Sociaal-Economische Vragen
RENTE OP RENTE
16 DONDERDAG 16 JANUARI 1936
TWEEDE BLAD PAG. 5
Conferentie Chr. Boeren- en Tuindersbond
De plaats van de Landbouw
in de Maatschappij
Grondeigendom
en pachtregeling
Conferentie van de Christ.
Boeren- en Tuindersbond
Zooals we reeds gisteren mededeelden
was de bespreking op ae tweede dag voor
het grootste deel gewijd aan het vraagstuk
van de devaluatie. De groote trekken,
waarin de bespreking gevoerd werd dooi
de pro- en contra-referenten gaven we gis
teren reeds weer.
Up verzoek van de sprekers zullen we van
de verdere debatten geen verslag geven.
De avondvergadering was gereserveerd
voor de bespreking van het door den heer
Chr. v. d. Heuvel ingeleide onderwerp
De plaats van de landbouw ln de
maatschappij
Aan deze bespreking nam een elftal spre
kers deel.
Deze hadden in de eerste plaats bezwaren
tegen de aoor den referent genoemde index
cijfers en de door dezen daaraan verbonden
beschouwing over de loonen en het wel
vaartspeil. Gevraagd werd of de landbouw
in zijn geheel zich nog niet meer moet rant
soeneeren, en of door opheffing der export-
bemoeilijking aan de grens de crisis-bezwa
ren zullen weggenomen zijn. Opgemerkt
werd, aat hot noodig is dat de waterschaps
lasten verlaagd worden.
Zelfs wordt het platteland met straatbe
lasting bezwaard. De crisisbemoeiing leidt
er thans toe, dat de een belast wordt ten
koste van anderen. Er moet een meer ge
lijke verdeeling der lasten komen. Ook de
boerenconcurrentie onderling, die. zoo spoe
dig er iets weer goed lijkt te zullen gaan,
de prijzen van pacht en grond weer op
drijven
Ook werd er op gewezen, dat de Chr. jonge
boeren en tuinders meer onderwezen moe
ten worden in de bedrijfsleer, zooals wij
als Christen boeren en tuinders, die moeten
kennen. Daarvoor is noodig, dat ook de land
en tuinbouwonderwijzers daartoe opgeleid
kunnen worden. Aan het melkdistributie-
systeem moet wat gedaan worden, de mar
ge tusschen producent (de boer) en de con
sument (de burger) is aan de hooge kant.
De coöperatieve verkoop kan hier volgens
een anderen spreker heilzaam werken. Maar,
wordt van andere zijde gevraagd, hoever
mogen we als Christenen gaan met de coö
peratie. Voor de gemeenschappelijke aan
koop en afzet van landbouwproducten werd
door den laatsten spreker een lans gebroken,
hoewel het waar is, dat het belang van het
geheele volk moet gediend worden en niet
alleen een groepsbelang.
Bij de beantwoording wees de heer v. d.
Heuvel er op, dat hii de boeren een dienst
moent te doen, als men alles ziet in de juis
te verhoudingen. Zeker, de landbouw neemt
een belangrijke plaats 'n, doch de beteeke-
nis die hij twee eeuwen geleden had, be-
Btaat niet meer in die mate. Do zwakke
zijde is de grootte vaD de landbouwbevol
king, de groote afstanden voor afzet. Door
emigratie zou het surplus weggewerkt kun
nen worden, doch dit is thans moeilijk te
doen: de emigratie staat practisch siop,
reeds 20 jaar. Wat nog mogelijk is, stuit op
financieele bezwaren.
Tegen de waterschapslasten moet Iets ge
daan worden, doch dat moet provinciaal
gedaan worden.
Spr. meent, c.at het te ver gaat, als men
uit de indexcijfers opmaakt, dat de werk
nemers buiten de agrarische bedrijven on
geveer tweemaal zooveel loon krijgen als in
de landarbeid. Zulke zijn er maar weinigen.
