lïirumr gnhsdje (tfournnt
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leidenen Omstreken
BURGEMEESTER HUIZINGA
GRATIS TOT 1 APRIL
Sbomuimntsprijö
Po kwartaal in Leiden en in plaahen
waar een agentschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per wee*0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending4
Bij dagelijksche zending5-50
Alles bij vooruitbetaling
losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/, ct
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbar
NO. 5737
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
MAANDAG 23 MAART 1936 15e Jaargang
jaöxbcrtentieprtjjen
Van I tot 5 regelsf 1.17'/»
Elke regel meer 0.22'/»
Ingezonden Mededeelingen
van 1—5 regels2.30
Elke regel meer0.45
Voor het bevragen aan 't bureau
V wordt berekend0.10
HET VREEMDE VOLKSLIED
OP SCHOOL
In het Voorloopig Verslag van de Eerste
Kamer over de Begrooting van Onderwijs
heeft één der leden den Minister er op ge
wezen, dat op sommige openbare scholen te
Utrecht „de Geschiedenis der Fransche revo
lutie in communistische geest verteld wordt"
en dat ook „een uur was besteed aan het
leeren zingen van de Marseillaise".
In de Memorie van Antwoord deelde de
Minister nu mee:
Bij onderzoek is den ondergeteekende
gebleken, dat op enkele openbare scholen
voor uitgebreid lager onderwijs te Utrecht
ook wel volksliederen als de „Marseil
laise", het „Deutschlandlied" en „God
save the King" worden behandeld en ge
zongen. Met waardeering voor de Fran
sche Revolutie en het bolsjewisme heeft
dit uiteraard niet van doen.
Hiermee is voor Volksonderwijs
„das Lied aus". En men zou haast geneigd
zijn te zeggen: Terecht. Er is niets op tegen
de oudere leerlingen op de hoogte te bren
gen met de vreemde volksliederen.
Toch zijn we er niet heelemaal gerust op.
En dat heeft Volksonder w ij s aan zich
zelf te wijten. Het blad leidt namelijk deze
bespreking in met de volgende geschiedkun
dige herinnering:
We hebben gehad de sporadische ge
vallen, waarin door bijzondere, zeer te
begrijpen omstandigheden zooals later
bleek het „Wilhelmus" niet door de
jeugd van de openbare school werd ge
kend of gezongen.
Dat wil er nu bij ons niet in, dat door
bizondere, zeer te begrijpen omstandigheden,
het Wilhelmus niet op de openbare school
geleerd of gezongen werd. Tenzij men onder
die bizondere, maar slecht te begrijpen om
standigheden verstaat, dat b.v. de Bonds-
cmderwijzers op instigatie van voormannen
als Ossendorp en Lamers niets van Oranje
Wilden weten.
Toen dezer dagen de roode pers zoo ver
heugd was over het feit, dat men nu met
jubelend hart het Wilhelmus kon meezin
gen, dachten we onwillekeurig aan 1909,
toen bij de geboorte van Prinses Juliana,
dezelfde heer Ossendorp een berucht gewor
den redevoering hield, waarin de beteekenis
van hei Oranjehuis brutaal werd ontkend
en toen de Bondsondenvijzers eenvoudig
weigerden om directe en indirecte mede
werking te verleenen bij nationale feesten.
Dat waren bizondere omstandigheden, in
zooverre het eigenlijk ongehoord ls, dat
zulke onderwijzers de overheidsschool die
nen, in plaats van een roode sec te-school.
De lichtzinnigheid, waarmee Volks
onderwijs over deze dingen spreekt
maakt ons nieuwsgierig hoe het „Deutsch
landlied", dan wel de „Marseillaise" op
Utrechtsche scholen gezongen wordt: uit
volle, onbeklemde borst, of wel met „veel
trillers in de toontjes".
Heelemaal gerustgesteld zijn wij nog niet.
