Met de ambulance naar Abessynië HET DIENSTBODEN- VRAAGSTUK DE KARTEERINGS-VLIEGER VONK VERTELT tocht naar Nieuw-Guinea Van zijn DINSDAG TO MAART 1936 TWEEDE BLAD PAG. 5 Dr. WINCKEL MELDT BOMBARDEMENTEN OP DESSIE Samenwerking mei de Britsche ambulance Hét basishospitaal blijft te Dessié gevestigd Aan de rapporten van dr Winckel. leider van de Nederlandsche Ambulan- e.e in. Abessynië over de periode van Zaterdag 8 Februari tot en met Woens 'dag 12 Februari, ontleenen wij het vol gende: Op Zaterdag 8 Februari kwam in de na middag onverwacht dr Belmonte per Roode Kruisvliegtuig uit Addis Abeba in Dessie aam De post was helaas achtergebleven in de koffers, welke het vliegtuig te zwaar zouden bobben gemaakt. Dr Winckel teekent bij deze dag nog aan, dat hij zeer belemmerd is in zijn bewegin gén door een geïnfecteerd wondje aan de rechtervoet. De volgende Zondag waren onze landge- noQten getuige van een bombardement op Dessie en omgeving door Italiaansche vlieg tuigen. Om acht uur verschenen vijf of zes vliegtuigen, die op drie plaatsen hun bom bardement richtten: op de stad zelf, op een plaats circa een uur loopens van de Neder landsche ambulance en ook ten Oosten. Een trraep van vier bommen viel op on geveer 800 M. ten Westen van het kamp, zonder schade aan te richten. Wii kregen niet de indruk, zoo schrijft dr Winckel, dat de Italianen het op ons kamp voorzien hadden. Op zoek naar gewonden Toen de Italiaansche vliegtuigen w« Verdwenen, trokken de Nederlandsche art sen naar de stad en naar de plaats ten Noorden, waar vele bommen waren geval len. De eerste ploeg kwam onverrichterzake terug. Ér waren slechts weinig slachtoffers gevallen: twee dooden en twee licht gewon den, die beiden reeds in het Amerikaansche hbspitaal behandeld waren. De tweede ploeg had meer succes: onderweg vond mén twee licht-verwonden, die voorloopig naar de'^Nëderlandsche ambulance werden ver wezen. Voorts trof men op de plaats des onheils nop een lichtverwonde en een era «tiger geval. Beiden werden in het hospitaal gebracht. Dèn volgenden dag, Maandag 10 Februari bad een bespreking plaats met Dr. Melly, de leider der Britsche ambulance. Deze deelde o. a. mede, dat zijn geheele ambu lance is ingericht op vervoer per vracht- auto, een. lichter type dan de Nederland-' *che.Nu hij een plaats inneemt achter het nöordfront zou hij liever muildierenvervoer wensclien. De daaraan verbonden hooge kosten waren echter een bezwaar. Daarom kop de Engels,che ambulance ook niet, zoo dié. <fo Nederlandsfche," Voorposten van eenig belAng- "Uiteenden; ten hoogste zouden dit eenige eerste hulppatrouilles kunnen zijn. liet plan van Dr. Melly was, op te rukken naar Quoram. Dr. 'Winckel deelde hem mede, dat de beide Nederlandsche eenheden ook elk een pfeats in de buurt van Quoram zouden in nemen, zoodat de samenwerking tusschen de .Britsche en de Nederlandsche ambu lance van het hoogste gewicht zou zijn. Dr. Melly beaamde dit en de beide leiders kwamen tot een gemeenschappelijk werk plan. Een gemeenschappelijk werkplan In groote lijnen komt dit werkplan hier op neer: direct achter het front zijn de ambulances van het Etiopisch Roode Kruis, dan komen de eenheden van de Nederland sche en de geheele Britsche ambulance op ongeveer 50 tot 80 K.M. achter het front. De Nederlandsche eenheden voeren hun patiënten, teneinde niet overbelast te ge raken, af naar de Britsche ambulance, die haar patiënten verder betrekt van haar eigen eerste-hülp patrouilles en van de Ethiopische eenheden. Voorts