Siroop Farnd w //M Naar en in Zuid-Afrika MAANDAG 3 FEBRUARI 1936 EERSTE BLAD PAG. 2 Buitenland DE OORLOG IN OOST-AFRIKA Italianen loochenen Abessijnsche overwinning Nieuwe oorlogsdruk/e in Addis Abeba Naar aanleiding: van de berichten uit ^Abessinische bron over een beweerde over winning. welke bet leger van den negus tusschen 29 en 30 Januari in Tembicn zou hebben behaald en waarbij de „28 October" divisie zou zijn vernietigd, wordt in bevoeg de kringen te Rome verklaard, dat die be richten betrekking moeten hebben op het gevecht, dat tusschen 20 en 24 Januari in Tembien is geleverd. Deze gevechten zijn geëindigd 5n een volkomen nederlaag der Abessiniërs: de genoemde zwarthem- dendi visie heeft daarbij met groote moed weerstand geboden aan de aanvallen der {vijanden, waardoor de andere Ttaliaansche troepen in staat waren de definitieve zege te verzekeren. De waarheid is, dat de divisie zwart- hemden drie stukken geschut heeft ver loren. Verder zijn 25 officieren gesneu veld en 19 gewond; bij de soldaten wer den 3S9 Italiaansche en 310 inlandsche manschappen gedood of gewond. (Dit bericht, opgenomen in het 106e Tta Jiaansche oorlogscommunique. verscheen reeds op 27 Januari in onze courant, en is dus zeer oud nieuws! Red.). Duren de gevechten voort? Volgens Abessijnsche berichten duren ook thans de gevechten in Tembien nog voort; zij schijnen echter vooral op kleine schaal Je worden geleverd. Een afdeeling van Ras Kassa zou een af zonderlijke aanval op een Italiaansche af deeling nabij Tokoele hebben gedaan en 35 Italianen gedood en twee gevangen ge nomen hebben. Gelijktijdig zouden ten Zui den van Aksoem tal van schermutselingen hebben plaats gehad. Abessijnsche militairen meenen, dat de troepen van den Negus Makalle zouden kunnen heroveren, doch dat daarvoor veel snenschenlevens opgeofferd zouden moeten worden. Men geeft er daarom de voorkeur aan te trachten de verbindingen met die stad af te snijden, ten einde te pogen de Italianen te dwingen Makalle te ontruimen. Op de weg van Makalle naar Adoea zijn Abessijnsche patrouilles gesignaleerd en waarschijnlijk trachten deze de weg te be zetten. Door 'de nederlaag in het Zuiden van Ras Desta en de daardoor noodig ge worden aanvulling der troepen, levert Addis Abeba weer het schouwspel van groote oorlogsdrukte. Uit het Westen en het Centrum komen voortdurend krijgslieden aan, die, na wapens te heb ben ontvangen, direct naar het Zuiden worden doorgezonden. Uit deze troepen verplaatsingen blijkt wel, hoe bezorgd de Abessijnsche regeering over de toe stand in het Zuiden is, al verklaart zij officieel, dat de toestand daar niet tot overgroote ongerustheid aanleiding geeft Men erkent, dat de Italianen 300 K.M. ten Noorden van Dolo zijn opgerukt en een groote troepenmacht in Neghel li hebben; zij zouden reeds Wadara heb ben bereikt, IWat Marinetf! vertelde De bekende fascistische dichter Marinetti, 53ie deel heeft genomen aan de gevechten in {Tembien, heeft daarover aan een vertegen woordiger van Havas nog de volgende bij zonderheden medegedeeld: „Het gevecht, dat van 20 tot 24 Januari Öuurde, was belangrijk, daar Ras Kassa de mogelijkheid aanwezig achtte, om door de Italiaansche linies heen te breken en naar Hauzien te trekken. De Abessijnen hadden geweldige hoeveelheden munitie, daar zij yier dagen en nachten achtereen zonder on- iderbreking hebben geschoten. Drieduizend man van een uitgelezen