Ir
ïöaDJ
Wm
PRESTO
Met de ambulance in Abessynië
WOENSDAG 22 APRIL 1936
DERDE BLAD PAG. 9
DE ITALIANEN WERKEN
MET GIFGAS
VREESELIJK LIJDEN
DER SLACHTOFFERS
De overval op de vooruil-
geschoven eenheid
Wat Dr. Veeneklaas overkwam
D e s s i 15 Maart 1936
In de afgeloopen veertien dagen ie er
weer heel wat gebeurd. De toeloop van
patiënten gaat nog steeds door. Juist
deze week hebben we de honderdste
patiënt in het hospitaal opgenomen.
Dit getal betreft natuurlijk het aantal
opnamen, aangezien er ook velen zijn
die als loopend patiënt behandeld wor
den en geregeld voor een nieuw ver
band en ter controle terugkomen. De
polikliniek voor de burgerbevolking
hebben we wegens het groote aantal
operaties voorloopig stop moeten zet
ten, omdat deze teveel van onze tijd
vergde.
De Engelschen brachten ons weer een aan
tal patiënten, waarvan het meerendeel met
mosterdgas, waarmede de Italianen veel
werken in aanraking waren geweest. Het
lijden dezer patiënten is vreeselijk. Mosterd
gas-wonden vertoonen veel overeenkomst
mot geïnfecteerde brandwonden, doch ze
zijn veel kwaadaardiger. Het getroffen weef
sel gaat onder groote pijn te gronde en
maakt van het slachtoffer een lichamelijk
wrak. Mosterdgas is in zijn uitwerking ont
zettend. Het leed dat door dit gas en door
bomscherven ontstaat is met geen pen te be
schrijven.
Eén enkel voorbeeld wil ik noemen. We
hebben een patiënt opgenomen die met zijn
muildier aan de teugel liep. Een bom ont
plofte in zijn onmiddellijke nabijheid en een
scherf scheurde zijn linkerarm van de romp.
Het muildier sloeg ongedeerd op hol. Zijn
arm bleef op den grond liggen als een aan
klacht tegen dit wreede wapen.
Dr. v. tl. Does en dr. Lampe ,die in Kwo-
ram werken, krijgen dagelijks ruim honderd
patiënten te behandelen, die door mosterd
gas zijn aangetast en overdekt met wonden.
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat zijn
ze bezig deze te verbinden, zoodat er voor
ander werk geen tijd over blijft De Engel
sche ambulance, die ook te Kworam haar
kamp had opgslagen, is door de Italiaansche
luchtmacht volkomen plat gebombardeerd.
Zeventien tenten en drie trucs ging in
vlammen op. Verschillende patiënten werden
gedood. Een patiënt, die op de operatie
tafel lag werd ook door bomscherven ge
dood.
Ruim veertig bommen werden op het
kamp afgeworpen. Het Europeesch personeel
ontsnapte ternauwernood aan den dood.
Daar het vlak terrein was, bood dit geen
dekking en achter gras heeft men een vei
lige schuilplaats moeten zoeken. Evenals bij
onze voorpost, wordt de arbeid in de open
lucht verricht Het verblijf is in holen inge
richt. omdat dit veiliger is.
De Engelsche ambulance zal waarschijn
lijk ontbonden worden en uit Ethiopië ver
trekken. Het werken onder zulke omstan-
oigheden moet voor de betrokkenen wel
buitengewoon onaangenaam zijn. Al deze
dingen kon men na het gebeurde met dè
Zweedsche ambulance verwachten.
Het avontuur van dr. Van Schelven
Veel onaangenamer is het gebeurde met
dr. Van Schelven en dr. Veeneklaas, die en
kele weken na dr. v. d. Does in 't begin van
-K—
Overheerlijke
Aardbeien
HUISHOUDJAM
tn k«#toaa«a bakara
*KjcLaJtXÜ2sH*€l/C&t'
Vraagt ook ean»: Bettao Frsmborao
Kersen - „Drievrucht"" Jsrrv Pmr Bekt 35 et
De heer P. v. d, Honing vervolgt zijn
brieven over de wederwaardigheden
van de Nederlandsche ambulance in
Abessynië.
