DONDERDAG 27 FEBRUARI 1936 TWEEDE BLAD PAG. 5 DE ECONOMISCHE SAMENWERKING NEDERLAND-INDIE SOCIALE ZAKEN AAN DE ORDE GEESELING Tweede Kamer De Gouverneür-G ener aal treedt met September af GEEN POLITIEKE STORM Vergadering van 26 Februari 1936 Overzicht Nog een klein uurtje beeft minister Colijn noodig gehad om zijn rede te beëindigen. In totaal heeft hij dus drie uur voor zijn ant woord noodig gehad. Allereerst hesprak hij de economische samenwerking tusschen Nederland en Indië. De balans werd zoo 'n bee je opgemaakt, waaruit duidelijk bleek, dat Nederland heel veel offers gebracht heeft en nog brengt in het economisch belang van Indië, veel meer dan Indië ooit voor Nederland zou kunnen brengen. Dit laatste werd geenszins als ver wijt bedoeld, maar als eenvoudig feit vast gesteld. Minister Colijn is iemand, die van aanpak ken houdt. Om zich ten volle van deze din gen op de hoogte te doen stellen, had hij bereids den gouverneur-generaal verzocht den directeur van Economische Zaken naar Nederland te willen zenden, tevens met een uitvoerig rapport over den voedingstoesland der bevolking. Reeds is bedoelde hoofdambtenaar per vliegtuig onderweg en vandaag of morgen komt hij in ons land aan. A.s. Maandagmor gen zal Dr. Colijn met hem confereeren. Het is te verwachten, dat van het resul taat dezer besprekingen bij de verdere be handeling der Indische begrooting nog wel een en ander openbaar zal worden. Duidelijk zal dan kunnen worden hoe on rechtmatig de geprikkeldheid is, die ten aan zien van Nederlands offers in het belang van Indië blijkbaar in Indië bestaat. Ook de- Kamer zal zich kunnen overtuigen, indien zij het na het door den minister opgesomde nog niet heelcmaal mocht zijn. Ten aanzien van de binnenlandsche poli tiek schaarde de minister zich aan de zijde ,van den gouverneur-generaal. Hij wees er nog eens op. dat het moeilijk is hier te be slissen wat Indië noodig heeft in verband inet de handhaving van rust en orde. Wat dit laatste betreft heeft de G.G., die met September aftreedt de verlenging van den ambtstijd schijnt van de baan buitenge woon verdienstelijk werk gedaan. En men bedenke daarbij, dat hij het bewind heeft ge-, voerd in jaren, die moeilijker zijn geweest dan eenige periode in de laatste 100 jaar. Aan de zedelijke roeping, welkfe Nederland ten opzichte van Indië heeft blijven we in ons beleid trouw, binnen de grenzen en mogelijkheden, welke door de omstandig heden thans worden veroorloofd. Bij dg replieken kwam duidelijk uit, dat de rede van den minister een goeden indhik had gemaakt. Ze had het vertrouwen in zijn beleid ver sterkt, verklaarde de heer Boetzelaer v. Dub beldam. En zelfs de heer Feber toonde zich heel wat rustiger dan enkele dagen geleden. De nadere informaties, welke hij nog Avenscbte, werden hoewel de Regeering haar politiek handhaaft gevraagd in be daarden "vorm en op rustigen toon. Ook de heer v. Poll verklaarde later er geen oogenblik aan gedacht te hebben om d«- Regeering den voet dwars te zetten. We hadden niet anders verwacht, al heeft misschien de roode sensatiepers wel op iets anders gehoopt. Zij is echter gewoon aan politieke tactiek vaak grooter plaats toe te kennen, dan wy met het landsbelang ver een igbaar achten. Lr gebeurt, ondanks misschien ook een enkele alarmecrende uitdrukking in een R.K. blad, niets. I-lol zou ook onverantwoor delijk zijn geweest voor wie de dingen ern stig neemt. We behoeven over de replieken weinig meer te zeggen. Nieuws konden zc moeilijk brengen. Als nieuwe spreker deed zich de heer de Geer hooien, die nog eens de opmerking onderlijnde van den minister, dat ook de Tweede Kamer mede verantwoordelijk ts voor den moeilijken toestand, waarin Indië heden ten dage verkeert. Ook van haar is de