Ir ïöaDJ Wm PRESTO Met de ambulance in Abessynië WOENSDAG 22 APRIL 1936 DERDE BLAD PAG. 9 DE ITALIANEN WERKEN MET GIFGAS VREESELIJK LIJDEN DER SLACHTOFFERS De overval op de vooruil- geschoven eenheid Wat Dr. Veeneklaas overkwam D e s s i 15 Maart 1936 In de afgeloopen veertien dagen ie er weer heel wat gebeurd. De toeloop van patiënten gaat nog steeds door. Juist deze week hebben we de honderdste patiënt in het hospitaal opgenomen. Dit getal betreft natuurlijk het aantal opnamen, aangezien er ook velen zijn die als loopend patiënt behandeld wor den en geregeld voor een nieuw ver band en ter controle terugkomen. De polikliniek voor de burgerbevolking hebben we wegens het groote aantal operaties voorloopig stop moeten zet ten, omdat deze teveel van onze tijd vergde. De Engelschen brachten ons weer een aan tal patiënten, waarvan het meerendeel met mosterdgas, waarmede de Italianen veel werken in aanraking waren geweest. Het lijden dezer patiënten is vreeselijk. Mosterd gas-wonden vertoonen veel overeenkomst mot geïnfecteerde brandwonden, doch ze zijn veel kwaadaardiger. Het getroffen weef sel gaat onder groote pijn te gronde en maakt van het slachtoffer een lichamelijk wrak. Mosterdgas is in zijn uitwerking ont zettend. Het leed dat door dit gas en door bomscherven ontstaat is met geen pen te be schrijven. Eén enkel voorbeeld wil ik noemen. We hebben een patiënt opgenomen die met zijn muildier aan de teugel liep. Een bom ont plofte in zijn onmiddellijke nabijheid en een scherf scheurde zijn linkerarm van de romp. Het muildier sloeg ongedeerd op hol. Zijn arm bleef op den grond liggen als een aan klacht tegen dit wreede wapen. Dr. v. tl. Does en dr. Lampe ,die in Kwo- ram werken, krijgen dagelijks ruim honderd patiënten te behandelen, die door mosterd gas zijn aangetast en overdekt met wonden. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat zijn ze bezig deze te verbinden, zoodat er voor ander werk geen tijd over blijft De Engel sche ambulance, die ook te Kworam haar kamp had opgslagen, is door de Italiaansche luchtmacht volkomen plat gebombardeerd. Zeventien tenten en drie trucs ging in vlammen op. Verschillende patiënten werden gedood. Een patiënt, die op de operatie tafel lag werd ook door bomscherven ge dood. Ruim veertig bommen werden op het kamp afgeworpen. Het Europeesch personeel ontsnapte ternauwernood aan den dood. Daar het vlak terrein was, bood dit geen dekking en achter gras heeft men een vei lige schuilplaats moeten zoeken. Evenals bij onze voorpost, wordt de arbeid in de open lucht verricht Het verblijf is in holen inge richt. omdat dit veiliger is. De Engelsche ambulance zal waarschijn lijk ontbonden worden en uit Ethiopië ver trekken. Het werken onder zulke omstan- oigheden moet voor de betrokkenen wel buitengewoon onaangenaam zijn. Al deze dingen kon men na het gebeurde met dè Zweedsche ambulance verwachten. Het avontuur van dr. Van Schelven Veel onaangenamer is het gebeurde met dr. Van Schelven en dr. Veeneklaas, die en kele weken na dr. v. d. Does in 't begin van -K— Overheerlijke Aardbeien HUISHOUDJAM tn k«#toaa«a bakara *KjcLaJtXÜ2sH*€l/C&t' Vraagt ook ean»: Bettao Frsmborao Kersen - „Drievrucht"" Jsrrv Pmr Bekt 35 et De heer P. v. d, Honing vervolgt zijn brieven over de wederwaardigheden van de Nederlandsche ambulance in Abessynië. In de brief, die wij hieronder opne men verhaalt hij van den overval op de vooruitgeschoven eenheid van Dr van Schelven. Deze heeft vorige week zelf reeds een uitvoerig relaas ge geven van wat hem in Abessynië