zal de Britsche ambulance afvoe ren op de Nederlandsche te Dessie. Dit trarisport wordt onderhouden met de ca- miops der Britten. Het duurt twee k drie dagen Dé Nederlandsche ambluance blijft te Dessie en zal vermoedelijk van belang zijn voor de definitieve operatieve behandeling der verwonden. Deze laatsten worden ten slotte geëvacueerd naar Addis Abeba, door de Nederlandsche camions of door de zor gen van het-Ethiopische gouvernement Tri'Vèk toelichting tot dit werkplan wijst Dr. Winckel er op, dat deze rege ling een regelmatig contact tusschen de Nederlandsche eenheden en het basis- hospitaal gemakkelijker maakt. De ledig terugkeerende Britsche eamions kannen berichten en aanvullende voorraden althans tot voorbij Quoram meenemen. Het laatste stuk van den weg wordt dan afge legd met muildieren in het bezit der Ne derlandsche eenheden. Daardoor viel het dr! Winckel ook gemakkelijker de beslis sing te nemen, dat de basis te Dessie blijft en (voorloopig) niet noordwaarts verplaatst wordt. Dr.: Winckel neigde tot dit laatste wegens den epormen afstand welke ruim 300 K.M. bedraagt. De vestiging in Dessie heeft echter "zulke groote voordeelen, dat hij van verder noordwaarts trekken van het basis»höspitaal afzag. Waarom Dessie als basis aangewezen is .Dessie is aangewezen als basis, omdat het hjet hoofdkwartier van den Negus is en als zoodanig vaker het doel van bombardemen ten dan eenige andere plaats. Ook is Dessie gelegen in het midden tusschen het front on Addis Abeba, wat van belang is voor de evacuatie der patiënten. Ook is er de ge makkelijke verbinding met Addis Abeba; meer naar het Noorden bestaan er geen post- of telegraafkantoren. Bovendien be schikt Engeland hier over een militairen attaché. Ten slotte overwoog dr Winckel, dat het voor Nederland, tot dusver aan den Negu* vrijwel onbekend, van veel belang kan zijn, dat een goed uitgeruste ambulance in de onmiddellijke nabijheid van Z.M. blijft, die trouwens daarom heeft gevraagd: Dr Veeneklaas maakt het wel veel beter, maar kan toch nog niet met de karavaan meegaan. Dr Lampe gaat daarom voorloopig in zijn plaats. Dinsdag 11 Februari klonken des morgens om negen uur de waarschuwingsschoten voor een luchtaanval. Het bleek slechts een vliegtuig te zijn, dat op vrij groote afstand in noordelijke richting passeerde. Het ver trek van de eenheid onder leiding van dr van der Does, die nu reeds een week klaar stond, kon die dag om vier uur des namid dags plaats hebben. De volgende dag was er des morgens weer luchtalarm en was er een verken ningsvliegtuig, dat geruime tijd in de buurt van Dessie en het Nederlandsche kamp bleef cirkelen. Dergelijke alarmee ringen, welke uit de aard der zaak niet in de wind geslagen mogen worden, kosten telkens veel tijd en belemmeren de werkzaamheden, ook omdat de auto riteiten daarna gedurende eenige uren onvindbaar zijn. Dr Winckel besloot hier zijn rapporten met de mededeeling, dat die dag twee vlieg tuigen uit Addis Abeba waren aangekomen en weer spoedig met de post zouden ver trekken. Nationale Reclasseeringsdag Wij maakten reeds melding van het voor nemen van de samenwerkende Reclassee- ringsinstellingen om in verband met den Nationalen Reclasseeringsdag, die op Zater dag 9 Mei a.s. gehouden wordt, in de weck voorafgaande aan dien dag aan Reclassee- ringskrant uit te geven in een oplaag van één millioen exemplaren. Nader vernemen wij, dat het in het voor nemen ligt om aan de uitgave van dit blad een prijsvraag te verbinden, waarvoor een