drang naar telkens hoogere uitgaven uit gegaan in de boomperiode. toen men meen de, dal geld geen rol meer speelde. „Er kan nooit genoeg worden uitgegeven", verklaarde in dien tijd o.a. de heer Marchant. En ihans zitten we met de hooge schulden en de hooge pensioenen en moeten we meer aantasten dan noodig zou zijn geweest indien een meer bezonnen beleid zou zijn gevolgd. Wie des tijds daarop aandrongen, werden echter ge hoond, maar zijn thans gerechtvaardigd. Dat mocht ook de heer Joekes wel eens beseffen, die aardig zijn best deed om in het koor der critici zijn partijtje mee te blazen. Minister Colijn verzocht zijn dupliek tot heden te mogen uilstellen. De Voorzitter had daar geen bezwaar tegen en dus konden we weer op een schappelijk uur huiswaarts. Verslag De behandeling der Indische begrooting werd voortgezet. MINISTER COLIJN vervolgde zün n' - Token redo; hjj was genaderd tot de economische samenwerking tusschen Nederland en Indië. Nederland zou niet genoeg voor Indië doen, wordt beweerd. Op dit punt .3 er ontstemming De directeur voor Economische Zaken la reeds öp weg' naar Nederland op ver roek van den minister en reeds Maandag staat een bespreking op cle agenda over dit onderwerp. Ook brengt de directeur mee een rapport over den algemeenen voed.ngstocstand van de bevolking. De wederzijds verleende economische steun niet volledig ln cüfers uit te drukken. Met tel len en wegen komt men or nit. De rampzalige do-ut-des-polltlek in de we reld drlitt Nederland en Indiö naar elkaar tot- We moeten over en weer offers brengen. De Daten van de samenwerking kunnen soms niet positief aantoonbaar zijn c-n er toch zijn B.v. b(J de clearing, waardoor Indië tegen beta ling naar Dultschland kan uitvoeren. Ook wd profitec-rcn van deze regeling, maar ln cijfers ls dat n et te zeggen. Wat deed Indië voor Nederland? Wtj kunnen er een deel van onze textielpro ducten a/zetten en nog enkele andere artikelen. Werken de desbetreffende maatregelen door. Nederland heeft voor Indië allerlei moeilijkheden afgeweerd. ons verding met Dultschland ziin belang rijke concessies opgenomen voor palmolie, kof fie en coprii. Vooral dit laatste s van groote bet kenis. Daartegenover hebben wü aan Dultschland het oude credlet van 130 millloen o'. ten verlengen. ln Tsjechc s-lovakfie hebben we ruim eer. half millloen aan tabak kunnen Ingevoerd krij- inaar wü moesten voor ons Tsjechische text elgotde)-en en glaswaren accepteeren tot een zeer belangt iik bedrag. Voor Spanje en l'ortugal zün ook consessies voor Indische artikelen verkregen. Hetzelfde geldt voor Polen. Denemarken. Italië en Ameri ka. Alles ten koste van invoeren, die wü in ons land uit de genoemde landen ons hebben moeten laten welgevallen. Over de clearing werd reeds gesproken. Verder ziin er allerlei compensatie-transacties De crlsishefflng op mals werd hier te lande erlangdln Indiö verdubbelden toen de prlj- cn. Indië kreeg voorts een groot contingent oor kokrisveekoeken en ook de uitvoer van lnniaardige vetten werd krachtige gestimu leerd. Wat ij voor Indië liehhcn gedaan In belangrijk meer dan Indië heeft k o n- 3 naar de mogelükheld alcohol uit suilierbio'.en Is daar oen oplossing van, dan kan misschien rle Indische sulke,. er van profiteeren. Er ziin echter meer kanten unn deze kwestie. Zal alco hol benz ae vervangen, dan kost dat aan schatkist Inkomsten uit de benzine. Ook onze bletoncultuur krüst nieuwe moeilllkheden. Bo- endlpri zou de .Invasiiiker te maken krijgen met de dumpingprijzen voor suiker uit het hu ten'.anu Eerst als de alcohol uit bleten 1 4 cent per liter kost. Is er evènwlclit- Thans de Prijs nog 21 cent. We zün dus nog ver v liet a jol af. E- riang zal een wetsontwerp worden Inge diend om aan Indiö ruim f