rtfiO»
MANIER VAN VOLKS
VOORLICHTING
Met de ambulance naar Abessynië
RENTE OP RENTE
DONDERDAG 23 JANUARI 1936
DERDE BLAD. PAG. 9
Het juiste licht op een door
de N.S.B.-pers opgeblazen affaire
ieN
Men late zich geen knollen
voor citroenen verkoopen
Onder de opzienbarende titel „Christen
dom en Zakendoen" kwam in een deel van
de nationaaJ-socialistische pers een artikel
voor met het doel de anti-revolutionaire
partij en één harer voormannen in een zeer
ongunstig daglicht te stellen. Wij zouden
het zwijgen hebben toegedaan tot dit per
soonlijk geschrijf, hetwelk écn der liefheb
berijen is van de naar hoogere orde stre
vende beweging, wanneer niet enkelen on
zer lezers bij ons aandrongen op verweer,
ook al om te redden wie hierover dreigden
te struikelen.
De zaak zit dan zoo.
Een onzer lezeressen, mcj. FI. te Rotter
dam mogen wij het bij deze aanduiding
laten? schreef ons, dat zij 8 November
j.l. een vergadering had bijgewoond, waar
de heer Van Geelkerken, rechterhand van
Ir. Mussert, sprak. Mejuffrouw H. was al
lerminst besmet met nationaal-socialisti-
sche tendenzen. Zij had echter in haar
naaste familie een paar N.S.B.-ers, en dezen
drongen er bij haar op aan toch eens te
komen luisteren. Zij kwam luisteren, en
als een volbloed anti-revolutionaire zette
zij haar ooren goed open. Wat haar te pas
Zij hoorde, en getuigen kunnen dit vol
komen bevestigen, den heer Van Geelker
ken mededeelen, dat de plaat, welke den
heer Colijn voorstelde met handen drui
pend van bloed na het geval met De Ze
ven Provinciën, en welke plaat als
onderschrift droeg ongeveer „Mijn God is
een God der wrake. Daar houd ik mij aan",
gedrukt was door den anti-revo
lutionair Diepenhorst
Mcj. H. beweerde in haar omgeving, dat
dit een onwaarheid was. N.S.B.-ers zeiden
echter, dat de heer v. G. geen onwaar
heden debiteert. Tóen wendde onze lezeres
zich tot ons. Wij antwoordden natuurlijk,
dat de heer v. G. een onwaarheid had ver
teld.
Nu wordt het verloop kenmerkend voor
de methodes der N.S.B. Let op de overeen
komst met den gepubliceerden brief van
den heer Heldring in Amsterdam door
Volk en Vaderland. Onze lezeres liet
ons briefje lezen. Er werd een afschrift van
gemaakt, zonder verlof, en dit afge
geven aan den heer B. van Waardhuizen
te Rotterdam, die zich betitelt als Gewes
telijk Inspecteur.
Van dezen heer ontving nu onze redac
tie, gedateerd 16 December een brief in
N.S.B.-stijl. Het slot mag hier niet ont
breken.
Aangezien het 'door U gegeven schrif
telijk antwoord than", aan meerdere
volksgenootcn ter lezing wordt gegeven
en op deze wijze niet alleen de naam
van onzen kameraad van Geelkerken,
doch tevens die onzer Beweging wordt
geschaad, verwachten wij o nm i d d e 1-
1 ij k e tegenspraak van Uw bovenaan
gehaald schrijven in Uw dagblad;
Met Nationaal:Socialistischen groet
Hou Zee!
B. VAN WAARDHUIZEN,
Gewestelijk Inspecteur.
Na ontvangst van dit on-Nederlandsch
briefje, hetwelk ons een kijkje gaf op de
geestesgesteldheid, welke bij de N.S.B.
blijkbaar wordt aangekweekt, konden wij
niet anders doen, dan dit inspecteursstuk
aan den kant te leggen. Had de heer v. W.
volgens de gewone burgerlijk-beleefde ma
nier ons om inlichtingen gevraagd, gaarne
hadden wij eens met hem gepraat en hem
ingelicht. Gelijk wij zoo vaak doen met
N.S.B.-ers. Maar n u glimlachen wij nog
slechts om deze buitenlandsche naaperij.