overkomen is. Interessant is na te gaan, hoe de overige leden van de ambulance in onzekerheid over zijn lot hebben verkeerd. Geheel nieuw en nog nergens ge publiceerd zijn de bijzonderheden over de lotgevallen van Dr Veene klaas. Ook deze heeft heel wat door moeten maken voor hij behouden in Dessié terugkeerde. We laten den heer P. t>. d. Honing verder zelf aan het woord: deze maand, eveneens per muilezel-karavaan naar hel Noorden vertrokken met bestem ming Kworam, waar zij or v. d. Does zou den ontmoeten. Dat ze Waldia veilig hadden bereikt hoorden we van een officier der Britsche ambulance, die ons gewonden bracht. Wij vermoedden dus geen kwaad, tot dr. Winckel en ir. De Vries voor een in spectie-reis per auto-truc naar het Noorden zouden vertrekken om de voorraden van dr. d. Does bij te vullen en dr. Van Schelven terug te halen, die hier dr. Belmonte zou vervangen. Het vertre-k was vastgesteld op Donderdag 5 Maart en twintig Sebanja's Een zeldzame foto van den Negus, bij het verlaten van de eettent van de Ned. Roodc Kruis-ambulance, toen zij nog te Dessié vertoefde. van alles beroofd, doch hadden zich bij de Engelsche ambulance In veilig heid weten te stellen en een hol als woonplaats gekozen. Door den Keizer waren ze van voedsel en kleeren voor zien. Direct werden maatregelen getroffen om dr. Winckel van deze ramp op de hoogte te stellen, doch deze was helaas niet meer te achterhalen. Gelukkig echter was juist een zouden als escorte meegaan In de nacht van Donderdag op Vrijdag verscheen er ech ter een ijlbode, die meedeelde, dat dr. Winckel en ir. De Vries niet mochten ver trekken. Op informatief egaan bij den Kroon prins beweerde deze met de reden van deze weigering niet op de hoogte te zijn, doch Z. H. zou er naar laten informeeren. Wij rermoedden een onheil en waren ernstig on gerust. In alle richtingen werden telegram men verzonden met het verzoek mede te deelen waar zich onze uni-tenten bevonden. Een telegram werd naar het hoofdkwartier van den Negus verzonden. Vrijdag 6 Maart kwam de kroonprins het kamp bezichtigen, dooh deze wist ons ook toen niets naders mede te deelen. 's Avonds door onze radio naar de nieuwsberichten luisterend, hoorden we tot onze ontsteltenis van het bombarde ment der Engelsche ambulance en brachten dit natuurlijk in verband met de onzen. Groot was dan ook de geruststelling van den leider toen ons een telegram bereikte, dat allen veilig Kworam hadden bereikt. Geheel gerustgesteld werden we echter pas, toen dr. Winckel en ir. De Vries hun paspoorten naar Kworam kregen en boven dien een escorte van twintig soldaten met twee officieren, die hen op dezen weg zou den beschermen. Zoo vertrokken deze in opgewekte stem ming Donderdag 12 Maart naar het Noorden. Twee Ford-trucs trokken,mee. Een ontstellende tijding Nauwelijks waren ze een uur ver trokken of ons bereikte het telegram, dat dr. v. Schelven en dr. Veeneklaas op weg van Waldia naar Kworam door roovers waren overvallen, waar bij dr. v. Schelven door een kogel in de borst was getroffen. Dr. Veene klaas zou een paar maal door de roo vers gevangen genomen zijn, doch steeds weer ontvlucht. Beiden waren Engélsch gewonden-transport op weg naar hospitaal. Deze kon onzen leider de noo- dige inlichtingen geven, 's Avonds arriveer de dit transport in Dessié. We hoorden toen nadere bijzonderheden over de toedracht van het gebeurde. Tusschen Waldia en Kworam werd de karavaan in de vroege morgen door een twintigtal roovers overvallen. Geweerschoten klonken overal. Reeds bij het begin verloren dr. v. Schelven