Sociaal-Economische Vragen RENTE OP RENTE 16 DONDERDAG 16 JANUARI 1936 TWEEDE BLAD PAG. 5 Conferentie Chr. Boeren- en Tuindersbond De plaats van de Landbouw in de Maatschappij Grondeigendom en pachtregeling Conferentie van de Christ. Boeren- en Tuindersbond Zooals we reeds gisteren mededeelden was de bespreking op ae tweede dag voor het grootste deel gewijd aan het vraagstuk van de devaluatie. De groote trekken, waarin de bespreking gevoerd werd dooi de pro- en contra-referenten gaven we gis teren reeds weer. Up verzoek van de sprekers zullen we van de verdere debatten geen verslag geven. De avondvergadering was gereserveerd voor de bespreking van het door den heer Chr. v. d. Heuvel ingeleide onderwerp De plaats van de landbouw ln de maatschappij Aan deze bespreking nam een elftal spre kers deel. Deze hadden in de eerste plaats bezwaren tegen de aoor den referent genoemde index cijfers en de door dezen daaraan verbonden beschouwing over de loonen en het wel vaartspeil. Gevraagd werd of de landbouw in zijn geheel zich nog niet meer moet rant soeneeren, en of door opheffing der export- bemoeilijking aan de grens de crisis-bezwa ren zullen weggenomen zijn. Opgemerkt werd, aat hot noodig is dat de waterschaps lasten verlaagd worden. Zelfs wordt het platteland met straatbe lasting bezwaard. De crisisbemoeiing leidt er thans toe, dat de een belast wordt ten koste van anderen. Er moet een meer ge lijke verdeeling der lasten komen. Ook de boerenconcurrentie onderling, die. zoo spoe dig er iets weer goed lijkt te zullen gaan, de prijzen van pacht en grond weer op drijven Ook werd er op gewezen, dat de Chr. jonge boeren en tuinders meer onderwezen moe ten worden in de bedrijfsleer, zooals wij als Christen boeren en tuinders, die moeten kennen. Daarvoor is noodig, dat ook de land en tuinbouwonderwijzers daartoe opgeleid kunnen worden. Aan het melkdistributie- systeem moet wat gedaan worden, de mar ge tusschen producent (de boer) en de con sument (de burger) is aan de hooge kant. De coöperatieve verkoop kan hier volgens een anderen spreker heilzaam werken. Maar, wordt van andere zijde gevraagd, hoever mogen we als Christenen gaan met de coö peratie. Voor de gemeenschappelijke aan koop en afzet van landbouwproducten werd door den laatsten spreker een lans gebroken, hoewel het waar is, dat het belang van het geheele volk moet gediend worden en niet alleen een groepsbelang. Bij de beantwoording wees de heer v. d. Heuvel er op, dat hii de boeren een dienst moent te doen, als men alles ziet in de juis te verhoudingen. Zeker, de landbouw neemt een belangrijke plaats 'n, doch de beteeke- nis die hij twee eeuwen geleden had, be- Btaat niet meer in die mate. Do zwakke zijde is de grootte vaD de landbouwbevol king, de groote afstanden voor afzet. Door emigratie zou het surplus weggewerkt kun nen worden, doch dit is thans moeilijk te doen: de emigratie staat practisch siop, reeds 20 jaar. Wat nog mogelijk is, stuit op financieele bezwaren. Tegen de waterschapslasten moet Iets ge daan worden, doch dat moet provinciaal gedaan worden. Spr. meent, c.at het te ver gaat, als men uit de indexcijfers opmaakt, dat de werk nemers buiten de agrarische bedrijven on geveer tweemaal zooveel loon krijgen als in de landarbeid. Zulke zijn er maar weinigen. Overdrijving schaadt ook hier en leidt tot erkeerde opvattingen.- De melkhandel iiad spr. alleen als voorbeclo genomen. Wal coöperatieve afzet aangaat, daartegen heeft als hoi kan. spr. geen bezwaar. Men stoi.e zich hier niet te veel van voor. De melkprijs zal zich richten naar de zuivelprijs. De verlaging van de tarwerichiprijs acht spr. ongemotiveerd. De gevolgen zullen zijn erdere verlaging der loonen. Dat zou jam mer zijn. Er zal heel wat ellende door ko men. Met gematigde eischen brengt men het altijd veel verder dan met overmatige. Wat de coöperatie betreft, daarover valt in kort bestek moeilijk te spreken. Er zitten te be langrijke zijden aan, o.a. de beteokenis van de middenstand voor de maatschappij. Ge waakt moet worden tegen te scherpe tegen stelling tusschen stad en land. 