De Olympische Spelen Het Houten Beeld van Erasmus Zooals bekend geacht mag worden, zullen dit jaar in Duitschland weer de Olympische Spelen plaats hebben, die tegenwoordig om de vier jaar gehouden worden. Er is in de laatste tijd veel 6tof over dit grootc sportgebeuren opgewaaid en daar om meenen wij, dat het wel aardig is eens een en ander hierover te vertellen. De Olympische Spelen zijn niet een uitvinding van de moderne tijd, zooals sommigen wellicht tneenen, maar bestonden reeds lang vóór het be- Teekening uit de zesde eeuw van een wedloop op op dc korlc baan. gin der Christelijke jaartelling in Griekenland, waar ze hun oorsprong hebl>en. In het oude land «Ier Hellenen werd, evenals bij ons in de Middel- ecuwen, altijd oorlog gevoerd. Door leesten als de Olympische Spelen werden dc twistende Grieken verbroederd en konden de Staten elkaar op edeler wijze bekampen. Het ware wel te wenschen, dat de spelen ook in onze moderne tijd zoo'n alge- meene verbroedering ten gevolge hadden! De naam ta Olympa was ontleend aan Olympia, een plaatsje in de Peloponesus, in den Staat Elis. Het was prachtig gelegen aan den voet van een berg en er heerschte een mild kli maat: in den zomer en in het voorjaar werd er een weelde van bloemen gevonden. Eigenlijk was Olympia geen stad, maar veel meer een verzame ling van tempels, worstel perken, looj>- en renba nen, en het werd als heilige plaats beschouwd, waar niemand met oorlogszuchtige bedoelingen verschijnen mocht. Gedurende den feesttijd heei-schte een godsvrede en werden alle vijande lijkheden gestaakt. Zooals het Pascha voor de Israëlieten na dc ballingschap het nationale leest werd, zoo verzamelden de Olympische Spelen de Hellenen van alle landen. .Alle staten zonden gezantschappen, het eene al luisterrijker dan het andere. Hier was het de ge schikte plaats voor hoogere politiek. De staatslie den maakten hun verdragen. Dichters en rede naars kwamen blijk geven van hun kunnen, voor dragers en schilders benutten de gelegenheid om naam te maken. Met stadion, dat in de vierde eeuw ontworpen werd, bood plaats aan 40.000 men- schei. Hier klopte liet Grieksche leven in vollen omvang! De spelen, die vijf dagen duurden, werden om de vier jaar in de zomermaanden gehouden. De eerste dag werd benut om Pelops, volgens de legende de stichter der spelen, offers te brengen, terwijl natuurlijk ook Zeus niet vergeten werd^ evenmin als dc andere goden. Kamprechters en strijde I's legden den eed af, de rechters dat zij zonder aanzien des persoons zou den oordeelen, de deelnemers dat zij eerlijk strij den zouden en dat zij zich tien maanden lang getraind hadden. Alleen vrije Grieken, die niet wegens heiligschennis veroordeeld waren of iets oneerbaars op hun geweten hadden, mochten mededingen. Eerst langzamerhand is het programma der spe len uitgebreid. Waarschijnlijk dit is echter niet met zekerheid te zeggen hadden op den twee den dag dc wedstrijden der jongeren plaats, en vervolgens hardloopen, worstelen, boksen en het pancratiori; het worstel- en vuistgevecht. Voorts was er nog een vijfkamp, bestaande uit springen, loopen, discus- en speerwerpen en worstelen. Zeer in trek waren de levensgevaarlijke wagenrennen, die gehouden werden op kleine wagens met tweo wielen, gelrokken door twee of vier paarden. Ook toen was er dus reeds een zekere zucht naar sensatie! Het enthousiasme voor de spelen, die heel den dag duurden, was zoo groot dat men graag hitte, honger en dorst verdroeg. Bovendien waren er geei. zitplaatsen, maar voortdurend juichte men geestdriftig z'n favorieten toe. Het grootc feest werd gesloten met een jilochtig offer aan Zeus. Dikwijls wordt gevraagd wat toch de oorspronke lijke beteekenis der spelen geweest is. Verschil lende antwoorden zijn in den loop dor tijden op deze vraag gegeven, waarbij de spelen veelal in verhand met begrafenis en dood gebracht werden. Bij Harrison vindon wij dc naïeve verklaring, dut de spelen gegeven werden om de mensohen wat op te vroolijken na dc droefenis der begrafenis. Wij zouden dit dus kunnen