In de brief, die wij hieronder opne
men verhaalt hij van den overval op
de vooruitgeschoven eenheid van Dr
van Schelven. Deze heeft vorige week
zelf reeds een uitvoerig relaas ge
geven van wat hem in Abessynië
overkomen is. Interessant is na te
gaan, hoe de overige leden van de
ambulance in onzekerheid over zijn
lot hebben verkeerd.
Geheel nieuw en nog nergens ge
publiceerd zijn de bijzonderheden
over de lotgevallen van Dr Veene
klaas. Ook deze heeft heel wat door
moeten maken voor hij behouden in
Dessié terugkeerde.
We laten den heer P. t>. d. Honing
verder zelf aan het woord:
deze maand, eveneens per muilezel-karavaan
naar hel Noorden vertrokken met bestem
ming Kworam, waar zij or v. d. Does zou
den ontmoeten. Dat ze Waldia veilig hadden
bereikt hoorden we van een officier der
Britsche ambulance, die ons gewonden
bracht. Wij vermoedden dus geen kwaad,
tot dr. Winckel en ir. De Vries voor een in
spectie-reis per auto-truc naar het Noorden
zouden vertrekken om de voorraden van dr.
d. Does bij te vullen en dr. Van Schelven
terug te halen, die hier dr. Belmonte zou
vervangen. Het vertre-k was vastgesteld op
Donderdag 5 Maart en twintig Sebanja's
Een zeldzame foto van den Negus, bij het
verlaten van de eettent van de Ned. Roodc
Kruis-ambulance, toen zij nog te Dessié
vertoefde.
van alles beroofd, doch hadden zich
bij de Engelsche ambulance In veilig
heid weten te stellen en een hol als
woonplaats gekozen. Door den Keizer
waren ze van voedsel en kleeren voor
zien.
Direct werden maatregelen getroffen om
dr. Winckel van deze ramp op de hoogte te
stellen, doch deze was helaas niet meer te
achterhalen. Gelukkig echter was juist een
zouden als escorte meegaan In de nacht
van Donderdag op Vrijdag verscheen er ech
ter een ijlbode, die meedeelde, dat dr.
Winckel en ir. De Vries niet mochten ver
trekken. Op informatief egaan bij den Kroon
prins beweerde deze met de reden van deze
weigering niet op de hoogte te zijn, doch
Z. H. zou er naar laten informeeren. Wij
rermoedden een onheil en waren ernstig on
gerust. In alle richtingen werden telegram
men verzonden met het verzoek mede te
deelen waar zich onze uni-tenten bevonden.
Een telegram werd naar het hoofdkwartier
van den Negus verzonden. Vrijdag 6 Maart
kwam de kroonprins het kamp bezichtigen,
dooh deze wist ons ook toen niets naders
mede te deelen. 's Avonds door onze radio
naar de nieuwsberichten luisterend, hoorden
we tot onze ontsteltenis van het bombarde
ment der Engelsche ambulance en brachten
dit natuurlijk in verband met de onzen.
Groot was dan ook de geruststelling van den
leider toen ons een telegram bereikte, dat
allen veilig Kworam hadden bereikt.
Geheel gerustgesteld werden we echter
pas, toen dr. Winckel en ir. De Vries hun
paspoorten naar Kworam kregen en boven
dien een escorte van twintig soldaten met
twee officieren, die hen op dezen weg zou
den beschermen.
Zoo vertrokken deze in opgewekte stem
ming Donderdag 12 Maart naar het Noorden.
Twee Ford-trucs trokken,mee.
Een ontstellende tijding
Nauwelijks waren ze een uur ver
trokken of ons bereikte het telegram,
dat dr. v. Schelven en dr. Veeneklaas
op weg van Waldia naar Kworam
door roovers waren overvallen, waar
bij dr. v. Schelven door een kogel in
de borst was getroffen. Dr. Veene
klaas zou een paar maal door de roo
vers gevangen genomen zijn, doch
steeds weer ontvlucht. Beiden waren
Engélsch gewonden-transport op weg naar
hospitaal. Deze kon onzen leider de noo-
dige inlichtingen geven, 's Avonds arriveer
de dit transport in Dessié. We hoorden toen
nadere bijzonderheden over de toedracht
van het gebeurde.