't Goede uit de stad overnemen op het platteland is heel goed, doch de eigen stempel van het platte land moet niet bedorven worden door ver keerde stadsinvloeden. Derde confereentiedag Dr. W. A. van Es „De Grondeigendom principieel bezien, in verband met de regeling van de Pacht" Inleider was Dr W. A. van Es te Leeu worden. welke de volgende stellingen ont wikkelde: 1. Het is zeer wel te verstaan, dat een „principieel bezien" van het vraagstuk van den grondeigendom wordt gewenscht, waar het wetsontwerp van 1932 als „inbreuk op het eigendomsrecht'' verworpen werd. 2, Onder „beginselen" verstaan we hierbij niet „beginselen" van een bepaalde eigendomsrege ling, (Romein- sche, Germaan- sche, Nederland- sche, enz.) maar die, welke de Schrift leert, aoti wat betreft den grondeigendom. 3. In de Heilige Schrift komt daar voor bovenal in aanmerking de eigendom srege- ling, welke we :n de eerste vijf boeken der Schrift door mid del van Mozes hebben. Doch dan alleen wat betreft de beginselen welke daar achter schuilen en ook uit de goddelijke open baring over de vóór-lsraelietische periode, (Genesis 1—11) worden gekend. De eigendomsr e g e 1 i n g door Mozes heeft alleen voor ons belang, wat de len- dicnzen betreft, voor zooveel zij in ons ge heel verschillend cultuurmilieu te volgen zijn. 4. De eigendom van den bodem draagt in de -Schrift een eigensoortig karakter, in zoover daarbij, als prin- cipieele grond van menschelijken eigendom tegenover de productie (voortbrenging) de occupatie (inbezit neming) praevaleert, gelijk ook in het speciale woord voor den eigendom van den bodem (achuzza) uitkomt 5. Dit eigenaardig karakter van den grondeigendom openbaart zich aller eerst in de grootere gemeenschapsrechten ten aanzien van den bodem, dan van aD dere eigendomsgoederen (ontwikkeling van den bodem binnen de grenzen van nationaal en stamhezit; gemeenschappelijk gebruik uj bepaalde gevallen; rechten van anderen op de opbrengst van den bodem); en vervol gens in een principieel© beperking .van het eigendomrecht in de richting van een bloot bczits- en gebruiksrecht Het. nationaal uitgangspunt (niet te ver warren met „landnationalisatie") van den eigendom van den bodem, geeft dan den wetgever principieel grootere bevoegdheid aanzien van de beperking en in het algemeen de regeling van den grondeigen dam, dan hem bij andere eigendomsgoed.» ren toekomt 6. Bij de beschpuwing van de Mozaische eigendomsr e g e 1 i n g moet in het oog ge houden worden: 1. dat zij diende voor een geheel ook oeconomisch ander cultuur milieu; 2. dat Israel als volk in de Schrift een principieel van andere volken onder scheiden karakter draagt: 3. dat we in dp Mozaische wetgeving slechts algemeene gedachten hebben, die in de praktijk of door nadere wetgeving moest worden uitgewerkt (meer „grondwet" dan „wet"); 4. dat over dp uitvoering der wet slechts betrekke lijk karige gegevens ten dienste staan. Toch zijn er wel enkele t end en- ze n op te merken; zooals 1. voor koming van grootgrondbezit, waarbij het recht op het gemeenschappelijk gebruik van den bodem zou schade lijden (Jesaja 5 8), 2. bescherming van het familiebezit, met desniettemin, zij het een tijdelijke, bewegelijkheid van den eigendom door verkoop; 3. rechtstreeksche binding van den ge bruiker met den bodem; 4. inkrimping van het eigendomsrecht tot gebruiks recht doordat het eigendomsrecht in Israel door God zelf zich voorbehouden 7. Wat de Tegenwoordige wenschen ten aanzien van den grondeigendom betreft, zij opgemerkt: Ie. dat net contin*'aiierecht (het eigenlijk struikelblok in het vorige wetsontwerp), als een vorm van duurzame onmiddellijke binding van den gebruiker aan den door hein