85.
blue band
*Ufk<X0/l
rö
Een Reformatorische beweging
in Hongarije in 1884
De Reformatie der Hongaarsche Kerk
SLAOLIE
üansê
KWALITEIT
PUROL
DINSDAG ii FEBRUARI 1936
DERDE BLAD PAG 9
Nu in dezen tijd de Nederlandsche Geref.
Kerken het vijftigjarig jubileum van de Do
leantie vieren, zal het do Nederlandsche
lezers misschien interesseeren te weten, dat
in denzelfdcn tijd in Hongarije ook 'een
merkwaardige reformatorische beweging
ontstond, die eveneens groote Gereformeer
de idealen wilde verwezenlijken. Deze Hon
gaarsche beweging begon officieel 1 Juli
1884, toen de predikant van het kleine Sza-
paryfalva: Karei Racz, een kerkelijk blad
oprichtte „Szabad Egyhdz" (d.i. De Vrije
Kerkt gehoeten, mot als doel dp reformatie
der Hongaarsche Gereformeerde (Hervorm
de; Kerk voor te bereiden.
Racz, een leerling van Böhl en Kohlbrug-
ge, werd in 1842 geboren en stierf in 1925.
Hij studeerde in Weenen bij Böhl, die hem
naar Elberfeld stuurde, waar hij Kolhbrugge
leerde kennen.
Racz was echter niet de eenige, die onder
Kohlbrugge's invloed kwam, maar vele Hon
garen uit dien tijd sloten zich bij de Kohl-
bruggianen aan. Twee ervan leven nog: prof.
dr. Joseph Erdös, die vroeger Oude-Testa-
ment doceerde aan de Universiteit van De
brecen, en ds. Sigmund Keek te Crvenka
(Hongaarsche Cservcnka, nu helaas onder
Servisch bewind).
Deze Kohlbruggianen stonden in briefwis
seling met Böhl en kregen waardevolle
raadgevingen van hun buitenlandsche vrien
den.
Nog tijdens zijn verblijf te Elberfeld ver
taalde Racz, Kohlbrugge's Verklaring van
den Heidelbergschen Catechismus en gaf
die uit. Spoedig daarop keerde hij naar Hon
garije terug orn daar vol idealen zijn refor-
matorischen arbeid aan te vangen
In 1SS4 werd hij predikant van Szapary-
falva en daar richtte hij zijn blad „De Vrije
Kerk" op, dat hii, ondanks schier onover
komelijke moeilijkheden, strijd, misver
standen. ja zelfs vervolging, ongeveer der
tig jaar lang redigeerde.
Racz en zijn vrienden gingen nu aan den
arbeid. Hun eerste doel was, om het gezag
van de Heilige schrift en van de Belijdenis
schriften te herstellen. Hiertoe vertaalden
zij de Heidelbergsche Catechismus en de
Helvétische Confessie.
Vrije Kerk en Kerkelijke school
Wat de Kerk betreft, wilden ze, dat deze
geheel vrij en zelfstandig zou zijn en dat
haar rechten, die vastgelegd waren bij de
vredesverdragen na de vrijheidsoorlogen
tegen de Habsburgers in alle opzichten
zouden geëerbiedigd worden.
Voor de scholen was hun ideaal: elke
plaatselijke Kerk een eigon Christelijke
school. De scholen moesten in het bezit van
de kerken blijven. En waar een kerk geen
school bezat, moest zoo spoedig mogelijk een
Christelijke school worden opgericht. Als
daarentegen de een of andere Kerk haar
school gedachteloos aan den Staat had over
gedragen, moest ze deze zoo spoedig moge
lijk van den Staat zien terug te krijgen.
Rdcz en zijn volgelingen kwamen In
deze schoolkwestie iD botsing met den
tijdgeest In dien tijd bestond er n.L
een ware manie om alle Christelijke
scholen aan den Staat over te dragen.
Racz en de zijnen bonden een heftigen
strijd aan tegen dezen verkeerden
geest. En die 6trijd werd al bijzonder
scherp toen het bestuur van zijn kerk-
district1) Rdcz wilde dwingen om ook
zijn school aan den Staat af te staan.