Tusschen Waldia en Kworam werd de
karavaan in de vroege morgen door een
twintigtal roovers overvallen. Geweerschoten
klonken overal. Reeds bij het begin verloren
dr. v. Schelven en dr. Veeneklaas elkander
uit het oog. Muilezels renden in groote pa
niek dooreen, hun kisten afwerpende. Dr
v. Schelven werd reeds dadelijk by den aan
vang van het gevecht door een ge weeschot
getroffen. De kogel drong hem in de borst
en verbrijzelde een stuk van het borstbeen
en een rib en verliet aan de voorzijde weer
het lichaam. Wonder boven wonder werden
geen edele deelen geraakt en de toestand van
Dr v. Schelven is dan ook nu bevredigend en
baart geen reden tot ongerustheid. Direct
na getroffen te zijn viel hij bewusteloos. Hij
kwam bij doordat een kerel bezig was zijn
kleeren van het lichaam te trekken. Dr. v.
Schelven vond de kracht zijn aanrander
schop in de maagstreek te geven, die
hevig geschrokken aan de haal ging. Dr.
v. Schelven stond op, doch viel na zich ©en
hónderdtal meters voortgesleept te hebben
weer neer, doch wist zich vooraf in een
kreupelboschje te sleepen. In dezen toestand
werd hij nogmaals door roovers aangeval
len, doch toen men probeerde hem van zijn
kleeren te ontdoen gutste het bloed uit de
wond, waarna men hem liet liggen. Een
paar dagen heeft hij zich zoo voortgesleept,
werd door bewoners van een toekoel opge
nomen en van voedsel voorzien en mocht
ten langen leste eindelijk de Engelsche am-
iulance bereiken.
Wat dr. Veeneklaas overkwam
Nog anders ging het dr. Veeneklaas.
Reeds bij de aanvang van het gevecht werd
hij door de roovers gevangen genomen en
met het geweer in aanslag op zijn borst ge
richt, gedwongen alles wat hij van waarde
bij zich had, af te geven. Zelfs zijn klee-ding-
stukken moest hij afstaan. Op een gegeven
oogenblik zag hij kans te ontsnappen en
rende het veld in, doch werd nogmaals dooi
de roovers gevangen genomen. Deze kregen
echter onderling ruzie en zoodoende zag Dr
Veeneklaas nogmaals kans te ontsnappen en
zich in het kreupelhout te verbergen. Van
daar kon hij zien hoe overal uaar iiem werd
gezocht en er nog steeds op voorbijl rekkende
personen geschoten werd. Nadat de duister-
is ingevallen was, waagde hij het voor
aarts te sluipen. Zijn bovenlichaam camou
fleerde hij met wat takken, teneinde in het
maanlicht niet opgemerkt te worden. Einde
lijk wist hij de bergen te bereiken, doch deze
waren vol doornstruiken, die zijn lichaam
aan alle zijden verwondden.
Enkele hyena's voelden zich blijk
baar tot het bloed aangetrokken en als
bij maar even probeerde te rusten
kwamen eenige van deze dieren ge
vaarlijk dicht in zijn nabijheid, zoodat
verder gaan noodzakelijk was. Het
is immers bekend, dat geen hyena een
levend mensch ooit zal aanvallen, wel
in bewustelooze of slapende toestand.
Ontzettend moet dan ook de angst van
dr. Veeneklaas zijn geweest.
Een paar nachten lang duurde deze moei
lijke tocht, gekweld door honger en dorst
in een verpestende atmosfeer van muildie
ren- en ezelkadavers, die overal langs den
weg in een toestand van ontbinding lagen.
Eindelijk bereikte ook hij door middel van
eenige soldaten, die hem van kleedingstuk-
ken voorzagen, dr. v. d. Does. Dr v Schelven
werd toen nog vermist, doch zooals reeds
vermeld kwam ook deze behouden in het
kamp aan Bij het gevecht werd de tolk, zes
nagadi's en tien sebanja's van het eskorte
gedood, zoodat zeventien personen den aan
slag met hun leven hebben moeten betalen.
Dr. Winckel is inmiddels tot ons terug
gekeerd, daar zij in Waldia werden opge
houden. Ir. De Vries gaat nu verder, bege
leid door een wacht, teneinde Dr Veeneklaas
naar Dessié te halen. Dr. v. d. Does en dr
Lampe zullen waarschijnlijk per karavaan
weer naar hier terugkeeren. Dr. v. Schelven
gaat op voorstel van den Negus per vlieg
tuig rechtstreeks naar Addis Abeba en van
daar naar 't vaderland terug. (Zooals men
weet. is daarvan niets gekomen, omdat de
Italianen tot twee malen toe het vliegtuig
vernielden. Red.).
