Met de ambulance naar Abessynië RENTE OP. RENTE VRIJDAG 27 DECEMBER 1935 DERDE BEAD PAG. 9 KERSTCONGRES S.D.A.P. Ir. Albarda kon niet aanwezig zijn De heer K. Vorrink sprak ic Kerstrede uit Onder leiding van den lieer Ed. Polak hield de Federatie Amsterdam van de S.D.A.P. eeit vergadering in de Apollohal waar ditmaal de heer Koos Vorrink de ge bruikelijke Kerstrede hield, omdat Ir Al barda niet tegenwoordig kon zijn om ae rede uit te spreken. - De heer Koos Vorrink zeide, dat het kerstfeest voor veten een demonstratie van oppervlakkigheid is geworden, welke de mcnsciilieid van vandaag kenmerkt. Tool u Pr een saamhoorigheidsgevoel in het „vrede op aarde". Echte,; er klinkt ook. naast dat „vrede op aarde Geeft ons aibeid cn brood. Verder hierop ingaande, zegt spr.. dat de werkloosheid stijgende is, dat de economi sche toestand nog steeds slechter wordt. De Begeering stelt daartegenover aanpassing en bezuiniging. Echter, de sterke man, waar om men geroepen heeft bij de laatste ver kiezingen. heeft weinig gedaan. Er is geko men een afbrokkeling van de democratische rechten. Daarvoor worden verschillende pai- tijen in een uitzonderingspositie geplaatst. Men moet daarbij voorzichtig zijn en het doel niet voorbij schieten. Men mag den burgemeester van Amsterdam daarom niet desauvoueeren, toen hij optrad tegen de N.S.B., Inzake de Beul. (Applaus). Nadat spr. de verhouding tusschen de verschillende partijen heeft geschetst, zegt hij. dat er moet komen ordening om het monster der verarming te bestrijden. Dit die gcdachtenwereld is het plan geboren, waarvan men toegeeft, dat het veel goeds heeft, terwijl men aan den anderen kant meent te moeten zeggen, dat er niet veel van te verwachten is. Als dat laatste waai is, zou het een blaam zijn voor de partij Komende tot de buitenlandsche politiek stelt spr. in het licht, dat het fascisme ir Europa aanstuurt op vernietiging van de democratie. Deze twee partijen staan tegen over elkaar. Daarom heeft men zicli op dezen Kerstdag meer dan ooit te bezinnen. Met een variant op „Mensch durf te leven'' zou spr. willen zeggen „Mensch durf mensch te zijn'. B.'scf uw verantwoordelijkheid. Door het fascisme, en hier wijst spr. op de toestanden jn Italië'cn Duitschland, zal de beschaving te gronde gaan. We weten, zegt spr., ons de erfgenamen van de groote geestelijke goede ren van het verleden. Het socialisme moet in deze chaotische wereld ordening bren gen. Werkt daarom mee, roept spr. uit, de waanzin te overwinnen, redt de ziel der menschheid, gelooft in het socialisme. (Ap plaus). Het gesproken woord werd voorafgegaan n gevolgd door zang en muziek. Na een slotwoord van den voorzitter ging de vergadering uiteen. DE HEER P. v. d. HONING VERTELT ZIJN EERSTE INDRUKKEN Kristnaska Numero Kerstnummer van de Ned. Chr. Esperanto Ver. Dat was een goede gedachte van de re dactie van Kristaua Gazet.o, het orgaan van de Ned. Chr. Esperanto Vereeniging om een eenvoudig, maar aantrekkelijk Kerstnum- u it te geven. Het bevat artikelen in proza en poëzie van den C.ef-redaktoro H. C van Lee-uwen, te Wij he, van H. Hasper te Dokikum en anderen. Men vrage eens een proefnummer aan hij het algemeen secreta riaat: St. Peterlaan 47, Arnhem, of bij de plaatselijke secretariaten: Da Costaslraat 50a, Rotterdam en Lirnterenstraat 155 Den EEN ONVERGETELIJK AFSCHEID Offers van hendie achter blijven Het leven aan boord van de Kota Radja Ieder onzer zal zich nog herinneren hoe hartelijk de Roode Kruis-ambulance naar Abessinië ruim drie "weken geleden door het Nederlandsohe publiek uitgeleide werd ge- Een der deelnemers, de verpleger P. v. d. H o n i ng, zal ons voortdurend van de tocht en het werk der ambulance op de hoogte houden. Hieronder laten wij volgen zijn eerste brief over het vertrek en de reis tot aan Port-Said. Vooraf geeft de heer v. d. Honing een korte inleiding, waarin hij de lezers op de hoogte brengt van zijn persoon en arbeid, en van de wijze, waarop hij aan de ambu lance werd verbonden. Onze lezers zullen dit ongetwijfeld waar- deeren. Het zal het. contact tussohen hen den schrijver niet weinig bevorderen. Op 21 December 1929 werd ik als leerling- erpleger geplaatst bij de Vereeniging tot Chr. verzorging van krankzinnigen, en wel op de stichting „Blóemendaal" te Loosduinen. Na twee jaar daar werkzaam te zijn ge weest vertrok ik naar Delft, waar ik in het St. Joris Gasthuis aldaar, mijn opleiding be- ndigde en in Mei 1933 met goed gevolg hel examen voor diploma B. aflegde. Kort dit succes werd ik als leerling verpleger aangesteld in liet Ziekenhuis voor Scheep; en Tropische ziekten te Rotterdam én za in Mei 1935 .na twee jaar hard wérken studeeren in het bezit van diploma A. gesteld. Mijn opleiding was hiermede ten einde, doch nu begonnen pas de moeilijkheden om een vaste werkkring te vinden. In de zomer leverde dit geen zwarigheid daar bijna over al vaeantiekrachten geplaatst konden wor den. Eenige maanden was ik nog in dienst bij de Rötterdamsche Lloyd, enkele weken in het Rötterdamsche Gemeente Ziekenhuis aan de Coolsingel, doch werd toen wegens overcompleet ontslagen. Als particuliere verpleger was hét ook uiterst moeilijk werk te vinden en zoo stond ik na zes jaar hard werken en studeeren daar rle leer lingentijd toch altijd de zwaarste tijd is zonder eenig uitzicht op werk op de keien. Het gevoel, ervaren te zijn om het lijden van zieken' te verlichten, en toch werkeloos toe te moeten zien, maakte op mij diepe in Ik was dus werkeloos toen er een oproep van het Ned. Roode Kruis in alle bladen verscheen. Door mijn opleiding in het Tro- P. v. d. Honing pisch Ziekenhuis was ik op de hoogte met de verpleging van verschillende tropische ziekten en spoedig was dan ook mijn be sluit genomen om mijn persoon aan te bie den voor uitzending naar Abessynië. Hier ligt een arbeidsveld waar zooveel bereikt kan worden, waar zoo naar hulp wordt uit gezien. dat ik geen weerstand kon bieden aan de wensch om daar werkzaam te mo gen zijn. Begin November bereikte mij een schrij ven van het Hoofdbestuur om in verband met mijn aanbieding in Den Haag te ver schijnen. Dit schrijven wekte bij mij groote ontroering. Ik had het gevoel alsof ik hard weg moest loopen en in mijn gaan naar Den Haag lag dan ook een groote weifeling. Het heele plan leek mij opeens zoo'n gev volle onderneming, dat ik er van terug deinsde. Bedanken, bedanken, niet doen, af slaan waren de gedachten die bij mij op kwamen. Toch kon ik daar niet toe besluiten, daar er ook nog andere