Met de ambulance naar Abessynië
HET DIENSTBODEN-
VRAAGSTUK
DE KARTEERINGS-VLIEGER
VONK VERTELT
tocht naar Nieuw-Guinea
Van
zijn
DINSDAG TO MAART 1936
TWEEDE BLAD PAG. 5
Dr. WINCKEL MELDT
BOMBARDEMENTEN
OP DESSIE
Samenwerking mei de
Britsche ambulance
Hét basishospitaal blijft
te Dessié gevestigd
Aan de rapporten van dr Winckel.
leider van de Nederlandsche Ambulan-
e.e in. Abessynië over de periode van
Zaterdag 8 Februari tot en met Woens
'dag 12 Februari, ontleenen wij het vol
gende:
Op Zaterdag 8 Februari kwam in de na
middag onverwacht dr Belmonte per Roode
Kruisvliegtuig uit Addis Abeba in Dessie
aam De post was helaas achtergebleven in
de koffers, welke het vliegtuig te zwaar
zouden bobben gemaakt.
Dr Winckel teekent bij deze dag nog aan,
dat hij zeer belemmerd is in zijn bewegin
gén door een geïnfecteerd wondje aan de
rechtervoet.
De volgende Zondag waren onze landge-
noQten getuige van een bombardement op
Dessie en omgeving door Italiaansche vlieg
tuigen. Om acht uur verschenen vijf of zes
vliegtuigen, die op drie plaatsen hun bom
bardement richtten: op de stad zelf, op een
plaats circa een uur loopens van de Neder
landsche ambulance en ook ten Oosten.
Een trraep van vier bommen viel op on
geveer 800 M. ten Westen van het kamp,
zonder schade aan te richten.
Wii kregen niet de indruk, zoo schrijft
dr Winckel, dat de Italianen het op ons
kamp voorzien hadden.
Op zoek naar gewonden
Toen de Italiaansche vliegtuigen w«
Verdwenen, trokken de Nederlandsche art
sen naar de stad en naar de plaats ten
Noorden, waar vele bommen waren geval
len. De eerste ploeg kwam onverrichterzake
terug. Ér waren slechts weinig slachtoffers
gevallen: twee dooden en twee licht gewon
den, die beiden reeds in het Amerikaansche
hbspitaal behandeld waren. De tweede
ploeg had meer succes: onderweg vond mén
twee licht-verwonden, die voorloopig naar
de'^Nëderlandsche ambulance werden ver
wezen. Voorts trof men op de plaats des
onheils nop een lichtverwonde en een era
«tiger geval. Beiden werden in het hospitaal
gebracht.
Dèn volgenden dag, Maandag 10 Februari
bad een bespreking plaats met Dr. Melly,
de leider der Britsche ambulance. Deze
deelde o. a. mede, dat zijn geheele ambu
lance is ingericht op vervoer per vracht-
auto, een. lichter type dan de Nederland-'
*che.Nu hij een plaats inneemt achter het
nöordfront zou hij liever muildierenvervoer
wensclien. De daaraan verbonden hooge
kosten waren echter een bezwaar. Daarom
kop de Engels,che ambulance ook niet, zoo
dié. <fo Nederlandsfche," Voorposten van eenig
belAng- "Uiteenden; ten hoogste zouden dit
eenige eerste hulppatrouilles kunnen zijn.
liet plan van Dr. Melly was, op te rukken
naar Quoram.
Dr. 'Winckel deelde hem mede, dat de
beide Nederlandsche eenheden ook elk een
pfeats in de buurt van Quoram zouden in
nemen, zoodat de samenwerking tusschen
de .Britsche en de Nederlandsche ambu
lance van het hoogste gewicht zou zijn. Dr.
Melly beaamde dit en de beide leiders
kwamen tot een gemeenschappelijk werk
plan.
Een gemeenschappelijk werkplan
In groote lijnen komt dit werkplan hier
op neer: direct achter het front zijn de
ambulances van het Etiopisch Roode Kruis,
dan komen de eenheden van de Nederland
sche en de geheele Britsche ambulance op
ongeveer 50 tot 80 K.M. achter het front.