Daarna nam men zijn toevlucht tot zijn
pers. En in die pers, in strijd met de wer
kelijkheid Schoon Schip genaamd,
alsmede in Volk en Vaderland werd
de zaak verder aan de orde gesteld.
En thans begint de draaierij. Nu wordt ge
zegd, dat op een d r u k k e r ij, waarvan de
anti-revolutionair Diepenhorst commissaris
was, de caricatuur van Colijn was gedrukt.
En dan wordt aangehaald, wat in een ver
gadering te Zeist zou zijn gezegd, name
lijk: „De menschen die wekelijks om Colijn
roepen, verdienen aan zijn caricatuur. Of
dat ook trouwe vrienden van hem zijn."
Verder vindt men een verwarring in het
stuk van Prof. Diepenhorst met mr. Die
penhorst.
Wij hebben mr. G. A. Diepenhorst te
Zeist, die blijkbaar bedoeld werd. om in
lichtingen gevraagd. Deze worden thans,
breed uitgemeten, aan onze lezers door
gegeven.
Het betreft dan een droef incident, het
welk Zich vóór ecnige jaren heeft afge
speeld op een drukkerij te Zeist, waar het
anti-revolutionair orgaan „De Koerier"
werd gedrukt en waarvan de anti-revolu
tionaire heeren Van Asch van Wijck, mr.
G. A. Diepenhorst en A. Mulder commis
saris waren.
Rondgestrooid wordt hoe destijds op ge
noemde drukkerij de plaat werd gedrukt,
waarin Dr. Colijn bij gelegenheid van de
muiterij op de „Zeven Provinciën" werd
geteekend als een bloeddorstige zeloot.
Hoe staat het met deze geschiedenis?
Getracht wordt de indruk te wekken als
zou van hieruit destijds die schandelijke
plaat over het land zijn gegaan. Ze werd
echter destijds vervaardigd op
de socialistische drukker ij in
Amsterdam, die haar in verschillende
bladen deed opnemen en ook het cliché
zond aan „De Werker", sociaal-democra
tisch plaatselijk orgaan te Zeist.
Geheel buiten voorkennis en medeweten
van mr. Diepenhorst werd dit krantje en
deze plaat afgedrukt op voormelde druk-
Dn was van den leider van het bedrijf
een ernstige fout, die zoo scherp mogelijk
afgekeurd is, waarover het noodige is ver
handeld en tengevolge waarvan aanstonds
afdoende maatregelen zijn genomen om
dergelijke ergerlijke voorvallen te voor
komen.
Niemand, die ook maar iets in de leiding
der A.R. partij te zeggen heeft, was er mee
bekend. Die leiding stond even onver
wacht en met dezelfde gevoelens tegenover
het voldongen feit als ieder ander.
Geen enkele commissaris van
welke zaak ook kan alles voor
uit zien, wat er gebeuren zal op
zijn onderneming. Dit is zoo klaar
als de dag, en hier vindt men dan ook de
kem van de heele opgeblazen zaak.
En wat het „verdienen" van die „leiders"
aan die drukkerij betreft, moge herinnerd
worden aan de oprichtingsgeschiedenis van
deze zaak, waaruit bekend is, dat hier nooit
sprake geweest is van ook maar iets te
„verdienen". Ook liggen de boeken open en
ter beschikking om te constateeren, dat
nog nooit één halve cent aan deze zaak
door de „leiders" is verdiend, maar wel.
zooals tevoren bekend was, veel ten koste
is gelegd.
Meenen die sprekers, dat het door den
beugel kan om op die wijze in het publiek
zoodanige zaak uit te spelen?
Zijn ze van oordeel binnen de grenzen
van het behoorlijke te eijn gebleven door
te trachten de voorstelling ingang te doen
vinden als zouden „de hoofdleiders van de
A.R. partij" de gedachte huldigen: zaken
zijn zaken en wel in dezen zin, dat ze van
daag jubelen voor Dr. Colijn en morgen
geld willen verdienen aan zijn schandelijke
caricatuur?
