VERLAGING VAN VASTE LASTEN
MAANDAG 9 MAART 1936
TWEEDE BLAD PAG. 5
Het oorspronkelijke wetsontwerp
op sommige punten omgewerkt
Memorie van Antwoord verschenen
Geen imperatieve huurverlaging
over de geheele linie
Rijkstoezicht op hypotheekbanken
wordt ov envoy en
Op 8 Juli van het vorige jaar werd bij de Tweede Kamer ingediend het
wetsontwerp tot verlaging van de vaste lasten en huren. Thans is de zeer
uitvoerige Memorie van Antwoord, welke onderteekend is door alle
Ministers, verschenen. De Regeering geeft in deze Memorie een breed
overzicht van het gevoerde beleid en bespreekt grondig de uitgebrachte
cntiek. Op verschillende punten is zij aan de geopperde bezwaren tege
moet gekomen, hetgeen tengevolge had, dat 't ontwerp werd omgewerkt.
in 't kort saamgevat lcomt de inhoud van de Memorie van Antwoord
op het volgende neer:
Ten aanzien van de woninghuren wordt afgezien van een imperatieve
huurverlaging over de geheele linie. In plaats daarvan is een stelsel van
individneele huurverlaging ontworpen, waarbij de belangen van huurder
en verhuurder tegen elkaar worden afgewogen.
Het stolsel lcomt hierop neer, dat huurders zich voor huurverlaging tot
'een gerechtelijke huurkamer kunnen wenden met een verzoekschrift.
Als grens voor de huurdaling wordt gehandhaafd de norm van 80 pet.
in de oorspronkelijke artikelen vervat.
Ken nieuwe bepaling in het ontwerp komt tegemoet aan de huurders
van winkels; winkelhuren zullen onder bepaalde voorwaarden tusschcn-
tijds verlaagd kunnen worden.
Een samenstel van maatregelen in den trant van het plan Brüning
het brengen met één slag van ons volksleven op lager niveau acht de
Regeering verwerpelijk. Het middel zou erger zijn dan de kwaal.
Aantasting van de hoofdsommen blijft de Regeering afwijzen.
Verwacht mag worden dat de bestaande spanning in de economische
verhoudingen spoedig zal verdwijnen. Nieuwe maatregelen op dit gebied
zijn niet te verwachten.
Overwogen wordt een Rijkstoezicht op de hypotheekbanken in te stellen,
wellicht in de trant van het toezicht op het levensverzekeringbedrijf.
Ook ten aanzien van de verlaging van den erfpachtscanon is een indi
vidueel stelsel van canonverlaging ontworpen. Een regeling is getroffen
waardoor.voorkomen wordt, dat de erfpachtscanon met meer dan 20
Van den overeengekomen canon wordt verlaagd.
Het vraagstuk van de Scheepshypotheken is nog in onderzoek.
Aan de uitvoerige "Memorie van Antwoord
©ntleenen wij allereerst, dat de Regeering
eenige tijd heeft noodig gehad met de voor
bereiding er van. Een overhaaste behaindo-
Ding van dit netelige onderwerp is immers
niet gewen scht.
Nu de Regeering hert ontwerp op som:
mi ge punten heeft omgewerkt, bestaat bij
baar geen bezwaar tegen gelijktijdige be
handeling van dit ontwerp en het ontwerp-
Landbouwhypolheekwet 1936 voor zoover
puiks mogelijk blijkt.
Geen aanpassing met één slag
De Regeering heeft zich nimmer de illusie
gemaakt, als zou door de voorgestelde
maatregelen .de noodzakelijke aanpassing
over de geheele linie met één slag worden
bereikt. Zulks blijkt o.m. uit de zeer be
perkte considerans van het ontwerp, waarin
slechts gesproken wordt van de \erlaging
var» sommige vaste lasten en van huren.
Reden van deze beperking was, dat slechts
op het terrein van de vaste lasten, druk-1
kend °P onroerend goed en op het gebied
,van de huren zich duidelijk waarneembare
.verstarringsverschijnselen voordeden en de
aanpassing zich in zoo trage gang dreigde
te voltrekken, dat hiervan groote gevaren
op het onderwerpelijk gelbied waren te
duchten. Waar deze nadeelen van een te
trage aanpassing zonder eenige twijfel groo-
ter waren dan de directe nadeelen van het
wettelijk Ingrijpen zelf, heeft de Regeering
gemeend zich niet langer van het treffen
van wettelijke maatregelen te kunnen ont
houden, doch heeft zij deze dan ook uiter
aard beperkt tot het gebied, waarvoor do
bovenstaande verhoudingen golden.
