ANDonTWNBOUW.
KUHN p
GLAS
fimatuwdfe
KUHN Co., n.v.
POKON
het éénige
de éénige
de éénige
de éénige
de éénige
Huisbrand- en Industriekolen
FEBRUARI 1936 No. 327
De NaCoVo-proeven 1936
Behalve de genoemde zijn er nog velerlei
proeven die zich misschien minder leenem
om door studieclubjes te worden onder
nomen, maar waarmede handige particu
lieren zich ben algemeenen nutte zouden
kunnen bezig houden.
Wie het NaCoVo-Jaahboekje doorbladert,
zal schier in elk hoofdstukje wel een aan
tal vragen vinden die op nadere bestudee
ring wachten. Enkele daarvan mogen hier
in herinnering worden gebracht.
Van groot belang zijn steeds combinatie-
proeven, en daaronder zulke, waarin voe-
rieraardappels voorkomen. Men neme deze
proeven het eerste jaar op bescheiden
schaal, op stukjes van een halve are b v.
.Wan t al doende leert men, en schade en
schande kan men beter op kleine dan op
grootere schaal riskeeren. Aardappels kan
ruen op twee manieren met andere planten
combineeren: 1) door ze er voor of er na te
verbouwen, 2) door ze tegelijk er mee in
het veld te zetten.
Om voor een ander gewas aan te gaan,
moet men vroege soorten hebben. Ten dccle
leent zich daartoe de Eigenheimer wel,
mit6 in het licht gekiemd. Maar beter zijn
vroegere soorten voor dit doel geschikt, b.v.
Bintje of Eersteling (beide overigens gevoe
lig voor gewone aardappelziekte, zoodat
rnen eventueel zal moeten sproeien!). Men
cogst vroeg, b.v. begin Juli, daarna kan men
een tweede hoofdgewas zaaien, b.v. merg
kool, soyaboonen. zonnebloemen, of wel eon
tusschenvrucht (eventueel voor groene be
mesting), b.v. boekweit of gele mosterd, en
daarna een stoppelgewas. Wij willen niat
garandeeren, dat dit onder alle omstandig
hcaen gelukt, daarvoor moet het juist doo-
vrlen geprobeerd worden. Maar er zit de
mogelijkheid in om op deze wijze een groote
iioeveelheid voedsel van het land te halen.
De aardappels moeten dadelijk na den
oogst worden ingekuild, tenzij men ge
legenheid heeft ze voor direct verbruik te
piaatsen.
Een verdere mogelijkheid schuilt lx» het
laat poten van aardappels, nadat een voor
gewas, b.v. snijrogge of een eerste snede
klaver het veld heeft geruimd. Het komt or
daarbij op aan dat men de poters goed be
waart. Zooveel mogelijk koel houden en in
het licht is daarbij het parool. Het schijnt
me vooral voor onze aardappelkunstenaars
Sn Friesland e.o. een aangewezen werkje
om eens uit te maken hoe laat meoi nog
aardappels bouwen kan en welke soorteo
zich daartoe het best leenen. Maar ook
elders kan men het natuurlijk probeeren.
misschien heeft men in den tuinbouw hier
mede reeds ervaringen, waar ik dan gaarne
mee in kennis zal worden gesteld.
Over de directe combinatie van aardap
pels met andere vruchten staat in de eerste
plaats ter beschikking het idee Geeling'
vroeg poten in snijrogge, die dan tegen
1 Mei gemaaid wordt en het land voor de
aardappels vrij laat. Over de mogelijkheid
om de rogge weer kwijt te raken zijn de
jmeeningen nogal pessimistisch; mij schijnt
het toe dat het in kleine bedrijven geen be
zwaar oplevert en misschien is er in be
drijven waar de aardappels in hoofdzaak
machinaal bewerkt worden toch wel wat
op te vinden. Het idee is uit de practijk
ontsproten, aan de practijk ook het ant
woord.