zwarthemdendivisie, gelegerd in een klein lort, dat slechts met een lage muur was omringd, werden door 15.000 Abessijnen aangevallen. Het fort stond onder bevel van een divisie-generaal ,die regelmatig uitval len liet ondernemen, waarbij o.a een Abes- sijnsch stamhoofd werd gedood, die met zijn znannen trachtte een bron, welke vier K.M. buiten het fort was gelegen, te bezetten. De munitie der Italianen raakte uitgeput en water ontbrak, daar de weg naar de bronnen was afgesneden. Er was echter geen oogenblik een paniek in het fort en niemand twijfelde aan de uiteindelijke zege. Ik zag. aldus Marinetti. soldaten, die des avonds niet dronken, om niet de water- reserve aan te spreken, welke noodiz was voor het afkoelen van hun machinegeweren. Toen de Italiaansche versterkingen waren aangekomen, zag Ras Kassa in. dat zijn poging om naar I-Iausien op te rukken, was mislukt. Onze moedige afdeeling en het detachement, dat ons te hulp wilde komen, had 600 dooden en gewonden te betreuren". Aalmoezenier gesneuveld! Een telegram van graaf Pistoia maakt melding van de doqd van pater Reginaldo Giuliano, den aalmoezenier van een divisie zwartbemden in Oost-Afrika. Giuliano was in Italië zeer populair. Hij onderscheidde zich tijdens de groote oorlog; hij volgde d'Annunzio naar Fiume en nam deel aan de opmarsch naar Rome als aalmoezenier dor zwartbemden. Hij was met de eerste vrijwilligers naar Oost-Afrika vertrokken. Het leger is gezond Senator Aldo Castellani, de direct van de gezondheidsdienst in Oost Afrika verklaarde aan de journalisten te Dolo dat de gezond heid der Italiaansche soldaten geen enkel gevaar loopt en dat deze beschermd wordt door sanitaire maatregelen, waardoor iedere tropische ziekte zal kunnen worden voor komen. Van besmettelijke ziekten is in het Italiaansche leger nog geen enkel geval ge constateerd. Het aantal malariageval- len is zeer gering dank zij de distributie op ruime schaal van kinine. Oorlogscorrespondenten aan het front Het bezoek aan het front, waartoe de Ita liaansche legerleiding de oorlogscorrespon denten te Asmara reeds sedert verscheidene dagen gelegenheid heeft gegeven, heeft ook de vervooruitoeschoven Italiaansche stellin gen ten Zuid-Oosten van Makalle gegolden. De geest der troepen is volgens de corres pondenten goed. De pauze in de krijgsverrichtingen, welke thans is ingetreden, wordt besiteed voor wegenaanleg en het boren van bronnen, doch vooral met bet aanbrengen van goed beschermde versterkingen. Ten Zuiden en ten Zuid-Oosten van Ma kallé krijgt men de indruk, alsof de bergen met sperforten zijn bezaaid. De stemming der Abessijnsche bevolking komt den correspondent pro-Italiaansch voor. Niettemin zijn overal maatregelen ge troffen ter voorkoming van aanslagen. Ove rigens worden de bewoners scherp gecon troleerd. De Abessijnen worden ten aanzien van de te volgen tactiek goed geadviseerd. M e n verklaart te Makallé, dat ook Grieksche officieren in de Abes sijnsche troepenafd. werkzaam zijn. Als bewijs voor het goede advies, dat de Abessijnen ontvangen, wordt genoemd de grootsch opgezette Abessijnsche doorbraak poging in het gebied van Tembien tusschen Adoea en Makalle. De groote fascistische raad De Groote Fascistische Raad is Zaterdag avond voor de vijfde maal in het jaar 14 der Fascistische tijdrekening, bijeengeko men. De zitting, waaromtrent slechts een kort communiqué werd uitgegeven, duurde Zy2 uur en