De Nederlandsche eenheden voeren hun
patiënten, teneinde niet overbelast te ge
raken, af naar de Britsche ambulance, die
haar patiënten verder betrekt van haar
eigen eerste-hülp patrouilles en van de
Ethiopische eenheden.
Voorts zal de Britsche ambulance afvoe
ren op de Nederlandsche te Dessie. Dit
trarisport wordt onderhouden met de ca-
miops der Britten. Het duurt twee k drie
dagen
Dé Nederlandsche ambluance blijft te
Dessie en zal vermoedelijk van belang zijn
voor de definitieve operatieve behandeling
der verwonden. Deze laatsten worden ten
slotte geëvacueerd naar Addis Abeba, door
de Nederlandsche camions of door de zor
gen van het-Ethiopische gouvernement
Tri'Vèk toelichting tot dit werkplan
wijst Dr. Winckel er op, dat deze rege
ling een regelmatig contact tusschen de
Nederlandsche eenheden en het basis-
hospitaal gemakkelijker maakt.
De ledig terugkeerende Britsche eamions
kannen berichten en aanvullende voorraden
althans tot voorbij Quoram meenemen. Het
laatste stuk van den weg wordt dan afge
legd met muildieren in het bezit der Ne
derlandsche eenheden. Daardoor viel het
dr! Winckel ook gemakkelijker de beslis
sing te nemen, dat de basis te Dessie blijft
en (voorloopig) niet noordwaarts verplaatst
wordt. Dr.: Winckel neigde tot dit laatste
wegens den epormen afstand welke ruim
300 K.M. bedraagt. De vestiging in Dessie
heeft echter "zulke groote voordeelen, dat
hij van verder noordwaarts trekken van
het basis»höspitaal afzag.
Waarom Dessie als basis
aangewezen is
.Dessie is aangewezen als basis, omdat het
hjet hoofdkwartier van den Negus is en als
zoodanig vaker het doel van bombardemen
ten dan eenige andere plaats. Ook is Dessie
gelegen in het midden tusschen het front
on Addis Abeba, wat van belang is voor de
evacuatie der patiënten. Ook is er de ge
makkelijke verbinding met Addis Abeba;
meer naar het Noorden bestaan er geen
post- of telegraafkantoren. Bovendien be
schikt Engeland hier over een militairen
attaché.
Ten slotte overwoog dr Winckel, dat het
voor Nederland, tot dusver aan den Negu*
vrijwel onbekend, van veel belang kan zijn,
dat een goed uitgeruste ambulance in de
onmiddellijke nabijheid van Z.M. blijft, die
trouwens daarom heeft gevraagd:
Dr Veeneklaas maakt het wel veel beter,
maar kan toch nog niet met de karavaan
meegaan. Dr Lampe gaat daarom voorloopig
in zijn plaats.
Dinsdag 11 Februari klonken des morgens
om negen uur de waarschuwingsschoten
voor een luchtaanval. Het bleek slechts een
vliegtuig te zijn, dat op vrij groote afstand
in noordelijke richting passeerde. Het ver
trek van de eenheid onder leiding van dr
van der Does, die nu reeds een week klaar
stond, kon die dag om vier uur des namid
dags plaats hebben.
De volgende dag was er des morgens
weer luchtalarm en was er een verken
ningsvliegtuig, dat geruime tijd in de
buurt van Dessie en het Nederlandsche
kamp bleef cirkelen. Dergelijke alarmee
ringen, welke uit de aard der zaak niet
in de wind geslagen mogen worden,
kosten telkens veel tijd en belemmeren
de werkzaamheden, ook omdat de auto
riteiten daarna gedurende eenige uren
onvindbaar zijn.
Dr Winckel besloot hier zijn rapporten
met de mededeeling, dat die dag twee vlieg
tuigen uit Addis Abeba waren aangekomen
en weer spoedig met de post zouden ver
trekken.
Nationale Reclasseeringsdag
Wij maakten reeds melding van het voor
nemen van de samenwerkende Reclassee-
ringsinstellingen om in verband met den
Nationalen Reclasseeringsdag, die op Zater
dag 9 Mei a.s. gehouden wordt, in de weck
voorafgaande aan dien dag aan Reclassee-
ringskrant uit te geven in een oplaag van
één millioen exemplaren.