gedachten waren die van plicht spraken om te aanvaarden wat ge boden werd. Op de vraag van het Hoofdbe stuur of ik bereid was naar Ethiopië F gaan heb ik dan ook zonder twijfelen ja ge antwoord. Van harte hoop ik dat dit ja mag leiden tot veel vruchtbaar werk in een land waar zoo weinig hulp aanwezig is en de be volking onder de geesel van den oorlog ge bukt gaat. waar menschenlevens bij tien tallen worden ^gesneden. Waar het veld bedekt is met afwonden die aohter moeten blijven, smachtend naar water, en gekweld door ondragelijke pijnen, zonder schaduw, hun wonden bloot voor de verzengende stra len'van de tropenzon. En alsof dit niet ge noeg is en de duisternis valt. in, een prooi te worden van het wilde eedierte. De tan den van de hyena in het lichaam, een slur pen van bloed, een klein oogenblik, wellicht nog een krept en er sterft een mensch; er sterven zoo tientallen. Mijn uniform werd aangemeten koffers toegestuurd. Inkoopen werden gedaan, voor bereidselen getroffen, nog enkele malen met het volledige ambulancepersoneel vergade en voort vlogen de dagen van voorbe reiding en de dag van het vertrek was er eer wij het wisten. 3 December was de dag, die voor het vertrek was vastgesteld. Deze dag zal altijd in mijn herinnering blijven en kan niet anders dan een der hoogtijdagen van mijn leven zijn en blijven. Op deze dag werden wij voorgesteld aan H. M. de Koningin die ons allen persoonlijk aansprak en met een handdruk on3 bemoedig de om onze taak aan te pakken en te voleinden. Het was H. K. H. Prin ses Juliana die in haar functie als voorzitster van het Ned. Eoode Kruis ons aan onze geliefde vorstin voor stelde. Het was een oogenblik om nooit te vergeten. Nadat H. M. vertrokken was werd na mens H.K.H. Prinses Juliana aan D Win kel een foto in lijst van H. M. en voorzien van Haar handteekening, overhandigd bij de ambulanceleden die geestdrift op te wekken, die een soldaat ervaart, wanneer hij voor z'n vaandel strijdt Deze foto is dan ook voor ons. wat het vaandel is den soldaat en onze lijfspreuk zal dan ook die der Oranje's zijn. Je Maintiendrai. Onze ambulance heeft, zooals de leider meermalen reeds publiek heeft uitgespro ken, ook nog de taak om onze nationale eer hoog te houden, om in het verre Ethio pië de roem van het I-Iollandsche volk hoog te houden, dat het is een gastvrij volk en jaren, welke nog zoo kort achter ons liggen, kunnen verhalen, wat door het Nederland- sche volk werd gedaan voor hen, die hun mannen naar het front zagen gaan. Vele volwassenen in Hongarije kunnen verhalen hoe zij hun opvoeding hebben genoten in het kleine Holland, dat zich het lot van weezen en weduwen aantrok. Al kan het zijn, dat ons volk hier in ma terieel opzicht weinig belooning heeft, geestelijk opzicht moet het strekken om ons doelbewust te maken, dat in dit helpen van den arme een groote zegen is, die de geest van ons volk verrijkt en die met geen goud ter wereld te koopen is. Na de aanbieding van deze foto's volg den verschillende dingen, die van minder gewicht zijn, o.a. filöicn, foto's voor de dag bladen en ten slotte een koude lunch. Daar na per auto vertrek naar Rotterdam, naai de Lloydkade. Hier ontmoeten we onze familieleden, die gekomen waren om ons een laatst vaarwel