ANDonTWNBOUW. KUHN p GLAS fimatuwdfe KUHN Co., n.v. POKON het éénige de éénige de éénige de éénige de éénige Huisbrand- en Industriekolen FEBRUARI 1936 No. 327 De NaCoVo-proeven 1936 Behalve de genoemde zijn er nog velerlei proeven die zich misschien minder leenem om door studieclubjes te worden onder nomen, maar waarmede handige particu lieren zich ben algemeenen nutte zouden kunnen bezig houden. Wie het NaCoVo-Jaahboekje doorbladert, zal schier in elk hoofdstukje wel een aan tal vragen vinden die op nadere bestudee ring wachten. Enkele daarvan mogen hier in herinnering worden gebracht. Van groot belang zijn steeds combinatie- proeven, en daaronder zulke, waarin voe- rieraardappels voorkomen. Men neme deze proeven het eerste jaar op bescheiden schaal, op stukjes van een halve are b v. .Wan t al doende leert men, en schade en schande kan men beter op kleine dan op grootere schaal riskeeren. Aardappels kan ruen op twee manieren met andere planten combineeren: 1) door ze er voor of er na te verbouwen, 2) door ze tegelijk er mee in het veld te zetten. Om voor een ander gewas aan te gaan, moet men vroege soorten hebben. Ten dccle leent zich daartoe de Eigenheimer wel, mit6 in het licht gekiemd. Maar beter zijn vroegere soorten voor dit doel geschikt, b.v. Bintje of Eersteling (beide overigens gevoe lig voor gewone aardappelziekte, zoodat rnen eventueel zal moeten sproeien!). Men cogst vroeg, b.v. begin Juli, daarna kan men een tweede hoofdgewas zaaien, b.v. merg kool, soyaboonen. zonnebloemen, of wel eon tusschenvrucht (eventueel voor groene be mesting), b.v. boekweit of gele mosterd, en daarna een stoppelgewas. Wij willen niat garandeeren, dat dit onder alle omstandig hcaen gelukt, daarvoor moet het juist doo- vrlen geprobeerd worden. Maar er zit de mogelijkheid in om op deze wijze een groote iioeveelheid voedsel van het land te halen. De aardappels moeten dadelijk na den oogst worden ingekuild, tenzij men ge legenheid heeft ze voor direct verbruik te piaatsen. Een verdere mogelijkheid schuilt lx» het laat poten van aardappels, nadat een voor gewas, b.v. snijrogge of een eerste snede klaver het veld heeft geruimd. Het komt or daarbij op aan dat men de poters goed be waart. Zooveel mogelijk koel houden en in het licht is daarbij het parool. Het schijnt me vooral voor onze aardappelkunstenaars Sn Friesland e.o. een aangewezen werkje om eens uit te maken hoe laat meoi nog aardappels bouwen kan en welke soorteo zich daartoe het best leenen. Maar ook elders kan men het natuurlijk probeeren. misschien heeft men in den tuinbouw hier mede reeds ervaringen, waar ik dan gaarne mee in kennis zal worden gesteld. Over de directe combinatie van aardap pels met andere vruchten staat in de eerste plaats ter beschikking het idee Geeling' vroeg poten in snijrogge, die dan tegen 1 Mei gemaaid wordt en het land voor de aardappels vrij laat. Over de mogelijkheid om de rogge weer kwijt te raken zijn de jmeeningen nogal pessimistisch; mij schijnt het toe dat het in kleine bedrijven geen be zwaar oplevert en misschien is er in be drijven waar de aardappels in hoofdzaak machinaal bewerkt worden toch wel wat op te vinden. Het idee is uit de practijk ontsproten, aan de practijk ook het ant woord. Behalve de genoemde proeven zijn 'er veel meer. Gaarne wordt speciaal de '-dacht gevraagd voor het volgende: „Z o e t e mais". Ik weet nog geen beter woord. In Amerika en in Z. Europa worden zeèr algemeen jonge maiskolven als groente j£arnerphwrf^ EN GROEIEN EN BLOEIEN VOLOP BIJ EEN VERZORGING volgens de aanwijzingen en het gebruik van 40 ct.per flesch bij de Bloem- en Zaadwlnktlt Vraagt echter niet naar kunstmeet, doch naar POKON gegeten. Kon die gewoonte ook hier ingang vinden, dan zou een mooie combinatie mo gelijk zijn. Het van jonge kolven ontdane maisgewas is nog zeer goed bruikbaar voor je, en bij niet al te slechte prijzen voor de kolven, zou