Een samenstel in den trant van het
plan-Brüning het brengen met één
slag van ons volksleven op een lager
niveau acht de Regeering niet ge-
wenscht. Het middel zou hier erger
zijn dain de kwaal.
De Regeering zal zich blijven verzetten
tegen maatregelen op gebieden, waar het
nog mogelijk is langs natuurlijken weg de
noodige aanpassing te bereiken of waar
wettelijk ingrijpen zulke groote nadeelen
zou veroorzaken, dat de voordeelen er
tegenover ln het niet vallen.
(Een voorbeeld van het laatste levert
volgens de Regeering de ten behoeve van
de industrie bepleite .verlaging van crediet-
hypotheken).
Strekking van het ontwerp
Met betrekking tot de huren is het 'de
bedoeling, de huren, welke om bepaalde
redenen boven het in het ontwerp als
maatstaf aangenomen peil zijn gebleven,
naar beneden te brengen, opdat langs dezen
weg de aanpassing aan een lager niveau
wordt bevorderd. Dat voor sommige geval
len deze verlaging der huur niet voldoende
zal zijn, de Regeering is de laatste, die dit
zal ontkennen. Hierin kan echter bezwaar
lijk door algemeen werkende wettelijke
maatregelen worden voorzien.
De Regeeririg merkt op. dat vanüit een
objectief standpunt bekeken een maximum
pandbriefrente van 4 pet, en een maximum
hypotheekrente van 4% pet. voor eerste
hypotheek als buitengewoon laag kunnen
worden beschouwd. Had men een dgl.
resultaat langs vrijwilligen weg willen be
reiken, dan zouden hie *e tal van jaren
gemoeid geweest zijn«
Venvacht mag worden 3at Hoor weg
neming van de op het onderhavig ge
bied bestaande spanning de economi
sche verhoudingen over het geheel ge
nomen zullen verbeteren.
Hoofdsommen worden niet
aangetast
Aantasting Van hoofdsommen moet de
RegeeriiDig, zoowel op theoretische als op
practische gronden afwijzen. Dit neemt in-
tusschen niet weg, dat wanneer, zooals thans
het geval is, de omstandigheden sedert de
totstandkoming van het contract, een zoo
bijzondere wijziging hebben ondergaan, dat
onverzwakte nakoming van de overeenkomst
redelijkerwijs niet kan worden gevorderd
de debiteur langs wettelijken weg moet wor
den geholpen, zij het dan ook niet langs dten
weg van aantasting van hoofdsommen.
Wat betreft de positie der hypo
theekbanken in het algemeen, deze zal
door de thans voorgestelde maatrege
len verbeteren.
Ecnerzijds toch rullen de exploitatiekos
ten der huiseigenaaren-hvpothecaire debi
teuren, ten gevolge van de verlaging vaai
lasten verminderen, waardoor dius de debi
teur aan zijn rente verplichtingen tegenover
de bank beter zal kunnen voldoen; hierte
genover staat weliswaar, dat door de huur
verlaging in.sommige gevallen de exploitatie
uilkomsten ongunstig zullen worden be-
invloed, doch na de individuali6eering der
huurbepalingen, zal de verlaging der huur
slechts na gebleken onmacht van den huur
der tot betaling van den oorspronkelijkien
huurprijs kunnen worden opgelegd.
Anderzijds worden de verplichtingen van
de banken tegenover de pandbrielhouders
aanzienlijk verlaagd, als compensatie voor
mogelijk te derven inkomsten uit hypotheek
rente.
Van de laatstgenoemde verlaging zullen
uiteraard het meest profiteeren de hypo
theekbanken, die ten gevolge van een min
der krachtige financdeele positie, tot nog toe
er niet in konden slagen haar pandbrieven
la eenigszins beteekenende mate op een
4 basis te converteeren. M.a.w. de intrin
sieke waarde van den pandbrief zal verbe
teren, hetgeen vanzelfsprekend niet zijn in
vloed zal missen op den koers. Overigens
zal er voor worden gowaakt, dat de voor
doelen ook werkelijk aan de pandbriefhou
ders ten goede zullen komen.