Overdrijving schaadt ook hier en leidt tot
erkeerde opvattingen.- De melkhandel iiad
spr. alleen als voorbeclo genomen. Wal
coöperatieve afzet aangaat, daartegen heeft
als hoi kan. spr. geen bezwaar. Men stoi.e
zich hier niet te veel van voor. De melkprijs
zal zich richten naar de zuivelprijs.
De verlaging van de tarwerichiprijs acht
spr. ongemotiveerd. De gevolgen zullen zijn
erdere verlaging der loonen. Dat zou jam
mer zijn. Er zal heel wat ellende door ko
men.
Met gematigde eischen brengt men het
altijd veel verder dan met overmatige. Wat
de coöperatie betreft, daarover valt in kort
bestek moeilijk te spreken. Er zitten te be
langrijke zijden aan, o.a. de beteokenis van
de middenstand voor de maatschappij. Ge
waakt moet worden tegen te scherpe tegen
stelling tusschen stad en land. 't Goede uit
de stad overnemen op het platteland is heel
goed, doch de eigen stempel van het platte
land moet niet bedorven worden door ver
keerde stadsinvloeden.
Derde confereentiedag
Dr. W. A. van Es
„De Grondeigendom principieel bezien,
in verband met de regeling
van de Pacht"
Inleider was Dr W. A. van Es te Leeu
worden. welke de volgende stellingen ont
wikkelde:
1. Het is zeer wel te verstaan, dat een
„principieel bezien" van het vraagstuk van
den grondeigendom wordt gewenscht, waar
het wetsontwerp van 1932 als „inbreuk op
het eigendomsrecht'' verworpen werd.
2, Onder „beginselen" verstaan we hierbij
niet „beginselen"
van een bepaalde
eigendomsrege
ling, (Romein-
sche, Germaan-
sche, Nederland-
sche, enz.) maar
die, welke de
Schrift leert, aoti
wat betreft den
grondeigendom.
3. In de Heilige
Schrift komt daar
voor bovenal in
aanmerking de
eigendom srege-
ling, welke we :n
de eerste vijf
boeken der
Schrift door mid
del van Mozes hebben. Doch dan alleen
wat betreft de beginselen welke daar achter
schuilen en ook uit de goddelijke open
baring over de vóór-lsraelietische periode,
(Genesis 1—11) worden gekend.
De eigendomsr e g e 1 i n g door Mozes
heeft alleen voor ons belang, wat de len-
dicnzen betreft, voor zooveel zij in ons ge
heel verschillend cultuurmilieu te volgen
zijn.
4. De eigendom van den bodem
draagt in de -Schrift een eigensoortig
karakter, in zoover daarbij, als prin-
cipieele grond van menschelijken
eigendom tegenover de productie
(voortbrenging) de occupatie (inbezit
neming) praevaleert, gelijk ook in het
speciale woord voor den eigendom
van den bodem (achuzza) uitkomt
5. Dit eigenaardig karakter van den
grondeigendom openbaart zich aller
eerst in de grootere gemeenschapsrechten
ten aanzien van den bodem, dan van aD
dere eigendomsgoederen (ontwikkeling van
den bodem binnen de grenzen van nationaal
en stamhezit; gemeenschappelijk gebruik uj
bepaalde gevallen; rechten van anderen op
de opbrengst van den bodem); en vervol
gens in een principieel© beperking .van
het eigendomrecht in de richting van een
bloot bczits- en gebruiksrecht
Het. nationaal uitgangspunt (niet te ver
warren met „landnationalisatie") van den
eigendom van den bodem, geeft dan den
wetgever principieel grootere bevoegdheid
aanzien van de beperking en in het
algemeen de regeling van den grondeigen
dam, dan hem bij andere eigendomsgoed.»
ren toekomt
6. Bij de beschpuwing van de Mozaische
eigendomsr e g e 1 i n g moet in het oog ge
houden worden: 1. dat zij diende voor een
geheel ook oeconomisch ander cultuur
milieu; 2. dat Israel als volk in de Schrift
een principieel van andere volken onder
scheiden karakter draagt: 3. dat we in dp
Mozaische wetgeving slechts algemeene
gedachten hebben, die in de praktijk of door
nadere wetgeving moest worden uitgewerkt
(meer „grondwet" dan „wet"); 4. dat over
dp uitvoering der wet slechts betrekke
lijk karige gegevens ten dienste staan.
