(Vcm Owe-km, m^aMehkiA^rb Een psychologische Roman no RBOPTRPDM mm Beiep- m SbelaA wexfmi TWEEDE BLAD PAG. 8 MAANDAG 4 MEI 1936 He TaR A&BHO ..GoatmeBna' OcoCeHaoO ocïpoToö aoanepKHya (5e3o6pa3H09 cocToaane KyjtTypBO- 6HTOBHX vcjobhö Ba apoMucae au. ^baephia. Hpomao oojmjaoibo Bpe- Mean, ho npoMucaoBue opraBasa- a,aa zo cos nop He yqan Te* yxa- gaHHfl b pemeana paflsoua napTon bo eiouy-jKe Bonpooy. iKganmaue ycaoBna Ba apo- mjcae Be yaynneaa. Keaanipnan- poBaaeue saApu neiuacTepoB, nao- TOBue, coaeabntBKH, npoAOjnnatoT JEflTB aa naoTy b „capaflqaEe" r^e OEB.i Be BacTesafObi, Qoau B cxeau BMPWT meJB. Eme xyace oGcxobt «eao c Maciepou BsopHoro Reaa t. HaboneBUM, Roxopuft noue- maeTca b «lyaaae aaxoaa- ïnauca b sopBAope anpesTopa >MAP'a t. Epeyca c nao- maawa b 2 kbo jpathtix uei- pa a meaaau b aoxoaae pasue- POM B 20 CAHTBUexpOB. WeXSHHJt O nOMOmHnKOSI 3KH#yT b» ny^me. ObB aaaauaioT noMe menaa uejaBHiecsofl MacTepcsoft, BSïoAameËca npa euxoze c«eim- HeHBOM C aeABHEOU. B"3MoatHDCTa couen^Biia ene- -nnaaHCToB b 6oaee aynnee ma- amna Ba npouscae eert. Saan- MaeuuB noxeineaaa paöovaira i cocxaaa mojeho paaaib spa «ap- Zes maanden werd zij gevangen gehoud'en, zonder dat een ondervraging plaats vond. zonder dat een vonnis werd geveld. In die tijd reeds maakte zij kennis met de on- menschelijke wreedheid der Sovj et-ambt ena- n. Vreeselijk is het lot van hen, die ver bannen worden naar het Noorden en er er millioenen, die dat trol! De reis er heen is een kruisweg apart. „Indien men schrijft Olga in welk land ook, vee zou transporteeren en behan delen op dezelfde wijze, waarop de roode- machthebbers in Rusland bannelingen ver voeren, wier eenige misdaad is, aai ze in God gelooven, dan zou een storm van ver ontwaardiging gaan over de wereld Olga Dimdtrievna heeft lange tijd door gebracht op de Solovki-eilanden. Wat daar geleden werd en wordt, is niet te bevroe den. Dat weet God alleen. Honderd duizen den bij honderdduizenden slachtoffers zijn en worden daar doodgemarteld door de Tscheka en G.P.Oe, welke dienaren van de Russische Staat grootendeels gerecruteerd zijn uit veroordeelde boeven, verhard in misdadigheid; menschen, die voor geen en kel middel terugschrikken, om de gevange nen te kwellen of te vermoorden. In heel het gebied der deportatie-kolonies Ln het Noorden is elke naleving van elk godsdienstig gebruik verboden. Mgr Jijilen- ko, orthodox bisschop van Voronej, Werd in 1930 gefusilleerd, omdat hij betrapt was op het toedienen van de laatste sacramenten ran een stervende. Meer dan 20.000 gevangenen kwamen in dat jaar aan de Witte Zee om. Verwondert ons dit nog, als we vernemen, dat het meerendeel der gevangenen in tenten on dergebracht is, terwijl in de winter c.e ther mometer meer dan 30 graden onder nul aanwijst? Als we vernemen, dat de gevan genen van de vroege ochtend tot de late avond hout moeten hakken en vervoeren, daarbij ondeiwoed zijn en bijna geheel naakt? Twee d'ingen trekken uit deze ervaringen nog vooral de aandacht. Vooreerst de doel loosheid van de meeste groote Sovjet- werken, waarvoor de arbeid der gedepor teerden gebruikt wordt. Zoo deelt prof. Solo- ■nevitsch mee, dat hij in een geweldig ka naal, dat in het Noorden door gevangenen gegraven is, nooit, zelfs niet het kleinste xupu cneaaaJurcTOB, a aa oxBecia saaaaomaAb aa nyaaxe ,,lla<ie- PHBCKoro" npoMucaa. B noMemeanB, r^e ssHByT ce- Meüime paöoqae—rpaas, aaxaca- aaTapaoe cocToaaae, OTcyTcxsae CTecoj. ocBemesHe coBepmeHöo aeAocTaxoEHo. CKyiCKHOcmb a Memeuunx npueodum k- tacmbun 3a6oAeaaHusiM paóomnnu, u pa- ÓOHUX. B nouetnesHax (rimeJKHTBfl gyas xypeo-MaccoBoa b noaata-iecitofl paöom He seaexca, apacahie yroa- kh oicyrcxByioT," anxepaxyp» h oöoieseTBax aex, «raxRa ra3er a sypaaaoB He BeAerca, óecpftHnan