het mes van twee kanten snijden. Aangezien de kolven niet alle tegelijk het gewenschte ontwikkelingssta dium bereiken, kan men bij beperkte afzet vermoedelijk vrij lang jonge kolven van een gewas plukken. Die welke er t veel aan zitten of te oud wo,rden voor versch verbruik, laat men kalm zitten, ze komen in de silo ook wel te pas. Natuur lijk behoeft men niet te verwachten dat he' publiek op een dergelijke nieuwigheid aan vliegt. Men moet er geschikt en geduldig propaganda voor maken,, in overleg met vereenigingen van huisvrouwen, of met venters, of met dames landbouwhuishcud- kundigen. Waar men het volhoudt, komt cr zeker wel wat van terecht. Recepten vö »r het toebereiden van maisspijzen .zijn bij het NoCoYo te verkrijgen. Probeer ook zelf zoete mais en tract eer er uw kinderen op! Koolsoorten. Mergkool deed ten soort zegetocht door ons land. Vooral als stoppelgewas heeft het veel aanhang gevon den, maar er zijn ook aanhangers voor ver bouw als hoofdgewas, b.v. na snijgraan of een andere vroeg oogstbare voorvrucht. Een bezwaar van mergkool is dan de verhou- ting van den stengel, en nog steeds staat onvoldoende vast of niet duizendkoppige kool in sommige omstandigheden met meer succes kan gebruikt worden. Dit zal echter de practijk gaandeweg wel uitvinden, en ook de plaats die boerenkool toekomt zal men wel weten te bepalen waar men met voeding van kool vertrouwd is geraakt. Onvoldoende onderzocht is echter nog of wellicht met vrucht gebruik te maken -s van sluitkool, die in het geheel niet houtig wordt en tamelijk lang bewaarbaar is. Ook sommige bloemkoolsoorten ziin misschien even productief als bladkool. Het komt er natuurlijk op aan de goede soorten te vin den en de cultuurwijze waarbij de grootste voedingswaarde wordt geoogsL Hier doe ik gaarne een beroep op de koolkunstenaar die o.a. in N. Holland veel gevonden wor den. Willen zij eens mergkool, bladkool en sluitkool, eventueel ook bloemkool onder ling vergelijken? In alle geval, ik houd mij in den herfst gaarne aanbevolen voor op gave van de door weging bepaalde hoeveel heid sluitkool (met blad en al) die men op verschillende plaatsen per are Oogst en voor gelijktijdige toezending van monsters ter bepaling van drogestof- en eiwitgehalte Nu zou ik nog voor vele andere onder werpen aandacht kunnen vragen. Maar ik geloof dat ik het hierbij kan laten. In den loop van het jaar vind ik wel verder ge legenheid nog eens een beroep op medewer king te doen. Gelukkig heeft het daaraan nog niet ontbroken. De directeur van het Instituut voor Plantenveredeling, G BROEKEMA. Zaadmais Verbonw in het groot nog niet aan te raden De Directeur van het Instituut voor Plan tenveredeling te Wageningen, Prof C. Brop- kema, komt in een verslag over de in 1935 genomen proeven met zaadmaïs tot de corv clusie, dat van de beproefde rassen dit jaar goede opbrengst, gecombineerd met vroeg rijpheid en stevigheid, voor ons land het de Mecklenburger Körnermaïs door zijn meest geschikte ras is gebleken, en dat van de beproefde buiten landsche rassen er slechts één of twee ernstig in aanmerking komen om verder te worden beproefd. Vroeg zaaien bleek meestal een lagere opbrengst tengevolge te hebben (door in sectenbeschadiging en koude), terwijl de kolven niet vroeger rijp werden dan bij la- teren zaai. De.beste zaaitijd waa dan ook begin Med. Wat het plantverband betreft, een zeer wijde stand gaf een oogstvermindering te zien to.v. een nauweren stand, terwijl een afstand van 33 x 66 c.M. de hoogste od- brengsten leverde. Toch lijkt ons een iets wijdere stand, b.v. 50 x 66 cM. met 2 4 3 planten per pol meer raadzaam, omdat het ln verband met bovenstaande laten hier volgen een bericht, dat ter publicatie werd gezonden en dat we, ter voorkoming van teleurstelling, opnemen: Een dezer dagen werd op uitnoodiging en onder leiding van den Inspecteur van Landbouw en liet Landbouwonderwijs i bijeenkomst