lïirumr gnhsdje (tfournnt Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leidenen Omstreken BURGEMEESTER HUIZINGA GRATIS TOT 1 APRIL Sbomuimntsprijö Po kwartaal in Leiden en in plaahen waar een agentschap gevestigd is 235 Franco per post 2.35 portokosten Per wee*0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zending4 Bij dagelijksche zending5-50 Alles bij vooruitbetaling losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/, ct Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbar NO. 5737 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 MAANDAG 23 MAART 1936 15e Jaargang jaöxbcrtentieprtjjen Van I tot 5 regelsf 1.17'/» Elke regel meer 0.22'/» Ingezonden Mededeelingen van 1—5 regels2.30 Elke regel meer0.45 Voor het bevragen aan 't bureau V wordt berekend0.10 HET VREEMDE VOLKSLIED OP SCHOOL In het Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer over de Begrooting van Onderwijs heeft één der leden den Minister er op ge wezen, dat op sommige openbare scholen te Utrecht „de Geschiedenis der Fransche revo lutie in communistische geest verteld wordt" en dat ook „een uur was besteed aan het leeren zingen van de Marseillaise". In de Memorie van Antwoord deelde de Minister nu mee: Bij onderzoek is den ondergeteekende gebleken, dat op enkele openbare scholen voor uitgebreid lager onderwijs te Utrecht ook wel volksliederen als de „Marseil laise", het „Deutschlandlied" en „God save the King" worden behandeld en ge zongen. Met waardeering voor de Fran sche Revolutie en het bolsjewisme heeft dit uiteraard niet van doen. Hiermee is voor Volksonderwijs „das Lied aus". En men zou haast geneigd zijn te zeggen: Terecht. Er is niets op tegen de oudere leerlingen op de hoogte te bren gen met de vreemde volksliederen. Toch zijn we er niet heelemaal gerust op. En dat heeft Volksonder w ij s aan zich zelf te wijten. Het blad leidt namelijk deze bespreking in met de volgende geschiedkun dige herinnering: We hebben gehad de sporadische ge vallen, waarin door bijzondere, zeer te begrijpen omstandigheden zooals later bleek het „Wilhelmus" niet door de jeugd van de openbare school werd ge kend of gezongen. Dat wil er nu bij ons niet in, dat door bizondere, zeer te begrijpen omstandigheden, het Wilhelmus niet op de openbare school geleerd of gezongen werd. Tenzij men onder die bizondere, maar slecht te begrijpen om standigheden verstaat, dat b.v. de Bonds- cmderwijzers op instigatie van voormannen als Ossendorp en Lamers niets van Oranje Wilden weten. Toen dezer dagen de roode pers zoo ver heugd was over het feit, dat men nu met jubelend hart het Wilhelmus kon meezin gen, dachten we onwillekeurig aan 1909, toen bij de geboorte van Prinses Juliana, dezelfde heer Ossendorp een berucht gewor den redevoering hield, waarin de beteekenis van hei Oranjehuis brutaal werd ontkend en toen de Bondsondenvijzers eenvoudig weigerden om directe en indirecte mede werking te verleenen bij nationale feesten. Dat waren bizondere omstandigheden, in zooverre het eigenlijk ongehoord ls, dat zulke onderwijzers de overheidsschool die nen, in plaats van een roode sec te-school. De lichtzinnigheid, waarmee Volks onderwijs over deze dingen spreekt maakt ons nieuwsgierig hoe het „Deutsch landlied", dan wel de „Marseillaise" op Utrechtsche scholen gezongen wordt: uit volle, onbeklemde borst, of wel met „veel trillers in de toontjes". Heelemaal gerustgesteld zijn wij nog niet. „RAMMELENDE RECLAME" Het Hoofdbestuur van de Vereeniging voor „Christelijk Volksonderwijs" gaf dezer dagen een nieuw propaganda-blaadje uit, getiteld „Van tweeën gedrongen" en geschreven door den bekenden onderwijsman, den heer S. Stemerding. Naar de meening van Volksonder- w ij s, de vereeniging, die zich propaganda voor de openbare school ten doel stelt, gaat de schrijver al direct scheef, als hij