Geen toenemende spanning
De Regeering deelt dan ook niet de ver
achting, dat ten gevolge van het ontwerp
de binnienlandsche spanning zal toenemen.
Integendeel zij verwacht juist een onk
spanning met name op het gebied van het
hypothecair crediet.
Evenmin wordt gevreesd, dat het kapitaal
in beteekenende mate naar het buitenland
zal gaan afvloeien of onbenut zal blijven,
zoolang het ingrijpen door den wetgever
blijft binnen zoo redelijke en billijke gren
zen, als thans het geval is.
Naar aanleiding van de vraag of nog een
aanzienlijk bedrag aan eerste hypotheken
uitstaat tegen een hoogere rente dan 4%
wordt erop gewezen, dat van de ruim 1
milliaixl aan hypotheken, uitstaande bij
banken, die bij de Ver. van Directeuren van
Hypotheekbanken zijn aangesloten, 80 a 85
boven de 4gelegen zijn. Uit dezen hoof
de zal dus een aanzienlijk bedrag aan huis
eigenaren, hypothecaire debiteuren, ten goe
de komen. Daar komen nog bij de bov
de 4% liggende hypotheken, welke door
Levensverzokering-Mijen, Spaarbanken en
particulieren zijn verleend.
De Regeering deelt mede na de
thans voongestelde maatregelen (Cri-
eislandbouwhypotheokwet, Criaishypo-
theekaflossingswet, Vaste-lasten-ont-
werp) niet voornemens te zijn nog
andere maatregelen op dit gebied voor
te stelten.
Het ontwerp niet iop nieuw:eaCQ»tiaaen
toepasselijk
Nu door de totstandkoming van de Hypo-
theekaflossingswet op hypotheek verstrekte
gelden niet ongeremd kunnen worden opge
vorderd, en derhalve geen gevaar bestaat,
dat hypothecaire geldschieters oude over
eenkomsten zullen beëindigen om bij nieuwe
contractsluiting vrij te zijn of geëindigde
overeenkomsten slechts onder bezwarende
voorwaarden zullen willen continueeren, is
thans voorgesteld dit ontwerp niet op nieu
we overeenkomsten toepasselijk te verkla
ren.
En voorts is met het oog op het feit, dat
in het algemeen de noodzakelijke huurda
ling reeds langs natuurb'ke weg heeft plaats
gehad, behalve in de categorie woningen
van den laagsten huurprijs en winkels enz.
met langloopende contracten, de regeering
te rade geworden voor de huurverlaging eeD
individueel stelsel voor te stellen, waarbij
met de bijzonderheden van elk geval reke
ning kan worden gehouden.
Daarmede is dan tevens tegemoet gekomen
aan den hoe langer hoe meer naar voren
getreden wensch dat nl. huurverlanging
slechts zou plaats vinden in de gevallen,
waarin handhaving van den bestaan den
toestand in strijd zou zijn met het algemeen
belang.
Nu in het gewijzigde ontwerp de te be
dingen rentevoet voor nieuwe leeningen
vrij is gelaten, behoeft van den, voor oude
lecningen op hoogstens 4% gefixeerden
rentevoet geen bemoeilijking voor de tot
standkoming van nieuwe leeningen tegen
lage rente te worden gevreesd. De rente
voet voor nieuwe leeningen zal den invloed
van de wet van vraag en aanbod vrijelijk
kunnen ondergaan.
Onereuze voorwaarden niet
aanvaarden
Geen vrees behoeft te bestaan, dat de ere
diteuren in den vorm van provisie bij ver
lenging van oude leeningen meer zullen
afdwingen dan de 4% welke zij aan ren
te mogen vragen. Immers de debiteuren, die
bij het beëindigen van de geldleening niet
in staat zijn de op hypotheek verstrekte
gelden terug te geven, kunnen met een be-
ioep op de crisis-hypotheekallossingswct 1936
uitstel-vair teruggave krijgen ert zTj hehoe-
ven zich dan geen onereuze nieuwe voor
waarden te laten opdringen.