uicyT6XByiox, paöoaae paöoxaa BU Buecxo Kyabxypaoro oTgbua Buay>KAeHU aa Boae, eoaae none- mean3 ycTpaaBaTB Taauu. rde otce 6bui do cux nop Paü- 3dpaa1uau Cuupxoo dyMaem, <imo docmamoHHO noMecmumb e zaseme cmamb/o „pafodpaepa- 6omy AuufiM k nymune" u na 3moM noHueamb na Aaopax. TAC se napTHSaue b KOBCO- uoabcaae opraHB3agaB npouucna' Heyaceaa ohh ae bbaht öeaoöpa- 3nö, HeyjKean 6iopoEpaTa a CBaA paxe—Bpeyca, neabsa aacxaeaTb yayqmaxb RyAbxypBo-6MTOBhfe yc' sobhs paSoqus. k fpOHCKHft. armzaligste bootje gezien heeft. „Ik heb eens aan de ingenieurs, die aan het hoofd van deze onderneming staan, gevraagd: „Maar waarom is dit kanaal aan toch aan gelegd?" Schouderophalend antwoordden zij: „Omdat zoo de opdracht luidde". Zoo is het met dit kanaal, zoo is het overal elders: planlooshcid en ondeskundig heid vieren hoogtij en leiden tot de schro- melij.kste verknoeiing van tijd, kracht en geld. En dan geeft ook deze Schrijfster weer merkwaardige staaltjes van het opzette- 1 ij k bedrog, waarmee de Sovjetdespotcn de treurige toestanden in hun land trach ten te verbergen. Zij deinzen daarbij niet voor duivelsche handelwijzen terug. Het tweede deel van het boek geeft beschouwingen over Sovjet-Rus land. De communistische huwelijks- en gezinsmoraal, de opvattingen over de posi tie en het leven van vrouwen, kinderen, boeren en arbeiders worden uitvoerig ge schetst, in één woord: men wordt hierdoor een deskundige volledig ingelicht over de Sovjet-hel, van te meer waarde, omdat de Schrijfster eerst in 1933 Rusland verliet. Achttien jaar Sovjet is een boek, dat ernstige, denkende menschen lezen moeten en aan anderen ter lezing moeten geven. Want er bestaat ook in ons land groote behoefte aan besliste bestrijders van de Sovjet-ideeën, die terdege met de prak tijk op de hoogte zijn. ANKEREN IN GOD, door Dr. M. M. den Hertog. Jeugdpreeken. Amster- dam, Uitg. Mij. Holland. Tien jeugdpreeken van den bekenden ITaagschen prediker, die als overtuigd voor stander van jeugddiensten reeds tal van jaren met woord en daad hun bestaan heeft verdedigd en bevorderd. Begaafd spreker als hij is, dient hij ook zelf de jeugdkerk DEN GULDEN WINCKEL APRIL 193G Gent is een zeer belangrijk centrum van Nederlandsche cultuur in Vlaanderen en in dit centrum is eind 1935 een der beste boe ken geboren die onze literatuur de laatste tijd is rijker geworden. Het boek, dat ik hier bedoel, is echter niet van de hand van een Vlaamsche schrijfster, maar van iemand van onvervalschte Nederlandsche nationali teit; zij wóónt alleen in Gent en studeert aan de Universiteit aldaar. Agni van der Torre heeft reeds eerder bekendheid verkregen door haar medewer Icing aan verschillende tijdschriften, zooals s,Dc Jonge Vrouw". Ik meen zelfs dat zij, toen zij nog leerling was van een Christe lijke Kweekschool te Rotterdam, in ons Zondagsblad met korte novellen debuteerde Snkele romans zijn ook reeds vroeger van liaar hand verschenen, nl. „Bakvischland" pn „Vreugdekind:". Thans is Agni van der Torre voor bet Voetlicht gekomen met „Mientje" en de ïirma J. I-I. Kok te Kampen heeft haar Loek in de V.C.L.-bibliotheek opgenomen. Qqni van 'der. Torre. Onder het' lezen van dit werk trof mij Weer precies hetzelfde als wat ik onlangs an deze rubriek constateerde bij de aan kondiging van een werk van Lode Zielens: er gebeuld; in dit boek eigenlijk zoo goed als niets. Dat wil zeggen, er gebeurt eigen lijk heel veel, maar niet op de wijze, die We zoo lang gewend zijn geweest. Het ac cent ligt niet in de handeling, het ligt el- jders, het ligt in het gebeuren in een men- Bcheniziel. De schrijfster schetst ons de ziel van Mientje, op één na het jongste kind in het gezin van de Van Voordens Vanaf het oogenblik dat ze zich bewust svordt dat ze Mientje