spreekt van neutrale en Christelijke school. Dét is de tegenstelling niet, want de openbare school is niet minder Christelijk dan de bizondere school. Het wezenlijke verschil bestaat hierin, zoo als in een vers op pagina twee van hetzelfde nummer van Volksonderwijs te lezen staat, dat de kinderen op de bizondere school „van zichzelf gaan denken, dat zij zooveel beter zijn", zoodat „de ijdelheid in 't hartje treedt" en „de gemeenschapszin gesmoord wordt". De redactie van Volksonderwijs, toonbeeld van verdraagzaamheid natuurlijk, neemt het den schrijver van „Christelijk Volksondenvijs" dan ook bar kwalijk, dat hij van „werven" voor de openbare school spreekt; doch erger is nog, dat hij zegt: „de ouders hebben de groote verantwoor delijkheid tegenover hun kroost gevoeld en de propagandisten van „Volksonderwijs" met hun „rammelende reclame" laten pra- Foei, hoe durft hij spreken van „ramme lende reclame"? 't Is alles even degelijk, wat van die zijde komt. Om een voorbeeld te geven. Het personeel van een openbare school gaat avond aan avond op stap om leerlingen te werven voor de eerste klas, welke straks weer nieuwe leerlingen verwacht. Uitstekend. We hebben er niets dan lof Maar een der moeders, die door een onder wijzeres overgehaald kén worden, deelt ons nadrukkelijk mee, dat de bezoekster een en andermaal plechtig verklaard heeft: Stuur Uw kind naar de openbare school, want U begrijpt toch wel, dat het onderwijs daai veel beter is dan op de bijzondere, waar elke dag ongeveer een uur verloren gaat aan Bij- belsche geschiedenis. Daardoor komen de an dere leervakken natuurlijk in 't gedrang. Die onderwijzeres leest blijkbaar haar eigen vrijzinnige pers niet; want die staat elke dag vol met artikelen over „de Bijbel op de openbare school". Zeker om de leer lingen dom te houden. Wat er overigens waar is van „de ramme lende reclame", dat de openbare school meer kennis en bekwaamheid brengt dan de bij zondere; daarover kunnen historie en prac- tijk oordcelen. De uitspraak is niet twijfel achtig. Nieuwe Commissaris der Koningin in Limburg Naar wij vernemen is zeer binnenkort de benoeming te verwachten van Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck, burgemees ter van Breda, tot Commissaris der Koningin in de provincie Limburg. Deze benoeming zal ingaan 1 Juni a.s. Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck werd in 1877 te Amsterdam geboren. Na voorbereidend hooger onderwijs te heb ben genoten studeerde hij rechtswetenschap aan de universiteit te Amsterdam, waar hij in 1902 promoveerde in de rechtswetenschap en in 1909 in de staatswetenschap. Inmiddels was de heer Van Sonsbeeck In 1908 benoemd tot secretaris van de Staats commissie in zake de bedelarij, waarna hij in 1905 werd aangesteld, tot adjunct-com mies ter provinciale griffie van Gelderland F.enige jaren later, op 21 April 1909 volgde zijn benoeming tot commies-griffier der Tweede Kamer, welke functie hij bleef ver vullen tot 1 Januari 1919, toen hij geroepen werd tot het burgemeestersambt te Breda, welk ambt hij tot dusver nog bekleedt. De heer van Sonsbeeck is lid geweest van de Staatscommissie-Oppenheim tot herzie, ning van de Gemeentewet. Voorts was hij nog op velerlei andere wijze werkzaam in het openbaar leven; van zijn vele functies kunnen de volgende worden genoemd: on dervoorzitter van de Ver. van Ned. gemeen ten; lid van het hoofdbestuur van de Ver. voor Volkenbond en Vrede; hoofdbestuurs lid van den Bond van Burgerwachten; voorzitter van de regeeringscommissie in zake het vraagstuk der vuil verwij dering ten behoeve van den landbouw; lid van de re- geeringscommissie in zake de gewestelijke plannen. Verder werd hij in 1919 curator van de R.K. leergangen en is hij sedert de op richting curator van de R. K. Handels- hoogeschool te Tilburg. Ook is de heer Van Sonsbeeck, curator