Siroop Farnd
w //M
Naar en in Zuid-Afrika
MAANDAG 3 FEBRUARI 1936
EERSTE BLAD PAG. 2
Buitenland
DE OORLOG
IN OOST-AFRIKA
Italianen loochenen Abessijnsche
overwinning
Nieuwe oorlogsdruk/e
in Addis Abeba
Naar aanleiding: van de berichten uit
^Abessinische bron over een beweerde over
winning. welke bet leger van den negus
tusschen 29 en 30 Januari in Tembicn zou
hebben behaald en waarbij de „28 October"
divisie zou zijn vernietigd, wordt in bevoeg
de kringen te Rome verklaard, dat die be
richten betrekking moeten hebben op het
gevecht, dat tusschen 20 en 24 Januari in
Tembien is geleverd.
Deze gevechten zijn geëindigd
5n een volkomen nederlaag der
Abessiniërs: de genoemde zwarthem-
dendi visie heeft daarbij met groote moed
weerstand geboden aan de aanvallen der
{vijanden, waardoor de andere Ttaliaansche
troepen in staat waren de definitieve zege
te verzekeren.
De waarheid is, dat de divisie zwart-
hemden drie stukken geschut heeft ver
loren. Verder zijn 25 officieren gesneu
veld en 19 gewond; bij de soldaten wer
den 3S9 Italiaansche en 310 inlandsche
manschappen gedood of gewond.
(Dit bericht, opgenomen in het 106e Tta
Jiaansche oorlogscommunique. verscheen
reeds op 27 Januari in onze courant, en is
dus zeer oud nieuws! Red.).
Duren de gevechten voort?
Volgens Abessijnsche berichten duren ook
thans de gevechten in Tembien nog voort;
zij schijnen echter vooral op kleine schaal
Je worden geleverd.
Een afdeeling van Ras Kassa zou een af
zonderlijke aanval op een Italiaansche af
deeling nabij Tokoele hebben gedaan en
35 Italianen gedood en twee gevangen ge
nomen hebben. Gelijktijdig zouden ten Zui
den van Aksoem tal van schermutselingen
hebben plaats gehad.
Abessijnsche militairen meenen, dat de
troepen van den Negus Makalle zouden
kunnen heroveren, doch dat daarvoor veel
snenschenlevens opgeofferd zouden moeten
worden. Men geeft er daarom de voorkeur
aan te trachten de verbindingen met die
stad af te snijden, ten einde te pogen de
Italianen te dwingen Makalle te ontruimen.
Op de weg van Makalle naar Adoea zijn
Abessijnsche patrouilles gesignaleerd en
waarschijnlijk trachten deze de weg te be
zetten.
Door 'de nederlaag in het Zuiden van
Ras Desta en de daardoor noodig ge
worden aanvulling der troepen, levert
Addis Abeba weer het schouwspel van
groote oorlogsdrukte. Uit het Westen
en het Centrum komen voortdurend
krijgslieden aan, die, na wapens te heb
ben ontvangen, direct naar het Zuiden
worden doorgezonden. Uit deze troepen
verplaatsingen blijkt wel, hoe bezorgd
de Abessijnsche regeering over de toe
stand in het Zuiden is, al verklaart zij
officieel, dat de toestand daar niet tot
overgroote ongerustheid aanleiding geeft
Men erkent, dat de Italianen 300 K.M.
ten Noorden van Dolo zijn opgerukt en
een groote troepenmacht in Neghel li
hebben; zij zouden reeds Wadara heb
ben bereikt,
IWat Marinetf! vertelde
De bekende fascistische dichter Marinetti,
53ie deel heeft genomen aan de gevechten in
{Tembien, heeft daarover aan een vertegen
woordiger van Havas nog de volgende bij
zonderheden medegedeeld:
„Het gevecht, dat van 20 tot 24 Januari
Öuurde, was belangrijk, daar Ras Kassa de
mogelijkheid aanwezig achtte, om door de
Italiaansche linies heen te breken en naar
Hauzien te trekken. De Abessijnen hadden
geweldige hoeveelheden munitie, daar zij
yier dagen en nachten achtereen zonder on-
iderbreking hebben geschoten.