Toen nu noch Rdcz zelf, noch de gemeen
te dit wilde, gebeurde het allerdwaaste wat
men zich op dit gebied denken kan. De
Particuliere Synode beschuldigde Racz van
verzet tegen den Staat, omdat hij zijn ge-
Dt. J. Sebestyén
meen te aanmoedigde om haar eigen Chris
telijke school te handhaven!
Geloofstaal
Op 9 Maart 1890, op een Zondagmorgen,
werd hij met zijn ouderlingen op het ge
meentehuis ontboden. Daar verklaarde hij
onverschrokken ten aanhoore van vele men-
schen: „Liever buig ik mijn hoofd onder
den bijl van den beul, dan dat ik het slui
ten of aan den Staat overdragen van onze
Christelijke scholen zou toestaan. Het op
richten van openbare scholen zou voor ons
volk verderfelijk zijn en de weg daarheen
zal slechts gaan over onze lijken".
Ook op de scholen zelf begon hij 'n refoi-
matie, opdat ze meer en meer zouden be
antwoorden aan hun doel, en het gehcclc
onderwijs gebaseerd zou zijn op de Gerefor
meerde beginselen.
Hij trachtte bovenal het geestelijk leven
der gemeente te verdiepen door meer inten
sieve prediking van Gods Woord.
Hij waarschuwde onvermoeid tegen elke
staatsinmenging in kerkelijke aangelegen
heden. Tegenover de Regeering onder het
Roomsche Huis van Habsburg moest de
grootste omzichtigheid betracht worden. Vol
gens hem mochten predikanten geen ridder-
orders van de Regeering aannemen. Ook de
Kerkre-geering wilde hij reformeeren. Geen
bisschoppen mochten er zijn, en zóó deze er
al waren, dan mochten zij niet, zooals tot
nog toe, krachtens hun waardigheid lid zijn
van het Hoogerhuis van het Parlement.
Hij wenschte dat er maatregelen ge
nomen zouden worden ter voorkoming,
dat er onder de Gereformeerde predi
kanten, godsdienstonderwijzers en
onderwijzeressen, iemand armoede zou
lijden, omdat armoede, volgens hem.
de allergrootste vijand was van vrij
heid en onafhankelijkheid.
Kerkelijk grondbezit
Ter verwezenlijking van dit doe!
raadde hij den Gereformeerden aan
kerkelijk grondbezit te verwerven:
„zooveel mógelijk grondgebied van
den, door het bloed onzer vaderen ge-
wijden vaderlandschen bodem".
gemeenten. Tn de groote Hongaarsche Al-
röld „Laagvlakte", in het Grreformeeio
kerkdistrict „Over de Theiss" zijn ook nu
nog plattelandsgemeenten van twintig
tot dertigduizend zielen, met slechts twee
predikanten, twee hulppredikers en even
tueel een of twee godsdienstonderwijzers.
Het is onmogelijk in zulke gemeenten inten-
sieven herderlijken arbeid te verrichten. Al
leen de uitgebreide administratie kerke
lijke bureaux heeft men niet! neemt den
predikant zoo zeer in beslag, dat hij nauwe
lijks tijd heeft tot het verrichten van éénig
ander werk.
Tegen deze en dergelijke misstanden
streed Racz nu vijftig jaar geleden. Hij
eischte, dat in de groote kerken, op elke
duizend zielen een predikant, zou komen en
als dat niet mogelijk bleek, dat dan althans
een voldoende aantal hulppredikers zou wor
den aangesteld.
Voorts streed Rdcz voor Zondagsheiliging,
voor de afschaffing van overbodige ceremo
niën enz.
Daartoe behandelde hij In zijn blad „De
Vrije Kerk" achtereenvolgens de groote
vraagstukken van het kerkelijk leven van
Gereformeerd standpunt uit.
De resultaten
Welke invloed heeft deze beweging ge
had? Wat heeft zij bereikt?
Nu blijkt er helaas het groote verschil met
den Hollandschen Doleantie-strijd.
De uti komst is niet geweest zooals we had
den mogen venvachten.
In de Gereformeerde (Herv.) Kerk was de
liberale tijdgeest, die de geheele Hongaar
sche maatschappij doortrokken had, zóó
sterk, dat Racz en de zijnen hun beweging
ndet tot een nationale konden ontplooien.