Behalve de genoemde proeven zijn 'er
veel meer. Gaarne wordt speciaal de
'-dacht gevraagd voor het volgende:
„Z o e t e mais". Ik weet nog geen beter
woord. In Amerika en in Z. Europa worden
zeèr algemeen jonge maiskolven als groente
j£arnerphwrf^
EN
GROEIEN
EN BLOEIEN
VOLOP BIJ EEN VERZORGING
volgens de aanwijzingen
en het gebruik van
40 ct.per flesch bij de Bloem- en Zaadwlnktlt
Vraagt echter niet naar kunstmeet,
doch naar POKON
gegeten. Kon die gewoonte ook hier ingang
vinden, dan zou een mooie combinatie mo
gelijk zijn. Het van jonge kolven ontdane
maisgewas is nog zeer goed bruikbaar voor
je, en bij niet al te slechte prijzen voor
de kolven, zou het mes van twee kanten
snijden. Aangezien de kolven niet alle
tegelijk het gewenschte ontwikkelingssta
dium bereiken, kan men bij beperkte
afzet vermoedelijk vrij lang jonge kolven
van een gewas plukken. Die welke er t
veel aan zitten of te oud wo,rden voor
versch verbruik, laat men kalm zitten, ze
komen in de silo ook wel te pas. Natuur
lijk behoeft men niet te verwachten dat he'
publiek op een dergelijke nieuwigheid aan
vliegt. Men moet er geschikt en geduldig
propaganda voor maken,, in overleg met
vereenigingen van huisvrouwen, of met
venters, of met dames landbouwhuishcud-
kundigen. Waar men het volhoudt, komt cr
zeker wel wat van terecht. Recepten vö »r
het toebereiden van maisspijzen .zijn bij het
NoCoYo te verkrijgen. Probeer ook zelf
zoete mais en tract eer er uw kinderen op!
Koolsoorten. Mergkool deed ten
soort zegetocht door ons land. Vooral als
stoppelgewas heeft het veel aanhang gevon
den, maar er zijn ook aanhangers voor ver
bouw als hoofdgewas, b.v. na snijgraan of
een andere vroeg oogstbare voorvrucht. Een
bezwaar van mergkool is dan de verhou-
ting van den stengel, en nog steeds staat
onvoldoende vast of niet duizendkoppige
kool in sommige omstandigheden met meer
succes kan gebruikt worden. Dit zal echter
de practijk gaandeweg wel uitvinden, en
ook de plaats die boerenkool toekomt zal
men wel weten te bepalen waar men met
voeding van kool vertrouwd is geraakt.
Onvoldoende onderzocht is echter nog of
wellicht met vrucht gebruik te maken -s
van sluitkool, die in het geheel niet houtig
wordt en tamelijk lang bewaarbaar is. Ook
sommige bloemkoolsoorten ziin misschien
even productief als bladkool. Het komt er
natuurlijk op aan de goede soorten te vin
den en de cultuurwijze waarbij de grootste
voedingswaarde wordt geoogsL Hier doe ik
gaarne een beroep op de koolkunstenaar
die o.a. in N. Holland veel gevonden wor
den. Willen zij eens mergkool, bladkool en
sluitkool, eventueel ook bloemkool onder
ling vergelijken? In alle geval, ik houd mij
in den herfst gaarne aanbevolen voor op
gave van de door weging bepaalde hoeveel
heid sluitkool (met blad en al) die men op
verschillende plaatsen per are Oogst en
voor gelijktijdige toezending van monsters
ter bepaling van drogestof- en eiwitgehalte
Nu zou ik nog voor vele andere onder
werpen aandacht kunnen vragen. Maar ik
geloof dat ik het hierbij kan laten. In den
loop van het jaar vind ik wel verder ge
legenheid nog eens een beroep op medewer
king te doen. Gelukkig heeft het daaraan
nog niet ontbroken.
De directeur van het
Instituut voor Plantenveredeling,
G BROEKEMA.
Zaadmais
Verbonw in het groot nog niet aan
te raden
De Directeur van het Instituut voor Plan
tenveredeling te Wageningen, Prof C. Brop-
kema, komt in een verslag over de in 1935
genomen proeven met zaadmaïs tot de corv
clusie, dat van de beproefde rassen dit jaar
goede opbrengst, gecombineerd met vroeg
rijpheid en stevigheid, voor ons land het
de Mecklenburger Körnermaïs door zijn
meest geschikte ras is gebleken, en dat van
de beproefde buiten landsche rassen er
slechts één of twee ernstig in aanmerking
komen om verder te worden beproefd.
