VERLAGING VAN VASTE LASTEN MAANDAG 9 MAART 1936 TWEEDE BLAD PAG. 5 Het oorspronkelijke wetsontwerp op sommige punten omgewerkt Memorie van Antwoord verschenen Geen imperatieve huurverlaging over de geheele linie Rijkstoezicht op hypotheekbanken wordt ov envoy en Op 8 Juli van het vorige jaar werd bij de Tweede Kamer ingediend het wetsontwerp tot verlaging van de vaste lasten en huren. Thans is de zeer uitvoerige Memorie van Antwoord, welke onderteekend is door alle Ministers, verschenen. De Regeering geeft in deze Memorie een breed overzicht van het gevoerde beleid en bespreekt grondig de uitgebrachte cntiek. Op verschillende punten is zij aan de geopperde bezwaren tege moet gekomen, hetgeen tengevolge had, dat 't ontwerp werd omgewerkt. in 't kort saamgevat lcomt de inhoud van de Memorie van Antwoord op het volgende neer: Ten aanzien van de woninghuren wordt afgezien van een imperatieve huurverlaging over de geheele linie. In plaats daarvan is een stelsel van individneele huurverlaging ontworpen, waarbij de belangen van huurder en verhuurder tegen elkaar worden afgewogen. Het stolsel lcomt hierop neer, dat huurders zich voor huurverlaging tot 'een gerechtelijke huurkamer kunnen wenden met een verzoekschrift. Als grens voor de huurdaling wordt gehandhaafd de norm van 80 pet. in de oorspronkelijke artikelen vervat. Ken nieuwe bepaling in het ontwerp komt tegemoet aan de huurders van winkels; winkelhuren zullen onder bepaalde voorwaarden tusschcn- tijds verlaagd kunnen worden. Een samenstel van maatregelen in den trant van het plan Brüning het brengen met één slag van ons volksleven op lager niveau acht de Regeering verwerpelijk. Het middel zou erger zijn dan de kwaal. Aantasting van de hoofdsommen blijft de Regeering afwijzen. Verwacht mag worden dat de bestaande spanning in de economische verhoudingen spoedig zal verdwijnen. Nieuwe maatregelen op dit gebied zijn niet te verwachten. Overwogen wordt een Rijkstoezicht op de hypotheekbanken in te stellen, wellicht in de trant van het toezicht op het levensverzekeringbedrijf. Ook ten aanzien van de verlaging van den erfpachtscanon is een indi vidueel stelsel van canonverlaging ontworpen. Een regeling is getroffen waardoor.voorkomen wordt, dat de erfpachtscanon met meer dan 20 Van den overeengekomen canon wordt verlaagd. Het vraagstuk van de Scheepshypotheken is nog in onderzoek. Aan de uitvoerige "Memorie van Antwoord ©ntleenen wij allereerst, dat de Regeering eenige tijd heeft noodig gehad met de voor bereiding er van. Een overhaaste behaindo- Ding van dit netelige onderwerp is immers niet gewen scht. Nu de Regeering hert ontwerp op som: mi ge punten heeft omgewerkt, bestaat bij baar geen bezwaar tegen gelijktijdige be handeling van dit ontwerp en het ontwerp- Landbouwhypolheekwet 1936 voor zoover puiks mogelijk blijkt. Geen aanpassing met één slag De Regeering heeft zich nimmer de illusie gemaakt, als zou door de voorgestelde maatregelen .de noodzakelijke aanpassing over de geheele linie met één slag worden bereikt. Zulks blijkt o.m. uit de zeer be perkte considerans van het ontwerp, waarin slechts gesproken wordt van de \erlaging var» sommige vaste lasten en van huren. Reden van deze beperking was, dat slechts op het terrein van de vaste lasten, druk-1 kend °P onroerend goed en op het gebied ,van de huren zich duidelijk waarneembare .verstarringsverschijnselen voordeden en de aanpassing zich in zoo trage gang dreigde te voltrekken, dat hiervan groote gevaren op het onderwerpelijk gelbied waren te duchten. Waar deze nadeelen van een te trage aanpassing zonder eenige twijfel