toe te roepen. Aan boord van 't m s. Dempo werd thee geserveerd en werden wij namens het hoofdbestuur door H.K.H. Prinses Ju liana toegesproken, welke rede door onze leider beantwoord werd. Al deze dingen zijn voldoende bekend, daar de couranten deze uitgebreid hebben weergegeven. Per soonlijk kwam H.K.H. op de „Kota Radja' nog afscheid van ons nemen en met een handdruk scheiden wij van Haar en het Hoofdbestuur om begeesterd en bezièld te vertrekken naar de plaats van onze be stemming, met het voornemen om, wat or ook moge gebeuren, trouw te zijn aan onze plicht om met Gods hulp ginds in den vreemde te arbeiden, teneinde het lijden van onze medemenschen te verlichten. Terwijl de boot vertrok klonken van de wal de tonen van het „Wilhelmus" en „Mij Sarie Marijs", wat na ons plechtig Volkslied wel een eigenaardige combinatie was. H.K.H. wuifde per soonlijk ons een laatst vaarwel toe en wij wuifden tot er geen menschen en geen aanlegsteiger van de Lloyd met de beste wil ter wereld meer te ontdek ken waren. Allen waren wij deze dag erg ver moeid en togen dan ook vroeg ter ruste Twee ambulanceleden waren echter wel heel vroeg verdwenen, daar al spoedig bleek, dat ook de zee haar deel van den dag opeischte, alhoewel het niet het smakelijkste was. Even na middernacht werd Antwerpen be reikt, waar het door het lossen en laden al spoedig zoo'n leven werd, dat hooren cn zien verging. Daar «Je officieele vertrektijd was vastgesteld op Vrijdag 6 December vijf uur nam. vertrok de helft der ambu- lanceleden met de eerstvolgende gelegen heid naar Holland, teneinde het St Nico- laasfeest nog thuis te kunnen vieren. Ook ik behoorde tot hen. Van St Nicolaasviering is niet al te veel gekomen, daar onze ge dachten, die van mijn verloofde en mij, zich meer met het afscheid bezig hielden. Want al waren we nog zoo enthousiast, toch viel het scheiden zwaar en was een van c'e moeilijkste oogenblikken. Zij, die ons af staan, zij brengen de offers; voor ons zai de tijd spoedig gaan. Wij doen dagelijks nieuwe indrukken op. Het werk zal onze tijd in beslag nemen. Moge God hen, o'ie wachten, nabij zijn. Onze ouders, vrouw en verloofden, zij zagen ons gaan naar verre streken. Groot is de moed der Hol- landsche vrouw, dat zij haar echtgenooten en verloofden afstaan, ten dienste van hun medemenschen. Door omstandigheden vertrokken we Za terdag 7 December 10 uur v.m. vanuit Ant werpen, kwamen via de Schelde nog ever op Nederlandsche grondgebied en langza merhand vervaagde onze Hollandsche kust in nevel en motregen, 't Was ijzig koud en onze reis begon. Nog enkele gevallen van zeeslachtoffers deden zich voor, doch de grootste helft der ambulanceleden bleek zeevast te zijn. De stemming was van hei begin af aan goed en het onthaal op rie „Kota Radja", met als gezagvoerder kapi- tiein Udema, voortreffelijk. Aan boord houden we ons bezig met ad ministratieve werkzaamheden, zijn de lei ders nu en dan behulpzaam met vérschi lende bezigheden, schrijven brieven, beoefe nen gezelschapspelen, eten drinken en sla pen. Kortom, leven nog tamelijk onbezorgd Kunnen ons geen koude al haast meer voor stellen daar we ons nu en dan heerlijk In 't zonnetje koesteren. Ontvangen hierbij de noodige injecties om ons voor een