Vroeg zaaien bleek meestal een lagere
opbrengst tengevolge te hebben (door in
sectenbeschadiging en koude), terwijl de
kolven niet vroeger rijp werden dan bij la-
teren zaai. De.beste zaaitijd waa dan ook
begin Med.
Wat het plantverband betreft, een zeer
wijde stand gaf een oogstvermindering te
zien to.v. een nauweren stand, terwijl een
afstand van 33 x 66 c.M. de hoogste od-
brengsten leverde. Toch lijkt ons een iets
wijdere stand, b.v. 50 x 66 cM. met 2 4 3
planten per pol meer raadzaam, omdat het
ln verband met bovenstaande laten
hier volgen een bericht, dat ter publicatie
werd gezonden en dat we, ter voorkoming
van teleurstelling, opnemen:
Een dezer dagen werd op uitnoodiging en
onder leiding van den Inspecteur van
Landbouw en liet Landbouwonderwijs i
bijeenkomst gehouden te.r bespreking van
de ervaringen, welke tot dusver met de ver
bouw vain mais als zaadgewas hier te lande
zijn opgedaan.
De Nederl. Heide Maatschappij te Arnhem
die de oudste en de meest uitgebreide on
dervinding heeft op dit gebied, deed daar
van bij monde van haar adjunct-directeur
uitvoerig mededeeling. Ook vanwege het
Rijkslandbouwproefstation te Groningen, het
Centraal Bureau te Rotterdam, alsmede
door den Rijkslandbouwconsulent voor de
provincie Limburg en eenige andere aanwe
zigen, werden verschillende ervaringen uit
eengezet.
Uit de besprekingen kwam telkens woer
naar voren, dat deze teelt nog geheel in het
proefstadium verkeert en dat thans nog
niet mét eenige zekerheid is vast te stellen,
of de maiscultuur voor ons land van betee-
kenis zal kunnen worden. De moeilijkheden
waarvoor men nu nog, vooral bij de keuze
van de soort, de door vogels aangerichte
schade en het drogen en dorschen van het
gewas is gesteld, werden tenslotte niet on
overkomelijk geacht. Zoolang hiervan ech
ter niet meer bekend is en zoolang boven
dien niet vaststaat hoe hoog men de gemid
delde opbrengst van mais onder praktijk
omstandigheden mag stellen, achtten de
vergaderde deskundigen het niet verant
woord de teelt van dit nieuwe gewas op
«enigszins grootere schaal aan te bevelen.
Wie deze teelt wil beproeven, doe dit dus
op bescheiden schaal en koope het benoo-
digde zaaizaad, dat zeker niet met kwart
jes, doch hoogstens met dubbeltjes per kilo
behoeft te worden betaald, van een betrouw
bare en gevestigde zaadfirma- Vanweg de
Nederl. Heide Maatschappij te Arnhem, als
mede vanwege het Rijkslandbouwproefsta
tion te Groningen, zal binennkort een een
voudige handleiding voor de cultuur van
mais beschikbaar worden gesteld.
Getracht zal worden in 1936 alle prakti
sche ervaringen, welke meer algemeene
waarde kunnen hebben, te verzamelen, wie
daaraan wil medewerken of een proef wil
nemen, bv. over de meest gewenschte rijen-
afstand of over de beste wijze van bemes
ting, kan zich daartoe in verbinding stel
len met den Rijkslandbouwconsulent.
Het rassenvraagstuk heeft de bijzondere
aandacht van het Instituut voor Veredeling
van Landbouwgewassen te Wageningen, ter
wijl de.bovengenoemde instellingen en per
sonen alle zullen blijven samenwerken om
zoo spoedjg mogelijk tot een goed gefun
deerde beoordeeling van de waarde der
maiscultuur voor de Nederlandsche land
bouw te kunnen komen.