Zouden ze bij nadere overdenking niet
tot de conclusie komen, zich zelf hiermee
het ei'gst te hebben getroffen?
Immers wie de waarheid wil dienen, had
deze grievende en averechtsclie voorstelling
van zaken niet mogen geven. Men wist of
kon althans heel gemakkelijk weten, dat
de aangevallen „hoofdleiders" geheel bui
ten deze droeve affaire stonden en daaraan
part noch deel hadden.
Hier heeft men nu de geschiedenis ten
voeten uit. De heer Van Geelkerken, die er
nog wel eens prat op gaat, iets af te weten
uit anti-revolutionaire kringen, weet dan
heel goed, dat er een gebod bestaat des
naasten eer en goed gerucht voor te slaan.
Of zal dit afgedaan hebben in zijn toe
komststaat?
Eu overigens, er zou veel gewonnen zijn,
wanneer in zijn Beweging zoo openlijk en
eerlijk voor den dag werd gekomen, bijvoor
beeld ten opzichte van de finantiën van de
N.S.B. als hier geschiedt Ook zou men
kunnen denken aan de van achteren te
noemen grootspraak van Ir. Mussert, toen
hij uit het ambtenarencorps der provincie
Utrecht trad. „Met mijn teekenpen", heette
het, „zal ik voortaan mijn brood verdie
nen". Waar zijn die teekeningen, waarvan
het finantiëel lot van Ir. Mussert voortaan
zou afhangen?
Ons rest een woord van dank aan Mej.
H., de eenvoudige anti-revolutionaire
vrouw, die zich geen knollen voor citroe
nen liet verkoopen. Haar voorbeeld worde
gevolgd door alle anti-revolutionairen,
wien men aan boord wil komen met ver
halen, die bedenkelijk veel gelijken op
politieke chantage.
Wat ons betreft, niet telkens kunnen wij
ruimte afstaan om onwaarheden en ver
draaiingen recht te zetten. Ook heeft ons
blad nog een zeker fatsoen op te houden.
Saneering in de
Kalkzandsteenindustrie
48-uren werkweek gevraagd
Gisteren vergaderde te Amsterdam de
Vereeniging van Nederlandsohe Kalkzand-
steenfabrikanten, waarbij aangesloten 13 van
de 17 fabrieken.
Met algemeene stemmen werd besloten
samen te werken met den Nederlandschen
Baksteenbond om te komen tot ordening
voor de geheele steenindustrie.
Voorts werd met algemeene stemmen be
sloten den Minister van Sociale Zaken te
legrafisch te verzoeken onverwijld te willen
besluiten voor de Ned. kalkzandsteen-indus
trie de 48-uren werkweek in te voeren en
de bestaande overwerkvergurmingen in te
trekken.
GEEN VERDERE
VEE-AFSLACHTING?
De voorraad vleesch in blik
slinkt zienderoogen
De voorraad vleesch In blik, waaruit de
verstrekking plaats vindt aan de werkloo-
zen, slinkt, naar wij vernemen, zienderoogen.
In Maart of April zal deze voorraad geheel
uitgeput zijn, gezien de gemiddelde weke-
lijksche afname.
Er is niet veel kans, dat tot 'n nieu
we afslachting van vee zal worden over
gegaan. Minister Deckers zou hiertoe
slechts in uiterste noodzaak, als land
bouwbelangen daartoe dringen, over
gaan. Verdere afslachting, uitsluitend
om de verstrekking van vleesch aan
werkloozen te kunnen voortzetten, ligt
niet in het voornemen.
Men zoekt ten departemente van Sociale
Zaken dan ook reeds naar een geschikte
vervanging van de vleeschverstrekking.
Men heeft enkele andere producten op het
oog. Een dezer producten zou kunnen die
nen ter vervanging van het vleesch. De zaak
is overigens nog in een stadium van voor
bereiding.