ver blijf in de tropen geschikt te maken; ver schijnen om het vlugst aan het dek als a iets bijzonders te zien valt; bezichtigen door de kijker Gibraltar de ontzagwekkende vestingwerken der Engelschen; de. Afrl- kaansche kust met z'n dorre rotsen; doch daar dit een route is, die de meeste lezers wel bekend is, wil ik hier niet verder ove uitweiden. Terwijl ik dit schrijf, naderen we Por! Said en hebben dan onze tweede etappe achter de rug. om van Port Said naar Dji- boeti te vertrekken, doch daarover de vol gende keer. P. v. d. HONING, a.h. m.s. „Kota Radja", varende Antwerpen—Port Said RUBRIEK, Het tweede amendement-Suring Rectificatie In het overzicht van de Tweede Kamer in ons blad van j.l. Zaterdag schreven wij, dat. een amendement-Suring was ingediend, strekkende te bepalen, dat de indirecte ver plichting om op 60-jarigen leeftijd voorloo- pig pensioen aan te vragen niet bestaat als de betrokkenen twee of meer minderjarige kindéren te zijnen laste heeft. Dis is niet ge heel juist. De laatste passage moet luiden: „als de betrokkenen n of meer minder jarige kinderen te zijnen laste heeft". EEN DRAMA OP HET IJS JONGEN IN HET NOORDERKANAAL VERDRONKEN- Een ander met levens gevaar gered Rotterdam, 27 December Voor de oogen van tientallen wan delaars heeft zich gisteren aan het Noorderkanaal een benauwend drama afgespeeld, toen twee waaghalzen van jongens zich daar op het ijs begaven en er door zakten, waarbij een van de jongens verdronk, terwijl de ander slechts met inzet van eigen leven door twee moedige mannen kon wor den gered. Hoewel het sedert Zaterdag hard had gedooid begaven de 15-jarige W. v. d. Starre uit de Raephorststraat en de li-jarige D den Drijver uit de Hooglandstraat zich op het ijs van het Noorderkanaal. Aanvankelijk ging alles goed en de jongens bereikten het midden van het kanaal. In hun overmoed gingen zij, om te demonstreeren hoe sterk het ijs nog was. er op springen. Toen scheur de het ijs en de jongens verdwenen in het water. Even stonden de omstanders als -verlamd maar twee dappere mannen, de tramconduc teur Haverkamp uit de Treubstraat en de werkman Kley uit de Rietvinkstraat, ba dachten zich niet en sprongen geheel kleed te water. Het was bijna ondoenlijk om te midden van de drijvende ijsschollen vooruit te komen, maar na uiterste krachts inspanning gelukte het hun toch den jeug digen v. rl. Starre onder het ijs vandaan te halen en naar den wal te brengen. Daar stond een ziekenauto gereed om den geheel verkleumden knaap naar het ziekenhuis aan den Bergweg te brengen. De andere jongen was eveneens onder het ijs gescho ten, maar hem hadden de redders niet ee vonden. Zij keerden echter direct naar het ijskoude water terug, om te trachten o Den Drijver te redden. Deze bleek ech niet meer te bereiken te zijn. zoodat de red ders onverrichterzake terugkeerden. De werkman KJev bleek toen zelf zoozeer door de knude te zijn bevangen, dat hij n; het ziekenhuis moest worden gebracht, w hij gelukkig spoedig weer opknapte. De tramconducteur Haverkamp droogde natte plunje bij de oven van een bakkerij in de huurt. Na 1J zoeken heeft men het lijk van Den Drijver uit het in dien tijd gebroken ijs op- ZATERDAG 28 DECEMBER HILVESRSUM I 1875 M. KRO-uitzcndlng. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00 Godsd. halfuur. 12.15 KRO-orkest. 2.00 Voor de jeugd. 2.30 Sport. 3.00 Kinder uur. 4.00 KRO-Boj's. 5.30 Cursus. 5.45 KRO-orkest. 6.20 Lezingen en gram.pl. 7.35 Gram.muziek. Causerie. 8.00 Berich ten. Reportage. 8.20 Gram.pl. 8.30 Vertel ling. 9.15 Voordracht. 9.30 KRO-Boys. 10.30 Berichten. 10.35 KRO-kamerorkesU HILVERSUM II 301 M. VARA-uitzending. 8.00 Gram.pl. 10.00 VPRO-morgenwijding. 10.15 Voordracht, radiotooneel en gevar. concert. 12.00 Gram.pl. 12.151.45 Harry, Lews Radio-Three. 3.05 Sport. 3.20 Gram, pi. 4.00 Lezing. 4.20 De Notenkrakers. 5.00 Orkest. 5.40 Lezing. 6.00 Orgelspel. 6.30 „De Wielewaal". 7.00 Twentsche uitz. 7.45 en lezing. 7.00 Twentsche uitzending. 7.45 Gram.pl. 8.00 Berichten. 8.15 De Fliere fluiters. 9.00 Liedjes. 9.45 Causerie. 9.55 Accordeonorkest en zang. 10.15 Nieuws berichten. 10.20 Vioolrecital. 10.30 Radio tooneel. 10.40 „Vara-Maandrevue's in. 1935". 11.20 Cymbaalrecital. DROITWICH 1500 M. 11.20 BBC-Northern- orkest. 1.20 Orkest. 2.20 Het Schotsche Studio-orkest. 3.20 Orgelspel. 3.50. D. Hog bens Singers en Players. 7.05 Welsh inter mezzo. 7.20 Weekend-programma. 8.05 BBC-Militair orkest. 8.50 Variété-pro gramma. 10.20 BBC-orkest. RADIO PARIS 1648 M. 11.20 Orkestconcert. 2.50 Gram.pl. 4.20 Pascalorkest. 8.20 Zang en piano. 9.05 Operaconcert. KEULEN 456 M. 11.20 Orkest. 1.35 Gram.pl. 3.20 Het Omroepkleinorkest en solisten* 6.20 Trioconcert. 7.30 Verrassingsprogr. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 1.30—2.20 J. Schnyders orkest. 5.20 Populair con cert. 6.20 Operamuziek. 7.20 PianorecitaL 8.20 Omroeporkest en radiotooneel. 484 M.: 12.50 Omroeporkest. 1.502.20, 4.35 Gram.pl. 6.50 Pianorecital. 7.20 Gr. pi. 8.20 Opera-uitzending. 10.30 Repor tage. ZONDAG 29 DECEMBER HILVERSUM I 1875 M. 8.30 KRO. 9.30 NC RV. 12.15 KRO. 5.00 NCRV. 7.45 KRO. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gewijde muziek. 9.50 Geref. Kerkdienst uit Leeuwarden, Voorganger Ds. J. Mulder. Hierna koov- concert en gram.pl. 1.00 Lezing. 1.20 Kerstspel mmv. koor en orgel. 2.30 Gram. pl. 3.00 Fanfare-orkest en lezing. 4.30 Zie- kenhalfuur. 5.00 Gewijde muziek. 5.50 Ned. Herv. Kerkdienst uit Bodegraven. Voorg. Ds. P. A. A. Klüsener. Hierna ge wijde muziek. 7.50 Lezing. 8.10 Berichten. 8.20 Symphoniecancert. 9.00 Koorconcert. 9.30 Viool en piano. 9.45 Symphonieeon- concert. 10.15 Gram.pl. (Om 10.30 berich ten). 10.40 Epiloog. HILVERSUM H 301 1VL 8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 7.00 VPRO. 800 AVRO. 8.55 Orgelspel.. 9.00 Voetbal nieuws, tuinbouwpraatje. 9.30 Vervolg or gelspel. 9.45 Lezingen, gram.pl. en voor dracht. 11.15 Lezing. 11.30 Kwartetcon cert 12.00 De Octophonikers. 12.50 Disco- nieuws. 1.15 Orgel en viool. 2.00 Boekbe spreking. 2.30 Kamermuziek. 3.15 Radio tooneel. 3.35 AVRO-strijkorkest. 4 30 Gr. pl. (Om 4.50 sportnieuws). 5.00 Q/gel- spel. 5.30 Lezing, berichten, gram.pl. 7.00 Studiodienst. 8.00 Berichten. 8.15 Koor der Nederl. Opera-Vereen, en het Omroep orkest. 8.45 Causerie. 8.55 Radio-journaal. 9.10 Omroeporkest. 9.35 Radiotooneel. 9.55 Kovacs Lajos. 11.00 Berichten. Gram.pl. DROITWICH 1500 M. 12.50 Populair concert. 1.50 Orkest. 3.20 Trioconcert. 3.50 BBC- Northern-Ireland orkest. 