„RAMMELENDE RECLAME"
Het Hoofdbestuur van de Vereeniging voor
„Christelijk Volksonderwijs" gaf dezer dagen
een nieuw propaganda-blaadje uit, getiteld
„Van tweeën gedrongen" en geschreven door
den bekenden onderwijsman, den heer
S. Stemerding.
Naar de meening van Volksonder-
w ij s, de vereeniging, die zich propaganda
voor de openbare school ten doel stelt, gaat
de schrijver al direct scheef, als hij spreekt
van neutrale en Christelijke school. Dét
is de tegenstelling niet, want de openbare
school is niet minder Christelijk dan de
bizondere school.
Het wezenlijke verschil bestaat hierin, zoo
als in een vers op pagina twee van hetzelfde
nummer van Volksonderwijs te lezen
staat, dat de kinderen op de bizondere
school „van zichzelf gaan denken, dat zij
zooveel beter zijn", zoodat „de ijdelheid in
't hartje treedt" en „de gemeenschapszin
gesmoord wordt".
De redactie van Volksonderwijs,
toonbeeld van verdraagzaamheid natuurlijk,
neemt het den schrijver van „Christelijk
Volksondenvijs" dan ook bar kwalijk, dat hij
van „werven" voor de openbare school
spreekt; doch erger is nog, dat hij zegt:
„de ouders hebben de groote verantwoor
delijkheid tegenover hun kroost gevoeld en
de propagandisten van „Volksonderwijs"
met hun „rammelende reclame" laten pra-
Foei, hoe durft hij spreken van „ramme
lende reclame"? 't Is alles even degelijk,
wat van die zijde komt.
Om een voorbeeld te geven. Het personeel
van een openbare school gaat avond aan
avond op stap om leerlingen te werven voor
de eerste klas, welke straks weer nieuwe
leerlingen verwacht.
Uitstekend. We hebben er niets dan lof
Maar een der moeders, die door een onder
wijzeres overgehaald kén worden, deelt ons
nadrukkelijk mee, dat de bezoekster een en
andermaal plechtig verklaard heeft: Stuur
Uw kind naar de openbare school, want U
begrijpt toch wel, dat het onderwijs daai
veel beter is dan op de bijzondere, waar elke
dag ongeveer een uur verloren gaat aan Bij-
belsche geschiedenis. Daardoor komen de an
dere leervakken natuurlijk in 't gedrang.
Die onderwijzeres leest blijkbaar haar
eigen vrijzinnige pers niet; want die staat
elke dag vol met artikelen over „de Bijbel
op de openbare school". Zeker om de leer
lingen dom te houden.
Wat er overigens waar is van „de ramme
lende reclame", dat de openbare school meer
kennis en bekwaamheid brengt dan de bij
zondere; daarover kunnen historie en prac-
tijk oordcelen. De uitspraak is niet twijfel
achtig.
Nieuwe Commissaris
der Koningin in Limburg
Naar wij vernemen is zeer binnenkort
de benoeming te verwachten van Mr.
Dr. W. G. A. van Sonsbeeck, burgemees
ter van Breda, tot Commissaris der
Koningin in de provincie Limburg.
Deze benoeming zal ingaan 1 Juni a.s.
Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck werd
in 1877 te Amsterdam geboren.
Na voorbereidend hooger onderwijs te heb
ben genoten studeerde hij rechtswetenschap
aan de universiteit te Amsterdam, waar hij
in 1902 promoveerde in de rechtswetenschap
en in 1909 in de staatswetenschap.
Inmiddels was de heer Van Sonsbeeck In
1908 benoemd tot secretaris van de Staats
commissie in zake de bedelarij, waarna hij
in 1905 werd aangesteld, tot adjunct-com
mies ter provinciale griffie van Gelderland
F.enige jaren later, op 21 April 1909 volgde
zijn benoeming tot commies-griffier der
Tweede Kamer, welke functie hij bleef ver
vullen tot 1 Januari 1919, toen hij geroepen
werd tot het burgemeestersambt te Breda,
welk ambt hij tot dusver nog bekleedt.
