fimatwvdfc A. BERGHOUT VLAMPIJPEN „TU B U S" Handil-Maatichappri N.T. WOENSDAG 1 APRIL 1936 No. 332 Bestrijding van emelten De Plantenziektenkundige Dienst meldt: Aangezien vorigen zomer en najaar de langpootmuggen in meer dan normale male zijn opgetreden, is de k^ans groot, dat dit jaar de larven dezer langpootmuggen, dat zijn de emelten, schadelijk, wellicht zelfs zeer schadelijk zullen worden. Klachten over vreterij door emelten worden reeds .vernomen. De verbouwers zullen daarom goed doen reeds thans na te g>aan, of er emelten in hun perceelen aanwezig zijn. Dit kan zeer gemakkelijk geschieden door op verschillende kleine plekjes op den akker of in het weiland een kleine hoeveelheid benzine te gieten. De emelten komen dan binnen zeer korten tijd boven den grond. De bestrijding geschiedt door 't uitstrooien van een mengsel Parijschgroen met tarwe zemelen. Per H.A. worden gebruikt 25 kg. zemelen en 1 kg. Parijschgroen. De droge zemelen worden zeer zorgvuldig met het Parijschgroen gemengd en eerst daarna wordt dit mengsel al knedend zoodanig be vochtigd, dat de massa fijn kruimelig wordt, zoodat ze gemakkelijk breedwerpig overliet te behandelen perceel kan worden uitge strooid. Gewoonlijk is 0,6 liter water per kg. zemelen noodig. Het mengen en Bevoch tigen kan geschieden in een kuip. Om mor sen te voorkomen moeten de kuipen niet al te vol gemaakt worden. Een goede menging kan ook verkregen worden- in de trommels, die gebruikt worden voor de ontsmetting van granen. Ook hierin moet eerst droog- gemengd worden en daarna wordt water toegevoegd. Nakneden van de massa is noo dig, daar ze in de machine gaan klonten. De werkzaamheid van het middel hangt ten nauwste samen met het tijdstip, waarop het wordt uitgestrooid. Noodig is, dat de emelten boven den grond komen en dit doen deze alleen, wanneer de temperatuur niet te laag en de grond ook niet al te droog is. Men wacht dus met het uitstrooien tot een „zachüen" dag. Desnoods kan men eerst een klein stukje van een perceel behandelen. Ziet men hiervan resultaat, dan kan den volgenden dag, wanneer het weer gunstig is gebleven, de rest worden bestrooid. Het uitstrooien geschiedt in den middag, de emelten komen nl. -alleen des nachts boven (den grond. Parijschgroen is een zeer sterk maaggif. Het is dus noodig, dat voorzorgsmaatrege len worden genomen om inademing van het poeder te voorkomen. Dit kan geschieden door bij het afwegen en het mengen, een doek voor den mond te' binden en kleine watten propjes in den neus te doen. Wan neer de massa vochtig is, kunnen doek en watjes verwijderd worden. De menger moet geen open- wonden—hebben:- Na de behande ling worden de handen goed gereinigd. Er moet voor gezorgd worden, dat geen vee van het klaargemaakte mengsel eet. Is hij het klaar matken eenig materiaal gemorst, dan moet dit zorgvuldig worden opge ruimd. Zekerheidshalve boude men het vee plm. 3 weken uit de behandelde weilanden, bij regenachtig weer zijn 2 weken voldoen de. Op bouwland mag het mengsel niet wor den ingeëgd. Steeds ga men na. of het mid del succes heeft opgeleverd en zoo ook of er nog veel levende emelten in den grond zijn achtergebleven. Zoo dit het geval is, dan herhale men de behandeling op een gunstiger tijdstip. Zij, die bezwaar hebben tegen het gebruik van het giftige Parijschgroen. kunnen ge bruik maken van het veel minder giftige kiezalfluoornatrium of kiezelfluoorbarium in dezelfde of in iets grootere hoeveelheid, maar