Toch zijn er wel enkele t end en-
ze n op te merken; zooals 1. voor
koming van grootgrondbezit, waarbij
het recht op het gemeenschappelijk
gebruik van den bodem zou schade
lijden (Jesaja 5 8), 2. bescherming
van het familiebezit, met desniettemin,
zij het een tijdelijke, bewegelijkheid
van den eigendom door verkoop; 3.
rechtstreeksche binding van den ge
bruiker met den bodem; 4. inkrimping
van het eigendomsrecht tot gebruiks
recht doordat het eigendomsrecht in
Israel door God zelf zich voorbehouden
7. Wat de Tegenwoordige wenschen ten
aanzien van den grondeigendom betreft, zij
opgemerkt:
Ie. dat net contin*'aiierecht (het eigenlijk
struikelblok in het vorige wetsontwerp),
als een vorm van duurzame onmiddellijke
binding van den gebruiker aan den door
hein gebruikten bodem, zeker niet in strijd
kan worden geacht met de beginselen van
c'ei. grondeigendom «n de Schri't;
dat ''e wettelijke regc'mg da trv
(hoewel dan met bedachtzaamheid en v
miiding van onnoodi.,'3 onbillijkheden 1 niet
kan beschouwd worden als een inbreuk op
het eigendomsrecht: le de privaateigendom
van den bodem principieel beperkt i; door
den nationalen eigendom en de wetgever
geen bnrecht doet. wanneer hii den grond
eigendom zoo regelt, dat de bodem het best
aan zijn bestemming als woonplaats en
voedingsbron van de natie voldoet; 2e. dat
de tegenwoordige grondeigenaar in zijn
eigendomsrecht niet meer kan bevitten, dan
principieel tot het wezen van deh grond
eigendom behoort.
Over óe hierop volgende bespreking hopen
we morgen verslag te geven.
BINNENLAND
De veerdiensten in Zeeland
en op de Zuid-Holl. Eilanden
Een pleidooi voor gratis vervoer
De A.N.WB. heeft een adres verzonden
aan den Minister van Waterstaat, waarin
er op wordt aangedrongen de belangrijk^
veerverbindingen tusschen de Zuid-Holland-
sche en Zeeuwsche eilanden onderling en
met het vasteland kosteloos te maken en de
exploitatiekosten dezer veerdiensten te
brengen ten laste van het Verkeersfonds.
Voldoende ziekenhuisruimte
te Amsterdam
Na de voltooiing van het Academisch
Ziekenhuis zal er te Amsterdam voor jaren
voldoende ziekenhuisruimte zijn. Voor nieuw
bouw is dan ook niet de minste aanleiding.
Aldus luidt de conclusie van de gemeente
lijke commissie, geïnstalleerd in 1931, die
te onderzoeken had of uitbreiding der zie
kenhuisruimte te Amsterdam noodzakelijk
was.
ROFFELRIJMEN
WAT MEER IS
De hei-werkzaamheden voor den houw van het nieuwe hoofdbureau voor
politie te Rotterdam worden vertraagd doordat men bij het graven op diep
liggende oude rioleeringen is gestooten. Ook kwam een stuk kademuur van 't
vroegere Doelwaler te voorschijn.
de N.V. Scheepsbou'
Juist in een tijd van groote nood
Zijn het de kleine dingen
Die zich in de gevoeligheid
Van onze aandacht dringen.
Eén vogeltoon in 't stille bosch
Kan dieper ons ontroeren
Dan 't schoonste stuk dat Mengelberg
Den volke op kan voeren.
Eén vonkje in de zwarte nacht-
Kan meer verheuging geven
Dan veel miljoenen kaarsen licht
Ale wij een feest beleven.