Op theologisch en kerkelijk gebied was
het verval in de Geref. (Herv.) Kerk zeer
groot. En zoo ondervonden Rdcz en zijn me
destrijders buitengewoon grooten tegenstand.
Groot was de moeilijkheid, dat Racz' eigen
blad „De Vrije Kerk" niet een aanzienlijk,
door het geheele land verspreid orgaan was,
zoodat het slechts een kleine groep men-
schen kon beïnvloeden.
En terwijl Racz en zijn bezield klein troep
je daardoor voor het verwezenlijken der
Gereformeerde idealen bescheiden en in
stilte, zonder veel uiterlijk vertoon, werkte,
was het leger der modernen integendeel zeer
krachtig, en beschikte over veel invloed.
Het modernisme gekomen
Het gevolg was, dat de grootendeels
uit Nederland geïmporteerde moderne
theologie een geheele schaar van,
principieel niet zuiver voelende, maar
overigens ontwikkelde en wakkere
Hongaren, van goeden wille, met zich
meesleepte en daardoor verhinderde
dat Racz en de zijnen hen konden be
naderen of beïnvloeden.
Zoo werd het modernisme helaas tóch
toonaangevend. Het riep een beweging in het
leven door groote geldelijke offers cn een
krachtig gevoerde actie, waardoor rationa
lisme en Schriftcritiek althans tijdelijk in de
Geref. (Herv.) Kerk hoogtij vierden.
In algemeen-Christelijke richting
Gelukkig volgde een reactie. Het ongeluk
wilde echter, dat tegenover het modernisme,
niet een confessioneele Gereformeerde actie
ontstond, onder den invloed van de aanhan
gers van Racz, maar, dat onafhankelijk van
diens werk een réveil-beweging ontstond
van a 1 g e m e e n-C h r i s t e I ij k karakter.
Deze beweging, die uit Schot'and en
Duitschland kwam, stond sterk onder Piëtis-
tfschen en Methodistisch en invloed en sloeg
een typisch algemeen Christelijke richting
in. Zoodoende kon zij niet het, in het begin
dezer eeuw, aan Rdcz ontvallen vaandel op
nemen, noch zijn werk verder voortzetten.
Vandaar dat de zoo schoon begonnen Re
formatorische Beweging van Karei Rdcz
langzaam aan verflauwde,, eensdeels door
den invloed van hef modernisme, anderdeels
door die van het interconfessioneele réveil
in algemeen Christelijken geest.
Aangezien echter deze réveil-Bewe
ging het Hongaarsche Gereformeerde
volk evenmin Lon brengen wat het
EXTRA
exclusief flesch
statiegeld 5 cl.
calve'-
de zuinigste- cle beste
DE MIJDRECHTSCHE
MILLiOENEN
Eisch twee jaar
gevangenisstraf
De Amsterdamsche arr.-rechtbank heeft
het getuigenverhoor voortgezet in de straf
zaak tegen den Mijdrechtschen kwetker B.
Zoaals men weet is deze man ree ls jaren
lang bezig rechten te doen gelden op
groot gedeelte van de millioenenerfenis van
mevrouw de weduwe van Wierineen. In
1932 produceerde hij stukken, die zouden
moeten bewijzen, dat hij recht had op een
groot kapitaal en veel landerijen De stukken
werden door een aantal deskundigen valsch
verklaard en B. hoorde zich door de recht
bank tot twee en een half jaar gevangenis
straf veroordeelen. In hooger beroep werd
het er niet beter op: het hof verhoogde dó
straf tot vier jaar.
Ook na het strafproces ging verd. bij
gestaan door zijn beide raadslieden onver
droten voort met het voeren van civiele
processen. Verdachte legde een kcopacte
over, een acte van décharge en een cahier,
waarin verschillende onderhandelingen
ren vastgelegd.
Weer werd tegen B. een strafvervolging
aanhangig gemaakt
Dr. Brunner, uit Zörich, concludeerde tot
echtheid van de stukken.