S00.000 te restltuee- ren. zijnde hetgeen door Irdiö wordt uitgegeven in verhand met de bevordering van de batikln- dustrio. Op de onafhnnkelijkbeldskwestle van Indië ging de minister niet In, zulks onder herinnering aan de berichten over de mi litaire staatsgreep ln Japan van heden morgen. We moeten het ontstaan van nerveuze stemmingen voorkomen. De binnenlandsche politiek besprekende, merkte de minister op. dat hU 6p de benoemingen voor d'-n volksraad geen in vloed kan u toefenen. Hij is daartoe volkomen onbevoegd. Van een streven om hel vopren oppositie te verhinderen. Is geen sprake ge weest. Dat zal wel nader blliken. Een centraal bestuursapparaat ls niet ideaal en ware ook practlsch niet uitvoerbaar in een gebied, dat z'ch uitstrekt over een afstand alr van Ierland tot d* Kaspische zee. We kunner bovendien ook de nlgsmeene volksontwikkeling in Indië niet negeeren. „Soort over soort, dat is genade" zegt men in Ind roet een Arahlsch spreek woord Die r chting moeten we uit. Er is gedecentraliseerd, maar de autonome lichamen heeft men niet voldoende op eigen beenen durven laten staan. Binnenkort zal daar breeder over kunnen worden gespioken. Naar een orcaninntie van Dultsche nat.-socia listen m Indië zal de. minister een onderzoe! doen Instellen. De N.S.B. In Tndië treedt niet als hier te lande tegen de Regeering op. maar staat achter haar. Het ls moellUk hier te zeggen of ln Ind ln dit opzicht uitzon deringsmaatregelen noodig zün. Indië is op dit gebied autonoom, ook wat betreft het bele d tegenover de lnbeerosche volks beweging. De G.G .Is volkomen op de hoogte van wat onder ,de bevolking, loeft, zulks als gevolg van zün contact met de hoofden van gewestelijk bestuur. Toezicht op besloten politieke vergaderingen heeft plaats als men meent, dat het toezicht gewenscht Is ln hel belang van de openbare orde. Daarvoor ls bovendien muchtig ng van den procureur-generaal noodig. Deze maatregel is geen handeling van den G.G., maar door den Volksraad genomen. De algemeene Ciitiek op het beleid van den G.G. acht de minister ongefundeerd, al zou men misschien zelf ln sommige gevallen anders gehandeld hebben ln dit uitgestrekte gebied met H5 millloen zielen. Het gezag is krachtig gehandhaafd, rust en orde zijn bewaard, financieel is ontzaglük werk gedaan en economisch is nr groote activiteit betoond. De laatste 4 jaar waren in Indië moei lijker dan welke periode ook ln de laatste 100 jaar. Alles büeen mag met voldoen ng worden teruggezien op hst beleid van den met September heengaanden gouverneur- de Jonge. De Regecrlng blijft tegenover Indië aan haar zedelijke verplichtingen vasthouden binnen de grenzen der uitvoerbaarheid, die door de fl- nancieele mogelijkheden werden aangegeven. Replieken De heer SNEEVLIET (r.s.a.p.) repl ccerde en prikkelde de Kathol.-ken om een eind te ma ken aan de kuei s-Colün. De beer FEüER ir.k.) had tegen bet finan cieel program van den minister geen bezwaar, al meende hij, dat het wegnemen van de zwak ke plekken in de begrooting misschien n di.-htbü zal zün als de minister zich voorstelt Het sluitend maken van d*; begrooting is een goed b,eg:ns(-l, maar het moet zoo worden ge hanteerd. dat geen ontoelaatbare verhoudingen ontstaan. Gevraagd werd of de arbeidsinspectie zoo zal worden uitgebreid, dat waarborg voor redelijke arbeidsverhoudingen ont3taut. De voedingstoestand moet geregeld worden gecontroleerd. Voedsel verstrekking geschiede u alle gevallen, dat de hoofden van gewestelu1- bestuur zulks noodig achten. Is de minister voornemens ln te grijpen. In dien bü ondernemingen het loon beneden rede- Hjke eischen ls en men toch dividend zou willen ultlceeren? Als het ten slotte niet anders kan. In uiterste noodzaak dus, woi de gebruik gemaakt