r rxsmm
KRABOE....
DE NEDERLANDSCHE
KOLONISTEN IN ARGENTINIË
Uw k.,d WILSON
WOENSDAG 4 MAART 1936
TWEEDE BLAD PAG. 5
LOOD-en ALCALISCHE BATTERIJEN
IN SPECIALE UITVOERING
VOOR SCHEPEN
ÏSltiGlIAPSfiONE
■m1 spui 23-27 amsterdam
DE BETERE
RUNDERBOUILLON
P. KAAG
HOORN
[Koffie als Likeur]
hit MERK VOOR
LjWly LEIDSCHEKAAS
vraagt uw leverancier
Vraagt Uw winkelier
Wester's Goudsiroop
Zuivere Rietsuikersiroop
in gele bussen van 1 k.g. netto
Overzicht van het blok huizen aan het Ambonplein te Amsterdam, dat onder leiding van Bouw- en Woning
toezicht wordt gesloopt. Na de afbraak zal een onderzoek naar het snelle verval worden ingesteldl
Op het ,^.ltare della Patria" te Rome werd een herdenkingsdienst gehouden voor de in 1896 in den slag van
Adoea gesneuvelde Italiaansche soldaten.
DE IDEALE
VLOER
BEDEKKING
Tijdens de Messe-dagen heerscht in de straten van Leij
en buitenland. Op deze Messe kan men het eerste
televisie-telefoonapparaat bewonderen waarbij men
tijdens het gesprek, den spreker aan de andere tijde
tegelijk hoort en ziet.
ig een levendig verkeer van de talrijke bezoekers uit binnen
Hoe men tijdens de watersnood in Hongarije Te Maastricht is men een grootsch opgezette oampagni
bewoners der dorpen aan de Theiss moest redden. voor het thee-verbruik begonnen* 1
Herinneringen uit den tijd van
de geestelijke organisatie
Door Dr. J. van Lonkhnyzen
v
«Als door een wonder gered!"
De boot had reeds een paar malen het
waarschuwend vertreksein doen hooren en
lag te wachten- Daar kwamen nog in vlugge
galop, zoo snel als de „bronkoos" (inland-
sche paarden veel gebruikt voor huurrijtui
gen) draven konden, een paar rijtuigjes aan.
En wij waren er.
Een groot deel van de gemeente stond
reeds bij de boot te wachten. Het was een
kort maar hartelijk afscheid, dat ik daar
dien morgen met de vrienden had. Behalve
een gedeelte der gemeente waren er ook an
dere vrienden en ook nog afgevaardigden en
vrienden uit Tres Arroyos, of andere plaat
sen uit het binnenland. Broeder Bening ging
als ouderling en afgevaardigde van de ker
ken met mij mede.
Toen gingen we de breede La Plata-rivler.
die zijn gele wateren tot een paar dagen va
rens in den oceaan uitzendt, op, nu stroom
afwaarts, weinig vermoedende, dat het zeer
weinig zou schelen of noch de boot noch wij
waren ooit weer in het vaderland aange-
kkomen.
We hadden een kleine week gevaren en te
Zantos koffie ingenomen, waarbij ik mij er
gerde hoe daar b.v. vrouwen de steenkool
in het schip droegen en mij verbaasde over
de wijze waarop ze dit deden. t. w. de man
den met steenkool op het hoofd balanceercn-
de, en zoo het schip opdragende en in de
bunkers uitstortende. Toen legden we aan
in Rio de Janeiro, een stad, praahtig tegen
de bergen gebouwd, met een ruime haven,
beschermd door hooge bergen, waarvan do
„Suikerbrood-berg" (Pan-a-sucar) als een
wachter voorop staat, een haven met water
zoo helder, dat ge soms den bodem zien
kunt.
Ik had mij toen we 's avonds de haven
verlieten, verlustigd in het sprookjesachtige
gezicht, de stad met de verlichte straten, die
tegen de bergen opliepen geleek een spinne-
web van licht, of straks op een afstand een
fontein van licht, een fontein, welke haar
stralen tot hoog in de luaht uitspoot.
Het was in den namiddag van den
volgenden dag, dat plotseling over het
weer met honderden terugkeerende
Spaansche emigranten gevulde schip,
het geluid, de kreet, weldra het gegil
zich verspreidde: Fuego! Brand!