De landbouwers zullen verstandig doen
met de resultaten der verdere onderzoekin
gen en verdere ervaringen af te wachten, al
vorens tot de verbouw in het groot over te
gaan.
Ontvangen geschriften
Hartrot bij bleten. Uitgaroe van
Inlichtingenbureau, voor ChjlAsal-
peter te Rotterdam.
Genoemd inlichtingenbureau deed heel
goed gegevens, die verkregen zijn bij de ver
schillende La 1935 uitgevoerde praktijkproe
ven in deze vorm uit te geven. Bepaaldelijk
wordt op het gebrek aan Borium gewezen
en op de beteekenis, die een bemesting mei
chili, dat ook borium bevat, heeft Veel
borium is schadelijk want het drukt de op
brengst. Een goede bemesting mét chili zal
de nare kwaal, ritie de beetwortelvelden kan
teisteren, voorkomen. Zooals uit deze gege
vens blijkt
Vruchtopvolging, door Ir. P. G. Meijers.—
Uitgave Algem. Landsdrukkerij, Den Haag
Zeer juichen wij de uitgave van dit werkje
toe. Op het gebied van vruchtopvolging heb
ben we niet veel lectuur. En wat hier gebo
den wordt is voor den practischea landbou
wer van veel beteek enis.
Vooral nu door teeltbeperking de landbou
wer voor vaak groote moeilijkheden komt ie
staan, die dwingen om van de tot dusverre
gevolgde methoden af te wijken.
Zeer interessant te lezen is wat van de
geschiedenis der vruchtopvolging medege
deeld wordt en over de verschillende stelsels,
die gevolgd werden of worden.
Nagegaan wordt welke factoren op de
vruchtwisseling invloed uitoefenen. Ook
wordt gewezen op enkele gewassen, die.
voorheen minder bekend, thans wat meer od
den voorgrond treden, als voederlupinen en
mais.
Wat de proefnemingen in het buitenland
(o.a Rothamsted) en in ons land leerden
kan van veel belang zijn voor de praktijk.
Marktoverzicht
Medegedeeld door het Centr. Bureau
Voerartikelen
De prijzen der voedergranen zijn de laat
ste week vrijwel onveramderd gebleven. De
raag is dien laatsOen tijd niet groot. Het
aanbod van LnLandsche rogge is niet drin
gend meer. In Poolsohe rogge, die tegen
over de inlandsche nog iets te duur is, gaat
nog weinig om. De prijs van de gedenatu
reerde indandsohe tarwe is iets gestegen.
Haver blijft voldoende aangebodlen tegien
onveranderde prijaen.
In de afgeloopen week zijn de prijzen
der inlandsche lijnkoeken weer met 5 cents
per 100 Kg. verhoogd. Ook de A-merikaan-
sche zijn dienovereenkomstig verhoogd in
prijs. Overige koeksoorten en soyaschroo
blijven zeer schaarsch; uitzondering zijn de
inlandsche cocoskoek, waarvan voldoende
aanbod ia
Meststoffen.
Stikstofmeststóffen. Met het in
treden van het dooiweer kwam in de afge
loopen week een zeer goede vraag naar
stikstof los.
In vele streken van het land heeft ten
gevolge van den zaohten winter het on
kruid zich meer dan normaal onder de
wintergranen ontwikkeld, waardoor een ab
normaal groote vraag naar kalkstikstof
als middel tot onkruidlbestrijding kwam.
Natuurlijk leidde dit tot eenige moeilijk
heden in verband mot de contingenteering,
doch door de welwillende medewerking
der Nederjandsche stikstofproducenten kon
den tot tweemaal toe aanvullende consen
ten verstrekt worden, waardoor zooveel mo
gelijk allien konden worden geholpen.
Merkwaardigerwijs bleef ook deze week
de vraag naar zwavelzure ammoniak bui
ten gewoon groot, hetgeen hier en daar
aanleiding gaf tot eenige moeilijkheden,
daar de levering tengevolge van zeer bij
zondere omstandigheden van dit artikel
hier en daar vertraging had ondervonden
en noi de zeer groote vraag voor direct ge
bruik niet overal ingewilligd kan worden.