De carnavals-„pret" te
Den Bosch
Wordt uitgebreid
De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch
heeft, na langdurige besprekingen, met 19
tegen 5 stemmen besloten gevolg te geven
aan het voorstel van B. en W. tot uitbrei
ding der viering van het Carnaval
De Burgemeester werd weer gemachtigd
toe te staan, dat Prins Carnaval met mu
ziek mag worden ingehaald en dat op Car
navalsmaandag een optocht wordt gehou
den. Het sluitingsuur werd, zoowel voor
café's als sociëteiten, bepaald op één uur
in den nacht van de beide eerste dagen en
op half één in den nacht van Dinsdag op
Woensdag.
Versch brood bij het ontbijt
Een referendum onder de bakkers
Naar wij vernemen hebben de Vier Na
tionale Bakkersbonden liet noodig en nut
tig geacht, dat ook de bakkerspatroons,
zoowel de georganiseerden als de ongeorga
niseerden van hun meening omtrent de be
langrijke kwestie van de opheffing van het
afleveringsverbod van versch brood, blijk
geven en derhalve besloten terzake een re
ferendum uit te schrijven onder de onge
veer 1S.OOO bakkers in Nederland.
WE ZOEKEN EEN HOTEL
IN ADDIS ABEBA
Een ongewoon Kerstfeest
Leuke straattafereeltjes
in de Abessijnsche hoofdstad
li
ADDIS ABEBA, eind December 1935
liet traject DjiboetiAddis Abeba wordt
gewoonlijk in drie dagen afgelegd. Iedere
dag 8 uur, terwijl op de tusschengelfgen
stations wordt overnacht. Velen geven hier
aan de voorkeur, omdat deze rit niet zoo
vei-moeiend is als die van 24 uur aan één
stuk en ook omdat men den meer van het
landschap kan waarnemen.
De trein reed met een snelheid van 35—40
KM. per uur. Er werd op verscheiden tus-
schenstations gestopt, doch vrijwel van alle
is mij de naam ontgaan. Op deze stat:ons
stonden veel Abessijnsche krijgers, mei ge
weren gewapend, opgesteld en voorts ver
scheidcne bewoners van het gehucht, dat
zonder uitzondering uit vrijwel alleen
leemen hutten bestond. Op bepaalde pun
ten werd langs de spoorweg de wacht ge
houden en zagen we, in het licht, dat zoo 'n
wachtvuur verspreidde, verscheidene malen
de wachters heerlijk hun slaapje doen. Om
streeks middernacht bereikten wij Daonalle
en daarmee Ethiopisch grondgebied. Een
baardig Abessijn kwam hier ons paspoort
afstempelen.
Een ontbijt dat teleurstelde
Om zes uur 's morgens werd Dira-Daua
bereikt, waar we gehoopt hadden, iets te
kunnen eten, doch waar bleek, dat we dit
tot negen uur moesten uitstellen, tot een
volgend station was bereikt- Inderdaad
kregen \ye om negen uur het beloofde ont
bijt, doch dit leverde voor ons allen een
teleurstelling op. Om ruim 12 uur gebruik
ten we de lunch bij een ander station en
deze was voortreffelijk te noemen. Onder
weg zagen we gazellen, geiten, klein wild
en groote troepen apen. Eindelijk 24 Decern
ber bereikten we A d d i s-A b e b a 's avonds
om half negen, stoffig, vermoeid en bezweet.
Omdat de reis zoo vlót vérlooperi "was, was
er niemand ter begroeting aanwezig, ook
doordat de Fransche Consul vanuit Djiboeti
onze komst nog niet gemeld had.
Ook het Hotel bleek niet besproken te
zijn. Verschillende andere hotels werden
afgezocht, doch bijna alle waben bezet.
Eindelijk werd plaats gevonden in Hotel
..Majestic", waar we ons, niet erg op ons
gemak, installeerden. Er werd een maaltijd
klaargemaakt, die niet al te slecht was.
doch waarvan we ook door vermoeidheid
weinig gebruikten. Toch was het geheel
voor ons een groote overgang. De W.C.'s
waren zoo onnoemelijk vuil, dat men heel
wat tegenzin moest overwinnen, wilde, men
er gebruik van maken. Niettegenstaande
alles sliepen we, dank zij onze vermoeidheid
dien nacht uitmuntend.
