rtfiO» MANIER VAN VOLKS VOORLICHTING Met de ambulance naar Abessynië RENTE OP RENTE DONDERDAG 23 JANUARI 1936 DERDE BLAD. PAG. 9 Het juiste licht op een door de N.S.B.-pers opgeblazen affaire ieN Men late zich geen knollen voor citroenen verkoopen Onder de opzienbarende titel „Christen dom en Zakendoen" kwam in een deel van de nationaaJ-socialistische pers een artikel voor met het doel de anti-revolutionaire partij en één harer voormannen in een zeer ongunstig daglicht te stellen. Wij zouden het zwijgen hebben toegedaan tot dit per soonlijk geschrijf, hetwelk écn der liefheb berijen is van de naar hoogere orde stre vende beweging, wanneer niet enkelen on zer lezers bij ons aandrongen op verweer, ook al om te redden wie hierover dreigden te struikelen. De zaak zit dan zoo. Een onzer lezeressen, mcj. FI. te Rotter dam mogen wij het bij deze aanduiding laten? schreef ons, dat zij 8 November j.l. een vergadering had bijgewoond, waar de heer Van Geelkerken, rechterhand van Ir. Mussert, sprak. Mejuffrouw H. was al lerminst besmet met nationaal-socialisti- sche tendenzen. Zij had echter in haar naaste familie een paar N.S.B.-ers, en dezen drongen er bij haar op aan toch eens te komen luisteren. Zij kwam luisteren, en als een volbloed anti-revolutionaire zette zij haar ooren goed open. Wat haar te pas Zij hoorde, en getuigen kunnen dit vol komen bevestigen, den heer Van Geelker ken mededeelen, dat de plaat, welke den heer Colijn voorstelde met handen drui pend van bloed na het geval met De Ze ven Provinciën, en welke plaat als onderschrift droeg ongeveer „Mijn God is een God der wrake. Daar houd ik mij aan", gedrukt was door den anti-revo lutionair Diepenhorst Mcj. H. beweerde in haar omgeving, dat dit een onwaarheid was. N.S.B.-ers zeiden echter, dat de heer v. G. geen onwaar heden debiteert. Tóen wendde onze lezeres zich tot ons. Wij antwoordden natuurlijk, dat de heer v. G. een onwaarheid had ver teld. Nu wordt het verloop kenmerkend voor de methodes der N.S.B. Let op de overeen komst met den gepubliceerden brief van den heer Heldring in Amsterdam door Volk en Vaderland. Onze lezeres liet ons briefje lezen. Er werd een afschrift van gemaakt, zonder verlof, en dit afge geven aan den heer B. van Waardhuizen te Rotterdam, die zich betitelt als Gewes telijk Inspecteur. Van dezen heer ontving nu onze redac tie, gedateerd 16 December een brief in N.S.B.-stijl. Het slot mag hier niet ont breken. Aangezien het 'door U gegeven schrif telijk antwoord than", aan meerdere volksgenootcn ter lezing wordt gegeven en op deze wijze niet alleen de naam van onzen kameraad van Geelkerken, doch tevens die onzer Beweging wordt geschaad, verwachten wij o nm i d d e 1- 1 ij k e tegenspraak van Uw bovenaan gehaald schrijven in Uw dagblad; Met Nationaal:Socialistischen groet Hou Zee! B. VAN WAARDHUIZEN, Gewestelijk Inspecteur. Na ontvangst van dit on-Nederlandsch briefje, hetwelk ons een kijkje gaf op de geestesgesteldheid, welke bij de N.S.B. blijkbaar wordt aangekweekt, konden wij niet anders doen, dan dit inspecteursstuk aan den kant te leggen. Had de heer v. W. volgens de gewone burgerlijk-beleefde ma nier ons om inlichtingen gevraagd, gaarne hadden wij eens met hem gepraat en hem ingelicht. Gelijk wij zoo vaak doen met N.S.B.