vergelijken met do begrafenismaaltijden, die hij ons op het platteland thans verdwijnt deze gewoonte meer en meer plaats hadden in vroeger jaren. Van meer ern stige aard is de opvatting dat de spelen gegeven werden ter ecre van cle doodèn. Homerus weel in de Ilias echter nog de oorspron kelijke verklaring van de bedoeling dor spelen: Do dunnen moeten gesteund worden in hun strijd, en 'dit kunnen dc levenden doen met hun spelen. Dc overwinning \an het leven op den dood wordt uitgeheeld. De dooden worden geholpen, het leven ter overwinning gevoerd, terwijl de strijders ook eolf doelen in de zegen. De spelen symholisecrcn dus de strijd tusschen leven en dood en de over winning van het leven op den dood. Hoewel men laler don oorspronkelijken zin vergeten was, her innerden toch vele dingen nog aan den ouden, godsdicnstigcn oorsprong. Denk slechts aan de of fers die gebracht werden en aan den ocd die do deelnemers moesten afleggen. De geschiedenis van de spelen gaat terug V>t fn dc grijze oudheid, de tijd van sagen en legenden. Zoo vertelt een lang niet van inhoud ontbloots sage, dal de spelen gesticht zijn door den Grick- schen nationuïon held Heracles. Deze geweldige nakomeling van Zeus vereenigde alle mannelijke deugden in zich en tal van sagen verhalen van zijn heldcndacen. Men kent het verhaal \un den "Bobsleeën op de Olympische baan in Garmiseh-Partenkirchen, waar van 6—16 Februari de Olympische Winterspelen gehouden zullen worden. Een vierpcrsoonsslce in de „Kraaiennest-bocht", Moderne sport. Spelmoment uit een hockey-match. 'Augias-stal, die Heracles moest reinigen. Toen ihij later koning Augias overwonnen had, schreef Ihij uit vreugde een wedloop onder zijn broers Ti it en sierde den overwinnaar met een olijftak. Dit zou volgens do sage het ontstaan van do Olympische Spelen zijn. Dat ze om de vijf jaar plaats vonden zou verband houden met het feit, dat er vijf broers waren. Een andere sage brengt de stichting der spelen In verband met Pelops, de zoon van Tantalus (een kleinzoon van Zeus dus). Pelops wist do koning van Elis te overwinnen en voerde diens dochter niet zich mede. Uit vreugde over dit suc ces zou hij do Olympische Spelen geslicht hebben. Wanneer de plaatselijke Spelen plaats gemaakt hebben voor het grootc feest, waaraan geheel Griekenland deelnam, wanneer het programma vaste vormen aannam, kunnen wij slechts gissen. Homerus mankt in zijn Ilias, die zich ongeveer 1500 voor Christus afspeelt, wel met enkele woor den melding van de spelen, maar eerst ongeveer 800 voor Christus hebben we vaste geschiedkun dige. bodem onder dc voeten. In die tijd sloten enkele Grieksche vorsten een verdrag, waarin bepaald werd, dal het oude Olympia als heilige plaats niet door gewapende machten betreden mocht worden. Dit heuglijke feit werd in een bronzen discus gegraveerd, die duizend jaar later door den bekenden schrijver Pausanias nog aan schouwd is. In ieder geval staat dus wel vast, dat de spelen van zeer ouden oorsprong zijn. De stichter van de Olympische Spelen in hun te- genwoordigen, modernen vorm is dc Franschman Baron Pierre do Coubcrtin. In 1S91 riep hij het „Congres International et Sportif" bijeen, waar men besloot dc Olympische Spelen in eerc te her stellen, natuurlijk uitgebreid met de moderue ©porten. Toch volgde men in groote lijnen het programma der Ouden. Zoo moeten ook thans nog dc deelnemers don Olympischcn eed afleggen, ter wijl zélfs het „concours d' art", eon wedstrijd mot daaraan verbondon tentoonstellingen van schilder kunst, beeldhouwkunst en oen concours voor lite ratuur en muziek niet ontbreekt. De opzet is du» iu ieder geval dezelfde gebleven. Hoe moeten wij als Christenen nu tegenover de Olympische Spelen in hun huldigen vorm staan? Ziedaar een vraag, die niet zoo gemakkelijk te beantwoorden is. Men mag hierover zeker niet lichtvaardig oordeelen. Op de Olympische Spelen wordt gedemonstreerd wat een mcnsch, een natie vermag op het gebied van lichaamsoefening. 