Met de ambulance naar Abessynië
RENTE OP. RENTE
VRIJDAG 27 DECEMBER 1935
DERDE BEAD PAG. 9
KERSTCONGRES
S.D.A.P.
Ir. Albarda kon niet
aanwezig zijn
De heer K. Vorrink sprak
ic Kerstrede uit
Onder leiding van den lieer Ed. Polak
hield de Federatie Amsterdam van de
S.D.A.P. eeit vergadering in de Apollohal
waar ditmaal de heer Koos Vorrink de ge
bruikelijke Kerstrede hield, omdat Ir Al
barda niet tegenwoordig kon zijn om ae
rede uit te spreken. -
De heer Koos Vorrink zeide, dat het
kerstfeest voor veten een demonstratie van
oppervlakkigheid is geworden, welke de
mcnsciilieid van vandaag kenmerkt. Tool
u Pr een saamhoorigheidsgevoel in het
„vrede op aarde". Echte,; er klinkt ook.
naast dat „vrede op aarde Geeft ons aibeid
cn brood.
Verder hierop ingaande, zegt spr.. dat de
werkloosheid stijgende is, dat de economi
sche toestand nog steeds slechter wordt. De
Begeering stelt daartegenover aanpassing
en bezuiniging. Echter, de sterke man, waar
om men geroepen heeft bij de laatste ver
kiezingen. heeft weinig gedaan. Er is geko
men een afbrokkeling van de democratische
rechten. Daarvoor worden verschillende pai-
tijen in een uitzonderingspositie geplaatst.
Men moet daarbij voorzichtig zijn en het
doel niet voorbij schieten. Men mag den
burgemeester van Amsterdam daarom niet
desauvoueeren, toen hij optrad tegen de
N.S.B., Inzake de Beul. (Applaus).
Nadat spr. de verhouding tusschen de
verschillende partijen heeft geschetst, zegt
hij. dat er moet komen ordening om het
monster der verarming te bestrijden. Dit
die gcdachtenwereld is het plan geboren,
waarvan men toegeeft, dat het veel goeds
heeft, terwijl men aan den anderen kant
meent te moeten zeggen, dat er niet veel
van te verwachten is. Als dat laatste waai
is, zou het een blaam zijn voor de partij
Komende tot de buitenlandsche politiek
stelt spr. in het licht, dat het fascisme ir
Europa aanstuurt op vernietiging van de
democratie. Deze twee partijen staan tegen
over elkaar. Daarom heeft men zicli op dezen
Kerstdag meer dan ooit te bezinnen. Met een
variant op „Mensch durf te leven'' zou spr.
willen zeggen „Mensch durf mensch te zijn'.
B.'scf uw verantwoordelijkheid. Door het
fascisme, en hier wijst spr. op de toestanden
jn Italië'cn Duitschland, zal de beschaving
te gronde gaan. We weten, zegt spr., ons de
erfgenamen van de groote geestelijke goede
ren van het verleden. Het socialisme moet
in deze chaotische wereld ordening bren
gen. Werkt daarom mee, roept spr. uit, de
waanzin te overwinnen, redt de ziel der
menschheid, gelooft in het socialisme. (Ap
plaus).
Het gesproken woord werd voorafgegaan
n gevolgd door zang en muziek.
Na een slotwoord van den voorzitter ging
de vergadering uiteen.
DE HEER P. v. d. HONING VERTELT ZIJN
EERSTE INDRUKKEN
Kristnaska Numero
Kerstnummer van de Ned. Chr.
Esperanto Ver.
Dat was een goede gedachte van de re
dactie van Kristaua Gazet.o, het orgaan van
de Ned. Chr. Esperanto Vereeniging om een
eenvoudig, maar aantrekkelijk Kerstnum-
u it te geven. Het bevat artikelen in
proza en poëzie van den C.ef-redaktoro H.