gebruikten bodem, zeker niet in strijd kan worden geacht met de beginselen van c'ei. grondeigendom «n de Schri't; dat ''e wettelijke regc'mg da trv (hoewel dan met bedachtzaamheid en v miiding van onnoodi.,'3 onbillijkheden 1 niet kan beschouwd worden als een inbreuk op het eigendomsrecht: le de privaateigendom van den bodem principieel beperkt i; door den nationalen eigendom en de wetgever geen bnrecht doet. wanneer hii den grond eigendom zoo regelt, dat de bodem het best aan zijn bestemming als woonplaats en voedingsbron van de natie voldoet; 2e. dat de tegenwoordige grondeigenaar in zijn eigendomsrecht niet meer kan bevitten, dan principieel tot het wezen van deh grond eigendom behoort. Over óe hierop volgende bespreking hopen we morgen verslag te geven. BINNENLAND De veerdiensten in Zeeland en op de Zuid-Holl. Eilanden Een pleidooi voor gratis vervoer De A.N.WB. heeft een adres verzonden aan den Minister van Waterstaat, waarin er op wordt aangedrongen de belangrijk^ veerverbindingen tusschen de Zuid-Holland- sche en Zeeuwsche eilanden onderling en met het vasteland kosteloos te maken en de exploitatiekosten dezer veerdiensten te brengen ten laste van het Verkeersfonds. Voldoende ziekenhuisruimte te Amsterdam Na de voltooiing van het Academisch Ziekenhuis zal er te Amsterdam voor jaren voldoende ziekenhuisruimte zijn. Voor nieuw bouw is dan ook niet de minste aanleiding. Aldus luidt de conclusie van de gemeente lijke commissie, geïnstalleerd in 1931, die te onderzoeken had of uitbreiding der zie kenhuisruimte te Amsterdam noodzakelijk was. ROFFELRIJMEN WAT MEER IS De hei-werkzaamheden voor den houw van het nieuwe hoofdbureau voor politie te Rotterdam worden vertraagd doordat men bij het graven op diep liggende oude rioleeringen is gestooten. Ook kwam een stuk kademuur van 't vroegere Doelwaler te voorschijn. de N.V. Scheepsbou' Juist in een tijd van groote nood Zijn het de kleine dingen Die zich in de gevoeligheid Van onze aandacht dringen. Eén vogeltoon in 't stille bosch Kan dieper ons ontroeren Dan 't schoonste stuk dat Mengelberg Den volke op kan voeren. Eén vonkje in de zwarte nacht- Kan meer verheuging geven Dan veel miljoenen kaarsen licht Ale wij een feest beleven. Eén Nederlandsche vlag op zee Kan sneller 't hart doen jagen Dan heel het land vol vlaggetooi Op nationale dagen Eén order voor een scheepsbouwwerf Die zonder steun te vragen Zich door de concurrentie der Valuta heeft geslagen Is meer dan al het mooie werk Dat ons zoo kan verrukken Hoewel 't zich slingerend beweegt Tusschen Regeerings-krukken. LEO LENS Minder stroom voor licht-reclame Een belangrijke uitvinding Naar men ons mededeelt is het aan den chauffeur A. J. Schipper te Kapelle (Z.B.) na twee jaar proefnemen, gelukt een be langrijke uitvinding te doen op het gebied van lichtreclame die er toe kan leiden dat veel stroom kan worden bespaard. Men kan de reclame-voorstelling doen be handelen met een chemische stof, die hel niet noodig maakt dat de electrische lamp onafgebroken brandt. Het is namelijk gebleken dat als men een ruit met deze slof behandelt en daarop gedurende twee of drie seconden een elec trische lamp laat schijnen de ruit geou- rende 30 tot 40 seconden na het dooven van de lamp nog een voldoende licht uitstraalt, al is de lichtsterkte iets minder en al treedt een kleine kleurverandering op. Men kan dus door het aanbrengen van een klok het stroomverbruik belangrijk vermin deren. Streekplancommissie Midden-Limburg Minister Slingenberg belooft steun. Gistermiddag is in het raadhuis te Roer mond de slreekplancommissie voor Middén- Limburg geïnstalleerd. De Minister van Sociale Zaken, Mr. M. Slingenberg, woonde de vergadering bij en hield een toe spraak, waarin hij de groote beteekenis van de plannen uiteenzette, nl. het trekken van hoofdverkeerswegen, het in cultuur bren gen van woesten grond, de ontwatering, rioleering