Nader vernemen wij, dat het in het voor
nemen ligt om aan de uitgave van dit blad
een prijsvraag te verbinden, waarvoor een
groot aantal belangrijke prijzen wordt be
schikbaar gesteld.
POOLSCHE LEGATIE
De heer K. Trebicki, eerste secretaris van
He Poolsche legatie, die naar Genève is over
geplaatst bij de Poolsche delegatie aldaar.
:s b'enoemd tot ridder in de Orde van Oran-
je-Nassau.
ROTTERDAM LLOYD RAPIDE
De firma Ruys en Co., hoofdagente van de
N.V. Rotterdamsche Llovd, meldt, dat de
Rotterdam Lloyd Rapide, rijdende in aan
sluiting op het d.d. 1 dezer te Marseille ver
wacht wordende mailschip „Indrapoera"
Woensdag 11 Maart a^. om 6.16 uur te Roo
sendaal, 7.14 uur te Rotterdam D.P. en 7.40
liur te Den Haag H.SM zal arriveeren.
GOD REGEERT
Als ik niet wist, mijn God, dat in Uw sterke handen
De toom der wereld ligt, die als een steigrend paard
In dolle razernij rukt aan de strakke handen
Waarmee Gij ze in Uw gunst voor ondergang bewaart,
Als ik niet wist, mijn God, dat hoe de volken jagen
Naar zelfvernietiging Gij hun genadig zijt,
Ik had geen rust noch duur in deze bange dagen,
Ik vond geen veiligheid in deze nacht van nijd
Als ik niet wist, mijn God, dat Gij ziit in ons midden,
Omdat Uw lieve Zoon geboet h,eeft onze schuld,
Als ik niet wist, mijn God, dat Gij V laat verbidden
Wanneer de maat Uws toorns te boorde is gevuld,
Als ik met wist, mijn God, dat Gij ons niet vergeten
Maar veilig leiden zult door nacht en donkerheid,
Ik zou in deze tijd geen raad, geen uitkomst weten.
Maar 'k weet dat Gij regeert, dat Gij genadig zijt.
(Nadruk verboden.) jj LEO LENS.
Vermindering van Veergeld
Protest tegen eenzijdige bevoorrechting
van Zeeuwsch Vlaanderen
Het bestuur van de vereen, van Chr. werk
gevers en groothandelaren in Nederland
heeft zich andermaal gewend tot den mi
nister van waterstaat, ten einde voor de op
de Zeeuwsche en Zuidhollandsche eilanden
gevestigde ondernemers kosteloos, of althans
goedkooper vervoer met de veerdiensten te-
bepleiten.
Naar aanleiding van het bericht, dat de
regeering bereid zou zijn een verlaging van
de veergelden voor auto's over de Wester-
schelde te bevorderen, voor zoover deze
auto's gehouden worden door inwoners van
Zeeuwsch-Vlaanderen, protesteert de veree-
niging ernstig tegen deze eenzijdige bevoor
rechting van Zeeuwsch-Vlaanderen, waar
door het een ongemotiveerde voorsprong zou
erkrijgen op het overige deel van Zeeland,
sn zij dringt er bij den minister op aan
vrijstelling subs, vermindering van veer
gelden te bevorderen voor alle bewoners
der Zeeuwsche en Zuidhollandsche eilanden.
LAND- EN
TUINBOUW
Paardenfokkerij in Gelderland
Volgens het jaarverslag der „Provinciale
Regelingscommissic voor de paardenfokke
rij in Gelderland" hebben daar in 1935 ge
dekt 73 trekpaard-hengsten en 55 tuigpaard-
hengsten.
De trekpaard-hengsten dekten 4S88 mer-
riën, de tuigpaard-hengsten 3454. Onder de
laatste groep komen echter ook 6 ponnies
voor. die samen slechts 71 merries dekten eü
één Hannoversohe hengst, die 7 merries dek
te. De overige 48 warmbloeds dekten der
halve gemiddeld 70
De trekpaardfokkers in Gelderland zijn al
le aangesloten bij de afdeeling Gelderland
van het Stamboek voor het Nederlandsche
trekpaard (Belgisch type), de tuigpaard-
fokkers deels hij het „Geldersch Paarden
stamboek" en deels bij de afdeeling Gelder
land der „Nationale Vereeniging tot bevor
dering der paardenfokkerij in Nederland".
