CVtm kozkm, m^£seh)dftm^
H
ou je roer rec
ht
Een "bundel novellen, impressie'?,
interviews, schetsen, verzen en
muziek van M. J. Brusse, Antoon
Coolen, Willem van Gelder, Nico
Hoogewerf, Hendrika Kuyper-
v. Oordt, Herman de Man, Piet
Marée, J. M. Martens, Jaap Mow-
lijn, Rolf de Raedt, H. M. van
Randivijk, Rudolf v. Reest, Mr J.
Slagter, G. v. Teylingen, Kees
Valk, P. Verhoog, C. W. Visser,
P. H. de Wit, plus 48 kunst- en
reportage-foto's, 112 teekenin
gen. Band en omslag van Piet
Marée. Uitgegeven door Bosch
en Keuning te Baarn.
Eindelijk zijn we door een pompeusen
litel heen, achttiende-eeuwsch van lengte,
iup-to-date van zin, want dit prachtwerk is
zakelijk als deze tijd zelf, romantisch als-
alle tijden waren en ook deze harde, zake
lijke tijd blijkt te wezen, zooals dit boek zeif
bewijst.
De uitgever Keuning leidt het zelf in. Ook
iets erg zakelijks: heb j§ daar vroeger oodl
van gehooid, dat een uitgever zelf het eerst
ihet woord nam in zijn boek?
„Hoe je roer recht" daarover mediteert
ihij even en zegt o.a.:
„Er wordt veel geklaagd en er i s veel te
klagen. Maar nu komt in deze tijd dit boen
cn het zegt: Hou je roer recht.
Het spreekt van onze strijd en van onze
overwinning. Het zegt dat we 't niet altijd
gemakkelijk kunnen hebben. Dat behoeft ook
niet Maar we kunnen vechten en volhouden
cn ons roer recht houden, tot we gewonnen
hebben.
Dit echt-nationale boek wil ons leeren,
niet meer zooveel te klagen, maar aan te
pakken en vol te houden. Daarvoor zijn
Nederlanders, die moed houden, ook als ze
moeten roeien tegen wind en stroom op.
■Als er niet zooveel geklaagd werd, als er
krachtiger en doelbewuster werd aangepakt,
het zou beter zijn
Dit boek komt dus wel juist op tijd. Het
segt: Holland, zoo was je. En het is de be
doeling, dat weer zal kunnen gezegd wor
den: Holland, zoo ben je."
De heer Keuning zegt het, dat z n boek
juist op tijd komt. Het is voor den uitgever
te hopen, dat zijn lezers (essem) het ook
zullen zeggen.
„Hou je roer recht" dat riepen wij, jon
gens, de dronken kerels achter na, die wag
gelden als schepen door stortzeeën beloopen.
Eigenlijk zongen we: Hou je roer in het
water. Da's eigenlijk nog sterker uitdruk
king voor het geval, dat de zaken verkeerd
loop en. Het wil toch waarschuwen: blijf in
je element, zooals het roer van het schip in
't water hoort Eerst dan gaat het „ge
smeerd".
„Hou je roer in het water" duizenden
roeren liggen ongeveer op of boven het wa
ter uit in deze donkere dagen.
Enfin, de waarschuwing is duidelijk ge
noeg: _Hou je roer recht" Maar één op
merking houde ons de heer Keuning ten
goede. Hij spreekt van een les, die zijn boek
komt leeren: pak aan, hou vol. Maar is de
ontstellende tragiek van zoovele duizenden
jongen en ouden niet deze: er is niets aan
ite pakken, niets vol te houden
In allen gevalle: Bosch en Keuning pakken
stevig aan, houden goed vol. Nè, 't pracht
werk .JHoland, zoo ben je!" dit vervolg als
echt nationaal werk, een „nat" werk, want
het is overal water en nog eens water, water
te land en water ter zee; 't is overal wind
en weer, storm op zee, stilte op de rivier;
or wordt verhaald en hoe romantisch van
de pontjesman aan de Langehaven te Rot
terdam, maar ook van onze grootste Oceaan
sleepboot „De Zwarte Zee", van een zees too
rn er zoowel als van een beurtsohippertje, van
't opleidingsschip zoowel als van de duikers
Kees Sperling en familie; je gaat „hakke-
poffen door de Rotterdamsclie haven (gids
is: M. J. Brusse) of vaart met de allernieuw
ste bruggen over onze breede stroomen; je
neust rond onder de romantisch-deskundige
leiding van Herman de Man op een oude
scheepstimmerwerf, waar nota bene een
vrouw de bazin is, of je bent op 't loodsschip
vlak onder de kust; je gaat mee met de
Stellendamsche visschers, door storm beloo
pen, of je beleeft met Rudolf van Reest het
geweldig drama, dat de „gebondenen" van
't eiland plotseling „vrij" zich voelen, in oor
logstijd zwemmende in £(Spaansc'..port",
met levensgevaar tuschen de mijnen door...;
je ziet toe „bij het bergen van schepen" of
je bemerkt de ondergang van de dwergpol
der ergens in de Biesbosch (de dichter Van
Randwijk woont daar in de buurt; die ver
telt er van); je komt heel wat te weten van
waterschappen en polders, enfin, je vindt in
dit prachtboek een neen, geen allegaartje,
maar een trommel allerhande, van hetzelf
de degelijke deeg gebakken al te gaar.
Natuurlijk, niet alles achter elkaar, maar
bij stukjes en beetjes genoten, wat een heer
lijkheid dan de vele avonturen, vooral te
water, mee te makenZe houocn hier
allemaal het roer rechtalthans in hét
water
Nu heb ik nog niets gezegd van de illustra
ties: 112 kleinere en groo.ere teekeningen
tusschen de tekst, en een 48-tal kunst- en
reportage-foto's, welke het woord op de
meest zakelijke manier belichten.
Als je dit boek openslaat, ga je natuurlijk
eerst de platen bekijken, een boeiende ver
zameling, die je doet uitroepen: wat heeft
de uitgever een fijne neus gehad om het
gansche land, rivier en zee doorreizend, te
laten, vastleggen op de gevoelige plaat, wat
op allerlei wijzen, in allerlei toon de lof be
zingt van het water, het schip, de vissche-
rij, denavigatie in één woora......
Toen zo het boek allersecuurst hadden
Cpoorbereid, zullen ze wel nog één keer zich
zelf hebben afgevraagd: .Niets vergeten?"
Neen, niets vergetenhou je roer recht
volle kracht vooruit
Is dit boek dus allereerst geen literair
werk, er komt heel fijne literatuur in voor.
We noemden reeds Heiman de Man, die „het
hart van de Kroonprinses" bloot legt, aan
't eind van zijn verhaal haast al te bloot, en
Anton Coolen werkte hier mee met twee
bijdragen: „Lof van het water" heet zijn
dithyrambe en een legendarisch-boeiende
schets verraadt den droomer uit het mystie
ke Zuiden. Jaap Moulijn zingt verscheiden
liedjes, a la Speenhof, met muziek;
recensent meent, dat hij zoo ongeveer niets
vergeten heeft te noemen.
De uitgevers hebben een lumineus plan
bedacht; te bewonderen valt de schitteren
de volvoering er van: inderdaad, dit boek
ruikt dóór en dóór naar water en wind, i
rookdamp en teer, naar 't roefje van
binnenschipper als naar 1 topje van de
mast-in-stormEen echt nationaal boek.
A. WAPBNAAR.
Jong Holland, pak aan!
Een parool, dat in dezen tijd niet genoeg
kan worden herhaald. Want 't gevaar is zoo
groot, dat ook Jong Holland, lam geslagen
door de misère die thans over de wereld
golft, futloos bij de pakken gaat neerzitten.
't Was van de firma G. F. Callenbach te
Nijkerk dan ook een uitnemende gedachte
dit prachtwerk uit te geven, dat bedoelt te
zijn een opwekking tot stimulans van de
beste eigenschappen, die ons Nederlandsche
volk door de eeuwen heen hebben geken
merkt.
Dit kloeke boek werd samengesteld onder
redactie van Bert Bakker en Leentje M.
Hagen en bevat bijdragen van: Kees van der
Bom, Evangeline Booth, H. Th. de Booy,
Dr. H. D. van Broekhuizen, Dr. H. Colijn, J.
Z.Exc. Pr H. D. van Broekhui:
thans gezant van de Unie van Zuid-
Afrika in ons land, geeft in dit
boek zeer interessante persoonlijke
herinneringen.
Eerbeek, J. P. L. Hulst, mevr. A van
HoogstratenSchoch, Selma Lagerlöf, Titus
Leeser, Johan Luger, Dr. J. Luning Prak,
Willem de Mérode, Dr Rudolf Mengelberg,
W. M. van Neyenhoff, Ir C. W. A Oyens, Dr
P. H. Ritter Jr, J. C. E. Sand, A Viruly, J.
W. F. Werumeus Buning; met teekeningen
van Jo Spier, Titus Leeser en Jan Lutz.
Bij de redactie zat het streven voor in een
•o breed mogelijk kader de Hollandsche
jongeren tot aanpakken op te wekken. En
naar onzë meening is zij daarin uitnemend
„Men moet naar den mensch sprekend
de wanhoop geen kans geven het hart
binnen te kruipen, door zelf bezigheid te
scheppen, als die bij anderen niet te vinden
i". Dat is de bekende taal van onzen mi
nister-president, en dit enkele woord typeert
prachtig den toon, die het geheele boek door
te beluisteren valt.
Als van een boek stalende kracht kan uit
gaan dan zeker van d i t boek!
De bandteekening van Jam Lutz is een
prachtig staal van suggestieve kracht: een
jongens- en meisjesfiguur met uitgestrekte
armen gereed tot aanpakken!
Het boek is fraai geïllustreerd met prach
tige foto's en pittige teekeningen.
Br. J. Hekman: Handboek der
Ziekenveipleging. Deel II: In
wendige Ziekten. Kampen, J.
H. Kok.
Van de hana van den bekenden genees
heer-directeur van het Bergweg-Ziekenhuis,
Dr. Hekman, verscheen het tweede deel van
het handboek der Ziekenverpleging.
In het eerste deel werden de algemeene
pathologie en de infectieziekten behandeld.
In dit tweede deel vinden we de inwendige
ziekten en hun verpleging besproken.
Het boek is door zijn uitgebrei&e bespre
king der ziekten, niet zoozeer bedoeld als
studieboek, maai' meer als handboek voor
de verplegenden, waarin zij alles wat zij nog
eens na willen zien kunnen vinden. Zelfs
ziekten als maligne granuloom, ziekte van
Bueiger en vele andere ontbreken niet.
Aan de hoofdstukken van de ziekte der
verschillende organen, gaat eerst een alge
meene bespreking vooraf, met een nauw
keurige beschrijving van de anatomie en dc
physiologie der ziekten.
Dr 7. Hekman
Daarna volgt de verpleging, oie duidelijk
wordt besproken.
Het boek is op de hoogte vam de tijd,
leze bijvoorbeeld het hoofdstuk van de
richtingen der klieren met interne secretie
Bij de beschrijving van de verrichtingen
der hypophyse vindt men namelijk dat het
aantal bekende hormonen, dat deze klier af
scheidt, reeds is gestegen tot acht.
Ook de avitaminosen en de overgevoelig
heidsziekten ontbreken niet
Het geheel is voorzien van vele goede
teekeningen en vele fraaie röntgenfoto's.
Dr. A. Maeder, Genezing van
Zielszieken. Rotterdam, J. M.
Bredée.
In de Psychologie rekent men Dr. Maeder
t de Züricher School, die de analytische
zielkunde voorstaat, waaraaai vooral de
n van Jung verbonden is. In ons land
kreeg de schrijver van het hier aangekon
digde werkje vooral bekendheid door het ic
1929 verschenen boek van H. Kramer: ,A-
Maeder, Dc nieuwe zielkunde en het gods
dienstig leven."
Dr. Joh. vatn der Spek schreef voor het
46 blaozijden tellende lx>ekje „Genezing
zielszieken" een inleiding. Het geheel is een
uitwerking van een voordracht die Dr. Mae
der in het begin van dit jaax in ons land
heeft gehouden.
Persoon, Geest en Ziel, door H.
Steen, Geref. predikant te An-
dijk. Utrecht, Boekhandel H. de
Vroede. 1935.
De Geref. predikant van Andijk is, zwaar
geharnast, in het krijt getreden tegen Prof.
Waterink, inzake diens beschouwing om
trent „De Oorsprong en het Wezen der
Ziel". Het gaat trouwens ook om eeD heel
ïr probleem; 't gaat over de theorieën
't praeexistentianisme, traducianisme,
generatianisme en creatianisme. De laatste
beschouwing, die van 't creatianisme, werd
algemeen door onze Gereformeerde .theolo
gen aanvaard.
Prof. Waterink heeft over dien „oor
sprong" der ziel een oorspronkelijke visie
gegeven in zijn genoemde studie, waarin hij
afwijkt van de gangbare opvatting in met
name wat zijn beschouwing betreft van 't
erfelijkheidsvraagstuk. Ds. Steen bestrijdt
heel scherp die nieuwe visie, komt tot de
conclusie dat Prof. W. in conflict is met
Schrift en Belijdenis, met name ten aan
zien van de z.gn. twee-naturenleer van
Christus.
Wie dit geschrift ten einde toe vermag te
olgen lichte lectuur is het zeer zeker
allesbehalve krijgt de indruk, dat de
auteur zijn stof machtig is, en sterk staat
tegenover Prof. W.'s afwijkende theorieën.
Zeker is het, dat Prof. W. aan dezen part-
ïr de handen vol zal hebben.
Ds. Steen zegt in een woord vooraf, er
in overtuigd te zijn dat zijn critiek geen
schade zal doen aan de onderlinge verhou
dingen. 't Gaat om de zaak, nergens om
den persoon van Prof. W., voor wien hij
tn zeer bizondere hoogachting koestert
Echter moet ons toch van het hart dat de
toon van dezen opponent wel wat rustiger,
minder fel-offensief had kunnen zijn, juist
omdat het hier zulke geweldig-ingewikkel-
de vraagstukken betreft, die een heel kal
me sfeer van polemische bespreking ver-
eischen. Als we onzen tegenstander be
schuldigen van een „grove onjuistheid"
jn we toch wel de grens van het rustig-
etenschappelijk betoog voorbij.
Hoe 't ook zij, de schrijver heeft in deze
studie blijk gegeven dat hij de probleem
stelling behcerscht; veel wat hij zegt, is
•aar van logisch doordacht argument Het
onderwerp is belangrijk genoeg om te wen-
schen, ook voor den schrijver van dit boek,
dat het debat wordt voorgezet
Uit de schok der meeningen verwachten
we zuiverder kijk op de vraagstelling en
de gevaren van een al te vlotte oplossing
der moeilijkheden. W.
Critischa beschouwingen over de
inrichting van den burgerlijken
stand, door Mr. Dr. J. Versteeg.
Alphen a. d. Rijn, N. Samsom
N.V.
Van het bovengenoemde werk, dat ver
deeld wordt over een drietal brochures, zijn
thans twee gedeelten verschenen. Het ver
dient steeas aanbeveling, te luisteren naar
iemand, die, na een bepaalden tijd in een
zekeren werkkring te hebben vertoefd,
mededeeling doet van zijn ervaring. Het
feit, dat Mr. Versteeg niemand minder is
dan de chef van den burgerlijken stand te
Amsterdam, geeft aan de door hem gelever
de critiek op de inrichting van den burger
lijken stand wel bijzondere kracht Te loven
valt de objectiviteit, waarmee de schrijver
de verschillende zwakke punten aanstipt,
cn zijn afkeuring van een en ander heeft
temeer waarde, omdat wegen, die tot ver
betering leiden kunnen, worden aangewe
zen. Moge het werkje het resultaat bereiken
waartoe het werd uitgegeven, n.L aat de
vereischte correcties in de bepalingen om
trent den burgerlijken stand worden aange
bracht en de uitgave zoodoende overbodig.,
worde en sléchts historische beteekénis be-
houde. Grootere voldoening voor Mr. Ver
steeg zal niet mogelijk zijn.