van de universiteit te Amsterdam, terwijl hij in 1932 werd be noemd tot lid van de Algemeene Arm en- commissie. De heer Van Sonsbeeck is ridder in de Orde .van den Ned. Leeuw. Het Roode Kruis in Abessinië Dr. Van Schelven ongedeerd Het hoofdbestuur van het Nederland- sche Roode Kruis heeft van dr. Winkel een telegram ontvangen, waaruit blijkt, dat het gerucht omtrent de verwondin gen van dr. Van Schelven onjuist is geweest. Dr. van Schelven is Vrijdag 20 Maart gezond en ongedeerd in Dessie aange- Begrafenis C. P. Jongeneel Eenvoudige plechtigheid op de begraafplaats te Bleskensgraaf Onder groote belangstelling werd Zaterdag te Bleskensgraaf ter aarde bestelde het stoffelijk overschot van den heer C. P. Jongeneel, in leven bestuurslid der N. V. Zuivelfabriek „De Graafstroom" en vooraanstaand Anti- Revolutionair. De plechtigheid droeg een sober karakter geheel in overeenstemming met den wensch van den overledene. Aan de groeve werd slechts door enkelen het woord gevoerd. Eerste spreker was de heer F. van Dam, directeur van „De Graafstroom", die dank baar herdacht, wat de overledene meer in het bijzonder voor de fabriek heeft gedaan. In een tijd, dat de nog jonge onderneming in groote moeilijkheden verkeerde, zette hij zijn schouders onder dit werk en hij mocht er in slagen de tegenslag in grootep bloei lp doen veranderen. Moge het, aldus spr., ook voor ons allen een spoorslag zijn om in ons leven met kracht het goede te zoe ken en geve de Heere, dat het ons gegeven zij Hem tot in alle Eeuwigheid te loven. Daarna sprak de heer A. de Hoop, voor zitter van de A.R. Kiesvereeniging, die ge waagde van de trouw en toewijding door den overledene steeds betoond, waar het ging om de doorwerking der A.R. beginso- len, die hem lief waren. Met weemoed her dacht spr., dat hij den overledene nog slechts twee weken geleden, bij het uitbren gen van het verslag over het financieel beheer, den wensch had meegegeven, dat hij nog lang de vereeniging als penning meester zon mogen dienen, en ziehier, reeds riep de Almachtige hem op. Ook bracht spr. in herinnering den tijd, dat de heer Jongeneel als raadslid op publiek terrein opkwam voor de Eere Gods. Ten slotte werd het woord gevoerd dom- den Eerw. Heer van Hoeven van Mole naarsgraaf, die allen bepaalde bij het ver gankelijke van dit leven, doch ook bij de hope die er overblijft voor het volk van God. Nadat voor de betoonde eer was bedankt, verliet de schare, diep onder den indruk den doodenakker. Qaat tes» qm visï-en-twintig' jarigen arbeid in Terneuzen Wat er onder zijn bestuur in een zware tijd tot stand kwam "Wie geroepen werd om een kwart-eeuw leiding en stuur te geven als eerste burger van zijn stad, zal erkennen, dat veel van hetgeen hij zich ten doel stelde onbereikbaar bleef, dat niet alle idealen werden verwe zenlijkt. Maar dat is dan ook niet noodlg. Want er is zooveel, dat dit ambt vraagt van den man, die zijn verantwoordelijkheid beseft; en het kan haast niet anders of voor een werkzamen geest is zelfs een tijdsduur van enkele tientallen jaren niet voldoende om al wat men zich voornam, te volvoeren. Wie de ambtsperiode van burgemeester Huizinga overziet, ontdekt daarin vele fei ten, die den arbeid en de leiding van dezen magistraat in een duidelijk verband bren gen met de ontwikkelingsgang van Terneu zen. Bijna- vijf-en-twintig jaren heeft zijn werklust en ijver, zijn inzicht en doorzet tingsvermogen dienstbaar gestaan aan de belangen van deze havenstad; een lange reeks van jaren, een lange reeks ook van treffende bewijzen voor een nauwgezette plichtsbetrachting op een verantwoordelij- Ken post. Op Dinsdag 24 November 1908 bracht de heer Huizinga zijn eerste bezoek aan de ge meente Axel, tot welker burgemeester hij was benoemd. In de eerste week van De cember van datzelfde jaar begon zijn prac- tische