De heer van Sonsbeeck is lid geweest van
de Staatscommissie-Oppenheim tot herzie,
ning van de Gemeentewet. Voorts was hij
nog op velerlei andere wijze werkzaam in
het openbaar leven; van zijn vele functies
kunnen de volgende worden genoemd: on
dervoorzitter van de Ver. van Ned. gemeen
ten; lid van het hoofdbestuur van de Ver.
voor Volkenbond en Vrede; hoofdbestuurs
lid van den Bond van Burgerwachten;
voorzitter van de regeeringscommissie in
zake het vraagstuk der vuil verwij dering ten
behoeve van den landbouw; lid van de re-
geeringscommissie in zake de gewestelijke
plannen. Verder werd hij in 1919 curator van
de R.K. leergangen en is hij sedert de op
richting curator van de R. K. Handels-
hoogeschool te Tilburg. Ook is de heer Van
Sonsbeeck, curator van de universiteit te
Amsterdam, terwijl hij in 1932 werd be
noemd tot lid van de Algemeene Arm en-
commissie.
De heer Van Sonsbeeck is ridder in de
Orde .van den Ned. Leeuw.
Het Roode Kruis in Abessinië
Dr. Van Schelven ongedeerd
Het hoofdbestuur van het Nederland-
sche Roode Kruis heeft van dr. Winkel
een telegram ontvangen, waaruit blijkt,
dat het gerucht omtrent de verwondin
gen van dr. Van Schelven onjuist is
geweest.
Dr. van Schelven is Vrijdag 20 Maart
gezond en ongedeerd in Dessie aange-
Begrafenis C. P. Jongeneel
Eenvoudige plechtigheid op de
begraafplaats te Bleskensgraaf
Onder groote belangstelling werd
Zaterdag te Bleskensgraaf ter
aarde bestelde het stoffelijk overschot
van den heer C. P. Jongeneel, in leven
bestuurslid der N. V. Zuivelfabriek „De
Graafstroom" en vooraanstaand Anti-
Revolutionair.
De plechtigheid droeg een sober karakter
geheel in overeenstemming met den wensch
van den overledene. Aan de groeve werd
slechts door enkelen het woord gevoerd.
Eerste spreker was de heer F. van Dam,
directeur van „De Graafstroom", die dank
baar herdacht, wat de overledene meer in
het bijzonder voor de fabriek heeft gedaan.
In een tijd, dat de nog jonge onderneming
in groote moeilijkheden verkeerde, zette hij
zijn schouders onder dit werk en hij mocht
er in slagen de tegenslag in grootep bloei
lp doen veranderen. Moge het, aldus spr.,
ook voor ons allen een spoorslag zijn om
in ons leven met kracht het goede te zoe
ken en geve de Heere, dat het ons gegeven
zij Hem tot in alle Eeuwigheid te loven.
Daarna sprak de heer A. de Hoop, voor
zitter van de A.R. Kiesvereeniging, die ge
waagde van de trouw en toewijding door
den overledene steeds betoond, waar het
ging om de doorwerking der A.R. beginso-
len, die hem lief waren. Met weemoed her
dacht spr., dat hij den overledene nog
slechts twee weken geleden, bij het uitbren
gen van het verslag over het financieel
beheer, den wensch had meegegeven, dat
hij nog lang de vereeniging als penning
meester zon mogen dienen, en ziehier, reeds
riep de Almachtige hem op. Ook bracht
spr. in herinnering den tijd, dat de heer
Jongeneel als raadslid op publiek terrein
opkwam voor de Eere Gods.
Ten slotte werd het woord gevoerd dom-
den Eerw. Heer van Hoeven van Mole
naarsgraaf, die allen bepaalde bij het ver
gankelijke van dit leven, doch ook bij de
hope die er overblijft voor het volk van
God.
Nadat voor de betoonde eer was bedankt,
verliet de schare, diep onder den indruk
den doodenakker.