groo- ter waren dan de directe nadeelen van het wettelijk Ingrijpen zelf, heeft de Regeering gemeend zich niet langer van het treffen van wettelijke maatregelen te kunnen ont houden, doch heeft zij deze dan ook uiter aard beperkt tot het gebied, waarvoor do bovenstaande verhoudingen golden. Een samenstel in den trant van het plan-Brüning het brengen met één slag van ons volksleven op een lager niveau acht de Regeering niet ge- wenscht. Het middel zou hier erger zijn dain de kwaal. De Regeering zal zich blijven verzetten tegen maatregelen op gebieden, waar het nog mogelijk is langs natuurlijken weg de noodige aanpassing te bereiken of waar wettelijk ingrijpen zulke groote nadeelen zou veroorzaken, dat de voordeelen er tegenover ln het niet vallen. (Een voorbeeld van het laatste levert volgens de Regeering de ten behoeve van de industrie bepleite .verlaging van crediet- hypotheken). Strekking van het ontwerp Met betrekking tot de huren is het 'de bedoeling, de huren, welke om bepaalde redenen boven het in het ontwerp als maatstaf aangenomen peil zijn gebleven, naar beneden te brengen, opdat langs dezen weg de aanpassing aan een lager niveau wordt bevorderd. Dat voor sommige geval len deze verlaging der huur niet voldoende zal zijn, de Regeering is de laatste, die dit zal ontkennen. Hierin kan echter bezwaar lijk door algemeen werkende wettelijke maatregelen worden voorzien. De Regeeririg merkt op. dat vanüit een objectief standpunt bekeken een maximum pandbriefrente van 4 pet, en een maximum hypotheekrente van 4% pet. voor eerste hypotheek als buitengewoon laag kunnen worden beschouwd. Had men een dgl. resultaat langs vrijwilligen weg willen be reiken, dan zouden hie *e tal van jaren gemoeid geweest zijn« Venvacht mag worden 3at Hoor weg neming van de op het onderhavig ge bied bestaande spanning de economi sche verhoudingen over het geheel ge nomen zullen verbeteren. Hoofdsommen worden niet aangetast Aantasting Van hoofdsommen moet de RegeeriiDig, zoowel op theoretische als op practische gronden afwijzen. Dit neemt in- tusschen niet weg, dat wanneer, zooals thans het geval is, de omstandigheden sedert de totstandkoming van het contract, een zoo bijzondere wijziging hebben ondergaan, dat onverzwakte nakoming van de overeenkomst redelijkerwijs niet kan worden gevorderd de debiteur langs wettelijken weg moet wor den geholpen, zij het dan ook niet langs dten weg van aantasting van hoofdsommen. Wat betreft de positie der hypo theekbanken in het algemeen, deze zal door de thans voorgestelde maatrege len verbeteren. Ecnerzijds toch rullen de exploitatiekos ten der huiseigenaaren-hvpothecaire debi teuren, ten gevolge van de verlaging vaai lasten verminderen, waardoor dius de debi teur aan zijn rente verplichtingen tegenover de bank beter zal kunnen voldoen; hierte genover staat weliswaar, dat door de huur verlaging in.sommige gevallen de exploitatie uilkomsten ongunstig zullen worden be- invloed, doch na de individuali6eering der huurbepalingen, zal de verlaging der huur slechts na gebleken onmacht van den huur der tot betaling van den oorspronkelijkien huurprijs kunnen worden opgelegd. Anderzijds worden de verplichtingen van de banken tegenover de pandbrielhouders aanzienlijk verlaagd, als compensatie voor mogelijk te derven inkomsten uit hypotheek rente. Van de laatstgenoemde verlaging zullen uiteraard het meest profiteeren de hypo theekbanken, die ten gevolge van een min der krachtige financdeele positie, tot nog toe er niet in konden slagen haar pandbrieven la eenigszins beteekenende mate op een 4 basis te converteeren. M.a.w. de