is tot op het moment dat ze van haar ouderlijk huis zal gaan (scheiden, om zelfstandig in de wereld te Btaan. Wat er dan verder met haar of lie ver met deze ziel gebeurt, zullen we ver moedelijk in een volgende publicatie van mejuffrouw van der Torre vernemen. Zooals gezegd, onze oudere romans waren Vol handeling; er moest veel gebeuren met Ü0 personen, die erin voorkwamen; ze moesten gevaren doorstaan en weet ik wat Bi, maar onder al die d'ingen werd vaak de fciel, het diepste'van do persoonlijkheid van het individu, vergeten. En de ziel is toch eigenlijk veel belangrijker dan al het Bndcre. In het drukke dagelijksche leven gaat het Iprecies zoo: wie denkt er om de ziel van de menschen clie hij op straat, op de beurs, jol waar dan ook, ontmoet? Maar in de eenzaamheid en in het verkeer met enkele Uitverkorenen kan men de groei van de ziel constateeren, de observatie onttrekt fcich aan alle drukke gedoe. Daarom moet men dit boek van Agni van der Torre ook alleen in rustige oogeniblikken lezen, van letter tot letter. Dat is juist het eigenaardi ge bij dit soort lectuur: men kan geen regel overslaan, zulke achteloosheid duldt ïde zuiver psychologische roman niet. Want dat is het „genre" waarmee we hier te idoen hebben: deze roman is zuiver psy chologisch. Het eenige werkelijk belangrijke wat- ik Over dit boek zou kunnen zeggen is: lees het zelf, lees het met aandacht en lees het 'daarna nog eens. En als ge het dan gelezen en herlezen hebt, dienk ©r dan over na. Ge zult dan telkens weer de situaties en de ïiguren voor u op zien doemen en u de meesterlijke teekening, los van de woorden van het boek, voor oogen halen Ik noem bijv. die prachtige scène yan Mientje met haar geitje, of het avontuur met de poes. of dat schitterende trekje van Mientje die zich zelf de vinger in 't yleesch drukt en denkt: allemaal Mientje". Do omgang in het gezin, waartoe Mientje behoort, is buitengewoon juist en naar bet leven geteekend. Alles groepeert zich op natuurlijke wijze rondom de hoofdpersoon; elk heeft z'n eigen karakter, dat met korte trekken direct voor u staat. Het is als in het leven van elk huisgezin: al heeft men er tien kinderen, men zal toch altijd de ouders hooren zeggen: ze zijn allemaal ver schillend. Zoo is het ook hier. Niets bij zonders zal men wellicht zeggen. Dat is waar: maar probeert u het zelf eens op die wijze weer te geven als Agni van der Torre 'dat met kunstenaarshand heeft gedaan! Van de kinderen staat Jaan het dichtst bij Mientje, de anderen staan van baar eigenlijke wezen feitelijk een goed eind af. Mientje is van het zuiverste kristal, maar juist als het zuiverste kristal is ook haar persoonlijkheid zich het spoedigst bewust van vlekken en waar een ander niet over tobt of waar hij langs loopt, daarvan onder gaat zij de invloed. Wat een ander niet deert dat hindert haar; wat een ander on beroerd, laat, brengt haac ia .de grootste bo. Agni van der Torre, MIENTjE, Kampen, J. H. Kok. weging. Ze heeft een ziel zooals Gezelle, 'die ook gebukt ging onder dingen waar een ander niet de minste last noch de flauwste notie van had. Prachtig geschetst is ook de figuur van de oude vader, op wie de zorgen zoo zeer drukken. Ook deze man is zoo door en door echt. In een andere zin dan waarover ik hierboven sprak, groepeert het gezin zich om hem als de vader. Maar men voelt ook weer zoo goed, dat Mientje in werkelijkheid veel dichter bij haar moeder staat dan bij li aar vader. Als men zou moeten groepee- ren zou men zeggen, dat de moeder, Mien tje en Jaan de eene groep vormen en de andere dochters met 'de vader in dit gezin is geen enkele zoon daarnaast In enkele trekjes van Mientje herkent men de schrijfster zelf. Ik herinner me bijv. dat ik eens in Gent met Agni van der Torre in