v paardenmiddel: de gedwongen conversie. De heer CRAMER (s.d.) achtte de Indische Regeering med" verantvvoordelUk voor de ver meerdering van de schuldenlast Op onderwijl en volksgezondheid is thans teveel bezuinigd er In 't algemeen is te snel bezuinigd. We doen veel voor Indiö maar moeten nog meer doen. Gevraagd werd een m-nlmnm-loonregeliiu voor bedrijven, waarin abnormaal lage looner worden betaald. Over het beleid van den G.G. zal de geschie denis anders oorde -len dan de minister. De heer DE GEER (c.h.) was erkentelijk da- de minister gezecd had specfiïlc heff ngen op bepaalde bedrilfstakken uit den booze te ach ten. Deze methode stamt eigenlijk uit den fis calen voortlid 'n Indië. Dat men in Indië jarenlang geleefd heeft op de basis van zeer abnormale Inkomsten, was een andere ult.-prnak van den minister, waar mee de heer de Geer zün Instemming betuigde Öp die hooge uitgaven is echter ook ln deze Kamer aangedrongen D-ï heer Marchant b.v. vond. dat nooit ge noeg kon worden u tgegeven. Zoo'n mentaliteit moest tot ongelukken voeren. Het sluitend budget zonder schuldtoe neming ls alleen te aanvaarden, Indien ove rigens geen nieuwe kapitaalsuitgaven be hoeven te worden gedaan. Verwacht de minister die voorlooplg voor Indië niet? De heer ROESTAM (comm.) was door 's mi nisters antwoord teleurgesteld. Gaarne had hü antwoord gehad op zün beschouwingen over de verhouding NederlandIndië. De communisten willen toch zoo'n beetje hetzelfde als de heer v. Poll. De heer JOEKES (v.d.) meende, dat van op leving over de geheele linie moeilük sprake kan zün. Over de voedselnood en de lage loonen be staat vrtiwel overeenstemming. Het stelsel van de N.S.B. ls in Indië net zoo sterk af te keuren als hier en daarom was het verkeerd, dat de minister zeide, dat in In 1 o de X.SB. achter de RegeeUng staat. Denk non Musserts optreden! Wü moeten het staatkundig beleid in Indië mee beïnvloeden. Bü een zede lijke politiek moet een beleid worden gevolgd, dat het aan de goedwillende elementen moge lijk bltift met de R-egeering mee te werken, ln dit opzicht ziin thans ln Indië de grenzen te eng getrokken. De heer v. KEMPEN (lib.) drong aan op hulp voor Indië. Hu" hoopte, dat het bezoek van den directeur van Economische Zaken er toe eu bijdragen om bestaande spanningen weg te Defheer v. BOETZELAER (c.h.) was van oor deel. dat door de rede van den minister het vertrouwen in diens beleid Is versterkt. Met de bestrüding van de denkbeelden van den heer v. Poll was bil het volkomen eens. De heer v. POEL (r.lc.) sprak nogmaals een aanbevelend woord voor de Imperiale zelfvoor ziening. De aanpassingsweg is niet verder be gaanbaar. De schulden kunnen niet onaangetast blüven. BÜ zijn pleiten voor zün denkbeeld heer v. Poll elke bedoeling vreemd om de Re geering te bemoellUken. Do heer \Vünl>oop was volkomen mis toen hü deze minderwaardige toeleg veronderstelde. De heer WESTERMAN verdedigde m&als centralisatie van het bestuur. Vindt de minister het goed. dat op het gebied der legos lat eve centralisatie nieuwe schreden worden gezet? De MINISTER VAN KOLONIëN verzocht van- daag te mogen antwoorden. Te ruim half zes kon de vergadering worden verdaagd. Spoorwe ff wer ken te Utrecht. Overzicht der werkzaamheden mn den onder bouw van de nieuwe brug, welke als on derdeel der werkzaamheden over de Kruis vaart wordt gelegd. Verschillende leg er autoriteiten brachten een bezoek a/in de Ripperda-kazer ne te Haarlem ter bezichtiging van de - nieuwe pantserauto's Eerste Kamer, Officieele Berichten BURGEMEESTERS Aan jhr mr W F Roëll is mert ingang van I Maart 1936, eervol ont6lag verleend als burge meester van Scherpenzeel. Opnieuw benoemd zün de volgende burge meesters: J. A. Baken, van Riethoven: A. J v Gerrevink, van