en binnenkolonisatie, behoud van natuurschoon en vestiging van industrie. Aan het einde der bijeenkomst dankte de Minister voor de prettige ontvangst en beloofde steun voor de binnenkolonisatie, die brood aan velen in Limburg zal moeten geven. In een besloten vergadering werden hierna de werkcommissies ingesteld. De deelnemers aan de drledaagsche conferentie van den Chr. Boeren' en Tuindersbond. De nieuwe Eternit-fabriek te Goor Men hoort wel eens beweren, dat de nieu- e eternitbuizenfabriek te Goor slechts erk verse huiving en geen w erruiming tengevolge hebben Naar de heer ir. J. C. Keiler, secretaris van den Raad van Beheer van het Econ. Techn. Instituut Overijssel ons mededeelt, is deze bewering onjuist. Dat eternit (of asbest- ent)-artikelen reeds jaren lang in Ne derland worden vervaardigd is natuurlijk bekend. Nieuw voor Nederland is echter de aardiging van drukbuizen voor gas- en waterleiding uit asbest-cement. Dgl. buizen rorden in den laatsten tijd in greote hoe veelheden in ons land ingevoerd. Zij kun nen door de Nederlandsche industrie niet ■orden vervaardigd, door gemis aan de daarvoor noodige speciale installatie, welke tonnen gouds kost, en door gemis aan d< daarvoor noodige patenten. De Nederland sche fabrieken hebben zich dan ook steeds tot andere artikelen beperkt en. van hun standpunt bezien, terecht, de drukbuizen rustig uit het buitenland laten invoeren. De nieuwe fabriek te Goor betpekent zeer nadrukkelijk werkverruiming, omdat men zich toe gaat leggen op een artikel, dat hier te lande nog niet werd vervaardigd. En dat op volkomen gezonde basis, zonder eenigen steun van de overheid, in welken vorm ook. Het genomen initiatief moet dan ook wor den toegejuicht en niet worden gelaakt, te meer waar er behoorlijke exportmogelijkhe den zijn. De vrees, dat de nieuwe fabriek zich ook zal gaan toeleggen op de ver diging van andere artikelen, waardoor zij een concurrent zal worden van de reeds be staande Ned. asbest-cement firma's is onge- gegrond. Voorloopig heeft men, aldus d' heer Keiler, aan de vervaardiging van druk buizen de handen meer dan vol. DE ONDERWIJSPLANNEN TE AMSTERDAM Gaan voorloopig niet door Staatsblad no. 791 bevat een besluit tot schorsing van het besluit van den raad der gemeente Amsterdam, strekkende tot wijzi ging van de verordening tot regeling van het openbaar gewoon en uitgebreid lager onder wijs te Amsterdam. De schorsing geschiedt tot 1 April a.s. in verband met een onderzoek naar de vraag, of het raadsbeluit in strijd is met de wet of met het algemeen belang. HET CONCERTGEBOUW-ORKEST Een trip naar Kopenhagen en Stockholm Van 3 tot 12 Juni a.s. zal het Concertge bouw-orkest o.l.v. Prof. Dr. W. Mengelberg een zomerkruistocht naar Kopenhagen Stockholm maken per s.s. Rotterdam van H.A.L. Het orkest zal op 5 en 6 Juni te Ko penhagen en op 8 Juni te Stockholm concer teeren. De Nijmeegsche Burgerij Commissie voor Waaloverbrugging, opgericht in 1905, hield gister haar laatste bijeenkomst. Vele hooge gasten woonden de plechtigheid bij. (Nadruk verboden.) ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ROTTERDAM Door de arrondissementsrechtbank te Rot terdam is ter vervulling van een vacature in haar college opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling: Mr. G. R. W. Kymmell, substituut-griffier aldaar; Mr. C. H. Plug, substituut-griffier aldaar; A. Schreuder, rechter te Dor drecht. ECONOMISCHE RAAD Aan den heer K. Kruitho f te Utrecht eervol ontslag verleend als lid van de vas te commissie van den Economischen Raad ex art. 8 van de Wet op het algemeen verbin dend verklaren van ondernemersovereenkom sten. In zijn plaats is benoemd de heer H. link te Utrecht, voor het C.N.V. Officïeele Berichten CONSULATEN De heftr M. A. Den ton-Thompson ls erkend en toegelaten als consul-generaal van 't Brit- sche Rijk te Amsterdam. VREEMDE EERE-TEEKENEN Aan na te