Brand! En in enkele seconden loeiden
de dikke rookwolken hoog op uit het
achterschip en nog weinige oogenblik
ken en de vlammen brulden naar bo
ven, boven mast en alles uit
Sommige emigranten sprongen In hun ra
deloosheid in de zee, om door de haaien,
welke daar in menigte gevonden worden,
verslonden te worden. Anderè emigranten
trachtten zelve een reddingsboot los te ma
IV stond in ons blad van Z Maart
ken en te water te laten. Dit natuurlijk niet
kunnende, vielen zij met de reddingboot en
al in de zee, met vrouwen en kinderen in
de boot, sommigen bleven in de boot, die
half vol water stond, anderen vielen in de
De kapitein schoot vuurpijlen van de brug
naar boven. Niemand luisterde naar com
mando's, ook ai had men ze onder het ge
loei en geknetter en geschrei kunnen ver
staan. Het brandapparaat of de pompen
schenen weinig of niet te willen werken.
Dc officieren zag men met reddinggordels
onder hun dichtgeknoopte jassen loopen en
met gebaren en aangezichten, die weinig
hoop voor de redding van boot of passagiers
gaven. Ik knielde neer op het voordek met
broeder Bening naast mij en bad overluide
tot God om redding en zoo het niet Zijn wil
ware om in Jezus te mogen sterven, hoe dan
ook. Weldra zag ik verscheidene om ons
heen liggen, meebiddende. De keuze scheen
geen andere te zijn dan die tussohen ver
drinken of verbranden.
Na een tijd werd de rook meer en het
vuur minder. Ten slotte scheen men tegen
het vallen van den avond het vuur onder
bedwang te hebben. Gelukkig was er nog
één brandkraan die werkte.
Gelijk op iedere boot, was ook op onze
boot in theorie en op papier alles in orde.
Maar in de praktijk bleek, dat van de drie
brandkranen er maar één werkte. En dat
was nog door Gods bijzondere voorzienig
heid. Toen ik later onderzocht, vernam ik,
dat twee Texelsche matrozen, godvreezende
mannen, juist dien dag of de dag daarvoor,
hun brandkraan in orde gemaakt hadden. Ze
hadden ontdekt, dat door de droogte de wa
terslangen gebarsten waren, of althans water
door lieten en de pompen niet werkten, zp
hadden toen hun brandkraan in orde ge
maakt. De e e n i g e die werkte! En geluk
kig kon men het vuur in de lading in het
ruim er mee bereiken. Daags daarop sprak
lk hen en zeide, dat ik zoo dankbaar was
dat zij, als door Gods bestel, hun brandkraan
in orde hadden en vroeg hun hoe ze het
vuur onder bedwang gekregen hadden. Zij
zeiden: „Wij waren bij u in de kerk Zondag,
avond, Dominee, en hoorden uw afschcids-
predikatie over de woorden: De Heere zal
het voorzien. Toen het vuur in de lading
(lijnzaad en wolbalen) uitbrak, gingen we
met onze brandslangen, met die woorden in
ons hart, voetje voor voetje in de donkere
rook en stapje voor stapje verder. We dreig
den te stikken maar we wisten: we moes
ten verder. En gelukkig dat we juist do
vuurhaard voor ons hadden en die raakten.
Toen het vuur bijna uit was, kwam uiet
den avond op de vuursignalen van den ka
pitein een Engelsche boot naderbij. De kapi
tein en een paar officieren van het Engel
sche schip kwamen bij ons aan boord en in
specteerden met onzen kapitein de plaats
van den brand, en de boot De boot werd
zeewaardig bevonden en de reis werd dies
voortgezet
De kapitein was geheel geen gods
dienstig man, maar hoorende dat ik
een paar dagen later 'n dankstond aan
boord houden zou, kwam hij tot mij
en beleed: „Dominee, ik ben geheel
geen geloovig man, maar hét Is door
een wonder dat we gered zijn. Ik kom
bij uw dankstond". En daar zat hij, de
groote, sterke man midden onder het
volk, ik kon het hem aanzien, de man
meende: „Als door een won
der gered!"
Zoo gingen we dan verder, bewaard door
Gods goedheid. Want wezenlijk we hadden
den dood voor oogen. En klaar als de dag
kwam het tot mij, dat als het niet was dat
God nog wat voor mij te doen had (en zeker
ook voor anderen) dan waren we omgeko
men.
Door de Engelsche boot werd de te water
gelaten reddingsboot met een aantal men-
schen die er nog in waren gevonden en dien
avond tot ons teruggebracht. Sommigen wa
ren bij het neerlaten van de boot verdron
ken. Zeven of acht man werden in het ge
Con-jienjcbuuw te Butnot Airet
heel gemist. Onderscheidene Spaansche emi
granten stierven naderhand vanwege de
doorgestane moeiten. Dan werden ze in zee
begraven. En aangezien deze emigranten er
als Roomschen aan gehecht waren om een
lijkdienst te hebben en ik de ©enige „pries
ter" op het schip was, zoo kwamen ze mij
smeken om den lijkdienst te willen houden.
