llirutur JTriïtsdK Courant
l<)Luui
dah üiiairwrwtitij
OoecLuv^midAtdon
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agenlschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending4.50
Bij dagelijksche zending530
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'ft ct
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 foa 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 5893f
atfotrtentieprijjen:
Van I tot 5 regels1.17 '/i
Elke regel meer 0.22
Ingezonden Mededeelingen
van 1—5 regels2.30
Elke regel meer r - 0.45
Voor het bevragen aan '1 bureau
V wordt berekend 0.10
No. 5709
WOENSDAG 19 FEBRUARI 1936
15e Jaargang
V tegenstellingen kweeken
In. een deel der R.K. pers zijn eenige
keeren vrij tendentieuse berichten versche
nen over strubbelingen bij do samenstel
ling der Onderwijscommissie, welke bij
Kon. Besluit van 11 Februari 1.1. is inge
steld. Nog maar een paar dagen voor dit
K. B. verscheen lanceerde men de mogelijk
heid, dat de rechtsche fracties zouden wei
geren in deze commissie zitting te nemen,
Toen vlak daarop de samenstelling be
kend werd, zweeg men. Doch thans schijnt
de Volkskrant het gewenscht een
dere tegenstelling te kweeken. Ook die
legende-vorming dient afgewezen te worden,
Genoemd blad herhaalt nog eens, dat zich
bij de samenstelling strubbelingen hebben
.voorgedaan en wijst er dan op, dat er ver
schil is tusschen de bewoordingen, waarin
het K. B. van do instelling gewag maakt
en de mededeeling van Dr Colijn op 20 Dec.
1.1. over het plan der Regeering om een
staatscommissie te benoemen.
De Commissie zal moeten onderzoeken:
öf een wettelijke regeling kan worden ge
troffen om de concentratie van bijzondere
scholen voor algemeen vormend lager on
derwijs te verwezenlijken op een wijze, die
de bezwaren tegen paragraaf 12 van het
Wetsontwerp tot verlaging der openbare
uitgaven voor het onderwijs ondervangt; en
zal eventueel voorstellen in die richting
kunnen doen.
Deze opdracht, aldus de Volkskrant,
„klopt niet volkomen met hetgeen minister
-Colijn wat al te militairement in de Iva
merzitting van 20 Dec. had verordend."
Op 20 December heette het dat een
wettelijke regeling moest worden ge
troffen; thans gaat de staatscommissie
onderzoeken óf een wettelijke regeling
kan worden getroffen.
Men voelt het verschil.
Wat uitgemaakt heette wordt een punt
.van onderzoek.
Deze voorstelling van zaken is ten eenen-
male onjuist. Het K. B. van 11 Febr. 1.1.
klopt volkomen op hetgeen in de verkla
ring van 20 Dec. 1935 over de instelling
eener commissie gezegd werd.
De Minister deelde mee, dat het Kabinet
„blijft staan op het standpunt, dat een
wettelijke regeling moet worden getroffen
ora de concentratie van bijzondere scholen
te bevorderenEn dan volgde: „De
vraag of die concentratie zal kunnen wor
den verwezenlijkt op een wijze, die de te
gen paragraaf 12 ingebrachte bezwaren on
dervangt, zal op korte termijn worden on
derzocht door een staatscommissie .van
veelzijdige samenstelling".
Ten overvloede werd hieraan nog toe
gevoegd: „de Regeering hoopt op een voor
de Regeering en de Staten-Generaal aan
vaardbare oplossing".
De woorden van het K. B., waarhij de
Staatscommissie is ingesteld, zijn dus let
terlijk gelijk aan de tekst van 20 Dec.
Van do commissie werd toen niets meer
gevraagd dan nu. Ten overvloede werd
zelfs gewezen op de mogelijkheid, dat de
commissie geen aanvaardbare oplossing zou
kunnen vinden.
Op de houding der Regeering tegenover
de concentratie hehoeft zulks niet van in
vloed te zijn. Het gaat er over, dat het
nimmer in het hoofd van Minister Colijn
en zijn ambtgenooten is opgekomen om
aan een staatscommissie voor te schrijven:
gij moet tot dit resultaat komen.