gehouden te.r bespreking van de ervaringen, welke tot dusver met de ver bouw vain mais als zaadgewas hier te lande zijn opgedaan. De Nederl. Heide Maatschappij te Arnhem die de oudste en de meest uitgebreide on dervinding heeft op dit gebied, deed daar van bij monde van haar adjunct-directeur uitvoerig mededeeling. Ook vanwege het Rijkslandbouwproefstation te Groningen, het Centraal Bureau te Rotterdam, alsmede door den Rijkslandbouwconsulent voor de provincie Limburg en eenige andere aanwe zigen, werden verschillende ervaringen uit eengezet. Uit de besprekingen kwam telkens woer naar voren, dat deze teelt nog geheel in het proefstadium verkeert en dat thans nog niet mét eenige zekerheid is vast te stellen, of de maiscultuur voor ons land van betee- kenis zal kunnen worden. De moeilijkheden waarvoor men nu nog, vooral bij de keuze van de soort, de door vogels aangerichte schade en het drogen en dorschen van het gewas is gesteld, werden tenslotte niet on overkomelijk geacht. Zoolang hiervan ech ter niet meer bekend is en zoolang boven dien niet vaststaat hoe hoog men de gemid delde opbrengst van mais onder praktijk omstandigheden mag stellen, achtten de vergaderde deskundigen het niet verant woord de teelt van dit nieuwe gewas op «enigszins grootere schaal aan te bevelen. Wie deze teelt wil beproeven, doe dit dus op bescheiden schaal en koope het benoo- digde zaaizaad, dat zeker niet met kwart jes, doch hoogstens met dubbeltjes per kilo behoeft te worden betaald, van een betrouw bare en gevestigde zaadfirma- Vanweg de Nederl. Heide Maatschappij te Arnhem, als mede vanwege het Rijkslandbouwproefsta tion te Groningen, zal binennkort een een voudige handleiding voor de cultuur van mais beschikbaar worden gesteld. Getracht zal worden in 1936 alle prakti sche ervaringen, welke meer algemeene waarde kunnen hebben, te verzamelen, wie daaraan wil medewerken of een proef wil nemen, bv. over de meest gewenschte rijen- afstand of over de beste wijze van bemes ting, kan zich daartoe in verbinding stel len met den Rijkslandbouwconsulent. Het rassenvraagstuk heeft de bijzondere aandacht van het Instituut voor Veredeling van Landbouwgewassen te Wageningen, ter wijl de.bovengenoemde instellingen en per sonen alle zullen blijven samenwerken om zoo spoedjg mogelijk tot een goed gefun deerde beoordeeling van de waarde der maiscultuur voor de Nederlandsche land bouw te kunnen komen. De landbouwers zullen verstandig doen met de resultaten der verdere onderzoekin gen en verdere ervaringen af te wachten, al vorens tot de verbouw in het groot over te gaan. Ontvangen geschriften Hartrot bij bleten. Uitgaroe van Inlichtingenbureau, voor ChjlAsal- peter te Rotterdam. Genoemd inlichtingenbureau deed heel goed gegevens, die verkregen zijn bij de ver schillende La 1935 uitgevoerde praktijkproe ven in deze vorm uit te geven. Bepaaldelijk wordt op het gebrek aan Borium gewezen en op de beteekenis, die een bemesting mei chili, dat ook borium bevat, heeft Veel borium is schadelijk want het drukt de op brengst. Een goede bemesting mét chili zal de nare kwaal, ritie de beetwortelvelden kan teisteren, voorkomen. Zooals uit deze gege vens blijkt Vruchtopvolging, door Ir. P. G. Meijers.— Uitgave Algem. Landsdrukkerij, Den Haag Zeer juichen wij de uitgave van dit werkje toe. Op het gebied van vruchtopvolging heb ben we niet veel lectuur. En wat hier gebo den wordt is voor den practischea landbou wer van veel beteek enis. Vooral nu door teeltbeperking de landbou wer voor vaak groote moeilijkheden komt ie staan, die dwingen om van de tot dusverre gevolgde methoden af te wijken. Zeer interessant te lezen is wat van de geschiedenis der vruchtopvolging medege deeld wordt en over de verschillende stelsels, die gevolgd werden of worden. Nagegaan wordt welke factoren op de vruchtwisseling invloed uitoefenen. Ook wordt gewezen op enkele gewassen, die. voorheen