Eén Nederlandsche vlag op zee
Kan sneller 't hart doen jagen
Dan heel het land vol vlaggetooi
Op nationale dagen
Eén order voor een scheepsbouwwerf
Die zonder steun te vragen
Zich door de concurrentie der
Valuta heeft geslagen
Is meer dan al het mooie werk
Dat ons zoo kan verrukken
Hoewel 't zich slingerend beweegt
Tusschen Regeerings-krukken.
LEO LENS
Minder stroom
voor licht-reclame
Een belangrijke uitvinding
Naar men ons mededeelt is het aan den
chauffeur A. J. Schipper te Kapelle (Z.B.)
na twee jaar proefnemen, gelukt een be
langrijke uitvinding te doen op het gebied
van lichtreclame die er toe kan leiden dat
veel stroom kan worden bespaard.
Men kan de reclame-voorstelling doen be
handelen met een chemische stof, die hel
niet noodig maakt dat de electrische lamp
onafgebroken brandt.
Het is namelijk gebleken dat als men
een ruit met deze slof behandelt en daarop
gedurende twee of drie seconden een elec
trische lamp laat schijnen de ruit geou-
rende 30 tot 40 seconden na het dooven van
de lamp nog een voldoende licht uitstraalt,
al is de lichtsterkte iets minder en al
treedt een kleine kleurverandering op.
Men kan dus door het aanbrengen van een
klok het stroomverbruik belangrijk vermin
deren.
Streekplancommissie
Midden-Limburg
Minister Slingenberg belooft steun.
Gistermiddag is in het raadhuis te Roer
mond de slreekplancommissie voor Middén-
Limburg geïnstalleerd. De Minister van
Sociale Zaken, Mr. M. Slingenberg,
woonde de vergadering bij en hield een toe
spraak, waarin hij de groote beteekenis van
de plannen uiteenzette, nl. het trekken van
hoofdverkeerswegen, het in cultuur bren
gen van woesten grond, de ontwatering,
rioleering en binnenkolonisatie, behoud van
natuurschoon en vestiging van industrie.
Aan het einde der bijeenkomst
dankte de Minister voor de prettige
ontvangst en beloofde steun voor de
binnenkolonisatie, die brood aan velen
in Limburg zal moeten geven. In een
besloten vergadering werden hierna
de werkcommissies ingesteld.
De deelnemers aan de drledaagsche conferentie van den Chr. Boeren' en Tuindersbond.
De nieuwe Eternit-fabriek
te Goor
Men hoort wel eens beweren, dat de nieu-
e eternitbuizenfabriek te Goor slechts
erk verse huiving en geen w
erruiming tengevolge hebben
Naar de heer ir. J. C. Keiler, secretaris van
den Raad van Beheer van het Econ. Techn.
Instituut Overijssel ons mededeelt, is deze
bewering onjuist. Dat eternit (of asbest-
ent)-artikelen reeds jaren lang in Ne
derland worden vervaardigd is natuurlijk
bekend. Nieuw voor Nederland is echter de
aardiging van drukbuizen voor gas- en
waterleiding uit asbest-cement. Dgl. buizen
rorden in den laatsten tijd in greote hoe
veelheden in ons land ingevoerd. Zij kun
nen door de Nederlandsche industrie niet
■orden vervaardigd, door gemis aan de
daarvoor noodige speciale installatie, welke
tonnen gouds kost, en door gemis aan d<
daarvoor noodige patenten. De Nederland
sche fabrieken hebben zich dan ook steeds
tot andere artikelen beperkt en. van hun
standpunt bezien, terecht, de drukbuizen
rustig uit het buitenland laten invoeren.
De nieuwe fabriek te Goor betpekent zeer
nadrukkelijk werkverruiming, omdat
men zich toe gaat leggen op een artikel, dat
hier te lande nog niet werd vervaardigd. En
dat op volkomen gezonde basis, zonder
eenigen steun van de overheid, in welken
vorm ook.
