Gram.pL
DROITWICH 1500 M. 11.05—11.20 Gram.pL
11.45 Het Cellini Trio. 12.35—1.20 Orgel
concert. 3.20 Viool en piano. 3.50 Orkest
concert. 4.35 Kwintetconcert. 5.50 Cem
balorecital. 6.10 Vacantielezing. 8.35 Piano
recital. 8.50 Berichten. 9.20 Buitenlandsch
overzicht. 9.35 BBC-Theaterorkest.
RADIO PARIS 1648 M. 10.20 Orkestconcert.
3.20 Orkestconcert. 4.50 Parijsch Sympho-
nieorkest. 7.20 Zang. 8.05 Kwartet, zang
en voordracht.
KEULEN 456 M. 1.20 Orkestconcert. 12.35
Nedersaks. Symphonie-orkest. 1.35 Orgel
concert. 3.20 Lilitair-muzikaal program
ma. 5.20 Omroepkleinorkest. 7.30 Reger-
eoncert. 9.5011.20 Orkestconcert.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.t 11.50 Om
roeporkest. 4.20 Salonorkest. 7.20 Sym-
phonieconcert.
484 M.: 12.30—1.20 Salonorkest. 4.20 Om
roeporkest. 7.20 Pianorecital. 7.50 Koor-
en orkestconcert.
DEÜTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.20 Can
tate-uitzending. 10.2011.20 Gram.pL
DINSDAG 12 MEI
HILVERSUM I 1875 M. KRO-Uitzending.
8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00
Godsd. halfuur. 12.15 KRO-Boys. 1.20
KRO-Orkest. 2.00 Vrouwenuur. 3.10
KRO-Melodisten. 4.00 KRO-Orkest. 6.10
KRO-Boys. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie
„De gasoorlog". 8.20 Orkest. 9.15 Concert.
10.15 Orkest. (Om 10.30 Berichten.
HILVERSUM n 301 M. AVRO-uitzending.
8.00 Gram.pl. 9.00 Ensemble Rentmeester.
10.00 Morgenwijding. 10.30 Vervolg en
semble. 11.00 Huish. wenken. 11.30 Orgel
en zang. 12.30 Omroeporkest. 2.00 Om
roeporkest. 3.00 Kniples. 4.00 Pianorecital.
4.30 Kinderkoorzang. 5.00 Voor de kin
deren. 5.30 Omroeporkest. 7.00 Voor do
kinderen. 7.05 Pianorecital. 7.45 Toeris
tenpraatje. 8.00 Berichten. 8.10 Revue
programma. 9.45 Omroeporkest en solist.
10.25 Scbaakles. 11.00 Berichten.
DROITWICH 1500 M. 11.10 Kwintetconcert.
11.50 Orkest. 2.10—2.55 Sextetconcert.
3.20 Causerie. 3.40 Strijkkwartet. 4.35
Orkest. 5.50 Cembalorecital. 7.20 Piano
recital. 7.50 Populair concert. 9.20 Kapt.
James Griffiths: Life at sea. 9.40 BBC-
Orkest en viool.
RADIO PARIS 1648 M. 10.20 Orkestconcert.
4.50 Orkestconcert. 8.05 Zang.
KEULEN 456 M. 11.20 Orkestconcert. 12.35
Symphonie-orkest. 1.35 Omroep-Schram-
melensemble. 6.20 Kwintetconcert. 7.3®
Omroeporkest. 8.35 Omroepkleinorkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.50 Sa
lonorkest. 4.20 Salonorkest. 7.20 Omroep
orkest.
484 M.: 11.50 Licht orkest. 5.35 Gram.pL
5.50 Harp-i-ecital. 7.20 Revue-uitzending.
8.35 Licht orkest.
het gansch gewoon te vinden, d<at de eco-
ïiomisohc Aerhouding tusschen Nederland
en Indië blijft zooals zij sinds jaren was
en dat Indic boven de goedkoope Japan-
sche artikelen de duurdere Nederlandsche
blijft preferecren. Dat die goedkoope Ja-
pansche artikelen, voor deze landen ia
zeer vele gevallen het behoud zijn ge
weest, schijnt men niet of slechts zeer tea
deele in te zien.