werd toen verdaagd tot Dins dag 4 Februari des avonds 22 uur. Volgens het officieele communiqué heeft Mussolini het woord gevoerd over de militaire en politieke toestand en hebben ook De Bono en Grandi gesproken. Rapport der sanctieconumssie De deskundig-en van de commissie van achttien der sanctieconferentie hebben hun rapport over de uitvoering der sancties vol tooid. De commissie heeft de wetgevende maatregelen der 52 aan de sancties deel nemende landen bestudeerd. Daarbij werd vastgesteld, dat belangrijke lacunes nog al leen in Zuid-Amerika aanwezig zijn en wel in Peru, Guatemala, Panama, Venezuela, Nicaragua, Uruguay en Argentinië. Al deze landen hebben echter voor het meerendeel der voorstellen principieel hun toestemming te kennen gegeven en zijn reeds voor een deel overgegaan tot maat regelen voor uitvoering. Moeilijkheden ten opzichte van de uitvoe ring bestaan nog in de Spaansche koloniën in Marokko, in het bijzonder in de Tanger zóne en op Spitsbergen. Naar Oost-Afrika Het stoomschip Liguria is naar Oost- Afrika vertrokken met aan boord 128 offi cieren, 127 onderofficieren en 2500 genie soldaten, voorts 47 vrachtauto's en 500 tor materiaal. Aan boord bevindt zich voorts prins Löw- o.ein, een gewezen hoofdofficier van het Duitsche leger, die als waarnemer naar Oost-Afrika gaat. Het schip Érnani is met 200 soldaten van het vervoercorps naar Oost-Afrika vertrok ken. Roerig Griekenland Nog steeds geen kabinet gevormd! De dood van generaal Kondylis heeft grooten invloed op Grieksche militaire kringen uitgeoefend. Het schijnt, dat de actieve officieren van het leger een sterke actie hebben waargenomen van de officie ren, die deelnamen aan de revolutie van Maart en derhalve uit het leger werden verwijderd. Het is bekend, dat de actieve officieren een verzoek hebben gericht tot den leider van het volksfront, Tsaldaris, om een eensgezind front te vormen tegen de Venizelisten. Verder verzetten zij zich tegen het weder in dienst stellen van de officieren, die aan de Maart-revolutie deel namen; evenmin verlangen zij een regee ring, die met de communisten samenwerkt Naar verluidt zouden de officieren aan Tsaldaris hebben verzocht deze opvatting van het leger mede te deelen aan den Ko ning. De minister van oorlog heeft even wel een verklaring gepubliceerd, waarin hij verklaart, dat het leger den Koning trouw is en zich niet met politiek bemoeit. Verder is een blad, dat in de loop van ochtend een extra-editie uitgaf, waarin werd medegedeeld, dat een revolutie zou uitbreken, aangekondigd, dat het vervolgd zal worden wegens het verspreiden van valsche geruchten. Ten slotte wordt nog vernomen, dat de anti-Venizelisten een partij willen stichten onder den naam „Volks-vereeniging". Indien geen coalitie-regeering kan wor den gevormd, dan zullen nieuwe verkiezin gen worden gehouden volgens het meer derheids-systeem. Professor Jèze heeft zich onmogelijk gemaakt Het is Zaterdagmorgen te Parijs opnieuw gebleken, dat professor Jèze. de Fransche hoogleeraar, die destijds te Genève als be zoldigd pleitbezorger van Abessinië is op getreden, zich daardoor in de oogen van een groot deel der Fransche studenten heeft onmogelijk gemaakt. Nadat zijn col leges reeds eenigen tijd wegens den tegen stand der studenten waren geschorst, heeft Prof. Jèze Zaterdag geprobeerd, opnieuw de katheder te bestijgen. In de collegezaal waren slechts vijftig studenten, doch