de uitwerking daarvan is niet zoo snel en ook niet zoo zeker. Men neme echter bij aanwending van dit middel de noodige maatregelen om inademing enz. te voor komen- Nadere inlichtingen zijn gratis te beko men bij den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en de daarbij werkzame ambtenaren alsmede bij de Rijksland- en Tuinbouwconsulenten, Het verbouwen van korrelmais De Ned. Heide Maatschappij gaf uit een heel beknopte, doch buitengewoon duide lijke brochure over de verbouw van korrel- Korrelmais of Zaadmais heeft in de laatste tijd heel veel belangstelling ver kregen. Over dit gewas kan wellicht in ons land alleen de Heidemaatschappij van ervaring spreken daar deze reeds een groot aantal jaren de teelt er van in het klein uitoefen de en de laatste jaren meer in het groot ter hand nam. Daarom is het zeer toe te juichen, dat deze brochure verscheen, waarin de erva ringen die de N.H.M. opdeed, zijn mede gedeeld, zoodat zij die met zaadmais serieuze proeven willen nemen, hierin kun nen leeren hoe te handelen of niet te han- Het bleek dat zaadmais vrijwel elke grondsoort voor lief neemt, mits deze maar Een drooghok -voor korrelmais goed ontwaterd is. Jonge ontginnin gen zijn niet geschikt. Aan de voorvrucht stelt mais geen bij zondere eischen, alleen na een groenbewer- kingsgewas als klaver, lupinen en wikken gaat het minder goed. Voor de navrucht legt mais niet veel bezwaren in de weg. Goed diep losgemaakte grond is noodig. Voor fosforzuur en kali is mais zeer dank baar. Geeft men te veel stikstof dan wordt de rijping vertraagd en de kans op ver schimmeling der kolven groot. Stalmest moet men, aldus de ervaring van de N.H. liever niet geven. Op behoor lijke kleigrond is stikstof niet noodig, op zand ien veen gaat men hoogstens tot 200 K.G.- ner- H.Av De zaaitijd valt omstreeks half April. Een afstand van 60 bij 50 cM. is het meest aanbevelenswaardig, drie korrels in een plm. 5 cM. diep gat. De groei gaat eerst langzaam. Pas in Juni begint de intensieve groei. Herhaaldelijk schoffelen tijdens de groei is zeer goed mogelijk en geeft een schoon land. Oogsten kan men als het zaad licht geel is gekleurd, en een hardheid heeft, dat men met de nagel er geen snede in kao maken. Maar in de schutbladenen blijft het zaad lang goed, zoodat men na rijping kan oogsten, wanneer men klaar is met ander werk. De kolven worden in manden of grove jute zakken gedaan en in drooghokken op geslagen. Ze moeten geruimen tijd nadro- gen. De drooghokken kan men volgens in de brochure beschreven wijze gemakkelijk zelf te maken met geringe kosten {zie ai- beelding). Het ontpitten kan in het groot geschie den met een speciale eenvoudige ontpit machine, die niet duur is. Kleinere hoeveel heden dorscht men in de zak met vlegels. Ook schijnt het goed te gaan met de dórsch- machine, zooals men schokkererwten be handelt. De brochure eindigt met een vergelijking tusschen de verbouw van rogge en mais die in het voordeel van mais uitvalt. Zooals we reeds opmerkten is deze bro chure heel leerzaam voor hen, die ernstige proeven met maisverbouw willen u,emen. Hoewel verbouw in het groot nog niet is aan te raden, zooals we indertijd reeds mededeelden, toch lijkt ons het nemen van nauwgezette proeven van eenige omvang van veel beteekenis voor onze landbouwers. Meer uitvoerige wenken en raadgevingen vindt men in een brochure van Ir. P. G. Meyers, direct, der Landb.kundige af- deeling van het