dc Sint Baafskerk stond voor het beroemde schilderwerk van de Van Eycks ..Het Lam Gods". En aangezien ik een leek ben op het gebied der schilderkunst, kon ik niet anders doen dan aan mijn deskundig gezelschap vragen: wat is daar nu feitelijk het mooie aan. Went voor leeken is de eerste aanschouwing van „Het Lam Gods" min of meer een teleurstelling (al roept na tuurlijk ieder dadelijk uit: wat prachtig') Ik stelde dus aan mijn begeleidster mijn onnoozele vraag en zij zei: „Kijk dan, de kleuren, dat is alles, maar dat is schitte rend, dat is de kunstenaarshand; kleuren die bijna 600 jaar nadat zij op het doek ge bracht zijn, nog zóó prachtig gebleven zijn, alsof het stuk daar gister pas was opge hangen." Agni van der Torre, dit bleek mij en ik was dankbaar voor haar explicatie had gevoel voor kleuren. Is het dus wonder dat Mientje deze zelfde eigenschap Misschien zal een enkele lezer vragen: waar, in welke plaats woonde Mientje nu eigenlijk? En ik moet zeggen, dat ik het ook niet weet. Maar wat doet dat er toch toe! Het is bij een spoorbaan, het is in een polder, maar verder is het ongedefinieerd Net als in de prachtige boeken van Jörgen Falk Rönne over de zee. De zee, de eilanden en de menschen staan duidelijk voor ons; maar ze localiseeren op een bepaald punt van onze planeet, dat zal niet gaan. Wat zal ik nog verder over dit boek zeggen? Ik zou «alles kunnen weergeven, ik zou u kunnen zeggen wat ik allemaal prachtig vind, ik zou kunnen uitweiden over de stijl, die nergens hapert, over de karaktertekening, die van diepe psycholo gische studie getuigt, maar ik zou er de ruimte niet voor beschikbaar hebben. Daarom herhaal ik wat ik reeds eerder zei: lees dit boek zelf en lees het regel voor regel en denk er dan over na. Ge zult dan een groot genot gesmaakt hebben. J. P. PRINS. Hoewel de Nederlandse bewerking van het hock van Dr Wilhelm Stekel door den heer J. H. Schouten al weer cnlkele jaren oud is, zijn de onderwerpen, daar aan de orde gesteld, ook thans nog van zo wezen lijk belang, dat t zeker geen overbodig werk mag worden genoemd er in deze rubriek een ogenblik aandacht voor te vragen. De be kende psychiater en psycholoog dr Stekel behandelt hier in een aantal brieven, ge richt aan een moeder, die voorlichting wenst bij de opvoeding van haar opgroeien de kinderen, in bonte verscheidenheid een massa levensproblemen, waarmee ieder ouder, die leiding heeft te geven aan zijn of anaerer kinderen van de leeftijd van 12 tot 18 jaar, bijna dagelijks te worstelen heeft. En al krijgt men in dit werk natuur lijk niet, als in een kookhoek, een aantal uitgewerkte recepten vóór zich, die bij vaar dige en stipte toepassing onfeilbaar 't be geerde baksel of brouwsel leveren, toch leert het ieder ouder en opvoeder ten minste twee dingen: le. het zien van de gevaren, die de rijpende jeugd alom bedreigen; 2e. 't nadenken over de middelen om de aan zijn zorgen toevertrouwden te bewaren voor veel, dat onherstelbare verwoesting in de jonge mensenziel kan aanrichten. Voor ik nader inga op de verdiensten, die deze brieven m.i. bezitten, wil ik tweeërlei opmerking maken. In de eerste plaats geeft dit boek veel dingen, die gelukkig voor onze kinderen van geen urgentie geacht behoeven te worden. De uitvoerige beschouwingen over de nood zaak van het dansen, maar daarnaast de tekening van de gevaren, inhaerent aan de moderne negerdansen, en de goede raad tot het organiseren van huiselijke danspartijen, mogen toch voor orthodoxe Christenen over bodig heten. De huidige naaktcultuur, met grenzenloze excessen ook in 't intiem fami lieleven toegepast, waarbij iedere schroom tussen ouoers en kinderen is uitgewist, vindt toch gelukkig onder ons geen verde digers! En het hartstochtelijk dobbelspel, onder