WatU INDISCHE BEGROOTING AFGEHANDELD g-SSST-S— 3S&SS3SS* «S ,r Instantine? GEESELING WOENSDAG 4 MAART 1936 DERDE BLAD. PAG. 9 Tweede Kamer Mr. P. SCHWARTZ BEEEDIGD ALS kamerlid Salarissen van kloosterlingen Vergadering Tan 3 Maart 1336 Overzicht t Indië is at aangenomen met 56 „Volksgezond®"1 £it wetsontwerp ,egen 23 «1™™^ Tegen er d etemden ook de soc. aem teveel 'aautejaren op d«en^an bezuinigd is. fpo.PI, een probaat middel tóge vriS lang op, économische Zaken „zichtspuntcn, maar bracht S^n nieuwe loges ondanks de aanv.ee ?jrecteur van het Indi- van den itf. ïsn Economische Z"1"®. eche departement van „elnlg IjjJ „Verkeer en Watereu»" in" beslag. no.lov en Marine" draal Het debat over "0°^® der deiensiekos. de vrijwel om de bota^ nlia diep op in. ten. Minister ^1J£ g' fe worden betaald De kosten fhooien indj6 daanI1 moet door bet geheele Bik. mogel|jklleden at. SS-VXtK nog^nief heelemaal been geworsteld- m.._ tegen deze uil- ^mVdTvr|^-verdeeU„g weer 4 tegen en 2 voor. Na behandeling en afdoening van c"^®koms*en, kwam een handelspolitieke ove^ee di€nd tljdeii8 de SS;^n;vikUonde?vijs.beroinigmgs spreken dat W^SZvSm Is. de kelijkheid van be™®g g^S|mWenaren „n salarissen te Jmsverband en ln onderwijzers, buite s terwijj voorts de Ka- communanteit levende to m mer de rcgccnng^ g richtlng te aoen- mogelijk stappen n j^grijpt, dat ^rhet^blwm van de salarieering der klöosterlmgen-onderwijzcre. opduiken- Het is een vand.e«eUMMwear de 'de punten vandmPun ^at beijveren heeren Lingbeck weerklinken over om hun litanieën te Katholieke echo. den goudstroom,J» Y" naar d0 klooster- ïen uit s Rl>^ wien. Nu is die „goud Kassen zou vegvjoeie K>ort jj, stroom" vrijwel een_iicu waarover de millioenen in dei dooae K 10,t men het van idweUde «d°°®S.dat „d. druk had. Dat he 8 Toen waa het m- doode hand JJ^ vden degenen, die voor- ^nttCg»^tTvShr^kn die ongetelde müioenen ol lElg,r veel. omdat deze ongehn leven in bezoldigd worden en ^nme JabelMhtlga oommunauteit geen*"^^,,, ^„muger overschotten oplet« droomen. En gloeiende «""Mi* s'ol een een strijdpunt is 1 jn de lucht, niets andere te,<^nJJ"n. „iemand beschikt Eenvoudig om deze rMl meemng te XTwêMbUK 1,05 nimmer WeVrmoedenUie^.van wet^ £g S^n^^toie-Weltar - de voorzitter KmhoUmt^w^ rpg<.llng een verandering in a wanneer men ^renschelijlc, toespitst, het vraagstuk nirt ami pap d met ïÖ^ntv^bUld. gemeenschap- Pe5e in 1330 komen Mimster Terpw» cchter ntct to ontvangst genmnim Begeering het be- gepubiiceerd, omdat de e luslructla ^ouwt .al» dit^rep^trt-Bijleveld £- Het sput onadat (Ut «t^Uian, niet een helm moet blijven en opbouwen van deel er van, "Ofi^er bepaalde bewerln- ïn ®tSn?tóes mogelijk zou worden, ter publfcko kennis kan worden gebracht. Het debat over de motie-Boon moet nu worden gevoerd zonder deze concrete gege- De motie richt zich op het vragen van een bijzondere regeling voor buiten gezinsver band in comraunauteit levende groepen van ambtenaren ln verband met de be z u i n i g i n g. Een extra-offer dus. Zij gaat daarbij uit van een bepaald gege ven, dat eigenlijk Juist bewezen moet wor den en nog nimmer bewezen is, ook al zijn velen geneigd aan te nemen dat met name de Kloostergemeenschap bijzondere goed koopte meebrengt We vinden het inderdaad jammer, dat de zaak zoo komt fa staan, ook al zouden we onverzwakt het beginsel willen handhaven, dat de arbeider zijn loon waardig is. Maar we denken toch ook weer aan de comrais sie-Welter en aan de Belgische regeling, waar met medewerking der Katholieken en met goedkeuring van de hoogste Katho lieke autoriteiten de kloosterlingen-onderwij zers aanzienlijk lager bezoldigd worden dan hun overige collega's En last not least, de commi6sie-Byleveld waarin ook de Kafho lieken vertegenwoordigd waren schijnt, naar verluidt tot de conclusie gekomen te zijn, dat een bezuiniging op dit gebied mo gelijk en gewenscht is. We begrijpen, dat ten dezen drang op de regeering werd geoefend door hen, die niet tevreden zijn met een vonnis zonder behoor lijken grondslag. Tot dezulken behoort uit Jen aard der zaak de heer Zandt niet Het debat werd onderbroken tot vandaag. Om half zes bleen er niet vee? animo meer om zonder eerst den heer Lingbeek ge hoord te Lebben, verder to gaan. Verslag Installatie Mr. P. A. Schwartz Na heropening: der vergadering werd Mr. P. rev. fractie 3fr. P. ASchwartz Indische begrooting Aan de orde waa daarne de ste het wetsontwerp betreffend* de uitgaven voor de „Volksgezondheid" van de Indische begroo ting. Mevr. DB VRIKS-BRUINS (ad.) verklaarde met haar fractie tegen te zullen stemmen. De uitgaven sijn ln do laatste jaren te sterk ver mlnderd. Het wetsontwerp werd goedgekeurd met 66 tegen 23 stemmen. Tegen soc. dem. comm.. en de heeren v. Houten, Sneevliet en Arts. Vervolgens was aan de orde de afdeellng Economische Zaken De heer v. BOETZELAER (c.h.) waardeert^'t met de orde- dt wel wat ver gegaan. De minister werd verzocht aandacht te schen- de belangen van afgestudeerde hout- candidaten worden opgerc heer SNEEVLIET (r aap.) ia bevreesd, it het met de Industrialisatie een slakkengang il gaan. Het departement ziet de dingen te ooi. Als men den export wil handhaven, wordt do bevolking het kind van de rekening, bevolking het kind van de rekening. De heer v. DIJK (a.r.) dankte voor het aan leggen van natuurreservaten. De heer EFFENDI (cc De MIN. VAN KOLONIËN Is bereid vertegen woordigers van Indië te doen deelnemen aan besprekingen over Indische^ aangelegenhedei in Indlë in koi Met de belangen van afgestudeerde hout ,rs wordt rekening gehouden: de minister zal er de Indische regcorlng op wijzen. Individueel"» energie.ontplooiing kan la het economische leven niet worden gemist, maar eenige leiding van de regeering bfl de ontwikkeling ervan kan noodlg zUn. ga aan&paa-t, moot zelfs remd, opdat er geen teveel ontsta Er worden proeven genom< Verkeer en Watentaat De heer CRAMER (s.d.) was tegen de voorge nomen fusie der tlnbedrflven op Banka en Bil- llton. Lands belang wordt er niet door ge- De heer v. KEMPEN (lib.) was sterk voor stander van de fusie. De heer v. DIJK (ar.) wilde van de K.N.I.L. M. een zelfstandige onderneming gemaakt zien. al moet met de K.L.M. en met de K.P.M. wor den samengewerkt. Bij dit vervoerbelang moet worden geordend. MINISTER COLIJN acht voor bespreking van de fusie dor tinbedrtjven den tijd nog niet gekomen. Het initiatief voor deze fusie is van den minister zelf uitgegaan, niet van de Bllllton Maatschappij. De te bedingen voorwaarden zullen beslissen over de fusie- mogelijkheld. Met de opmerkingen van den heer v. Dijk was do minister