Nu op de nieuwe leeningen de wet niet
van toepassing is, en derhalve niet langer
behoeft te worden gevreesd, dat wanneer
voor tweede en volgende hypotheek een
hoogere rente wordt toegestaan dan voor
eerste, de crediteur voortaan voor een mi
nimaal bedrag eerste hypotheek zai bedin
gen en voor het overige met een inschrijving
van lageren rang zal genoegen nemen, le
thans voor tweede en volgende hypotheken
hooger percentage toegestaan.
De landbouwhypofheken
De Regeering heeft besloten het vaste
Lasten-ontwerp ook toepasselijk te maken
op vorderingen, gedekt door hypotheken op
landelijke eigendommen.
Zulks is billijk, omdat de hypotheekhan
en over de geheele linie pandhriefrentever-
ging zullen verkrijgen, dus ook waar te
genover uitstaande pandbrieven gelden uit
staan, tot waarborg waarvan landelijk eigen
dom is verbonde-n, hetwelk door don eige
naar zelf wordt bewerkt.
De vraag, of en zoo ja, welke maat-
reglen in zake de scheepshypotheken
zijn te nemen, is in onderzoek
Rente tot 4% verlaagd
Wanneer het ontwerp wet wordt zal t.a.v.
de landbouw het volgende gelden:
De rente van alle bestaande landbouw-
vorderingen, gedekt door hypotheken op
landelijke eigendommen, wordt tot. 4% pet
verlaagd (resp. 5*A voor tweede en verdere
hypotheken), onverschillig of de eigenaai
zelf het landbouwbedrijf daarop uitoefent
of dat 't eigendom verpacht is. Daarenboven
kunnen de bepalingen der Crisislandbouw-
hypotheekwet 1936 worden ingeroepen door
de bewerkers van het landelijk eigendom,
voor wie het Vaste-Lasten-ontwerp onvol
doende verlichting zou brengen.
De door de Regeering voorgestelde marge
van tusschen hypotheek en pandbrief-
rente is een gemiddelde. In tal van geval
len is de werkelijke marge veel lager, omdat
er vele posten zijn, waarop tegenwoordig
aan hypotheekrente veel minder dan 4^
ordt ontvangen, al is de bedongen rente
4% of hooger.
Toezicht op het hypotheekbedrijf
Tegenover de opofferingen, welke pand
briefhouders zich zullen getroosten in de
vorm van een verlaging van de rente tol
4 pet, is het alleszins redelijk te achten, dat
er voor wordt gewaakt, dat de voordeelen.
welke daarvan voor de hypothekenbanken
het gevolg zijn, in de eerste plaats ten bate
van pandbriefhouders, in de vorm van een
verbetering van de intrinsieke waarde van
de pandbrief, wordt
Waar bovendien fa belanghebbende
kringen zelf reeds voor faren de wen-
schelijkbeid werd betoogd van het in
stellen van een Rijkstoezicht op de hy
potheekbanken, overweegt de Regeering,
na overleg met de daarbij betrokken
partijen, een zoodanig toeziebt, wellicht
in de trant van het toezicht op 't levens
verzekeringsbedrijf, in het leven te roe
pen.
De vraag is gewettigd of van de voorge
stelde maatregelen wel gevolg van eenige
beteekenis is te verwachten. De Regeering
is van oordeel, dat de ernstige poging,
welke zij voornemens is te ondernemen,
wanneer de wet tot stand zou komen, inder
daad tot een resultaat kan leiden, dat lot
de bevordering van het doel in niet onbe
langrijke mate kan bijdragen.
Hoewel het aantal thans beperkt i:
er toch nog tal van gemeenten, die over
eenige ruimte op haar budget kunnen be
schikken door een strengere beperking van
haar uitgaven en door een verdere opvoe
ring van haar inkomsten.
De Regeering is er zich van bewust, dat
zulks in verschillende gevallen zal leiden
tot verhooging van de opcenten op de ge
meentefondsbelasting en-of tot verhooging
van de Personeele Belasting. Ongetwij'feld
zijn eraan zoodanige verschuivingen bezwa
ren verbonden, doch naar haar meening
zijn deze niet zoo groot, dat zij moeten weer
houden deze verschuiving te bevorderen.
In het algemeen waken de wettelijke
maxima, welke voor de gemeentelijke hef
fingen zijn gesteld tegen hoogere heffingen.