welke naam dan ook, wordt toch nog altijd geweerd. Of deze vraag dringt zich onder 't schrijven en nadenken over deze dingen met kracht aan mij op staan hier ook in onze omgeving de deuren al veel te yael op een kier?. Offeren, yelen onzer de Jubileum - A. Wapenaar Betreffende de ïiitgave van een jubileum bundel uit het werk van A. Wapenaar wiens huldiging als letterkundige in September c.k. te Utrecht zal plaats vinden, deelt hel comité mede, dat de uitgave waaraan typo grafisch veel zorg besteed wordt, ter perse is. De titel luidt: Literaire Overdenkingen. Het geheel zal een keur bevatten dit de let terkundige studiën van den jubilaris"be nevens de verzen door hem geschreven na het verschijnen van zijn laatste bundel Van 'de studies worden genoemd Ten tijde der sentimentaliteit. Bilderdijk en de tachtigers. Rondom Da Costa's poëzie. Het kind in de literatuur. De dichter A. Roland Holst. Adama van Scheltema. Rondom Rilke. Christelijk dichterschap. Benevens een aantal verzen zal de bundel enkele foto's bevatten. Zooals reeds is medegedeeld, blijft de op lage van deze jubileumbundel beperkt en zal het boek in deze vorm niet worden herdrukt. Aan iedert die een bijdrage stort op post rekening van den secretaris van het comité, den heer 3. P. Prins, Louise de Cotignystr. 51 Schiedam, onder nummer 125306, wordt een exemplaar van het jubileumboek loege- Ten einde het oplage-cijfer vast te stellen verzoekt het comité, om teleurstelling te voorkomen, spoedig aan bovengenoemd adres opgave van deelname. ACHTTIEN JAAR SOVJET. Ervarin gen van Olga Diimitriëvna, coor M BOSSO. Paul Brands U. B.. Hil versum. Dit boeiende, goedgedocumenteerde bock is een bijdrage tot de reeds overvloedige literatuur, welke ons het Russische treur spel bij uitnemendheid beter doet kennen. In het eerste deel beschrijft Olga Dimi- triëvna, de dochter van een groot Russisch diplomaat, schrijfster van een aantal wer ken, ook tijdens het communistisch régime professor aan de Universiteit te Sint Peters- burg, haar ervaringen. In 1923 werd zij gearresteerd, omdat zij „een spion van Rome was en een geheime correspondentie onderhield met den H.Vader". een meer, 'de ander minder ook in dit op zicht niet reeds al te gewillig op 't altaar, in naam van cultuur en ruimhartigheid op gericht? Durven wij als ouders en opvoe ders op gevaar ai voor benepen gehouden te worden krachtig genoeg stelling nemen tegen wereldgelijkvormigheid? Ik hoop, dat ik te pessimistisch ben, maar ik vree6, dat deze onderwerpen ons in de toekomst met steeds klemmender kracht zullen bezig houden. De tweede vóóropmerking die ik wil ma ken, hangt eigenlijk nauw met de eerste samen. Het gemis hiér gevoeld, is 'de oor zaak van het te veel, waarover ik in de eerste opmerking sprak. De grote leemte van 't boek ligt in 't totale gemis aan zonde besef, dat we bij den schrijver moeten con stateren. De kernwaarheid van onze wereld beschouwing, dat de zonde oorzaak van alle leed is, en dat de zonde ook zonde moet worden genoemd en als zonde moet worden gestraft, zoekt men in Stekel's boek te ver geefs. De Nederlandse bewerker drukt zich in zijn inleidend, woord euphemistisch aldus uit: „Wel schijnt het me, dat dr Stekel den machtigen karaktervormenden invloed van een waarlijk godsdienstigen opvoeding on derschat. Van een godsdienst, die niet wordt voorgepréékt, maar voorgelééfd". Wanne ei' we ieder dezer woorden zo positief moge lijk laden, dan hebben we daarmee 't essen- tiëel tekort van dit boek duidelijk aange geven. Daaruit volgt noodzakelijkerwijze, dat wij bij de beaming van de diagnose van vele ge varen en gebreken, toch bijna zonder uitzon dering moeten kiezen voor een andere thera pie! Niet de opvoeding tot deugdzame en rechtschapen mensen, oprecht