Hier in 't basis-hospitaal hebben wij nog
veel arbeid te verrichten. Wij hopen, dat we
de gelegenheid er voor krijgen, want het
gevaar uit de lucht is niet gering. Een
Roode Kruisvlag op een wit veld is immers
vanuit de lucht een duidelijk zichtbaar doe-
punt,
(Nadruk verboden). P. v. d HONING
BINNENLAND
De Joodsche Invalide
Belangrijke gift van de Koningin
Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum
der vereeniging is gistermiddag in het ge
bouw van „De Joodsche Invalide" aan de
Nieuwe Achtergracht te Amsterdam een
drukbezochte receptie gehouden.
Bij den aanvang dezer receptie deed de
voorzitter, de arts A. K e e s i n g, mededee-
ling van een ontvangen schrijven van den
secretaris van H. M. de Koningin, melden
de, dat het H. M. de Koningin behaagd had
een belangrijk bedrag beschikbaar te stel
len als jubileumgift voor „De Joodsche
Invalide",
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN
Aan den heer E. Haak, stationschef eer-
e klasse A te Amsterdam CS., is
eervol ontslag verleend wegens het bereiken
van de leeftijdsgrens.
ZEEPPOEDER
Tentoonstelling te Amsterdam
Zal onvermijdelijk een tekort opleveren
De indertijd ingestelde Commissie, die
zou onderzoeken of te Amsterdam in een
der eerstvolgende jaren een tentoonstelling
van groot formaat kan worden gehouden en
die sindsdien nog met verschillende perso
nen is uitgebreid, heeft thans een rapport
uitgebracht, aan den Minister van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart, mede ter kermis
gebracht van het gemeentebestuur van Am
sterdam. In dit rapport stelt de commissie
tegenover elkaar de mogelijkheid van een
nationale tentoonstelling en van een inter
nationale tentoonstelling, deze laatste alge
meen in den zin van het tentoonstellings
verdrag van Parijs 1928, maar niettemin be
perkt tot enkele belangrijke onderdeelen
van het economische en cultureele leven als
verkeer, koloniën, toegepaste kunst, waarbij
zich folklore en sport aansluiten.
De commissie heeft voorts o.m. aandacht
geschonken aan de terreinen voor een ten
toonstelling, waarvoor met medewerking
van het gemeentebestuur van Amsterdam
een alleszins bevredigende oplossing kan
worden gevonden, en aan de financleele
zijde der plannen.
Het rapport wijst er op, dat een
tentoonstelling, nationaal of inter
nationaal opgezet, op zich zelf be
schouwd en ongeacht daar tegenover
staande Indirecte voordeelen, onver
mijdelijk een tekort zal aanwijzen,
waarvoor van te voren dekking moet
worden gezocht. De commissie geeft
hieromtrent enkele denkbeelden ter
overweging, ten aanzien waarvan de
overheid aan de hand van het rapport
thans haar standpunt zal kunnen be-
Christelijke Historici
in Nederland
Het gezelschap van Christelijke Historici
in Nederland hield te Amsterdam zijn
zestiende jaarvergadering. Na de opening
herdacht de voorzitter, Prof. Dr. A. A.
Schelven, allereerst het overleden lid,
Dr J. C. Rullmann. Uit het jaarverslag
van den secretaris, Dr L. W. G. S c h o 11 e n
bleek, dat het gezelschap thans 52 leden telt.
De uitgave van den derden lustrumbundel
is door allerlei omstandigheden wat
traagd, doch zal in den loop van dit jaar
plaats vinden.
Goeden voortgang vond het samen
stellen van een lijst van leemten in
de geschiedbeschrijving, die vooral
van Christelijke zijde als zoodanig
worden aangevoeld. Door de mede
werking van tal van leden en enkele
aangezochte buitenstaanders is een
groot aantal onderwerpen bijeenge
bracht De betrokken oommissie is
thans gereed gekomen met de rubri
ceering. De eindredactie is reeds ver
gevorderd, zoodat de verschijning
binnen afzlenbaren tijd is tegemoet
te zien.
In de morgenvergadering sprak Dr. L. C.
Suttorp over: „De beteekenis van het
verblijf van .Lodewijk XVII" in Nederland"
Na de pauze refereerde Dr H. J. Smit over
De dictatuur van Cromwell.