intrin sieke waarde van den pandbrief zal verbe teren, hetgeen vanzelfsprekend niet zijn in vloed zal missen op den koers. Overigens zal er voor worden gowaakt, dat de voor doelen ook werkelijk aan de pandbriefhou ders ten goede zullen komen. Geen toenemende spanning De Regeering deelt dan ook niet de ver achting, dat ten gevolge van het ontwerp de binnienlandsche spanning zal toenemen. Integendeel zij verwacht juist een onk spanning met name op het gebied van het hypothecair crediet. Evenmin wordt gevreesd, dat het kapitaal in beteekenende mate naar het buitenland zal gaan afvloeien of onbenut zal blijven, zoolang het ingrijpen door den wetgever blijft binnen zoo redelijke en billijke gren zen, als thans het geval is. Naar aanleiding van de vraag of nog een aanzienlijk bedrag aan eerste hypotheken uitstaat tegen een hoogere rente dan 4% wordt erop gewezen, dat van de ruim 1 milliaixl aan hypotheken, uitstaande bij banken, die bij de Ver. van Directeuren van Hypotheekbanken zijn aangesloten, 80 a 85 boven de 4gelegen zijn. Uit dezen hoof de zal dus een aanzienlijk bedrag aan huis eigenaren, hypothecaire debiteuren, ten goe de komen. Daar komen nog bij de bov de 4% liggende hypotheken, welke door Levensverzokering-Mijen, Spaarbanken en particulieren zijn verleend. De Regeering deelt mede na de thans voongestelde maatregelen (Cri- eislandbouwhypotheokwet, Criaishypo- theekaflossingswet, Vaste-lasten-ont- werp) niet voornemens te zijn nog andere maatregelen op dit gebied voor te stelten. Het ontwerp niet iop nieuw:eaCQ»tiaaen toepasselijk Nu door de totstandkoming van de Hypo- theekaflossingswet op hypotheek verstrekte gelden niet ongeremd kunnen worden opge vorderd, en derhalve geen gevaar bestaat, dat hypothecaire geldschieters oude over eenkomsten zullen beëindigen om bij nieuwe contractsluiting vrij te zijn of geëindigde overeenkomsten slechts onder bezwarende voorwaarden zullen willen continueeren, is thans voorgesteld dit ontwerp niet op nieu we overeenkomsten toepasselijk te verkla ren. En voorts is met het oog op het feit, dat in het algemeen de noodzakelijke huurda ling reeds langs natuurb'ke weg heeft plaats gehad, behalve in de categorie woningen van den laagsten huurprijs en winkels enz. met langloopende contracten, de regeering te rade geworden voor de huurverlaging eeD individueel stelsel voor te stellen, waarbij met de bijzonderheden van elk geval reke ning kan worden gehouden. Daarmede is dan tevens tegemoet gekomen aan den hoe langer hoe meer naar voren getreden wensch dat nl. huurverlanging slechts zou plaats vinden in de gevallen, waarin handhaving van den bestaan den toestand in strijd zou zijn met het algemeen belang. Nu in het gewijzigde ontwerp de te be dingen rentevoet voor nieuwe leeningen vrij is gelaten, behoeft van den, voor oude lecningen op hoogstens 4% gefixeerden rentevoet geen bemoeilijking voor de tot standkoming van nieuwe leeningen tegen lage rente te worden gevreesd. De rente voet voor nieuwe leeningen zal den invloed van de wet van vraag en aanbod vrijelijk kunnen ondergaan. Onereuze voorwaarden niet aanvaarden Geen vrees behoeft te bestaan, dat de ere diteuren in den vorm van provisie bij ver lenging van oude leeningen meer zullen afdwingen dan de 4% welke zij aan ren te mogen vragen. Immers de debiteuren, die bij het beëindigen van de geldleening niet in staat zijn de op hypotheek verstrekte gelden terug te geven, kunnen met een be- ioep op de crisis-hypotheekallossingswct 1936 uitstel-vair teruggave krijgen ert zTj hehoe- ven zich dan geen onereuze nieuwe voor waarden te