noemen personen is verlof ver- iwnH t.it hot aannemen van de achter hun na- ?emde eereteekc-nen: jhr H- J. iel. dat van Commandeur der on van België; baron R- F. C. Repelaei otkru! r Orde dat - Grootkru; de der Orde isterdam ls verlof van het vreemde Orde van DE VALSCHE MUNTERIJ TE ENSCHEDE De Almelosche Rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen C. L. te Enschedé, die terecht stond voor het maken van valsch geld. De Rechtbank veroordeelde verd. tot 1 jaar gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk. T. B. en B. L, die het geld hadden uitgegeven, werden veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf waarvan resp. 3 en 2 maanden voorwaar delijk. „Meridol" geneest de huid van ouder- domsverschiinselen Gezicht en handen worden glad, jeugdig, zocht en opgewas sen legen olie schadelijke, verruwende weersinvloeden Een onvolprezen en een voudig toe te passen schoonheidsmiddel Uw huid vraagt om Doozen a 50 en 25 ct. bij Apoth. en Urog. Feuilleton (25 De geschiedenis van een erfenis door K. Jonkheid Catherines huwelijk is gelukkig en niet gelukkig. Ze heeft een goede man, een gemakkelijk leven, slaven en slavinnen. Maar haar eerste kind sterft plotseling na drie maanden kwijnend leven. Haar tweede eveneens. Dan komt er verademing. Een zoontje wordit geboren en blijft leven. Dan nog een zoontje en twee dochtertjes. Nu is het ergste achter de rug, de kinderen beginnen goed te groeien. Alexander is veel van huls. Hij werkt voor zichzelf en voor de Compagnie. Hij heeft een suikertuin gekocht en een fabriekje gebouwd, suikermagnaat in miniatuur. Van zijn reizen brengt hij producten mee, kunstvoorwerpen en specerijen, sterke slaveu en mooie slavinnen. Hij werkt hard en laat anderen voor zich werken, hij plukt de resultaten van eigen arbeid en van die der anderen. Hij wordt rijk. Catherina is bevreesd, als ze dagen en nachten alleen thuis is met haar kinderen en de slaven. Ze is goed voor haar inlandsch personeel, maar die menschen zijn sluiperig, ondoor grondel ijk en onbetrouwbaar en op de bodem van hun ziel ligt de haat tegen den blanken man, die hen mishandelt en verdrukt. Want de slaven worden wreed behandeld en hebben een wreed bestaan. Ze zwijgen en bukken, weerloos in de zwakheid van hun tenger lichaam, maar ze voelden zich solidair en zijn lenig en vlug als slangen. Bij troepjes vluchten ze weg. Die troepjes vormen zich tot benden, geheimzinnig en ondergrondsch. Ze leven van roof en diefstal en evenaren hun vroegere meesters in wreedheid. Maar ze zijn slecht gewapend en primitief, het gevaar blijft klein van omvang. In een tijd van groote sterfte, als De Bas op zee is, worden in de voornacht al hun kinderen ziek. De jongens komen het te boven, maar eer de morgen aanlicht zijn de meisjes dood. Ze worden dezelfde dag begraven. Catherina heeft van 't Weeshuls een bijbel meegekregen. Die lag jaren in een kist. Nu heeft ze 't boek te voorschijn gehaald en leest telkens in stille uren. Caspar en Antony groeien op tot flinke kerels. Ze werken hard, als vader. Ze verdienen veel geld. Catherina geniet wel in de glorie van haar man en haar jongens, maar Antony gaat trouwen met een Portugeesche. Die Portugeezen zijn heidenen. Hun godsdienst bestaat alleen in bijgeloovig vereeren van een houten Mariabeeld. Maar ze zijn rijk, koene zeevaarders en geslepen kooplui. En de De Bassen worden iedere dag rijker. Het is alles even prach tig. Maar Catherina is nooit rustig:, altijd angstig, vreemd en onverklaarbaar. En dan komt het einde. Die geheimzinnige ziekte, waar de chirurgijns niets van begrijpen, tast ook de sterke Alexander ajan en na drie dagen ligt hij in zijn graf, begraven met groote praal en uitbundig eerbetoon, maar dood, onherroepelijk dood. De zoons zullen het werk van vader voortzetten. Ze varen uit, doch keeren niet terug. En drie jaar na Alexander ligt ook Katrijntje in de groeve. Dan komen de heeren van de Compagnie, om het huis te verzegelen, de boel te verkoopen en het geld te bewaren voor de erfgenamen. Finis. xxvm Een ontdekking Dirk Huidekooper ontvangt een brief van den notaris. Wat kan dat wezen? 