in hun woor den en daden en zuiver van geweten tegen over zichzelf en deri naaste is 't Christelijk ideaal. Ook dat kunnen wij niet missen en willen we niet ontberen, maar 't is voor ons geen doel; 't is voor ons noodwendig ge volg. Gehoorzaamheid aan Gods geboden, schuldbelijdenis en strafaanvaarding na be dreven kwaad zijn de pijlers van onze op voedingsleer. We mogen niet blijven staan bij psychologisch verklaren en begrijpelijk maken van het kwade; 't kan ons hoogstens door Gods genade de weg wijzen tot herstel. Wji moeten belijden ons aller afval yan .en vijandschap tegen God en ook in de op voeding erkennen de liefde van Christus, die alleen onze vergrijpen kan verzoenen. Maar juist als we ons er klaar van be wust zijn, hoe groot de afstand is tussen den schrijver en ons: gene zoekend naar zuiver menselijke braafheid, wij biddend om Goddelijke vergeving, juist dan kan dit boek van beschamend nut zijn ook voor Christelijke oudere en opvoeders. Het aantal behartigenswaardige wenken, die dit boek bevat, is zo groot, dat 't on mogelijk is daar in dit bestek een volledig overzicht van te geven. Op enkele punten wil ik even wijzen. Met nadruk wijst Stekel op de verderfe lijke invloeden die er kunnen uitgaan van krant en boek. Werd dit maar algemener aanvaard ook in onze kringen. Ik laat hier Stekel zelf spreken: Vreemde ogen dwingen best, zegt 't spreekwoord. Hij zegt o.m.: „Een veel grooter probleem is 't dagblad. In veel gezinnen vliegen de kinderen het eerst op de krant aan, waarin ze dan van alles lezen, wat hun gedachte in een verkeerde richting stuurt, 't Is jam mer, dat zoo'n massa couranten alleen op sensatie belust en specialiteit zijn in 't uit voerig beschrijven van misdaden". Elders heet het: „Wie gezonde kin deren wil hebben, moet er voor zorgen, dat zich in huis alleen goede hoeken bevinden". „Wie in zijn bibliotheek een menigte misdadigers-en detektive-romans heeft, mag zich niet ver wonderen, als zich bij zijn spruiten crimi neel© neigingen vertoonen. Het voor beeld van de ouders is't beste opvoedingsmiddel. Niet alleen wat de ouders zijn, maar ook wat de ouders lezen is van be te e k e n i s". Hij zegt ten slotte: „Bijna zou ik zeggen: Laat mij je boeken zien en dan zal ik je zeggen, hoe je kinderen zijn!" Moet Stekel nu nog vele Nederlanders de ogen openen voor de betekenis van de Christelijke pers, van Christelijke leeszalen en bibliotheken? Stekel strijdt voor eenvoud cn na tuurlijkheid in de opvoeding. Zeer tereoht laat hij zich ongunstig uit over „den demon Mode". Welk een af mattende en telkens terugkerende strijd wordt daarover niet gestreden ook in de Christelijke gezinnen? Hoe moeilijk is 't de kinderen van 12—18 te leren zelfstandig te staan tegenover allerlei fratsen en moderne bedenksels? En dit te meer daar veel ouders zelf en heus niet alleen moeders al lang vergaten dat strijd hier mogelijk en nodig is. Slechts door niet meer te strijden jyorden nederlagen yoorkomenl Zullen wij niet met Stekel laken de onge limiteerde behoefte aan uitgaan, waarin oudere hun kinderen het verkeerde voor beeld geven? Wat is er vaak overgebleven van de gezinsrust, die zo onmisbaar is voor 't verwerven van grondige kennis? Organi seren we ons niet dood met opoffering van t belang van ons gezin? De waarschuwing van Stekel geeft ook velen onzer rijke stof tot nadenken: „Alle menschen, die in 't pu blieke leven staan, al die onrustigen, die al leen aan hun beroep en aan hun zaak den ken, die dat niet van zich af kunnen zetten, als ze thuis zijn, dokters, die het te druk hebben, kortom, alle mannen, die geen tijd voor hun gezin hebben, loopen gevaar hun huiselijk leven te vernietigen. Het geheim van het huwelijk bestaat in de juiste ver houding tussdhen beroep en