5.40 Trioconcert. 7.05 Voordracht 7.25 Zang en viool. 8.20 Kerkdienst. 9.20 Populair concert. 10.35 Trioconcert. 11.05 Epiloog. KEULEN 456 M. 10.1010.45 Mannenkoor concert. 10.50 Bach-cantate. 11.20 Blcas- concert. 3.20 Gevar. programma. 5.20 „Götterdammerung", Wagner. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 11.20 Max Alexys' orkest. 1.30 Salonorkest. 2.20 Jazz muziek. 3.20 Pianorecital. 4.50 Sonatecon- rert 5.20 Salonorkest. 6.20 Gram.pl. 7.20 Pianorecital. 8.20 Gevar. programma. 484 M.: 10.20 Orkest. 12.20 Salonorkest. 1.30 Gram.pl. 1.50 Orgelconcert. 2.50 Zang. 3.20 „Der Vogelhandler", operette van Zeiler. 6.50 Pianorecital. 7.35 Gram.pl. 8_20 Koorconcert. 8.40 Pianorecital. 9.00 Koorconcert. 9.35 Symphonieconcert OSSCHE MISDADIGERS Voor de Roermondsehe rechtbank" stonden twee Ossche misdadigèrs terecht, die te Gemert en Schijndcl inbraken hadden ge pleegd. T. M. en H. E., beiden uit Gemert, werden veroordeeld resp. tot 210 en 2 jaar 'gevangenisstraf. De eisch was drie jaar. »i" Feuilleton De geschiedenis van een erfenis (10 door K. Jonkheid Ze begrijpen elkaar niet, ze bedoelen wal anders. Iluidekooper komt ttiujs en geeft verslag. „Vermeer was er ook." „Vermeer? Wat moest die er bij doen?" vraagt Dirk niet tonder verontwaardiging. „Mij was opgeroepen." „Dat is zeker wat van jou, Annie? Jij kon natuurlijk je mond weer niet houden Annie kijkt een oogenblik beduusd. Moeder benut zulks dooi Ie zeggen: „Ik heb al zoo dikwijls gezegd, dat het uit moet zijn met die -Jan. Nu zie je de gevolgen 'aarvan gevolgen?! Vader zegt toch, dat hij opgeroepen is" Verweert zich Annie. ..Natuurlijk doordat jij gekletst hebt. Er zijn nog geen lief hebbers genoeg! Nu komt Vermeer ons ook nog beconcurreeren! ,,'t Is een heel aardige nette man", zegt vader, „ik heb met Stem gereisd." „Hij moet zich gemeld hebben", houdt Dirk vol, halsstarrig. L.Annie heeft met .Tan gebabbeld en zoo kwam hij het te weten, fat komt er nou van „Hoe kwamen wij het te weten?" vraagt Truus. „Uit de krant, da.t weet je." „Denk je, dat zo bij Vermeer de krant niet lezen?" D* baas en do knecht Het gebroken been van Teunis de Bas is weer heel geworden. 'l'eunis is de arbeider van boer Willem de Bas, die dezelfde naam draagt, maar geen familie van hem is. Hij heeft véél tijd gehad, om na te denken en de gang der dingen in ons leven te overpeinzen. Het resultaat van zijn over denking is, dat veel dingen hem duister en onverklaarbaar zijn. Waarom hebben de goddeloozen vrede, leven zonder broodzorg en dikwijls, ronder tegenspoed? Ze worden rijk, zj blijven rijk, ze worden nog rijker. We moeten letten op hun einde. Leven we hier dan alleen voor ons einde? Heeft ons leven geen waarde en is alleen het eind wat waard? En de kinderen? Moeten die ook alleen maar leven voor het nog verre einde? Werken en arm blijven en' op hun eindje wachtten? De kinderen van den boer zijn heeren en dames, student, dokter, advocaat. Zijn haas rijdt Zondags'deftig naar de kerk, hij moet loopen. Wrevel komt in zijn hart. Later zakt het weer. En zoodra hij aan 't werk gaat, komt zijn denken tot rust, alles is aanvankelijk weer nieuw. Maar zoo als vroeger wordt hij niet Zijn gedachten zijn ont waakt. -Wat hij vroeger niet