-ers. Maar n u glimlachen wij nog slechts om deze buitenlandsche naaperij. Daarna nam men zijn toevlucht tot zijn pers. En in die pers, in strijd met de wer kelijkheid Schoon Schip genaamd, alsmede in Volk en Vaderland werd de zaak verder aan de orde gesteld. En thans begint de draaierij. Nu wordt ge zegd, dat op een d r u k k e r ij, waarvan de anti-revolutionair Diepenhorst commissaris was, de caricatuur van Colijn was gedrukt. En dan wordt aangehaald, wat in een ver gadering te Zeist zou zijn gezegd, name lijk: „De menschen die wekelijks om Colijn roepen, verdienen aan zijn caricatuur. Of dat ook trouwe vrienden van hem zijn." Verder vindt men een verwarring in het stuk van Prof. Diepenhorst met mr. Die penhorst. Wij hebben mr. G. A. Diepenhorst te Zeist, die blijkbaar bedoeld werd. om in lichtingen gevraagd. Deze worden thans, breed uitgemeten, aan onze lezers door gegeven. Het betreft dan een droef incident, het welk Zich vóór ecnige jaren heeft afge speeld op een drukkerij te Zeist, waar het anti-revolutionair orgaan „De Koerier" werd gedrukt en waarvan de anti-revolu tionaire heeren Van Asch van Wijck, mr. G. A. Diepenhorst en A. Mulder commis saris waren. Rondgestrooid wordt hoe destijds op ge noemde drukkerij de plaat werd gedrukt, waarin Dr. Colijn bij gelegenheid van de muiterij op de „Zeven Provinciën" werd geteekend als een bloeddorstige zeloot. Hoe staat het met deze geschiedenis? Getracht wordt de indruk te wekken als zou van hieruit destijds die schandelijke plaat over het land zijn gegaan. Ze werd echter destijds vervaardigd op de socialistische drukker ij in Amsterdam, die haar in verschillende bladen deed opnemen en ook het cliché zond aan „De Werker", sociaal-democra tisch plaatselijk orgaan te Zeist. Geheel buiten voorkennis en medeweten van mr. Diepenhorst werd dit krantje en deze plaat afgedrukt op voormelde druk- Dn was van den leider van het bedrijf een ernstige fout, die zoo scherp mogelijk afgekeurd is, waarover het noodige is ver handeld en tengevolge waarvan aanstonds afdoende maatregelen zijn genomen om dergelijke ergerlijke voorvallen te voor komen. Niemand, die ook maar iets in de leiding der A.R. partij te zeggen heeft, was er mee bekend. Die leiding stond even onver wacht en met dezelfde gevoelens tegenover het voldongen feit als ieder ander. Geen enkele commissaris van welke zaak ook kan alles voor uit zien, wat er gebeuren zal op zijn onderneming. Dit is zoo klaar als de dag, en hier vindt men dan ook de kem van de heele opgeblazen zaak. En wat het „verdienen" van die „leiders" aan die drukkerij betreft, moge herinnerd worden aan de oprichtingsgeschiedenis van deze zaak, waaruit bekend is, dat hier nooit sprake geweest is van ook maar iets te „verdienen". Ook liggen de boeken open en ter beschikking om te constateeren, dat nog nooit één halve cent aan deze zaak door de „leiders" is verdiend, maar wel. zooals tevoren bekend was, veel ten koste is gelegd. Meenen die sprekers, dat het door den beugel kan om op die wijze in het publiek zoodanige zaak uit te spelen? Zijn ze van oordeel binnen de grenzen van het behoorlijke te eijn gebleven door te trachten de voorstelling ingang te doen vinden als zouden „de hoofdleiders van de A.R. partij" de gedachte huldigen: zaken zijn zaken en wel in dezen zin, dat ze van daag jubelen voor Dr. Colijn en morgen geld willen verdienen aan zijn schandelijke caricatuur? Zouden ze bij nadere overdenking niet tot de conclusie komen, zich zelf hiermee het ei'gst te hebben getroffen? Immers wie de waarheid wil dienen, had deze grievende en averechtsclie voorstelling van zaken niet mogen geven. Men wist of kon althans heel gemakkelijk weten, dat de aangevallen „hoofdleiders" geheel bui ten deze droeve affaire stonden en daaraan part noch deel hadden. Hier heeft men nu de geschiedenis ten voeten uit. De heer Van Geelkerken, die er nog wel eens prat op gaat, iets af te weten uit anti-revolutionaire kringen, weet dan heel goed, dat er een gebod bestaat des naasten eer en goed gerucht voor te slaan. Of zal dit afgedaan hebben in zijn toe komststaat? Eu overigens, er zou veel gewonnen zijn, wanneer in zijn Beweging zoo openlijk en eerlijk voor den dag werd gekomen, bijvoor beeld ten