En het is vooral deze sfeer op de ach
tergrond, die hier te lande wrevel wekt.
Niet -ten onrechte.
Maar, zegt het blad, tot deze krasse mo
tie had het thans nog niet mogen komen.
Men moest wachten op de terugkeer van
Mr. Hart.
Dat het blad hierin juist zag, behoeven
we niet meer te zeggen. Dat weet thana
ieder.
Feuilleton
DAGERAAD
door H. KINGMANS
(3
HOOFDSTUK II
Die ééne slag van den St. Martenstoren werd ook gehoord
'door twee burgers van Groningen, die een huis in de Ebbinge-
straat verlieten, de woning van Roelf Ketel.
De beide mannen hielden hun lantaarn vóór de borst, om
die te beschermen tegen de heftige windvlagen, die hen naar
de Groote Markt dieven.
Haastig sloegen zij den hoek om cn bleven staan op een
windvrije plaats, waarna Roelf Ketel, een forsch gebouwd man,
behoedzaam om zich heen zag.
Op de geheel slecht geplaveide Markt was evenwel niets te
bekennen. Rechts verhief zich het Stadhuis, waar de vier
burgemeesters zetelden, zoo nu en dan in gezelschap van dan
Raad cn bij bizondere gelegenheden ook van de gezworen ge
meente, bestaande uit de eerste, daartoe aangewezen burgers
der stad, waarbij dan ook niet de vertegenwoordigers der gilden
ontbraken. Roelf Ketel, als hoofdman van zijn gilde, was meer
malen in het Stadhuis geweest.
Aan den linkerkant der beide mannen steeg de slanke St-
Martenstoren, de trots van Groningen, omhoog. Daarachter
st-nd de groote St- Martenskerk, sinds '68 een kathedraal, om
dat de Spaanschc Koning in 1560 nieuwe bisdommen had
ingesteld, waarvan Groningen er één werd. Minnebroeder Johan
Knijff, gesproten uit een burgemeesterlijk Utrechtsch geslacht
was tot bisschop in Groningen benoemd, maar hij was eeist
in '68 met Alva meegekomen, om de pastorie van de St.
Martenskerk te gaan bewonen. Wat evenwel niet lang duurde,
daar het Stadhouderlijk Hof, achter het St. Martenskerkhof,
voor hem werd ingeruimd. Thans was Groningen zonder
bisschop, want in de vorige maand had Johan Knijff het
tijdelijke met het eeuwige verwisseld.
Er was op de Groote Markt niemand te bekennen- Alleen
uit het hardsteenen gebouw aan den voet van den St. Martens
toren, de hoofdwacht, scheen een streep licht.
„De Walen vertoonen zich niet op de straten in dit honden
weer", zeide de metgezel van Roelf Ketel. „Konden we dat
ongedierte de stad uitranselen!"
De kaaskooper lachte een schorre lach.
„Dat zal toch wel niet de bedoeling zijn van hem, die komt",
meende hij. Tenminste wanneer ik je goed begrepen heb."
„Helaas niet. Het ware te wenschen. Met dit gepeupel zijn
wij nog veel verder achterop geraakt"
Vóór '68 waren er Duitsche huurtroepen in Groningen ge
huisvest, die het den burgers onnoemelijk lastig maakten.
Aanvankelijk had de Hertog van Alva ze gelaten, om eindelijk
gehoor te geven aan de dringende smeekbeden van de Overheid
om ze te laten gaan. In hun plaats verschenen toen Waalsche
regimenten, onder aanvoering van Caspar de Robles, heer van
Billv, een Portugeesch fortuinzoeker. De ruil was slecht, daar
de Walen nog veel erger handelden. Voor kost en inwoning
had de stad elke week elfhonderd gulden te betalen, terwijl
Billy vorderde, dat zestig duizend gulden moest worden opge
bracht, om het kasteel tusschen Heere- en Oosterpoort te bouwen.
Bovendien bedreven de Walen allerlei schandelijkheden. Zij
konden het ongestraft doen, want hun bevelhebber Billy, weldra
benoemd tot 's Konings Stadhouder in het Noorden, was een
wreedaard. Bovendien was den soldaten in maanden geen soldij
betaald, zoodat met hen wat door de vingers moest worden
gezien.