tehuis, tusschen de buitenwereld en de kleine wereld van het eigen gezin." Sportverdwazing cn arbeidsvreugde, ver enigingsleven en omgang met vrienden; 't zijn alle onderwerpen, waarover dit boek gezonde denkbeelden geeft. Ook 't middelbaar onderwijs en de taak der leraren behandelt het uitvoerig. De lei ders der rijpende jeugd komen er bij dezen schrijver al heel slecht af. Gelukkig adstru eert Stekel zijn betoog hoofdzakelijk met voorbeelden van Duitso en Amerikaanse scholen. Maar dit neemt niet weg, dat ook Nederlandse leraars hier menig waarschu wend woord te horen krijgen. Het is voor zeker verblijdend, dat ook in ons land in de kringen van 't M. O. meer en meer 't grote belang wordt ingezien van de betekenis der studie van psychologie en paedagogiek, die al te lang minachtend werd voorbijgegaan. Waakzaamheid en oplettendheid, de ogen open altijd en overal, dat zijn wel de luidst klinkende vermaningen tot ieder ouder en ieóeren opvoeder, die ons van iedere bladzijde van dit boek toespreken. Natuurlijk do lezer begrijpt dit reeds vanzelf komen ook sexuele problemen, die in de puberteitsperiode zo talrijk zijn, hier uitvoerig ter sprake; te uitvoerig zelfs en te Freudiaans in 't centrum geplaatst naar onze mening. Het is hier niet de geschikte plaats daarop nader in te gaan; wel is ook hier de aansporing niet overbodig, dat ieder ouder en opvoeder om nauwlettende maar kiese aandacht en eigen correct voor beeld bidde bij dit verantwoordelijke opvoe- dingsstuk. Dr J. KARSEMEIJER 1). Naar aanleiding van 't boek van Dr Wilhelm Stekel, voor Nederland bewerkt door J, H-. Sohouterv, Thieane en Cie, Zutfen, en het is zeer wel te begrijpen, dat men sommige van zijn preeken een langer le ven dan het uur van den jeugddienst ge ven wilde. Bovendien kunnen nu ook ouders en ouderen lezen, hoe dc jeugd niet Gods Woord te bereiken cn cr door te verrijken is. Vorm, toon en inhoud van dit tiental zijn geheel berekend op het jeugdig ge- r moed en vele jongeren zullen, nu hun door het lezen wat rustiger tempo om te over- denken en na te denken verschaft wordt dan bij het'hooren, er hun winst mee kun nen doen. Dat Dr. den Hertog zijn tijd en de kinderen van dezen tijd goed kent, geeft aan de lezing ook actueele bekoring. DE KRUISKONING, door J. H C, Kamsteeg. Uitgegeven door Uitg. Mij. i Holland te Amsterdam in het jaar I 1936. Gelijk de titel aangeeft behooren deze zes overdenkingen tot het tijdperk der lij densweken en van den Paasohmorgen. Een te late bespreking dus? Geenszins, want de schrijver, Ned. Herv. predikant tc Gorsscl, is erin geslaagd, de werking van zijn me ditaties te verbreeden tot geestelijke spijze voor eiken dag. Daarbij beschikt hij over een woordkeus cn zeggingskracht, welke de lezing tot een genot van hoogcr orde maken. Vijf van de zes meditaties zijn aan het I lijden des Hoeren gewijd: de zalving in Bethanië, in Gcthsemané, voor Kajafas, voor I Pilatus, en aan het kruis; één betrekt don Paaschmorgen in het geheel. Terecht: het I Evangelie eindigt niet met het „Wit setzen j uns mit Thrancn nieder". Het bezit van dezen bundel zal men zich niet berouwen; hij voert dieper in de smart i en doet 'hooger stijgen tot de glorie van den Kruiskoning. Een interview met Anton van Duinkerken! j „Het dichterschap bevredigt niet per só 1 alle publicatierang van den mensch; liij. wordt romanschrijver, polemist, redenaar, wait ge wilt". Van Duinkerken betreurt, dat de artike len over literatuur in de dagbladen te kort moeten zijn. Hij is het oneens rnet Coster, dat de poëzie van 1935 niet de moeite van een beschouwing in „Geschenk" loonde. Een biographie van Gottfried Keller be wijst, dat deze Zwitsersche dichter, roman schrijver en novellist ook in Nederland be langstelling