Deze gescheiden groepen verschillen in hun
streven doordat de „Nationale" de ingeschre
ven tuigpaarden splitst in landbouwtuig-
paarden (N.S.Tg), luxe tuigpaarden (N.S.Lx.
Tg.) en hackneys (N. Hackn. S.), terwijl het
Geld. P.S. deze drie in één stamboek op
neemt.
Het is jammer, zegt het verelag verder,
dat deze verdeeldheid onder de tuigpaard-
fokkers in de zoo belangrijke provincie Gel
derland bestaat, deels ten gevolge van het
genoemde verschil in opvatting, deels van
anderen aard. Van Regeeringswege wordt nu
getracht meer samenwerking te verkrijgen.
Het G.P.S. heeft meer leden, vooral in de
zandstroken, de afdeeling Gelderland der
Nationale meer ingeschreven stamboek-
hengsten vooral in de Betuwe en de IJs-
sglstreek.
De. hengsten, ingeschreven in de stamboe
ken der Nationale Vereeniging, dekten in
Gelderland ongeveer 600 merries meer dan
die, ingeschreven in het G.P.S.
Alg. Ver. v. Bloembollencultuur
De algemeene vergadering van de Alg.
Vereen, voor Bloembollencultuur zal worden
gehouden op Maandag 30 Maart te half twee
in de zaal der bloemen keuringen— van het
Krelage-huis der vereeniging, Leidschevaart
8. te Haarlem.
Op de vergadering zal een lezing worden
gehouden door dr. J. J. Beyer, plantkundige
aan het Laboratorium voor Bloembollenon-
fierzoek te Lisse, over: Het bewaren van bol
gewassen vóór den verzendtijd
Voorts zal er een vergadering worden ge
houden met gesloten deuren.
DE VOORNEMENS
DER REGEERING
Vakopleiding, bemiddeling
en nazorg
De Regeering acht zich geroepen
naar beperking van vreemde arbeids
krachten in ons land te streven.
En waar dit vraagstuk eigenlijk
culmineert in de 30.000 buitenlandsche
dienstboden, kan zij ook deze categorie
niet ongeanoeid laten.
Voorop dient gesteld, dat de Regeering dit
vraagstuk alleen beschouwt van uit het
oogpunt der werkloosheid, welke nog met de
dag stijgt Het is natuurlijk mogelijk de in
vasie der (hoofdzakelijk) Duitsche en Oos-
tenrijksche meisjes te bezien in verband met
de huwelijkskansen der Nederlandsche sexe-
genooten, met een „pénétration pacifique"
(vreedzame iudringing) van het nationaal-
socialisme en zelfs met verbastering van het
„Hollandsche ras"; de Regeering bemoeit
zich daar niet mee. Zij ziet alleen de vele
werkloozen, zij constateert ondanks dat het
tekort aan vrouwelijk huispersoneel en
vraagt: wat kan de overheid daaraan doen?
Hier ligt een taak voor den Wetgever. En
de Hooge Raad van Arbeid onderzoekt een
voorontwerp van „wet vrouwelijke arbeids
krachten". Het ontwerp beoogt meisjes b»
neden 16 jaar geen arbeid in een fabriek of
werkplaats of in een kantoor te doen ver
richten, behoudens In de gevallen, waarin dit
bij algemeene maatregel van bestuur zaJ
zijn toegestaan en met dien verstande, dat
het verbod niet zal gelden voor meisjes, die
op het tijdstip, waarop de wet in werking
treedt, de leeftijd van 14 jaar bereikt hebben.
De vraag is gesteld: waarom maar tot
16 jaar? Daarvoor zijn zeer plausibele
redenèn.
In menig gezin gaan de meisjes van 14 en
15. jaar niet in een dienstje, maar naar een
fabriek, omdat men daar al spoedig een
aardig loon verdient, dat aan het gezin ten
goede kan komen.
Dit klemt temeer, omdat een dagmeisje
vaak „buiten de kost" is. en om 4 a 5 uur
hongerig thuis komt. Zelfs een betrekkelijk
goede geldelijke belooning weegt daartegen
niet op. Wordt later een betrekking voor
dag en nacht gevonden, dan vervallen deze
bezwaren.