minder bekend, thans wat meer od den voorgrond treden, als voederlupinen en mais. Wat de proefnemingen in het buitenland (o.a Rothamsted) en in ons land leerden kan van veel belang zijn voor de praktijk. Marktoverzicht Medegedeeld door het Centr. Bureau Voerartikelen De prijzen der voedergranen zijn de laat ste week vrijwel onveramderd gebleven. De raag is dien laatsOen tijd niet groot. Het aanbod van LnLandsche rogge is niet drin gend meer. In Poolsohe rogge, die tegen over de inlandsche nog iets te duur is, gaat nog weinig om. De prijs van de gedenatu reerde indandsohe tarwe is iets gestegen. Haver blijft voldoende aangebodlen tegien onveranderde prijaen. In de afgeloopen week zijn de prijzen der inlandsche lijnkoeken weer met 5 cents per 100 Kg. verhoogd. Ook de A-merikaan- sche zijn dienovereenkomstig verhoogd in prijs. Overige koeksoorten en soyaschroo blijven zeer schaarsch; uitzondering zijn de inlandsche cocoskoek, waarvan voldoende aanbod ia Meststoffen. Stikstofmeststóffen. Met het in treden van het dooiweer kwam in de afge loopen week een zeer goede vraag naar stikstof los. In vele streken van het land heeft ten gevolge van den zaohten winter het on kruid zich meer dan normaal onder de wintergranen ontwikkeld, waardoor een ab normaal groote vraag naar kalkstikstof als middel tot onkruidlbestrijding kwam. Natuurlijk leidde dit tot eenige moeilijk heden in verband mot de contingenteering, doch door de welwillende medewerking der Nederjandsche stikstofproducenten kon den tot tweemaal toe aanvullende consen ten verstrekt worden, waardoor zooveel mo gelijk allien konden worden geholpen. Merkwaardigerwijs bleef ook deze week de vraag naar zwavelzure ammoniak bui ten gewoon groot, hetgeen hier en daar aanleiding gaf tot eenige moeilijkheden, daar de levering tengevolge van zeer bij zondere omstandigheden van dit artikel hier en daar vertraging had ondervonden en noi de zeer groote vraag voor direct ge bruik niet overal ingewilligd kan worden. Wij vernamen echter eicid der week dat thans een vlotte levering zou verzekerd zijn en vertrouwen, dat de afnemers hier en daar eenig geduld zullen willien oefenen. De kalkanrmornsalpeter ontmoette een zeer goede vraag, althans van de zijde onzer ledien, terwijl ook anrmonsabpeter SJM. nog een behoorlijke portie kreeg. Van deze artikelen, evenals van kalksalpeter, is overal onbeperkte voorraad zoodat aan el'ke vraag direct kan wordlen voldaan. Wij moeten echter nogmaals de aandacht vestigen, dat niet altijd precies overal het gewenschte fust geleverd kan worden en ook niet overal het gewenschte fabrikaat, doch tenslotte meienen wij, dat de boer de meststof ammoniummitraat voor zijn gewas koopt en dit hoofdzaak is en zaïk of fabri kaat bijzaak. De trek van óhilisalpeter was in merk bare mate op kalksalpeter overgegaan. Men dienke er ook bij kalksalpeter aan, dat het ia twee fabrikaten en verder bot eene fa brikaat in tweeërlei fust geleverd wordt doch ook hier meenen wij, dat uiteindelijk gebit hetgeen we van kalikammonsalpeter schreven. De cliildsalpeter is wat krap, maar notr niet geheel uitverkocht, zoodat wij nog in Koninklijke Beetwortelzaad-Cultuur NAARDEN en al bijna een halve eeuw in Nederland gevestigdê veredelingsbedrijf van de suikerbiet, kweeker van in Nederland veredelde èn vermeerderde suikerbiet suikerbiet, die 1 OO Nederlandsch mag worden genoemd, omdat die dat inderdaad is; suikerbiet van en voor den Nederlandschen bodem en bij de huidige internationale verhoudingen suikerbiet, die een rechtgeaard Nederlandsche bietenteler verbouwt. P. DE VOGEL Pzn. TELEF. 53 BERKEL Z. H. staat zijn van enkele opslagplaatsen te leve ren. Men overlegge echter telkens liefst telefonisch. ThoraasraeeL De markt blijft rustig met voortdurende vraag voor spoedig lever- ban waar. De voorraden zijn reeds op vele plaatsen geruimd, zoodat men weer aange wezen is op de aanvoerschepen. Deze ko men echter nog steeds traag binnen, waar door cr vrijwel geen onverkochte ladingen aan de markt zijn gekomen. 