Het verschil, dat eerst de Volks krant
en daags daarna ook de T ij d maakte, be
staat niet; kan eenvoudig niet bestaan.
Waarom kweekt men toch allerlei tegen
stellingen? Vooral wanneer men met ons
zegt, dat een conflict op dit punt aller
minst gewenscht isl
naar zich toerekenen
De devaluïsten verstaan uitnemend de
kunst naar zich toe te rekenen. Het bewijs
daarvan levert het Dagblad .vaD
Noord-Brabant eens weer.
Terwijl allerwege, ook in de r.k. pers,
gewezen werd op het onvoorzichtige pro
gram, dat de leiding der R. K. Staatspartij
.voor de landdag te Amsterdam opstelde,
schreef dit blad;
Het partijbestuur heeft geconstateerd,
'dat de deflatiepolitiek der Regeering is
vastgeloopen; om dit mede te deelen
en duidelijk te demonstreeren organi
seerde het een landdag, waarop niet
alleen negatief geconstateerd werd, dat
de deflatie mislukt is, dat zou niets
anders geweest zijn dan een ijdel en
machteloos gebaar; neen daarnaast
werd een andere weg gewezen door
oud minister Steenberghe, die dezen
weg reeds eerder onderkend had. Wan
neer men niet moedwillig de oogen voor
deze feiten sluiten wil, zal men moeten
erkennen, dat zij niets aan duidelijk
heid te wenschen overlaten en men zal
daarbij wellicht ook willen begrijpen,
dat het hier niet ging om een conclu
sie, welke de oud-minister voor zich po
neerde. maar om een conclusie, welke
het economisch leven zelf aan het volk
opdrong.
Niemand zal kunnen tegenspreken, dat
'de eerste opmerking juist is: alleen maar
leggen, dat „de deflatiepolitiek mislukt is"
en daar niets tegenover stellen, brengt
niet verder. Wie zegt: we moeten een
dere richting uit, dient die betere koers
ook aan te geven.
Maar de voorstanders van devaluatie re
kenen wat te veel naar zich toe, zeggen hot
wat al te simpel, wanneer ze beweren: „het
economisch leven kommandeert devalua
tie". Want dit zou beteekenen, dat velen
in de R. K. S. P., dat de Regeering en
economen van naam eenvoudig de oogen
zouden sluiten voor de economische feiten.
Indien met wiskundige zekerheid en niet
te weerspreken feiten was aangetoond, dai
de devaluïsten gelijk hebben, dan ware
verdere discussie onmogelijk. Maar zoo
staat het niet. Het blijft over en weer bij
argumenteeren en concludeeren uit econo
mische verschijnselen, waarbij de regel 2
keer 2 is 4 niet opgaat of beslist.
WEEKSTAAT
NEDERLANDSCHE BANK
Goudvoorraad met vier
millioen gulden gestegen
Zeer ruime geldmarkt
De positie van de Nederlandscüï
Bank is in die afgeloopen week, blij
kens de jongste weekstaat, weer over
de geheele linie verbeterd. De goud
voorraad is met bijna 4 millioen toe
genomen. De positie van de sohatkist
is zeer ruim. De dekkingspercentages
zijn verder gestegen.
De geldmarkt maakt etke week nieuwe
vorderingen op den weg der ontspanning.
De koersen zijn weer verder teruggeloopen.
Calil geld noteert thans y2 en het dis
conto voor 3 maanden y8IVs voor 6
maandien is de noteering 1*41%
voor eenjarige biljetten 1%115/16
Morgen vindt een nieuwe schatkist
emissie plaats ten bedrage van 25 millioen.
Zeer waarschijnlijk zal deze onder de hui
dige omstandigheden een gunstig onthaal
vinden.
De bmnenlandsche wisselportefeuille
daalde met 6 ton tot ƒ28.8 millioen en die
Beleeniuigen en Voorschotten in rekening-
courant met ƒ2.3 millioen tot ƒ127.9 mil
lioen.