opzichte van de finantiën van de N.S.B. als hier geschiedt Ook zou men kunnen denken aan de van achteren te noemen grootspraak van Ir. Mussert, toen hij uit het ambtenarencorps der provincie Utrecht trad. „Met mijn teekenpen", heette het, „zal ik voortaan mijn brood verdie nen". Waar zijn die teekeningen, waarvan het finantiëel lot van Ir. Mussert voortaan zou afhangen? Ons rest een woord van dank aan Mej. H., de eenvoudige anti-revolutionaire vrouw, die zich geen knollen voor citroe nen liet verkoopen. Haar voorbeeld worde gevolgd door alle anti-revolutionairen, wien men aan boord wil komen met ver halen, die bedenkelijk veel gelijken op politieke chantage. Wat ons betreft, niet telkens kunnen wij ruimte afstaan om onwaarheden en ver draaiingen recht te zetten. Ook heeft ons blad nog een zeker fatsoen op te houden. Saneering in de Kalkzandsteenindustrie 48-uren werkweek gevraagd Gisteren vergaderde te Amsterdam de Vereeniging van Nederlandsohe Kalkzand- steenfabrikanten, waarbij aangesloten 13 van de 17 fabrieken. Met algemeene stemmen werd besloten samen te werken met den Nederlandschen Baksteenbond om te komen tot ordening voor de geheele steenindustrie. Voorts werd met algemeene stemmen be sloten den Minister van Sociale Zaken te legrafisch te verzoeken onverwijld te willen besluiten voor de Ned. kalkzandsteen-indus trie de 48-uren werkweek in te voeren en de bestaande overwerkvergurmingen in te trekken. GEEN VERDERE VEE-AFSLACHTING? De voorraad vleesch in blik slinkt zienderoogen De voorraad vleesch In blik, waaruit de verstrekking plaats vindt aan de werkloo- zen, slinkt, naar wij vernemen, zienderoogen. In Maart of April zal deze voorraad geheel uitgeput zijn, gezien de gemiddelde weke- lijksche afname. Er is niet veel kans, dat tot 'n nieu we afslachting van vee zal worden over gegaan. Minister Deckers zou hiertoe slechts in uiterste noodzaak, als land bouwbelangen daartoe dringen, over gaan. Verdere afslachting, uitsluitend om de verstrekking van vleesch aan werkloozen te kunnen voortzetten, ligt niet in het voornemen. Men zoekt ten departemente van Sociale Zaken dan ook reeds naar een geschikte vervanging van de vleeschverstrekking. Men heeft enkele andere producten op het oog. Een dezer producten zou kunnen die nen ter vervanging van het vleesch. De zaak is overigens nog in een stadium van voor bereiding. De carnavals-„pret" te Den Bosch Wordt uitgebreid De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch heeft, na langdurige besprekingen, met 19 tegen 5 stemmen besloten gevolg te geven aan het voorstel van B. en W. tot uitbrei ding der viering van het Carnaval De Burgemeester werd weer gemachtigd toe te staan, dat Prins Carnaval met mu ziek mag worden ingehaald en dat op Car navalsmaandag een optocht wordt gehou den. Het sluitingsuur werd, zoowel voor café's als sociëteiten, bepaald op één uur in den nacht van de beide eerste dagen en op half één in den nacht van Dinsdag op Woensdag. Versch brood bij het ontbijt Een referendum onder de bakkers Naar wij vernemen hebben de Vier Na tionale Bakkersbonden liet noodig en nut tig geacht, dat ook de bakkerspatroons, zoowel de georganiseerden als de ongeorga niseerden van hun meening omtrent de be langrijke kwestie van de opheffing van het afleveringsverbod van versch brood, blijk geven en derhalve besloten terzake een re ferendum uit te schrijven onder de onge veer 1S.OOO bakkers in Nederland. WE ZOEKEN EEN HOTEL IN ADDIS ABEBA Een ongewoon Kerstfeest Leuke straattafereeltjes in de Abessijnsche hoofdstad li ADDIS ABEBA, eind December 1935 liet traject DjiboetiAddis Abeba wordt gewoonlijk in drie dagen afgelegd. Iedere dag 8 uur, terwijl op de tusschengelfgen stations wordt overnacht. Velen geven hier aan de