Rijkslandbouwproefstation te Groningen: „Eenige wenken bij de cultuur van Korrelmais", bij noemd proefstation verkrijgbaar voor 15 ct. Het blauw worden der aardappelen na het koken Door de Deensche Landbouwkundige Fro- de Hansen, is een nauwkeurig onderzoek in gesteld naar de oorzaken, waardoor de aardappelen blauw kunnen worden bij het laten staan na het koken om zoo mogelijk middelen te vinden om dit blauw worden tegen (c gaan. Men vermoedde, dat dit blauw worden zijn oorzaak zou vinden in maatregelen, die de praktijk neemt bij het verbouwen en (of) het bewaren der aard appelen. Ook wilde men weten of bij het koken ook maatregelen te nemen waren om het optre den van de donkere kleur bij aardappelen, welke voor dit euvel vatbaar zijn, te derdrukken. De mededeelingen, die de heer Frode Hansen als gevolg van zijn onderzoek deed, zijn door de Kon. Deensche Landbouw Maat schappij bekroond. Zijn ervaringen zijn door ir A. Kerkhof bewerkt uit het Deensch en gepubliceerd in het Landbouwkundig Tijd schrift van Januari I.l We ontleenen hier aan het volgende: Men moet onderscheid maken tusschen plekken, die reeds in de rauwe aardappel aanwezig zijn en veroorzaakt worden door ziekte of stooten bij opslag of vervoer en tusschen kleuring, die pas tijdens of na het koken te voorschijn komt. De meeste van de kleuringsverschijnselen die in de aaj-dappelen optreden, staan in verband met een oxydatie van een stikstof- houdende stof, een aminozuur, genaamd tyrosine, welke in de meeste gewone ei-wit achtigo stoffen wordt aangetroffen. F oxydatie heeft niet plaats in de levende cel len, maar eerst als het celsap door kneu zing of andere beschadiging uit do cel treedt Deze oxydatie heeft verder in twee stadia plaats en wel wordt 6r eerst éen roode stof gevormd, welke daarna tot een zwarte of donkerblauwe stof, de melanine wordt gezet. Het eerste proces is afhankelijk van een enzym, de tyrosinase, van zuurstof en van een bepaalde zuurgraad. Wordt het enzym gedood, verwijdert men de zuurstof of wordt het reactiegetal lager dan 4.9, dan kan het proces niet verloopen en als het reeds is ingeleid, zal het weer teruggaan. De oxydatie van de roode stof tot melanine schijnt slechts afhankelijk van de aanwezig heid van zuurstof, maar mogelijk ook van de zuurgraad, maar het reactiegetal kan in dit geval lager zijn dan voor de vorming van de roode stof. Bij het koken heeft de beschadiging van de cellen, die noodzakelijk is om de zwarte kleur tevoorschijn te roepen, plaats bij een temperatuur, die hooger is dan 55 gr. C. Daarna wordt de oxydatie van het tyrosine ingeleid, totdat de tyrosinase tusschen 65 en 70 gr. C. wordt gedood en de oxydatie wordt voortgezet tot de zwarte kleurstof, wanneer de aardappelen na het koken aan de inwerking der lucht worden blootgesteld. Op bepaalde wijze werd nu door Frode Hansen de mate van kleuring nagegaan met een door hem ontworpen kleurenschaal genummerd van 1 tot 40. Nu bleek, dat het verkleuringsgeta] het kleinst was bij perceelen, die kali of kali fosforzuur hadden ontvangen, terwijl 't opvallend was, dat het verkleuringsgeta! doorgaans zeer hoog was bij met stikstof bemeste perceelen. Uitgezonderd wanneer stikstof en kali waren gegeven. Ook bleek het niet onverschillig in welke vorm de kali gegeven werd. Het blauw-worden werd het best voorkomen bij het geven van chloor- •rije kalimeststoffen. Frode Hansen komt tot de volgende con clusie: „Ook deze proefnemingen toonen, dat de