Oegstgeest; L J Lucasse. van Reeuwük: J A. Schründer. van Grootebroek: H. ter Cock, van Wpewormer; jhr mr H. H. Roëll,, van Breukelen-Nüenrode en Breukelen- St Pleters; G. W. Stroink, van Steenwijkerwold; J. W. H. Houblers, van Bocholtz; P. L. H. Mer- tens, van Heythuizen. DE WERKLOOSHEIDS- BESTRIJDING Het verssche Kadetje Vergadering van 26 Februari 1936 De VOORZITTER deed mededeelIng van een rantsoeneering van den spreektijd bij verschil lende hoofd=tukken. De heer MEN DELS (S.D.) verklaarde, dat zün fractie de regeling wel niet zoo nooalg acht, maar desniettemin wil aanvaarden. Het voorstel werd goedgekeurd. Daarna werd aan de oröe gesteld de be- rooting van Sociale Zaken. De heer DANZ (S.D.) betoogde, dat de aan passingspolitiek de werkloosheid niet heeft doen verminderen en het leven ook niet goe-d- ko'oper heef: gemaakt. Verlaging van loonen. speciaal voor de export- Industrleön is noodig. Maar daarmee alleen komen we er niet. De Regeering zal moeten zorgen voor werk of steun. De steunregeling Is voortdurend slechter ge worden; waardoor steeds minder voor de voe ding in de gezinnen beschikbaar is. De regeling moet eer verbeterd dan beknibbeld. De zorg voor jeugdige werkloozen moet niet leiden tot verplaatsing van werkloosheid of verandering van de verhoudingen. Het ware het beste dat de Hooge Raad van Arbeid het vraagstuk der jeugdwerkloosheid in studje nam. - Wat den Taatsten tijd met de werkverschaf fing geschiedt, gaat de perken te buiten. Aller lei werk wordt maar voor werkverschaffing aangewezen. De loonen in de werkverschaffing moeten orden vastgesteld los van de loonen in hél ije bedrijf. Anders zal het noodig zijn ver zet te gaan bieden tegen verlaging der loonen in de bedrijven, die telkens weer verlaging var, de stcunnormen insluit. Ten slotte werd aangedrongen op krachtigei toepassing van de BedrlJfsradenwet. De be- drijfsraden moeten verordenende bevoegdheid krügen. De minister wil wel algemeene bedrijfs- -egelen verbindend verklaren, maar het voor naamste: de loonen, schakelt hij uit. De. ''eer ANDRIESSEN (R.K.) bepleitte de verbindend verklaring van collectieve arbelds- contracten. Het is voor de bedrijven van be lang. ndien de factor van het loon stabiel is De bednjfsradenwet werkt onvoldoende. W- zullen een anderen kant uit moeten met deze wet. De taak der bedrijfsraden moet concretei worden omschreven. Aangedrongen werd op Instelling van een KADASTER Eervol ontslag verleend uit 's Rijksdienst aan H. WHann. voort, te Den Haag; II. C. de Koek Driebergen; H. L. Drost te Den Haag- Kruidhof te Nijmegen. Deze laatste Is benoemd tot lector aan de Landbouwhoogeschoul te Wa- geningen.. e BELASTINGEN Benoemd is tot accountant der dir. bel te Rotterdam. W Bü'leveld; idem M. Migcliels-n- t-^ den Haag: J. F. van den Berg. ONDERSCHEIDINGEN Benoemd is tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau L. H. A. Stols te Maastricht. PENSIOENRAAD Benoemd ls tot pl.verv. geneesk. adviseur bü de Pensioenraad, dr W F Noordhoek Hegt te den Haag. Rljksklndertoeslagtonds. Er ls 12 millloen mee gemoeid, en het is moeilijk, die to dezen tijd op de volksgemeenschap te leggen. Maar de klnderroke gezinnen hebben het zeer moeilijk en daarom moet er iets worden gedaan. Op de volkshuisvesting zal verlies genomen moeten worden In het belang van huurverla- ging en betere huuropbrengst. Ook schenke de minister gr.oote aandacht aari de krotoprui ming. Hij bevordere voorts het vlottend maken van de kapitaalmarkt voor het bouwbedrijf. Bezwaren werden gemaakt tegen het telkens weer wijzigen van de regelen voor de werk- loosheidsuitkeering-en. Dat brengt onzekerheid en moeilijkheden. Voor de werkverschaffing werd vaststelling van een m:nimum-loon gevraaed. De heer