'Voor wie de licliaamsoc'e- ning als van belang voor de goede gesteldheid van lichaam en ziel ziet, zijn deze spelen een feesttijd van grootc waaide. Daartegenover kan men echter de vraag stellen: Zijn dc Olympiscno Spelen niet de verheerlijking van den kracht- mensch in al zijn zinnelijkheid en lichamelijkheid? Een positief antwoord hierop is niet gemakkelijk te geven. Boter zou men kunnen vragen: Is do geest van het evangelie in strijd met de verzorging van het lichaam? Wij nieenon don te mogen ant woorden: Noen. Natuurlijk laat 'l evangelie nooit na eerst de eisoh te stellen: /.nek eerst het Ko ninkrijk Gods. Maar toch ziet Jezus niet het lichaam als do zetel van do zonde en kwade ge dachten: die konten van binnen uit. Paulus haalt nis voorbeelden aun do strijder, do loopo.r. die zich in alles onthoudt om den eenen prijs, hem bewonderend om zijn ijver. Wij mee nen dat hiermede wel aangetoond wordt dat goede sportbeoefening niet in strijd met het Evangelie is. En bovendien, er is toch niets meer mcnsch ver lagend© en zielshedervonds in, zich op te winden over een voetbal- of korfhnlmatch, dan over een kerkfhjko twist of een politieke verkiezing. Op alle terreinen des levens schuilen gevaren, dus logischerwijze ook op dat der sportbeoefening. Typeerend is wel, wat Dr A. Kuyper, de univer se cle geest van het Calvinistisch Christendom in een toespraak tot de studenten van de Vrije Uni versiteit zeide over de lichamelijke oefening: „En ik spreek van uw lichaam, ook dat doe ik met ernst. Reeds de aposlel I'aulus wees er op dat de Grieksche athlcten en kampspelers er op bedacht waren, om de kracht vun hun spieren to stalen tegen dat de wedstrijd kwant; en in onze turners en wielrijders en roeiers hobbm we liet 42 Voorbeeld voor oogen, hoe ook" zij door verstan dige behandeling van hun lichaam, de kracht en de bruikbaarheid van hun spieren verhoogen. En zou dan de man van wetenschap voor God ver antwoord zijn, zoo hij over alles, maar niet over zijn lichaam nadacht en geheel onwetenschappe lijk zijn eigen liohaant vorwaarloosde? Met dat onheilig spiritualisme vordert gij h'er niets. Man van geest te zijn, moet gij juist daarin tooncn, dat ge niet op oen geest gelijken gaat. Uw roeping is, over het verband der dingen na to denken en zoekt u dan het verband tusschan Uizelt en uw lichaam niet? En is dit dan niet het eigenaardige van onze Scola (de Vrije Universi teit) en uw roeping in haar, dat studie tegen lichaamsbeweging overstaat en uw inspanning concentreert op dat deel van uw lichaam, dat S® uw hersenen noemt,en dat sterker dan eenig lichaamsdeel den welstand van uw lichaam be- heersoht en bij overspanning uitput. Daarom moet In het blad van Vrijdag 10 Januari j.l. werd mee gedeeld, dat de Japansche regeering zeer waar schijnlijk een houten beeld van Erasmus tijdelijk aan het Bestuur der Gemeente Rotterdam zal af staan, ter opluistering van de tentoonstelling, welke in Juli a.s. ter herdenking van den 400sten sterfdag van Erasmus, gehouden zal worden. Ver der wordt vermeld, dat dit beeld naar Japan werd meegebracht door het eerste Hollandsche schip, hetwelk dit land bezocht en dat het beeld, na eerst iri een provincialen Boeddhistischen tem pel bewaard te zijn, thans is opgenomen in het Keizerlijk Museum te Tokio, waar het deel uit maakt van den zoogenaamden „nationalen schat". De lezer zou hieruit onwillekeurig de gevolgtrek king kunnen maken, dat dit beeld door de Hol landers opzettelijk daar is achtergelaten, hetzij, dat het door «le Japanners werd gekocht, hetzij dat de Hollanders het ten geschenke hebben ge geven. Zoo is het echter niet. Dc geschiedenis van het beeld is de volgende: Zooals bekend, vonden er in het laatst der lGdo en het begin der 17de eeuw van uit ons land ver schillende ontdekkingsreizen plaats. Denken wij maar oven aan den tocht van Heemskerk, Ba- rendsz. en Dc Rijp, met de daarop gevolgde over wintering op Nova-Zembla, of aan de reis van den Rotterdamschen herbergier Olivier van Noort, die den 12cn Augustus 1598 •met 248 koppen uit Rotterdam wegvoer, een tocht om den aardbol Het houten beeld van Erasmus, dat 330 Jaar geleden