nauw- lijks had Jèze zijn eerste woorden gespro ken, of de studenten, die op de gangen stonden stormden binnen en wierpen stinkbommen en traangasbommen, en dwongen den professor door luide kreten van „Aftreden! Aftreden!" de zaal weer te verlaten. Tenslotte moest hij door een zij uitgang het gebouw uitgaan. Men acht het onwaarschijnlijk, dat Jèze zijn colleges nog weder zal hervatten. „Wie Duitschland liefheeft...." Baldnr van Schirachs theologie! In het Berlijnsche Sportpaleis heeft de leider der Hitlerjugend Baldur von Schirach dezer dagen een toespraak gehouden, waarin hij o. m. zeide: Bij de Hitlerjugend bestaat arm noch rijk; in deze jeugd bestaan echter ook geen confes- sioneele afzonderlijke verbanden. Wij zijn niet tot een gemeenschap geworden om na lange jaren van strijd deze gemeen schap weer te willen prijsgeven om der wille van het een of andere confessioneele principe. Men zegt, dat de Hitlerjugend anti-gods dienstig en goddeloos is en de altaren om ver wil werpen. Ik weet en belijd met geheele Duitsche jeugd slechts dit ééne: Wie Hitier liefheeft, die heeft Duitschland lief en wie Duitse li land liefheeft, heeft God lief! Duitschland en Mandsjoekwo Een handelsovereenkomst Een speciaal telegram aan de Nitsfi Nitsji uit Hsinking meldt, dat de onder handelingen over afsluiting van een han delsovereenkomst tusschen Duitschland en Mandsjoekwo gunstige vorderingen maken. Het is waarschijnlijk, dat de overeenkomst tegen het einde van Februari zal wordeD onderteekend. De OostenriJIcsehe ex-keizerin Zita vertoefde op haar doorreis naar België eenlge tijd in Frankrijk, waar zij o.m. incognito een bezoek bracht aan het vroegere Pauselijk paleis in Avignon. De Mandsjoerijsche grensmoeilijkheden Het van Russische zijde reeds bekend ge maakte bericht over een muiterij onder een Mandsjoerijsche afdeeling grenstroepen is thans in een vertraagd bericht uit Tsjang- tsjoen bevestigd. Volgens deze bevestiging brak de muiterij In de nabijheid van het plaatsje Mits jan aan de spoorlijn Charbin-Wladiwostok uit, en wel op 29 Januari. Drie Japansche offi cieren werden vermoord. Daarop werd een strafexpeditie tegen de muiters uitgezon den, die uit Japansche en Mandsjoekwosche militairen was samengesteld. Bij de strijd met de muiters verloor de strafexpeditie aan dooden tien Japanners en twee Mand- sjoekwo's, terwijl een gelijk aantal werd ge. wond. De verliezen van de muiters zijn on bekend. Zij wisten op Russisch gebied te ontkomen. Op 30 Januari vond een nieuw gevecht plaats, naar men aanneemt tus schen de strafexpeditie en een Sovjet-Russi sche voorpost Van de zijde van het Kwantoeng-leger be weert men, dat deze muiterij door Sovjet- Russen is aangestookt, waarvan men de on weerlegbare bewijzen in handen zou heb ben. Bij de gevechten zou nL een soldaat zijn neergeschoten, die bij identificatie een Russische soldaat bleek te zijn. Bovendien had men op de plaats van het gevecht Rus sische gasmaskers en geweren gevonden. Deze zomer zal voor de eerste raaaJ in zes jaar een Japansch oefeneskader een be zoek brengen aan de Vereenigde Staten. Of ficieel wordt in dit verband bekend ge maakt dat schout-bij-nacht Zengo Voshida het commanda zal voeren over het eskader dat zal bestaan uit de „Yakoemo" en de „Iwat", die in Mei uit Yokohama vertrekken naar Seattle, vanwaar zij zullen doorreizen naar San Francisco en Los Angeles. Voorts zal het eskader een bezoek bren gen aan New-York en daartoe een reis maken door het PanamakanaaL Het eskader wordt te Yokohama in No vember terug verwacht nadat het nog op de thuisreis een bezoek zal hebben gebracht aan Mexico. De Duitsche minister van Binnenland- schc Zaken heeft besloten de bureaux van de Rijksbond en van het Rijksverband van Baltikum. en Vrijkorpsleden door de politie te doen sluiten, aangezien deze bureaux op clandestiene wijze deze bonden, welke L_ 1935 zijn ontbonden, deden voortbestaan. Na het officieele ontbinden van deze ver- eenigingen werd verzocht door het bestuur om de leden een bewijs te mogen verstrek ken van hun actie in de vrijkorpsen, het geen werd toegestaan. Hieraan is thans een einde gemaakt. De verdiensten van de leden van de Vrijkorpsen voor Duitschland blijven erkend en de minister heeft beslo ten een instantie aan te wijzen, welke de bovenbedoelde oorkondes zal opstellen en uitreiken. Bovendien wordt den leden toe gestaan zich te vereenigen in plaatselijke kameraadschappen, in het kader van do Kyffhaeuserbund. NIEUWE OVERSTROOMINGEN Hevige regenval heeft in vele deelen van Zuid-Engeland opnieuw overstroomingen veroorzaakt Ook het Theems-peil is weder gestegen. Uit de statistieken blijkt, dat ln vele dee len des lands de maand Januari de regen achtigste _was sedert, een halve eeuw. In Londen was de regenval tweemaal zoo groot als het gemiddelde voor de maand Januari. Kort Nieuws De voormalige prins van Asturië, zoon van ex-koning Alfonso, zou ernstig ziek zijn aan een kwaadaardig gezwel Chirurgisch in grijpen was tot nog toe niet mogelijk tenge volge van de bloedziekte, waaraan de voor malige prins lijdt Zaterdag zijn te Buenos Aires de feeste lijkheden begonnen ter herdenking van het vierde eeuwfeest van deze stad, die in 1536 gesticht werd door.Don Pedro de Mendoza, die door Karei V naar de nieuwe wereld was gezonden aan het hoofd van een expedi tie, welke tot taak had „den weg te openen naar Peru" Aangezien de stad Havanna haar elec- triciteitsrekening niet heeft voldaan, heeft de Cubaansche Electriciteits-Maatschappij Zaterdagavond geen stroom geleverd voor de straatverlichting van Havanna. De politie had speciale maatregelen getroffen om te voorkomen, dat misdadigers van de heer- schende duisternis op straat misbruik zou den kunnen maken. GEMENGD NIEUWS Ernstig auto-ongeluk Te Amsterdam is Zaterdagmiddag tegen 4 uur op de Weesperzijde vlak bij den Omval een ernstig auto-ongeluk ge beurd. Een groote gesloten wagon is, door dat de bestuurder in aanrijding kwam met een tegenligger in liet water van de Keul- sche Vaart gereden. De auto kwam geheel onder water te liggen, doch bleef gelukkig rechtop staan. Er bevonden zich behalve de chauffeur zes personen in, drie dames en drie heeren. De bestuurder, een 51-jarig chauffeur woonachtig tc Amsterdam, had tegenwoordigheid van geest onmiddel lijk op de daarvoor aangebrachte knop te drukken, waardoor het dak van de auto zich mechanisch opende. Direct wist de chauffeur naar buiten te klimmen en met de hulp van het publiek, dat op dit drukke weggedeelte zich spoedig naar de plaars des onheils had gespoed, wist men in zeer korten tijd de zes inzittenden op het droge te krijgen. De politie waarschuwde onmid dellijk de G. G. en G. D., die twee dames en twee heeren naar het O. L. Vrouwe Gasthuis bracht, daar zij wat water had den binnen gekregen en wat schrammen hadden opgeloopen. Over de