C van Lee-uwen, te Wij he, van H. Hasper te
Dokikum en anderen. Men vrage eens een
proefnummer aan hij het algemeen secreta
riaat: St. Peterlaan 47, Arnhem, of bij de
plaatselijke secretariaten: Da Costaslraat
50a, Rotterdam en Lirnterenstraat 155 Den
EEN ONVERGETELIJK
AFSCHEID
Offers van hendie
achter blijven
Het leven aan boord van
de Kota Radja
Ieder onzer zal zich nog herinneren hoe
hartelijk de Roode Kruis-ambulance naar
Abessinië ruim drie "weken geleden door het
Nederlandsohe publiek uitgeleide werd ge-
Een der deelnemers, de verpleger P. v.
d. H o n i ng, zal ons voortdurend van
de tocht en het werk der ambulance op de
hoogte houden.
Hieronder laten wij volgen zijn eerste
brief over het vertrek en de reis tot aan
Port-Said.
Vooraf geeft de heer v. d. Honing een
korte inleiding, waarin hij de lezers op de
hoogte brengt van zijn persoon en arbeid,
en van de wijze, waarop hij aan de ambu
lance werd verbonden.
Onze lezers zullen dit ongetwijfeld waar-
deeren. Het zal het. contact tussohen hen
den schrijver niet weinig bevorderen.
Op 21 December 1929 werd ik als leerling-
erpleger geplaatst bij de Vereeniging tot
Chr. verzorging van krankzinnigen, en wel
op de stichting „Blóemendaal" te Loosduinen.
Na twee jaar daar werkzaam te zijn ge
weest vertrok ik naar Delft, waar ik in het
St. Joris Gasthuis aldaar, mijn opleiding be-
ndigde en in Mei 1933 met goed gevolg hel
examen voor diploma B. aflegde. Kort
dit succes werd ik als leerling verpleger
aangesteld in liet Ziekenhuis voor Scheep;
en Tropische ziekten te Rotterdam én za
in Mei 1935 .na twee jaar hard wérken
studeeren in het bezit van diploma A.
gesteld.
Mijn opleiding was hiermede ten einde,
doch nu begonnen pas de moeilijkheden om
een vaste werkkring te vinden. In de zomer
leverde dit geen zwarigheid daar bijna over
al vaeantiekrachten geplaatst konden wor
den. Eenige maanden was ik nog in dienst
bij de Rötterdamsche Lloyd, enkele weken
in het Rötterdamsche Gemeente Ziekenhuis
aan de Coolsingel, doch werd toen wegens
overcompleet ontslagen. Als particuliere
verpleger was hét ook uiterst moeilijk
werk te vinden en zoo stond ik na zes jaar
hard werken en studeeren daar rle leer
lingentijd toch altijd de zwaarste tijd is
zonder eenig uitzicht op werk op de keien.
Het gevoel, ervaren te zijn om het lijden
van zieken' te verlichten, en toch werkeloos
toe te moeten zien, maakte op mij diepe in
Ik was dus werkeloos toen er een oproep
van het Ned. Roode Kruis in alle bladen
verscheen. Door mijn opleiding in het Tro-
P. v. d. Honing
pisch Ziekenhuis was ik op de hoogte met
de verpleging van verschillende tropische
ziekten en spoedig was dan ook mijn be
sluit genomen om mijn persoon aan te bie
den voor uitzending naar Abessynië. Hier
ligt een arbeidsveld waar zooveel bereikt
kan worden, waar zoo naar hulp wordt uit
gezien. dat ik geen weerstand kon bieden
aan de wensch om daar werkzaam te mo
gen zijn.
Begin November bereikte mij een schrij
ven van het Hoofdbestuur om in verband
met mijn aanbieding in Den Haag te ver
schijnen. Dit schrijven wekte bij mij groote
ontroering. Ik had het gevoel alsof ik hard
weg moest loopen en in mijn gaan naar Den
Haag lag dan ook een groote weifeling. Het
heele plan leek mij opeens zoo'n gev
volle onderneming, dat ik er van terug
deinsde. Bedanken, bedanken, niet doen, af
slaan waren de gedachten die bij mij op
kwamen.