Drieduizend man van een uitgelezen
zwarthemdendivisie, gelegerd in een klein
lort, dat slechts met een lage muur was
omringd, werden door 15.000 Abessijnen
aangevallen. Het fort stond onder bevel van
een divisie-generaal ,die regelmatig uitval
len liet ondernemen, waarbij o.a een Abes-
sijnsch stamhoofd werd gedood, die met zijn
znannen trachtte een bron, welke vier K.M.
buiten het fort was gelegen, te bezetten.
De munitie der Italianen raakte uitgeput
en water ontbrak, daar de weg naar de
bronnen was afgesneden. Er was echter
geen oogenblik een paniek in het fort en
niemand twijfelde aan de uiteindelijke zege.
Ik zag. aldus Marinetti. soldaten, die des
avonds niet dronken, om niet de water-
reserve aan te spreken, welke noodiz was
voor het afkoelen van hun machinegeweren.
Toen de Italiaansche versterkingen waren
aangekomen, zag Ras Kassa in. dat zijn
poging om naar I-Iausien op te rukken, was
mislukt. Onze moedige afdeeling en het
detachement, dat ons te hulp wilde komen,
had 600 dooden en gewonden te betreuren".
Aalmoezenier gesneuveld!
Een telegram van graaf Pistoia maakt
melding van de doqd van pater Reginaldo
Giuliano, den aalmoezenier van een divisie
zwartbemden in Oost-Afrika. Giuliano was
in Italië zeer populair. Hij onderscheidde
zich tijdens de groote oorlog; hij volgde
d'Annunzio naar Fiume en nam deel aan
de opmarsch naar Rome als aalmoezenier
dor zwartbemden. Hij was met de eerste
vrijwilligers naar Oost-Afrika vertrokken.
Het leger is gezond
Senator Aldo Castellani, de direct van de
gezondheidsdienst in Oost Afrika verklaarde
aan de journalisten te Dolo dat de gezond
heid der Italiaansche soldaten geen enkel
gevaar loopt en dat deze beschermd wordt
door sanitaire maatregelen, waardoor iedere
tropische ziekte zal kunnen worden voor
komen. Van besmettelijke ziekten is in het
Italiaansche leger nog geen enkel geval ge
constateerd. Het aantal malariageval-
len is zeer gering dank zij de distributie op
ruime schaal van kinine.
Oorlogscorrespondenten aan het front
Het bezoek aan het front, waartoe de Ita
liaansche legerleiding de oorlogscorrespon
denten te Asmara reeds sedert verscheidene
dagen gelegenheid heeft gegeven, heeft ook
de vervooruitoeschoven Italiaansche stellin
gen ten Zuid-Oosten van Makalle gegolden.
De geest der troepen is volgens de corres
pondenten goed.
De pauze in de krijgsverrichtingen, welke
thans is ingetreden, wordt besiteed voor
wegenaanleg en het boren van bronnen,
doch vooral met bet aanbrengen van goed
beschermde versterkingen.
Ten Zuiden en ten Zuid-Oosten van Ma
kallé krijgt men de indruk, alsof de bergen
met sperforten zijn bezaaid.
De stemming der Abessijnsche bevolking
komt den correspondent pro-Italiaansch
voor. Niettemin zijn overal maatregelen ge
troffen ter voorkoming van aanslagen. Ove
rigens worden de bewoners scherp gecon
troleerd.
De Abessijnen worden ten aanzien van de
te volgen tactiek goed geadviseerd. M e n
verklaart te Makallé, dat ook
Grieksche officieren in de Abes
sijnsche troepenafd. werkzaam
zijn.
Als bewijs voor het goede advies, dat de
Abessijnen ontvangen, wordt genoemd de
grootsch opgezette Abessijnsche doorbraak
poging in het gebied van Tembien tusschen
Adoea en Makalle.