groot aantal belangrijke prijzen wordt be schikbaar gesteld. POOLSCHE LEGATIE De heer K. Trebicki, eerste secretaris van He Poolsche legatie, die naar Genève is over geplaatst bij de Poolsche delegatie aldaar. :s b'enoemd tot ridder in de Orde van Oran- je-Nassau. ROTTERDAM LLOYD RAPIDE De firma Ruys en Co., hoofdagente van de N.V. Rotterdamsche Llovd, meldt, dat de Rotterdam Lloyd Rapide, rijdende in aan sluiting op het d.d. 1 dezer te Marseille ver wacht wordende mailschip „Indrapoera" Woensdag 11 Maart a^. om 6.16 uur te Roo sendaal, 7.14 uur te Rotterdam D.P. en 7.40 liur te Den Haag H.SM zal arriveeren. GOD REGEERT Als ik niet wist, mijn God, dat in Uw sterke handen De toom der wereld ligt, die als een steigrend paard In dolle razernij rukt aan de strakke handen Waarmee Gij ze in Uw gunst voor ondergang bewaart, Als ik niet wist, mijn God, dat hoe de volken jagen Naar zelfvernietiging Gij hun genadig zijt, Ik had geen rust noch duur in deze bange dagen, Ik vond geen veiligheid in deze nacht van nijd Als ik niet wist, mijn God, dat Gij ziit in ons midden, Omdat Uw lieve Zoon geboet h,eeft onze schuld, Als ik niet wist, mijn God, dat Gij V laat verbidden Wanneer de maat Uws toorns te boorde is gevuld, Als ik met wist, mijn God, dat Gij ons niet vergeten Maar veilig leiden zult door nacht en donkerheid, Ik zou in deze tijd geen raad, geen uitkomst weten. Maar 'k weet dat Gij regeert, dat Gij genadig zijt. (Nadruk verboden.) jj LEO LENS. Vermindering van Veergeld Protest tegen eenzijdige bevoorrechting van Zeeuwsch Vlaanderen Het bestuur van de vereen, van Chr. werk gevers en groothandelaren in Nederland heeft zich andermaal gewend tot den mi nister van waterstaat, ten einde voor de op de Zeeuwsche en Zuidhollandsche eilanden gevestigde ondernemers kosteloos, of althans goedkooper vervoer met de veerdiensten te- bepleiten. Naar aanleiding van het bericht, dat de regeering bereid zou zijn een verlaging van de veergelden voor auto's over de Wester- schelde te bevorderen, voor zoover deze auto's gehouden worden door inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen, protesteert de veree- niging ernstig tegen deze eenzijdige bevoor rechting van Zeeuwsch-Vlaanderen, waar door het een ongemotiveerde voorsprong zou erkrijgen op het overige deel van Zeeland, sn zij dringt er bij den minister op aan vrijstelling subs, vermindering van veer gelden te bevorderen voor alle bewoners der Zeeuwsche en Zuidhollandsche eilanden. LAND- EN TUINBOUW Paardenfokkerij in Gelderland Volgens het jaarverslag der „Provinciale Regelingscommissic voor de paardenfokke rij in Gelderland" hebben daar in 1935 ge dekt 73 trekpaard-hengsten en 55 tuigpaard- hengsten. De trekpaard-hengsten dekten 4S88 mer- riën, de tuigpaard-hengsten 3454. Onder de laatste groep komen echter ook 6 ponnies voor. die samen slechts 71 merries dekten eü één Hannoversohe hengst, die 7 merries dek te. De overige 48 warmbloeds dekten der halve gemiddeld 70 De trekpaardfokkers in Gelderland zijn al le aangesloten bij de afdeeling Gelderland van het Stamboek voor het Nederlandsche trekpaard (Belgisch type), de tuigpaard- fokkers deels hij het „Geldersch Paarden stamboek" en deels bij de afdeeling Gelder land der „Nationale Vereeniging tot bevor dering der paardenfokkerij in Nederland". Deze gescheiden groepen verschillen in hun streven doordat de „Nationale" de ingeschre ven tuigpaarden splitst in landbouwtuig- paarden (N.S.Tg), luxe tuigpaarden (N.S.Lx. Tg.) en hackneys (N. Hackn. S.), terwijl het Geld. P.S. deze drie in één stamboek op neemt. Het is jammer, zegt het verelag verder, dat deze verdeeldheid onder de tuigpaard- fokkers in de zoo belangrijke provincie Gel derland bestaat, deels ten gevolge van het genoemde verschil in opvatting, deels van anderen aard. Van Regeeringswege wordt nu getracht meer samenwerking te verkrijgen. Het G.P.S. heeft meer leden, vooral in de zandstroken, de afdeeling Gelderland der Nationale meer ingeschreven stamboek- hengsten vooral in de Betuwe en de IJs- sglstreek. De. hengsten, ingeschreven in de stamboe ken der Nationale Vereeniging, dekten in Gelderland ongeveer 600 merries meer dan die, ingeschreven in het G.P.S. Alg. Ver. v. Bloembollencultuur De algemeene vergadering van de Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur zal worden gehouden op Maandag 30 Maart te half twee in de zaal der bloemen keuringen— van het Krelage-huis der vereeniging, Leidschevaart 8. te Haarlem. Op de vergadering zal een lezing worden gehouden door dr. J. J. Beyer, plantkundige aan het Laboratorium voor Bloembollenon- fierzoek te Lisse, over: Het bewaren van bol gewassen vóór den verzendtijd Voorts zal er een vergadering worden ge houden met gesloten deuren. DE VOORNEMENS DER REGEERING Vakopleiding, bemiddeling en nazorg De Regeering acht zich geroepen naar beperking van vreemde arbeids krachten in ons land te streven. En waar dit vraagstuk eigenlijk culmineert in de 30.000 buitenlandsche dienstboden, kan zij ook deze categorie niet ongeanoeid laten. Voorop dient gesteld, dat de Regeering dit vraagstuk alleen beschouwt van uit het oogpunt der werkloosheid, welke nog met de dag stijgt Het is natuurlijk mogelijk de in vasie der (hoofdzakelijk) Duitsche en Oos- tenrijksche meisjes te bezien in verband met de huwelijkskansen der Nederlandsche sexe- genooten, met een „pénétration pacifique" (vreedzame iudringing) van het nationaal- socialisme en zelfs met verbastering van het „Hollandsche ras"; de Regeering bemoeit zich daar niet mee. Zij ziet alleen de vele werkloozen, zij constateert ondanks dat het tekort aan vrouwelijk huispersoneel en vraagt: wat kan de overheid daaraan doen? Hier ligt een taak voor den Wetgever. En de Hooge Raad van Arbeid onderzoekt een voorontwerp van „wet vrouwelijke arbeids krachten". Het ontwerp beoogt meisjes b» neden 16 jaar geen arbeid in een fabriek of werkplaats of in een kantoor te doen ver richten, behoudens In de gevallen, waarin dit bij algemeene maatregel van bestuur zaJ zijn toegestaan en met dien verstande, dat het verbod niet zal gelden voor meisjes, die op het tijdstip, waarop de wet in werking treedt, de leeftijd van 14 jaar bereikt hebben. De vraag is gesteld: waarom maar tot 16 jaar? Daarvoor zijn zeer plausibele redenèn. In menig gezin gaan de meisjes van 14 en 15. jaar niet in een dienstje, maar naar een fabriek, omdat men daar al spoedig een aardig loon verdient, dat aan het gezin ten goede kan komen. Dit klemt temeer, omdat een dagmeisje vaak „buiten de kost" is. en om 4 a 5 uur hongerig thuis komt. Zelfs een betrekkelijk goede geldelijke belooning weegt daartegen niet op. Wordt later een betrekking voor dag en nacht gevonden, dan vervallen deze bezwaren. Voorts dient er rekening mee gehouden te worden, dat niet alle meisjes voor huis houdelijke arbeid geschikt zijn en ook daar om moet er gelegenheid zijn andere arbeid te zoeken. De eerste etappe: van Amsterdam naar Mersamatruh Tot weerziens, Nederland! Het moment, waarop ik