't Gaat niet over vaders nalatenschap, want dl notaris wil spreken over een belangrijke zaak. die hij echter niet noemt Houdt het verband met de erfenis? Als Dirk de volgende dag van huis gaat, is ieder in spanning. De notaris spreekt zakelijk. Er is iemand, die opslagplaats, terrein en gebouwen van de firma Huidekoop r koopen wil. De notaris heeft een bod. „Wat wil de reflectant er mee doen?" JJat weet ik niet." „Ik kan hierin niet beslissen." „Dat begrijp ik, meneer Huidekooper. Spreek er thuis eens rustig over en laat mij binnen eenige dagen uw antwoord weten." Moeder is teleurgesteld. De boel verkoopen? En wat dan? „We moeten er over spreken met de ooms", zegt ze. Daar heeft Dirk geen zin in. „We moeten er eerst onder elkaar over praten, nu vader weg is. Truus en Anie zijn meerder jarig." Dirk denkt nog eens na over het geval en zegt de volgende dag zijn meening. „Ik denk, dat de kooper het terrein wil exploiteeren als bouwgrond, 't Kan ook zijn, dat hij het zelf gaat bebouwen en de huizen verkoopen of verhuren. De gemeente breidt voort durend uit. Maar wat een ander kan, kunnen wij ook. Veronder- stel, dat er iets loskomt uit de bekende zaak, die nog steeds aanbangig is. Dan gaan we geen speculatieve dingen doen. Wat zal het een mooie geldbelegging zijn, als we zelf dan het terrein gaan bebouwen en de panden verhuren." „Zoo ver is het nog niet", zegt Truus. ,,'t Is nu de vraag, wat op 't oogenblik het beste is. Kan het terrein voor flinke prijs verkocht worden, dan ben ik er voor. -Geld beleggen kan men altijd en overal. En voorloopig is een kleine bergruimte voor de zaak voldoende." Dirk is het hiermee niet eens, moeder sluit zich aan bij Dirk, Annie weet niet, wat ze raden moet, Truus verliest terrein en Dirk krijgt zijn zin. Het bod wordt ufgewai. t Veertien dagen later komt er weer een brief. De Amsterdamsche kennis meldt niets te hebben gevonden, waarmee de verwantschap tusschen Katrijntje en de stamvader der Huidekoopers kan bewezen worden. Het spijt hem zeer. „Wat is dat nu voor een slap berichtje", zegt Dirk, geërgerd door de verslagen gezichten der anderen. „Ik ga zelf naar Amsterdam. Dat laat ik zoo niet zitten." Moeder zucht. Wat een geld heeft het al gekost Zonder resultaat. Eu nu weer naar Amsterdam! Dirk praat geforceerd. „Dat geloof ik zoo maar niet Die man heeft het niet goed aangepakt Eerst ga ik naar hem toe, om me op de hoogte te stellen en dan zie ik verder." Maar 't valt hern tegen. De Amsterdammer heeft zijn taak serieus aangevat. Hij vertelt precies, hoe het gegaan is Katrijn tje Jansdochter heeft op kosten van de Armenkamer als bestede- linge gewoond in het gezin van Andreas Huydecoper. Daarna geplaatst in het W eeshuis, is haar hospes ingeschreven als naaste verwant Er is niets gebleken van diens medezeggen schap bij haar vertrek naar Indië. ,J>e boeken van het Weeshuis zijn officiéél", zegt Dirk, wat daar in £iaat, is voldoende bewijs." „liet is geen bewijs. De graad van verwantichap wordt niet eens vermeld. Om erfgenaam te zijn, moet zulks vaststaan op betere gronden, dan de administratie van een weeshuis il Officieel zijn alleen de stukken van de Burgerlijke Stand en in vroeger tijd de Doop- en Trouwboeken van de kerk." „Staan de kinderen van Andreas in het Doopboek?" kinderê"''81 niet He' Saa' °m mci8ie' niet om di0 Zx kan later bij die kinderen zijn ingeschreven als hulsga- noote en misschien als familielid." De ander haalt de schouders op. Hij heeft er hlijkhanr genot* van. Dirk dankt hem voor de moeke en gaat heen in de oveï tuigmg, dat dit water niet voldoende is afgevischL r (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5