Aan de andere zijde van de balans ste
gen de rekening-oourant-saldi van anderen
met ƒ12.7 millioen. tot 57.9 millioen. Ook
het reke n ing - cou ran tsa I do van het Rijk is
toegenomen en wel met ƒ2.6 millioen tot
het zeer hooge bedrag van ƒ71.0 millioen.
De goudvoorraad is thans «tegen tot 674
millioen. De nieuwe vermeerdering van den
voorraad is vermoedelijk te danken aan
goudtransporten uit België, aangezien het
Belgische devies de laatste dagen zeer
zwak in de markt lag. Uit ie V. S. is nog
steeds goud naar Nederland onderweg. Dit
is nog niet op de weekbalans verantwoord.
Ook de post diverse rekeningen is vrij
sterk gestegen, nl. met ƒ6 millioen. Niet
onwaarschijnlijk houdt dit verband met
verdere goudtransporlen uit België.
De goudvoorraad, die in het buitenland
aangehouden wordt, is thans ƒ71.1 millioen
groot, zoodat in de afgeloopen week voor
bijna ƒ8 millioen naar de kelders van de
Bank is overgebracht.
De biljettencirculatie Sep terug van 755
tot ƒ747 millioen.
De totale direot opeöschbare ver
plichtingen bedragen thans ƒ876.9
millioen (v. w. ƒ869.5 millioen). De
gouddekking hiervan bedraagt 77.01
(v. w. 77.17 in goud en 79.42 (v.
rw. 79.59 in goud en zilver
F. SMIT
25 jaar burgemeester
van Steenderen
Een gemeente zonder schuld!
De burgemeester van Steendei'en, de
heer F. Smit, hoopt morgen de dag te
herdenken, dat hij voor 25 jaar werd
benoemd tot burgemeester dezer ge
meente.
Fokko Smit werd 12 Aug. 1876 te Zuidbroek
geboren. Hij bezocht het gymnasium te Zet
ten en werd daarna geplaatst als volontair
ter gemeente-secretarie te Heukelum, al
waar hij de studie in de gemeente-admïni
stratie begon. Daarna was hij ambtenaar te
Capelle a d. IJssel en te Weesp. 1 Juni 1903
werd hij benoemd tot burgemeester van St
Pancras (N.H.) en eenige weken later volg
de zijn benoemine tot secretaris dezer ge
meente. 9 Febr. 1911 volgde zijn benoeming
te Steenderen en de 20ste d.a.v. weal hij als
zoodanig geïnstalleerd. 23 Mei van dat jaar
werd de jubilaris tevens tot secretaris be
noemd.
De jubilaris heeft zich doen kennen als
een trouw burgervader, met speciale voor
liefde voor waterstaatkundige werken. Als
zoodanig was hij een ijveraar voor de dich
ting van de Baaksche Overlaat, waardoor
de jaarlijksche overstroomingen van zijn
gemeente tot het verleden zouden behooren.
Tot heden is hem dat nog niet gelukt
Gelukkig is dit gemeentehoofd te prij
zen, want op 1 Jan. 1936 was de ge
meente nog zonder een cent schuld.
Zeker een unicum In ons Nederland.
De feestdag zal voor den jubilaris, die de
A.R beginselen is toegedaan, niet onge
merkt voorbijgaan. Behalve, dat hij in een
officieele raadsvergadering zal worden ge
huldigd, heeft een comité uit de burgerij op
Donderdag as. een grootsche hulde voorbe
reid.
VERSCH BROOD
AAN HET ONTBIJT
Minister Slingenberg in
beginsel niet tegen ver
vroegde aflevering van
versch brood
Mits het verbod van nachtarbeid
niet in het gedrang komt
Memorie van Antwoord
op de Begrooting van
Sociale Zaken
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer op het Voorloopig Verslag
over de begrooting van Sociale Zaken deelt
de Minister mede, dat hij op dit oogenilik
geen toezegging kan doen inzake het bevor
deren van een schrapping van art. 35 zesde
lid der Arbeidswet 1929.