Bij de bestuursverkiezing werd Dr L. W.
nu tijdelijk 3 pakken voor 1 5 ct.
DONDERDAG 23 APRIL
HILVERSUM I 1875 RL 8-00—9.1a KRO.
10.00. NCRV.. 11.00 KRO. 2.00 NCRV.
8.009.15 en 10.00 Gram.pL 10.15 Mor
gendienst door Ds. P. J. de Bruin, Chr.
Geref. Pred. te VeenendaaL 10.45 Gr.pL
11.30—12.00 Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pL
en KRO-Orkest. 2.00 Handwerkles. 3.15—
3 45 Voor de vrouw. 4.00 Bijbellezing. 5.00
Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Haagsch
Klavierkwartet. 6.45 Causerie. 7.00 Be
richten. 7.30 Joum. Weekoverzicht. 8.00
Berichten. 8.15 Bijeenkomst der Haagsche
Waterscouts. 9.30 OrgelspeL (Om 10.00
Berichten).
HILVERSUM n 301 RL AVRO-Uitzending.
8.00 Gram.pl. 9.00 Ensemble Jetty Cantor.
10.00 Morgenwijding. 10.30 Vervolg van.
9.00. 11.00 Kniples. 11.30 Fagot en piano.
12.00 Cantabile-orkest 2.00 Verslag
AVRO-Modeshow. 4.00 Voor zieken. 4.30
De Continental Five. 5.30 De Octophoni-
kers. 7.00 Voor de kinderen. 7.0S Radio-
tooneel met muziek. 7.30 Engelsche les. 8.00
Berichten. 8.10 Omroeporkest en het Boe-
da pest er Trio. 9.30 Omroeporkest 10.00
Reportage en concert door het Omroep
orkest. 11.00 Berichten.
DROITWICH 1500 RL 10.25 OrgelspeL 11.20
Orkest 1.20 BBC-Welsch-orkest 2.20
Vesper. 3.10 Causerie. 4.05 Het Harp-Trio.
5.50 Pianorecital. 6.50 Lezing. 7.20 St.
Joris-Dag-programma. 8.50 Berichten. 9.10
Toespraak. 9.30 Korte Kerkdienst 9.50
BBC-Midland-orkest.
RADIO PARIS 1648 RL 8.20 Orgelconcert
10.20 Omroeporkest. 3.20 Concert 9.05
Nat Orkest
KEULEN 456 RL 9.20 Koorconcert 11.20 Om.
roepkleinorkest 3.20 Populair concert
5.20 Orkestconcert 7.30 Omroepkwintet-
concert. 8.20 Gevar. programma. 9.50 Om
roeporkest.
BRUSSEL 322 en 484 RL 322 M.t 11.50 Om
roeporkest. 4.20 Kleinorkest. 7.20 Sym-
phonieconcert. 9.3010.20 Gram.pL
484 m.: 11.20 Gram.pl. 11.50 Klein-orkest
5.35 Cellokwartet 7.20 Omroeporkest en
zang. 9.3010.20 Gram.pl.
G. Scholten, die aftredend en statutair
niet herkiesbaar was, vervangen door Dr J.
Veldkamp te Hilversum. Met dezen
wordt het bestuur thans gevormd door Prof.
Dr. A. A. van Schelven, voorzitter en
Dr. L. C. Suttorp, penningmeester.
Wat de natuur thans biedt
De Betuwe bloeit
In de Betuwe bloeien de pere-, kerse- en
pruiraeboomen. Bij warm weer zal komende
week een bezoek aan deze streek zeer zeker
aanbeveling verdienen.
In Zuid-Beveland staan appel- en pere-
boomen in bloeL
Late hyacinthen en vroege tulpen
In de omgeving van Limmen, Hillegom,
Lisse en Sassenheim staan momenteel ne
late hyacinthen en vroege tulpen in vollen
bloei. Een bezoek verdien^ thans aanbeve
ling.
MIJNHEER PIMPELMANS GAAT ..EN PENSION"
17. Maar.... tuut-tuut! Daar kwam op
eens de trein het perron binnengestoomd
en de dansenden holden weg. Mijnheer
Pimpelmans, die zijn kaartje nog moest
halen, werd rood van schrik, duwde de
sloten van den koffer dicht en rende naar
het loket, terwijl zijn vrouw den koffer
overeindzette. „Nou, meneer, U mag wel op
schieten!" zei de ambtenaar. Hijgend ren
den mijnheer Pimpelmans en zijn vrouw
het perron op....