De groote fascistische raad
De Groote Fascistische Raad is Zaterdag
avond voor de vijfde maal in het jaar 14
der Fascistische tijdrekening, bijeengeko
men. De zitting, waaromtrent slechts een
kort communiqué werd uitgegeven, duurde
Zy2 uur en werd toen verdaagd tot Dins
dag 4 Februari des avonds 22 uur. Volgens
het officieele communiqué heeft Mussolini
het woord gevoerd over de militaire en
politieke toestand en hebben ook De Bono
en Grandi gesproken.
Rapport der sanctieconumssie
De deskundig-en van de commissie van
achttien der sanctieconferentie hebben hun
rapport over de uitvoering der sancties vol
tooid. De commissie heeft de wetgevende
maatregelen der 52 aan de sancties deel
nemende landen bestudeerd. Daarbij werd
vastgesteld, dat belangrijke lacunes nog al
leen in Zuid-Amerika aanwezig zijn en wel
in Peru, Guatemala, Panama, Venezuela,
Nicaragua, Uruguay en Argentinië.
Al deze landen hebben echter voor het
meerendeel der voorstellen principieel hun
toestemming te kennen gegeven en zijn
reeds voor een deel overgegaan tot maat
regelen voor uitvoering.
Moeilijkheden ten opzichte van de uitvoe
ring bestaan nog in de Spaansche koloniën
in Marokko, in het bijzonder in de Tanger
zóne en op Spitsbergen.
Naar Oost-Afrika
Het stoomschip Liguria is naar Oost-
Afrika vertrokken met aan boord 128 offi
cieren, 127 onderofficieren en 2500 genie
soldaten, voorts 47 vrachtauto's en 500 tor
materiaal.
Aan boord bevindt zich voorts prins Löw-
o.ein, een gewezen hoofdofficier van het
Duitsche leger, die als waarnemer naar
Oost-Afrika gaat.
Het schip Érnani is met 200 soldaten van
het vervoercorps naar Oost-Afrika vertrok
ken.
Roerig Griekenland
Nog steeds geen kabinet gevormd!
De dood van generaal Kondylis heeft
grooten invloed op Grieksche militaire
kringen uitgeoefend. Het schijnt, dat de
actieve officieren van het leger een sterke
actie hebben waargenomen van de officie
ren, die deelnamen aan de revolutie van
Maart en derhalve uit het leger werden
verwijderd. Het is bekend, dat de actieve
officieren een verzoek hebben gericht tot
den leider van het volksfront, Tsaldaris,
om een eensgezind front te vormen tegen
de Venizelisten. Verder verzetten zij zich
tegen het weder in dienst stellen van de
officieren, die aan de Maart-revolutie deel
namen; evenmin verlangen zij een regee
ring, die met de communisten samenwerkt
Naar verluidt zouden de officieren aan
Tsaldaris hebben verzocht deze opvatting
van het leger mede te deelen aan den Ko
ning. De minister van oorlog heeft even
wel een verklaring gepubliceerd, waarin
hij verklaart, dat het leger den Koning
trouw is en zich niet met politiek bemoeit.
Verder is een blad, dat in de loop van
ochtend een extra-editie uitgaf, waarin
werd medegedeeld, dat een revolutie zou
uitbreken, aangekondigd, dat het vervolgd
zal worden wegens het verspreiden van
valsche geruchten.
Ten slotte wordt nog vernomen, dat de
anti-Venizelisten een partij willen stichten
onder den naam „Volks-vereeniging".
Indien geen coalitie-regeering kan wor
den gevormd, dan zullen nieuwe verkiezin
gen worden gehouden volgens het meer
derheids-systeem.
Professor Jèze heeft zich
onmogelijk gemaakt
Het is Zaterdagmorgen te Parijs opnieuw
gebleken, dat professor Jèze. de Fransche
hoogleeraar, die destijds te Genève als be
zoldigd pleitbezorger van Abessinië is op
getreden, zich daardoor in de oogen van
een groot deel der Fransche studenten
heeft onmogelijk gemaakt. Nadat zijn col
leges reeds eenigen tijd wegens den tegen
stand der studenten waren geschorst, heeft
Prof. Jèze Zaterdag geprobeerd, opnieuw
de katheder te bestijgen. In de collegezaal
waren slechts vijftig studenten, doch nauw-
lijks had Jèze zijn eerste woorden gespro
ken, of de studenten, die op de gangen
stonden stormden binnen en wierpen
stinkbommen en traangasbommen, en
dwongen den professor door luide kreten
van „Aftreden! Aftreden!" de zaal weer te
verlaten. Tenslotte moest hij door een zij
uitgang het gebouw uitgaan.