Intusschen ziet hij niet over het hoofd,
dat het vervoerverbod niet om zichzelf in de
wet ls neergelegd, maar alleen om de nale
ving van de bepalingen der bakkerspara-
graar, met name het verbod vaai nachtar
beid, te verzekeren. Dat beteekent dus, dat
de minister in beginsel geen bezwaar ziet
tegen vervroegde aflevering van versch
brood, indien valt aan te nemen, dat daar
geen overwegende bezwaren tegenover
staan, met name, dat het verbod van nacht
arbeid daardoor niet in het. gedrang komt.
De minister zal omtrent deze aangelegen
heid een nader onderzoek in het bedriji
doen instellen en, zoo dit gewenscht blijkt,
hierover het advies inwinnen van den Hoo-
gen Raad van arbeid.
Aan invoering van de 40-urlge werkweek
kan niet gedacht worden, aldus de Minis
ter, zoolang een aanmerkelijke loonsverla
ging tot do onmogelijkheden schijnt te be-
hoorem.
De minister venvacht ook van een ar-
beidsverbod voor 60-jarigen en ouderen
niet veel. effect ten profijte van de jongeren.
Een voorontwerp van wet, beoogen de ia
bepaalde gevallen vrouwelijk personeel in
fabriken en kantoren door mannelijk te doem
vervangen, is bij den Hoogen Raad van Ar
beid aanhangig. De minister meent binnen
kort het advies van dat College te mogen
verwachten.
De minister ziet voorshands weinig
aanleiding tot het vaststellen van een
arbeidsverbod voor gehuwde vrouwen.
Een verbod zou haar en haar gezinnen
ten zeerste dupeeren.
Bezwaarlijk zullen zij ander werk vinden
dan wellicht hier en daar een werkhuis.
Een bezwaar was ook steeds, dat de betrok
kene allicht naar de zooveel moeilijker te
controleeren huisarbeid zouden worden
drongen. Nu intusschen binnenkort de in
voering van de Huisarbeidswet kan wor
den tegemoet gezien, overweegt de minister,
in hoeverre daardoor het aspect van deze
zaak wellicht eenige verandering heeft on
dergaan.
De minister staat sympathiek tegenover
de gedachte van verdere invoering van de
arbeidswet en hij overweegt dan ook het
treffen van voorzieningen in deze i
gaande den arbeid in koffiehuizen en
hotels. Reeds hier echter wil hij erop wijzen,
dat de toestand in dat bedrijf allerminst
rooskleurig is en dat dus vooralsnog slechts
eenige behoedzame stappen op dit gebied ge
zet zullen kunnen worden.
De Minister kan geen medewerking ver-
leenen aan de totstandkoming van een wet
telijke regeling inzake de verbindendverkla
ring van loonen. Een wettelijke regeling van
de verbindendverklaring van algemeene be-
drijfshepalingen betrekkelijk sociale voor
zieningen is in voorbereiding.
Aan het departement van 'den minister is
een wetsontwerp in voorbereiding, dat de
strekking heeft om ook de bedrijfsvereeni-
gingen te betrekken bij de uitvoering van de
bij de Ongevallenwet 1921 geregelde verzeke
ring. Deze voorbreidioig bevindt zich reeds
in gevorderden staat.
De minister hoopt binnenkort een
voorstel tot wettelijke regeling van het
ziekenfondswezen bij de Staten-Generaal
aanhangig te kunnen maken.
De hnnrverlaging
De regeering heeft in 'de laatste jaren de
huren van met. rijksvoorschot gebouwde wo
ningen niet onbelangrijk verlaagd en brengt
daarvoor offers in den vorm van bijdragen
zoo die onmisbaar zijn. Op verwezenlijking
de in het rapport der Commissie-Vlie
gen aangegeven denkbeelden kan in de te
genwoordige omstandigheden niet in haar
ollen omvang gerekend worden; het rijk
kan de daarvoor noodige offers niet brengen
Ten aanzien van de huurverlaging, het eerst
nodoige, wordt met kracht doorgewerkt
De Minister is niet voornemens de al
gemeene normen der steunverleening te
verlagen.