voorkeur, omdat deze rit niet zoo vei-moeiend is als die van 24 uur aan één stuk en ook omdat men den meer van het landschap kan waarnemen. De trein reed met een snelheid van 35—40 KM. per uur. Er werd op verscheiden tus- schenstations gestopt, doch vrijwel van alle is mij de naam ontgaan. Op deze stat:ons stonden veel Abessijnsche krijgers, mei ge weren gewapend, opgesteld en voorts ver scheidcne bewoners van het gehucht, dat zonder uitzondering uit vrijwel alleen leemen hutten bestond. Op bepaalde pun ten werd langs de spoorweg de wacht ge houden en zagen we, in het licht, dat zoo 'n wachtvuur verspreidde, verscheidene malen de wachters heerlijk hun slaapje doen. Om streeks middernacht bereikten wij Daonalle en daarmee Ethiopisch grondgebied. Een baardig Abessijn kwam hier ons paspoort afstempelen. Een ontbijt dat teleurstelde Om zes uur 's morgens werd Dira-Daua bereikt, waar we gehoopt hadden, iets te kunnen eten, doch waar bleek, dat we dit tot negen uur moesten uitstellen, tot een volgend station was bereikt- Inderdaad kregen \ye om negen uur het beloofde ont bijt, doch dit leverde voor ons allen een teleurstelling op. Om ruim 12 uur gebruik ten we de lunch bij een ander station en deze was voortreffelijk te noemen. Onder weg zagen we gazellen, geiten, klein wild en groote troepen apen. Eindelijk 24 Decern ber bereikten we A d d i s-A b e b a 's avonds om half negen, stoffig, vermoeid en bezweet. Omdat de reis zoo vlót vérlooperi "was, was er niemand ter begroeting aanwezig, ook doordat de Fransche Consul vanuit Djiboeti onze komst nog niet gemeld had. Ook het Hotel bleek niet besproken te zijn. Verschillende andere hotels werden afgezocht, doch bijna alle waben bezet. Eindelijk werd plaats gevonden in Hotel ..Majestic", waar we ons, niet erg op ons gemak, installeerden. Er werd een maaltijd klaargemaakt, die niet al te slecht was. doch waarvan we ook door vermoeidheid weinig gebruikten. Toch was het geheel voor ons een groote overgang. De W.C.'s waren zoo onnoemelijk vuil, dat men heel wat tegenzin moest overwinnen, wilde, men er gebruik van maken. Niettegenstaande alles sliepen we, dank zij onze vermoeidheid dien nacht uitmuntend. Kerstfeest in Addis Abeba De eerste Kerstdag verschenen we stuk voor stuk beneden en vernamen tot onze vreugde, dat we gingen verhuizen naar Hotel Imperial vanwaar we over eenige dagen het Italiaansch Hospitaal, dat voor ons logies zou worden ingericht, zouden betrekken. Vol goeden moed vertrokken naar onze nieuwe verblijfplaats, waar het zindelijk en netjes bleek te zijn. In de eersti plaats was het, doordat we hier het Hol landsche midzomer klimaat hebben, moei lijk, voor ons om in te denken, dat het 25. December was; ten tweede zagen - we nergens, zooals "thuis, kerst boom ert, die toch altijd nog het zinnebeeld van het Kerstfeest zijn, al ligt de waarde van- het Kerstfeest ook op een heel ander punt. Wij benutten den tijd om een kijkje In de „stad" zelf te gaan nemen. In Addis-Abeba krijgt men in het geheel geen indruk, dat het land in oorlog is. Het leven gaat zijn gewonen gang. Abessijnsche edelen draven op hun muilezels door de straten, vergezeld van een troep bedienden, die op één sukkeldrafje achter hun heer aan hollen en waarvan één het geweer van zijn meester draagt. Hoe grooter De markt biedt verder een bont aanzien. Letterlijk alles loopt hier te hoon en het is er ongelooflijk rumoerig en druk. Zoo gezien krijgt men de indruk, dat het gansche „stad" centrum markt is. Schapenmarkt vóór het Paleis Rondom het paleis van den Negus wordt schapenmarkt gehouden. Deze schapen worden niet zooals bij ons, door de straat gedreven, doch worden door de Abessijnen op cïen schouder gedragen. Zoo loopen soms 20 bedienden, ieder met een schaap op