Toch kon ik daar niet toe besluiten, daar
er ook nog andere gedachten waren die van
plicht spraken om te aanvaarden wat ge
boden werd. Op de vraag van het Hoofdbe
stuur of ik bereid was naar Ethiopië F
gaan heb ik dan ook zonder twijfelen ja ge
antwoord. Van harte hoop ik dat dit ja mag
leiden tot veel vruchtbaar werk in een land
waar zoo weinig hulp aanwezig is en de be
volking onder de geesel van den oorlog ge
bukt gaat. waar menschenlevens bij tien
tallen worden ^gesneden. Waar het veld
bedekt is met afwonden die aohter moeten
blijven, smachtend naar water, en gekweld
door ondragelijke pijnen, zonder schaduw,
hun wonden bloot voor de verzengende stra
len'van de tropenzon. En alsof dit niet ge
noeg is en de duisternis valt. in, een prooi
te worden van het wilde eedierte. De tan
den van de hyena in het lichaam, een slur
pen van bloed, een klein oogenblik, wellicht
nog een krept en er sterft een mensch; er
sterven zoo tientallen.
Mijn uniform werd aangemeten koffers
toegestuurd. Inkoopen werden gedaan, voor
bereidselen getroffen, nog enkele malen met
het volledige ambulancepersoneel vergade
en voort vlogen de dagen van voorbe
reiding en de dag van het vertrek was er
eer wij het wisten.
3 December was de dag, die voor
het vertrek was vastgesteld. Deze
dag zal altijd in mijn herinnering
blijven en kan niet anders dan een
der hoogtijdagen van mijn leven zijn
en blijven. Op deze dag werden wij
voorgesteld aan H. M. de Koningin
die ons allen persoonlijk aansprak
en met een handdruk on3 bemoedig
de om onze taak aan te pakken en
te voleinden. Het was H. K. H. Prin
ses Juliana die in haar functie als
voorzitster van het Ned. Eoode Kruis
ons aan onze geliefde vorstin voor
stelde. Het was een oogenblik om
nooit te vergeten.
Nadat H. M. vertrokken was werd na
mens H.K.H. Prinses Juliana aan D Win
kel een foto in lijst van H. M. en voorzien
van Haar handteekening, overhandigd
bij de ambulanceleden die geestdrift op te
wekken, die een soldaat ervaart, wanneer
hij voor z'n vaandel strijdt Deze foto is
dan ook voor ons. wat het vaandel is
den soldaat en onze lijfspreuk zal dan ook
die der Oranje's zijn. Je Maintiendrai.
Onze ambulance heeft, zooals de leider
meermalen reeds publiek heeft uitgespro
ken, ook nog de taak om onze nationale
eer hoog te houden, om in het verre Ethio
pië de roem van het I-Iollandsche volk hoog
te houden, dat het is een gastvrij volk en
jaren, welke nog zoo kort achter ons liggen,
kunnen verhalen, wat door het Nederland-
sche volk werd gedaan voor hen, die hun
mannen naar het front zagen gaan. Vele
volwassenen in Hongarije kunnen verhalen
hoe zij hun opvoeding hebben genoten in
het kleine Holland, dat zich het lot van
weezen en weduwen aantrok.
Al kan het zijn, dat ons volk hier in ma
terieel opzicht weinig belooning heeft,
geestelijk opzicht moet het strekken om
ons doelbewust te maken, dat in dit helpen
van den arme een groote zegen is, die de
geest van ons volk verrijkt en die met geen
goud ter wereld te koopen is.
Na de aanbieding van deze foto's volg
den verschillende dingen, die van minder
gewicht zijn, o.a. filöicn, foto's voor de dag
bladen en ten slotte een koude lunch. Daar
na per auto vertrek naar Rotterdam, naai
de Lloydkade.
Hier ontmoeten we onze familieleden, die
gekomen waren om ons een laatst vaarwel
toe te roepen. Aan boord van 't m s. Dempo
werd thee geserveerd en werden wij namens
het hoofdbestuur door H.K.H. Prinses Ju
liana toegesproken, welke rede door onze
leider beantwoord werd. Al deze dingen
zijn voldoende bekend, daar de couranten
deze uitgebreid hebben weergegeven. Per
soonlijk kwam H.K.H. op de „Kota Radja'
nog afscheid van ons nemen en met een
handdruk scheiden wij van Haar en het
Hoofdbestuur om begeesterd en bezièld te
vertrekken naar de plaats van onze be
stemming, met het voornemen om, wat or
ook moge gebeuren, trouw te zijn aan onze
plicht om met Gods hulp ginds in den
vreemde te arbeiden, teneinde het lijden
van onze medemenschen te verlichten.