Qaat tes» qm visï-en-twintig'
jarigen arbeid in Terneuzen
Wat er onder zijn bestuur
in een zware tijd tot
stand kwam
"Wie geroepen werd om een kwart-eeuw
leiding en stuur te geven als eerste burger
van zijn stad, zal erkennen, dat veel van
hetgeen hij zich ten doel stelde onbereikbaar
bleef, dat niet alle idealen werden verwe
zenlijkt.
Maar dat is dan ook niet noodlg. Want
er is zooveel, dat dit ambt vraagt van den
man, die zijn verantwoordelijkheid beseft;
en het kan haast niet anders of voor een
werkzamen geest is zelfs een tijdsduur van
enkele tientallen jaren niet voldoende om
al wat men zich voornam, te volvoeren.
Wie de ambtsperiode van burgemeester
Huizinga overziet, ontdekt daarin vele fei
ten, die den arbeid en de leiding van dezen
magistraat in een duidelijk verband bren
gen met de ontwikkelingsgang van Terneu
zen. Bijna- vijf-en-twintig jaren heeft zijn
werklust en ijver, zijn inzicht en doorzet
tingsvermogen dienstbaar gestaan aan de
belangen van deze havenstad; een lange
reeks van jaren, een lange reeks ook van
treffende bewijzen voor een nauwgezette
plichtsbetrachting op een verantwoordelij-
Ken post.
Op Dinsdag 24 November 1908 bracht de
heer Huizinga zijn eerste bezoek aan de ge
meente Axel, tot welker burgemeester hij
was benoemd. In de eerste week van De
cember van datzelfde jaar begon zijn prac-
tische werkzaamheid als magistraat van
Axel,
Zijn verblijf to Axel was in zekere
zin een leerschool. Maar zij werd reeds
vrij spoedig afgesloten! Er zou, na de
inleidende arbeid in deze gemeente,
nog gelegenheid zijn om breeder de
vleugels uit te slaan en in ruimer
kiing de vruchten van initiatief en
werklust te zaaienl
Benoemd tot Burgemeester
Van Terneuzen
Na het overlijden van den heer
Geijll, werd de heer Huizinga be
noemd tot burgemeester van de groot
ste gemeente in Zeeuwsch Vlaanderen:
Terneuzen. In de vergadering van de
gemeenteraad, die de tweede April van
het jaar 1912 werd gehouden werd den
heer Huizinga door wethouder La-
maitre dank geuracht voor al wat door
hem in het belang der gemeente was
yerricht, en spoedig daarop begroette
Burgemeester Huizinga
wethouder Visser hem als eersten bur
ger van Terneuzen.
Deze overgang was in feite weliswaar niets
anders dan een verandering van standplaats
Maar er waren bij het aanvaarden
zich. Zij waren er reeds bij het aanvaarden
van het ambt in een hevigheid, die veel tact
on een helder doorzicht zou eischen om al
les in de juiste banen te behouden.
De bootwerkersstaking en
andere moeilijkheden
Allereerst de bootwerkersstaking, die den
eersten April 1912 te Terneuzen was uitge
broken. In de haven van Terneuzen werkten
toenmaals ongeveer 400 bootwerkers, en als
men de ontwikkeling van de haven van Ter
neuzen in de voorafgaande jaren nagaat,
bemorst men welke gevolgen een dergelijke
staking voor deze gemeente moest hebben.
Niet 't minst van het optreden van het hoofd
der gmcente zou het afhangen of een bevre
digende oplossing op niet te langen termijn
zou worden gevonden.
Er was nog een tweede moeilijkheid, een
fel aangevochten kwestie die voor- en tegen
standers in twee kampen had verdeeld: in
1911 was door de raad der gemeente het be
sluit genomen tot oprichting eener Hoogere
Burgerschool met 3-jarigen cursus. Dit be
sluit was wel vóór de komst van den heer
Huizinga genomen, maar de tegenstellingen
waren desondanks nog niet geweken.