kaiibemesting de neiging tot blauwkleuring heeft gedrukt, wanneer de kali naast stik stof en fosforzuur wordt gegeven en dat men de beste werking krijgt door de kali meststof, die het geringste chloorgehalte Tenslotte heeft Hansen nog nagegaan, welke maatregelen voor en bij het koken konden worden genomen en het blauwwor- den na het koken te voorkomen. Vooreerst kan men daartoe vooral het naveleinde dik schillen, omdat de ergst ver kleurende lagen aan de buitenkant zitten. Ook kan de blauwkleuring belangrijk wor den verminderd door het weeken van ge schilde aardappelen in water voor het ko ken. De beste werking wordt verkregen bij het gebruik van warm water (ongeveer 50 C.) gedurende een relatief korte tijd (24 uren), terwijl koud water in 24 uur een iets geringere werking geeft. Door weeking cn koken in zure oplossingen kan de blauw kleuring ook veel worden tegengewerkt. Als de pH van de oplossing (d.w.z. als de oplossing te zuur is) lager is dan 5,5 kan een zure smaak optreden en wanneer zij lager is dan 4.7 kan een taaie bruine korst gevormd worden. Deze laatste maatregelen lijken ons, zegt Ir. Kerkhof, niet van practische beteekenis. De onderzoekingen van Frode Hansen be vestigen dus over 't algemeen de Duitsche en Nederlandsche resultaten, welke ook ge toond hebben, dat men de neiging tot blauw kleuring van de aardappelen na het koken door een passende kalibemesting kan te genwerken. Op deze pagina een vingerwijzing voor hen, die KORRELMAIS willen vcrbouiven. Marktoverzicht (Medegedeeld door het Centr. Bur.) Meststoffen Stikstof meststoffen. Het mooie lenteweer van de afgeloopen week, gevolgd door de malsche regenbuien der laatste da gen, zal zeker er toe medewerken, om voor de komende dagen meerdere vraag naar stikstof te brengen. Het zal bij vele coöperaties welkom zijn, want we hoorden van meerdere zijden, dat tot heden de consumptie nog achter was, hier wat meer, daar wat minder, doch dat H. HARING IJZEREN HOOI- EN GRAANBERGEN 2 - 3 - 4 EN 6 ROEDEN IN ALLE GROOTTEN BILLIJK ZEER SOLIDE BOSKOOP TEL. 128 MET WORMWIEL-VEILIGHEIDSLIEREN in het algemeen minder verkocht was dan het vorig jaar om dezen tijd van 't seizoen. Ondanks de steunmaatregelen der Regee ring op velerlei gebied van land- en tuin- bouw zou men uit bovenstaande opmerking mogen afleiden, dat de toestand in land- en tuinbouwkringen nog dwingt tot bezuini ging op het gebied van bemesting. We hopen, dat we dit verkeerd zien en het straks zal blijken met het verbruik van stikstof tenslotte nog mee te vallen. Misschien zou het ook beter geweest zijn, indien de prijzen nog iets lager waren ge houden. Wie aanvankelijk gekocht heeft, had daar geen hinder van, maar het huidi ge niveau is mogelijk voor de late koopers wel wat belemmerend. Het laatste dubbel tje weegt altijd het zwaarstl De noteeringen yoor Maart zijn afge loopen. T li om asmeel. We verkeeren in een tijd van overgang. Het oude seizoen is in derdaad gestorven en het nieuwe nog niet geboren. Er is een zekere periode, oogenschijnlijk van rust, doch wel degelijk gevuld met voelen en tasten naar het niveau voor hel nieuwe seizoen. Dat niveau wordt nog altijd bepaald door vraag en aanbod. Zet men het seizoen te hoog in, dan slinkt de belangstelling van de koopers en moeten later de prijzen wor den herzien. Ook thans bestaat er nog een verschil in opvatting tusschen de fabrieken en de importeurs. Dat verschil is wel niet zoo groot, nl. y2 a cent per