zijn schouder in een sukkeldraf achter elkaar aan. Met veel rumoer banen zs zich een weg door de menigte, die in alle straten dicht opeengepakt schreeuwt en draaft. Waar twee vróuwen, die bevriend zijn, elkaar tegen komen omhelzen ze elkaar op Westerse he wijze, doch zijn overigens niet, zooals onze dames, met één zoen tevrVen en geven elkaar dan ook een eere-ronije over het gelaat, waarvoor beide koonen voorhoofd, neus en mond achtereenvolgens a<an de beurt komen. Dit schijnt een vaste gewoonte te zijn, want ik zag het meerdere malen. De bevolking knokt overigens wel eens graag. Het wachten is slechts op een ge legenheid, die zich al voordoet, wanneer een taai chauffeur een kip doodrijdt, wat hij met een rammeling moet boeten, terwijl het hier dikwijls een veel grootere prestatie is om geen kip dood te rijden. Europeanen loopen zelfs op deze manier de kans een aframmeling te krijgen, vandaar dat ze het chauffeeren dan ook graag aan een landsch. chauffeur overlaten, die hierin buitengewoon handig zijn en met ongeloof lijke snelheid door de menschenmassa weten heen te komen. 'Bij de inwoners Is waarschijnlijk hét beginsel bekend, dat wie niet uitwijkt het slachtoffer van zijn onwil wordt De keerzijde van de medaille is echter, dat wie het ongeluk heeft iemand aan te rijden, zonder vorm van proces in d- gevangenis wordt opgesloten, waarbij het niet altijd even zachtzinnig toegaat. De wegen leveren voorts uiterste con trasten op. Men ziet prachtige asfalt-wegen. die direct weer aansluiten op wegen, waar van het wegdek soms een verschil van 4050 c.M. oplevert, wat men dan ook ter dege bemerkt, als men het ongeluk heelt over een dergelijke weg gereden te worden. (Nadruk verboden). Morgen is het Vrijdag en... is hel M.S.S.-dag Maak het U dan tot een goede geregelde wekelijksche gewoonte den Vrijdag en den Zaterdag te maken tot Uw M.S.S.-dag. Neem eiken Vrijdagavond on Zaterdagavond voor t naar bed gaan één of twéé van die ver rassend werkende M.S.S.-eachets. Het is als 't ware een wekelijksche zuive ring van al datgene, hetwelk Uw gestel 'm dien langen arbeids-week is gaan be twaren Uw ingewanden worden zacht ont last, Uw organen, Uw gestel opgefrischi. Vol lust en energie staat Ge nu 's Zondags morgens op, vol plannen, goed gehumeurd. Gijzelf vooral, maar ook al Uw huisgenooten zullen den prettigen weerslag van Uw goed* M.S.S.-gewoonte ondervinden. Probeert heli Volg de M.S.S.-gewoonte! M.S.S.-eeehaia (ook wel genaamdLaxaer- Akkertje») rijn verkrijgbaar bij alle apotheken an drogisten an wal in blauwe ronde kokertje* of in de nieuwe blauwe vierkante kokertje*. Da «amenslelling if echter van beid* geheel gelijk. Al* Uw gewone leverancier lomi géén voorraad mocht hebben, vraag hem dan re even voor U te willen bestellen. Zo kosten per 12 stuks 60 cent. Tijdschrift voor armwezen enz. Het veertiendaagsch „Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kin derbescherming" heeft met ingang van dit jaar belangrijke veranderingen ondergaan, zoowel wat uitgave als wat inhoud betreft. Uitgever is thans de Firma N. Samsom N.V. te Alphen. Bij de samenstelling van den inhoud zal in verhoogde mate aandacht worden geschonken aan de openbare armen zorg en den crisissteun. De redactie zal met een redacteur, die op dat gebied speciaal deskundig is, worden uitgebreid, terwijl maandelijks aan het Tijdschrift als bijlage wordt toegevoegd de bekende uitgave der Firma Samsom „Steunverleening en Werk verschaffing" welke alles bevat, wat de uit voerende organen der steunregeling voor hun practijk behoeven. Voorts is als redacteur toegetreden Mr. Ik Lietaert Peerbolte, oud-Directeur- Generaal van de Volksgezondheid, die het belangrijke grensgebied van maatschappelijk hulpbetoon en volksgezondheid zal behan- De aankomst van de ambulance in Addis Abeba. Links: na de aankomst der kisten wordt even uitgeblazen. Rechts: ir. de Vries in gesprek met een paar taxi-chauffeurs. VRUDAG 24 JANUARI HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 12.0?» AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Gram.pl. en pianospel. 