Kerstfeest in Addis Abeba
De eerste Kerstdag verschenen we stuk
voor stuk beneden en vernamen tot onze
vreugde, dat we gingen verhuizen naar
Hotel Imperial vanwaar we over eenige
dagen het Italiaansch Hospitaal, dat voor
ons logies zou worden ingericht, zouden
betrekken. Vol goeden moed vertrokken
naar onze nieuwe verblijfplaats, waar het
zindelijk en netjes bleek te zijn. In de eersti
plaats was het, doordat we hier het Hol
landsche midzomer klimaat hebben, moei
lijk, voor ons om in te denken, dat het
25. December was; ten tweede zagen - we
nergens, zooals "thuis, kerst boom ert, die
toch altijd nog het zinnebeeld van het
Kerstfeest zijn, al ligt de waarde van- het
Kerstfeest ook op een heel ander punt.
Wij benutten den tijd om een kijkje
In de „stad" zelf te gaan nemen. In
Addis-Abeba krijgt men in het geheel
geen indruk, dat het land in oorlog
is. Het leven gaat zijn gewonen gang.
Abessijnsche edelen draven op hun
muilezels door de straten, vergezeld
van een troep bedienden, die op één
sukkeldrafje achter hun heer aan
hollen en waarvan één het geweer
van zijn meester draagt. Hoe grooter
De markt biedt verder een bont aanzien.
Letterlijk alles loopt hier te hoon en het
is er ongelooflijk rumoerig en druk. Zoo
gezien krijgt men de indruk, dat het
gansche „stad" centrum markt is.
Schapenmarkt vóór het Paleis
Rondom het paleis van den Negus wordt
schapenmarkt gehouden. Deze schapen
worden niet zooals bij ons, door de straat
gedreven, doch worden door de Abessijnen
op cïen schouder gedragen. Zoo loopen soms
20 bedienden, ieder met een schaap op zijn
schouder in een sukkeldraf achter elkaar
aan. Met veel rumoer banen zs zich een
weg door de menigte, die in alle straten
dicht opeengepakt schreeuwt en draaft.
Waar twee vróuwen, die bevriend zijn,
elkaar tegen komen omhelzen ze elkaar op
Westerse he wijze, doch zijn overigens niet,
zooals onze dames, met één zoen tevrVen
en geven elkaar dan ook een eere-ronije
over het gelaat, waarvoor beide koonen
voorhoofd, neus en mond achtereenvolgens
a<an de beurt komen. Dit schijnt een vaste
gewoonte te zijn, want ik zag het meerdere
malen.
De bevolking knokt overigens wel eens
graag. Het wachten is slechts op een ge
legenheid, die zich al voordoet, wanneer een
taai chauffeur een kip doodrijdt, wat hij
met een rammeling moet boeten, terwijl het
hier dikwijls een veel grootere prestatie is
om geen kip dood te rijden. Europeanen
loopen zelfs op deze manier de kans een
aframmeling te krijgen, vandaar dat ze het
chauffeeren dan ook graag aan een
landsch. chauffeur overlaten, die hierin
buitengewoon handig zijn en met ongeloof
lijke snelheid door de menschenmassa
weten heen te komen. 'Bij de inwoners Is
waarschijnlijk hét beginsel bekend, dat wie
niet uitwijkt het slachtoffer van zijn onwil
wordt De keerzijde van de medaille is
echter, dat wie het ongeluk heeft iemand
aan te rijden, zonder vorm van proces in d-
gevangenis wordt opgesloten, waarbij het
niet altijd even zachtzinnig toegaat.
De wegen leveren voorts uiterste con
trasten op. Men ziet prachtige asfalt-wegen.
die direct weer aansluiten op wegen, waar
van het wegdek soms een verschil van
4050 c.M. oplevert, wat men dan ook ter
dege bemerkt, als men het ongeluk heelt
over een dergelijke weg gereden te worden.
(Nadruk verboden).