Voorts dient er rekening mee gehouden
te worden, dat niet alle meisjes voor huis
houdelijke arbeid geschikt zijn en ook daar
om moet er gelegenheid zijn andere arbeid
te zoeken.
De eerste etappe: van
Amsterdam naar Mersamatruh
Tot weerziens, Nederland!
Het moment, waarop ik ons kleine Holland
voor kortere of langere tijd ga verlaten, is
nu aangebroken: 11 September; de tijd, dat
de zomer zijn plaats begint af te staan aan
de herfst en waarna de winter onmerkbaar,
zijn zetel zal vestigen. Ditmaal zal ik mij
niet scharen, onder zijn onderdanen, maar
mij straks te goed doen aan de warme zon
het Oosten.
Deze ontboezeming geeft feitelijk niet m'n
stemming weer op deze morgen, daarvoor
moet ik te veel practisch zijn. Het valt altijd
nog tegen, wat je zoo hebt mee te sleepen
menig zweetdruppeltje viel, voordat m'n
hebben en houden veilig in de kist staat.
Verder is een mensch niet van steen, zoodat
nog het een en ander voor onderweg mee
genomen moet worden (een mooi baantje
voor den tweeden piloot, alias mannetje-
van-alles). Tusschen deze bedrijven door
moeten de ceremoniën verricht worden, ge
bruikelijk bij het afscheid nemen van familie
i kennissen.
Tenslotte ben ik blij, wanneer eenmaal
het cabine-deurtje achter me is dichtgeval
len en ik alleen nog door de ramen een
beetje moet wuiven.
De motoren draaien al en dwingen
de toeschouwers een beetje afstand te
nemen. Ik heb me achter de radio
geplaatst, wachtend tot de remmen los
gaan, waarna we er van door kunnen
gaan. Captain Fulford wacht hiermee
nïet" lang meer en trekt na de start de
AKV resoluut over de hangars de
lucht in. Even zie ik nog een zwarte
glimp van menschen op het plateau
en dan Schluss, tevens het begin van
het nieuwe.
Boven de Loosdrechtache Plassen zie ik
links en rechts collega's uit Soesterberg. die
in hun getrouwe C V-en een eindje weg
brengen. Boven Soesterberg zwaaien ze af en
verdwijnen omlaag; ze zijn weer thuis. Wij
moeten een stukje verder voor we onze toe
stellen op stal kunnen zetten.
Ik pruts wat met de radio, zoek verbin-
<4 theno, XeropoWs
ding met de U en de W. Ondertusschën zie
ik onder me telkens bekende punten, die elk
voor zich herinneringen oproepen. Onze
grenzen zijn echter nauw en het duurt dan
ook niet lang of de Hollandsche bodem ver
dwijnt onder me. Tot weerziens.
Naar de schoone blauwe Donau
Ik ga 'es verzitten. Ziezoo, nu gaat het
spel dan toch beginnen. We vliegen recht
streeks koers op Weenen, 900 K.M. Steden
met hooge rookende schoorsteenen doemen
ïn verdwijnen weer: Duitsche industrie.
Dan in scherpe tegenstelling golvend terrein
met kleine witte dorpjes.
In in'n koptelefoon hoor ik teekens van
Tideman uit de W. Hij vraagt aan Hegener,
of-ie nog leeft. Ook verlegen om een praatje.
Ik sein hem z'n mond te houden, tot-ie iets
beters weet. Dat doet hij blijkbaar, want
ik hoor niéts meer.
Qndertusschen zijn we Neurenberg gepas
seerd. Het terrein wordt meer geacciden
teerd. Het wachten is nu op de „blauwe
Donau", reeds bekend uit een tocht met de
Dragon naar Weenen, twee maanden gele
den. De rivier komt vrij laat in *t zicht, om
dat het bergland haar loop door de dalen
verborgen houdt Bijna tegelijkertijd zie ik
de vier bruggen van Weenen. Een bocht
boven de stad en een oogenblik later staan
we weer op de grond. Vier en 'n half uur ge
zeten; ik rek me "s uit en steek een sigaret
op. Dan sleep ik al de papieren naar de
douane en verzend telegrammen naar Am
sterdam, Batavia, Schiphol, en Belgrado, het
volgend punt op ons traject.