19. De portieren waren al gesloten. Ter
wijl de stationschef „gauw! gauw!" stond
te roepen, rukte mijnheer Pimpelmans een
portier open en wierp de twee parapluies,
die hij droeg, de coupé in. Toen wilde hij
er zelf in klimmen, maar och. och, hij kon
van zenuwachtigheid den grooten koffer
niet naar binnen krijgen
(Wordt Vrijdag as. vervolgd)
(14
Hij stond in d0 deuropening. Een kleine scheepslantaarn had
hij bij zich en bij het licht daarvan keek hij naar de gevangenen.
Dan sprak hij: „Met twee sterke mannen kan ik dit vaartuig
besturen, maar voor mij alleen is het onmogelijk, en dan
moeten we omkomen. Jullie tweeën moeten met mij meegaan"
En hij wees Hursa aan en Tasamma, die nu van zijn wonden
hersteld was.
„En wat gebeurt er met de andere twee, onzen meester en den
dokter?" riep Hursa.
„Die zal ik weer in hun gevangenis opsluiten, vvat kan net
mij schelen, of ze ellendig omkomen", zei de Arabier.
Maar hij had voor het oogenblik vergeten, dat de rollen nu
omgekeerd waren. Hij stond alleen, terwijl zij met zn vieren
waren. Met één sprong waren Hursa en Tasamuia bij de deur.
Voor hij er op verdacht was, hadden ze den Arabier al gegrepen
en hem van de deuropening weggesleurd. In het gevecht, dat
volgde, viel de lamp op den grond en brak. Alles was nu in
duister gehuld. Toen hij zag, dat zc hem de baas waren, gaf de
Arabier het op, zonder zich verder te verzetten. Hij wilde liever
probeeren een soort vergelijk treffen.
„Laten we gezamenlijk probeeren dit schip door den storm
te krijgen", stelde hij voor. Hij moest schreeuwen om zich boven
al het lawaai verstaanbaar te kunnen maken. „Dat werk is ta
zwaar voor één man."
„Waar zijn de zeelieden?'1 vroeg Daraba.
„Ze zijn allemaal ziek of dood. Ze zijn allemaal door een
geheimzinnige ziekte bezocht Binnen twee weken voelde de
een na den ander zich verschrikkeHjk moe, hun mond werd
opgezwollen, en het bloed stroomde uit hun neus. Kunt U die
geheimzinnige ziekte verklaren, Hakim? Waarom lijd ik er
niet aan? Eu waarom zijn ook de gevangenen er aan ontkomen?"'
„Het is de bezoeking van een vertoornden god voor jou",
schreeuwde Tasamma z'n ouden vijand toe.
De dokter schudde evenwel z'n hoofd.
„Het is een ziekte, die in mijn land wel bekend is en die
onder zeelieden meer voorkomt. Toen ik de groote bloedige
zweren zag op de huid van den knecht wist ik dat de beman-
ming door deze ziekte bezocht was. Als ze in Cleopatris gebleven
waren, en zich te goed gedaan hadden aan die soorten voedse1,
waarvan de zeeman zoo geniet na een lange reis, zouden ze
aan deze ziekte,niet ge'eden hebben. Ze zijn te lang op een
ononderbroken reis geweest met altijd hetzelfde voedsel."
„Wat is die ziekte?" Terwijl hij de trap op ging vond Ali nog
den tijd die vraag te stellen.
„Het is de gevreesde scheurbuik", zei de Hindoe kortaf.
Allemaal hadden ze het nu druk met het besturen van hst
schip. Met vereende krachten slaagden ze er in het groote
rechthoekige zeil'naar beneden te halen, waarbij ze groot gevaar
liepen voor hun eigen leven. Het driehoekige zeil bover in dc
mast was buiten hun bereik, want de wind raasde door het
want. De golven sloegen over het dek en allen moesten ze zich
aan het dichtstbijzijnde houvast vastklemmen om niet overboord
gespoeld te worden.
Een plotselinge bliksemstraal verlichtte de zee mijlen In hdl
rond. In dat korte oogenblik ontdekten de mannen vlak voor
zich uit een groot eiland. Het schip, dat door den wind in zijn
top-zeil voortgedreven werd, ging daar in razende vaart
recht op af.