laten opdringen. Nu op de nieuwe leeningen de wet niet van toepassing is, en derhalve niet langer behoeft te worden gevreesd, dat wanneer voor tweede en volgende hypotheek een hoogere rente wordt toegestaan dan voor eerste, de crediteur voortaan voor een mi nimaal bedrag eerste hypotheek zai bedin gen en voor het overige met een inschrijving van lageren rang zal genoegen nemen, le thans voor tweede en volgende hypotheken hooger percentage toegestaan. De landbouwhypofheken De Regeering heeft besloten het vaste Lasten-ontwerp ook toepasselijk te maken op vorderingen, gedekt door hypotheken op landelijke eigendommen. Zulks is billijk, omdat de hypotheekhan en over de geheele linie pandhriefrentever- ging zullen verkrijgen, dus ook waar te genover uitstaande pandbrieven gelden uit staan, tot waarborg waarvan landelijk eigen dom is verbonde-n, hetwelk door don eige naar zelf wordt bewerkt. De vraag, of en zoo ja, welke maat- reglen in zake de scheepshypotheken zijn te nemen, is in onderzoek Rente tot 4% verlaagd Wanneer het ontwerp wet wordt zal t.a.v. de landbouw het volgende gelden: De rente van alle bestaande landbouw- vorderingen, gedekt door hypotheken op landelijke eigendommen, wordt tot. 4% pet verlaagd (resp. 5*A voor tweede en verdere hypotheken), onverschillig of de eigenaai zelf het landbouwbedrijf daarop uitoefent of dat 't eigendom verpacht is. Daarenboven kunnen de bepalingen der Crisislandbouw- hypotheekwet 1936 worden ingeroepen door de bewerkers van het landelijk eigendom, voor wie het Vaste-Lasten-ontwerp onvol doende verlichting zou brengen. De door de Regeering voorgestelde marge van tusschen hypotheek en pandbrief- rente is een gemiddelde. In tal van geval len is de werkelijke marge veel lager, omdat er vele posten zijn, waarop tegenwoordig aan hypotheekrente veel minder dan 4^ ordt ontvangen, al is de bedongen rente 4% of hooger. Toezicht op het hypotheekbedrijf Tegenover de opofferingen, welke pand briefhouders zich zullen getroosten in de vorm van een verlaging van de rente tol 4 pet, is het alleszins redelijk te achten, dat er voor wordt gewaakt, dat de voordeelen. welke daarvan voor de hypothekenbanken het gevolg zijn, in de eerste plaats ten bate van pandbriefhouders, in de vorm van een verbetering van de intrinsieke waarde van de pandbrief, wordt Waar bovendien fa belanghebbende kringen zelf reeds voor faren de wen- schelijkbeid werd betoogd van het in stellen van een Rijkstoezicht op de hy potheekbanken, overweegt de Regeering, na overleg met de daarbij betrokken partijen, een zoodanig toeziebt, wellicht in de trant van het toezicht op 't levens verzekeringsbedrijf, in het leven te roe pen. De vraag is gewettigd of van de voorge stelde maatregelen wel gevolg van eenige beteekenis is te verwachten. De Regeering is van oordeel, dat de ernstige poging, welke zij voornemens is te ondernemen, wanneer de wet tot stand zou komen, inder daad tot een resultaat kan leiden, dat lot de bevordering van het doel in niet onbe langrijke mate kan bijdragen. Hoewel het aantal thans beperkt i: er toch nog tal van gemeenten, die over eenige ruimte op haar budget kunnen be schikken door een strengere beperking van haar uitgaven en door een verdere opvoe ring van haar inkomsten. De Regeering is er zich van bewust, dat zulks in verschillende gevallen zal leiden tot verhooging van de opcenten op de ge meentefondsbelasting en-of tot verhooging van de Personeele Belasting. Ongetwij'feld zijn eraan zoodanige verschuivingen bezwa ren verbonden, doch naar haar meening zijn deze niet zoo groot, dat zij moeten weer houden deze