Om twee uur starten we. Over Hongarije,
links ligt Budapest aan weerszijden van de
Donau, onder me de uitgestrekte Hongaar-
sche poesta's, bijna onbevolkt: het land der
Zigeuners. We vliegen op een bepaald piint
aan, waar de Joego-Slavisohe grens over
vlogen moet worden. Zonder bijzondere ge
beurtenissen landen we in Belgrado.
's Avonds kuieren Tideman en ik door de
stad. Ik geloof, dat iedereen buiten loopt,
zoo overvol zijn de straten. Van de stad zelf
zien we niet veel bij donker. Voor een Gent
koopen we een stuk mais; het is echter on
gaar en we mikken het een steegje in.
Voorloopig hebben we eiken dag weer
met verschillend vreemd geld te maken. Je
moet op je tellen passen, anders nemen ze je
er tusschen; die knapen hebben het direct
door, dat je maar moet gelooven, wat je
terug krijgt.
De volgende morgen starten we voor
Athene. Het land ziet er ruw uit, kale berg
ruggen; van groote hoogte ziet het er uit als
een achteloos neergeworpen kleed. Boven
Griekenland moeten we onder de wolken
duiken om grondzicht te kunnen houden. Ik
hoor Hegener weerbericht vragen van
Athene: heldere hemel is het antwoord. We
vliegen nu tusschen de bergen door. Er staat
hier een flinke remous en we wippen aardig
op en neer; af en toe striemt de regen tegen
de ruiten van de cockpit. Een gezellig gehoor
en het doet je denken aan een knappend
haardvuurtje op een koude regendag.
Wandeling door Athene
Voor ons uit wordt het al lichter; we na
deren Athene. Na een laatste bergrug zien
de stad liggen, waar eens de wetenschap
oudheid bloeide. Na geland te zijn,
komen we na een half uur rijden in de stad
aan. Het is pas drie uur en wc nemen direct
De TcartecringsvUeger JOH. VONK,
schrijver dezer artikelen
kans. waar om het een en ander te bezien.
Athene is een moderne stad, breede straten
en druk verkeer.
Daar is het ons nu niet om begon
nen; regelrecht gaan we naar de
Acropolis. Een mooie trap voert naar
boven; wij blijven echter in stijl door
aan de andere zijde over rotsen naar
boven te klauteren. Alles ademt hier
de oudheid; brokstukken van beelden,
gebroken pilaren stellen hier vergane
..pracht ten. toon.
Tot mijn spijt heb ik nooit veel voor dat
verre verleden gevoeld en kan dus alles niét
naar waarde schatten. Dat neemt toch niet
weg, dat het een onvergetelijken indruk
achterlaat.
's Avonds wordt een diner aangeboden
dóór de vertegemvoord iger van de De Havil-
Jand-fabrieken. We duiken evenwel vroeg in
kooi, want voor morgen staat een flinke wip
op. het programma.
Naar hef donkere werelddeel
De volgende dag staan de drie toestellen
al in het gelid bij aankomst op het vliegveld.
De vorige dag zijn de motoren nagekeken,
want ze moeten ons nu over de Middelland-
sche Zee voeren. Gedurende het proef
draaien presteert een Griek het een militair
toestel door traverseeren op z'n neus te zet
ten; precies loodrecht blijft het staan. We
starten vlak langs de ongeluksvogel en klim-
fnen direct naar 3000 M.
Het weer is beter dan gisteren, de hemel
is onbevolkt en als een landkaart strekt zich
Zuid Griekenland onder ons uit. Voor ons de
Middellandsche Zee, diep blauw van kleur;
zelfs de golven zijn van deze hoogte als
peltjes te zien.
Boven Kreta zie ik troepenkampementen:
het teeken van een naderende oorlog, in
scherp contrast met de idyllische ligging van
het eiland.
Nu ligt Europa voor goed achter ons en
het donkere werelddeel met z'n eindelooze
woestijnen zal straks te voorschijn treden.
Voorloopig zien we nog niets dan water; af
en toe wordt m'n oog vastgehouden door een
bepaald punt: een schip, dat z'n weg door
de golven zoekt.