Terwijl de boot vertrok klonken van
de wal de tonen van het „Wilhelmus"
en „Mij Sarie Marijs", wat na ons
plechtig Volkslied wel een eigenaardige
combinatie was. H.K.H. wuifde per
soonlijk ons een laatst vaarwel toe en
wij wuifden tot er geen menschen en
geen aanlegsteiger van de Lloyd met
de beste wil ter wereld meer te ontdek
ken waren.
Allen waren wij deze dag erg ver
moeid en togen dan ook vroeg ter ruste
Twee ambulanceleden waren echter wel
heel vroeg verdwenen, daar al spoedig
bleek, dat ook de zee haar deel van den
dag opeischte, alhoewel het niet het
smakelijkste was.
Even na middernacht werd Antwerpen be
reikt, waar het door het lossen en laden
al spoedig zoo'n leven werd, dat hooren cn
zien verging. Daar «Je officieele vertrektijd
was vastgesteld op Vrijdag 6 December
vijf uur nam. vertrok de helft der ambu-
lanceleden met de eerstvolgende gelegen
heid naar Holland, teneinde het St Nico-
laasfeest nog thuis te kunnen vieren. Ook
ik behoorde tot hen. Van St Nicolaasviering
is niet al te veel gekomen, daar onze ge
dachten, die van mijn verloofde en mij, zich
meer met het afscheid bezig hielden. Want
al waren we nog zoo enthousiast, toch viel
het scheiden zwaar en was een van c'e
moeilijkste oogenblikken. Zij, die ons af
staan, zij brengen de offers; voor ons zai
de tijd spoedig gaan. Wij doen dagelijks
nieuwe indrukken op. Het werk zal onze
tijd in beslag nemen. Moge God hen, o'ie
wachten, nabij zijn. Onze ouders, vrouw
en verloofden, zij zagen ons gaan naar
verre streken. Groot is de moed der Hol-
landsche vrouw, dat zij haar echtgenooten
en verloofden afstaan, ten dienste van hun
medemenschen.
Door omstandigheden vertrokken we Za
terdag 7 December 10 uur v.m. vanuit Ant
werpen, kwamen via de Schelde nog ever
op Nederlandsche grondgebied en langza
merhand vervaagde onze Hollandsche kust
in nevel en motregen, 't Was ijzig koud
en onze reis begon. Nog enkele gevallen van
zeeslachtoffers deden zich voor, doch de
grootste helft der ambulanceleden bleek
zeevast te zijn. De stemming was van hei
begin af aan goed en het onthaal op rie
„Kota Radja", met als gezagvoerder kapi-
tiein Udema, voortreffelijk.
Aan boord houden we ons bezig met ad
ministratieve werkzaamheden, zijn de lei
ders nu en dan behulpzaam met vérschi
lende bezigheden, schrijven brieven, beoefe
nen gezelschapspelen, eten drinken en sla
pen. Kortom, leven nog tamelijk onbezorgd
Kunnen ons geen koude al haast meer voor
stellen daar we ons nu en dan heerlijk In
't zonnetje koesteren. Ontvangen hierbij
de noodige injecties om ons voor een ver
blijf in de tropen geschikt te maken; ver
schijnen om het vlugst aan het dek als a
iets bijzonders te zien valt; bezichtigen door
de kijker Gibraltar de ontzagwekkende
vestingwerken der Engelschen; de. Afrl-
kaansche kust met z'n dorre rotsen; doch
daar dit een route is, die de meeste lezers
wel bekend is, wil ik hier niet verder ove
uitweiden.
Terwijl ik dit schrijf, naderen we Por!
Said en hebben dan onze tweede etappe
achter de rug. om van Port Said naar Dji-
boeti te vertrekken, doch daarover de vol
gende keer.