„Als de vreemdeling de Walen op zijn hand kan krijgen, dan
gaan wij een heel eind in de goede richting", meende Roelf
Ketel optimistisch-
De ander haalde de schouders op.
„Het wordt pas goed, als dat heele soldatengebroed weg is.
Ketel. Maar daarop is geen kans. Doch ik geef toe: 't was heel
wat waard, als Billy verdween. En daar is wèl kans op. Ook
door de Walen wordt hij gehaat."
De man sprak geen woord te veel- De ongebonden, ruws
bevelhebber, opgeklommen van gewoon soldaat tot Stadhouder
van het Noorden, had zich door en door gehaat gemaakt bij
burgers en soldaten.
Men vergaf het hem nooit, dat hij op de Groote Markt een
wipgalg had laten oprichten, waaraan, als hem dat zoo eens
beliefde, burgers en ook wel uitlanders werden gepijnigd en
gedood. Het kwam meermalen voor, dat hij er met eigen hand
doodde alleen om zijn wreede lusten bot te vieren. En altijd
bij zulk een rechtspleging, die op niets steunde, zag hij in een
huis op de Groote Markt met genoegen toe, soms vergezeld van
bisschop Knijff, die er evenwel geen welbehagen in had. Want
de pas overleden bisschop was een zachtmoedig man geweest,
die gezien was bij Roomschen en niet-Roomschen.
Er was slechts één zaak, waarvoor men den Stadhouder
dankbaar was. Vier jaar tevoren, in '72, had een watervloed
ook Friesland en Groningen geteisterd. Caspar de RobUs,
gemakshalve Billy genoemd, had zich niet alleen niet onbetuigd
gelaten bij het reddingswerk, maar had daarna met krachtige
hand ingegrepen, om de zeeweringen nu eindelijk eens in orda
te krijgen en een eind te maken aan 't voortdurend getwist der
landbezitters over het onderhoud der dijken. Hij gelastte een
voudig, dat elk, die eenig land bezat, gedurende eenigen tijd
zonder vergoeding aan dc dijken had te werken- Niemand had
den moed tot weigeren gehad, daar Billy anders in staat wds
geweest, den man eigenhandig te dooden! Het resultaat was,
dat er goede zeeweringen kwamen, waarvoor men ten slotte
's Konings Stadhouder dankbaar was.
't Was overigens het eenige lichtpunt. Caspar de Robles, 'de
bruut, werd door burger en soldaat gehaat met een doodelijken
haat
De wensch van Roelf Ketel, dat Billy verdwijnen mocht leefde
in aller hart.
„Ik ben benieuwd, of die sinjeur uit Brussel het klaar speelt",
zeide Ketel. „Als hij de hulp van de burgerij soms noodig
hebben mocht, ik waag mijn hachje er aan. We moeten worden
verlost van het Spaansche geweld. Groningen moet aan de zijde
der Staten komen. Zoo alleen kan ook de Gereformeerde religie
bloeien- Op jou kan straks ook gerekend worden?"
„Als het noodig is, ja. Maar, mijn vriend, loop nu naar de
Gelkingestraat, anders vind je de deur gesloten, omdat vrouw
Ketel en haar dochter te bed liggen."
„Je hebt gelijk. Ik ga al", zei de boterkooper. „Tot ziens. Eind
deze week", weer zag hij behoedzaam om zich heen, „de slag?"
„Afwachten- k Weet niet, hoe die vreemde snuiter handelen
zal."
„Ik bemerk wel, dat je er niet veel verwachting van hebt",
dacht Roelf Ketel, sprekende op spijtigen toon.
„We zullen zien", zei de ander, verdwijnend m de richting
van de Boteringestraat.
Roelf Ketel, zijn lantaarn weer voor de breede borst bescher
mend, stak dwars de Groote Markt over, om terloops een
verwoeden blik te werpen op het huis van Johan de Mepsch-»,
den luitenant der Hoofdmannenkamer, schier even wreed als
Billy, in elk geval een vervolger van de Gereformeerden, tot den
bloede toe.
„Ik moet het Marrigje toch voorzichtig meedeelen", mompelde
Roelf Ketel, „anders besterft zij het van blijdschap. In. laat
eens zien, in zeven jaar niets van hem vernomen
fWordt vervo'gii