De aangelegenheid van wijziging der
huurtoeslagregeling is nog in overweging
De Minister heeft omtrent verschillende
voorstellen over dit punt van gedachten ge
wisseld met de Contact-Commissie uit de
'akcentralen en die uit de gemeenten. Een
beslissing ter zake is nog niet genomen.
Het ligt zeer zeker in de bedoeling van
den Minister, voor zoover de gelden daar
voor aanwezig zijn en de omstandigheden
uit landbouwkundig oogpunt daarvoor plei
ten, de stichting van boerderijen niet alleen
bij de N.V. Onlginningsniaatschannij „He-4
Land van Vollenhove", doch ook bij de an
dere ontgin.ungs-maatschappijen te bevor
deren. Reeds zijn a n deze instellingen daar- j
voor de noodige machtigingen verleend. I
De bedrijfsraden
l de bevoegdheden
Het Tweede Kamerlid Hermans heeft
er de aandacljt van den Minister van Soci
ale Zalven op gevestigd, dat uit verschillen
de feiten blijkt (o.m. mijnbedrijf, sigaren-
industrie en grafische bedrijven);
dat een minderheid van werkgevers in een
bepaald bedrijf de totstandkoming van een
Bedrijfsraad kan verhinderen;
dat de uitvoering der Bedrij fsraden wet, als
ordening bedoeld, tot wanorde leidt, en
dat niet bereikt kan worden, wat in de
Memorie van Toelichting op genoemde wet
als verwachting werd uitgesproken, nL dat
„de gunstige resultaten, die in de sociale
ontwikkeling van het economische leven
worden bereikt", zouden worden „geconso
lideerd".
Daarom vraagt de heer Hermans aan den
Minister of het niet noodzakelijk is dat aan
de Bedrijfsraden een meer beteekenende
taak wordt opgedragen en zoodanige be
voegdheden worden gegeven, dat zoowel
werkgevers als werknemers het in hun be
lang achten in deze colleges naar goede sa
menwerking te streven.
Binnenschippers en
Binnenvissckers
Het Tweede Kamerlid Duymaer van
Twist heeft aan de Ministers van Land
bouw en Handel gevraagd, of geldelijke
steun zal worden verleend resp: aan de bin-
nenvisschers en binnenschippers, nu ook
aan de kleine boeren en tuinders financiee-
le steun zal worden verleend.
Onrechtmatig steuntrekken
op groote schaal
Te Maassluis is opnieuw gebleken,
dat nog steeds op groote schaal getracht
wordt, op onrechtmatige wijze steun te trek
ken. Na de geruchtmakende zaak welke in
het vorig jaar voor de Rotterdamsohe recht
bank werd behandeld, heeft de Maassluisohe
politie bijzondere aandacht aan de bestrij
ding van deze onregelmatigheden geschon
ken.
Dezer dagen is de recherche er in geslaagd
niet minder dan twaalf personen op te spo
ren, die door het valsohelijk opgeven van
hun inkomsten aan het bureau voor steun
verleening aan crisis-werkloozen, Rijk en
Gemeente in een enkel jaar voor ca. f 1500
hebben benadeeld. Tegen hen allen is proces
verbaal wegens valschheid in geschrifte op
gemaakt.
Het juiste bedrag van de fraude kon- tot
op heden nog niet worden vastgesteld. Als
kenmerkend staaltje van de brutaliteit,
waarmede sommigen te werk gingen, diene
dat een der verdachten inkomsten van f35
in een week had gehad, doch deze bij de op
gave geheel had verzwegen, zoodat hem de
volle steun werd uitbetaald. Hierdoor incas
seerde de man een weekgeld van bijna f50.
Het onderzoek der recherche wordt in sa
menwerking met den controleur voor de
crisis-werkloozen nog voortgezet.
Een avontuur op het IJsselmeer
Vrijdagavond kreeg de olieboot „Purfina
VII" een lek iin den sohroefaskoker. Op
het IJsselmeer heeft het vaartuig daardoor
dre dagen rond gedreven. Men was met
klein zeiltje in de richting Hoorn gevaren,
doch onder Etershehn raakte de boot aan
lager wal.