10.0(1 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voordracht. 11.05 Vervolg voordracht. 11.20 Gram.pl. 12.00 Kovacs Lajos. 2.30 Zang en piano. 4.00 Gram.pl. 5.00 Kinderuurtje. 7.00 Lezing. 7.20 Vervolg orkestconcert. 9.05 Causerie. 8.30 Cello en piano. 9.00 Lezing. 8.30 Vervolg concert. 10.00 Literaire eau- serie. 10.45 Berichten. HILVERSUM II 301 M. Algrem. Programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00 Gram.pl. 11.3012.00 Voor zieken en ouden-van-dagen. 1.00 KRO-Boys. 2.00 Operamuziek. 3.15 Orgelconcert. 4.15 KRO-Kamerorkest. 5.15 KRO-Orkest. 6.00 Lezing. 6.20 Vervolg orkestconcert. 7.15 Lezing. 8.00 Berichten. 8.15 Causerie. 8.30 KRO-Symphonie-orkest. 9.15 Cabaret programma. 10.30 Berichten. DROITWICH 1500 M. 11.20—11.50 Orgel spel. 12.10 Populair concert. 1.352.20 Trioconcert. 3.20 Lezingen. 4.20 BBC-Mid land-orkest. 6.50 Zang. 7.10 Lezingen. 8.20 „The Kentucky Minstrels". 9.20 Vioolrecital. 10.40 Londensch Symphonie- RADIO-PARIS 1618 M. 7.20 en 8.35 Gr.pl. 12.25 Orkèstconcert. 5.50 Orkestconcert. 8.20 Zang en piano. 9.05 Gevar. concert. KEULEN 456 M. 11.20 Omroepkleinorkest. 1.352.20 Gevar concert. 3.20 Voordracht en concert. 7.30 Voor soldaten. 9.50—. 10.50 Operaconcert. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Om roeporkest. 1.502.20 Gram.pl. 5.20 Pu- pulair concert. 7.20 Zang. 8.20 Salon orkest. 8.50 Radiotooneel. 9.35 Salon orkest. 10.30^11.20 StrijkkwartetconcerL 484 M.: 12.50 Salonorkest. 6.50 Chopin- recital. 7.35 Zang. 8.20 Voor Oudstrijders. Feuilleton De geschiedenis van een erfenis (31 door K. Jonkheid De heer is plotseling uitgepraat, kijkt naar buurman, eerst vragend en dan brutaal en uitdagend, maar buurman knikt even, met zijn pijp tusschen de vingers, daarmee bedoelend: Spreek u maar door. Dan rookt hij weer rustig verder. De heer rookt ook. „Dat is mijn buurman", zegt Teunis. De heer kijkt achterom weer naar den boer. Zijn blik Is niet vriendelijk. Dan zegt hij: „Kom, ik vertrek maar weer.' En hij noodigt Teunis: „Rijd een toertje met me rond, ik breng u weer netjes thuis." Achter zijn rug kijkt buurman heel verdacht. Hij trekt zijn neus op en zet een vies gezicht. Teunis begrijpt hem wel. Hij blijft zitten. De heer blijft wachten tot de boer zal heengaan. De boer wacht op het vertrek van den heer. Hij ziet, dat het maar een als heer vermomde ploert is en stoort zich niets aan diens vijandige blikken. Eindelijk stijgt hij in zijn wagen en rijdt weg. De auto heeft al veel vloeken gehoord, doch zoo veel als van middag maar zelden. „Wal kwam die kerel doen, Teunis?'' Teunis vertelt-. „Wees op je hoede, man, en houd die lui van je lijf." En even later: „Heb je al plannen?" „Plannen nog niet." „Koop een kleine hofstee en ga rustig zitten boeren." „Dat is niet kwaad." Teunis weifelt even. „Ik zou wel wat willen doen voor de boerenarbeiders hier." De boer kijkt vragend. „Ik wou ze helpen aan een eigen huisje en een stukje grond. Ik heb zelf zoo lang de armoei gedragen." Buurman denkt na. „Kijk eens, Teunis, het is mooi van je, heel mooi, maar het wordt niets. Hoe wil je dat doen? Ven huren? Of cadeau geven? In het eerste geval krijg je last met de huur, in het laatste hartzeer. De een zal het goed behandelen, de ander het verknoeien, oen derde het verkoopen. En in 't eind stank voor dank." Teunis wordt kriebelig. „Moet alles in de wereld dan maar blijven, zooals het is?" ,,'t Is zoo