en dr. Veeneklaas elkander uit het oog. Muilezels renden in groote pa niek dooreen, hun kisten afwerpende. Dr v. Schelven werd reeds dadelijk by den aan vang van het gevecht door een ge weeschot getroffen. De kogel drong hem in de borst en verbrijzelde een stuk van het borstbeen en een rib en verliet aan de voorzijde weer het lichaam. Wonder boven wonder werden geen edele deelen geraakt en de toestand van Dr v. Schelven is dan ook nu bevredigend en baart geen reden tot ongerustheid. Direct na getroffen te zijn viel hij bewusteloos. Hij kwam bij doordat een kerel bezig was zijn kleeren van het lichaam te trekken. Dr. v. Schelven vond de kracht zijn aanrander schop in de maagstreek te geven, die hevig geschrokken aan de haal ging. Dr. v. Schelven stond op, doch viel na zich ©en hónderdtal meters voortgesleept te hebben weer neer, doch wist zich vooraf in een kreupelboschje te sleepen. In dezen toestand werd hij nogmaals door roovers aangeval len, doch toen men probeerde hem van zijn kleeren te ontdoen gutste het bloed uit de wond, waarna men hem liet liggen. Een paar dagen heeft hij zich zoo voortgesleept, werd door bewoners van een toekoel opge nomen en van voedsel voorzien en mocht ten langen leste eindelijk de Engelsche am- iulance bereiken. Wat dr. Veeneklaas overkwam Nog anders ging het dr. Veeneklaas. Reeds bij de aanvang van het gevecht werd hij door de roovers gevangen genomen en met het geweer in aanslag op zijn borst ge richt, gedwongen alles wat hij van waarde bij zich had, af te geven. Zelfs zijn klee-ding- stukken moest hij afstaan. Op een gegeven oogenblik zag hij kans te ontsnappen en rende het veld in, doch werd nogmaals dooi de roovers gevangen genomen. Deze kregen echter onderling ruzie en zoodoende zag Dr Veeneklaas nogmaals kans te ontsnappen en zich in het kreupelhout te verbergen. Van daar kon hij zien hoe overal uaar iiem werd gezocht en er nog steeds op voorbijl rekkende personen geschoten werd. Nadat de duister- is ingevallen was, waagde hij het voor aarts te sluipen. Zijn bovenlichaam camou fleerde hij met wat takken, teneinde in het maanlicht niet opgemerkt te worden. Einde lijk wist hij de bergen te bereiken, doch deze waren vol doornstruiken, die zijn lichaam aan alle zijden verwondden. Enkele hyena's voelden zich blijk baar tot het bloed aangetrokken en als bij maar even probeerde te rusten kwamen eenige van deze dieren ge vaarlijk dicht in zijn nabijheid, zoodat verder gaan noodzakelijk was. Het is immers bekend, dat geen hyena een levend mensch ooit zal aanvallen, wel in bewustelooze of slapende toestand. Ontzettend moet dan ook de angst van dr. Veeneklaas zijn geweest. Een paar nachten lang duurde deze moei lijke tocht, gekweld door honger en dorst in een verpestende atmosfeer van muildie ren- en ezelkadavers, die overal langs den weg in een toestand van ontbinding lagen. Eindelijk bereikte ook hij door middel van eenige soldaten, die hem van kleedingstuk- ken voorzagen, dr. v. d. Does. Dr v Schelven werd toen nog vermist, doch zooals reeds vermeld kwam ook deze behouden in het kamp aan Bij het gevecht werd de tolk, zes nagadi's en tien sebanja's van het eskorte gedood, zoodat zeventien personen den aan slag met hun leven hebben moeten betalen. Dr. Winckel is inmiddels tot ons terug gekeerd, daar zij in Waldia werden opge houden. Ir. De Vries gaat nu verder, bege leid door een wacht, teneinde Dr Veeneklaas naar Dessié te halen. Dr. v. d. Does en dr Lampe zullen waarschijnlijk per karavaan weer naar hier terugkeeren. Dr. v. Schelven