Wij vernamen echter eicid der week dat
thans een vlotte levering zou verzekerd
zijn en vertrouwen, dat de afnemers hier
en daar eenig geduld zullen willien oefenen.
De kalkanrmornsalpeter ontmoette een
zeer goede vraag, althans van de zijde
onzer ledien, terwijl ook anrmonsabpeter
SJM. nog een behoorlijke portie kreeg. Van
deze artikelen, evenals van kalksalpeter,
is overal onbeperkte voorraad zoodat aan
el'ke vraag direct kan wordlen voldaan. Wij
moeten echter nogmaals de aandacht
vestigen, dat niet altijd precies overal het
gewenschte fust geleverd kan worden en
ook niet overal het gewenschte fabrikaat,
doch tenslotte meienen wij, dat de boer de
meststof ammoniummitraat voor zijn gewas
koopt en dit hoofdzaak is en zaïk of fabri
kaat bijzaak.
De trek van óhilisalpeter was in merk
bare mate op kalksalpeter overgegaan. Men
dienke er ook bij kalksalpeter aan, dat het
ia twee fabrikaten en verder bot eene fa
brikaat in tweeërlei fust geleverd wordt
doch ook hier meenen wij, dat uiteindelijk
gebit hetgeen we van kalikammonsalpeter
schreven.
De cliildsalpeter is wat krap, maar notr
niet geheel uitverkocht, zoodat wij nog in
Koninklijke Beetwortelzaad-Cultuur
NAARDEN
en al bijna een halve eeuw in Nederland gevestigdê
veredelingsbedrijf van de suikerbiet, kweeker van
in Nederland veredelde èn vermeerderde suikerbiet
suikerbiet, die 1 OO Nederlandsch mag
worden genoemd, omdat die dat inderdaad is;
suikerbiet van en voor den Nederlandschen bodem
en bij de huidige internationale verhoudingen
suikerbiet, die een rechtgeaard Nederlandsche
bietenteler verbouwt.
P. DE VOGEL Pzn.
TELEF. 53
BERKEL Z. H.
staat zijn van enkele opslagplaatsen te leve
ren. Men overlegge echter telkens liefst
telefonisch.
ThoraasraeeL De markt blijft rustig
met voortdurende vraag voor spoedig lever-
ban waar. De voorraden zijn reeds op vele
plaatsen geruimd, zoodat men weer aange
wezen is op de aanvoerschepen. Deze ko
men echter nog steeds traag binnen, waar
door cr vrijwel geen onverkochte ladingen
aan de markt zijn gekomen.
1
Neemt het zeken
li
vooi het onzekere en koopt BIJ OU1
UW GLAS In de betere kwaliteit
54 ruiten 515X3? cm. 4
36 ruiten 59.5 X 48.5 cm. 4
47 ruilen 595X38 cm 4
94 ruiten 38 X2C.5cm.4I
120 ruiten 32.5 X 27 cm 4
21 ruiten 141 X73 cm 4 1 13.4
Dubbeldik glas Kisten gratis Niet frewl
v. d. BURGH's Glashandel
Tel. 15 Maasland (Z.-H
S u p e rf o s f a at De vraag is niet t
erg groot, maar toch wordt cr icg vlma
besteld.
In de nlmuWovincie van om land, ie XV leringermeer, word, met tjveT gewerkt aan ie bouw ran vereehillende Bi,
nieuwe boerderijen
316.
In do Katholieke streken van ons land
wordt het feest der dwaasheid of der dwaas
heden gevierd, Carnaval.
Het moet er dan soms allerdwaast, erger
dan dwaas toegaan.
Ik spreek niet uit ervaring. Want al heb Ik
veel meegemaakt en veel gezien van carna
val zag ik alleen de plaatjes in de bladenen
tijdschriften.
Wat dit nu met mijn land- en tuinbouw-
praatje te maken heeft zal menigeen vra
gen. En menigeen zal antwoorden: och, hij
moet toch ergens mee beginnen, hé'
Dat laatste is natuurlijk een waarheid als
een koe. Een begin moet ik hebben om aan
het eind te komen.