ingewikkeld, Teunis, zóó ingewikkeld!" Teunis' vrouw zit er bij en luistert. Ze heeft gepraat met vrouw Peter en met anderen. Het plan van Teunis is de polder al doorgewandeld. Ieder, die het hoort, lacht, De boeren lachen, de arbeiders lachen ook, maar heel anders, de arbeidersvrouwen kijken hoopvol, de boerinnen donker en vijandig. Maar Teunis weet daar niets van. Hij denkt, dat buurman de eerste is, die er van hoort. Willem de Bas, zijn baas, heeft bedauwd zijn aandeel afgehaald en gevoegd bij zijn ander kapitaal. Hij doet niets. Een auto heeft hij wel gekocht. En al zijn huisgenooten een jaarlijksch vacantiereisje beloofd bij leven en welzijn. Hij zal nog wat land koopen en wat solide effecten. Hij zal ook eens praten met Teunis. Die heeft zijn leiding beslist noodig. Hij geeft, dezelfde raad, die buurman gaf. Teunis praat niet meer van zijn plan. Hij durft niet. Want hij heeft den notaris geraadpleegd. Die heeft heel geleerd gesproken. Het maatschap pelijk leven is zoo gecompliceerd. Dat woord heeft Teunis niet begrepen. Maar de strekking van het betoog kon hij wel vatten. De wereld is zooals ze is, daar is niets aan te veranderen. Althans niet door één man. Die vracht is veel te zwaar. Dat kun je niet tillen. Teunis voelt zijn machteloosheid en de onwil van de menschen. Een half jaar later is hij weg. In de scheerwinkel wordt op Zaterdagavond soms druk ge praat., Soms ook niet. Van avond komt het gesprek op Teunis de Bas. „Die is er van door.'1 „Neem het hem kwalijk!" ,Dat mooie plannetje is niet doorgegaan", zegt langzaam een corpulente boer. „Wel nee, hij heeft de centen binnen, nou is ie net als de rest" „Het plan was goed bedoeld", zegt een jong landarbeider, „en toch deugt het niet." De anderen weten ongeveer, wat er komen zal, spreker is lid van de S.D.A.P. Toch vraagt cr een nieuwsgierig: „Waarom niet?" „De grond hier is in handen vau enkele rijke boeren en een paar groote landeigenaars. Dat moet niet. Maar geef je een paar lapjes aan enkele kleine menschen, dan is het goed bedoeld, maar in principe is dat hetzelfde. Het heele stelsel moet ver- anderd. De bodem moet komen aan de gemeenschap en ieder moet daarvan kunnen genieten." De boer lacht bulderend. Er zijn ook andere lachers. „Wat een onzin!" Het gesprek gaat verder. De meeningen zijn zeer verdeeld. Een boerenzoon waagt het, te zeggen: „Alle-s mpei blijven, zoo als God het bestuurd heeft." Hij is een moedige jongen. Toch zou hij granjg hulp hebben. Er zit een oude arbeider, stevig en krom als een knoestig* boomstam. Zijn verweerd gezicht is helder en vastberaden. „Wat zeg jij, Voorbeek?" vraagt do boerenzoon. Hij weet, da* de arbeider een ernstig christen is. „Hij zegt niks!" roepen de anderen. „De hemel is des Heeren, maar de aarde heeft Hij de kinderen der menschen gegeven, staat er iu de Schrift „Wat bedoel je daarmee?" ,Dat de aarde voor de menschen is, en niet alleen voor d* landheeren." „Kerel! Ben jij ook al rood?" „Ik ben niet rood. In Israël had iedere familie zijn grond bezit. Wat door armoe teloor ging, werd in het jubeljaar terug gegeven. Dat was door God zoo ingesteld. Maar onze samen* leving is gegrond op zelfzucht, terwijl de Schrift eischt, dat wij niet alleen God zullen liefhebben boven alles, maar ook onze naaste als ons zelve.'' Allen zwijgen van verbazing. De arbeider zwijgt ook. Hij zou nog meer willen zeggen, maar weet het niet voor elkaar te brengen. Zelfs hijzelf is zich niet goed bewust, hoe zijn inzicht zicÜ gewijzigd heeft. Nu moet hij weer piekeren over de bewering, dat alles moet blijven, zooals God het bestuurd heeft. Heeft God het zoo bestuurd, of hebben de menschen het zoo gemaakt? Daar moet hij antwoord op vinden. (Slot volgtl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 7