het eens. Het hoofdstuk werd goedgekeurd. Oorlog en Marino De heer v. d. BILT (r.k.) was van meening. dat Indlë en Nederland samen de vlootkosten nwten betalen, hier is een lmperlaa.1 belang. De kruisers moeten niet door vliegtuigen wor- Gevraagd werd. of het staande leger nog w. noodlg zal züu. Indien overgegaan wordt t< instellingen van mllltlepllcht voor inlanders. Nederland moet het overgroot* deel van i geheele Indische defensie betaler SNEEVLIET (r.s.a-p.) waarschuwde tegen de duistere plannen op der bevolking. w j De heer v. DIJK (ar.) Is er in beginsel vo dat beide deelen des Rijks betalen aan de n rlne-uitgaven. TUdeltjk zou echter Indlë kunr worden vrijgesteld, zoolang het financieel n tot betalen in staa.t ia Het gaat voor Indlë om wat met het oog de Internationale spanningen ln het oos' noodzakelijk is. Meer niet. De heer WIJNKOOP (comm.) acht de Neder- landsche regeering verantwoordelijk - militaire uitgav. alle De heer 6CHAEPMAN (r.k.) betoogde, dt landmacht ln Indlë dringend versterkt moet W*De*MINISTER VAN KOLONIëN wflst er op. dat het defenelevraagstuk voor ïnd ulterst moelltJk is. HtJ heeft wel enkele denkbeelden, maar de weg uit deze doolhof heeft hb nog niet beelemaal kunnen vinden. Met de Indische Regeering Is nog overleg gaande. Wat de kosten verdeeling betreft, betoogt de minister, dat de verdediging des Rijks een Imperiaal belang la De kosten moeten gee&monltjk worden gedragen. Het Rijk ln Europa, dat do leidende factor ln het ge heel is, nam een der vlootultgaven over. om dat het Indië wil ontlasten. Maar ais 't kan moet Indië meebetalen. Zou het dat niet kunnen, dan zou misschien een bevredigen de oplossing niet te verkrijgen zijn. niet achter bi) andere staatsuitgaven. Vervanging van hst staande leger door militie-leger zou geen besparing oplever omdat bet mllltleleger ten hebben Het betrokken wetsontwerp **rd goed gekeurd met 38 tegen 19 stemmen. Tegen: 11 soc.-dem., vriJa-dem., 2 comm. en de heeren Sneevliet en Arts. Onder de voorstemmers waren ook de vriJz.-dem. Joekes en Schllthulg. as daarmee aantal conclusies betreffende handelspolitieke aangelegenheden De Indische begroeting De heer BOON (lib.) merkte op. dat zfln motie zelfs ln de Katholieke pers aanvankelijk niet onvriendelijk is ontvangen. Nu li daar weer gedraald vaardig geacht. t de motie onrecht- De financieels nood van de openbare kas bracht er toe, om eenige besparing te zoeken bU hen. die bulten gezinsverband leven. In het rapport van de commlssle-BtJleveld, die de materie heeft onderzocht, was men ook de Katholieke leden unaniem voor een be- .ulniglng op dit gebied. In het Katholieke buitenland bestaan reeds kortingen voor kloosterlingen-onder wijzers. Waarom zouden wfl achterblijven? De Kamer neme daarom de motte aan. die slechts een uitnoodlglng richt tot den mi- De heer DREES (s.d.) acht een redelijke egellng van de zaak noodlg en zön fractie a] daarom voor de motie stemmen. De Katholieken, die loon naar behoefte voor staan. kunnen niet principieel afwonend staan. In België krijgen geestelijken-onderwljzerB de i heti In INSTANTINE schiep de wefenschap hef pijn* 'yè stillende middel van den mo dernen tijd In INSTANTINE zijnvoortreHelijlcewerkraamheid en absolute onschadelijkheid op inderdaad ideale wijze vereenigd In INSTANTINE