Een paar uur gaan zoo eentonig
voorbij. Fulford stuurt en het toestel
ligt zoo rustig, dat schrijven in de
cabine geen bezwaar oplevert. Nog
onverwachts komt de uitroep van
Fulford: „The coast". Ik steek m'n
hoofd in de cockpit en zie van Oost
tot West een zwarte streep loopen; er
boven een witte lijn van wolkenban
ken. We zitten precies op koers want
we komen precies boven Mersamatruh
„aan wal"»
Mersamatruh is een vliegveld in c'
woestijn door paaltjes uitgezet. In de omtrek
zie ik tenten, gemaakt met behulp van stok
ken en stukken goed: de "woonplaatsen van
de Nomaden hier. Verder tot aan de horizon
Oost, Zuid en West zand en nog eens zand.
Voor het eerst heb ik hier last van m'n
Europeesche kleeding. De zon staat hier al
aardig hoog boven de horizon en de zand
vlakte zorgt voor de warmteweerkaatsing.
Na het tanken klimmen we zoo vlug moge
lijk de lucht in om weer koude lucht te
happen. We vliegen op 3500 M. hoogte, laa;
onder ons hangen scherp geteekende cumu
luswolken. Deze geven een schilderachtig
effect aan het land. Boven ons een volkomen
heldere hemel van prachtig blauwe kleur;
onder de helwitte door de zon beschener
wolken. Als achtergrond de goudgele woes
tijn met de zwarte schaduwen der wolken.
Een aanblik om nooit te vergeten.
(Nadruk verboden).
JOH. VONK.
panorama txm Athens
Dit kan nog zonder bezwaar op 16-jarige
leeftijd; hoe ouder men wordt, hoe moei
lijker het gaat; en ook dit is een reden,
waarom de grens van 16 jaar gesteld is.
Voorts wordt beoogd de mogelijkheid te
scheppen soorten van arbeid aan te wijzen»
welke door een meisje of een vrouw niet of
slechts onder bepaalde voorwaarden mogen
worden verricht; en wel soorten van arbeid»
die tot voor weinige jaren uitsluitend door
nen verricht werden of die om physieke
of psychische redenen eigenlijk voor vrou
wen minder geschikt zijn.
In 1922 bedroeg het percentage vrouwe
lijke arbeidskrachten in de industrie: 16.783
in 1932: 18.36.
De Minister van Sociale Zaken verwacht,
blijkens zijn toelichting bij het voorontwerp
van wet, door de gedachte maatregelen een
beperking van de toeloop van meisjes naar
fabrieken en kantoren en een zoeken aoor
ele van die meisjes van een werkkring in
huiselijke diensten.
Wat onze moderne tijd en de modern»
rouw ook beweert, het is een feit, dat huis
arbeid voor verreweg de meeste vrouwen
meer geëigend is dan velerlei andere arbeidj
ai moet men zich ook ten deze voor over
drijving hoeden.
Wij prijzen het in de Regeering, dat zij bij
dit alles zeer geleidelijk en hoogst voorzich
tig te werk gaat; de jonge vrouw, die voor
zich zelf moet zorgen, heeft evenveel recht
op een plaats in de maatschappij zooveel
mogelijk naar haar aard als de jonge
man, die verkiest alleen voor zich zelf
te zorgen.
Vakopleiding voor huishulp
De Regeering begreep echter ook, dat zij
niet volstaan kon met een verbod; er be-
hooren ook positieve maatregelen genomen
te worden. Vandaar, dat naast de nijver
heidsscholen voor huishouden, en veelal met
medewerking van het aan die scholen ver
bonden onderwijzend personeel én van
plaatselijke vrouwen vereenigingen, in de
laatste tijd een aantai cursussen in verschil--
lende deelen van het land zijn ingericht ter
opleiding voor dienstbode. De Minister van
Sociale Zaken kan dergelijke cursussen sub-,
sidieeren.
Bovendien wordt in een aantal gevallen
het ontvangen van een opleiding op een cur
sus voor dienstboden gecombineerd met het
in practijk werken tegen een loon lager dan
van een volslagen dag-dienstbode.
Van deze cursussen wordt helaas nog t».
weinig gebruik gemaakt.