gaat op voorstel van den Negus per vlieg tuig rechtstreeks naar Addis Abeba en van daar naar 't vaderland terug. (Zooals men weet. is daarvan niets gekomen, omdat de Italianen tot twee malen toe het vliegtuig vernielden. Red.). Hier in 't basis-hospitaal hebben wij nog veel arbeid te verrichten. Wij hopen, dat we de gelegenheid er voor krijgen, want het gevaar uit de lucht is niet gering. Een Roode Kruisvlag op een wit veld is immers vanuit de lucht een duidelijk zichtbaar doe- punt, (Nadruk verboden). P. v. d HONING BINNENLAND De Joodsche Invalide Belangrijke gift van de Koningin Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum der vereeniging is gistermiddag in het ge bouw van „De Joodsche Invalide" aan de Nieuwe Achtergracht te Amsterdam een drukbezochte receptie gehouden. Bij den aanvang dezer receptie deed de voorzitter, de arts A. K e e s i n g, mededee- ling van een ontvangen schrijven van den secretaris van H. M. de Koningin, melden de, dat het H. M. de Koningin behaagd had een belangrijk bedrag beschikbaar te stel len als jubileumgift voor „De Joodsche Invalide", NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN Aan den heer E. Haak, stationschef eer- e klasse A te Amsterdam CS., is eervol ontslag verleend wegens het bereiken van de leeftijdsgrens. ZEEPPOEDER Tentoonstelling te Amsterdam Zal onvermijdelijk een tekort opleveren De indertijd ingestelde Commissie, die zou onderzoeken of te Amsterdam in een der eerstvolgende jaren een tentoonstelling van groot formaat kan worden gehouden en die sindsdien nog met verschillende perso nen is uitgebreid, heeft thans een rapport uitgebracht, aan den Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, mede ter kermis gebracht van het gemeentebestuur van Am sterdam. In dit rapport stelt de commissie tegenover elkaar de mogelijkheid van een nationale tentoonstelling en van een inter nationale tentoonstelling, deze laatste alge meen in den zin van het tentoonstellings verdrag van Parijs 1928, maar niettemin be perkt tot enkele belangrijke onderdeelen van het economische en cultureele leven als verkeer, koloniën, toegepaste kunst, waarbij zich folklore en sport aansluiten. De commissie heeft voorts o.m. aandacht geschonken aan de terreinen voor een ten toonstelling, waarvoor met medewerking van het gemeentebestuur van Amsterdam een alleszins bevredigende oplossing kan worden gevonden, en aan de financleele zijde der plannen. Het rapport wijst er op, dat een tentoonstelling, nationaal of inter nationaal opgezet, op zich zelf be schouwd en ongeacht daar tegenover staande Indirecte voordeelen, onver mijdelijk een tekort zal aanwijzen, waarvoor van te voren dekking moet worden gezocht. De commissie geeft hieromtrent enkele denkbeelden ter overweging, ten aanzien waarvan de overheid aan de hand van het rapport thans haar standpunt zal kunnen be- Christelijke Historici in Nederland Het gezelschap van Christelijke Historici in Nederland hield te Amsterdam zijn zestiende jaarvergadering. Na de opening herdacht de voorzitter, Prof. Dr. A. A. Schelven, allereerst het overleden lid, Dr J. C. Rullmann. Uit het jaarverslag van den secretaris, Dr L. W. G. S c h o 11 e n bleek, dat het gezelschap thans 52 leden telt. De uitgave van den derden lustrumbundel is door allerlei omstandigheden wat traagd, doch zal in den loop van dit jaar plaats vinden. Goeden voortgang vond het samen stellen van een lijst van leemten in de geschiedbeschrijving, die vooral van Christelijke zijde als zoodanig worden aangevoeld. Door de mede werking