procent, doch juist groot genoeg om weer oorzaak te kun nen zijn van een ongeregelde markt. Laten we over het kalenderjaar 1935 de uitvoeren van België en Luremburg bezien. De totaaluitvoer is 975.000 ton. Om een goed beeld te krijgen moeten we den uit voer naar Frankrijk er aftrekken, want er is zelfs nog meer thomasmeel uit Frankrijk ingevoerd, dan er naar toe werd gezonden. We krijgen dan een uitvoer van bijna 900.000 ton. Hiervan ging 450.000 ton (de helft) naar Duitschland en 300.000 ton (een derde) naar Nederland. Beide landen samen namen dus 5/6 van het totaal. Nederland is een vrij constante factor, doch Duitschland blijft de grootc onbekende. De navolgende cijfers van het laatste seizoen zijn thans bekend: Invoeroverschotten Duitschland: Febr. 61.900 ton, Febr. '35: 83.500 ton; April 1935- Febr. 1936: 453.600 ton; April 1934 Febr. 1935 908.600 ton. J.COSTER Zonen GOUDA TELEFOON 2502 Zooals we in onze dagelijksche "berichten mededeelden heeft Ir. 'A. A. Nceb, Rijkstand- bouwconsülent voor Noordelijk ZuidrHolland met ingang van 1 April zijn functie neer gelegd om met pensioen te gaan. In Leiden hield de welbekende en alom beminde land- bouwconsülent verleden week zijn laatste zitdag en werd bij die gelegenheid, gehuldigd voor wat hij voor den Zuid-Hollandschen landbouw is geweest. Een afschcidscomité overhandigde den heer Neeb een geschenk. Dit moment zien we hier afgebeeldVan links naar rechts de heeren J. W. Bonda, L. A. Mennes, Ir. .4. .4. Keéb, D. E. C. Hartog, C. Bakker, A. J. Verkleij en A. Roest. ALLE HULPSTOFFEN VOOR DE ZUIVELBEREIDING BELASTINGCONSULENT Lid: N. I. v. B. Verzorgen en controleeren van Administraties Kantoor: Kerkstraat 3, Telefoon 62 Woonhuis: Klapw.weg 3, Telefoon 63 BERKEL EN RODENRIJS 86' Prima schoongemaakte voor kasverwarming, afraste ring, waterleiding, stalpalen enz. In alle diameters en in ieder kwantum voorhanden. Afrasteringsbuizen worden van geboorde gaten voorzien om draad door te trekken. Veerschedijk C 271a Hendrik-ldo-Ambacht Tel. Dordrecht 6475. Na 6 u. 3193 Dordt -86 Trekken we over April 1934-Febr. 1935 weer de invoeren uit de Saar af (26S.600 ton) dan krijgen we een vergelijking: April 19S5-Febr. 1936: 465.600 ton; April '3é Febr. 1935: 640.000 ton. In ronde getallen zullen de cijfers van het geheele seizoen (dus tot en met Maart) zijn: in dit seizoen 500.000 ton; in bet vorige seizoen 700.000 ton. We zijn daarmede precies aangekomen op het destijds door ons voorspelde import kwantum van Duitschland. Men is er in het afgeloopen seizoen vrij behoorlijk in ge slaagd, dat mindere in eenige andere lan den onder te brengen. Nemen we nu aan, dat ook in het komen de seizoen de mindere invoer van Duitsch land elders geplaatst zal kunnen worden, dan zou een prijs gelijk aan dien van het vorige jaar billijk zijn. En dan is inderdaad de vraagprijs der fabrieken voor het „doode seizoen" te hoog. Superfosfaat. Terwijl in de klei gebieden 't verbruik van superfosfaat reeds ten einde spoedt, is het op de zandgronden pas goed begonnen. Nu zal pas blijken of het meerdere gebruik van thomasmeel in derdaad ten koste is gegaan van superfos faat Ontvangen geschriften Onze loofhoutgewassen, door \V. J. Hendriks, afl. 3 Uitgave: H. Veen man en Zonen te Wageningen. Van dit grootsch opgezette werk over onze loofhoutgewassen, waarover we reeds een en andermaal iets mededeelden, ontvingen we thans de derde aflevering. Bewondering wekt opnieuw de korte, dochi