werkzaamheid als magistraat van Axel, Zijn verblijf to Axel was in zekere zin een leerschool. Maar zij werd reeds vrij spoedig afgesloten! Er zou, na de inleidende arbeid in deze gemeente, nog gelegenheid zijn om breeder de vleugels uit te slaan en in ruimer kiing de vruchten van initiatief en werklust te zaaienl Benoemd tot Burgemeester Van Terneuzen Na het overlijden van den heer Geijll, werd de heer Huizinga be noemd tot burgemeester van de groot ste gemeente in Zeeuwsch Vlaanderen: Terneuzen. In de vergadering van de gemeenteraad, die de tweede April van het jaar 1912 werd gehouden werd den heer Huizinga door wethouder La- maitre dank geuracht voor al wat door hem in het belang der gemeente was yerricht, en spoedig daarop begroette Burgemeester Huizinga wethouder Visser hem als eersten bur ger van Terneuzen. Deze overgang was in feite weliswaar niets anders dan een verandering van standplaats Maar er waren bij het aanvaarden zich. Zij waren er reeds bij het aanvaarden van het ambt in een hevigheid, die veel tact on een helder doorzicht zou eischen om al les in de juiste banen te behouden. De bootwerkersstaking en andere moeilijkheden Allereerst de bootwerkersstaking, die den eersten April 1912 te Terneuzen was uitge broken. In de haven van Terneuzen werkten toenmaals ongeveer 400 bootwerkers, en als men de ontwikkeling van de haven van Ter neuzen in de voorafgaande jaren nagaat, bemorst men welke gevolgen een dergelijke staking voor deze gemeente moest hebben. Niet 't minst van het optreden van het hoofd der gmcente zou het afhangen of een bevre digende oplossing op niet te langen termijn zou worden gevonden. Er was nog een tweede moeilijkheid, een fel aangevochten kwestie die voor- en tegen standers in twee kampen had verdeeld: in 1911 was door de raad der gemeente het be sluit genomen tot oprichting eener Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus. Dit be sluit was wel vóór de komst van den heer Huizinga genomen, maar de tegenstellingen waren desondanks nog niet geweken. Het typeert den me .sch, als wij zien hoe burgemeester Huizinga zijn meening aan stonds en-zonder omwegen kenbaar maakte. In de gemeenteraad In de eerste vergadering van den gemeen teraad onder zijn leiding, stippelde hij als vare den weg uit die hij voor Terneuzen als eerste gemeente van heel Zeeuwsch- Vlaanderen geboden zag: „Nu we hier eer lang een inrichting voor Middelbaar Onder wijs zullen krijgen, ny>et ik het uitspreken dat ik uw genomen Besluit waardeer. Het zal mijn streven zijn hierin bet goede te zoeken, daar het is een welbegrepen belang van deze streek". Het is geen gemakkelijke taak, om van de jaren die nu volgden, een ©enigszins afge rond beeld te ontwerpen. Want zoo rijk aan hoogst gewichtige gebeurtenissen is de pe riode tusschen 1912 en 1936, en zoo belang rijk het aandeel dat burgemeester Huizinga daarbij op zich naml Een woord in optimistische toon De eerste nieuwjaarsrede die hij te Ter neuzen in een zitting van den gemeenteraad uitsprak, was een woord in optimistischen toon. De havenbeweging toonde vooruitgang: in het jaar 1912 kwamen te Terneuzen 278 zeebooten. Ook het bevolkingscijfer toonde stijging, kortom: de verwachtingen voor de toekomst waren hoopvol. Zoo zien wij in de nieuwjaarsrede van het volgende jaar reeds belangrijke lijnen uitgestippeld, die aanstonds doen zien welken kant de heer Huizinga uit wilde. Idealen, heeft men mis schien schouderophalend gezegd; maar men mag het gerust een gezonde werkelijkheids- aoemen, als de heer Huizinga sprak over uitbreidingsplannen voor de kom van de stad, die tusschen de kanaalamien te eng lag besloten, waaraan hij paarde de wensch voor betere volkshuisvesting. De pas afgesneden Aan de bloei en de welvaart van Tprneuzen zou de oorlog echter de pas afsnijden. De haven zou de drukte en