TER HAAR (C.H.) hield zijn Jaar lijkse)! pleidooi in het belang van het verscho kadetje. Mr WERKER (V.D.) betoogde, dat het onge- wenschi la orr. aai, bedrüfsvereeniging-n beslissende bevoegdheden toe te kennen bij do uitvoering van de Ongevallenwet. De heer VAN DER HOEVEN (c.h.) betoogt, dat met de wateronttrekking aan de duinen niet langer meer door zal mogen worden ge gaan. Er zün hier groote belangen bü betrok ken en het nemen van spoedige maatregelen Is van de allerhoogste beteeken s. Na de pauze behandelt de heer DE LA BELLA (s.d.) en waarschuwde tegen het veisehe ka detje. ook met het oog op het gevaar van her leving van de nachtarbeid. De minister begeeft zich In een wespennest als hü zich met de zaak inlaat: hü kome aan de geuite verlangens niet tegemoet Er zün wel belangrijker kwest.es, welke thans meer aan dacht vragen. De bedriifsvereenigngen moeten beter ge regeld worden. Bü de uitvoeilng van de Onge vallenwet moeten ze niet worden ingeschakeld. Met het oog op de werkloosheid moet de werktijd verkorting ernstig worden overwogen. De heer v. RAPPARD (lib.) bepleit vermen ging van aardappelmeel en tarwemeel bli de broodbereiding en wenscht voorts kleine boe ren. die in moeilü'kheden zün geraakt, op an dere wijze tegemoet te komen dan door hun plaatsing in de werkverschaffing. De heer MARCHANT ET d'ANSEMBODKO (n.s.b.) acht de wüze van werkloosheidbestrü- ding verkeerd. De geest van kameraadschap rn algemeen belang behoort daarbü te domlneerei:. De pensioenen der münwerkers werden ta laag genoemd. De n.s.b. sal tegen de begrooting stemmen, De heer DE BRUYN (r.k.) had bij de benoe ming van dezen m nister goede verwachtingen, welke verwachtingen echter niet gehee] bevre digd schijnen te zullen worden, voornamelijk niet wat betreft de vermindering van de werk loosheid. Bü de bestriding der werkloosheid d ent op de voorgrond te staan een rechtvaar dige verdeeling der lasten. Dit geldt ook bii de vervanging van oudere door jongere arbeids krachten. Hier dient solidariteit te bestaan, er» spr. meent, dat de omstaDd Kheden thans zoo danig zün. dat zü tot een daad van solidari teit verplichten. En die plicht kan alleen van wege de Regeering wordc-n geëffectueerd Uit een beroepstelling is gebleken, dat er nog 99.133 mannen en 15.210 vrouwen van 60 i ir en ouder arbeiden. Dit aantal acht spr." bü de tegenwoord ge werkloosheid niet gering en dit vraagstuk behoeft dringend de aandacht van den min:ster. Volgens spr. zouden er verschillende maat regelen genomen dienen te worden om de werk loosheid te bcstrüden. Zoo zouden meisjes- en vrouwen-niet-kostwlnstera moeten worden ver vangen door mannelüke krachten. Spr. vraagt den minister alsnog deze kwestie ernst g te willen overwegen. Dg heer VAN VESSEM (n.s.b.) herinnert aa:i zün vraag omtrent de reclame voor de Blue Band-margaiine. Spr. wenscht te verklaren, dat hü bij het stellen van zün vragen niet de be doeling heeft gehad om iemand van omkoo- perü te betichten. De minister heeft gezegd, dat dergelijke ver klaringen in het vervolg niet meer ter publi catie zullen worden afgegeven. Daaruit volgt, dat ze nog wel kunnen worden afgegeven. Sp,-. yraagt hoe de minister ln dat geval publicatie kan voorkomen De vergadering werd verdaagd tot heden Feuilleton floor D. E R IJ 6 E R (6 „Lekker eten is wel" aardig", 'dacht hij, „en 'drinken en pret ïnaken ook maar zonder iets anders er bij wordt het op den duur toch wel wat geestdoodend en voor je lichaam kan het toch evenmin goed zijn; dat moet verslappen op die manier. Niemand kan mij mijn leeftijd aanzien, zoo goed heb ik mijzelf geconserveerd weten te houden: ik zal zorgen, dat het zoo blijft Ik kan heel goed, geleidelijk weg, zonder dat het opvalt, wat soberder gaan