Men acht het onwaarschijnlijk, dat Jèze
zijn colleges nog weder zal hervatten.
„Wie Duitschland liefheeft...."
Baldnr van Schirachs theologie!
In het Berlijnsche Sportpaleis heeft de
leider der Hitlerjugend Baldur von
Schirach dezer dagen een toespraak
gehouden, waarin hij o. m. zeide: Bij de
Hitlerjugend bestaat arm noch rijk; in
deze jeugd bestaan echter ook geen confes-
sioneele afzonderlijke verbanden. Wij zijn
niet tot een gemeenschap geworden om
na lange jaren van strijd deze gemeen
schap weer te willen prijsgeven om der
wille van het een of andere confessioneele
principe.
Men zegt, dat de Hitlerjugend anti-gods
dienstig en goddeloos is en de altaren om
ver wil werpen. Ik weet en belijd met
geheele Duitsche jeugd slechts dit ééne:
Wie Hitier liefheeft, die heeft
Duitschland lief en wie Duitse li
land liefheeft, heeft God lief!
Duitschland en Mandsjoekwo
Een handelsovereenkomst
Een speciaal telegram aan de Nitsfi
Nitsji uit Hsinking meldt, dat de onder
handelingen over afsluiting van een han
delsovereenkomst tusschen Duitschland en
Mandsjoekwo gunstige vorderingen maken.
Het is waarschijnlijk, dat de overeenkomst
tegen het einde van Februari zal wordeD
onderteekend.
De OostenriJIcsehe ex-keizerin Zita vertoefde op haar doorreis naar België eenlge
tijd in Frankrijk, waar zij o.m. incognito een bezoek bracht aan het vroegere
Pauselijk paleis in Avignon.
De Mandsjoerijsche
grensmoeilijkheden
Het van Russische zijde reeds bekend ge
maakte bericht over een muiterij onder een
Mandsjoerijsche afdeeling grenstroepen is
thans in een vertraagd bericht uit Tsjang-
tsjoen bevestigd.
Volgens deze bevestiging brak de muiterij
In de nabijheid van het plaatsje Mits jan
aan de spoorlijn Charbin-Wladiwostok uit,
en wel op 29 Januari. Drie Japansche offi
cieren werden vermoord. Daarop werd een
strafexpeditie tegen de muiters uitgezon
den, die uit Japansche en Mandsjoekwosche
militairen was samengesteld. Bij de strijd
met de muiters verloor de strafexpeditie
aan dooden tien Japanners en twee Mand-
sjoekwo's, terwijl een gelijk aantal werd ge.
wond. De verliezen van de muiters zijn on
bekend. Zij wisten op Russisch gebied te
ontkomen. Op 30 Januari vond een nieuw
gevecht plaats, naar men aanneemt tus
schen de strafexpeditie en een Sovjet-Russi
sche voorpost
Van de zijde van het Kwantoeng-leger be
weert men, dat deze muiterij door Sovjet-
Russen is aangestookt, waarvan men de on
weerlegbare bewijzen in handen zou heb
ben. Bij de gevechten zou nL een soldaat
zijn neergeschoten, die bij identificatie een
Russische soldaat bleek te zijn. Bovendien
had men op de plaats van het gevecht Rus
sische gasmaskers en geweren gevonden.
Deze zomer zal voor de eerste raaaJ in
zes jaar een Japansch oefeneskader een be
zoek brengen aan de Vereenigde Staten. Of
ficieel wordt in dit verband bekend ge
maakt dat schout-bij-nacht Zengo Voshida
het commanda zal voeren over het eskader
dat zal bestaan uit de „Yakoemo" en de
„Iwat", die in Mei uit Yokohama vertrekken
naar Seattle, vanwaar zij zullen doorreizen
naar San Francisco en Los Angeles.