bedrijvigheid, die ook zooveel welvaart bracht, moeten missen Vrijdag 21 Augustus kwam de eerste groo te vluchtelingenstroom naar Terneuzen, en langen tijd achtereen moest veel werk wor den verzet om voor onderdak en voeding naar behooren te zorgen. Maar daarnaast bleef er ook maanden achtereen het gevaar dat Nederland in de oorlog zou worden be trokken; die twee: oorlogsjammer en oorlogs gevaar hebben sedert Augustus 1914 tot al lerlei maal regelen aanleiding gegeven, waar bij van burgemeester Huizinga's leiding veel werd gevergd. Aan uitbouw, langs de wegen welke hij zich had voorgesteld, viel nu voor Terneuzen niet te denken: de taak. door de tijdsomstan digheden tot eerste noodzaak gemaakt, druk te desondanks zwaar genoeg en eischte vrij wel den geheelen menschl Toch bracht het najaar van 1918 de ver werkelijking van een lang gekoesterden wensch: in October kon de eerste steen ge legd worden voor de 42 woningen van do Vereeniging Werkmansbelang. Deze plech tigheid werd verricht door burgemeester Huizinga, die er in een toespraak op wees dal de dam, die op deze plek de uitbreiding der gemeente tegen hield, na het slechten van de wallen was doorgebroken. De stadsuit breiding werd een feit, en ondanks de henar de tijden was er toch voel van het oude op timisme, nu men wederom kon werken aan den uitbouw van Terneuzen. In deze tijd viel ook de overgang van de Gemeentelijke Hoogere Burgerschool naar een inrichting met vijfjarigen cursus van het Rijk. De eerste H.B.S. met volledigen cursus in Zeeuwsch Vlaanderen werd in het ruime schoolgebouw ondergebracht, en daarmee bezat Terneuzen als centrumgemeente voor Oostelijk Zeeuwsch Vlaanderen een inrich ting voor middelbaar onderwijs. Krachtige uitbreiding Memoreeren wij hierbij nog, dat de uitbrel ding van de stad in de na-oorlogsche tijd met kracht werd voortgezet. De dijken aan de westzijde van de kom der gemeente den voor bouwterrein in gereedheid gebracht waardoor aan den heerlijken Schelde-oever een nieuwe woonwijk ontstond. Aan de oost zijde, langs den weg naar Axel. werd de be bouwing eveneens voortgezet, hier met ar beiders- en middenstandswoningen. De oude volksbuurt „Java" werd door aanleg van nieuwe straten en pleinen een geheel ander aanzien gegeven, terwijl oude vestinggrach ten werden gedempt en benut voor woning bouw of aanleg van gazons. Handel, industrie en scheepvaart bleven ook na den wereldoorlog voor Terneuzen van groote beteekenis, al kon de haven niet meer die vlucht bereiken als waartoe in 1914 de vooruitzichten zoo gunstig waren. Dat ook tijdens het bewind burgemeester Huizinga reeds gearbeid werd aan de nieuwe havens van Terneuzen, is het bewijs dat zijn werken in deze rich ting met succes werd bekroond. Als de tijds omstandigheden wijzigen en na de jaren van druk en werkloosheid de welvaart eeni- germate wordt hersteld, zal Terneuzen de beschikking hebben over een havengebied dat in de ontwikkelingsgang der stad een woord van beteekenis zal meespreken! Een tijdperk zwaar van zorgen 19121936: een tijdperk van enkele tien- talen jaren, jaren zwaar van zorg ea dreigend gevaar; jaren ook, waarin met vaste hand het stuur in handen gehouden werd om zijn doel dichter te naderen. Zóó zien wij burgemeester Huizinga in de vervulling van zijn ambt als eerste burger van Terneuzen: zich met volle toewijding geven aan de belangen zijner stad, steeds op de bres orn nadeelige invloeden te keeren, opkomend voor de goede rechten, verdedi gend de plaats Terneuzen. die onder zijn be stuur werd tot een stad met ruim elfduizend inwoners. Aan velerlei arbeid ten bate van de gemeen schap heeft hij zich gegeven, niet het minst aan die zaken waaruit voor de stad en haar burgers in directen zin iets goeds kon wor den verwacht. Hij ging den weg naar het doel op de wijze welke hem goeddacht. nu. bij het scheiden, moet hem de eere v den gebracht dat hij in zijn arbeid veel goeds .heeft bereikt. Een werkzaam leven in dienst der ge meenschap wordt welhaast afgesloten; nauw gezette plichtsbetrachting, ijver en energie, een helder oog voor de kansen van zijn stad, maar bovenal een sterk geloofsvertroi hebben burgemeester Huizinga's loopbaan in Terneuzen gesierd. Die arbeid vinde de waardeering waarop hij recht lieeftl LENTE Glorieus is het begin van de lente! Een week geleden rilden en huiverden we van de kou. En thans? 