Alleen voor de Personeele Belasting beva-.
de wet geen heffingsmaximum. In de prak
tijk wordt echter door de Regeering nim
mer ook niet van de noodlijdende ge
meenten een hoogere heffing gevergd
dan welke een opbrengst heeft, gelijk aan
200 opcenten op het wettelijk tarief. Het ligt
niet in de bedoeling deze grens, ook niet ter
bevordering van het doel van dit ontwerp,
hooger te stellen.
Hulp aan gemeenten
De Regeering wil niet ontkennen, dat
rich naast de bovenaangeduide groep va
gemeenten een andere groep bevindt, welke
in aantal toeneemt, die geen enkele moge
lijkheid om het doel van het wetsontwerp
te bevorderen, meer bezit.
Het meerendeel dezer gemeenten heeft
hijzonderen steun uit het Werkloosheids-
subsidiefonds en/of van het Rijk van noode
om tot een sluitend budget te geraken.
Bij de bepaling van de grootte van
dezen steun wil de Regeering zooveel
mogelijk rekening houden met het be
lang der verlaging van de vaste lasten.
Het zal evenwel zonder meer duidelijk
zijn, dat deze steun met het oog op den
budgetairen toestand van het Werkloos
licidssubsïdiefonds en van het Rijk aan
zeer enge grenzen gebonden is en voorna
melijk moet worden gebruikt voor die ge
vallen, waarin verlaging het meest urgent
is, terwijl daaraan onverbrekelijk vastzit,
dat ook door de gemeenten offers voor dit
doel tot het uiterste zullen moeten worden
gebracht.
Met het oog op het primaire belang, aan
de verlaging van de vaste lasten op onroe
rende goederen verbonden, acht de Regee
ring het bij nadere overweging verant
woord, de mogelijkheid om daartoe te ge
raken voor de gemeentebesturen te ver-
grooten, door hun toe te staan 10 opcenten
op de gemeentefondsbelasting meer te hef
fen dan waartoe thans hun bevoegdheid
reikt.
Deze opcenten zullen echter uitsluitend
mogen dienen om voor de aangewezen ge
meenten een verlaging der vaste lasten
mogelijk te maken in die gevallen, waarin
door die gemeenten geen andere compen
satie voor liet nadeel, uit de verlaging
voortvloeiend, kan worden verkregen. Met
het oog op de zeer bijzondere bevoegdheid,
welke den daarvoor in aanmerking komen
den gemeenten bij deze wet zal worden ge
geven, is bepaald, dat daarvan slechts tel
kens voor niet langer dan één belasting
jaar mag worden gebruik gemaakt
Gevreesd werd dat het ontwerp een toe
stand van onzekerheid zou scheppen t.a.v.
de gemeentebegTootingen voor 1936,
Nu de totstandkoming van de wet In
1935 niet meer mogelijk is, acht de Regee
ring het wenschelijk, het ontwerp aldus te
wijzigen, dat eerst in 1937 de thans gelden
de gemeentelijke belastingverordeningen
komen te vervallen. Aldus wordt een ruime
termijn verkregen om alle maatregelen,
welke tot de gewenschte verlaging kunnen
luiden, met zorg te overwegen.
De Regeering heeft besloten af te zien
van oen imperatieve hnnrverlaging over
de geheele ilnle. Zij meent daarvoor
thans in de plaats te moeten stellen
een systeem van individneele hnnrbepa-
ling, in dier voege, dat de draagkracht
van den huurder, zoomede de belangen
van den verhuurder, tegen elkander
worden afgewogen. Als grens voor de
hnnrdaling wordt gehandhaafd de
norm van 80 pet fa de oorspronkelijke
artikelen vervat
- grootste behoefte bestaat en
de voorraad niet groot genoeg is. uau Ka
D' beslissing omtrent de huurverlaging vagen en kan hij na inwilliging"van"zijn
toevertrouwd aan den kantonrechter, vonf,°°k J0t °Pz®*&inS overgaan. Mocht de
deskundigen. Ann van ™dkoo^5S^atded?,eru,
bijgestaan door twee deskundigen. Aan
deze oplossing geeft de Regeering de voor
keur boven de huurcomraissies van weleer,
omdat daardoor een noodzakelijke beroeps
instantie kan worden vermeden.