duidelijke wijze, waarop de verschillende soorten beschreven worden; de fraaie foto's die de tekst nog verduidelijken (voor zoo ver dit nog kan) en de keurige typografi sche verzorging van dit in wording zijnd standaardwerk over onze winterharde loof houtgewassen. Neen, zóó had ik het niet bedoeld. Stel je voor! Ik zou stalmest heelemaal ver werpen en de groote beteekenis daarvan ge- Iheel wegredeneeren. Niks koor! Maar wat ik wel bedoelde is te waarschuwen tegen stalmest, die geen stalmest is. Tegen zooals ik het noemde stroo met een kleurtje en modderwater cnet een geurtje. Daarom is voor particulieren zelfs in de groote steden wel goede stalmest te krijgen. Er zijn zelfs heel vertrouwde handelaars in. Zie de advertenties maar eens door of de Koeriertjes of hoe die aanbiedingen heeten. Er zijn er die zuivere stalmest verkoopen en dit jaren reeds deden. Maar daar denkt het publiek zoo weinig aan en dan luisteren ze wel naar de een of andere vreemdeling, die ze geheel niet kennen, maar die goed kan praten en ze koopen wat geen stalmest ls. Daar waarschuwde ik tegen. Koop dan lie ver kunstmest. En er zijn ook wel handela ren die dit per pond of twee pond verkoo pen. Maar ook niet overal. En daarvoor is de z.g. gemengde mest het best. Ik meende duidelijk geweest te zijn, docli was het blijkbaar niet en daarom hoop ik, dat het nu duidelijk is geworden. Dit been dus in het lid gezet hebbende kun nen we overgaan tot de orde van den dag: of van de week zoo ge wilt... Een zeer urgent punt is de SORTEERING EN VERPAKKING Wat ik hoorde en sag, las en dacht, op reis en thuis ONZER TUINBOUWPRODUCTEN. In een ingezonden stuk in de Tuinderij werd daarop gewezen en lazen we o.m. daarover het volgende: Wie echter meent, dat er alleen onder de ex porteurs knoeiers voorkomen, vergist zich deerlijk; ook onder de tuinders komen he laas gevallen voor, die zeer duidelijk bedrog aantoonen en daarom is een scherpe keur aan de veiling niet minder absolute nood- Zoo is het eenvoudig schandalig te noemen, zooals thans op de veiling tegeknoeid wordt met de sorteering van komkommers. Onze afnemers in het buitenland hebben reeds gedreigd van verdere bestellingen af te zien, omdat de sorteering zoo zeer te wen- schen overliet. Dit is wel het ergste was ons in deze tijden kan overkomen, nu wij notabene iedere ex portmogelijkheid moeten uitbuiten. De Landbouwuitvoenvet is evenwel nog niet in werking en het is toch van het allergroot ste belang, dat onmiddellijk wordt ingegre pen. Wij zien daarom maar één mogelijkheid om thans aan knoeierijen paal en perk te stel len, nl. door middel van de NederlaDdsche Groenten- en Fruitcentrale een scherpe con trole te laten uitoefenen op den aanvoer der producten aan de veilingen. Wordt er een tuinder aangetroffen met ern stige afwijkingen in kwaliteit en sorteering van zijn producten of in een gedeelte daar van, dan moest de Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale eigenlijk het recht bezitten om alle producten door dien tuinder aange voerd, buiten den steun te laten vallen. De redactie van genoemd blad is het met den inzender eens dat er veel geknoeid wordt Toegegeven wordt, dat BIJ DE SORTEERING DER KOMKOMMERS SOMS ERGERLIJK GEKNOEID wordt. Tegen dergelijke knoeierijen kan niet scherp genoeg worden opgetreden zegt de re dactie. Tuinders, die hun producten bedriegelijk ge sorteerd ter veiling probeeren te verkoopen, benadeelen hun collega's in tweeërlei