leven. Waarom maar klakkeloos alle uitnoodi- gingen voor diners met hun avondnapret aangenomen? Ik kan er best eens een overslaan". De eigenlijke oorzaak van dien ommekeer lag echter ergens anders. Herberts diepste verlangen ging uit naar het rustige leventje van vroeger. Daar in Nederland, in zijn prettige kamer. Wat een rustige uurtjes had hij daar niet doorgebracht! Met een mooi boek vlogen de avonden om. En daarom voelde hy zich niet voldaan met zijn tegenwoordige levensopvatting. Hoe meer dat verlangen in hem begon te werken hoe meer hij er naar ging zoeken er bevrediging aan te geven. „Wat deksel, ik ben toch mijn eigen baas; waarom moet ik lederen avond mijn beenen onder andermans tafel steken, steeds dezelfde ge zichten zien en bijna altijd om dezelfde moppen lachen? Natuurlijk kon Herbert, nu zijn huis in orde was, niet nalaten ook zelf van tijd tot tijd gasten te vragen, maar hij zou dit al lengs verminderen, waardoor men hem vanzelf wel wat meer zou overslaan, in zijn huls liep alles op uitstekende wijze. A' de meeste buitenlanders in China had hij de huishouding naar Eygelsch model ingericht, met kok, boy die tafeldienen en het huis verzorgen moest en koelie, die in den tuin arbeid Je fen den boy bij het zware en vuile werk in zijn huis behulp zaam moest zijm Met den kok had hij het uitstekend getroffen en zijn dinertjes vielen goed in den smaak. „Als ik eens probeerde zelf den toon aan te geven wanneer men bij mij komt om den avond door te brengen", vroeg Her- bert zich af. „Dit moet ik toch kunnen". „Met hoeveel verschil lende nationaliteiten heb ik op reis niet kennis gemaakt t*n het is mij altijd opgevallen, dat het Hollandsche ras superieur is. Met den Amerikaan is het wijs te vermijden over den dol lar te praten, want dan krijg je er hem niet onder, maar be- gin over wat amders en hij staat dadelijk met den mond vol tanden. Met den Engelschman is het ook al zoo: praat over voetballen en je ligt onmiddellijk tegen de vlakte, maar breng hem op wetenschappelijk of wel ander onderwerp over en ie boort hem gemakkelijk in den grond. Laat ik dus toonen geen ontaard lid van den Hollandschen stam te zijn en mijn soirées maken tot een middelpunt, waar van alles beoefend wordt uit genomen het banale en het ij dele. Lukt me dit, dan heb ik voor mezelven veel werkelijk voordeel gevonden. Lukt het niet, dnn zal mijn poging wel tot gevolg hebben, dat men mij meer met rust laat. Het is mij beide even welkom". Natuurlijk kon Herbert niet dadelijk aan zijn plan volle uitvoering geven, dit moest geleidelijk gebeuren. De eerst volgende soirees waren dus als van ouds. Men at en dronk smakelijk, hield een dansje en liet piano en gramofoon weer klinken tot diep in den nacht. Van lieverlede kon hij probee- ren een kringetje om zich heen te verzamelen, dat er voor te vinden bleek in de conversatie geestelijk wat dieper te duiken. Het lukte echter niet best. Hoe Herbert het ook aanlegde, als hij meer ernstig begon te praten zag hij den een voor den and^r verdwijnen en bleef hij tamelijk wel eenzaam zitten. Zelfs met godsdienstige gesprekken probeerde hij het, maar toen keek men hem wantrouwig aan. Hij was toch geen verkapt Zenae ling, want 'daar moesten zij niets van hebben. Dat had hij dus maar spoedig opgegeven; godsdienst lag toch niet in zijn lijn ook. Niet dat hij bepaald vijandig tegenover den godsdienst stond, volstrekt niet, maar de zaak liet hem onverschillig. In zijn jeugd had hij wel eens gedacht een anderen weg te zullen opgaan, had zich verdiept in het zoeken van kennis over het wezen van God, ook den Bijbel bestudeerd, maar van liever lede was de belangstelling verflauwd en ten slotte ingeslapen. Niet zonder tevredenheid zag hij het „gezellig verkeer" al minder