van tal van leden en enkele aangezochte buitenstaanders is een groot aantal onderwerpen bijeenge bracht De betrokken oommissie is thans gereed gekomen met de rubri ceering. De eindredactie is reeds ver gevorderd, zoodat de verschijning binnen afzlenbaren tijd is tegemoet te zien. In de morgenvergadering sprak Dr. L. C. Suttorp over: „De beteekenis van het verblijf van .Lodewijk XVII" in Nederland" Na de pauze refereerde Dr H. J. Smit over De dictatuur van Cromwell. Bij de bestuursverkiezing werd Dr L. W. nu tijdelijk 3 pakken voor 1 5 ct. DONDERDAG 23 APRIL HILVERSUM I 1875 RL 8-00—9.1a KRO. 10.00. NCRV.. 11.00 KRO. 2.00 NCRV. 8.009.15 en 10.00 Gram.pL 10.15 Mor gendienst door Ds. P. J. de Bruin, Chr. Geref. Pred. te VeenendaaL 10.45 Gr.pL 11.30—12.00 Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pL en KRO-Orkest. 2.00 Handwerkles. 3.15— 3 45 Voor de vrouw. 4.00 Bijbellezing. 5.00 Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Haagsch Klavierkwartet. 6.45 Causerie. 7.00 Be richten. 7.30 Joum. Weekoverzicht. 8.00 Berichten. 8.15 Bijeenkomst der Haagsche Waterscouts. 9.30 OrgelspeL (Om 10.00 Berichten). HILVERSUM n 301 RL AVRO-Uitzending. 8.00 Gram.pl. 9.00 Ensemble Jetty Cantor. 10.00 Morgenwijding. 10.30 Vervolg van. 9.00. 11.00 Kniples. 11.30 Fagot en piano. 12.00 Cantabile-orkest 2.00 Verslag AVRO-Modeshow. 4.00 Voor zieken. 4.30 De Continental Five. 5.30 De Octophoni- kers. 7.00 Voor de kinderen. 7.0S Radio- tooneel met muziek. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten. 8.10 Omroeporkest en het Boe- da pest er Trio. 9.30 Omroeporkest 10.00 Reportage en concert door het Omroep orkest. 11.00 Berichten. DROITWICH 1500 RL 10.25 OrgelspeL 11.20 Orkest 1.20 BBC-Welsch-orkest 2.20 Vesper. 3.10 Causerie. 4.05 Het Harp-Trio. 5.50 Pianorecital. 6.50 Lezing. 7.20 St. Joris-Dag-programma. 8.50 Berichten. 9.10 Toespraak. 9.30 Korte Kerkdienst 9.50 BBC-Midland-orkest. RADIO PARIS 1648 RL 8.20 Orgelconcert 10.20 Omroeporkest. 3.20 Concert 9.05 Nat Orkest KEULEN 456 RL 9.20 Koorconcert 11.20 Om. roepkleinorkest 3.20 Populair concert 5.20 Orkestconcert 7.30 Omroepkwintet- concert. 8.20 Gevar. programma. 9.50 Om roeporkest. BRUSSEL 322 en 484 RL 322 M.t 11.50 Om roeporkest. 4.20 Kleinorkest. 7.20 Sym- phonieconcert. 9.3010.20 Gram.pL 484 m.: 11.20 Gram.pl. 11.50 Klein-orkest 5.35 Cellokwartet 7.20 Omroeporkest en zang. 9.3010.20 Gram.pl. G. Scholten, die aftredend en statutair niet herkiesbaar was, vervangen door Dr J. Veldkamp te Hilversum. Met dezen wordt het bestuur thans gevormd door Prof. Dr. A. A. van Schelven, voorzitter en Dr. L. C. Suttorp, penningmeester. Wat de natuur thans biedt De Betuwe bloeit In de Betuwe bloeien de pere-, kerse- en pruiraeboomen. Bij warm weer zal komende week een bezoek aan deze streek zeer zeker aanbeveling verdienen. In Zuid-Beveland staan appel- en pere- boomen in bloeL Late hyacinthen en vroege tulpen In de omgeving van Limmen, Hillegom, Lisse en Sassenheim staan momenteel ne late hyacinthen en vroege tulpen in vollen bloei. Een bezoek verdien^ thans aanbeve ling. MIJNHEER PIMPELMANS GAAT ..EN PENSION" 17. Maar.... tuut-tuut! Daar kwam op eens de trein het perron binnengestoomd en de dansenden holden weg. Mijnheer Pimpelmans, die zijn kaartje nog moest halen, werd rood van schrik, duwde de sloten van den koffer dicht en rende naar het loket, terwijl zijn vrouw den koffer overeindzette. „Nou, meneer, U mag wel op schieten!" zei de ambtenaar. Hijgend ren den mijnheer Pimpelmans en zijn vrouw het perron op.... 19. De