Het typeert den me .sch, als wij zien hoe
burgemeester Huizinga zijn meening aan
stonds en-zonder omwegen kenbaar maakte.
In de gemeenteraad
In de eerste vergadering van den gemeen
teraad onder zijn leiding, stippelde hij als
vare den weg uit die hij voor Terneuzen
als eerste gemeente van heel Zeeuwsch-
Vlaanderen geboden zag: „Nu we hier eer
lang een inrichting voor Middelbaar Onder
wijs zullen krijgen, ny>et ik het uitspreken
dat ik uw genomen Besluit waardeer. Het
zal mijn streven zijn hierin bet goede te
zoeken, daar het is een welbegrepen belang
van deze streek".
Het is geen gemakkelijke taak, om van de
jaren die nu volgden, een ©enigszins afge
rond beeld te ontwerpen. Want zoo rijk aan
hoogst gewichtige gebeurtenissen is de pe
riode tusschen 1912 en 1936, en zoo belang
rijk het aandeel dat burgemeester Huizinga
daarbij op zich naml
Een woord in optimistische toon
De eerste nieuwjaarsrede die hij te Ter
neuzen in een zitting van den gemeenteraad
uitsprak, was een woord in optimistischen
toon. De havenbeweging toonde vooruitgang:
in het jaar 1912 kwamen te Terneuzen 278
zeebooten. Ook het bevolkingscijfer toonde
stijging, kortom: de verwachtingen voor de
toekomst waren hoopvol. Zoo zien wij in
de nieuwjaarsrede van het volgende jaar
reeds belangrijke lijnen uitgestippeld, die
aanstonds doen zien welken kant de heer
Huizinga uit wilde. Idealen, heeft men mis
schien schouderophalend gezegd; maar men
mag het gerust een gezonde werkelijkheids-
aoemen, als de heer Huizinga sprak over
uitbreidingsplannen voor de kom van de
stad, die tusschen de kanaalamien te eng
lag besloten, waaraan hij paarde de wensch
voor betere volkshuisvesting.
De pas afgesneden
Aan de bloei en de welvaart van Tprneuzen
zou de oorlog echter de pas afsnijden. De
haven zou de drukte en bedrijvigheid, die
ook zooveel welvaart bracht, moeten missen
Vrijdag 21 Augustus kwam de eerste groo
te vluchtelingenstroom naar Terneuzen, en
langen tijd achtereen moest veel werk wor
den verzet om voor onderdak en voeding
naar behooren te zorgen. Maar daarnaast
bleef er ook maanden achtereen het gevaar
dat Nederland in de oorlog zou worden be
trokken; die twee: oorlogsjammer en oorlogs
gevaar hebben sedert Augustus 1914 tot al
lerlei maal regelen aanleiding gegeven, waar
bij van burgemeester Huizinga's leiding veel
werd gevergd.
Aan uitbouw, langs de wegen welke hij
zich had voorgesteld, viel nu voor Terneuzen
niet te denken: de taak. door de tijdsomstan
digheden tot eerste noodzaak gemaakt, druk
te desondanks zwaar genoeg en eischte vrij
wel den geheelen menschl
Toch bracht het najaar van 1918 de ver
werkelijking van een lang gekoesterden
wensch: in October kon de eerste steen ge
legd worden voor de 42 woningen van do
Vereeniging Werkmansbelang. Deze plech
tigheid werd verricht door burgemeester
Huizinga, die er in een toespraak op wees
dal de dam, die op deze plek de uitbreiding
der gemeente tegen hield, na het slechten
van de wallen was doorgebroken. De stadsuit
breiding werd een feit, en ondanks de henar
de tijden was er toch voel van het oude op
timisme, nu men wederom kon werken aan
den uitbouw van Terneuzen.