Dat heb ik dan ook verscheidene malen
gedaan. In de Spaansche taal.
Daar stond een krat met het lijk er in
aan den kant van het schip. De krat was be
zwaard met enkele stukken oud ijzer. De
railing was open. De officier die den dienst
had stak de hand op en het schip lag wel
dra. stil Ik las dan voor de familie en het
volk dat er bij stond een gedeelte uit de H.
Schrift. En sprak een kort woord over den
eenigen troost in leven en sten-en. En bad
Dan werd de krat met het lijk te water ge
laten. Ge zaagt hem wegzinken. De officier
6tak weer de hand op, en de schroef begon
weer te werken en weldra was alles weer
voorbij. En het scheen vergeten. Want hoe
spoedig de Spaniaarden vergeten en aan
hun vroolijkheid weer toegeven is merk
waardig.
Toen de brand gabhischt was liet de kapi
tein over de verbrande luiken van het dek,
waaronder de brand gewoed had, planken
leggen, en daarover zeildoek. En daarop
werd de muziek gezet. En waar gisteren o!
eergisteren nog de vlammen oplaaideji, daar
speelde nu de muziek en dansten de Span
jaarden of er geen gevaar geweest was en
geen wolkje aan de lucht.
Geen wolkje aan de lucht? Daaron
der in de diepte smeulde.nog immer
het vuur. Ik zat naast den kapitein
aan tafeL De kapitein scheen geen eet
lust te hebben. Ik vroeg hem wat er
aan scheelde. „Ga na het eten eens
met mij mede," zeide hij zacht. Ik ging
met hem naar het ruim, waar de brand
geweest was. „Steek uw hand eens
tusschen die balen." zeide hij. Ik deed
het, maar trok die haastig terug.
„Kapitein, dat is alles vuur daarbin
nen."
„Dat la het," zeide hij. „Ik heb er
zeildoek over laten leggen, als er lucht
bij komt vliegt het alles in brand. Dag
en nacht staat er een wacht bij."
Mijn lerers weten wat er gebeurt als b.v.
een hooiberg nat is. Dan gaat het hooi
broeien. En kan het gaan branden. Zoo was
het hier in het scheepsruim waar de man
nen met het water het vuur uitgebluscht
hadden. Die wol was gaan broeien en
smeulde van binnen. Het was heel heet in
dat ruim van het schip.
En boven die hel nu speelde de muziek
en dansten de menschen! Alsof er geen
wolkje aan de luaht was!
En elk oogenblik kon de uitbarsting
komen.
Toen we na een paar weken in Duinker
ken aankwamen (de Spaansche emigranten
hadden we in Lissabon afgezet) liet de ka
pitein de brandweer aanrukken. Tenvijl de
brandweer klaar stond werden de zeildoe
ken van de wolbalen afgenomen en deze
naar buiten geworpen. Het broeien had toen
echter opgehouden. De balen waren van
binnen geheel verpulverd. Ze vielen als stof
uit elkaar.
Daar de kapitein mij meegedeeld had, dat
dit lossen en eouige reparatie wel ruim een
dag kon duren, zoo nam ik in Duinkerken
afscheid en keerde per trein terug tot het
vaderland.
Een reis om nimmer te vergeten. 1
Bataatsche Brandwaarborg Mij.
Op9«neta 1806
i-CrMMugt .Ww»nda Na 28 T.Wtoe* 117623
Dlr*c4*urwi. Commtaarnaen.
Jhr. Mr- W M. «a êravw Mr R. j H Paöja
Jhr. Mr. A. IC. E. da 8 rauw JHr Mr Rh. FaHh
Jhr Mr E.N.da Brauw Mr W J. Baron vmn Lyndon
Concurroarenda l»«im I H millloon roaorvoi
ACTIEVE AGENTEN GEVRAAGD
Als een bedolven schat
schuilt latente talen-kennis In Uw brein
Wekt deze slapende vermogens tot nieuw leven
Raadpleeg!
N V HOOGEWERf CHABOI VISSER S WIJNHANDEL
OER HM6 ROTTERDAM ARNHEM
St Vierkide 2! fuüerstriat 2! Eoseb ëionentmgtl D
Groote voorraad prima
beiegen wijnen
Vraagt prijscourant voor particulieren
.WILSON HATS'
Mada n England
Uponaort, M. 8. VAN VEEN EN ZONEN ROTTERDAM
W. VAN DRIEL's Stoomboot- en
Transportondernemingen N.V. R'dam
Maaakad» 127 Telefoon 21PSS (3 lijn.
REEDERS - CARGADOORS
TRANSPORTONDERNEMERS
DagelllHsclie sleepdienst naar den RHn
KKolendtatrlct vice ve: