Brandslangen
DE TAAK VAN DE PERS
MAANDAG 16 DECEMBER 1935 tWËEDË BLAD PAG. 5
N.V. STOOMWEVERIJ
HERMAN DRIESSEN ZOON
A A LTEN
Fabriceert ook INTERLOCK ONDER
GOEDEREN, alleen prima kwaliteiten,
onder het wettig gedeponeerde merk:
„H E D R I Z O"
Levering uitsluitend aan den handel
BAND
VETERS
ELASTIEK
D. ROOS CZN.'s
VITRAGEHANDEL N.V.
AMSTERDAM GRONINGEN
TELEFOON 30.27 TELEFOON 1032
Superieure hennepkwaliteit
DE IDEALE
VLOER
BEDEKKING
Officieele Berichten
PROV. GRirriE VAN ZEELAND
w G F Borgrerhoff Mulder,
rechter-plaa'tsvervanger te Den Haag; mr T P
yiruly, substituut-griffier te Arnhem.
b. Mr A. W. Li. Bondam, reohter-plaats\
vanger te Arnhem; mr H. Sluyterman. reet
te Zutfen; mr L. Vliegenthart, subst-griffier
te Den Haag.
Te Parrega in Friesland reed een autobus van den dienst Workum-Bolsward in de trekvaart, welke langs den weg Ir-* In den Masnedsund in Denemarken kwam de Engelsche tankboot „Athéltam" in aanvaring met de brugwaarbij
hopt. De jeugdige bestuurder werd zwaar gewond, terwijl de eenige inzittende passagier ongedeerd bleefijde bovenbouw van de brug inzakte, en een deel der brug in het water kwam te liggen,
zin, maar ook: gezond verstand, beleid. De
pers staat op een plaats als de machinist
eener groote centrale, die maar op een
knopje heeft te drukken en de gevolgen zijn
onafzienbaar. Het spreekwoord zegt; Wie
a zegt, moet ook b zeggen. Is het waar? Het
is niet noodig om b te zeggen. Spr. varieert:
Wie ja zegt, moet ook neen zeggen. Zoo
moet de pers staan tegenover vele verschijn
selen van het maatschapeplijke leven. Maar
er zijn ook gevallen, waarin men niet „ja"
en „neen" moet zeggen, maar „ja" of „neen".
„Ja" tegen dit, „neen" tegen dat. Zoo is het
in het leven van de pers' Zoo is het in het
leven, aldus besloot spr., ook van den
mensch. ((Applaus).
Na deze causerie werd van gedachten ge
wisseld. waarna de middagbij eenlkomst ge
sloten werd.
'e Avonds bood het Kringbestuur prof.
Huizinga in hotel Wittebrug een maaltijd
aan. Aan hiet begin van den maaltijd sprak
de heer Hans prof. Huizinga toe, terwijl
daarna het woord is gevoerd door minister
De Wilde.
Rede minister De Wilde
De minister zelde o.m., dat er een zekere
overeenkomst bestaat tusschen de taak der
Regeering en die der pers. Beide moeten
hebben een diep besef van verantwoordelijk
heid, vooral nu
er een sterke nei
ging is om ver-
an twoor de lij khei d
van zich af te
schuiven. Tevens
moeten beide zich
een deel voelen
van een groot er
geheel.
Er wordt veel
kwaad gesproken
van het partij
wezen, maar dat
er partijen zijn.
is een onschat-
voordeel, een ken
teeken van een
vrij volk. (Appl.).
Minister de Wilde Een partij, ver
volgde spr., moet
uitgaan van beginselen- Deze brengen een
maatstaf mee. Zij werken samenbindend en
bevorderen het besef, dat men deel uit
maakt van een grooter geheel. Anderzijds
scheiden zij personen, maar zij geven ook
een richtsnoer bij de beoordeeling van wat
kostelijk is en wat snood.
En de Regeering èn de mannen van de
pers zijn in ons land vrij om te erkennen,
dat hun werk door hun beginselen wordt
beheerscht.