ons kleine Holland voor kortere of langere tijd ga verlaten, is nu aangebroken: 11 September; de tijd, dat de zomer zijn plaats begint af te staan aan de herfst en waarna de winter onmerkbaar, zijn zetel zal vestigen. Ditmaal zal ik mij niet scharen, onder zijn onderdanen, maar mij straks te goed doen aan de warme zon het Oosten. Deze ontboezeming geeft feitelijk niet m'n stemming weer op deze morgen, daarvoor moet ik te veel practisch zijn. Het valt altijd nog tegen, wat je zoo hebt mee te sleepen menig zweetdruppeltje viel, voordat m'n hebben en houden veilig in de kist staat. Verder is een mensch niet van steen, zoodat nog het een en ander voor onderweg mee genomen moet worden (een mooi baantje voor den tweeden piloot, alias mannetje- van-alles). Tusschen deze bedrijven door moeten de ceremoniën verricht worden, ge bruikelijk bij het afscheid nemen van familie i kennissen. Tenslotte ben ik blij, wanneer eenmaal het cabine-deurtje achter me is dichtgeval len en ik alleen nog door de ramen een beetje moet wuiven. De motoren draaien al en dwingen de toeschouwers een beetje afstand te nemen. Ik heb me achter de radio geplaatst, wachtend tot de remmen los gaan, waarna we er van door kunnen gaan. Captain Fulford wacht hiermee nïet" lang meer en trekt na de start de AKV resoluut over de hangars de lucht in. Even zie ik nog een zwarte glimp van menschen op het plateau en dan Schluss, tevens het begin van het nieuwe. Boven de Loosdrechtache Plassen zie ik links en rechts collega's uit Soesterberg. die in hun getrouwe C V-en een eindje weg brengen. Boven Soesterberg zwaaien ze af en verdwijnen omlaag; ze zijn weer thuis. Wij moeten een stukje verder voor we onze toe stellen op stal kunnen zetten. Ik pruts wat met de radio, zoek verbin- <4 theno, XeropoWs ding met de U en de W. Ondertusschën zie ik onder me telkens bekende punten, die elk voor zich herinneringen oproepen. Onze grenzen zijn echter nauw en het duurt dan ook niet lang of de Hollandsche bodem ver dwijnt onder me. Tot weerziens. Naar de schoone blauwe Donau Ik ga 'es verzitten. Ziezoo, nu gaat het spel dan toch beginnen. We vliegen recht streeks koers op Weenen, 900 K.M. Steden met hooge rookende schoorsteenen doemen ïn verdwijnen weer: Duitsche industrie. Dan in scherpe tegenstelling golvend terrein met kleine witte dorpjes. In in'n koptelefoon hoor ik teekens van Tideman uit de W. Hij vraagt aan Hegener, of-ie nog leeft. Ook verlegen om een praatje. Ik sein hem z'n mond te houden, tot-ie iets beters weet. Dat doet hij blijkbaar, want ik hoor niéts meer. Qndertusschen zijn we Neurenberg gepas seerd. Het terrein wordt meer geacciden teerd. Het wachten is nu op de „blauwe Donau", reeds bekend uit een tocht met de Dragon naar Weenen, twee maanden gele den. De rivier komt vrij laat in *t zicht, om dat het bergland haar loop door de dalen verborgen houdt Bijna tegelijkertijd zie ik de vier bruggen van Weenen. Een bocht boven de stad en een oogenblik later staan we weer op de grond. Vier en 'n half uur ge zeten; ik rek me "s uit en steek een sigaret op. Dan sleep ik al de papieren naar de douane en verzend telegrammen naar Am sterdam, Batavia, Schiphol, en Belgrado, het volgend punt op ons traject. Om twee uur starten we. Over Hongarije, links ligt Budapest aan weerszijden van de Donau, onder me de uitgestrekte Hongaar- sche poesta's, bijna onbevolkt: het land der Zigeuners. We vliegen op een bepaald piint aan, waar de Joego-Slavisohe grens over vlogen moet worden. Zonder bijzondere ge beurtenissen landen we in Belgrado. 