bezit dus de door pijnen ge* plaagde mensch hef middel UIT OOST INDIE VERLENGING VAN DEN DIENSTPLICHT Militietijd zal gebracht woi-den van 5 Ys op 9 maanden Geleidelijke doorvoering Reeds geruimen tijd is er in Ned. In dië sprake van liet verlengen van den dienstplicht der Europeesche jongelie den, die bij de landmacht worden inge lijfd. De bedoeling is hun geoefendheid te vergrooten en daartoe den militietijd in het algemeen te brengen van 5op ten hoogste 9 maanden. Het „A.I.D." meldt thans, dat het opperbe. stuur zich met dezen maatregel heeft ver eenigd en machtiging heeft verleend, het des betreffend voorstel aan den Volksraad voor te leggen. Waar het in de bedoeling ligt, deze gelei delijk door te voeren diensttijdverlenging per 1 Mei a.s. te doen Ingaan, zal de aange legenheid door het college van gedelegeer den worden afgdaan, terwijl de landvoogd gebeurlijk hiervoor een afsluittermija zal stellen. Voor miliciens, die tot een kaderbetrek king worden opgeleid, zal een diensttijd van 1 jaar gelden. Allereerst zal de maatregel worden toege past op dienstplichtigen, in te lijven bij het technisch bataljon der genie en bij de mo biele artillerie. Om der kosten wille zal voor de overige wapens en diensten pas later een termijn- verlenging worden ingevoerd. Miliciens bij het wapen der genie zullen 1 jaar hebben te dienen, ook indien ze niet tot het kader worden opgeleid. Voor de zeemacht zal de dienstplichttijd ten hoogste 18 maanden duren. Tenslotte valt te vermelden, dat de uiter ste leeftijd, waarop men bij het leger als mi licien kan worden ingelijfd, wordt verhoogd van 25 tot 28 jaar. Zulks dient om jongelic den. die op wat ouderen leeftijd uit Neder land arriveeren, alsnog bij de landmacht ter versterking hiervan, te kunnen indeelen. De nieuwe vlootvoogd Een onderhoud met schout bij nacht Ferwerda De „Deli-Courant" heeft aan boord van de „Baloeran" te Belawan een on derhoud gehad met den nieuwen vlootvoogd, schout-bij-nacht Ferwerda. „Ik heb natuurlijk wel een meening over de diverse onderwerpen", aldus zeide schout bij-nacht Ferwerda o.m„ „en de Regeering heeft pannen, maar daarom kunnen v/'j nog ultaat, waartoe de commlssle-BUleveld Re nen is? Do Regeering zal toch ook haar houding moeten bepaJen tegenover deze zaak De heer ZANDT (s.g.p.) achtte het noodlg m regeling te treffen, nu naar zijn meening nog jaar op Jaar grooto Do VOORZITTER: Vraagt nog Iemand het oord? Het woord is aan...? Vraagt de heer Moller het woord? fV roo it) k h e 1 d). Neen? Dan wordt de vergadering verdaagd. niet overgaan tot de daad aangezien eerst het Defensiefonds afgewacht moet worden" .Volgens mij", aldus de nieuwe Vloot voogd, „moeten wij er voor zorgen, dat zoo wel personeel als materieel bruikbaar is op alle oogenblikken en dat men bij het mate rieel een groote bedrijfszekerheid heeft, maar als er geen geld is. dan kunnen we natuur lijk niet direct uitvoering geven aan onze voornemens, hoe goed die bedoeld mogen Sprekende over den algemeenen geest ten aanzien van de Marine zeide Z. E., dat we op den goeden weg zijn. Deze geest is bezig zich te ontwikkelen tot het goede peiL In Holland Is men reeds uitstekend gestemd je- Eens de Marine. Wij zijn bezig te groeien en daarop zal on getwijfeld ook de bloei komen. De aandacht werd