portieren waren al gesloten. Ter wijl de stationschef „gauw! gauw!" stond te roepen, rukte mijnheer Pimpelmans een portier open en wierp de twee parapluies, die hij droeg, de coupé in. Toen wilde hij er zelf in klimmen, maar och. och, hij kon van zenuwachtigheid den grooten koffer niet naar binnen krijgen (Wordt Vrijdag as. vervolgd) (14 Hij stond in d0 deuropening. Een kleine scheepslantaarn had hij bij zich en bij het licht daarvan keek hij naar de gevangenen. Dan sprak hij: „Met twee sterke mannen kan ik dit vaartuig besturen, maar voor mij alleen is het onmogelijk, en dan moeten we omkomen. Jullie tweeën moeten met mij meegaan" En hij wees Hursa aan en Tasamma, die nu van zijn wonden hersteld was. „En wat gebeurt er met de andere twee, onzen meester en den dokter?" riep Hursa. „Die zal ik weer in hun gevangenis opsluiten, vvat kan net mij schelen, of ze ellendig omkomen", zei de Arabier. Maar hij had voor het oogenblik vergeten, dat de rollen nu omgekeerd waren. Hij stond alleen, terwijl zij met zn vieren waren. Met één sprong waren Hursa en Tasamuia bij de deur. Voor hij er op verdacht was, hadden ze den Arabier al gegrepen en hem van de deuropening weggesleurd. In het gevecht, dat volgde, viel de lamp op den grond en brak. Alles was nu in duister gehuld. Toen hij zag, dat zc hem de baas waren, gaf de Arabier het op, zonder zich verder te verzetten. Hij wilde liever probeeren een soort vergelijk treffen. „Laten we gezamenlijk probeeren dit schip door den storm te krijgen", stelde hij voor. Hij moest schreeuwen om zich boven al het lawaai verstaanbaar te kunnen maken. „Dat werk is ta zwaar voor één man." „Waar zijn de zeelieden?'1 vroeg Daraba. „Ze zijn allemaal ziek of dood. Ze zijn allemaal door een geheimzinnige ziekte bezocht Binnen twee weken voelde de een na den ander zich verschrikkeHjk moe, hun mond werd opgezwollen, en het bloed stroomde uit hun neus. Kunt U die geheimzinnige ziekte verklaren, Hakim? Waarom lijd ik er niet aan? Eu waarom zijn ook de gevangenen er aan ontkomen?"' „Het is de bezoeking van een vertoornden god voor jou", schreeuwde Tasamma z'n ouden vijand toe. De dokter schudde evenwel z'n hoofd. „Het is een ziekte, die in mijn land wel bekend is en die onder zeelieden meer voorkomt. Toen ik de groote bloedige zweren zag op de huid van den knecht wist ik dat de beman- ming door deze ziekte bezocht was. Als ze in Cleopatris gebleven waren, en zich te goed gedaan hadden aan die soorten voedse1, waarvan de zeeman zoo geniet na een lange reis, zouden ze aan deze ziekte,niet ge'eden hebben. Ze zijn te lang op een ononderbroken reis geweest met altijd hetzelfde voedsel." „Wat is die ziekte?" Terwijl hij de trap op ging vond Ali nog den tijd die vraag te stellen. „Het is de gevreesde scheurbuik", zei de Hindoe kortaf. Allemaal hadden ze het nu druk met het besturen van hst schip. Met vereende krachten slaagden ze er in het groote rechthoekige zeil'naar beneden te halen, waarbij ze groot gevaar liepen voor hun eigen leven. Het driehoekige zeil bover in dc mast was buiten hun bereik, want de wind raasde door het want. De golven sloegen over het dek en allen moesten ze zich aan het dichtstbijzijnde houvast vastklemmen om niet overboord gespoeld te worden. Een plotselinge bliksemstraal verlichtte de zee mijlen In hdl rond. In dat korte oogenblik ontdekten de mannen vlak voor zich uit een groot eiland. Het schip, dat door den wind in zijn top-zeil voortgedreven werd, ging daar in razende vaart recht op af. Weer wist Daraba bij de mast te komen en hij