Maar dat carnaval hoort er nu juist bij, deze
week.
Want van oudsher is het geen katholiek
feest.
'i Ia excnals meerdere van onze Christelijke
Wat ik hoorde en sag,
las en dachtop reis
en thuis
feestdagen een oud-heidensch feest. Zooals
het paaschvuur branden in het Oosten van
ons land een oud-heidensch gebruik is. En
ook de kerstboom.
Carnaval was het feest van de overgang van
de winter naar het voorjaar. Men wilde de
goden, die naar men meende, dit bewerkten,
een handje helpen en door dansen, maskera
des, optochten en spelen de moeilijke over
gang vergemakkelijken.
't Zal wel veel geholpen hebben?!?
En aan dat carnaval dacht ik toen ik een
plaatje zag van de dwaasheden, die deze
week weer begonnen in het Zuiden van ons
land- waar ze, zooals mén dat noemt, de
bloemetjes weer eens buiten zetten.
Tk had de bloemetjes binnen gezet. Want
zonder de hulp van dans, maskerade of op
tocht was
HET VOORJAAR GEKOMEN.
In de tuinen bloeien de lieve voorjaarsboden
sneeuwklokje en crocus. Nog vóór de mas
kers de gezichten der carnavalsgasten ver
bergen om zich niet te schamen voor de uit
te halen zotheid, streelen de genoemde bloo
men ons oog en zeggen ons van het groote
wonder, dat God in de schepping heeft ge
legd.
Zomer en winter zullen niet ophouden.
Schoone belofte, die steeds weer in vervul-
lin gaat en die. als we de vervulling zien
ons teeder stemmen. Wie raakt niet even uit
de gewone somberheid van deze dagen als
die eerste lenteboden in zijn tuin het hoofdje
uit de nog schijnbaar dorre aarde verheffen?
Het peperboompje- de Daphne mezereum
heeft reeds met zijn heerlijk riekende roóde
bloempjes) er zijn er ook die witte bloemen
hebben) het voorspel gespeeld. Nog afge
dacht van de gele bloempjes van jasminum
nudicaule die de geheele winter zelfs bij
vorst laten zien dat de natuur nooit dood is.
Maar nu, nu crocus en sneeuwklokje te
voorschijn komen, nu begint
BIJ DE BLOEMENLIEFHEBBERS
DE LUST TE ONTWAKEN OM
SCHOP EN GREEP
TE HALEN
en de aarde te bewerken voor het komende
bloeiseizoen. Heerlijke gedachtel Het nieuwe
leven komt weer.
Mijn vriend, de polderbaas, moge mopperen
over het vele water, dat in tocht- en kavel-
slooten staat en dat de gemalen dagen en
nachten werk bezorgt, als hij de polder in
trekt en de weidelenteboden de maadeliefjes
ontwaart- trekt de rimpel weg van zijn
voorhoofd en twinkelt een vroolijke trek
om zijn mond.
Het voorjaar is daar!
't Wordt tijd, hoog tijd, om aan het werk te
gaan! De rozen en heesters, die men wilde
verplanten of planten moeten nu spoedig
naar hun plaats gebracht.
Men zou, vóór men er erg in had, haast te
laat komen. De vruohtboomen ook, als ze de
vorige herfst niet op de plaats hunner be
stemming kwamen, moeten hoog noodig
geplant worden. Voor midden Maart is
het de beste tijd. Anders hebben ze kans
achter te komen.
De voorjaarsbollen: Montbretia's. lelies, gla
diole, irissen (ja, dat kan ook nog wel, al ïs
het meestal des najaars, dat deze geplan*
worden) moeten in Maart de grond in. En
de lathyruszaden moeten gezaaid. Denk er
aan dat de grond eerst goed los gemaakt
wordt Dit geldt bij al het planten en zaaien,
doch de lathyrus eischt tot een heele diepte
tot wel 50 c.M. een losse grond. Let daar dus
goed op. En leg ze dan een paar, 2 a 3 centi
meter diep. Musschen en andere vogels kunt
ge het best van de pas opkomende plantjes
afhouden door er zwart naaigaren over te.
spannen, een centimeter of vijf 't komt
niet op één of twee centimeters aan, bo
ven de grond.