toedracht van het ongeluk zelve vernemen wij nog het volgende: De groote gesloten auto, van een Amerikaansch merit kwam uit de richting Utrecht en reed naar de stad. Van den anderen kant kwam een vrachtauto, waarachter een wielrijder reed en hierachter volgde weer een auto. Del wielrijder maakte een onvoorziene zwen king naar links, hij wilde blijkbaar plotse ling den weg oversteken. Bij het ontwijken i moest de chauffeur van den wagen, die uit de richting Utrecht kwam eveneens een I wenking maken. Hij kwam hierbij in aan-; raking met de auto, die achter de wiel rijder aanreed. Door deze lichte aanrijding raakte de chauffeur het stuur kwijt, met het gevolg, dat hij in het water reed. Door; een particuliere kraanwagen is de auto weer op het droge gebracht. Na een uitgebreid onderzoek heeft de Goud- sche politie de identiteit kunnen vaststellen van den man, die met een ernstige wond aan het achterhoofd en een bij den enkel ge broken linkerbeen dood op de spoorlijn GoudaUtrecht lag, tusschen de Derde en Vierde Kade. Het is de 46-jarige J. H., ge woonde hebbende op het Thompsonplein te '6-Gravenhage. De man was reiziger in koel installaties en electrische artikelen. Hij was gehuwd en vader van twee kinderen. Het lijk is door de familie herkend. De politie veronderstelt, dat de ongelukkige komende uit de Vierde Kade, zich langs de spoorbaan naar het station heeft willen be geven! Door wind en regen en waarschijnlijk ook doordat hij in gedachten verdiept is ge weest. zal hij den trein niet hebben hooren en zien naderen en is hij door de locomotief gegrepen. VERDRONKEN Te Nieuwleusen is het ongeveeï tweejarig zoontje van de weduwe W. Ra- ben in een onbewaakt oogenblik in een sloot geraakt en verdronken. -—Te Haren is na de vroegmis de 70- jarige weduwe Kling in een sloot geraakt! en verdronken. Toen men haar ophaalde, waren de levensgeesten reeds geweken. Vrsagt_het_oordeel van Uw doktert M UIl\ Reisbrieven van Prof. Dr. V. HEPP NALEZING Volgens belofte I Indertijd besloot ik mijn reisbrieven ener Zuid-Afrika met de ^^JNcgmaals wil ik verklaren, hoe ik er volstrekt niet zeker van ben, dat in mijn reisbrieven geenerlei vergissing binnensloop en pn ik geen enkel eenzijdig oordeel velde. Ik zond ze dan ook aan enkele Zuid-Afrikaansche vrienden jnet het verzoek mij waar noodig te corrigeeren. Zoodra ik de correcties heb ontvangen, hoop ik ze mijn lezers poor te leggen." Welnu, inderdaad ls mijn beroep op Zuid-Afrikaansche beoor deelaars niet geheel tevergeefsch geweest. Maar ik kan toch niet yan een rijken oogst spreken. Sterk heb ik erop aangedrongen vrijmoedige kritiek te leveren. Maar wanneer ik nu de antwoorden Xiog eens doorlees, dan kan ik mij niet ontworstelen aan den indruk, dat ik de dupe van het complimenteuse van den Afrikaander ben geworden. Ik had graag gewild, dat men er maar diep bet mes in had gezet In plaats daar van echter kreeg ik veel te lezen over nauwkeurige beschrijving en andere dingen, waarvan ik geen verslag durf te geven. Doch wat het overig© aan gaatKritiek het ek nie", schreef Iemand mij. Anderen noemden een paar punten voor verbetering en even- tueele aanvulling. Ik keer in elk ge val niet met een volle weitasch van mijn jacht terug. Prof. Dr, V. Hepp Natuurlijk mag ik mijn Afrikaansche vrienden om deze wel willendheid niet misprijzen. Ik word daardoor te meer beves tigd in wat ik over de Afrikaansche volksziel heb opgemerkt Men kan het zich blijkbaar niet indenken, dat terecht gezet worden mij aangenaam zou zijn. Inmiddels ontgaat daarmee onzen lezere het profijt, dat ik ook voor mijzelf had gewenscht Gddeon legde eens een pleister op de wonde van de Efraimieten die zich beklaagden, dat zij geen oproep hadden ontvangen om mee te strijden tegen de Midianieten door de vraag: „Zijn niet de nalezingen van Efraïm beter dan de wijnoogst van Abiëzer?" (Richt. 