P. v. d. HONING,
a.h. m.s. „Kota Radja",
varende Antwerpen—Port Said
RUBRIEK,
Het tweede amendement-Suring
Rectificatie
In het overzicht van de Tweede Kamer
in ons blad van j.l. Zaterdag schreven wij,
dat. een amendement-Suring was ingediend,
strekkende te bepalen, dat de indirecte ver
plichting om op 60-jarigen leeftijd voorloo-
pig pensioen aan te vragen niet bestaat als
de betrokkenen twee of meer minderjarige
kindéren te zijnen laste heeft. Dis is niet ge
heel juist. De laatste passage moet luiden:
„als de betrokkenen n of meer minder
jarige kinderen te zijnen laste heeft".
EEN DRAMA
OP HET IJS
JONGEN IN HET
NOORDERKANAAL
VERDRONKEN-
Een ander met levens
gevaar gered
Rotterdam, 27 December
Voor de oogen van tientallen wan
delaars heeft zich gisteren aan het
Noorderkanaal een benauwend drama
afgespeeld, toen twee waaghalzen van
jongens zich daar op het ijs begaven
en er door zakten, waarbij een van de
jongens verdronk, terwijl de ander
slechts met inzet van eigen leven
door twee moedige mannen kon wor
den gered.
Hoewel het sedert Zaterdag hard had
gedooid begaven de 15-jarige W. v. d. Starre
uit de Raephorststraat en de li-jarige D
den Drijver uit de Hooglandstraat zich op
het ijs van het Noorderkanaal. Aanvankelijk
ging alles goed en de jongens bereikten het
midden van het kanaal. In hun overmoed
gingen zij, om te demonstreeren hoe sterk
het ijs nog was. er op springen. Toen scheur
de het ijs en de jongens verdwenen in het
water.
Even stonden de omstanders als -verlamd
maar twee dappere mannen, de tramconduc
teur Haverkamp uit de Treubstraat en de
werkman Kley uit de Rietvinkstraat, ba
dachten zich niet en sprongen geheel
kleed te water. Het was bijna ondoenlijk om
te midden van de drijvende ijsschollen
vooruit te komen, maar na uiterste krachts
inspanning gelukte het hun toch den jeug
digen v. rl. Starre onder het ijs vandaan te
halen en naar den wal te brengen. Daar
stond een ziekenauto gereed om den geheel
verkleumden knaap naar het ziekenhuis
aan den Bergweg te brengen. De andere
jongen was eveneens onder het ijs gescho
ten, maar hem hadden de redders niet ee
vonden. Zij keerden echter direct naar het
ijskoude water terug, om te trachten o
Den Drijver te redden. Deze bleek ech
niet meer te bereiken te zijn. zoodat de red
ders onverrichterzake terugkeerden.
De werkman KJev bleek toen zelf zoozeer
door de knude te zijn bevangen, dat hij n;
het ziekenhuis moest worden gebracht, w
hij gelukkig spoedig weer opknapte. De
tramconducteur Haverkamp droogde
natte plunje bij de oven van een bakkerij
in de huurt.
Na 1J zoeken heeft men het lijk van Den
Drijver uit het in dien tijd gebroken ijs op-
ZATERDAG 28 DECEMBER
HILVESRSUM I 1875 M. KRO-uitzcndlng.
8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00
Godsd. halfuur. 12.15 KRO-orkest. 2.00
Voor de jeugd. 2.30 Sport. 3.00 Kinder
uur. 4.00 KRO-Boj's. 5.30 Cursus. 5.45
KRO-orkest. 6.20 Lezingen en gram.pl.
7.35 Gram.muziek. Causerie. 8.00 Berich
ten. Reportage. 8.20 Gram.pl. 8.30 Vertel
ling. 9.15 Voordracht. 9.30 KRO-Boys.
10.30 Berichten. 10.35 KRO-kamerorkesU
HILVERSUM II 301 M. VARA-uitzending.
8.00 Gram.pl. 10.00 VPRO-morgenwijding.
10.15 Voordracht, radiotooneel en gevar.
concert. 12.00 Gram.pl. 12.151.45 Harry,
Lews Radio-Three. 3.05 Sport. 3.20 Gram,
pi. 4.00 Lezing. 4.20 De Notenkrakers. 5.00
Orkest. 5.40 Lezing. 6.00 Orgelspel. 6.30
„De Wielewaal". 7.00 Twentsche uitz. 7.45
en lezing. 7.00 Twentsche uitzending. 7.45
Gram.pl. 8.00 Berichten. 8.15 De Fliere
fluiters. 9.00 Liedjes. 9.45 Causerie. 9.55
Accordeonorkest en zang. 10.15 Nieuws
berichten. 10.20 Vioolrecital. 10.30 Radio
tooneel. 10.40 „Vara-Maandrevue's in.