Weer wist Daraba bij de mast te komen en hij schreeuwde
zijn mannen toe hem te helpen. Met z'n vieren deden ze e©n
laatste wanhopige poging om het tcp-zeil neer te halen en zoo
de vaart van him schip te minderen en het beter bestuurbaar
te maken.
Opeens hoorden ze onder zich het gekraak van versplinterend
hout. Het schip was op de rotsen geloopen.
Daraba en zijn mannen klemden zich vast aan de mast, toen
het schip in tweeën brak, en toen weer van de rotsen afviel,
terug in de zee. De groote mast was door den schok afgebroken
en werd met andere brokstukken in het kolkende water
geworpen en naar de kust gedreven.
Met één hand klemden ze zich vast aan do mast, met de
andere weerden ze de massa's wrakhout af. Zoo vochten r.«
tegen den dood. Weer verlichtte een bliksemstraal de zee, en
in dat oogenblik zag Daraba dat de Arabier los moest laten en
onder water zonk. Daraba strekte zijn ééne vrije hand naar
hem uit, maar een balk van het „chip, door de golven mee
gesleurd. viel precies op zijn rechterarm, die de drijvende mast
vasthield. Met ©en kreei van pijn moest hij zijn houvast los
laten en ook hij verdween onder Je golven.
Toen hij wakker werd als uit eeuwen van slaap, lag hij op
het zand aan den oever van de zee. De zon scheen hem in het
gezicht. De zee was zoo kalm dat men zich niet voorstellen kou,
dat ze kort geleden zoo gewoed had.
Hij probeerde op te staan. Zijn rechterschouder deed hem
verschrikkelijk pijn. Maar toen hij op korten afstand zijn drie
metgezellen ontdekte, die de vlsch klaar maakten voor hot
ontbijt, vergat hij zijn pijn. Toen hij bij hen kwam, begroetten
ze hem met uitroepen van blijdschap.
„Meester", riep Hursa, „kijk eens in de verte naar het vaste
land. We zijn veilig en dicht bij ons vaderland."
„Ken je dan dit eiland?" vroeg Daraba, verbaasd over de
woorden van Hursa.
„Ja", verzekerde Hursa met een overtuiging, die allen twijfel
wegnam. „Het is het eiland, genaamd Berg-eiland. Ik ben
geboren in het land dat U daar in de verte ziet In mijn jeugd
heb ik hier dikwijls schildpadden gezocht, waarvan we de
schalen In Adoelis verkochten, dat maar twintig stadia van de
kust verwijderd ligt."
Vol blijdschap at Daraba de visch, die klaargemaakt was. Hij
luisterde gespannen toen Hursa vertelde over een klein
visschersdorp, niet ver weg, op dit zelfde eiland, waar ze een
boot zouden kunnen krijgen om hen naar het vasteland te
brengen. Als ze daar waren zouden ze makkelijk met kameelen
naar Adoelis kunnen gaan, want in die 6tad was Daraba goed
bekend.
Toen haalden ze de geschiedenis van de schipbreuk op.
Daraba hoorde, dat hij zijn leven te danken had aan Tasamma,
die hem gegrepen had. nadat hij van ae mast afgeslagen whs.
En nu voelde Daraba de pijn in zijn schouder weer, en de
Hindoe wilde niet rusten, voor de net bloed bevlekte k'eeren
verwijderd waren, en hij de wond kon onderzoeken. Toen hij die
zag schudde de dokter ernstig zijn hoofd.
Daarop zei hij droevig: „Tot mijn spijt moet de behandeling
wachten tot we in Adoelis aankomen. Mijn geneesmiddelen
liggen op den bodem van de zee. Ik vrees, dat U veel ongemaK
en pijn zult lijden, en dat er misschien infectie bij komt."
Een poosje later zaten Daraba en zijn beide dienaars met een
verbaasd gezicht te kijken, naar wat de Hindoe Hakim deed.
Ze zagen dat hij een groote scherpe steen uitzocht. Daarmee
ging hij naar een boom in de buurt en maakte verscheidene
diepe, onregelmatige insnijdingen in de bast Daarop keerde hy
naar de anderen terug en zei:
„Over een paar minuten heb ik een geneesmiddel voor U."
(Wordt vervolgd).