op zicht; eerstens brengen zij onzen export in het algemeen ten zeerste in gevaar, twee- dens strijken zij een stuk van den tuinbouw- bouwsteun op, waarop zij geen recht hebben De vcilingbesturen zijn verplicht streng toe te zien. Indien een veilingbestuur dezen plicht ver zaakt en op onverantwoordelijke wijze de be langen vau den tuinbouw verwaarloost, dan dient door de Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale te worden ingegrepen. Grove overtredingen der voorschriften die nen gestraft, streng gestraft, hoe dan ook. Wij hebben in bovenstaand ingezonden stuk den naam der veiling, waar de knoeierijen plaates vonden, geschrapt. Een volgende maal zouden wij ons genoodzaakt kunnen zien den naam voluit te vermelden. Want de knoeiers moeten bekend zijn als parasieten, die den geheelen tuinbouw eri> stig benadeelen. De eischen ten aanzien der sorteering: hon derd voor honderd, een pond voor een pond. en onder als boven, stemmen overeen met de eischen der billijkheid. Zoo dacht ik ook. Zoo dacht ik al lang. Reeds jaren geleden, nog vóór de crisis, was een van mijn stokpaard jes, werd wel eens beweerd, de sorteering en verpakking onzer tuinbouwgewassen. Maar toen liet men de praatjesmaker praten en voelde misschien even een pijnlijke plek in zijn geweten, doch de zaak werd overi gens op dezelfde voet voortgezet. Nu staat er echter een gevaarlijke knuor1»! achter de deur, die pijnlijker is dan mijn vinger, als die op een wondeplek gelegd werd. Misschien dat nu blijvende verbetering in- Dat hoopten we ook met onze nu WEER BEDREIGDE AARDAPPELEXPORT NAAR ENGELAND. Ge weet het, de aardappelen mochten weer vrij naar Engeland. Het heett§ dat misoogst de reden was. Maar nauwlijks was het be richt de wereld in of de Engelsche Bond van Aardappelhandelaren ging op de achterste beenen staan en besloot krachtig te zullen protesteeren tegen het decreet van het de partement van Financiën, waarbij het invoer recht op de oude aardappelen wordt inge trokken. Men acht het tijdstip voor het ne men van dezen maatregel slecht gekozen met he oog op de in Engeland aanwezige aardap pel voorraden en men zoekt contact met de regeering. Een verzoek, om het invoerrecht weer in te stellen, is bereids ingediend. Nu worden tegenwoordig bij alle ministeries van alle landen door alle organisaties vele verzoekschriften en telegrammen, moties en adressen ingediend. Dat heeft dus niet veel beteekenis meer. Zooals men overal aan ge wend raakt (zelfs aan rattekruid) zoo raakt een minister gewend aan het ontvangen van genoemde papieren projectielen. We zullen dus maar hopen, dat dit projectiel geen doel treft en dat de Engelschen onze oude aard appelen maar blijven consumeereu. Een heetje uitvoer is wel goed. Straks zullen onze Narcissen weer naar Amerika mogen, zooals men weet. Het in voerverbod wordt dit jaar December uitge schakeld en blijft het a.s. seizoen dus nog van kracht, daar de uitvoer in de herfst plaats heeft. Doch het volgend jaar zal de Hollandsche narcis weer naar Amerika mo gen. Dit is mede gelegen aan het feit, dat onze NARCIS EEN GEZOND PRODUCT IS. (De^riet ontreden tegea Narclsvlieg en aaltjesziekte hebben de Hollandsche bol- lenkweekers en goede naam gekregen. Zoo deelde prof. van Slogtereli, de onvermoeide bestrijder van de vijanden onzer bloembol len, mede, dat men gerust kan zeggen, zon der eenig chauvinisme, dat onze Nederland sche narcissencultuur veel en veel gezonder is dan de