Gestreefd wordt om binnenkort 2000 meis
jes per jaar op te leiden en het k*n sleets
aan ons volk goede komen als liet be
zoeken zooveel mogelijk bevorderd wordt.
Ook is een opleiding van ongeveer twaalf
weken niet afdoende (internaten, zooals in
het R.-K. werkkamp te Bouvigne bij Breda,
geven beter resultaten) en daarom rust voor
al op de huisvrouw de dure plicht voor ver
dere vorming en het aankweeken van liefde
voor het vak te zorgen.
Nazorg en steon voor het buitenmeisje
Zooals we elders zag en.kan de overheid zicli
niet al te zeer inlaten met de ethische vraag
stukken, welke hierbij aan de orde komen»
Wel wil zij meer aandacht besteden aan de
plaatsing van, de arbeidsbemiddeling voos
vrouwelijk huispersoneel.
Daarnaast wordt de organisatie der ar
beidsbeurzen aangevuld door de benoeming
van arbeidsbemiddelaarsters voor vrouwen»
Reeds zijn hiertoe in Groningen en in Noord-
Brabant dames aangesteld. Haar taak is, In
overleg met directeuren van districts-arbeida
beurzen:
a. Selectie van meisjes, die zich opgeven
voor het volgen van een dienstbodencursuaj
b. zoeken van geschikte gezinnen voor da
plaatsing als leerling-dienstbode voor meis
jes, die een cursus hebben gevolgd;
c. plaatsing als gewone dienstbode van
meisjes, die een cursus hebben bezocht en die
gedurende eenige maanden als leerling-
dienstbode hebben gewerkt, en eventueel
van andere dienstboden;
d. uitoefenen van nazorg ten aanzien vaa
de onder b. en c. bedoelde meisjes;
e. observeeren van meisjes, die cursussan.
volgen, en houden van contact met de leid
sters dier cursussen;
f. voor zooveel noodig bezoeken van ge
zinnen van meisjes, die worden opgeleid»
teneinde zich op de hoogte te stellen van da
milieux, waaruit de meisje» voortkomen.
Die nazorg is van groot gewicht en dient
gesteund of overgenomen te worden door on
ze Christelijke organisaties van vrouwen en
meisjes.
Wij kunnen er niet meer over schrijven,
doch wij bevelen dit onderwerp in de bizon-
dere belangstelling van onze Christelijke or
ganisaties, op dit terrein, aan.
Hier is mooi en gezegend werk te doen.
Laat het meisje uit de provincie, dat in da
groote stad gezinshulp verleent in en bul
ten dat gezin „zusters" vinden.
VAN ONZE ADVERTEERDERS
Rattenplaag
Voor menig bedrijf beteekent de ratten^
plaag jaarlijks een belangrijke verliespost.
Deze ongewenschte knaagdieren verme
nigvuldigen zich bovendien zoo snel, dab
het uiterst moeilijk is afdoende verdelging-»,
maatregelen te treffen. Listig als ze boven
dien zijn, zijn deze dieren moeilijk te be
strijden en de praktijk heeft wel bewezen,
dat alleen een uitgebreide aanval door midi
del van vergif, doeltreffend kan werken. Hot
is evenwel verbazend moeilijk een vergif sa
men te stellen, dat onschadelijk voor
mensch en huisdier Is en tegelijkertijd doe
del ijk voor ratten.
Het is daarom toe te juichen, dat de we
tenschap een middel heeft gevonden, duf
aan dezen eisch voldoet.
Het nieuwe middel Pararat is
van plantaardigen oorsprong Sinds eeuwen
reeds is het bekend, dat Scilla Maritima een
stof bevat, die de Bovengenoemde eigen
schappen bezit. Het was echter nooit gelukt
de worteldeelen waarin de toxine zich
bevindt zoodanig te conserveeren, dat ze
in gedroogden toestand even krachtig wer
ken, als in verschen toestand het geval is.
Eerst door de vinding van Dr L Danzel,
een Fransch scheikundige, is het gelukt cie
planten zóó te behandelen, dat ze in et'.*
droogden toestand steeds en even krachtig
werken als de versche piantendeelen.
Pararat is het eenige in Nederland
verkrijgbaar rattengir, dat van deze rgit»
„gestablactiveerde" scilla is gefabriceerd.