Voorts zal het eskader een bezoek bren
gen aan New-York en daartoe een reis
maken door het PanamakanaaL
Het eskader wordt te Yokohama in No
vember terug verwacht nadat het nog op
de thuisreis een bezoek zal hebben gebracht
aan Mexico.
De Duitsche minister van Binnenland-
schc Zaken heeft besloten de bureaux van
de Rijksbond en van het Rijksverband van
Baltikum. en Vrijkorpsleden door de politie
te doen sluiten, aangezien deze bureaux op
clandestiene wijze deze bonden, welke L_
1935 zijn ontbonden, deden voortbestaan.
Na het officieele ontbinden van deze ver-
eenigingen werd verzocht door het bestuur
om de leden een bewijs te mogen verstrek
ken van hun actie in de vrijkorpsen, het
geen werd toegestaan. Hieraan is thans
een einde gemaakt. De verdiensten van de
leden van de Vrijkorpsen voor Duitschland
blijven erkend en de minister heeft beslo
ten een instantie aan te wijzen, welke de
bovenbedoelde oorkondes zal opstellen en
uitreiken. Bovendien wordt den leden toe
gestaan zich te vereenigen in plaatselijke
kameraadschappen, in het kader van do
Kyffhaeuserbund.
NIEUWE OVERSTROOMINGEN
Hevige regenval heeft in vele deelen van
Zuid-Engeland opnieuw overstroomingen
veroorzaakt Ook het Theems-peil is weder
gestegen.
Uit de statistieken blijkt, dat ln vele dee
len des lands de maand Januari de regen
achtigste _was sedert, een halve eeuw.
In Londen was de regenval tweemaal zoo
groot als het gemiddelde voor de maand
Januari.
Kort Nieuws
De voormalige prins van Asturië, zoon van
ex-koning Alfonso, zou ernstig ziek zijn aan
een kwaadaardig gezwel Chirurgisch in
grijpen was tot nog toe niet mogelijk tenge
volge van de bloedziekte, waaraan de voor
malige prins lijdt
Zaterdag zijn te Buenos Aires de feeste
lijkheden begonnen ter herdenking van het
vierde eeuwfeest van deze stad, die in 1536
gesticht werd door.Don Pedro de Mendoza,
die door Karei V naar de nieuwe wereld
was gezonden aan het hoofd van een expedi
tie, welke tot taak had „den weg te openen
naar Peru"
Aangezien de stad Havanna haar elec-
triciteitsrekening niet heeft voldaan, heeft
de Cubaansche Electriciteits-Maatschappij
Zaterdagavond geen stroom geleverd voor de
straatverlichting van Havanna. De politie
had speciale maatregelen getroffen om te
voorkomen, dat misdadigers van de heer-
schende duisternis op straat misbruik zou
den kunnen maken.
GEMENGD
NIEUWS
Ernstig auto-ongeluk
Te Amsterdam is Zaterdagmiddag
tegen 4 uur op de Weesperzijde vlak bij
den Omval een ernstig auto-ongeluk ge
beurd. Een groote gesloten wagon is, door
dat de bestuurder in aanrijding kwam met
een tegenligger in liet water van de Keul-
sche Vaart gereden. De auto kwam geheel
onder water te liggen, doch bleef gelukkig
rechtop staan. Er bevonden zich behalve de
chauffeur zes personen in, drie dames en
drie heeren. De bestuurder, een 51-jarig
chauffeur woonachtig tc Amsterdam, had
tegenwoordigheid van geest onmiddel
lijk op de daarvoor aangebrachte knop te
drukken, waardoor het dak van de auto
zich mechanisch opende. Direct wist de
chauffeur naar buiten te klimmen en met
de hulp van het publiek, dat op dit drukke
weggedeelte zich spoedig naar de plaars
des onheils had gespoed, wist men in zeer
korten tijd de zes inzittenden op het droge
te krijgen. De politie waarschuwde onmid
dellijk de G. G. en G. D., die twee dames
en twee heeren naar het O. L. Vrouwe
Gasthuis bracht, daar zij wat water had
den binnen gekregen en wat schrammen
hadden opgeloopen.