worden en werd hijzelf weer de trouwe kamerklant, d»e hij altijd geweest was. Het was hem goed zoo. „Wat heb ik aan dat laat thuis komen eiken avond en overdag op kantoor te zit ten gapen? Ik ben heel blij, dat ik daarvan af ben". Hij vond het trouwens voor het Chineesche personeel geen goed voorbeeld ook, zelfs onverstandig. De Cliineescho bedienden en werklui waren beleefd, onderdanig, voorkomend, allemaal niet tegen to spreken; maar wat ging er in hun hersens om? Wat verborg 2ich achter die altijd glimlachende gezichten? Het a in tal roovers in de bergen groeide met den dag, schietpartijen waren niet van de lucht. De Chineeaen, die ervan houden het er dik op te leggen, noemden dit „burgeroorlog". Herbert was zoo vrij het „onzin" te noemen. „Burgeroorlog", pruttelde hij dik wijls, „burgeroorlog, het mocht wat; daartoe zijn toch in de eerste plaats burgers noodig zou ik zeggen. En burgers kent China niet, evenmin als vaderlandsliefde, omdat het begrip vaderland den Chinees vreemd is. Bovendien zouden die zoo genaamde burgers dan toch in partijen verdeeld moeten zijp, die elkaar, onderling oneens, in de haren vliegen. Maar van dit alles is geen spoor te zien hier", vond Herbert, „het volk dóet niet aan politièk en heeft er ook niet het minste verstand van. Roovers zijn het die burgeroorlog-soldaten, roovers, anders niet!" en daarmee meende Herbert zijn meening voldoende te hebben wedergegeven. Zijn meening wel, maaj het gevaarlijke van zijn eigen toe stand, dat er mede samenhing, niet. Dat zou hij later nog wel ondervinden, en nog veel meer daartoe. HOOFDSTUK VI Inderdaad wend de toestand in China gevaarlijk, ook voor de vreemdelingen, al was Herbert nog niet lang genoeg in het land om dien genoegzaam te kunnen overzien. Trouwens wie kon dat en wie kan dit op dit oogenblik nog? Het is moeilijk daarover in China vasten grond onder de voeten te krijgen, om dat de ooi-zaak der troebelen en der vijandelijkheden niet schuilt in een ernstig meeningsverschil over het bestuur van land en volk, maar in de zucht naar macht van telkens op nieuw opduikende persoonlijkheden, die een bende om zich hoen weten te verzamelen van menschen, die bereid zijn het rooven aan te vatten als een vak, op dezelfde wijze als een ander besluit timmerman te worden. Alleen is dit laatste besluit minder ris kant. Dat het ook eerlijker is komt in niemands brein op. Zoo- lang het Chineesche Rijk bestaat en dat is reeds eenige dui zenden jaren wordt het rooversbedrijf er als een vak ba oefend, dat volkomen in den haak is. Alleen heeft men er voor op te passen niet gesnapt te worden, want dan wordt men Be hangen. Dit is ook in den haak. Het boek met de „drie Grondregels voor het Volk" (San Min Chu i), geschreven door Dr. Sun Yat-sen, bevat principes, die ln "et Westen reeds jaren geleden ontdekt werden, maa- die nu in China opgeld moesten doen om het Volk den indruk to geven, dat het leefde in de Sturm und Drangperiode van vrij making en van het zich opworstelen naar hooger peil. Maar wat Herbert er van gezien had leek niet veel op vrijmaking. In tegendeel, liet volk ging gebukt onder de last van het militai- risme, te weten het militairisme zooals het uitgeoefend wordt door eigengemaakte krijgsaanvoerders, gisteren nog ambachts man, vandaag generaal en wie weet morgen misschien veld maarschalk. De onderlinge, naijver onder riie groot en in !e jacht naar geld en macht was groot: persoonlijke eerzucht vrij wel het eenig oogmerk; liefde voor volk en vaderland e*n on bekend iets. Dat dergelijke rooverbenden legers kon men bet mot noemen gevaarlijker zijn dan geregelde troepen, is van zelfsprekend. Niemand is er die verantwoordelijkheid draagt. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5