's Avonds kuieren Tideman en ik door de stad. Ik geloof, dat iedereen buiten loopt, zoo overvol zijn de straten. Van de stad zelf zien we niet veel bij donker. Voor een Gent koopen we een stuk mais; het is echter on gaar en we mikken het een steegje in. Voorloopig hebben we eiken dag weer met verschillend vreemd geld te maken. Je moet op je tellen passen, anders nemen ze je er tusschen; die knapen hebben het direct door, dat je maar moet gelooven, wat je terug krijgt. De volgende morgen starten we voor Athene. Het land ziet er ruw uit, kale berg ruggen; van groote hoogte ziet het er uit als een achteloos neergeworpen kleed. Boven Griekenland moeten we onder de wolken duiken om grondzicht te kunnen houden. Ik hoor Hegener weerbericht vragen van Athene: heldere hemel is het antwoord. We vliegen nu tusschen de bergen door. Er staat hier een flinke remous en we wippen aardig op en neer; af en toe striemt de regen tegen de ruiten van de cockpit. Een gezellig gehoor en het doet je denken aan een knappend haardvuurtje op een koude regendag. Wandeling door Athene Voor ons uit wordt het al lichter; we na deren Athene. Na een laatste bergrug zien de stad liggen, waar eens de wetenschap oudheid bloeide. Na geland te zijn, komen we na een half uur rijden in de stad aan. Het is pas drie uur en wc nemen direct De TcartecringsvUeger JOH. VONK, schrijver dezer artikelen kans. waar om het een en ander te bezien. Athene is een moderne stad, breede straten en druk verkeer. Daar is het ons nu niet om begon nen; regelrecht gaan we naar de Acropolis. Een mooie trap voert naar boven; wij blijven echter in stijl door aan de andere zijde over rotsen naar boven te klauteren. Alles ademt hier de oudheid; brokstukken van beelden, gebroken pilaren stellen hier vergane ..pracht ten. toon. Tot mijn spijt heb ik nooit veel voor dat verre verleden gevoeld en kan dus alles niét naar waarde schatten. Dat neemt toch niet weg, dat het een onvergetelijken indruk achterlaat. 's Avonds wordt een diner aangeboden dóór de vertegemvoord iger van de De Havil- Jand-fabrieken. We duiken evenwel vroeg in kooi, want voor morgen staat een flinke wip op. het programma. Naar hef donkere werelddeel De volgende dag staan de drie toestellen al in het gelid bij aankomst op het vliegveld. De vorige dag zijn de motoren nagekeken, want ze moeten ons nu over de Middelland- sche Zee voeren. Gedurende het proef draaien presteert een Griek het een militair toestel door traverseeren op z'n neus te zet ten; precies loodrecht blijft het staan. We starten vlak langs de ongeluksvogel en klim- fnen direct naar 3000 M. Het weer is beter dan gisteren, de hemel is onbevolkt en als een landkaart strekt zich Zuid Griekenland onder ons uit. Voor ons de Middellandsche Zee, diep blauw van kleur; zelfs de golven zijn van deze hoogte als peltjes te zien. Boven Kreta zie ik troepenkampementen: het teeken van een naderende oorlog, in scherp contrast met de idyllische ligging van het eiland. Nu ligt Europa voor goed achter ons en het donkere werelddeel met z'n eindelooze woestijnen zal straks te voorschijn treden. Voorloopig zien we nog niets dan water; af en toe wordt m'n oog vastgehouden door een bepaald punt: een schip, dat z'n weg door de golven zoekt. Een paar uur gaan zoo eentonig voorbij. Fulford stuurt en het toestel ligt zoo rustig, dat schrijven in de cabine geen bezwaar oplevert. Nog onverwachts komt de uitroep van Fulford: „The coast". Ik steek m'n