In deze tijd viel ook de overgang van de
Gemeentelijke Hoogere Burgerschool naar
een inrichting met vijfjarigen cursus van het
Rijk. De eerste H.B.S. met volledigen cursus
in Zeeuwsch Vlaanderen werd in het ruime
schoolgebouw ondergebracht, en daarmee
bezat Terneuzen als centrumgemeente voor
Oostelijk Zeeuwsch Vlaanderen een inrich
ting voor middelbaar onderwijs.
Krachtige uitbreiding
Memoreeren wij hierbij nog, dat de uitbrel
ding van de stad in de na-oorlogsche tijd
met kracht werd voortgezet. De dijken aan
de westzijde van de kom der gemeente
den voor bouwterrein in gereedheid gebracht
waardoor aan den heerlijken Schelde-oever
een nieuwe woonwijk ontstond. Aan de oost
zijde, langs den weg naar Axel. werd de be
bouwing eveneens voortgezet, hier met ar
beiders- en middenstandswoningen. De oude
volksbuurt „Java" werd door aanleg van
nieuwe straten en pleinen een geheel ander
aanzien gegeven, terwijl oude vestinggrach
ten werden gedempt en benut voor woning
bouw of aanleg van gazons.
Handel, industrie en scheepvaart bleven
ook na den wereldoorlog voor Terneuzen
van groote beteekenis, al kon de haven niet
meer die vlucht bereiken als waartoe in 1914
de vooruitzichten zoo gunstig waren.
Dat ook tijdens het bewind
burgemeester Huizinga reeds gearbeid
werd aan de nieuwe havens van Terneuzen,
is het bewijs dat zijn werken in deze rich
ting met succes werd bekroond. Als de tijds
omstandigheden wijzigen en na de jaren
van druk en werkloosheid de welvaart eeni-
germate wordt hersteld, zal Terneuzen de
beschikking hebben over een havengebied
dat in de ontwikkelingsgang der stad een
woord van beteekenis zal meespreken!
Een tijdperk zwaar van zorgen
19121936: een tijdperk van enkele tien-
talen jaren, jaren zwaar van zorg ea
dreigend gevaar; jaren ook, waarin met vaste
hand het stuur in handen gehouden werd
om zijn doel dichter te naderen.
Zóó zien wij burgemeester Huizinga in de
vervulling van zijn ambt als eerste burger
van Terneuzen: zich met volle toewijding
geven aan de belangen zijner stad, steeds op
de bres orn nadeelige invloeden te keeren,
opkomend voor de goede rechten, verdedi
gend de plaats Terneuzen. die onder zijn be
stuur werd tot een stad met ruim elfduizend
inwoners.
Aan velerlei arbeid ten bate van de gemeen
schap heeft hij zich gegeven, niet het minst
aan die zaken waaruit voor de stad en haar
burgers in directen zin iets goeds kon wor
den verwacht. Hij ging den weg naar het
doel op de wijze welke hem goeddacht.
nu. bij het scheiden, moet hem de eere v
den gebracht dat hij in zijn arbeid veel goeds
.heeft bereikt.
Een werkzaam leven in dienst der ge
meenschap wordt welhaast afgesloten; nauw
gezette plichtsbetrachting, ijver en energie,
een helder oog voor de kansen van zijn stad,
maar bovenal een sterk geloofsvertroi
hebben burgemeester Huizinga's loopbaan in
Terneuzen gesierd.
Die arbeid vinde de waardeering waarop
hij recht lieeftl
LENTE
Glorieus is het begin van de lente!
Een week geleden rilden en huiverden we
van de kou.
En thans?
't Heeft er veel van weg of de natuur „ons
i 't ootje" neemt cn in race-tempo drie
maanden gaat overslaan.
De temperatuur is zomersch!
Woensdag is het feest begonnen.
Toen brak de jubelende voorjaarszon
juichend en stralend door het dagenlange
wolkendek heen en van dag tot dag werd
het warmer.
Zaterdag werd zelfs een temperatuur van
18 graden Celsius bereikt, hetgeen overeen
komt met 64 graden Farenheit Zoo om
streeks Pinksteren is een dgl. temperatuur
pas normaal!