Morgen is het Vrijdag
en... is hel M.S.S.-dag
Maak het U dan tot een goede geregelde
wekelijksche gewoonte den Vrijdag en den
Zaterdag te maken tot Uw M.S.S.-dag.
Neem eiken Vrijdagavond on
Zaterdagavond voor t naar bed
gaan één of twéé van die ver
rassend werkende M.S.S.-eachets.
Het is als 't ware een wekelijksche zuive
ring van al datgene, hetwelk Uw gestel
'm dien langen arbeids-week is gaan be
twaren Uw ingewanden worden zacht ont
last, Uw organen, Uw gestel opgefrischi.
Vol lust en energie staat Ge nu 's Zondags
morgens op, vol plannen, goed gehumeurd.
Gijzelf vooral, maar ook al Uw huisgenooten
zullen den prettigen weerslag van Uw goed*
M.S.S.-gewoonte ondervinden. Probeert heli
Volg de M.S.S.-gewoonte!
M.S.S.-eeehaia (ook wel genaamdLaxaer-
Akkertje») rijn verkrijgbaar bij alle apotheken
an drogisten an wal in blauwe ronde kokertje*
of in de nieuwe blauwe vierkante kokertje*. Da
«amenslelling if echter van beid* geheel gelijk.
Al* Uw gewone leverancier lomi géén voorraad
mocht hebben, vraag hem dan re even voor U
te willen bestellen. Zo kosten per 12 stuks 60 cent.
Tijdschrift voor armwezen enz.
Het veertiendaagsch „Tijdschrift voor
Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kin
derbescherming" heeft met ingang van dit
jaar belangrijke veranderingen ondergaan,
zoowel wat uitgave als wat inhoud betreft.
Uitgever is thans de Firma N. Samsom N.V.
te Alphen. Bij de samenstelling van den
inhoud zal in verhoogde mate aandacht
worden geschonken aan de openbare armen
zorg en den crisissteun. De redactie zal met
een redacteur, die op dat gebied speciaal
deskundig is, worden uitgebreid, terwijl
maandelijks aan het Tijdschrift als bijlage
wordt toegevoegd de bekende uitgave der
Firma Samsom „Steunverleening en Werk
verschaffing" welke alles bevat, wat de uit
voerende organen der steunregeling voor
hun practijk behoeven.
Voorts is als redacteur toegetreden Mr. Ik
Lietaert Peerbolte, oud-Directeur-
Generaal van de Volksgezondheid, die het
belangrijke grensgebied van maatschappelijk
hulpbetoon en volksgezondheid zal behan-
De aankomst van de ambulance in Addis Abeba. Links: na de aankomst der kisten wordt even uitgeblazen.
Rechts: ir. de Vries in gesprek met een paar taxi-chauffeurs.
VRUDAG 24 JANUARI
HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 12.0?»
AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00
VARA. 8.00 Gram.pl. en pianospel. 10.0(1
Morgenwijding VPRO. 10.15 Voordracht.
11.05 Vervolg voordracht. 11.20 Gram.pl.
12.00 Kovacs Lajos. 2.30 Zang en piano.
4.00 Gram.pl. 5.00 Kinderuurtje. 7.00
Lezing. 7.20 Vervolg orkestconcert. 9.05
Causerie. 8.30 Cello en piano. 9.00 Lezing.
8.30 Vervolg concert. 10.00 Literaire eau-
serie. 10.45 Berichten.
HILVERSUM II 301 M. Algrem. Programma,
verzorgd door den KRO. 8.009.15 en
10.00 Gram.pl. 11.3012.00 Voor zieken
en ouden-van-dagen. 1.00 KRO-Boys.
2.00 Operamuziek. 3.15 Orgelconcert. 4.15
KRO-Kamerorkest. 5.15 KRO-Orkest. 6.00
Lezing. 6.20 Vervolg orkestconcert. 7.15
Lezing. 8.00 Berichten. 8.15 Causerie. 8.30
KRO-Symphonie-orkest. 9.15 Cabaret
programma. 10.30 Berichten.