Botterdam verliet en er nu althans tijdelijk sal tcrugkceren. ge van wv lichaam studie maken. Ge moet Ücï oefenen, ge moet het frisch houden. Alleen in sano corpora woont de „sana mens"!" Hierop achten wij commentaar overbodig! Met dit alles willen wij echter niet zeggen, dat wij de huidige Olympische Spelen zonder meer goedkeuren. Vele zijn onze bezwaren tegen de awazc overschatting en verheffing van lichaams kracht en lenigheid. Maar daarom willen wij toch ook niet het kind met het badwater wegwerpen. Er zijn ontegenzeggelijk zeer goede dingen in do Olympische Spelen. Zoo achten wij het bij voorbeeld zeer toe te juichen, dat professionals, imenschen die van de sport ècn beroep gemaakt hebben, streng geweerd worden. Daarom past een woord van waarschuwing tegen excessen, tegen overdrijving, maar evenzeer van aanmoediging om eerlijk te spelen, te toonen dat sport het karakter kan veredelen, om, zooals de Engelsohen dat noemen, „fair play" te bet.achteol maakte, en na drie Jaren weer met éón van d'e vier vertrokken schepen en 45 manschappen terugkeerde. Uit dezelfde Oude Haven, van waar Van Noort zijn reis begon, was eenigo maanden te voren, 27 Juni 1598, Mahu met vijf schepen vertrokken, met de bedoeling door straat Magellaen om Zuid- Amerika heen naar Chili en Peru te stevenen. Daar zou men trac-hten de meegenomen lading gedeeltelijk voor goud en zilver in tc ruilen. Daar na zou men den Grooten Oceaan oversteken naar Japan, waar men den zilverschat hoopte te ver- ftrootcn. Vervolgens zou do tocht door de Moluk- ken worden voortgezet, om van daar met een volle lading kostbare specerijen naar het vaderland terug lo keeren. Zoo stelde men het zich voor, maar het verliep heel anders. Voor men straat Magellaen passeerde, waren er reeds meer dan 200 leden van dc bemanning ge storven, meest aan de gevreesde zeemansziekte, het scheurbuik. Eenmaal in den Grooten Oceaan gekomen, verloren de schepen tijdens een hevigen storm elkander uit het oog en toen had de uit geputte bemanning van één der schepen, het „Gheloove", onder kapitein Sebald de Weert, er genoog van en keerde naar het vaderland terug. De Admiraal der viool, Mahu, was toen reeds ge Btorven en volgens instructies in den meegege ven scheepsbricf vermeld, vervangen door De Cordes. Het „Gheloove" ontmoette op don terugtocht in straat Magellaen de vloot van Van Nooit. Deze voorzag de bemanning, die van 110 tot 3S koppen geslonken was, van wat levensmiddelen (veel had men niet te missen), waarna het vaartuig den tocht naar het vaderland hervatte, waar het behouden is aangekomen. Als curiositeit vermel den we nog, dat het „Gheloove" een Vuurlandseh meisje van een jaar of vijf aaij hoorei had. Dit was echter het eenige belangrijke, wat men van de reis meebracht. En zooals niet te verwonderen valt, stierf het kind reeds eenige dagen na haar aankomst in Amsterdam. Een ander schip van de vloot van Mahu droeg den naam „De Trouwe". Dit vaartuig bracht het tot Indic, waar het in handen van do Portugee- ten viel, die de geheole bemanning, op een vijf tal na, om hals brachten; vier hunner hebben 't vaderland weer bereikt. Mot hel derde schip „De Blijde Bootschap" ging het al niet veel beter. De gedecimeerde, verzwak te bemanning moest het schip in Valparaiso aan de Spanjaarden overgeven. „De. Hope", het vierde vaartuig van de vloot, bleef in een storm op don Grooten Oceaan en al leen het vijfde schip „de Liefde" bracht het met groote moeite werkelijk tot Japan. Voor de eer ste maal wapperde dc Hollandsche vlag in dit land. Van de 24 koppen, waaruit de bemanning nog be stond, konden er slechts zes meer op hun beenen staan. De zieken werden naar de wal gebracht en verpleegd, terwijl dc Japansche rogeering en kele dogen na aankomst een militaire bewaking aan boord plaatste. Toen was het echter al te laat, want alles, wat niet spijkervost was, was toen reeds van en uit het schip verdwenen. En EClfs Erasinus, die wel spijkervast was, en stevig verankerd boven den spiegel, tegen het hek aau- stond, was ook geroofd. Daarna nam de