vervolgens gevraagd voor de berichten, als zou men overgaan tot uitbreiding van de opleiding tot reserve-officier bh den vlieg- dienst. Ook de heer Fenverda had hier van ver nomen en men was er inderdaad mee bezig. Of er tot uitbreiding overgegaan zal worden, ls nog een kwestie, „die niet in een stadium van ja-zeggen verkeert", besloot de comman dant, daarmede aangevend dat natuurlijk mogelijkheden blijven bestaan. Wat de algemeene opleiding van de offi cieren betreft, zeide Z. E. Ferwerda een voor stander te zijn van een uniforme voor-oplei ding. Allen moeten den leergang van het Kon. Instituut volgen en daarna kan een schifting plaats hebben over de verschillende corpsen. Het eindstadium der opleiding zal alzoo een specialiseering op een bepaald corps zijn, doch als geheel heeft men zijn ontwikkeling gebouwd op eenzelfden grond slag. Kolonisatie op Nieuw-Guinea Enkele resultaten Van Manokwarl ontving het hoofdbestuur van de S.I.K.N.G. bericht, aldus het „AJ.D." dat de stand van de kolonisatie der Stich ting Immigratie en Kolonisatie Nieuw Gui nea, waarvan het hoofdkantoor gevestigd is Tjitjendo 17 Bandoeng, per 1 Febr. als volgt is: De kolonie telt 265 zielen, tw. mannen 63, vrouwen 39, kinderen 94, andere gezinsleden 9. 33 kolonisten zijn gehuwd en 30 onge huwd, torwijl 63 kolonisten, waaronder ook dames-kolonisten, in het bezit zijn van een eigen perceel en(of) woonerf. HA?' cultuur Sebracht areaal bestaat 118 Van bovengenoemde 63 kolonisten genie ten er 46 Siking-steun, 3 Nivas-steun, terwijl 14 in het genot zijn van een pensioen en (of) eigen inkomen. Kolonisatie in de Lampongs De eerste schepen vertrokken De eerste transporten kolonisten uit Mid den Java zijn naar de kolonisatieterreinen in de Lampongs vertrokken. Het eerste schip, aldus het „Bat. Hbl.", dat dezer da gen vertrok, was de „Van Goens", die ruim 300 personen naar het Lampongsche land vervoerde en op denzelfden dag nog ge volgd werd door de „Van Riebeeck", die ruim 1800 passagiers meenam. De daaropvolgende dagen vertrokken de „Van Outhoorn" met 1500, de „Sloet van de Beclemet 1000 en de „Speelman" met ruim 300 emigranten. Dr. Soesilo heeft aan boord de kolonisten gevaccineerd tegen typhus en dvsenterie, een proefneming, welke, als zij slaagt, op Ho vr.ioor.ao schepen herhaald zal worden. ROFFELRIJMEN NEDELAND-1NDIE EEN! BtJ de overdracht van de Zeemacht Vice-Admiraal Van Duim bü Nacht Ferwerda. 3 Maart 103' het commando Oost-Indlë van Weer mocht het heele Vaderland Mèt Indië heieven Dat in dp. wederzijdsche hand Een gouddraad werd geweven De radio trok Nederland In Tandjong Priok samen En toonde dat wij voor de Vloot Ons niet hoeven te schamen. Wij zdgen onze schepen daar Die onze Oost bewaken Wij zdgen onze dapperen Die onze trots uitmaken. Wij zagen Admiraal Van Duim 't Commando overdragen, En Ferwerda, den Schout hij Nacht Wiens leus is: nooit versagen! Wij hoorden van ons scheepsgeschut Het rollen van de donder, De stem die zegt, dat het, als 't ttioet, Er óp gaat nóóit er ónder! Dat is oud-Nederlandsche taal Met nieuwe moed gesproken! Dat is de oude geest, die zich Opnieuw heeft baan gebroken! Jong-Nederland, Jong-Indië, Zijn één, en zullen 't blijven Zoolang Oud-Hollands zeemansgeest En vrome zin beklijven. Wij willen, Mannen van de Vloot, U graag van antwoord dienen: Bij 't .Jjcve onze Koningin!" Hoort: ,Jjeve de Marine (Nadruk verboden.) LEO LENS. DONDERDAG 5 MAART HILVERSUM I 1875 M. AVRO-Uitzendin*. 