Over de toedracht van het ongeluk zelve
vernemen wij nog het volgende: De groote
gesloten auto, van een Amerikaansch merit
kwam uit de richting Utrecht en reed naar
de stad. Van den anderen kant kwam een
vrachtauto, waarachter een wielrijder reed
en hierachter volgde weer een auto. Del
wielrijder maakte een onvoorziene zwen
king naar links, hij wilde blijkbaar plotse
ling den weg oversteken. Bij het ontwijken i
moest de chauffeur van den wagen, die uit
de richting Utrecht kwam eveneens een I
wenking maken. Hij kwam hierbij in aan-;
raking met de auto, die achter de wiel
rijder aanreed. Door deze lichte aanrijding
raakte de chauffeur het stuur kwijt, met
het gevolg, dat hij in het water reed. Door;
een particuliere kraanwagen is de auto
weer op het droge gebracht.
Na een uitgebreid onderzoek heeft de Goud-
sche politie de identiteit kunnen vaststellen
van den man, die met een ernstige wond aan
het achterhoofd en een bij den enkel ge
broken linkerbeen dood op de spoorlijn
GoudaUtrecht lag, tusschen de Derde en
Vierde Kade. Het is de 46-jarige J. H., ge
woonde hebbende op het Thompsonplein te
'6-Gravenhage. De man was reiziger in koel
installaties en electrische artikelen. Hij was
gehuwd en vader van twee kinderen. Het
lijk is door de familie herkend.
De politie veronderstelt, dat de ongelukkige
komende uit de Vierde Kade, zich langs de
spoorbaan naar het station heeft willen be
geven! Door wind en regen en waarschijnlijk
ook doordat hij in gedachten verdiept is ge
weest. zal hij den trein niet hebben hooren
en zien naderen en is hij door de locomotief
gegrepen.
VERDRONKEN
Te Nieuwleusen is het ongeveeï
tweejarig zoontje van de weduwe W. Ra-
ben in een onbewaakt oogenblik in een
sloot geraakt en verdronken.
-—Te Haren is na de vroegmis de 70-
jarige weduwe Kling in een sloot geraakt!
en verdronken. Toen men haar ophaalde,
waren de levensgeesten reeds geweken.
Vrsagt_het_oordeel van Uw doktert M UIl\
Reisbrieven van Prof. Dr. V. HEPP
NALEZING Volgens belofte
I
Indertijd besloot ik mijn reisbrieven ener Zuid-Afrika met de
^^JNcgmaals wil ik verklaren, hoe ik er volstrekt niet zeker van
ben, dat in mijn reisbrieven geenerlei vergissing binnensloop en
pn ik geen enkel eenzijdig oordeel velde.
Ik zond ze dan ook aan enkele Zuid-Afrikaansche vrienden
jnet het verzoek mij waar noodig te corrigeeren.
Zoodra ik de correcties heb ontvangen, hoop ik ze mijn lezers
poor te leggen."
Welnu, inderdaad ls mijn beroep op Zuid-Afrikaansche beoor
deelaars niet geheel tevergeefsch geweest. Maar ik kan toch niet
yan een rijken oogst spreken. Sterk heb ik erop aangedrongen
vrijmoedige kritiek te leveren.
Maar wanneer ik nu de antwoorden
Xiog eens doorlees, dan kan ik mij niet
ontworstelen aan den indruk, dat ik
de dupe van het complimenteuse van
den Afrikaander ben geworden. Ik had
graag gewild, dat men er maar diep
bet mes in had gezet In plaats daar
van echter kreeg ik veel te lezen over
nauwkeurige beschrijving en andere
dingen, waarvan ik geen verslag durf
te geven. Doch wat het overig© aan
gaatKritiek het ek nie", schreef
Iemand mij. Anderen noemden een
paar punten voor verbetering en even-
tueele aanvulling. Ik keer in elk ge
val niet met een volle weitasch van
mijn jacht terug. Prof. Dr, V. Hepp
Natuurlijk mag ik mijn Afrikaansche vrienden om deze wel
willendheid niet misprijzen. Ik word daardoor te meer beves
tigd in wat ik over de Afrikaansche volksziel heb opgemerkt
Men kan het zich blijkbaar niet indenken, dat terecht gezet
worden mij aangenaam zou zijn. Inmiddels ontgaat daarmee
onzen lezere het profijt, dat ik ook voor mijzelf had gewenscht
Gddeon legde eens een pleister op de wonde van de Efraimieten
die zich beklaagden, dat zij geen oproep hadden ontvangen om
mee te strijden tegen de Midianieten door de vraag: „Zijn niet
de nalezingen van Efraïm beter dan de wijnoogst van Abiëzer?"