Deze regeling van individueele huurbepa
ling komt tegemoet aan het bezwaar dat de
huiseigenaren door een huurverlaging van
'0 ernstig zouden worden gedupeerd.
Dé kantonrechter heeft o.m. tot taak dp
wederzijdsche belangen af te wegen. Ark II
van het gewijzigde ontwerp waarborgt, dal
ook met de belangen van den verhuurder
zal worden rekening gehouden.
Het uitgangspunt van de
huurverlaging
De regeering acht het niet wel mogelijk
algemeene criteria vast te stelten voor de
bepaling van de huurwaarde op 1 Jan. 193J
den datum, waarop globaal genomen: 'de
huurdaling inzette., Omstandigheden, die
van plaats tot plaats verschillen, moeteD
daarbij ï>n acht worden genomen. De kan
tonrechter, voorgelicht door den inspecteur
der directe belastingen, zal in ieder concreet
geval de juiste maat weten te vinden.
Een, waar noodig, hvrinden ar; de juiste
huurwaarde per 1 Januari iw31., jijkt der
regeering eerder voor verwezenlijking vat
baar dan een taxatie van de tegenwoordige
huren. Zoodanigo taxatie zou veel werk ge
ven en practisch bijna onuitvoerbaar zijn
Zij prefereert daarom als uitgangspunt ae
feitelijke huur per 1 Januari 1931.
De noodige tijdelijke voorzieningen wor
den getroffen, die waarborgen, dat de nieu
we huurzaken in een vlot tempo kunnen
woorden afgehandeld, en tevens, dat het nor
male gerechtelijke werk daardoor niet on
gunstig zal worden beïnvloed.
Hef nieuwe stelsel
Het ligt in de bedoeling der regeering
voor huurverlaging slechts in aanmerking
te brengen woningen van een lage huur
waarde; voor de winkels daarentegen zal
met het oog op de omstandigheid, dat voor
groote winkels nog lange contracten loo-
pende zijn met zeer hoogen huurprijs, de
begrenzing, waar noodig, ruim worden ge
nomen.
Vindt de huurkamer na verhoor van huur
der en verhuurder termen tot inwilliging
dan bepaalt zij bij haar beslissing den ter
mijn. voor welke de huurverlaging is toe
gestaan. Dien termijn kan zij stellen op ten
hoogste een jaar. De wet verbindt aan de
toegestane huurverlaging het rechtsgevolg
van onopzegbaarheid of v^n verlenging van
huur gedurende den tijd, dat de huurverla
ging van kracht is.
De huurkamer kan de toegestane veria-
ging laten terugwerken; de terugwerking
De Regeering deelt, niet de meening, dat ls echter aan wettelijke grenzen gebonden,
de huurverlaging beperkt zal blijven tot de toef?estane termijn van huurverlaging
groote gemeenten. Ook kan de Regeering rtfa\,ül'0r^'en \'eider|£d- Totdat de beslissing
niet ingaan op het dankbeeld tot instelling de bLlis™ ha°I? TrachTd d'fw
van huurcommissies, welke tot taak zouden loopt door tegen den verlaagden huurprijs
hebben de meer ingrijpende huurverlagingen
te recelen. Rechten van den verhuurder
In het ontwerp is thans een bepaling op- i!P^3a e?D hesüssin- tot huurverla-
genomen, volgens welke in bij K. B. aan te L.L.' minnelijke regeling tot stand
wijzen gemeenten een huurprijs wordt vast- binnen lien 6 Vt "rder intrekking
gesteld, beneden welke de wet van toepas- niffiSÏÏm ,vra«eD °P
slng zal zijn. De werking van de wet wordt de beslissing of fegeHnï fnieTÊïï!11* Va"
dus gericht op de woningen, waaraan thans verlaagde huur) of^»rn fnS!ï a£an
de hehnefte de w Z andere redenen. Zou
dan oï het, gckuurde venvaarloozen,
r .eve?eens intrekking
viagen en kan hij na ïnwiHiorfnrr va_
Uü uesussing is toe-
van°rteenh'na.h\??k "a mtrekkinR
LVt de bcsehiklung wegens gewijzigde om-
i 1vrijheid de ie beëin
digen kunnen herkrijgen.
eanwi- h-Urder,is bcvoe?d intrekking van
vragen minnelijke regeling te
„Jï 3'erkinS der huurbepalingen is niet
gebonden aan contracten, gesloten vóór een
zekeren datum. Ook voor gebouwen, welke
na de wet worden gehuurd huurverla
ging worden gevraagd. '"urveria-
Verlaging van den erfpachtscanon
™™™e5eeKinp erkent de Juistheid van de
van pp »i V^'en te*en het denkbeeld
van een algemeene verlaging van den erf
pachtscanon met 20%.