Naar de meening van deskundigen
charge zijn ook deze stukken, evenals
de reeds eerder besprokene valsch en
naar alle waarschijnlijkheid afkomstig
van verdachte.
zoo zeer noodlg had, n.L de besliste en
zuivere Gereformeerde beginselen, in
staat om een reformatie te verwezen
lijken, gingen in het leven der Hon-
gaarsch Geref. (Herv.) Kerk 2535
jaar verloren.
In 1920 probeerde een nieuwe de
hedendaagsche „Gereformeerde Be
weging" opnieuw in het leven der Hon
gaarsche Geref. (Herv.) Kerk den weg
tot een gezonde reformatie te banen2).
Nieuwe Geref. Beweging
Het werk van deze nieuwe „Gereformeer
de Beweging" ontmoet nog groote moeilijk-
heden, want al heef' het modernisme niet
veel kracht meer en al heeft Jiet ook geen
leiders meer in de Hongaarsche Geref.
(Herv.) Kerk. de sporen vAö den nïodefhèn
geest zijn er nog altijd.
In de tweede plaats voelen (de) alge
meen Christelijke bewegingen niet
voor de helijnde Gereformeerde beginselen
en óók niet voor het ideaal van reformatie,
zooals dat in het belang der Kerk wensche-
lijk zou zijn.
Toch moeten we met vreugde constatee-
ren. dat in den laatsten tijd de officieels
Geref. (Herv.) Kerk zelf reformatorisch op
treedt. Twee zéér belangrijke punten wor
den althans ingezien: ten eerste, dat men
het Hongaarsche Geref. (Herv.) kerkelijk
leven over de geheel linie moet reformeeren.
Ten tweede, dat deze reformatie niet op de
basis van vreemde beginselen, als het Me-
thodisme, Piëtisme, Algemeen Christendom!,
maar op de basis van de aloude, zuivere
Thans was het woord aan de getuigen
k décharge.
Verschillende dorpsverhalen over de we
duwe komen op het tapijt, welke weinig
inhoud en bewijsmateriaal schijnen te b~
vatten. Als het getuigenverhoor ten einde
wordt verdachte B. door den president aan
een uitvoerig verhoor onderworpen. Hij
houdt vol. dat de stukken, w. o. de koopacte,
valsch zijn.
De acte is door verd. opgemaakt en ge
schreven en door mevr. v. W. ondertcekend.
In zijn requisitoir merkt de officier van
justitie op. dat het hier gaat om een fen.
dat gepleegd is in 1934 en niet zooals wel
hpweerd wordt lange jaren geleden. In
1934 zijn in het civiele proces stukken ge
produceerd, die naar het oordeel van het
O. M valsch zijn. Na de feiten, zooals die
zich hebben voorgedaan In het proces
1932. te hebhec gereleveerd, zegt de officier,
dat het in dit geval er niet toe doet wie de
'alsche stukken heeft geteekend. Zeker is,
dat niet mevr. van W. de handteekeningen
heeft gezet
Eisch tegen verd. 2 jaar gev.straf.
Na verschillende punten te hebben bespro
ken, concludeert de verdediger de vaste
overtuiging te hebben, dat verd. onschuldig
al weet hij hiervan hét overtuigend be-
wiis. niet geleverd te hebben.
Vervolgens is het woerd aan den tweeden
verdediger, die het deskundigen-ondereoek
onder dp loupe neemt. Uitvoerig bespreekt
pl. dan de getuigenverklaringen, waarna hij
de. mogelijkheid behandelt of er inderdaad
een zekere zakeliike verhouding bestond
tusschen mevr. van W. en verd.
Pl. concludeert, evenals zijn confrère,- tot
»TÜsr>raak van verd.
Na re- en duniiek wordt de uitspraak
vastgesteld op 21 Febr. t.s.
Gereformeerde beginselen moet worden ge
leid. En dit kan men temidden van de he
dendaagsche moeilijkheden der Hongaarsche
Gereformeerde (Herv.) Kerk-al een zeer be
langrijke vooruitgang noemen!
Dr. J. SEBESTYéN
l) De Hong. Geref. (Herv.) Kerk la ver
deeld in vier districten, met vier bisschop
pen.
-) Van deze beweging is prof. dr. J. Sebes-
tyen de zieL (Noot van de Redactie).
RUBRIEK,
WOENSDAG 12 FEBRUARI
HILVERSUM I 1875 NL VARA-Uilzendlnr.