1935". 11.20 Cymbaalrecital.
DROITWICH 1500 M. 11.20 BBC-Northern-
orkest. 1.20 Orkest. 2.20 Het Schotsche
Studio-orkest. 3.20 Orgelspel. 3.50. D. Hog
bens Singers en Players. 7.05 Welsh inter
mezzo. 7.20 Weekend-programma. 8.05
BBC-Militair orkest. 8.50 Variété-pro
gramma. 10.20 BBC-orkest.
RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert.
2.50 Gram.pl. 4.20 Pascalorkest. 8.20 Zang
en piano. 9.05 Operaconcert.
KEULEN 456 M. 11.20 Orkest. 1.35 Gram.pl.
3.20 Het Omroepkleinorkest en solisten*
6.20 Trioconcert. 7.30 Verrassingsprogr.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 1.30—2.20
J. Schnyders orkest. 5.20 Populair con
cert. 6.20 Operamuziek. 7.20 PianorecitaL
8.20 Omroeporkest en radiotooneel.
484 M.: 12.50 Omroeporkest. 1.502.20,
4.35 Gram.pl. 6.50 Pianorecital. 7.20 Gr.
pi. 8.20 Opera-uitzending. 10.30 Repor
tage.
ZONDAG 29 DECEMBER
HILVERSUM I 1875 M. 8.30 KRO. 9.30 NC
RV. 12.15 KRO. 5.00 NCRV. 7.45 KRO.
8.30 Morgenwijding. 9.30 Gewijde muziek.
9.50 Geref. Kerkdienst uit Leeuwarden,
Voorganger Ds. J. Mulder. Hierna koov-
concert en gram.pl. 1.00 Lezing. 1.20
Kerstspel mmv. koor en orgel. 2.30 Gram.
pl. 3.00 Fanfare-orkest en lezing. 4.30 Zie-
kenhalfuur. 5.00 Gewijde muziek. 5.50
Ned. Herv. Kerkdienst uit Bodegraven.
Voorg. Ds. P. A. A. Klüsener. Hierna ge
wijde muziek. 7.50 Lezing. 8.10 Berichten.
8.20 Symphoniecancert. 9.00 Koorconcert.
9.30 Viool en piano. 9.45 Symphonieeon-
concert. 10.15 Gram.pl. (Om 10.30 berich
ten). 10.40 Epiloog.
HILVERSUM H 301 1VL 8.55 VARA. 12.00
AVRO. 5.00 VARA. 7.00 VPRO. 800
AVRO. 8.55 Orgelspel.. 9.00 Voetbal
nieuws, tuinbouwpraatje. 9.30 Vervolg or
gelspel. 9.45 Lezingen, gram.pl. en voor
dracht. 11.15 Lezing. 11.30 Kwartetcon
cert 12.00 De Octophonikers. 12.50 Disco-
nieuws. 1.15 Orgel en viool. 2.00 Boekbe
spreking. 2.30 Kamermuziek. 3.15 Radio
tooneel. 3.35 AVRO-strijkorkest. 4 30 Gr.
pl. (Om 4.50 sportnieuws). 5.00 Q/gel-
spel. 5.30 Lezing, berichten, gram.pl. 7.00
Studiodienst. 8.00 Berichten. 8.15 Koor
der Nederl. Opera-Vereen, en het Omroep
orkest. 8.45 Causerie. 8.55 Radio-journaal.
9.10 Omroeporkest. 9.35 Radiotooneel. 9.55
Kovacs Lajos. 11.00 Berichten. Gram.pl.
DROITWICH 1500 M. 12.50 Populair concert.
1.50 Orkest. 3.20 Trioconcert. 3.50 BBC-
Northern-Ireland orkest. 5.40 Trioconcert.
7.05 Voordracht 7.25 Zang en viool. 8.20
Kerkdienst. 9.20 Populair concert. 10.35
Trioconcert. 11.05 Epiloog.