Japan- sdlio regeering, die hel schip en bovenal de aan boord zijnde kanonnen zeer goed gebruiken kon, het in beslag. Er schijnt echter een behoorlijke schadevergoeding voor een en ander uitgekeerd te zijn. Voel plezier hebben de Japanners niet van „De Liofdo" gehad, want kort daarop reeds verging het schip in een storm. Van al de aan boord geweest zijnde voorwerpen zal nu, na ruim drie eeuwen, vermoedelijk niet voel meer over zijn. Maar één ding althans werd h»t heden bewaard en wel het hierboven genoem de houten beeld van Erasinus, iets meer dan één meter hoog en nog in goeden staat. Zooals gezegd, stond het tot voor kort in een Het bekende standbeeld van Erasmus op de Groote Markt tc Botterdam. Boeddhistischen tempel, waar men het aanzag voor eenChristenhcilige! Pas een tiental jaren terug is men, na een diep gaande studie tot dc ontdekking gekomen, dat de houten pop Erasmus voorstelde. Aan den Heer J. W. van N o u h u y s, oud-directeur van het Museum „Prins Hendrik", is het voornamelijk te danken, dat men tot deze wetenschap kwam. Nu zal het den lezer wellicht bevreemden, dat men het beeld van Erasmus, die zich wel voor veel dingen had geïnteresseerd, maar toch niet voor dc scheepvaart, een plaats gaf boven den spiegel van een schip. Deze bevreemding zal wijken, als men weet, dat dit schip, toen het van stapel liep, den naam van „Erasmus" ont ving. De Rotterdammers zijn altijd trotsch ge weest op dezen beroemden stadgenoot, voorlooper der Kerkhervorming. Reeds in 1519 plaatste men zijn standbeeld, eveneons van hout, op dc brug, die over het Steiger lag (waar nu dc Groote Markt is). Het lag dus wel eenigszins voor do hand, dat zij een schip naar hem noemden en liet was evenmin vreemd, dat de bouwmeester tegelijk de beeltenis van den naamgever een plaatsje op liet schip gaf. De maker van de pop had zijn model hij de hand, want op dc verbrcede brug, die over het Steiger liep, stond nog steeds liet standbeeld van Erasinus, hoewel geschonden. Het was ook niet meer 't houten beeld vun 1549. Dit was reeds lang door een steenen Erasmus vervangen. Wel hadden de Spanjaarden bij hun overrompeling in 1572 onder Bossu dit beeld be schoten en ia het Steiger geworpen, maar het 6tond na het vertrek der Spanjaarden natuurlijk weer spoedig op zijn vroegere plaats. Dit schip „Erasinus" nu maakte deel uit van de vloot, die in Juni 1598 uit Rotterdam vertrok. Het maakte de reis echter niet moe onder zijn oorspronkelijken naam, maar werd, in verband met dc namen Geloof en Hoop, verdoopt in „Lief de". In het werkje „Van visschersdorp tot Wereld stad", dat ik in 1928, ter gelegenheid van het 600-jarig bestaan onzer stad Rotterdam, in hot licht gaf, sprak ik den wensch uit, dat deze houten Erasinus, die 3:10 jaar geledon Rotterdam verliet, er nog eens zou terugkeeren. Ik had niet durven liojien, dat deze wensch zoo spoedig in vervulling zou gaan. Dat de Japan sche regeering gunstig op het verzoek van het Rotterdamsche stadsbestuur beschikte, stemt tot verheuging en dankbaarheid. J. M. DROOGENDÏJK Methaangas als bron van energie Het methaan is een gas, dat hi den grond ge vormd wordt door vertering van organische stoffen. Te Neuengamnic in de buurt van Ham burg werd hij het boren naar water op ongeveer 250 M. diepte een methaanbron aangeboord, dio dagelijks bijna 500.000 M3. gas leverde. Door lei dingen wordt dit gas afgevoerd naar dc gas fabrieken in Hamburg en vermengd niet het gas, bereid uit steenkool. Veel grootore met haanbronncn komen voor in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika in dc omgeving van de grootc industriestad Pittsburg. De groote staal- en ijzergieterijen gebruiken voor namelijk methaan als brandstof. In verhouding met de steenkolen prijzen is methaan een zeer goedkoope brandstof. Ook in ons land. in enkele streken van Noord-Holland, borrelt dit gas uit den grond oj». Op vele boerderijen is een kleine gashouder aangebracht, waarin het gas opge vangen wordt, dat als lichtgas dienst doet. 43

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 16