(Richt. 8 2). Doch over mijn „nalezing" kan ik niet anders
dan mijn verontschuldiging aanbieden.
Rectificatie*
Eerst dan een paar rectificaties.
Den vriencelijken schenker van het mooie gedenkboek uitge
geven ter gelegenheid van het 250-jarig bestaan van Stellenbosch
noemde ik: Dr. W. N. Joubert Dit moet zijn: Dr. W. A. Joubert
De schrijfwijze van het Afrikaansche woord voor ons „hofstede"
of'„boerderij" was in mijn brieven niet constant. Nu eens ge
bruikte ik „plase, dan „plaase". Het laatste is foutief.
Ik blijk me vergist te hebben, toen ik meedeelde, dat de
zinken gebouwen, waarin thans de Normaalschool te Potchef-
•troom is gehuisvest, vroeger onderdak bood aan de Theologische
Schooi aldaar. Ze zijn nieuw gebouwd. Wel werden ae theolo
gische colleges eertijds ook onder zink gegeven, maar niet onder
d i t zink.
Stelde ik het op grond van mijn aanteekeningen voor, dat de
medische universitaire studie vijf jaar In beslag neemt, zoo
moet dit worden verhoogd tot zes jaar.
Op de opmerking, dat de Unie van Zuid-Afrika niet in 1909,
maar 31 Mei 1910 tot stand kwam, diene het volgende bescheid.
Ook het laatste jaartal met den juisten datum er bij vindt men
in mijn brieven vermeld. Dat ik op een andere plaats van 1909
6prak, heeft hierin zijn grond, dat toen de acte werd uitgevaar
digd, waardoor de verschillende staten tot een geheel werden
vereenigd. In Afrikaansche geschiedenisboeken wordt dan ook
1909 als het geboortejaar van de Unie van Zuid-Afrika blij om
kranst. In 1910 begon die acte te functioneeren.
Hiermee heb ik alle feiten, welke misschien Hollandsche lezere
niet zoo gewichtig schijnen als Afrikaanschen, en waarop men
mij attent maakte, trouw opgebiecht
De springbok
Met den springbok Is het een eigenaardig geval.
Ik dien-de hem aan als het nationale dier van Zuid-Afrika.
Een correspondent is dit niet met mij eens. Hij uitte zijn be
zwaar aldus: „Sover mij bekend kom hij in die Boland nie voor
nie, veral nie in berg nie. Ek glo nie dat hij ooit oor die Hexe-
rivier berge gegaan het nie. Sy woonplek is die Karroo en de
Vrijstaat in die vlaktes, waar hij kan hardloop". Ik mag er nog
wel even aan herinneren, dat men onder „Boland" het land rond
de Kaap verstaat
Ik informeerde hiernaar bij een Afrikaanschen vriend'. Die
bleek het echter met den bovenvermelden schrijver niet eens te
zijn. Hij bevestigde wat ik in Zuid-Afrika zelf had opgevangen.
Het gaat er natuurlijk niet om of de springbok op het oogenblik
in eeD deel van Zuid-Afrika niet voorkomt, maar hoe de Afri-
kaanders hem zien. Waar onze treinvensters soms versierd zijn
met een vliegend rad, vertoonen die in Zuid-Afrika overal het
bok-beeld. De springbok dient ook als een geliefd merkteeken
voor waren. Zoo is onder de Kaapscbe wijnen de „springbok"
zeer bekend. Springbok-sigaretten worden in Zuid-Afrika veel,
zoo niet het meest, gerookt. Een karos van springbokvellen geldt
als een typisch Zuid-Afrikaansoh en tevens koninklijk geschenk.