Tot overmaat van ramp was er geen eten
aan boord. Eerst Maandagavond hebben
drie bewoners van Oosthuizen brood naar
de uitgehongerde bemanning gebracht.
Door het drijf ijs was het onmogelijk naar
den wal terug te keeren. De lichte roeiboot
werd aan boord geheschen. De Oosthuizers
hebben de reis naar Hoorn meegemaakt
De electrische installatie was intact ge
bleven, zoodat men geregeld seinen kon ge
ven naar passeerende schepen, welke ech
ter niet opgemerkt schenen te worden.
Zaterdag heeft men den geheelen dag
rondgedreven, daar er te weinig wind was
om met het primitieve zeil en zonder zwaar
den vooruit te komen. De bemanning, be
staande uit kapitein G. Kok, den stuurman
G. Hofstetter en den machinist J. Deelstra,
heeft voortdurend met een holle maag moe
ten pompen om zinken te voorkomen. Van
slaap kon niet veel komen. Zondag en Maan
dag kon men met vrij gunstigen wind op
Hoorn aansturen, doch onder Oosthuizen
geraakte men door het krimpen van den
wid onder lagerwal en moest voor anker
worden gegaan. Men wist de Oosthuizers
duidelijk te maken, dat er honger aan boord
was. Met bekwamen spoed werd brood ge
reed gemaakt en niet zonder risico, daar er
intusschen drijfijs was gekomen van bijna
een meter dik, naar boord gebracht. Twee
keer werd de reis met de roeiboot gemaakt.
Toen de Oosthuizers weer naar den wal
wilden terugkeeren ging diit niet meer. Het
lichte bootje kon het ijs niet breken. Er zat
niets anders op dan aan boord te blijven,
zoodat zij den naoht aan boord hebben door
gebracht. Het bootje had eenige schade op-
geloopen.
Inmiddels had d!e loco-burgemeester van
Avenhorn den commissaris van politie te
Hoorn gewaarschuwd, die zich met den
Rijkswaterstaat in verbinding stelde, waar
na de olieboot de haven van Hoorn werd
binnengesleept.
VOORNAAMSTE
NIEUWS
Dit Nummer bestaat uit DRIE bladen
Verschenen is de Memorie van Antwoord,
aan de Eerste Kamer over de Begrootinj
van Buitenlandsche Zaken.
Verschenen is de Memorie van Antwoord,
aan de Eerste Kamer over de Begrooting van,
Sociale Zaken.
In de Tweede Kamer is de interpellatie-
Schalker behandeld over het beleid der Re-
geering ten opzichte van Rotterdam. Daarna
is begonnen aan de Surinaamschc begroo-
ting.
Interview met den heer 7. Pietersent
Moens naar aanleiding van het a.s. jubilev.rn
van de Bond van Chr. Zang' en Oratorium,
Vereenigingen.
De weekstaat van de Nederlandsche Bang
toont een vermeerdering van de goudvoor
raad met vier millioen gulden.
In de Fransche kamer zijn de debatten in
zake het Fransch-Russische pact voortgezet4
De revolutie in Paraguay is beëindigd; de
opstandelingen hebben de regeering over
genomen.
In het noorden en zuiden van AbessiniS
versterken de Italianen de veroverde stel
lingen
Voorkomt verkoudheid en keelpijn
Ivorol-gebraikers zijn zelden verkouden en
hebben zelden keelpijn, omdat deze tandpasta
den mond dagelijks grondig desinfecteert,
Officieele Berichten
ONDERSCHEIDING
AUDIëNTIE
De gewone audiëntie van den Minister van
RAAD VAN ARBEID TE ROTTERDAM
Tot voorzitter van de Raad van Arbeid t«
13 benoemd. M. J. Harts, onder ce-
t? j eervol ontslag als voorzitter van 'da
Raad van Arbeid to Middelburg.
jeen
SB; 0176 H