gezien heeft, ziet hij nu. Toch. wordt hij niet opstandig, 't Gaat hem om het waarom en niet om zijn eigen positie. Wel denkt hij aan zijn kinderen. Maar hij waakt in gebed, daardoor verdwaalt hij niet. Het vraagstuk echter blijft. En zoeken blijft hij naar een antwoord, dat bevredigt. Een van de knechts maakt een praatje. „Weet je 't van den baas?" „Wat dan?" „Hij is naar Den Haag geweest." „Wat zou,dat?" „Ze zeggen.vdat hïj een groote erfenis te wachten heeft." „Is er iemand dood?" „Nou! En goed ook. Al een paar honderd jaar." „Dat zal wel." „Ja zeker. Ik heb het gehoord, 't Is een ouwe erfenis. Uit Amerika of ergens. Of uit Indië geloof ik." Een paar dagen later loopt Teunis 's avonds naar huis. Hij trekbeent nog. Met ferme pas, bedaard en stevig, loopt hem een boer achterop. „Zoo Teunis, is het been weer in orde?" ,,'t Gaat Nog wat lastig bij 't werk." „Ta, bij je werk kun je weinig velen." „Dat is het." „Je moest een erfenisje krijgen." Teunis lacht. Hij begrijpt, waar de boer heen wil, hij komt hem polsen. Maar dat is niet zoo. De boer vraagt verder niets. „Jij moet er ook werk van maken, Teunis. Jij heet ook De Bas." „Werk maken, waarvan?" „Van die erfeniszaak, natuurlijk." „Hoe zit dat dan?" „Dat weet je toch zeker?" „Ik niet. 'k Heb eergisteren wel gehoord van een erfenis voor de baas." „Eergisteren pas? Man, lees Je geen kranten?" „'t Advertentieblad. Dat kost niks." „Laat een van je jongens bij me komen, dan zal ik de krant meegeven." .Asjeblieft" De boer komt de krant zelf brengen. Teunis leest het bericht en zijn vrouw kijkt toe. Ze heeft een stapel borden, die ze laat steunen op haar heup en met haar eene hand vasthoudt. Ze luistert als de mam-en praten en blijft maar staan bij de kast, waAr de borden in moeten. Als haar hand moe wordt zet ze 't stapeltje op een stoel met een biczen matje. Zelf blijft ze staan, in haar eigen huis verlegen voor die boer. „Hoe moet ik dat voor mekaar krijgen?" twijfelt Teunis. „Informeer eens bij je baas." Teunis kijkt naar de grond. „Dat kun je toch gerust doen?" „Zeker wel." De boer leest het bericht hardop, om Teunis' vrouw in ia lichten. „Is de baas daarvoor naar Den Haag geweest?" vraagt ze. De boer knikt „Dat had hij dan best eens kunnen zeggen." De boer knikt nadrukkelijk. En Teunis zwijgt. „Enfin, je weet het nou", zegt de boer en staat op. „Maar wat moeten we daar aan doen?! Teunis! Praat nou eens eveni roept de vrouw. „Ja", zegt Teunis, „wat moeien W er aan doen? Wat zou ia denken, buurman? De bezoeker zit weer. Jk zou Je raden, Teunis, praat eens met je Mas Je moet m geen geval mijn naam noemen. Die krant mag je houden la begrijp niet, dat hij je niets heeft gezegd." ,JJa -s een streek", beweert de vrouw „Zeg dat niet, vrouw" kalmeert Teun'is, „dat weten wc niet" „traag het hem in elk geval" zegt de boer. „Misschien wil hu jouw belangen wel behartigen, tegelijk met de zijne En als dat niet gaat, zal ik ie helpen." J „Da 's mooi", zegt Teunis. „Ja, da 's aardig", bevestigt zijn vrouw. Buurmans motieven zijn zoo edel niet WK w"D1rrodr:em nu 'pSfïïïi. Teunis piekert drie dagen over de vraag, hoe hii dit S^hee«.1Ct)erC aï°nd '",0rnwrt vromvl wlrj: (Wordt vervolgd)'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9