5.30 VPRO. 9.00 Omroeporkest en solist. 10.00 Morgenwijding. 10.30 Omroeporkest. 11.00 Kniples. 11.30 Lyra-Trio. 1.00 Om roeporkest. 2.15 Voor de vrouw. 3.00 Kniples. 4.00 Voor zieken en ouden-van- dagen. 4.45 Voor de kinderen. 5.30 Cau serie. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Piano recital. 7.30 Engelsche les. 8-00 Berichten. Gram.pL 8.15 Concertgebouw-orkest, koor en solisten. 10.30 Zigeunermuziek. 11.00 Belichten. HILVERSUM II 301 M. 8.00—9.15 KRO. 10 00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00 NCRV. 8 009.15 en "10.00 Gram.pL 10.15 Mor gendienst door Ds. P. v. Vliet, Vrij Evang. Pred. te Amsterdam. Il.30-rl2.00 Godsd. halfuur. 12.15 KRO-Orkest. 2.00 Handwerkles. 4.00 Bijbellezing. 4.45 Han denarbeid v. d. jeugd. 5.20 Orgelconcert. 6.15 Viool, piano, viooL 7.00 Berichten. Rc-portage 7.30 Psychologische lezing. 8 CC Berichten. 8.05 Biduur voor de oogst. vOm 10.00 Berichten), DROITWICH 1500 M. 12.10 Orkest. 3.20 Vesper. 4.10 Lezing. 4.30 BBC-Schotsch- orke6t. 6.20 Berichten. 6.50 Orgelconcert. 3.20 Gram.pL 8.50 Gevar. programma. 10.20 Kerkdienst, 10.40 BBC-Mannenkoor en -orkest. RADIO PARIS 1648 M. 9.50 Orgelconcert. 11.20 Omroeporkest. 4.35 RadioiooneeL 9.05 Nat. Orkest KEULEN 456 M. 11210 Orkestconcert. 12.35 Omroep-Amusements-orkest. 3.20 Om- roepkleinorkest en voordracht 5.20 Om roeporkest 7.30 Weragkamerorkest. 9-50 ViooIrecitaL 103011.20 Omroepklein- orkest, mandolinekwintet en solisten. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 12.50 Zi geunermuziek. 8.20 Symphonieconcert. 10.3011.20 Gram.pl 484 M.: 12.50 Kleinorkest. 1.50—2.20 Gram.pl. 5.20 Zigeunermuziek. 8.20 Om roeporkest. 9.35 Symphonieconcert DEUTSCHLANDSENDEB 1571 M. 7.30 Pian® recitaL 9.50 Viool en piano. leder pak HONIG's VERMICELLI honig'j ^bouillonblokje GRATIS Feuilleton door D. KRIJ6ES De generaal roti met *t grootete genoegen Herbert en de zijnen aan hun lot hebben overgelaten, als hij maar niet gevreesd had het met de Regeering aan den stok te krijgen, die hoopte in het buitenland een flinke leening te kunnen plaatsen cn daar om de vreemdelingen te vriend moest houden. „Hadclen jelui het ooit kunnen droomen, dat ons lot nog eens van een buitenland- tsche leening zou afhangen?" vroeg Herbert zijn makkers. ,.Jn elk geval, al zie ik er ook geen cent van, toch vind ik het geld op die manier goed besteed en niet to duur ook, want werkelijk,' ik vind mijn huid vrij veel waard." Zijn confraters konden er niet om lachen; het scheelde weinig of de fut was er heelemaal uit. „Kom, kom", zei Herbert, „geen zorgen vóór den tijd, daar schieten we niets mee op. Jelui weten evengoed als ik dat in China veel, ja alles mogelijk is." De generaal besloot zich den last van de hals te schuiven door den vreemdelingen huisarrest te geven. En inderdaad Herbert kreeg het bevel niet buiten zijn tuinmuren te verschijnen, aangezien anders niet voor zijn veiligheid kon worden inge staan. Bovendien vatte ook een vaste schildwacht post voor zijn deun Optimistisch van nature kon Herbert niel falen den generaal ïn zijn hart dank te weten voor die gedwongen vacantia Een beetje rust had hij nog