De Regeering erkent de integriteit van de
Nederlandsche pers ten volle en laat haar
vrij in al haar uitingen, maar doet juist
daarom in moeilijke omstandigheden een
roep op haar vaderlandsliefde. En daar
naast werkt een pers, die toont, de verant
woordelijkheid van haar taak te verstaan,
die ridderlijk onderling polemiseert en daar
mede de hoogere eenheid van de Neder
landsche pers erkent, waarvan de journa
listenkring het levend symbool is.
De minister, na wiens speech de tafelge-
nooten hartelijk applaudisseerden, eindigde
met een dronk in te stellen op het welvaren
van de Nederlandsche pers.
Staatsraad Mr. A. D. W. de Vries
Aan Staatssraad Mr. A D. W. de
Vries, is op zijn verzoek met ingang
van 1 Januari eervol ontslag verleend
als lid van den Raad van State, met
dankbetuiging voor de langdurige dien
sten den lande bewezen. Tegelijkertijd
is hij benoemd tot commandeur in de
orde van Oranje-Nassau.
Na zijn promotie vertoefde hij eerst eeni-
,gen tijd in Indië. In Nederland teruggekeerd
trad Mr. de Vries in ambtelijke loopbaan.
In 1894 kwam hij bij het departement van
justitie, bij welk departement hij vele jaren
alc hoofdambtenaar werkzaam was, alvorens
hij tot Staatsraad werd benoemd. Na van
1894 tot 1901 werkzaam te zijn geweest bij
de eerste afdeeling van genoemd ministerie,
werd de heer De Vries in 1901 met den rang
van raadadviseur geplaatst aan het hoofd
van die afdeeling en in 1904 werd hij be
noemd tot secretarisgeneraal van dit depar
tement.
Met ingang van 3 Juli 1911 werd mr. De
Vries lid van den Raad van State, bij welk
hoog college hij zitting had in de afd. kolo
niën (als voorzitter) en in de afdeeling voor
de geschillen van bestuur.
Mr. de Vries is ridder in de orde van
den Ned. Leeuw en drager van eenige buiteu-
landsche onderscheidingsteekenen.
Staatsraad Mr. A. D. W. de Vries werd in
1857 te Amsterdam geboren.
De Ambulance naar Abessynië
Een Oudejaarsgroet.
Naar het hoofdbestuur Van het Alg. Ned
Verbond ons meedeelt, zal Z.Exc. dr. J. R.
Slotemaker de Bruine, in de oudejaarsrede,
welke Z.Exc: op verzoek van het A. N V. op
31 December voor den Phohizender zal uit
spreken, ook enkele voorden in het bijzon
der richten tot de leden der Ned. Roode
Krui9 ambulance in Abessynië.
De ambulance is voorzien van een Philips
ontvangtoestel en zal, daar de uitzendin
gen van den Phohi tegenwoordig in Afrika
in het algemeen goed te hooren zijn, zeker
naar de stem uit liet vaderland kunnen
luisteren.
De komende Belastingverhoogïng
Eerste Kamer over het Opcenten-ontwerp
Thans heeft ook de Eerste Kamer
in de afdeelingen onderzocht het wets
ontwerp tot heffing van enkele op
centen op enkele belastingen ter ver
sterking van de middelen tot dekking
van de uitgaven des P.ijks.
Aan 't voorloopig verslag ontleenen wij, dat
volgens verscheidenen dit wetsontwerp een
veroordeeling inhield, ja zelfs een falen
van de tot dusverre door de Regeering ge
voerde fiscale politiek. Deze politiek im
mers was gericht op Voeging ,van den eco-
nomischen toestand ten onzent naar de ge
wijzigde economische wereldstructuur en
wel door met name de kosten van het
levensonderhoud te verlagen. Belastingver-
hooging nu kan slechts een daaraan tegen
gesteld effect teweegbrengen, weswege de
leden, hier aan het woord, een voorstel
daartoe in hooge mate inconsequent ach4
ten,
ROFFELRIJMEN
VERDACHTE LOF
Het is een prijzenswaardig feit
Dat vele linksche bladen
De voortrekkers van onze school
Met eere overladen.
De lof komt laat, maar niettemin,
Wij kunnen het waardeeren
Dat men de dompers na hun dood
Als lichtpwnten wil eeren.
Hun hoog beginsel, lees ik dan.
Heeft eerlijk overwonnen:
Het ivas hun immers niet om winst
Maar om het spel begonnen!
Vrij juist, zeg ik, en ik lees doort
Hoe anders zijn de zonen
Der voortrekkers, die vorstelijk
In schoolpaleizen wonen t
Zij weigeren hun mager deel
In 't offer bij te dragen
Lat hun Colijn tot redding van
Het vaderland moet vragen:
Zij weigeren hun aandeel in
De scholen-concentratie
Dat is daar 't om de knikkers gaat
Een schande voor de natie!
Ach, linksche vrienden, weest gerust
Wij willen alles dragen.
Maar niet. dat ons erkende recht
Weer wordt kapot geslagen.
Als gij de rekenkunst verstaat
Dan is het zóó becijferd
Dat onze school niet, maar uw school
Zich om de winst beijvert.
Telt onze dwerg schooltjes maar na,
En voorts de openbare.
Dan zult gij ons het hooren naar
Uw passiepreek besparen.
(Nadruk verboden.) LEO LENS.
Winstbelasting op N.V.'s
Enkele dezer leden bepleitten de invoe
ring van een belasting op de brutowinsten
van de naamlooze vennootschappen, te hef
fen dus bij de bron. Met name achtten zij
zoodanige heffing gerechtvaardigd ten aan
zien van de familievennootschappen, welke
meestentijds uit de bruto-winst niet meer
uitkeeren dan de aandeelhouders voor zich
als inkomen noodig oordeelen, terwijl het
overige deel van de winst wordt gereser
veerd. zoodat een deel van het inkomen
aanstonds in kapitaal wordt omgezet en
aan de belasting wordt onttrokken.
Sommigen bepleitten versterking van de
middelen door verhooging van de invoer
rechten, een denkbeeld, dat van andera
zijde bestrijding vond.
Weder andere leden verklaarden, een
verhooging van de belasting van do groote
inkomens nog wel mogelijk te achten. Zij
betoogden, dat indertijd de Minister deze
weliswaar heeft afgewezen, wijl de alge-
meene grens der draagkracht zou zijn be
reikt, doch dat, nu de Minister dat stand
punt niet meer inneemt, er aanleiding be
staat, bedoeld denkbeeld opnieuw in over-
wep'ng te nemen.
Onze pers is niet veil en toont eien intellit
gente belangstelling. Waar vindt men een
pers, döe zoozeer inlicht over de buitenland-
sche politiek, als in Nederland?
Er zijn zekere euvelen, aan de krant
inhaerent. Zij heeft dagelijks een con
stant teveel Ons dagelijksch voedsel
wordt ons# opgediend" niet in een bordr
maar in een eanmer. Qui trop embrasse.
mal étreint
Maar als het voorwerp onzer genegen
heid zoo omvangrijk is, wat zal men
anders doen dan mal étreindre? (ge
lach).
De beste wijze om een krant te lezen is
overslaan, overslaan, altijd maar weer
overslaan, totdat men vindt, wat men
zoekt, of misschien ook niet vindt,
(hilariteit).
Hoe moet een krant zich aantrekkelijk
maken voor haar lezers? Spr- verwijst naar
de headlines, naar het verknippen van ar
tikelen in allerlei stukjes onder aparte
hoofdjes, met zinnen door den auteur ter
loops geschreven, maar op een nadrukke
lijke manier geplaatst.
Spr. wijdt een beschouwing aan de ad
vertentie. Zij is reclame. Als twee jonge
menschen zonder hoofdletters bekend ma
ken, dat zij getrouwd zijn, is het reclame-
(Vroolijkheid). Reclame nu is sensatie.
Men geve zich er nauwkeurig rekenschap
van, hoe ver een blad mag toegeven aan de
bijna onvermijdelijke neiging tot reclame
en sensatie.
Een belangrijk deel der taak van de pers
ligt in het negatieve, in het beteugelen van
de euvelen. Wie er buiten staat, geeft er
zich geen rekenschap van, hoeveel selectie,
hoeveel snel beraad is voorafgegaan aan de
verschijning van een nummer.
De positieve taak
Hoe is de positieve taak der pers? Kan
zij opvoeden, oordeelen? Of is zij alleen een
uitdrukking, een weerspiegeling? Inlic.hten
is niet genoeg. Zij moet voorlichten ook. De
pers kan de taak der school en der vrije
associatie echter niet overnemen, maar zij
kan wel de andere maatschappelijke orga
nen bij hun taak sterken en steunen.
Kan men een algemeen oordeel over het
maatschappelijk gebeuren aan de pers tóe-
schrijven? Als de pers wilde zeggen, wilt
barbaarsch is en wreed, wat trouweloos en
laf, wat mallepraat als het wreken van
nederlagen van vijftig jaar geleden is.„;..
als de pers dit alles dagelijks wilde zeggen,
zou het ondragelijk worden. De pers "moet
wel een zeikere gelijkmoedigheid betrachten.
De cultuurtaal* der pers ligt overal beslo
ten in onoplosbare conflicten en tegenstrij
digheden- De pers moet geven en nemen,
moet selecteeren en corrigeeren. Zij moet
schrijven, alsof het publiek verstandig was.
(gelach).
Geen drankje, wel een leefregel
Spr. geeft den journalisten geen drankje.
Hij wil hun wel een leefregel aanbevelen.
Hij weet er geen anderen dan: waarheids
Een causerie van
Prof. Dr J. Huizinga
Buitengewone vergadering van
de Ned. Journalistenkring
Toespraak van Minister De Wilde
De Nederlandsche Journalisten-Kring
heeft Zaterdagmiddag in Hotel Witte
brug te Den Haag, een buitengewone
algemeene vergadering gehouden, waar
in prof. dr J. Huizinga, uit Leiden, heeft
gesproken over het onderwerp „De taak
van de Pers in onzen tijd".
Voor deze bijeenkomst was bijzonder groo
te belangstelling. Onder de zeer talrijke aan
wezigen bevonden zich de heeren prof. dr J.
R. Slotemaker de Bruine, minister van On
derwijs, K- en W.; mr J. A. de Wilde, mi
nister van Binnenl. Zaken; prof. Grosheide,
van Amsterdam; J. W. Henny, voorz. en mr
W. G. J- Veenhoven, secretaris van de direc-
teurenvereen. „De Nederl. Dagbladpers";
mej. J. H- Kuyper, dochter van wijlen dr
A. Kuyper, in leven voorzitter en eere-voor-
zitter van den Kring; dr A Boissevain, zoon
van wijlen Charles Boissevain, in leven
voorzitter van den Kring. Verder waren aan
wezig vele andere personen uit de dagblad
wereld uit alle deelen van het land, zoowel
directeuren als journalisten.
Rede van prof. Huizinga
De heer D- Hans, voorzitter van den
Kring opende ruim half vier de vergadering
met een woord van welkom tot de aanwe
zigen- Hierna was het woord aan prof.
Huizinga, tot het uitspreken zijner rede.
Prof. Huizinga ving zijn rede aan met
de verklaring, dat hij een eenvoudige cause
rie zou houden, zondet veel pretentie,
Prof. Dr. J. Huizinga
Ons land bezit een pers, die de meeste
landen ons kunnen benijden. Niet alleen de
groote landen, oak de kleine, democratische.
Hoe groot de belangstelling was voor de match Euwe-Aljechin moge blijken uit bovenstaande foto's. De ee
Vrijdagavond het naspelen, dat Euwe en Aljechin na het beëindigen van de partij nog deden, met interesse
publiek zich in de partij verdiepte.
rste laat zien, hoe de groote schaakmeesters
volgden. De tweede foto geeft weer hoe het
Links: Het verbouwde gasthuis aan
de Molenstraat te Nijmegen werd
officieel in gebruik genomen. Een
kijkje door de ruime poort van den
hoofdingang van de inrichting.