Zij heeft gemeend een individueel stelsel
van canon verlaging te moeten introducee
ren, doch slechts in de gevallen, dat de erf-»
pachter zijnerzijds zich een verlaging van
huur, hetzij vrijwillig, hetzij krachtens rech-»
terlijke beslissing, heeft moeten laten wel»
gevallen.
Volgens het gewijzigd wetsvoorstel zal eeitf
verlaging van canon slechts worden toege
staan, indien de erfpachter aannemelijk
maakt, dat hij uitsluitend of nagenoeg uit
sluitend ten gevolge van de huidige tijds
omstandigheden niet in staat is de conlrae-
tueele erfpacht te voldoen; hij zal daarin'
niet slagen, indien hij eerst kort geleden
grond en opstal heeft overgenomen vooit
lagen prijs, tenzij hij het gekochte gebouw;
verhuurt en sedert de overneming zijnerzijd»
op do huur een bedrag heeft moeten laten
vallen. Uit een en ander volgt en zulks
geldt in het algemeen voor alle aanvragen
om verlaging dat het enkele feit van
huui-verlaging niet per sé tot een gunstige
beschikking op oen verzoek om erfpacht s-
verlaging behoeft tc leiden.
Do regeering heeft een regeling ge
troffen, waardoor voorkomen wordt
dat in eenig geval do erfpachtscanon
met meer dan 20 van den overeen
gekomen canon wordt verlaagd;
Nu de erfpachtsverlaging individueel
wordt toegepast is er te minder bezwaag
deze taak in handen van den kantonrechte#
te leggen.
Bg&cherming obligatiehouders
De r reering kan zich vereenigen met d«
opvatting der leden dat de verplichting tot
aflossing van obligaties gelijken tred moet
houden met de verplichte periodieke aflos
singen van de zijde van hypothecaire debi
teuren. Een wijziging in dezen zin is in art-
5 aangebracht.
Voorts is Ier bescherming van de rechten
/an de obligatiehouders bepaald, dat het ge
bruik maken ven de bevoegdheid om op
obl ïgatieleeningen minder af te lossen dan
is overeengekomen, afhankelijk is gesteld
van een fiat van den president. Tenslotto
zijn eenige voorschriften omtrent vrijstelling
van zegelrecht opgenomen. Noch ter zaka
van afstempeling noch ter zake van uitgifte
van nieuwe obligaties ter vervanging van
oude, zal zegelrecht verschuldigd zijn.
De N.S.B.-beginselen
De bekende brochure 3 van de N. S. B., in
welke de staatsleer dezer beweging op Hege-
liaansche w\jze geschetst werd, is door de N.
S. B. per *1 Maart j.l. ingetrokken en wordt
vervangen door een nieuwe brochure 5, ge
titeld „Staatkundige richtlijnen", welke de
zer dagen verschtfnt. Op de beginselen in de
thans ingetrokken brochure 3 verkondigd is
van onderscheiden zijden, met name ook 'uit
kerkelijke kringen, herhaaldelijk en ernstis
cnhek geoefend. Hot Intrekken dezer bro
chure bewust, dat de N. S. B. deze critiek
niet aan zich rootbij beeft laten gaan. Mede
ie in dit verband misschien opmerkelijk, dat
renige bekende Hegelianen o.a. Prof dr J
Hearing te Leiden, dr. B. Wigersma te Haarl
em e-a- niet lang geleden de N. S. B. ver
laten hebben.
Gouverneur Kielstra
Vertrekt 27 Maart naar Suriname.
Naar wü vernemen is het vertrek van den
gouverneur van Suriname, prof. Kietstre. dil
eemgen tüd met verlof in „£s lanSte!?ve
toed, vastgesteld op 27 Maart met de „Cof