wel noodig en bovendien kon hij zijn yacantietild benutten door zijn tuin eens heerlijk op te knappen. Als hij maar niet door een andere zorg was gekweld geworden, die zijn zucht om alles van de beste zijde te bekijken wel •enigszins temperde. Hij was .voor hert geldwezen der fabriek verantwoordelijk en hoe kon hij daar onder deze omstandig heden oog op houden? Die Chineesche overweldigers zouden zich gedurende zijn afwezigheid van alles meester maken wat zij krijgen konden. Dit moest hij in elk geval voorkomen, maar hoe? Vandaar dat Heihert zich van lieverlede begon op te winden en zich hoe langer hoe minder in de omstandigheden kon schikken. Zijn zaak in Gods hand stellen kwam niet bij hem op. Eer hij daartoe kwam, zou hij door een diep dal heen geleid worden. Zijn gemoed kwam in opstand en hij kreeg een gevoel van haat tegen zijn onderdrukkers, hetgeen hem, zoo God het niet verhoed had, licht dwaze dingen had kunnen laten doen, die hem ernstig konden schaden, zelfs het leven kosten. Hij begon het Militaire Hoofdkwartier te overladen met telegram men en petities, waarin hij alle rechten voor zich en de zijnen opeischte. Natuurlijk trok de bevelvoerende generaal zich van al die dingen geen lor aan, maar omdat er toch niets meer te plunderen viel, werd het bevel thuisblijven ingetrokken en mocht Herbert weder op kantoor verschijnen. Verschrikkelijk, wat zagen die bureaux er uit! Van arbeiden kon niets komen. De kantoren waren door militairen ingenomen. Geen stoel kon Herbert machtig worden. Bovendien waren de binnenplaatsen met de overdekte veranda's tot legerplaatsen voor paarden, ezels, kameelen, zelfs olifanten ingericht Zoo moet het leger van Nebukadnezar er uitgezien hebben. De tropische temperatuur had er bovendien een „mixtum compo situm" van milliarden vliegen, muskieten en andere insecten bij de vleet heengetrokken. De penetrante odeur van deze in teressante armée bleef Herbert den geheelen dag in den neus hangen en het steken der muskieten welde hij 's nachts nog. Zijn humeur werd er niet beter op. Vooral niet omdat hij voor de fabriek inderdaad weinig bereiken kon. Ook zijn zenuwen werden voortdurend in spanning gehouden, vooral toen er steeds meer troepen bijkwamen eu het moeilijker werd een onderkomen voor hen te vinden. ..Hoe moet dit alles eindigen?" zuchtte Herbert wel een» HOOFDSTUK X Opnieuw zou de stad aangevallen worden en de bezetting bereidde zich voor op een hardnekkige verdediging. Loopgraven had de vijand aangelegd; vliegmachines verschenen boven de stad, die affiches neerstrooiden, waarin de bevolking bedreigd werd met bombardeering der stad, zoo zij met den vijand sympathiseerde. Het scheen een moderne oorlog te zullen wor den. Dag eu nacht door het lawaai van den strijd, dat 's nachts nog meer angst verwekte, vooral bij de arme bevolking in haar leemen huisjes, die de kogels door de lucht als zooveel booze geesten beschouwde. Herberts huis, van steen gebouwd, bood betrekkelijke veiligheid en hij kneep een oogje dicht als het personeel het gebruikte als onderkomen voor vrienden en be kenden. Op zekeren nacht zag hij om twaalf uur nog licht branden m de badkamer, en toen hij ging kijken, trof hij er niet minder dan drie en twintig personen aan, mannen, vrouwen en kinderen. Zij hurkten sidderend