Overigens laat ik het gaarne aan onzen Afrikaanders over, hoe
hoe zij met hun springbok omspringen.
Aanvullingen
In een van de binnengekomen antwoorden staat laconiek:
„Miskien te min oor kerklike probleme". Nu heb ik in mijn
brieven aan het kerkelijke leven en wat daarmee in verband
staat: geestelijke stroomingen, zending, rassenvraagstuk, school
stellig niet zoo'n kleine plaats ingeruimd. Maar zekere beper
king moest ik mij vanzelf opleggen. Toch meen ik tusschen de
letters van dien korten regel wel de bedoeling te kunnen lezen.
Men is in Zuid-Afrika zeer gesteld ik maakte daarvan vroeger
gewag op autoritatieve uitsprakea Nu bergt het kerkelijke
leven aldaar tal van interne kwesties. En men zou wel willen
weten, hoe ik daarover denk. Doch m.i. mag een vreemdeling
aan dien drang niet toegeven. Het zou natuurlijk anders staan,
wanneer mij van min of meer officieele zijde in een concreet
geval advies werd gevraagd. Dan zou ik mij aan een antwoord
niet mogen onttrekken, mits men dan ook alle bescheiden, welke
voor een juiste beoordeeling noodig zijn, overlegde. Thans is
het plicht hierover het zwijgen te bewaren. Trouwens acht ik de
Gereformeerde theologen in Zuid-Afrika mans genoeg om die
kwesties tot een goed einde te brengen.
Een ander verstrekt mij vele gegevens, waaruit blijkt, welke
sommen de Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika voor de P(otchef-
stroomse) U(niversiteis) K(ollege) bijdraagt, opdat men niet
zou meenen, dat deze geheel of grootendeels op staatssubsidie
drijft. Met genoegen geef ik deze mededeling in het algemeen I
door. Zij is vanzelf niet in tegenspraak met mijn verslaggeving, I
waarvoor ik uit de officieele uitgaven van de P.U.K heb geput.
Ook geloof ik denzelfden correspondent dadelijk, dat het er in
alle kafferstadjes niet zoo netjes uitziet als in dat, wat ik be
zocht Ik voegde dat ook aan mijn beschrijving toe. Er zijn stam
men, waarbij de eerste eischen der hygiëne alles te wenschen
overlaten en die zich door wreedheid en barbaarschheid ken
merken. De veelvuldige kafferoorlogen hebben wel bewezen, welk
een gevaar die voor de blanke bevolking in den omtrek op
leveren.
Laat ik hem ook even het woord mogen geven voor „net 'n
klein opmerkingie in verband met die lewe van die naturelle
in die grensdistrikte. 'n Kaffer ontvang vir plaaswerk gewoon-
lik 10 sh. per maand met kos en woning en die meid vir huis
werk 5 sh. per maand. Op die dorpe mag dit dubbel so veel wees,
dus 10 sh. vir 'n meid en 1 pond vir 'n kaffer. In Johannesburg,
Pretoria en ander groot stede mag dit uiterlik 3 tot 4 pond
wees." Hierbij dient echter nog in aanmerking genomen, dat zij
bovendien nog vrije kleeding krijgen, benevens vrije kost, Inwo
ning en kleeding voor hun eventueele kinderen. Sommigen spa
ren daarvan zooveel over, dat zij later land kunnen koopen.
En om nu nog de laatste aanvulling te verwerken: Aan de j
Theologische School te Potchefstroom wordt men toegelaten drie
jaar na „matrikulasie" en moet men in het bezit zijn van den
B.A.-graad Voorts vraagt de theologische studie er vier jaren.
Na het candidaats volgen er twee kerkelijke examens. Het prae-
paratoir examen wordt afgenomen door het college van curatoren
het peremptoir examen door de classis, waaruit de candidaat
afkomstig is.
Hiermee zal ik aan de correspondentie wel geen gedevalueerd,
maar het volle pond hebben gegeven.