8.00 Gram.pl. 9.30 Kookpraatje. 10.00
Morgenwijding VPRO. 10.15 I ezing. 2 0
Voor de vrouw. 3.00 Voor ie kindeten.
5.30 VARA-Orkest. 6.30 RVU. l<ezing. 7.15
,.De Krekeltjes". 7.40 Voor Lach:. 8.00
Berichten. 8.15 VARA-Orkest. 9.30 De
Flierefluiters. 10.00 Berichten. 10.05 Ver
volg concert. 10.30 Kwintet., 11.10 Orgel
spel.
HILVERSUM H 301 NL NCRV-Uitzendln*.
8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.159.30
Gram.pl. 10.30 Morgendienst door Ds. S.
J. Pop ma, Geref. Pred. te Amersfoort.
11.00 Gram.pL 11 15 Viool en piano. 12.30
Vocaal en instr. concert. 2.20 JubUeinn-
uitzendlng. 4.20 Gram.pl. 5.00 Kinderuur.
6.006.30 Landbouwpraatje. 7.00 Berich
ten, reportage. 7.30 Medische lezing. 8.00
Berichten, lezing over de luchtmacht.
8.35 Oratorium-uitzending, m.m.v. Chr.
Radio-Koor, solisten en het NCRV.-
Orkest. 10.05 Berichten, causerie.
DROITWICH 1500 NL 12.05 Orgelspel. 12.35
BBC-Empire-orkest. 1.352.20 BBC-
Schotsch orkest. 3.10 PianorecitaL 3.3?
Sted. Orkest Bournemouth. 5.05 Kwintet
concert. 5.35 Tricconcert. 6.50 Strijkkwar
tet en cembalo. 7.10 Lezingen. 8.35 Cau
serie. 8.50 BBC-Symphonie-orkest. 10.15
Vervolg concert.
RADIO PARIS 1648 NI. 11.20 en 2.50 Orkest
orkest 4.20 Zang. 5.50 Orkestconcert
KEULEN 456 NL 8.20 Concert. 11.20 Orkest
concert. 1.20 Amusementsorkest 5.20
Orkestconcert. 8.05 Walsenconcert. 10.00
11.20 Omroeporkest- en kleinorkest
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M. 1.30—2 20
Licht orkest. 6.20 Zang. 8.20 Omroep
orkest 484 M.: 12.20 Klein-orkest. 5.20
Kamermuziek. 8.50 Symphonieconcert.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 NL 8.05 Con
cert en sportreportage. 9.40 Wintersport-
nieuws.
Ijsvermaak'
geeft ruwe huid
verzacht - geneest
Politiek-neutraal
Nog steeds wordt door velen onzer leden
maar niet begrepen, dat onze Chr. vakbewe
ging en ook onze eigen organisatie op het
standpunt staan van de partij-politieke neu
traliteit; aldus de „Chr. Metaalbewerker":
Maar wij beginnen er in de laatste tijd
ook al meer aan te twijfelen of er onder
ons niet zijn die dat standpunt betreu
ren en gaarne zouden zien. dat we ons
bij onze beschouwingen en onze daden
lieten leiden door de theorieën van een-
bepaalde politieke partij, die hier en daar
onder de Christelijke arbeiders wat aan
hangers schijnt te krijgen.
Hoe dit ook zij wij zijn en blijven in
dit opzicht neutraal en denken er niet.
aan naar rechts noch links van de goede
weg af te wijken.
We hebben, zoo vervolgt de redactie later,
hooge achting voor den heer Colijn. doch
dat hebben we ook voor tal van andere, eer
lijke politici en dan inzonderheid voor zoo
ver zij belijders zijn van den Christus.
Maar dat wij ons zouden laten lelden
door hun politieke inzichten ten opzichte
van ons werk, dat is volmaakt met de
waarheid in strijd.
Noch theoretisch noch practisch Is ons
werkprogram gewijzigd; zeker niet wat
betreft de algemeene groote lijnen.
Geen enkele principieele verandering
heeft er ten deze bij ons plaats gevonden.
Feuilleton
„DE LIEFDE IS DE MEESTE"
NAAR HET ENGELSCH
(15
„Tien jaar? Dan was ik nog maar een klein meisje, toen, u
ging!"