verschuiving te bevorderen. In het algemeen waken de wettelijke maxima, welke voor de gemeentelijke hef fingen zijn gesteld tegen hoogere heffingen. Alleen voor de Personeele Belasting beva-. de wet geen heffingsmaximum. In de prak tijk wordt echter door de Regeering nim mer ook niet van de noodlijdende ge meenten een hoogere heffing gevergd dan welke een opbrengst heeft, gelijk aan 200 opcenten op het wettelijk tarief. Het ligt niet in de bedoeling deze grens, ook niet ter bevordering van het doel van dit ontwerp, hooger te stellen. Hulp aan gemeenten De Regeering wil niet ontkennen, dat rich naast de bovenaangeduide groep va gemeenten een andere groep bevindt, welke in aantal toeneemt, die geen enkele moge lijkheid om het doel van het wetsontwerp te bevorderen, meer bezit. Het meerendeel dezer gemeenten heeft hijzonderen steun uit het Werkloosheids- subsidiefonds en/of van het Rijk van noode om tot een sluitend budget te geraken. Bij de bepaling van de grootte van dezen steun wil de Regeering zooveel mogelijk rekening houden met het be lang der verlaging van de vaste lasten. Het zal evenwel zonder meer duidelijk zijn, dat deze steun met het oog op den budgetairen toestand van het Werkloos licidssubsïdiefonds en van het Rijk aan zeer enge grenzen gebonden is en voorna melijk moet worden gebruikt voor die ge vallen, waarin verlaging het meest urgent is, terwijl daaraan onverbrekelijk vastzit, dat ook door de gemeenten offers voor dit doel tot het uiterste zullen moeten worden gebracht. Met het oog op het primaire belang, aan de verlaging van de vaste lasten op onroe rende goederen verbonden, acht de Regee ring het bij nadere overweging verant woord, de mogelijkheid om daartoe te ge raken voor de gemeentebesturen te ver- grooten, door hun toe te staan 10 opcenten op de gemeentefondsbelasting meer te hef fen dan waartoe thans hun bevoegdheid reikt. Deze opcenten zullen echter uitsluitend mogen dienen om voor de aangewezen ge meenten een verlaging der vaste lasten mogelijk te maken in die gevallen, waarin door die gemeenten geen andere compen satie voor liet nadeel, uit de verlaging voortvloeiend, kan worden verkregen. Met het oog op de zeer bijzondere bevoegdheid, welke den daarvoor in aanmerking komen den gemeenten bij deze wet zal worden ge geven, is bepaald, dat daarvan slechts tel kens voor niet langer dan één belasting jaar mag worden gebruik gemaakt Gevreesd werd dat het ontwerp een toe stand van onzekerheid zou scheppen t.a.v. de gemeentebegTootingen voor 1936, Nu de totstandkoming van de wet In 1935 niet meer mogelijk is, acht de Regee ring het wenschelijk, het ontwerp aldus te wijzigen, dat eerst in 1937 de thans gelden de gemeentelijke belastingverordeningen komen te vervallen. Aldus wordt een ruime termijn verkregen om alle maatregelen, welke tot de gewenschte verlaging kunnen luiden, met zorg te overwegen. De Regeering heeft besloten af te zien van oen imperatieve hnnrverlaging over de geheele ilnle. Zij meent daarvoor thans in de plaats te moeten stellen een systeem van individneele hnnrbepa- ling, in dier voege, dat de draagkracht van den huurder, zoomede de belangen van den verhuurder, tegen elkander worden afgewogen. Als grens voor de hnnrdaling wordt gehandhaafd de norm van 80 pet fa de oorspronkelijke artikelen vervat - grootste behoefte bestaat en de voorraad niet groot genoeg is. uau Ka D' beslissing omtrent de huurverlaging vagen en kan hij na inwilliging"van"zijn toevertrouwd aan den kantonrechter, vonf,°°k J0t °Pz®*&inS overgaan. Mocht de deskundigen. Ann van ™dkoo^5S^atded?,eru, bijgestaan door