schreeuwde zijn mannen toe hem te helpen. Met z'n vieren deden ze e©n laatste wanhopige poging om het tcp-zeil neer te halen en zoo de vaart van him schip te minderen en het beter bestuurbaar te maken. Opeens hoorden ze onder zich het gekraak van versplinterend hout. Het schip was op de rotsen geloopen. Daraba en zijn mannen klemden zich vast aan de mast, toen het schip in tweeën brak, en toen weer van de rotsen afviel, terug in de zee. De groote mast was door den schok afgebroken en werd met andere brokstukken in het kolkende water geworpen en naar de kust gedreven. Met één hand klemden ze zich vast aan do mast, met de andere weerden ze de massa's wrakhout af. Zoo vochten r.« tegen den dood. Weer verlichtte een bliksemstraal de zee, en in dat oogenblik zag Daraba dat de Arabier los moest laten en onder water zonk. Daraba strekte zijn ééne vrije hand naar hem uit, maar een balk van het „chip, door de golven mee gesleurd. viel precies op zijn rechterarm, die de drijvende mast vasthield. Met ©en kreei van pijn moest hij zijn houvast los laten en ook hij verdween onder Je golven. Toen hij wakker werd als uit eeuwen van slaap, lag hij op het zand aan den oever van de zee. De zon scheen hem in het gezicht. De zee was zoo kalm dat men zich niet voorstellen kou, dat ze kort geleden zoo gewoed had. Hij probeerde op te staan. Zijn rechterschouder deed hem verschrikkelijk pijn. Maar toen hij op korten afstand zijn drie metgezellen ontdekte, die de vlsch klaar maakten voor hot ontbijt, vergat hij zijn pijn. Toen hij bij hen kwam, begroetten ze hem met uitroepen van blijdschap. „Meester", riep Hursa, „kijk eens in de verte naar het vaste land. We zijn veilig en dicht bij ons vaderland." „Ken je dan dit eiland?" vroeg Daraba, verbaasd over de woorden van Hursa. „Ja", verzekerde Hursa met een overtuiging, die allen twijfel wegnam. „Het is het eiland, genaamd Berg-eiland. Ik ben geboren in het land dat U daar in de verte ziet In mijn jeugd heb ik hier dikwijls schildpadden gezocht, waarvan we de schalen In Adoelis verkochten, dat maar twintig stadia van de kust verwijderd ligt." Vol blijdschap at Daraba de visch, die klaargemaakt was. Hij luisterde gespannen toen Hursa vertelde over een klein visschersdorp, niet ver weg, op dit zelfde eiland, waar ze een boot zouden kunnen krijgen om hen naar het vasteland te brengen. Als ze daar waren zouden ze makkelijk met kameelen naar Adoelis kunnen gaan, want in die 6tad was Daraba goed bekend. Toen haalden ze de geschiedenis van de schipbreuk op. Daraba hoorde, dat hij zijn leven te danken had aan Tasamma, die hem gegrepen had. nadat hij van ae mast afgeslagen whs. En nu voelde Daraba de pijn in zijn schouder weer, en de Hindoe wilde niet rusten, voor de net bloed bevlekte k'eeren verwijderd waren, en hij de wond kon onderzoeken. Toen hij die zag schudde de dokter ernstig zijn hoofd. Daarop zei hij droevig: „Tot mijn spijt moet de behandeling wachten tot we in Adoelis aankomen. Mijn geneesmiddelen liggen op den bodem van de zee. Ik vrees, dat U veel ongemaK en pijn zult lijden, en dat er misschien infectie bij komt." Een poosje later zaten Daraba en zijn beide dienaars met een verbaasd gezicht te kijken, naar wat de Hindoe Hakim deed. Ze zagen dat hij een groote scherpe steen uitzocht. Daarmee ging hij naar een boom in de buurt en maakte verscheidene diepe, onregelmatige insnijdingen in de bast Daarop keerde hy naar de anderen terug en zei: „Over een paar minuten heb ik een geneesmiddel voor U." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9