8 2). Doch over mijn „nalezing" kan ik niet anders dan mijn verontschuldiging aanbieden. Rectificatie* Eerst dan een paar rectificaties. Den vriencelijken schenker van het mooie gedenkboek uitge geven ter gelegenheid van het 250-jarig bestaan van Stellenbosch noemde ik: Dr. W. N. Joubert Dit moet zijn: Dr. W. A. Joubert De schrijfwijze van het Afrikaansche woord voor ons „hofstede" of'„boerderij" was in mijn brieven niet constant. Nu eens ge bruikte ik „plase, dan „plaase". Het laatste is foutief. Ik blijk me vergist te hebben, toen ik meedeelde, dat de zinken gebouwen, waarin thans de Normaalschool te Potchef- •troom is gehuisvest, vroeger onderdak bood aan de Theologische Schooi aldaar. Ze zijn nieuw gebouwd. Wel werden ae theolo gische colleges eertijds ook onder zink gegeven, maar niet onder d i t zink. Stelde ik het op grond van mijn aanteekeningen voor, dat de medische universitaire studie vijf jaar In beslag neemt, zoo moet dit worden verhoogd tot zes jaar. Op de opmerking, dat de Unie van Zuid-Afrika niet in 1909, maar 31 Mei 1910 tot stand kwam, diene het volgende bescheid. Ook het laatste jaartal met den juisten datum er bij vindt men in mijn brieven vermeld. Dat ik op een andere plaats van 1909 6prak, heeft hierin zijn grond, dat toen de acte werd uitgevaar digd, waardoor de verschillende staten tot een geheel werden vereenigd. In Afrikaansche geschiedenisboeken wordt dan ook 1909 als het geboortejaar van de Unie van Zuid-Afrika blij om kranst. In 1910 begon die acte te functioneeren. Hiermee heb ik alle feiten, welke misschien Hollandsche lezere niet zoo gewichtig schijnen als Afrikaanschen, en waarop men mij attent maakte, trouw opgebiecht De springbok Met den springbok Is het een eigenaardig geval. Ik dien-de hem aan als het nationale dier van Zuid-Afrika. Een correspondent is dit niet met mij eens. Hij uitte zijn be zwaar aldus: „Sover mij bekend kom hij in die Boland nie voor nie, veral nie in berg nie. Ek glo nie dat hij ooit oor die Hexe- rivier berge gegaan het nie. Sy woonplek is die Karroo en de Vrijstaat in die vlaktes, waar hij kan hardloop". Ik mag er nog wel even aan herinneren, dat men onder „Boland" het land rond de Kaap verstaat Ik informeerde hiernaar bij een Afrikaanschen vriend'. Die bleek het echter met den bovenvermelden schrijver niet eens te zijn. Hij bevestigde wat ik in Zuid-Afrika zelf had opgevangen. Het gaat er natuurlijk niet om of de springbok op het oogenblik in eeD deel van Zuid-Afrika niet voorkomt, maar hoe de Afri- kaanders hem zien. Waar onze treinvensters soms versierd zijn met een vliegend rad, vertoonen die in Zuid-Afrika overal het bok-beeld. De springbok dient ook als een geliefd merkteeken voor waren. Zoo is onder de Kaapscbe wijnen de „springbok" zeer bekend. Springbok-sigaretten worden in Zuid-Afrika veel, zoo niet het meest, gerookt. Een karos van springbokvellen geldt als een typisch Zuid-Afrikaansoh en tevens koninklijk geschenk. Overigens laat