twee deskundigen. Aan deze oplossing geeft de Regeering de voor keur boven de huurcomraissies van weleer, omdat daardoor een noodzakelijke beroeps instantie kan worden vermeden. Deze regeling van individueele huurbepa ling komt tegemoet aan het bezwaar dat de huiseigenaren door een huurverlaging van '0 ernstig zouden worden gedupeerd. Dé kantonrechter heeft o.m. tot taak dp wederzijdsche belangen af te wegen. Ark II van het gewijzigde ontwerp waarborgt, dal ook met de belangen van den verhuurder zal worden rekening gehouden. Het uitgangspunt van de huurverlaging De regeering acht het niet wel mogelijk algemeene criteria vast te stelten voor de bepaling van de huurwaarde op 1 Jan. 193J den datum, waarop globaal genomen: 'de huurdaling inzette., Omstandigheden, die van plaats tot plaats verschillen, moeteD daarbij ï>n acht worden genomen. De kan tonrechter, voorgelicht door den inspecteur der directe belastingen, zal in ieder concreet geval de juiste maat weten te vinden. Een, waar noodig, hvrinden ar; de juiste huurwaarde per 1 Januari iw31., jijkt der regeering eerder voor verwezenlijking vat baar dan een taxatie van de tegenwoordige huren. Zoodanigo taxatie zou veel werk ge ven en practisch bijna onuitvoerbaar zijn Zij prefereert daarom als uitgangspunt ae feitelijke huur per 1 Januari 1931. De noodige tijdelijke voorzieningen wor den getroffen, die waarborgen, dat de nieu we huurzaken in een vlot tempo kunnen woorden afgehandeld, en tevens, dat het nor male gerechtelijke werk daardoor niet on gunstig zal worden beïnvloed. Hef nieuwe stelsel Het ligt in de bedoeling der regeering voor huurverlaging slechts in aanmerking te brengen woningen van een lage huur waarde; voor de winkels daarentegen zal met het oog op de omstandigheid, dat voor groote winkels nog lange contracten loo- pende zijn met zeer hoogen huurprijs, de begrenzing, waar noodig, ruim worden ge nomen. Vindt de huurkamer na verhoor van huur der en verhuurder termen tot inwilliging dan bepaalt zij bij haar beslissing den ter mijn. voor welke de huurverlaging is toe gestaan. Dien termijn kan zij stellen op ten hoogste een jaar. De wet verbindt aan de toegestane huurverlaging het rechtsgevolg van onopzegbaarheid of v^n verlenging van huur gedurende den tijd, dat de huurverla ging van kracht is. De huurkamer kan de toegestane veria- ging laten terugwerken; de terugwerking De Regeering deelt, niet de meening, dat ls echter aan wettelijke grenzen gebonden, de huurverlaging beperkt zal blijven tot de toef?estane termijn van huurverlaging groote gemeenten. Ook kan de Regeering rtfa\,ül'0r^'en \'eider|£d- Totdat de beslissing niet ingaan op het dankbeeld tot instelling de bLlis™ ha°I? TrachTd d'fw van huurcommissies, welke tot taak zouden loopt door tegen den verlaagden huurprijs hebben de meer ingrijpende huurverlagingen te recelen. Rechten van den verhuurder In het ontwerp is thans een bepaling op- i!P^3a e?D hesüssin- tot huurverla- genomen, volgens welke in bij K. B. aan te L.L.' minnelijke regeling tot stand wijzen gemeenten een huurprijs wordt vast- binnen lien 6 Vt "rder intrekking gesteld, beneden welke de wet van toepas- niffiSÏÏm ,vra«eD °P slng zal zijn. De werking van de wet wordt de beslissing of fegeHnï fnieTÊïï!11* Va" dus gericht op de woningen, waaraan thans verlaagde huur) of^»rn fnS!