hoofd in de cockpit en zie van Oost tot West een zwarte streep loopen; er boven een witte lijn van wolkenban ken. We zitten precies op koers want we komen precies boven Mersamatruh „aan wal"» Mersamatruh is een vliegveld in c' woestijn door paaltjes uitgezet. In de omtrek zie ik tenten, gemaakt met behulp van stok ken en stukken goed: de "woonplaatsen van de Nomaden hier. Verder tot aan de horizon Oost, Zuid en West zand en nog eens zand. Voor het eerst heb ik hier last van m'n Europeesche kleeding. De zon staat hier al aardig hoog boven de horizon en de zand vlakte zorgt voor de warmteweerkaatsing. Na het tanken klimmen we zoo vlug moge lijk de lucht in om weer koude lucht te happen. We vliegen op 3500 M. hoogte, laa; onder ons hangen scherp geteekende cumu luswolken. Deze geven een schilderachtig effect aan het land. Boven ons een volkomen heldere hemel van prachtig blauwe kleur; onder de helwitte door de zon beschener wolken. Als achtergrond de goudgele woes tijn met de zwarte schaduwen der wolken. Een aanblik om nooit te vergeten. (Nadruk verboden). JOH. VONK. panorama txm Athens Dit kan nog zonder bezwaar op 16-jarige leeftijd; hoe ouder men wordt, hoe moei lijker het gaat; en ook dit is een reden, waarom de grens van 16 jaar gesteld is. Voorts wordt beoogd de mogelijkheid te scheppen soorten van arbeid aan te wijzen» welke door een meisje of een vrouw niet of slechts onder bepaalde voorwaarden mogen worden verricht; en wel soorten van arbeid» die tot voor weinige jaren uitsluitend door nen verricht werden of die om physieke of psychische redenen eigenlijk voor vrou wen minder geschikt zijn. In 1922 bedroeg het percentage vrouwe lijke arbeidskrachten in de industrie: 16.783 in 1932: 18.36. De Minister van Sociale Zaken verwacht, blijkens zijn toelichting bij het voorontwerp van wet, door de gedachte maatregelen een beperking van de toeloop van meisjes naar fabrieken en kantoren en een zoeken aoor ele van die meisjes van een werkkring in huiselijke diensten. Wat onze moderne tijd en de modern» rouw ook beweert, het is een feit, dat huis arbeid voor verreweg de meeste vrouwen meer geëigend is dan velerlei andere arbeidj ai moet men zich ook ten deze voor over drijving hoeden. Wij prijzen het in de Regeering, dat zij bij dit alles zeer geleidelijk en hoogst voorzich tig te werk gaat; de jonge vrouw, die voor zich zelf moet zorgen, heeft evenveel recht op een plaats in de maatschappij zooveel mogelijk naar haar aard als de jonge man, die verkiest alleen voor zich zelf te zorgen. Vakopleiding voor huishulp De Regeering begreep echter ook, dat zij niet volstaan kon met een verbod; er be- hooren ook positieve maatregelen genomen te worden. Vandaar, dat naast de nijver heidsscholen voor huishouden, en veelal met medewerking van het aan die scholen ver bonden onderwijzend personeel én van plaatselijke vrouwen vereenigingen, in de laatste tijd een aantai cursussen in verschil-- lende deelen van het land zijn ingericht ter opleiding voor dienstbode. De Minister van Sociale Zaken kan dergelijke cursussen sub-, sidieeren. Bovendien wordt in een aantal gevallen het ontvangen van een opleiding op een cur sus voor dienstboden gecombineerd met het in practijk werken tegen een loon lager dan van een volslagen dag-dienstbode. Van deze cursussen wordt helaas nog t». weinig gebruik gemaakt. Gestreefd wordt om binnenkort 2000 meis jes per jaar op te leiden en het k*n sleets aan ons volk goede komen als liet be zoeken zooveel mogelijk bevorderd wordt. Ook is een opleiding van ongeveer twaalf weken niet afdoende (internaten, zooals in het R.