neer, met holle oogen van angst „Stakkers, wat heb ik met jelui te doenl" riep Herbert uit De stad zelve leek uitgestorven. De enkele inwoner, die het wagen zou met pak of mand op straat te verschijnen, kon er op rekenen daarvan spoedig door militaire patrouilles ontlast te worden, vooral als het eetwaren betrof, die men droeg. Natuurlijk zonder vergoeding. Herbert beloofde den kok met hem mede te zullen gaan als hij om boodschappen uitging. Hij kon dan naast hem loopen en zou wel eens willen zien wie het waagde hem te molesteeren. Hij had intusschen fraai beloven; de vrees zat er bij de winkeliers zoodanig in, dat zij hun winkels gesloten hielden, waardoor voor den kok alle aanleiding verviel om boodschappen te halen. Het werd een spannende tijd. lederen dag trok Herbert er op. uit om het laatste nieuws te vernemen. Op een morgen hoorde hij dat er oen gepantserde trein was binnen gebracht, die aan een bombardement had blootgestaan. Het was een trein van genei-aal Khin, die door maarschalk Tschang Tzo-lin veroverd was. Herbert ging dien trein bezichtigen en kreeg een staaltje te zien van de verschrikkingen Tan den oorlog. Eén der wagons was aan de voorzijde geheel opengescheurd. Een bom had er haar weg doorheen genomen, daarbij veel dooden en gewonden makend. Een honderdtal dooden,"ontzettend verminkt, waren op het stationsterrein neergelegd, zoo maar op den blooten grond, tentoongesteld voor iedereen, die het schouwspel wilde bezich tigen. Zij lagen gereed, in matten gewikkeld, om door koelies, voorzien van draagstokken en onder begeleiding van roode kruis- soldaten, te worden getransporteerd. Voortdurend bezweken er nog gewonden, en daarom stelde men de begrafenis nog een poosje uit tot alle dooden in een gemeenschappelijk graf kon den wonden ondergebracht. Het trof Herbert, dat er bij die begrafenis zoo weinig Chineezen aanwezig waren. .Zouden zij", zoo dacht hij, „hun bekomst van het vechten krijgen, nu zij zien dat bij geval de slagen ook wel eens hard kunnen uitvallen?" Hij hoopte het Hij ond de tegen stelling tusschen de ontluikende natuur en het onderling moor den schrijnend. Die groote kring van dooden, in hun luguber* stakkerigheid op het veld uitgestrekt, beschenen door een stralende zon, en een bedelaar, die zich in volmaakte kalmte tusschen de verminkte lichamen beweegt om met zijn spijkerstok eindjes sigaret, stukjes touw, papierafval en wat meer van zijn gading is, op te pikken; inderdaad dit tooncel is schokkend en weerzinwekkend van tegen-menschelijkheid. Herbert bleef achter om te zien hoe China zijn in den krijg gevallen dooden begraaft. Er waren twee officieren onder. Hun stoffelijk overschot had een behoorlijke kist gekregen. Zij wer den, onder treurmuziek, door soldaten gedragen, naar hun graf geleid. De gemeene soldaten werden in een groot gat begraven, dat men bulten de stad gedolven had. Schokkend was deze begrafenis. De dooden werden in een mat, aan een draagstok gebonden, waarbij aan weerskanten armen- en beenenstomppn in cadaverische stijfheid uitstaken weggebracht Aan den gemeenschappelïjken put gekomen, nam een kodli® het lijk over den schouder om het vervolgons met een smak in het graf tel laten vallen. Treurig gestemd kwam Herbert thuis, (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9