DROITWICH 1500 M. 11.20—11.50 Orgel
spel. 12.10 Populair concert. 1.352.20
Trioconcert. 3.20 Lezingen. 4.20 BBC-Mid
land-orkest. 6.50 Zang. 7.10 Lezingen.
8.20 „The Kentucky Minstrels". 9.20
Vioolrecital. 10.40 Londensch Symphonie-
RADIO-PARIS 1618 M. 7.20 en 8.35 Gr.pl.
12.25 Orkèstconcert. 5.50 Orkestconcert.
8.20 Zang en piano. 9.05 Gevar. concert.
KEULEN 456 M. 11.20 Omroepkleinorkest.
1.352.20 Gevar concert. 3.20 Voordracht
en concert. 7.30 Voor soldaten. 9.50—.
10.50 Operaconcert.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Om
roeporkest. 1.502.20 Gram.pl. 5.20 Pu-
pulair concert. 7.20 Zang. 8.20 Salon
orkest. 8.50 Radiotooneel. 9.35 Salon
orkest. 10.30^11.20 StrijkkwartetconcerL
484 M.: 12.50 Salonorkest. 6.50 Chopin-
recital. 7.35 Zang. 8.20 Voor Oudstrijders.
Feuilleton
De geschiedenis van een erfenis
(31
door K. Jonkheid
De heer is plotseling uitgepraat, kijkt naar buurman, eerst
vragend en dan brutaal en uitdagend, maar buurman knikt
even, met zijn pijp tusschen de vingers, daarmee bedoelend:
Spreek u maar door.
Dan rookt hij weer rustig verder.
De heer rookt ook.
„Dat is mijn buurman", zegt Teunis.
De heer kijkt achterom weer naar den boer. Zijn blik Is niet
vriendelijk. Dan zegt hij: „Kom, ik vertrek maar weer.' En hij
noodigt Teunis: „Rijd een toertje met me rond, ik breng u weer
netjes thuis."
Achter zijn rug kijkt buurman heel verdacht. Hij trekt zijn
neus op en zet een vies gezicht. Teunis begrijpt hem wel. Hij
blijft zitten.
De heer blijft wachten tot de boer zal heengaan. De boer
wacht op het vertrek van den heer. Hij ziet, dat het maar een
als heer vermomde ploert is en stoort zich niets aan diens
vijandige blikken.
Eindelijk stijgt hij in zijn wagen en rijdt weg. De auto heeft
al veel vloeken gehoord, doch zoo veel als van middag maar
zelden.
„Wal kwam die kerel doen, Teunis?''
Teunis vertelt-.
„Wees op je hoede, man, en houd die lui van je lijf." En
even later: „Heb je al plannen?"
„Plannen nog niet."
„Koop een kleine hofstee en ga rustig zitten boeren."
„Dat is niet kwaad." Teunis weifelt even. „Ik zou wel wat
willen doen voor de boerenarbeiders hier."
De boer kijkt vragend.
„Ik wou ze helpen aan een eigen huisje en een stukje grond.
Ik heb zelf zoo lang de armoei gedragen."
Buurman denkt na. „Kijk eens, Teunis, het is mooi van je,
heel mooi, maar het wordt niets. Hoe wil je dat doen? Ven
huren? Of cadeau geven? In het eerste geval krijg je last met
de huur, in het laatste hartzeer. De een zal het goed behandelen,
de ander het verknoeien, oen derde het verkoopen. En in 't eind
stank voor dank."
Teunis wordt kriebelig. „Moet alles in de wereld dan maar
blijven, zooals het is?"
,,'t Is zoo ingewikkeld, Teunis, zóó ingewikkeld!"
Teunis' vrouw zit er bij en luistert. Ze heeft gepraat met
vrouw Peter en met anderen. Het plan van Teunis is de polder
al doorgewandeld. Ieder, die het hoort, lacht, De boeren lachen,
de arbeiders lachen ook, maar heel anders, de arbeidersvrouwen
kijken hoopvol, de boerinnen donker en vijandig.
Maar Teunis weet daar niets van. Hij denkt, dat buurman
de eerste is, die er van hoort.