En denk vooral aan
HET SNOEIEN VAN DE ROZEN.
Snoeien wil niet zeggen: er maar wat tak
ken afsnijden. Dat schijnen sommigen te
meenen. Zelfs die sych voor tuinier uitgeven
en de bezitters van tuintjes het leven las'ig
maken met aanbiedingen om de tuin te ver
zorgen en hoog opgeven van hun kennis in
dezen. Daarbij nauurlijk zwaar boomen over
knoppen en oogen en uitloopen van bloeihout
en wat niet al.
Als ge het laat doen, neem dan Iemand van
wie ge weet, dat hij het goed doet.
Doet ge het zelf, wees dan niet te zuinig
met het wegsnijden. Dat wil natuurlijk niet
zeggen: snijdt maar raak.
Struik- en stamrozen moeten vóór eind
Maart gesnoeid zijn. De klimrozen snoeit
men niet, die dunt men wat uit. al te wilde
takken snijdt men weg, de bevroren toppen
neemt men tot in het levende hout weg. Ziin
de klim- of treurrozen pas geplant, dan
snijdt men ze zoover in dat er maar 10 4 15
c.M. overblijft. Er komen dan flinke stevice
scheuten voor de toekomst. Laat men rii'
diep insnijden de eerste maal na. dan bliift
de plant een slappeling. Alleen dus diep in
snijden dadelijk na planten of verplanten
In de volgende jaren doet men zooals we
reeds zeiden niet veel aan klimrozen.
Dooh met struikrozen is het iets andera
STRUIKROZEN MOETEN ELK
JAAR GOED DIEP INGESNEDEN
WORDEN.
En te dieper naarmate het hout dunner is.
Daar wil een leek vaak niet aan. Die denijs
zoon dun takje heeft wat noodig, dus lal?16
I ia"g' Mis! De oogen, de knoppen, mra
ten liet doen- die hebben wat noodig. La
ge zoo n dun takje lang, dus met veel oogaL.
dan krijgen ze geen van allen genoeg voeL».
II efl- Trdt *,rullaria- Al te dun hout )n
glad bij de stam of tak af. Dun hout, d
moet blijven moet zoo diep ingesneden, i t
er maar één oog blijft Niet meer. Maar la na
niet te veel takken aan een struik- of sta: tai
roos. Jonge rozen ongeveer vier, oudere vion
of zes.
Ga verder nooit met een centimeter snoeii ili,
°-w-z. vraag niet hoe lang moeten de tak k mi
ij ven. A raag alleen hoeveel oogen moei ne
er overblijven. Takken met een dikte vdri
zoo ongeveer een potlood laat ge twee ofdikr<
oogen, zijn ze wat dikker dan houden ze vil lij
Als het tenminste forsche groeiers zijn. A
aers laat men aan de eerstgenoemde takk lei
drie. aan de zwaardere slechts twee oog -n
Z» -j b°ven ï>et laatste oog moet m
afsnijden Er moet dus geen stompje bov
het oog blijven zitten. Een scherp mes
eisch, of een scherpe snoeischaar. Alle doo
stompjes gaan meteen glad er af Zcx !ei
goed gesnoeide struik- of stamroos komt "rl
)rl
goea gesnoeide struik- of stamroos komt :r'
heel kaal af. 't Is even een zielig, stokkers®
gezicht Doch dat verandert heel gauw als
oogen uitloopen en de krachtige sprui' '.ar
zich ontwikkelen. En 't worden krachti
spruiten als ge zóó doet. Met beloften vci0rb
een rijke bloei.
Laten we daarop wachten
k Praat voor het zoover is nog wel
weer over uw en mijn tuin.
Tenminste als dit praatje in uw smaak vifT!
Anders doe ik het natuurlijk niet.
Hoor ik het van jullie? Ja!? Afcesproki
Tot de volgende week.
PRAATJESMAKER.