't Heeft er veel van weg of de natuur „ons i 't ootje" neemt cn in race-tempo drie maanden gaat overslaan. De temperatuur is zomersch! Woensdag is het feest begonnen. Toen brak de jubelende voorjaarszon juichend en stralend door het dagenlange wolkendek heen en van dag tot dag werd het warmer. Zaterdag werd zelfs een temperatuur van 18 graden Celsius bereikt, hetgeen overeen komt met 64 graden Farenheit Zoo om streeks Pinksteren is een dgl. temperatuur pas normaal! We kunnen er dus vast van op aan, dat de natuur „een beetje van streek" is als ons zoo even mogen uitdrukken want nog altijd orakelt de volksmond, dat Maart zijn staart geducht kan roeren, endat Aprilletje zoet nogwel eens geeft een witte 't Kan verkeeren, zei reeds Breeroo, en zoo is het ook nu nog. 't Merkwaardigste van alles is, dat dit jaar de lente haar intrede doet precies op 21 Maart. Dat is toch wel een heel groote uitzonde ring. In Maart 1931 hebben we iets derge lijks beleefd. Toen zette de lente op 19 Maart in, doch verder in het verleden reikt toch ons geheugen niet Stralende voorjaarspracht is er thans in de natuur. Zij ontwaakt. Ook al is er nog een groen aan de boomen, en al zijn de bloemen niet ontloken. Wie in deze dagen ook maar even er de kans toe ziet, hij begeve zich in de vrije natuur. In de vogelwereld ls het al een en al leven. De eerste kievitseieren zijn gevonden, het ikwinkeleer is niet van de lucht. Zelf zagen we den leeuwerik van het vlakke veld omhoog stijgen de oneindige blauwe verten tegemoet en hoorden we hem het hoogste lied uitzingen. Er valt indeze dagen veel te genieten! Is de lente - de tijd van het ontluikende jonge leven niet de mooiste periode van het geheele jaar? Buiten in de natuur is 't feest. Het stra lende zonnefeest duurt voort van dag tot '3g. Maar thuis is schoonmaak. En daar mee keeren we of we willen of niet terug tot de werkelijkheid van het leven, lederen dag weer! En we beseffen 't opnieuw: neen, dit zon netje kan niet blijvend zijn. De weerberichten melden immers, dat ons land vlak tegen een depressie-gebied aan ligt en staat de barometer niet op verander lijk? Maar wat we hebben is in elk geval meegenomen. En laten we hopen, dat het weer in de komende weken niet al te onge durig zal zijn. Wellicht gaan we dan een prachtig voorjaar tegemoet. Ten slotte: de stralende zonneschijn van de laatste dagen is gevolgd op een periode '•an vijf weken, waarin we de zon vrijwel niet te zien kregen. Van 13 Februari tot 17 Maart hadden we n.l. slechts drie dagen met wat zonneschijn. Verwend waren we dus zeker niet! Van Maartsche buien hebben we tot nu toe ook al niet veel last gehad. De laatste drie eken is vrijwel geen druppel regen geval len. De Bilt noteerde nog geen drie m.M. Het is dus werkelijk geen wonder, dat reeds eeni- heidebranden hebben gewoed. Buiten is alles kurkdroog. En daarom: voorzichtig met lucifers, als men er op uit trekt! Begrafenis agent Kruithof Overgroote belangstelling Men meldt ons uit Den Haag: Onder overgroote belangstelling van politie-zijde en publiek is Zaterdag middag op de Algemeene Begraaf plaats ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den, in den nacht van Dinsdag op Woensdag op den Bezui- denhoutschenweg zoo jammerlijk otn het leven gekomen agent van de mo torbrigade H. Kruithof. De plechtigheid