We kunnen er dus vast van op aan, dat
de natuur „een beetje van streek" is als
ons zoo even mogen uitdrukken want
nog altijd orakelt de volksmond, dat Maart
zijn staart geducht kan roeren, endat
Aprilletje zoet nogwel eens geeft een witte
't Kan verkeeren, zei reeds Breeroo, en
zoo is het ook nu nog.
't Merkwaardigste van alles is, dat dit
jaar de lente haar intrede doet precies op
21 Maart.
Dat is toch wel een heel groote uitzonde
ring. In Maart 1931 hebben we iets derge
lijks beleefd. Toen zette de lente op 19 Maart
in, doch verder in het verleden reikt toch
ons geheugen niet
Stralende voorjaarspracht is er thans in
de natuur. Zij ontwaakt. Ook al is er nog
een groen aan de boomen, en al zijn de
bloemen niet ontloken.
Wie in deze dagen ook maar even er de
kans toe ziet, hij begeve zich in de vrije
natuur.
In de vogelwereld ls het al een en al leven.
De eerste kievitseieren zijn gevonden, het
ikwinkeleer is niet van de lucht. Zelf
zagen we den leeuwerik van het vlakke veld
omhoog stijgen de oneindige blauwe verten
tegemoet en hoorden we hem het hoogste
lied uitzingen.
Er valt indeze dagen veel te genieten! Is
de lente - de tijd van het ontluikende jonge
leven niet de mooiste periode van het
geheele jaar?
Buiten in de natuur is 't feest. Het stra
lende zonnefeest duurt voort van dag tot
'3g.
Maar thuis is schoonmaak. En daar
mee keeren we of we willen of niet
terug tot de werkelijkheid van het leven,
lederen dag weer!
En we beseffen 't opnieuw: neen, dit zon
netje kan niet blijvend zijn.
De weerberichten melden immers, dat ons
land vlak tegen een depressie-gebied aan
ligt en staat de barometer niet op verander
lijk?
Maar wat we hebben is in elk geval
meegenomen. En laten we hopen, dat het
weer in de komende weken niet al te onge
durig zal zijn. Wellicht gaan we dan een
prachtig voorjaar tegemoet.
Ten slotte: de stralende zonneschijn van
de laatste dagen is gevolgd op een periode
'•an vijf weken, waarin we de zon vrijwel
niet te zien kregen. Van 13 Februari tot 17
Maart hadden we n.l. slechts drie dagen met
wat zonneschijn. Verwend waren we dus
zeker niet!
Van Maartsche buien hebben we tot nu toe
ook al niet veel last gehad. De laatste drie
eken is vrijwel geen druppel regen geval
len. De Bilt noteerde nog geen drie m.M. Het
is dus werkelijk geen wonder, dat reeds eeni-
heidebranden hebben gewoed.
Buiten is alles kurkdroog. En daarom:
voorzichtig met lucifers, als men er op uit
trekt!
Begrafenis agent Kruithof
Overgroote belangstelling
Men meldt ons uit Den Haag:
Onder overgroote belangstelling van
politie-zijde en publiek is Zaterdag
middag op de Algemeene Begraaf
plaats ter aarde besteld het stoffelijk
overschot van den, in den nacht van
Dinsdag op Woensdag op den Bezui-
denhoutschenweg zoo jammerlijk otn
het leven gekomen agent van de mo
torbrigade H. Kruithof.
De plechtigheid had plaats met korpseer.
Van de woning in de Joh. Camphuysstraat
ging de stoet, voorafgegaan door 't politie-
muziekkorps „Onderling Kunstgenot" eerst
langs het politiebureau in de Louise Hen-
riettestraat. waar het personeel en de
leden van de motorbrigade stonden opge
steld. Hier werd ook een krans op de baar
gelegd. Een krans van het geheele politie-
VOORNAAMSTE
NIEUWS
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
Het aantal slachtoffers van de overstroom
mingen in Amerika blijkt aanzienlijk te zijn
gestegen.