genoot. Schrenier bespreekt Junkers' Nieder- landisciie Schauspieler u n d N i e. derlandisches S c h a u s p i e 1 i m 17 Jahrhundert in Deutscliland. De communistische veelschrijver Nico Rost ontvangt een welverdiende terechtzet- ting. Ghr. Sanders betoogt, dat „de eerste 1 goede Nederlandsche detectiveroman van daag den dag nog geschreven moet wor- J. Denijs bespreekt de opstellen van Paul Valéry. Interessant is het opstel n.a.v. Stanley Valkers City Editor, waarin deze jour nalist een vrijmoedige beschrijving geeft 1 van de Amerikaansche krant. In hoofdzaak zijn plaats cn taak en lot van het dagblad in alle landen ongeveer dezelfde. Doch er zijn ook specifieke natio nale eigenschappen. Zoo is de Amerikaan- sche krantenlezer zeer veeleischend: „Hij wil bij blijven; in zijn jachtend leven moet zijn krant hem in één oogopslag een beeld geven van datgene wat cr over het heelc land voorgevallen is". Aan den Amerikaanschen persman wor den absurde eisohen gesteld, do eischen i van „verbluffende snelheid cn ontstellende brutaliteit". Pater van Heugten drukt zijn radio-toe spraak af over „Het Boek". Hij zingt de lof van het boek, want „in een boek toch werd de openbaring Gods cn de geschie denis Zijner ontfermingen neergelegd". Het boek is de autobiografie van het menschdom. In niets heeft dc mensch zoq zeer uitgedrukt zijn gedachten, gevoelens, bedoelingen als in het boek. „Het hoek is een reflector, die alles opvangt en weer kaatst, wat zich in den mikrokosmos van het menschen-innerlijk afspeelt". De schrijver adviseert de Hollandsche uit. gevers, hun boeken minder omvangrijk te maken: „Een Fransche bibliotheek kan het dubbele aantal boeken bevatten togenbvee een Nederlandsche van gelijke grootte"- Pierre van Valkenhoff draagt een hym- pathiek artikel bij over A. C. G. Bosboom— Toussaint, „een grootse verschijning, zowel als mens en als kunstenaresse". Van Valkenhof meent o.i. terecht, da£ het moderne werk van mevr. Toussaint spoediger verouderd zal zijn dan haar his torische. Ook Het Huis Lauernesse wordt door dezen Katholieken schrijver gewaar deerd. Wel meent hij, dat aan haar kunst één groote kwaliteit ontbreekt: het subjec tieve. Felix van Aret besluit zijn studie over de Crisis in de Fransche roman- kun s t. Ontvangen Boeken AFGODEN OP DEN BRANDSTAPEL, door MATHIEU CORMAN, vert K. JONCKHEERE. W. B., A'dam. Dit boek bevat tweeërlei: het is een jour nalistiek verslag van een reis van twee zwervers in het in opstand gekomen Astu- rië en tevens een beschrijving van oorzaken en verloop van deze opstand. De schrijver is het blijkbaar vrijwel eens met de communistische opstandelingen. Dit J blijkt, bijv. hieruit, dat hij al zijn best doet de gruwelverhalen" over de wandaden der opstandelingen voor lasterlijke fabels van de conservatieven en clericalen le doen door gaan. Het doet eigenaardig aan, dat hij daarbij meteen zoo langs zijn neus weg, hen die dergelijke verhalen over „zeer verre streken, zooals in Mexico, Rusland enz." verbreiden, de les leest over hun „laf werk". Anderzijds tracht Corman de inaruk te sug- I gereeren, dat niet- slechts de heele schuld van en verantwoordelijkheid voor de Spaan- sche opstand ten laste komt van deSpaan sche regeering, doch deze zich bij het lem- I pen van ae revolutionaire beweging ook zou bediend hebben van de onmenschelijkste strijdmethoden. Wij bezien deze zaak nu eenmaal uit een heel ander gezichtspunt en kunnen daarom dit boek, de niet onverdienstelijke reisbe schrijving ten, spijt, onmogelijk aanbevelen. Onze jongens en meisjes boven de twaalf Een boek met een groot aantal behartigingswaardige wenken. De betekenis van het Dagblad en het Boek ook voor de jeugd. BOEKENSCHOUW APRIL 193$

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8