KEULEN 456 M. 10.1010.45 Mannenkoor
concert. 10.50 Bach-cantate. 11.20 Blcas-
concert. 3.20 Gevar. programma. 5.20
„Götterdammerung", Wagner.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.20 Max
Alexys' orkest. 1.30 Salonorkest. 2.20 Jazz
muziek. 3.20 Pianorecital. 4.50 Sonatecon-
rert 5.20 Salonorkest. 6.20 Gram.pl. 7.20
Pianorecital. 8.20 Gevar. programma.
484 M.: 10.20 Orkest. 12.20 Salonorkest.
1.30 Gram.pl. 1.50 Orgelconcert. 2.50 Zang.
3.20 „Der Vogelhandler", operette van
Zeiler. 6.50 Pianorecital. 7.35 Gram.pl.
8_20 Koorconcert. 8.40 Pianorecital. 9.00
Koorconcert. 9.35 Symphonieconcert
OSSCHE MISDADIGERS
Voor de Roermondsehe rechtbank" stonden
twee Ossche misdadigèrs terecht, die te
Gemert en Schijndcl inbraken hadden ge
pleegd. T. M. en H. E., beiden uit Gemert,
werden veroordeeld resp. tot 210 en 2 jaar
'gevangenisstraf. De eisch was drie jaar.
»i"
Feuilleton
De geschiedenis van een erfenis
(10
door K. Jonkheid
Ze begrijpen elkaar niet, ze bedoelen wal anders.
Iluidekooper komt ttiujs en geeft verslag.
„Vermeer was er ook."
„Vermeer? Wat moest die er bij doen?" vraagt Dirk niet
tonder verontwaardiging.
„Mij was opgeroepen."
„Dat is zeker wat van jou, Annie? Jij kon natuurlijk je mond
weer niet houden
Annie kijkt een oogenblik beduusd. Moeder benut zulks dooi
Ie zeggen: „Ik heb al zoo dikwijls gezegd, dat het uit moet zijn
met die -Jan. Nu zie je de gevolgen
'aarvan gevolgen?! Vader zegt toch, dat hij opgeroepen is"
Verweert zich Annie.
..Natuurlijk doordat jij gekletst hebt. Er zijn nog geen lief
hebbers genoeg! Nu komt Vermeer ons ook nog beconcurreeren!
,,'t Is een heel aardige nette man", zegt vader, „ik heb met
Stem gereisd."
„Hij moet zich gemeld hebben", houdt Dirk vol, halsstarrig.
L.Annie heeft met .Tan gebabbeld en zoo kwam hij het te weten,
fat komt er nou van
„Hoe kwamen wij het te weten?" vraagt Truus.
„Uit de krant, da.t weet je."
„Denk je, dat zo bij Vermeer de krant niet lezen?"
D* baas en do knecht
Het gebroken been van Teunis de Bas is weer heel geworden.
'l'eunis is de arbeider van boer Willem de Bas, die dezelfde
naam draagt, maar geen familie van hem is.
Hij heeft véél tijd gehad, om na te denken en de gang der
dingen in ons leven te overpeinzen. Het resultaat van zijn over
denking is, dat veel dingen hem duister en onverklaarbaar zijn.
Waarom hebben de goddeloozen vrede, leven zonder broodzorg
en dikwijls, ronder tegenspoed? Ze worden rijk, zj blijven rijk,
ze worden nog rijker. We moeten letten op hun einde. Leven
we hier dan alleen voor ons einde? Heeft ons leven geen waarde
en is alleen het eind wat waard? En de kinderen? Moeten die
ook alleen maar leven voor het nog verre einde? Werken en
arm blijven en' op hun eindje wachtten? De kinderen van den
boer zijn heeren en dames, student, dokter, advocaat. Zijn haas
rijdt Zondags'deftig naar de kerk, hij moet loopen. Wrevel komt
in zijn hart.
Later zakt het weer. En zoodra hij aan 't werk gaat, komt
zijn denken tot rust, alles is aanvankelijk weer nieuw.
Maar zoo als vroeger wordt hij niet Zijn gedachten zijn ont
waakt. -Wat hij vroeger niet gezien heeft, ziet hij nu.