Willem de Bas, zijn baas, heeft bedauwd zijn aandeel afgehaald
en gevoegd bij zijn ander kapitaal. Hij doet niets. Een auto
heeft hij wel gekocht. En al zijn huisgenooten een jaarlijksch
vacantiereisje beloofd bij leven en welzijn. Hij zal nog wat land
koopen en wat solide effecten.
Hij zal ook eens praten met Teunis. Die heeft zijn leiding
beslist noodig.
Hij geeft, dezelfde raad, die buurman gaf. Teunis praat niet
meer van zijn plan. Hij durft niet. Want hij heeft den notaris
geraadpleegd. Die heeft heel geleerd gesproken. Het maatschap
pelijk leven is zoo gecompliceerd. Dat woord heeft Teunis niet
begrepen. Maar de strekking van het betoog kon hij wel vatten.
De wereld is zooals ze is, daar is niets aan te veranderen.
Althans niet door één man. Die vracht is veel te zwaar. Dat
kun je niet tillen.
Teunis voelt zijn machteloosheid en de onwil van de menschen.
Een half jaar later is hij weg.
In de scheerwinkel wordt op Zaterdagavond soms druk ge
praat., Soms ook niet.
Van avond komt het gesprek op Teunis de Bas.
„Die is er van door.'1
„Neem het hem kwalijk!"
,Dat mooie plannetje is niet doorgegaan", zegt langzaam een
corpulente boer.
„Wel nee, hij heeft de centen binnen, nou is ie net als de
rest"
„Het plan was goed bedoeld", zegt een jong landarbeider, „en
toch deugt het niet."
De anderen weten ongeveer, wat er komen zal, spreker is lid
van de S.D.A.P. Toch vraagt cr een nieuwsgierig: „Waarom
niet?"
„De grond hier is in handen vau enkele rijke boeren en een
paar groote landeigenaars. Dat moet niet. Maar geef je een paar
lapjes aan enkele kleine menschen, dan is het goed bedoeld,
maar in principe is dat hetzelfde. Het heele stelsel moet ver-
anderd. De bodem moet komen aan de gemeenschap en ieder
moet daarvan kunnen genieten."
De boer lacht bulderend. Er zijn ook andere lachers. „Wat
een onzin!"
Het gesprek gaat verder. De meeningen zijn zeer verdeeld.
Een boerenzoon waagt het, te zeggen: „Alle-s mpei blijven, zoo
als God het bestuurd heeft." Hij is een moedige jongen.
Toch zou hij granjg hulp hebben.
Er zit een oude arbeider, stevig en krom als een knoestig*
boomstam. Zijn verweerd gezicht is helder en vastberaden.
„Wat zeg jij, Voorbeek?" vraagt do boerenzoon. Hij weet, da*
de arbeider een ernstig christen is.
„Hij zegt niks!" roepen de anderen.
„De hemel is des Heeren, maar de aarde heeft Hij de kinderen
der menschen gegeven, staat er iu de Schrift
„Wat bedoel je daarmee?"
,Dat de aarde voor de menschen is, en niet alleen voor d*
landheeren."
„Kerel! Ben jij ook al rood?"
„Ik ben niet rood. In Israël had iedere familie zijn grond
bezit. Wat door armoe teloor ging, werd in het jubeljaar terug
gegeven. Dat was door God zoo ingesteld. Maar onze samen*
leving is gegrond op zelfzucht, terwijl de Schrift eischt, dat wij
niet alleen God zullen liefhebben boven alles, maar ook onze
naaste als ons zelve.''
Allen zwijgen van verbazing.
De arbeider zwijgt ook. Hij zou nog meer willen zeggen, maar
weet het niet voor elkaar te brengen.
Zelfs hijzelf is zich niet goed bewust, hoe zijn inzicht zicÜ
gewijzigd heeft.
Nu moet hij weer piekeren over de bewering, dat alles moet
blijven, zooals God het bestuurd heeft.
Heeft God het zoo bestuurd, of hebben de menschen het zoo
gemaakt?
Daar moet hij antwoord op vinden.
(Slot volgtl