„Het liefste kleine meisje van de wereld!Kom, vertel mij
Ou eens, wat dat treurige geval is. Je ziet er naar uit, of het
je zelf ook diep getroffen heeft"
Alle licht en vroolijkheid trok weg van haar jeugdig gezichtje.
„O, Roy, 't is toch zoo 'n groot verdriet!Die arme Oom
Thomas is dood, en ze zeggendat hij vermoord is!"
„Vermoord?" herhaalde hij. „Vermoord? Dat is verschrikke
lijk!Hoe komen ze er bij, dat hij vermoord zou zijn?'1
„Ik kan het je niet zeggen. Het is tè vreeselijk!"
„Weten ze, wie het gedaan heeft?"
„Neen". Ze huiverde. „Maar ze doen hun best, om er
achter ie komen. Ik praat er anders liever niet van, Roy.
Vertel mij eens iets van jezelven. Waar ben je al die jaren
geweest? En waarom hebben we niets van je gehoord?"
„Waarom zou je er naar verlangd hebben, iets van mij te
hooren, Gwennie? Je was maar een kind, en nichtje Maria was
nooit zoo bijzonder op mij gesteld. Ik geloof, dat ik ééns of
tweemaal geschreven heb, maar niemand scheen er iets voor
te voelen, om mij te antwoorden, of om de briefwisseling voort
te zetten; dus is die haar natuurlijken dood gestorven."
„Ben je al die jaren in Iudië geweest?"
„Ja. al die jaren."
„O, Roy, hm- vreemd! Waarom kon je nooit eens terugkomen?"
„Misschien herinner je je nog, dat ik naar mijn vader ging?
Nu, hij was dood, toen ik daar kwam. Van dat oogenblik af
heb ik er mij zelf moeten doorslaan; dus was er ook geen
gelegenheid meer, om eens over 'te komen. Geen geld en geen
vrienden; zóó was de toestand kortweg. Dus bleef ik daar en
werkte er mij zoo goed mogelijk bovenop. Maar makkelijk was
dat niet en het was een langdurige geschiedenis. Nog ben ik er
niet geheel, maar nu moest ik toch thuis komen, al had ik over
den Oceaan moeten zwemmen."
„Hoe droevig voor je, om je vader overleden te vinden, toen Je
daar kwam!" zei Gwendolen, naar hem opkijkend met sympathie
in den'blik.
„Ja, dat was wel heel hard! Jij bont de eerste, dit In dit op
zicht iets voor mij voelt, Gwennie. En nog het treurigste was
de wijze, waarop, hij aan zijn einde was gekomen. Ik denk,, dat
Je daar toen ter tijde niets van gehoord hebt. Je was nog te
jong, zoodat je het je in ieder geval niet meer zult herinneren.
Het is een lange geschiedenis; te lang, om je die nu te vertellen
op den eersten dag, dat ik je weerzie na al die jaren!"
„Toe, vertel het mij toch maar! Ik zou *t zoo graag hooren."
Voor een groot deal werkte hier ook zeker het verlangen toe
mee, om vragen bespaard te blijven betreffende haar oom.
„Zou je het waarlijk graag hooren, Gwennie?" vroeg hij nog
eens.
„Dat weet je toch wel."
„Het is anders geen verkwikkelijke geschiedenis. Mijn
vader dan had een vriend, een man, dien hij tenminste zijn
vriend waande, maar die hem geruïneerd heeft. Ik hoef niet
in nadere bijzonderheden te treden, want die zou je toch niet
begrijpen en eigenlijk doen ze ook niets ter zake. Óp de meest
verraderlijke wijze ruïneerde hij den eerlijksten en hoogs»-
staanden man in Indië en we! zóó, dat het nog den schijn had,
of het oneervolle juist aan den kant van mijn vader school. Na
al die jaren voel ik nog de razernij, die er over mij kwam, toen
ik hem geheel doorzag. Mijn vader had het 't hart gebroken.