Toch. wordt hij niet opstandig, 't Gaat hem om het waarom
en niet om zijn eigen positie. Wel denkt hij aan zijn kinderen.
Maar hij waakt in gebed, daardoor verdwaalt hij niet. Het
vraagstuk echter blijft. En zoeken blijft hij naar een antwoord,
dat bevredigt.
Een van de knechts maakt een praatje. „Weet je 't van den
baas?"
„Wat dan?"
„Hij is naar Den Haag geweest."
„Wat zou,dat?"
„Ze zeggen.vdat hïj een groote erfenis te wachten heeft."
„Is er iemand dood?"
„Nou! En goed ook. Al een paar honderd jaar."
„Dat zal wel."
„Ja zeker. Ik heb het gehoord, 't Is een ouwe erfenis. Uit
Amerika of ergens. Of uit Indië geloof ik."
Een paar dagen later loopt Teunis 's avonds naar huis. Hij
trekbeent nog. Met ferme pas, bedaard en stevig, loopt hem
een boer achterop.
„Zoo Teunis, is het been weer in orde?"
,,'t Gaat Nog wat lastig bij 't werk."
„Ta, bij je werk kun je weinig velen."
„Dat is het."
„Je moest een erfenisje krijgen."
Teunis lacht. Hij begrijpt, waar de boer heen wil, hij komt
hem polsen.
Maar dat is niet zoo. De boer vraagt verder niets.
„Jij moet er ook werk van maken, Teunis. Jij heet ook De
Bas."
„Werk maken, waarvan?"
„Van die erfeniszaak, natuurlijk."
„Hoe zit dat dan?"
„Dat weet je toch zeker?"
„Ik niet. 'k Heb eergisteren wel gehoord van een erfenis voor
de baas."
„Eergisteren pas? Man, lees Je geen kranten?"
„'t Advertentieblad. Dat kost niks."
„Laat een van je jongens bij me komen, dan zal ik de krant
meegeven."
.Asjeblieft"
De boer komt de krant zelf brengen. Teunis leest het bericht
en zijn vrouw kijkt toe. Ze heeft een stapel borden, die ze laat
steunen op haar heup en met haar eene hand vasthoudt.
Ze luistert als de mam-en praten en blijft maar staan bij de
kast, waAr de borden in moeten. Als haar hand moe wordt zet
ze 't stapeltje op een stoel met een biczen matje. Zelf blijft ze
staan, in haar eigen huis verlegen voor die boer.
„Hoe moet ik dat voor mekaar krijgen?" twijfelt Teunis.
„Informeer eens bij je baas."
Teunis kijkt naar de grond.
„Dat kun je toch gerust doen?"
„Zeker wel."
De boer leest het bericht hardop, om Teunis' vrouw in ia
lichten.
„Is de baas daarvoor naar Den Haag geweest?" vraagt ze.
De boer knikt
„Dat had hij dan best eens kunnen zeggen."
De boer knikt nadrukkelijk.
En Teunis zwijgt.
„Enfin, je weet het nou", zegt de boer en staat op.
„Maar wat moeten we daar aan doen?! Teunis! Praat nou
eens eveni roept de vrouw.
„Ja", zegt Teunis, „wat moeien W er aan doen? Wat zou ia
denken, buurman?
De bezoeker zit weer.
Jk zou Je raden, Teunis, praat eens met je Mas Je moet
m geen geval mijn naam noemen. Die krant mag je houden la
begrijp niet, dat hij je niets heeft gezegd."
,JJa -s een streek", beweert de vrouw
„Zeg dat niet, vrouw" kalmeert Teun'is, „dat weten wc niet"
„traag het hem in elk geval" zegt de boer. „Misschien wil
hu jouw belangen wel behartigen, tegelijk met de zijne En als
dat niet gaat, zal ik ie helpen." J
„Da 's mooi", zegt Teunis.
„Ja, da 's aardig", bevestigt zijn vrouw.
Buurmans motieven zijn zoo edel niet WK
w"D1rrodr:em nu 'pSfïïïi.
Teunis piekert drie dagen over de vraag, hoe hii dit
S^hee«.1Ct)erC aï°nd '",0rnwrt vromvl wlrj:
(Wordt vervolgd)'.