Het genomen initiatief moet dan ook wor
den toegejuicht en niet worden gelaakt, te
meer waar er behoorlijke exportmogelijkhe
den zijn. De vrees, dat de nieuwe fabriek
zich ook zal gaan toeleggen op de ver
diging van andere artikelen, waardoor zij
een concurrent zal worden van de reeds be
staande Ned. asbest-cement firma's is onge-
gegrond. Voorloopig heeft men, aldus d'
heer Keiler, aan de vervaardiging van druk
buizen de handen meer dan vol.
DE ONDERWIJSPLANNEN TE
AMSTERDAM
Gaan voorloopig niet door
Staatsblad no. 791 bevat een besluit tot
schorsing van het besluit van den raad der
gemeente Amsterdam, strekkende tot wijzi
ging van de verordening tot regeling van het
openbaar gewoon en uitgebreid lager onder
wijs te Amsterdam.
De schorsing geschiedt tot 1 April a.s. in
verband met een onderzoek naar de vraag,
of het raadsbeluit in strijd is met de wet of
met het algemeen belang.
HET CONCERTGEBOUW-ORKEST
Een trip naar Kopenhagen en Stockholm
Van 3 tot 12 Juni a.s. zal het Concertge
bouw-orkest o.l.v. Prof. Dr. W. Mengelberg
een zomerkruistocht naar Kopenhagen
Stockholm maken per s.s. Rotterdam van
H.A.L. Het orkest zal op 5 en 6 Juni te Ko
penhagen en op 8 Juni te Stockholm concer
teeren.
De Nijmeegsche Burgerij Commissie voor
Waaloverbrugging, opgericht in 1905, hield
gister haar laatste bijeenkomst. Vele hooge
gasten woonden de plechtigheid bij.
(Nadruk verboden.)
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK
TE ROTTERDAM
Door de arrondissementsrechtbank te Rot
terdam is ter vervulling van een vacature
in haar college opgemaakt de navolgende
alphabetische lijst van aanbeveling: Mr. G.
R. W. Kymmell, substituut-griffier aldaar;
Mr. C. H. Plug, substituut-griffier aldaar;
A. Schreuder, rechter te Dor
drecht.
ECONOMISCHE RAAD
Aan den heer K. Kruitho f te Utrecht
eervol ontslag verleend als lid van de vas
te commissie van den Economischen Raad ex
art. 8 van de Wet op het algemeen verbin
dend verklaren van ondernemersovereenkom
sten. In zijn plaats is benoemd de heer H.
link te Utrecht, voor het C.N.V.
Officïeele Berichten
CONSULATEN
De heftr M. A. Den ton-Thompson ls erkend
en toegelaten als consul-generaal van 't Brit-
sche Rijk te Amsterdam.
VREEMDE EERE-TEEKENEN
Aan na te noemen personen is verlof ver-
iwnH t.it hot aannemen van de achter hun na-
?emde eereteekc-nen: jhr H- J.
iel. dat van Commandeur der
on van België; baron R- F. C.
Repelaei
otkru!
r Orde
dat -
Grootkru;
de
der Orde
isterdam ls verlof
van het vreemde
Orde van
DE VALSCHE MUNTERIJ TE ENSCHEDE
De Almelosche Rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen C. L. te Enschedé,
die terecht stond voor het maken van
valsch geld. De Rechtbank veroordeelde
verd. tot 1 jaar gevangenisstraf waarvan
6 maanden voorwaardelijk. T. B. en B. L,
die het geld hadden uitgegeven, werden
veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf
waarvan resp. 3 en 2 maanden voorwaar
delijk.
„Meridol" geneest de huid van ouder-
domsverschiinselen Gezicht en handen
worden glad, jeugdig, zocht en opgewas
sen legen olie schadelijke, verruwende
weersinvloeden Een onvolprezen en een
voudig toe te passen schoonheidsmiddel
Uw huid vraagt om
Doozen a 50 en 25 ct. bij Apoth. en Urog.