-K. werkkamp te Bouvigne bij Breda, geven beter resultaten) en daarom rust voor al op de huisvrouw de dure plicht voor ver dere vorming en het aankweeken van liefde voor het vak te zorgen. Nazorg en steon voor het buitenmeisje Zooals we elders zag en.kan de overheid zicli niet al te zeer inlaten met de ethische vraag stukken, welke hierbij aan de orde komen» Wel wil zij meer aandacht besteden aan de plaatsing van, de arbeidsbemiddeling voos vrouwelijk huispersoneel. Daarnaast wordt de organisatie der ar beidsbeurzen aangevuld door de benoeming van arbeidsbemiddelaarsters voor vrouwen» Reeds zijn hiertoe in Groningen en in Noord- Brabant dames aangesteld. Haar taak is, In overleg met directeuren van districts-arbeida beurzen: a. Selectie van meisjes, die zich opgeven voor het volgen van een dienstbodencursuaj b. zoeken van geschikte gezinnen voor da plaatsing als leerling-dienstbode voor meis jes, die een cursus hebben gevolgd; c. plaatsing als gewone dienstbode van meisjes, die een cursus hebben bezocht en die gedurende eenige maanden als leerling- dienstbode hebben gewerkt, en eventueel van andere dienstboden; d. uitoefenen van nazorg ten aanzien vaa de onder b. en c. bedoelde meisjes; e. observeeren van meisjes, die cursussan. volgen, en houden van contact met de leid sters dier cursussen; f. voor zooveel noodig bezoeken van ge zinnen van meisjes, die worden opgeleid» teneinde zich op de hoogte te stellen van da milieux, waaruit de meisje» voortkomen. Die nazorg is van groot gewicht en dient gesteund of overgenomen te worden door on ze Christelijke organisaties van vrouwen en meisjes. Wij kunnen er niet meer over schrijven, doch wij bevelen dit onderwerp in de bizon- dere belangstelling van onze Christelijke or ganisaties, op dit terrein, aan. Hier is mooi en gezegend werk te doen. Laat het meisje uit de provincie, dat in da groote stad gezinshulp verleent in en bul ten dat gezin „zusters" vinden. VAN ONZE ADVERTEERDERS Rattenplaag Voor menig bedrijf beteekent de ratten^ plaag jaarlijks een belangrijke verliespost. Deze ongewenschte knaagdieren verme nigvuldigen zich bovendien zoo snel, dab het uiterst moeilijk is afdoende verdelging-», maatregelen te treffen. Listig als ze boven dien zijn, zijn deze dieren moeilijk te be strijden en de praktijk heeft wel bewezen, dat alleen een uitgebreide aanval door midi del van vergif, doeltreffend kan werken. Hot is evenwel verbazend moeilijk een vergif sa men te stellen, dat onschadelijk voor mensch en huisdier Is en tegelijkertijd doe del ijk voor ratten. Het is daarom toe te juichen, dat de we tenschap een middel heeft gevonden, duf aan dezen eisch voldoet. Het nieuwe middel Pararat is van plantaardigen oorsprong Sinds eeuwen reeds is het bekend, dat Scilla Maritima een stof bevat, die de Bovengenoemde eigen schappen bezit. Het was echter nooit gelukt de worteldeelen waarin de toxine zich bevindt zoodanig te conserveeren, dat ze in gedroogden toestand even krachtig wer ken, als in verschen toestand het geval is. Eerst door de vinding van Dr L Danzel, een Fransch scheikundige, is het gelukt cie planten zóó te behandelen, dat ze in et'.* droogden toestand steeds en even krachtig werken als de versche piantendeelen. Pararat is het eenige in Nederland verkrijgbaar rattengir, dat van deze rgit» „gestablactiveerde" scilla is gefabriceerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5