1 Neemt het zeken li vooi het onzekere en koopt BIJ OU1 UW GLAS In de betere kwaliteit 54 ruiten 515X3? cm. 4 36 ruiten 59.5 X 48.5 cm. 4 47 ruilen 595X38 cm 4 94 ruiten 38 X2C.5cm.4I 120 ruiten 32.5 X 27 cm 4 21 ruiten 141 X73 cm 4 1 13.4 Dubbeldik glas Kisten gratis Niet frewl v. d. BURGH's Glashandel Tel. 15 Maasland (Z.-H S u p e rf o s f a at De vraag is niet t erg groot, maar toch wordt cr icg vlma besteld. In de nlmuWovincie van om land, ie XV leringermeer, word, met tjveT gewerkt aan ie bouw ran vereehillende Bi, nieuwe boerderijen 316. In do Katholieke streken van ons land wordt het feest der dwaasheid of der dwaas heden gevierd, Carnaval. Het moet er dan soms allerdwaast, erger dan dwaas toegaan. Ik spreek niet uit ervaring. Want al heb Ik veel meegemaakt en veel gezien van carna val zag ik alleen de plaatjes in de bladenen tijdschriften. Wat dit nu met mijn land- en tuinbouw- praatje te maken heeft zal menigeen vra gen. En menigeen zal antwoorden: och, hij moet toch ergens mee beginnen, hé' Dat laatste is natuurlijk een waarheid als een koe. Een begin moet ik hebben om aan het eind te komen. Maar dat carnaval hoort er nu juist bij, deze week. Want van oudsher is het geen katholiek feest. 'i Ia excnals meerdere van onze Christelijke Wat ik hoorde en sag, las en dachtop reis en thuis feestdagen een oud-heidensch feest. Zooals het paaschvuur branden in het Oosten van ons land een oud-heidensch gebruik is. En ook de kerstboom. Carnaval was het feest van de overgang van de winter naar het voorjaar. Men wilde de goden, die naar men meende, dit bewerkten, een handje helpen en door dansen, maskera des, optochten en spelen de moeilijke over gang vergemakkelijken. 't Zal wel veel geholpen hebben?!? En aan dat carnaval dacht ik toen ik een plaatje zag van de dwaasheden, die deze week weer begonnen in het Zuiden van ons land- waar ze, zooals mén dat noemt, de bloemetjes weer eens buiten zetten. Tk had de bloemetjes binnen gezet. Want zonder de hulp van dans, maskerade of op tocht was HET VOORJAAR GEKOMEN. In de tuinen bloeien de lieve voorjaarsboden sneeuwklokje en crocus. Nog vóór de mas kers de gezichten der carnavalsgasten ver bergen om zich niet te schamen voor de uit te halen zotheid, streelen de genoemde bloo men ons oog en zeggen ons van het groote wonder, dat God in de schepping heeft ge legd. Zomer en winter zullen niet ophouden. Schoone belofte, die steeds weer in vervul- lin gaat en die. als we de vervulling zien ons teeder stemmen. Wie raakt niet even uit de gewone somberheid van deze dagen als die eerste lenteboden in zijn tuin het hoofdje uit de nog schijnbaar dorre aarde verheffen? Het peperboompje- de Daphne mezereum heeft reeds met zijn heerlijk riekende roóde bloempjes) er zijn er ook die witte bloemen hebben) het voorspel gespeeld. Nog afge dacht van de gele bloempjes van jasminum nudicaule die de geheele winter zelfs bij vorst laten zien dat de natuur nooit dood is. Maar nu, nu crocus en sneeuwklokje te voorschijn komen, nu begint BIJ DE BLOEMENLIEFHEBBERS DE LUST TE ONTWAKEN OM SCHOP EN GREEP TE HALEN en de aarde te bewerken voor het komende bloeiseizoen. Heerlijke gedachtel Het nieuwe leven komt weer. Mijn vriend, de polderbaas, moge mopperen over het vele water, dat in tocht- en kavel- slooten staat en dat de gemalen dagen en nachten werk bezorgt, als hij de polder in trekt en de weidelenteboden de maadeliefjes ontwaart- trekt de rimpel weg van zijn voorhoofd en twinkelt een vroolijke trek om zijn mond. Het voorjaar is daar! 