Feuilleton
(25
De geschiedenis van een erfenis
door K. Jonkheid
Catherines huwelijk is gelukkig en niet gelukkig. Ze heeft een
goede man, een gemakkelijk leven, slaven en slavinnen. Maar
haar eerste kind sterft plotseling na drie maanden kwijnend
leven. Haar tweede eveneens. Dan komt er verademing. Een
zoontje wordit geboren en blijft leven. Dan nog een zoontje en
twee dochtertjes. Nu is het ergste achter de rug, de kinderen
beginnen goed te groeien.
Alexander is veel van huls. Hij werkt voor zichzelf en voor
de Compagnie. Hij heeft een suikertuin gekocht en een fabriekje
gebouwd, suikermagnaat in miniatuur. Van zijn reizen brengt
hij producten mee, kunstvoorwerpen en specerijen, sterke slaveu
en mooie slavinnen. Hij werkt hard en laat anderen voor zich
werken, hij plukt de resultaten van eigen arbeid en van die
der anderen. Hij wordt rijk.
Catherina is bevreesd, als ze dagen en nachten alleen thuis
is met haar kinderen en de slaven. Ze is goed voor haar
inlandsch personeel, maar die menschen zijn sluiperig, ondoor
grondel ijk en onbetrouwbaar en op de bodem van hun ziel ligt
de haat tegen den blanken man, die hen mishandelt en verdrukt.
Want de slaven worden wreed behandeld en hebben een
wreed bestaan. Ze zwijgen en bukken, weerloos in de zwakheid
van hun tenger lichaam, maar ze voelden zich solidair en zijn
lenig en vlug als slangen. Bij troepjes vluchten ze weg. Die
troepjes vormen zich tot benden, geheimzinnig en ondergrondsch.
Ze leven van roof en diefstal en evenaren hun vroegere meesters
in wreedheid. Maar ze zijn slecht gewapend en primitief, het
gevaar blijft klein van omvang.
In een tijd van groote sterfte, als De Bas op zee is, worden in
de voornacht al hun kinderen ziek. De jongens komen het te
boven, maar eer de morgen aanlicht zijn de meisjes dood. Ze
worden dezelfde dag begraven.
Catherina heeft van 't Weeshuls een bijbel meegekregen. Die
lag jaren in een kist. Nu heeft ze 't boek te voorschijn gehaald
en leest telkens in stille uren.
Caspar en Antony groeien op tot flinke kerels. Ze werken
hard, als vader. Ze verdienen veel geld. Catherina geniet wel
in de glorie van haar man en haar jongens, maar Antony gaat
trouwen met een Portugeesche. Die Portugeezen zijn heidenen.
Hun godsdienst bestaat alleen in bijgeloovig vereeren van een
houten Mariabeeld.
Maar ze zijn rijk, koene zeevaarders en geslepen kooplui. En
de De Bassen worden iedere dag rijker. Het is alles even prach
tig. Maar Catherina is nooit rustig:, altijd angstig, vreemd en
onverklaarbaar.
En dan komt het einde. Die geheimzinnige ziekte, waar de
chirurgijns niets van begrijpen, tast ook de sterke Alexander
ajan en na drie dagen ligt hij in zijn graf, begraven met groote
praal en uitbundig eerbetoon, maar dood, onherroepelijk dood.
De zoons zullen het werk van vader voortzetten. Ze varen uit,
doch keeren niet terug. En drie jaar na Alexander ligt ook
Katrijntje in de groeve.
Dan komen de heeren van de Compagnie, om het huis te
verzegelen, de boel te verkoopen en het geld te bewaren voor de
erfgenamen. Finis.
xxvm
Een ontdekking
Dirk Huidekooper ontvangt een brief van den notaris. Wat
kan dat wezen? 't Gaat niet over vaders nalatenschap, want dl
notaris wil spreken over een belangrijke zaak. die hij echter
niet noemt Houdt het verband met de erfenis? Als Dirk de
volgende dag van huis gaat, is ieder in spanning.
De notaris spreekt zakelijk. Er is iemand, die opslagplaats,
terrein en gebouwen van de firma Huidekoop r koopen wil. De
notaris heeft een bod.