Inning van onbetvnste vorering heeft
volgens het Voorloopig Verslag meer na-
dan voordeden.
Be positie van de Fransche franc.
INBRAAK IN EEN
REGISTRATIE-KANTOOR
Zeventienduizend gulden
aan zegels gestolen
Te Utrecht ontdekte Zondagmorgen eert
agent van politie, dat er ingebroken was in
het kantoor van den ontvanger en inspec
teur der registratie en domeinen aan de
Muntstraat.
De daders, die zich hebben laten inslui
ten, hadden alles overhoop gehaald en kon
den ongemoeid hun „werk" verrichten, daan
het gebouw 's nachts onbewaakt is. De in
brekers hebben de brievenpost opengebroken
en zich ook postwissels toegeëigend. Do
eigenlijke buit bestond uit veertienduizend
zegels en coupon- en beursbélastingzegels
ter waarde van ongeveer zeventienduizend
gulden. De politie stelt alles in het werk,
om den verkoop van de zegels te voorko-
men. Gelukt dit, dan hebben de inbrekers
heel weinig profijt van hun buit Boven
dien zouden zij bij den verkoop van coupon-
en beursbelastingzegels de medewerking
moeten hebben van beursbeambteii.
De brandkast hebben de inbrekers niet ge
opend. Zij moeten Zaterdagmiddag vijf uur,
toen de laatste werkvrouw de kantoren ver
liet, zijn binnengedrongen. De daders heb
ben verschillende pogingen gedaan om het
gebouw aan de achterzijde te verlaten, doch
dit lukte niet, waarom zij door een raam
aan de voorzijde zijn ontkomen.
korps werd eveneens met den stoet mee
gevoerd. Vervolgens werd gereden langs het
hoofdbureau van politie op het Alexander
plein, waar het personeel van de controle
en het vervoerwezen, alsmede dat van het
sectie-bureau Laan Copes, zich bevond. De
leiding van den stoet berustte bij den
inspecteur P. P. Paul.
Als slippendragers fungeerden collega's
van den ontslapene. Aan de groeve heeft als
eerste spreker de hoofdcommissaris, de heer
v. d. M e y, het woord gevoerd. Door het
korps is een ontzettende schok gegaan
toen men hoorde van het ongeluk, dat aan
Kruithof overkomen was. Kruithof was
een eerlijke, trouwe politieman en daar
naast een uitstekend huisvader. Spr. zeide.
dat de Haagsche politie hem zeker niet zal
vergeten.
Verder hebben gesproken de heeren
Schouten als voorzitter van de politie-
muziekvereeniging „Onderling Kunstgenot",
en L. Walraven als voorzitter van de
afd. Den Haag van de Alg. Ned. Politie
bond.
Dr. M. H. den Hertog, Ned. Hervormd
predikant, sprak ten slotte woorden van
troost tot de familie, waarna hij de begra
fenis-liturgie voorlas en eindigde met het
Onze Vader.
Nationale Reclasseeringsdag
Een belangwekkende prijsvraag op komst
Ter gelegenheid van den Nationalert
Reclasseeringsdag zal een prijsvraag wor
den gepubliceerd in de Reslasseeringskraut
die in de week van 29 Mei zal verschijnen
Als hoofdprijs is beschikbaar gesteld een
D.K.W. auto, 4 persoons cabriolet, ter waar
de van 1295.—een centrale verwarmings-
installatie, voorts een Willem II Tafelbil
jart, rondvluchten K.L.M., cano's, fototoe-
len, fietsen, horloges, boekwerken enz., i-a
totaal 650 prijzen.
Wie zich heden op ons blad abonneert,
ontvangt de tot 1 APRIL a.s. ver
schijnende nummers gratis.
Aanbrengers van nieuwe lezers voor
minstens één jaar, kunnen recht doen
gelden op de fraaie zilveren theelepel
Voor eiken abonné een exemplaar.
Abonné's op te geven aan
DE ADMINISTRATIE