Engelsche, Zuidfransche en Ame- rikaansche. Dit is het gevolg van het feit, dat men in onsland zoo vlug de bestrijdings- methode gevonden heeft van het kwaad De redelijk te eischen gezondheid is bereikt en met alle middelen, die 'n kweekcr ten dien ste staan, wordt dit peil gehandhaafd. In het buitenland heeft men dat ook rond uit erkend en hetis steeds een goede gewoon te van de vakgenooten hier te lande geweest, den vreemdeling op zijn verzoek alles te too nen, waai'mede die gezondheid is bereikt. De onbevooroordeelde bezoeker moest erkennen, dat wat hier voor de kwaliteit van de bollen gedaan werd, in geen andere buitenlandsche cultuur geschiedde. Op het oogenblik is de controle te velde scherper dan ooit, omdat men beseft, welke belangen er op het spel staan. Het vertrou wen is sneller verloren dan gewonnen en het verwerven en houden van een tevreden clientèle is steeds de beste manier gebleken om het afzetgebied automatisch te vergroo- ten. Wij hebben de invoer-deur geopend, zoo redeneert men, en dat moet zoo blijven. Daarom ziet men de bollenkweekers zoo druk bezig hun narcisbollen voor het uitzet ten een warmwaterbad te geven. Zoo wordt een gemeenschappelijk volksbe lang gemeenschappelijk behartigd. Dat is, na de sorteering cn verpakking van kom kommers, waar we het zoopas over hadden, een aangenaam geluid. Aangenamer dan dat van het rapport over de mogelijkheid EIEREN UIT ONS LAND NAAR INDIE te verzenden. De conclusies waren wel moedbenemend. Hoor maar eens: Versche kipeieren in koelkamer vervoerd: Proefzendingen hebben tot nu toe aange toond, dat de kans van slagen van den aanvoer van eieren, die horten tijd houd baar zijn, onvoldoende is. Er is weinig be hoefte aan het product, omdat in de meeste plaatsen voldoende versche eieren te krij gen zijn. Tevens blijkt, dat de tijdsomstandighe den ook in Indië en daar niet het minst de menschen dwingt om zuiniger te leven, zoodat zelfs de Indische hoenderparkeieren te duur zijn. En Hollandsche komen nog duurder. Dat is dus niets. Verduurzaamde eieren worden niet graag gekocht in Indië en de Indische bakkerijen nemen meestal inheemsche markteieren. Ook dit wordt dus niets. Bovendien kan in Indië over *t algemeen genomen wel voldoende aan de vraag naar versche eieren voldaan worden. En voor gezouten eendeneieren, die er ge noeg in Indië zelf ingelegd worden en bo vendien heel goedkoop uit Chioe ingevoerd worden, is wel heel geen loonende afzet te vinden. Dat zal niet gaan met de eierexport naar Indië. Jammer! Ook jammer voor mij; niet voor u, wel licht dat mijn tijd voorbij is. Jammer, want nu worden mijn diensten opgeéischt om mee op te bouwen, wat ver huizers afbraken en op hun manier weer terecht brachten in een andere woning, met als gevolg, dat niets goed staat of hangt. Ge hoor het: ik ben verhuisd. Ik merk het, want mijn thee is koud, als ze uit te trekpot komt. de suiker is zeker voor soda aangezien, althans ze ontbreekt, waar ze moest zijn. De stoelen staan geen moment op dezelfde plaats, zooals ik zoo pas merkte, toen ik even zou gaan zitten en een seconde daarna met mijn teenen naar de nieuwe lamp wees. Een natuur lijk te laat geuit: pas op! baatte niet veel meer. Maar nu is 't heusch tijd. Ik knijp er stirkum tusschen uit Tot de volgende week. Voor stiekum er tusschen uitknijpen is geen kans; elke uitgang is bewaakt door boenende wachteressen. PRAATJESMAKER, i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 3