ï a£an de hehnefte de w Z andere redenen. Zou dan oï het, gckuurde venvaarloozen, r .eve?eens intrekking viagen en kan hij na ïnwiHiorfnrr va_ Uü uesussing is toe- van°rteenh'na.h\??k "a mtrekkinR LVt de bcsehiklung wegens gewijzigde om- i 1vrijheid de ie beëin digen kunnen herkrijgen. eanwi- h-Urder,is bcvoe?d intrekking van vragen minnelijke regeling te „Jï 3'erkinS der huurbepalingen is niet gebonden aan contracten, gesloten vóór een zekeren datum. Ook voor gebouwen, welke na de wet worden gehuurd huurverla ging worden gevraagd. '"urveria- Verlaging van den erfpachtscanon ™™™e5eeKinp erkent de Juistheid van de van pp »i V^'en te*en het denkbeeld van een algemeene verlaging van den erf pachtscanon met 20%. Zij heeft gemeend een individueel stelsel van canon verlaging te moeten introducee ren, doch slechts in de gevallen, dat de erf-» pachter zijnerzijds zich een verlaging van huur, hetzij vrijwillig, hetzij krachtens rech-» terlijke beslissing, heeft moeten laten wel» gevallen. Volgens het gewijzigd wetsvoorstel zal eeitf verlaging van canon slechts worden toege staan, indien de erfpachter aannemelijk maakt, dat hij uitsluitend of nagenoeg uit sluitend ten gevolge van de huidige tijds omstandigheden niet in staat is de conlrae- tueele erfpacht te voldoen; hij zal daarin' niet slagen, indien hij eerst kort geleden grond en opstal heeft overgenomen vooit lagen prijs, tenzij hij het gekochte gebouw; verhuurt en sedert de overneming zijnerzijd» op do huur een bedrag heeft moeten laten vallen. Uit een en ander volgt en zulks geldt in het algemeen voor alle aanvragen om verlaging dat het enkele feit van huui-verlaging niet per sé tot een gunstige beschikking op oen verzoek om erfpacht s- verlaging behoeft tc leiden. Do regeering heeft een regeling ge troffen, waardoor voorkomen wordt dat in eenig geval do erfpachtscanon met meer dan 20 van den overeen gekomen canon wordt verlaagd; Nu de erfpachtsverlaging individueel wordt toegepast is er te minder bezwaag deze taak in handen van den kantonrechte# te leggen. Bg&cherming obligatiehouders De r reering kan zich vereenigen met d« opvatting der leden dat de verplichting tot aflossing van obligaties gelijken tred moet houden met de verplichte periodieke aflos singen van de zijde van hypothecaire debi teuren. Een wijziging in dezen zin is in art- 5 aangebracht. Voorts is Ier bescherming van de rechten /an de obligatiehouders bepaald, dat het ge bruik maken ven de bevoegdheid om op obl ïgatieleeningen minder af te lossen dan is overeengekomen, afhankelijk is gesteld van een fiat van den president. Tenslotto zijn eenige voorschriften omtrent vrijstelling van zegelrecht opgenomen. Noch ter zaka van afstempeling noch ter zake van uitgifte van nieuwe obligaties ter vervanging van oude, zal zegelrecht verschuldigd zijn. De N.S.B.-beginselen De bekende brochure 3 van de N. S. B., in welke de staatsleer dezer beweging op Hege- liaansche w\jze geschetst werd, is door de N. S. B. per *1 Maart j.l. ingetrokken en wordt vervangen door een nieuwe brochure 5, ge titeld „Staatkundige richtlijnen", welke de zer dagen verschtfnt. Op de beginselen in de thans ingetrokken brochure 3 verkondigd is van onderscheiden zijden, met name ook 'uit kerkelijke kringen, herhaaldelijk en ernstis cnhek geoefend. Hot Intrekken dezer bro chure bewust, dat de N. S. B. deze critiek niet aan zich rootbij beeft laten gaan. Mede ie in dit verband misschien opmerkelijk, dat renige bekende Hegelianen o.a. Prof dr J Hearing te Leiden, dr. B. Wigersma te Haarl em e-a- niet lang geleden de N. S. B. ver laten hebben. Gouverneur Kielstra Vertrekt 27 Maart naar Suriname. Naar wü vernemen is het vertrek van den gouverneur van Suriname, prof. Kietstre. dil eemgen tüd met verlof in „£s lanSte!?ve toed, vastgesteld op 27 Maart met de „Cof

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5