ik het gaarne aan onzen Afrikaanders over, hoe hoe zij met hun springbok omspringen. Aanvullingen In een van de binnengekomen antwoorden staat laconiek: „Miskien te min oor kerklike probleme". Nu heb ik in mijn brieven aan het kerkelijke leven en wat daarmee in verband staat: geestelijke stroomingen, zending, rassenvraagstuk, school stellig niet zoo'n kleine plaats ingeruimd. Maar zekere beper king moest ik mij vanzelf opleggen. Toch meen ik tusschen de letters van dien korten regel wel de bedoeling te kunnen lezen. Men is in Zuid-Afrika zeer gesteld ik maakte daarvan vroeger gewag op autoritatieve uitsprakea Nu bergt het kerkelijke leven aldaar tal van interne kwesties. En men zou wel willen weten, hoe ik daarover denk. Doch m.i. mag een vreemdeling aan dien drang niet toegeven. Het zou natuurlijk anders staan, wanneer mij van min of meer officieele zijde in een concreet geval advies werd gevraagd. Dan zou ik mij aan een antwoord niet mogen onttrekken, mits men dan ook alle bescheiden, welke voor een juiste beoordeeling noodig zijn, overlegde. Thans is het plicht hierover het zwijgen te bewaren. Trouwens acht ik de Gereformeerde theologen in Zuid-Afrika mans genoeg om die kwesties tot een goed einde te brengen. Een ander verstrekt mij vele gegevens, waaruit blijkt, welke sommen de Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika voor de P(otchef- stroomse) U(niversiteis) K(ollege) bijdraagt, opdat men niet zou meenen, dat deze geheel of grootendeels op staatssubsidie drijft. Met genoegen geef ik deze mededeling in het algemeen I door. Zij is vanzelf niet in tegenspraak met mijn verslaggeving, I waarvoor ik uit de officieele uitgaven van de P.U.K heb geput. Ook geloof ik denzelfden correspondent dadelijk, dat het er in alle kafferstadjes niet zoo netjes uitziet als in dat, wat ik be zocht Ik voegde dat ook aan mijn beschrijving toe. Er zijn stam men, waarbij de eerste eischen der hygiëne alles te wenschen overlaten en die zich door wreedheid en barbaarschheid ken merken. De veelvuldige kafferoorlogen hebben wel bewezen, welk een gevaar die voor de blanke bevolking in den omtrek op leveren. Laat ik hem ook even het woord mogen geven voor „net 'n klein opmerkingie in verband met die lewe van die naturelle in die grensdistrikte. 'n Kaffer ontvang vir plaaswerk gewoon- lik 10 sh. per maand met kos en woning en die meid vir huis werk 5 sh. per maand. Op die dorpe mag dit dubbel so veel wees, dus 10 sh. vir 'n meid en 1 pond vir 'n kaffer. In Johannesburg, Pretoria en ander groot stede mag dit uiterlik 3 tot 4 pond wees." Hierbij dient echter nog in aanmerking genomen, dat zij bovendien nog vrije kleeding krijgen, benevens vrije kost, Inwo ning en kleeding voor hun eventueele kinderen. Sommigen spa ren daarvan zooveel over, dat zij later land kunnen koopen. En om nu nog de laatste aanvulling te verwerken: Aan de j Theologische School te Potchefstroom wordt men toegelaten drie jaar na „matrikulasie" en moet men in het bezit zijn van den B.A.-graad Voorts vraagt de theologische studie er vier jaren. Na het candidaats volgen er twee kerkelijke examens. Het prae- paratoir examen wordt afgenomen door het college van curatoren het peremptoir examen door de classis, waaruit de candidaat afkomstig is. Hiermee zal ik aan de correspondentie wel geen gedevalueerd, maar het volle pond hebben gegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 2