„Wat wil de reflectant er mee doen?"
JJat weet ik niet."
„Ik kan hierin niet beslissen."
„Dat begrijp ik, meneer Huidekooper. Spreek er thuis eens
rustig over en laat mij binnen eenige dagen uw antwoord
weten."
Moeder is teleurgesteld. De boel verkoopen? En wat dan?
„We moeten er over spreken met de ooms", zegt ze.
Daar heeft Dirk geen zin in. „We moeten er eerst onder
elkaar over praten, nu vader weg is. Truus en Anie zijn meerder
jarig."
Dirk denkt nog eens na over het geval en zegt de volgende
dag zijn meening.
„Ik denk, dat de kooper het terrein wil exploiteeren als
bouwgrond, 't Kan ook zijn, dat hij het zelf gaat bebouwen en
de huizen verkoopen of verhuren. De gemeente breidt voort
durend uit. Maar wat een ander kan, kunnen wij ook. Veronder-
stel, dat er iets loskomt uit de bekende zaak, die nog steeds
aanbangig is. Dan gaan we geen speculatieve dingen doen. Wat
zal het een mooie geldbelegging zijn, als we zelf dan het terrein
gaan bebouwen en de panden verhuren."
„Zoo ver is het nog niet", zegt Truus. ,,'t Is nu de vraag, wat
op 't oogenblik het beste is. Kan het terrein voor flinke prijs
verkocht worden, dan ben ik er voor. -Geld beleggen kan men
altijd en overal. En voorloopig is een kleine bergruimte voor de
zaak voldoende."
Dirk is het hiermee niet eens, moeder sluit zich aan bij Dirk,
Annie weet niet, wat ze raden moet, Truus verliest terrein en
Dirk krijgt zijn zin. Het bod wordt ufgewai. t
Veertien dagen later komt er weer een brief.
De Amsterdamsche kennis meldt niets te hebben gevonden,
waarmee de verwantschap tusschen Katrijntje en de stamvader
der Huidekoopers kan bewezen worden. Het spijt hem zeer.
„Wat is dat nu voor een slap berichtje", zegt Dirk, geërgerd
door de verslagen gezichten der anderen. „Ik ga zelf naar
Amsterdam. Dat laat ik zoo niet zitten."
Moeder zucht. Wat een geld heeft het al gekost Zonder
resultaat. Eu nu weer naar Amsterdam!
Dirk praat geforceerd. „Dat geloof ik zoo maar niet Die man
heeft het niet goed aangepakt Eerst ga ik naar hem toe, om me
op de hoogte te stellen en dan zie ik verder."
Maar 't valt hern tegen. De Amsterdammer heeft zijn taak
serieus aangevat. Hij vertelt precies, hoe het gegaan is Katrijn
tje Jansdochter heeft op kosten van de Armenkamer als bestede-
linge gewoond in het gezin van Andreas Huydecoper. Daarna
geplaatst in het W eeshuis, is haar hospes ingeschreven als
naaste verwant Er is niets gebleken van diens medezeggen
schap bij haar vertrek naar Indië.
,J>e boeken van het Weeshuis zijn officiéél", zegt Dirk, wat
daar in £iaat, is voldoende bewijs."
„liet is geen bewijs. De graad van verwantichap wordt niet
eens vermeld. Om erfgenaam te zijn, moet zulks vaststaan op
betere gronden, dan de administratie van een weeshuis il
Officieel zijn alleen de stukken van de Burgerlijke Stand en in
vroeger tijd de Doop- en Trouwboeken van de kerk."
„Staan de kinderen van Andreas in het Doopboek?"
kinderê"''81 niet He' Saa' °m mci8ie' niet om di0
Zx kan later bij die kinderen zijn ingeschreven als hulsga-
noote en misschien als familielid."
De ander haalt de schouders op. Hij heeft er hlijkhanr genot*
van. Dirk dankt hem voor de moeke en gaat heen in de oveï
tuigmg, dat dit water niet voldoende is afgevischL
r (Wordt vervolgd)*