had plaats met korpseer. Van de woning in de Joh. Camphuysstraat ging de stoet, voorafgegaan door 't politie- muziekkorps „Onderling Kunstgenot" eerst langs het politiebureau in de Louise Hen- riettestraat. waar het personeel en de leden van de motorbrigade stonden opge steld. Hier werd ook een krans op de baar gelegd. Een krans van het geheele politie- VOORNAAMSTE NIEUWS Dit nummer bestaat uit DRIE bladen Het aantal slachtoffers van de overstroom mingen in Amerika blijkt aanzienlijk te zijn gestegen. Inning van onbetvnste vorering heeft volgens het Voorloopig Verslag meer na- dan voordeden. Be positie van de Fransche franc. INBRAAK IN EEN REGISTRATIE-KANTOOR Zeventienduizend gulden aan zegels gestolen Te Utrecht ontdekte Zondagmorgen eert agent van politie, dat er ingebroken was in het kantoor van den ontvanger en inspec teur der registratie en domeinen aan de Muntstraat. De daders, die zich hebben laten inslui ten, hadden alles overhoop gehaald en kon den ongemoeid hun „werk" verrichten, daan het gebouw 's nachts onbewaakt is. De in brekers hebben de brievenpost opengebroken en zich ook postwissels toegeëigend. Do eigenlijke buit bestond uit veertienduizend zegels en coupon- en beursbélastingzegels ter waarde van ongeveer zeventienduizend gulden. De politie stelt alles in het werk, om den verkoop van de zegels te voorko- men. Gelukt dit, dan hebben de inbrekers heel weinig profijt van hun buit Boven dien zouden zij bij den verkoop van coupon- en beursbelastingzegels de medewerking moeten hebben van beursbeambteii. De brandkast hebben de inbrekers niet ge opend. Zij moeten Zaterdagmiddag vijf uur, toen de laatste werkvrouw de kantoren ver liet, zijn binnengedrongen. De daders heb ben verschillende pogingen gedaan om het gebouw aan de achterzijde te verlaten, doch dit lukte niet, waarom zij door een raam aan de voorzijde zijn ontkomen. korps werd eveneens met den stoet mee gevoerd. Vervolgens werd gereden langs het hoofdbureau van politie op het Alexander plein, waar het personeel van de controle en het vervoerwezen, alsmede dat van het sectie-bureau Laan Copes, zich bevond. De leiding van den stoet berustte bij den inspecteur P. P. Paul. Als slippendragers fungeerden collega's van den ontslapene. Aan de groeve heeft als eerste spreker de hoofdcommissaris, de heer v. d. M e y, het woord gevoerd. Door het korps is een ontzettende schok gegaan toen men hoorde van het ongeluk, dat aan Kruithof overkomen was. Kruithof was een eerlijke, trouwe politieman en daar naast een uitstekend huisvader. Spr. zeide. dat de Haagsche politie hem zeker niet zal vergeten. Verder hebben gesproken de heeren Schouten als voorzitter van de politie- muziekvereeniging „Onderling Kunstgenot", en L. Walraven als voorzitter van de afd. Den Haag van de Alg. Ned. Politie bond. Dr. M. H. den Hertog, Ned. Hervormd predikant, sprak ten slotte woorden van troost tot de familie, waarna hij de begra fenis-liturgie voorlas en eindigde met het Onze Vader. Nationale Reclasseeringsdag Een belangwekkende prijsvraag op komst Ter gelegenheid van den Nationalert Reclasseeringsdag zal een prijsvraag wor den gepubliceerd in de Reslasseeringskraut die in de week van 29 Mei zal verschijnen Als hoofdprijs is beschikbaar gesteld een D.K.W. auto, 4 persoons cabriolet, ter waar de van 1295.—een centrale verwarmings- installatie, voorts een Willem II Tafelbil jart, rondvluchten K.L.M., cano's, fototoe- len, fietsen, horloges, boekwerken enz., i-a totaal 650 prijzen. Wie zich heden op ons blad abonneert, ontvangt de tot 1 APRIL a.s. ver schijnende nummers gratis. Aanbrengers van nieuwe lezers voor minstens één jaar, kunnen recht doen gelden op de fraaie zilveren theelepel Voor eiken abonné een exemplaar. Abonné's op te geven aan DE ADMINISTRATIE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1