't Wordt tijd, hoog tijd, om aan het werk te gaan! De rozen en heesters, die men wilde verplanten of planten moeten nu spoedig naar hun plaats gebracht. Men zou, vóór men er erg in had, haast te laat komen. De vruohtboomen ook, als ze de vorige herfst niet op de plaats hunner be stemming kwamen, moeten hoog noodig geplant worden. Voor midden Maart is het de beste tijd. Anders hebben ze kans achter te komen. De voorjaarsbollen: Montbretia's. lelies, gla diole, irissen (ja, dat kan ook nog wel, al ïs het meestal des najaars, dat deze geplan* worden) moeten in Maart de grond in. En de lathyruszaden moeten gezaaid. Denk er aan dat de grond eerst goed los gemaakt wordt Dit geldt bij al het planten en zaaien, doch de lathyrus eischt tot een heele diepte tot wel 50 c.M. een losse grond. Let daar dus goed op. En leg ze dan een paar, 2 a 3 centi meter diep. Musschen en andere vogels kunt ge het best van de pas opkomende plantjes afhouden door er zwart naaigaren over te. spannen, een centimeter of vijf 't komt niet op één of twee centimeters aan, bo ven de grond. En denk vooral aan HET SNOEIEN VAN DE ROZEN. Snoeien wil niet zeggen: er maar wat tak ken afsnijden. Dat schijnen sommigen te meenen. Zelfs die sych voor tuinier uitgeven en de bezitters van tuintjes het leven las'ig maken met aanbiedingen om de tuin te ver zorgen en hoog opgeven van hun kennis in dezen. Daarbij nauurlijk zwaar boomen over knoppen en oogen en uitloopen van bloeihout en wat niet al. Als ge het laat doen, neem dan Iemand van wie ge weet, dat hij het goed doet. Doet ge het zelf, wees dan niet te zuinig met het wegsnijden. Dat wil natuurlijk niet zeggen: snijdt maar raak. Struik- en stamrozen moeten vóór eind Maart gesnoeid zijn. De klimrozen snoeit men niet, die dunt men wat uit. al te wilde takken snijdt men weg, de bevroren toppen neemt men tot in het levende hout weg. Ziin de klim- of treurrozen pas geplant, dan snijdt men ze zoover in dat er maar 10 4 15 c.M. overblijft. Er komen dan flinke stevice scheuten voor de toekomst. Laat men rii' diep insnijden de eerste maal na. dan bliift de plant een slappeling. Alleen dus diep in snijden dadelijk na planten of verplanten In de volgende jaren doet men zooals we reeds zeiden niet veel aan klimrozen. Dooh met struikrozen is het iets andera STRUIKROZEN MOETEN ELK JAAR GOED DIEP INGESNEDEN WORDEN. En te dieper naarmate het hout dunner is. Daar wil een leek vaak niet aan. Die denijs zoon dun takje heeft wat noodig, dus lal?16 I ia"g' Mis! De oogen, de knoppen, mra ten liet doen- die hebben wat noodig. La ge zoo n dun takje lang, dus met veel oogaL. dan krijgen ze geen van allen genoeg voeL». II efl- Trdt *,rullaria- Al te dun hout )n glad bij de stam of tak af. Dun hout, d moet blijven moet zoo diep ingesneden, i t er maar één oog blijft Niet meer. Maar la na niet te veel takken aan een struik- of sta: tai roos. Jonge rozen ongeveer vier, oudere vion of zes. Ga verder nooit met een centimeter snoeii ili, °-w-z. vraag niet hoe lang moeten de tak k mi ij ven. A raag alleen hoeveel oogen moei ne er overblijven. Takken met een dikte vdri zoo ongeveer een potlood laat ge twee ofdikr< oogen, zijn ze wat dikker dan houden ze vil lij Als het tenminste forsche groeiers zijn. A aers laat men aan de eerstgenoemde takk lei drie. aan de zwaardere slechts twee oog -n Z» -j b°ven ï>et laatste oog moet m afsnijden Er moet dus geen stompje bov het oog blijven zitten. Een scherp mes eisch, of een scherpe snoeischaar. Alle doo stompjes gaan meteen glad er af Zcx !ei goed gesnoeide struik- of stamroos komt "rl )rl goea gesnoeide struik- of stamroos komt :r' heel kaal af. 't Is even een zielig, stokkers® gezicht Doch dat verandert heel gauw als oogen uitloopen en de krachtige sprui' '.ar zich ontwikkelen. En 't worden krachti spruiten als ge zóó doet. Met beloften vci0rb een rijke bloei. Laten we daarop wachten k Praat voor het zoover is nog wel weer over uw en mijn tuin. Tenminste als dit praatje in uw smaak vifT! Anders doe ik het natuurlijk niet. Hoor ik het van jullie? Ja!? Afcesproki Tot de volgende week. PRAATJESMAKER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8