Juist omtrent dien tijd verwachtte hij mij bij zich, maar hij
wilde zijn eigen zoon niet zóó onder de oogen komen. Vat je.
wat dit beteek ent, Gwennie: een man, die zijn éénigen, eigen
zoon niet onder de oogen wilde komen wegens de schande, die
er over hem was gebracht door verraadIk heb nu al een
heelen tijd geleden bewezen, dat mijn vader de eerlijke en de
andere de oneerlijke partij was in Jie zaak; maar eerst dit jaar
ben ik in staat geweest, den schurk te vinden, die even goed
mijn vaders moordenaar is geweest als dat hy hem met een
mes doorstoken hadJa, ik heb mijn vaders naam van smet
bevrijd, maar wat geeft dat nog. nu hij er niet meer is!
„O, Royl Anne, arme Roy!" riep ze vol sympathie en met
tranen in de oogen.
„Dank je, kind", zei hij heesch.
Een oogenblik zwegen ze, ieder onder den Indruk van de
donkere schaduw, die er over hun leven lag.
„Heb je ooit dien valschen vriend gevonden?" vroeg ze
eindelijk.
„Ja. Maar ik ben er van dit jaar pas achtergekomen, zooals
ik zooeven zei. Al die jaren lang heb ik den n»»™ van den
yerader verfoeid maar nu niet meer."
„Daar ben ik blij om", zei Gwendolen, de hand drukkend, die
nog de hare vasthield.
„Mijn toorn zou hem nu toch niet meer kunnen troffen, want
hij is doodIk hoop van harte, dat je ware vijandschap
nooit zult leeren kennen", vervolgde hij met groote nadruk. „Er
is een soort haat, dde je tot in het diepst van 't gemoed ver
bittert; alleen de herinnering aan jou heeft nog eenige zachtheid
in mij achtergelaten. Weet je nog wel, dat je je ln die dagen
„mijn vrouwtje" noemde?"
„Ik zal nog wel meer dwaasheden hebben gezegd in die
dagen!" lachte zij.
„Vind je het dan zoo dwaas?" vroeg hij ernstig.
„Ja zeker."
„Is er dan soms iemand anders?"
„Ja, Roy, er is iemand anders."
„Wie is het?"
„Je kent hem toch niet; Miles Mostyn heet hij."
Jardine keek haar aan, met verwonderd-vragenden blik:
„Miles Mostyn?" herhaalde hij. „Miles Mostyn?Waar heb
ik dien naam ook weer laatst gehoord? O ja, dat is waar ook!
Nu, Gwennie, ik wil niet langer beslag leggen op je tijd. Maar
binnen een paar dagen kom ik je weer eens opzoeken, als ik
mag."
Hij stond op en stak haar de hand toe. Gwendolen schonk
daar geen aandacht aan: alle kleur was uit haar gezichtje ge
weken en ze keek naar hem, met groote, verschrikte oogen.
„Wat bedoelde je met Miles?" vroeg ze. „Hoè heb je zijn naam
gehoord? Wat zeiden ze van hem?"
„Och, maar wat onzin, denk ik! Eigenlijk heb ik er niet veeJ
aandacht aan geschonken."
„Wat was het, Roy?" drong zij aan.
„Wel, hij schijnt op de een of andere wijze betrokken te zijn
bii di-m moord, waarvan je zooeven gesproken hebt", antwoordde
Jardine onwillig, terwijl hij intusschen strak den blik op haar
gericht hield.
Ze begon te beven, maar hield de handen stijf ineen, om haar
opgewondenheid verbergen.
JDat weet ik", zei ze fluisterend. >!aardenken ze ook
wordt er ook gedachtdat hij het deed?"
„Je hebt hem innig lief?"
J aO, Roy, ik ben zoo vreeselijk bang!W. wordt er
gezegd?.Wat denken ze?"
Je moet niet bang zijn, kindje; daar bederf je de zaak juist
mee! Wat komt het er op aan, wat de menschen denken, die
niets weten van Mostyn? Laat ik er je bij helpen, Gwennie. Jo
weet, dat ik alles ter wereld voor je zou willen doen? Vertel mij
eens, wat het is, waar Je zoo bang voor bent?"
Gwendolen trad onwillekeurig een paar stappen terug. Ze had
de vreeselijke gewaarwording dat ze in <*>n oogenblik van
zwakheid haar verschrikkelijk geheim had verraden-
(Wordt vervolgd).