Ontspannings-Lectuur
De zilveren helm, door J. A. Vis-
scher. Hoorn, Drukkerij Edecea,
Dit verhaal, dat als No. 11 van de beken
de Edecea-editie verscheen, speelt omstreeks
het jaar 1S50 in de hoofdstad van de kleine
onafhankelijke, slechts 6000 inwoners tellen
de republiek Andorra in de Pyreneeën.
Een jong kunstschilder uit Toulouse was
naar deze streek gereisd, om de vvooste ta
fereelen van deze afgsloten bergwereld op
het doek te vereeuwigen. Hier in Andorra
maakt hii kennis met een blind raaisie.
wier moeder weduwe is en door den vader
van zekeren Pedro op listige wijze van haar
landgoed is beroofd. Pedro zelf is hoofd van
een gevaarlijke smokkelaars-bende en Pedro
dingt naar de hand van het blinde meisje,
om den kleinen strook grond te bemachti
gen, welke in het bezit van de moeder van
het meisje gebleven is, want hij weet, dat in
dien grond waardevolle antiquiteiten ver
borgen liggen.
Hij tracht op allerlei manieren den kunst
schilder en den rijken Amerikaan, die naa-
Andorra gekomen is, om zooveel mogelijk
oudheden te koopen, uit den weg te ruimen
Het gelukt eindelijk door de ijverige na
sporingen van den kunstschilder Pedro te
ontmaskeren en het gevolg hiervan is, dat
hij ter dood veroordeeld wordt De wettigp
erfgenamen ontvangen het door Pedro ont
stolen landgoed terug. Mariella, het blind*
meisje, wordt in Parijs van haar blindheid
genezen en spoedig volgt daarop het huwe
lijk met den kunstschilder.
Het is een spannend verhaal en de ont
knoopiug schenkt volle bevrediging aan de
lezer»
De Edecea-editie blijft met dit verhaal
recht behouden op onze groote waardeering
omdat het voor lutte en prijs inderdaad
goede ontspanningslectuur onder ons volk
tracht te brengen.
Kerstvertelboek
Als alle lichten branden
Dit werk werd samengesteld onder de
redactie van Anne de Vries en met mede
werking van Jan H. Eekhout, J. Fortgens,
W. G. van de Hulst, Mary Pos, H. M. van
Randwijk, Rie van Rossum en P. A de
Rover.
Wie Mttê de Vries is behoeft na de ver
schijning van zijn bekenden roman „Bartje
niet gezegd te worden. En dit geldt ook van
dit Kerstvertelboek, want reeds ligt de vier
de druk vóór ons.
't Kost vaak heel wat hoofdbrekens bij de
Kerstfeestviering na het Kerstverhaal nog
een goede Kerstvertelling te vinden. Hier
wordt echter een achttal verhalen geboden,
die met groote spanning zullen worden aan
gehoord en waarin bovendien de ware be-
tee-kenis van het Kerstfeest zuiver wordt be
licht
Deze. prachtige uitgave wint bovendien
nog aan beteekenis door de practische wen
ken voor den verteller, door Anne de Vries,
en op losse velletjes bij het boek gevoegd.
De triumf van den ondergang,
door K. Papke. Zwolle, La Ri-
vière en Voorhoeve.
Dit verhaal begint met een verlovingsfeest
van Inge, de aangenomen dochter van Ds.
en Mevrouw Raden.
Om haar broer Gerard, die zioh met Inge
verlooft, terwille te zijn, is pok Anna op het
feest tegenwoordig, hoewel zij allerminst
feestelijk gestemd is. Want kort geleden had
zij haai- man verloren, die als chirurg bij een
operatie infectie had opgeloopen, welke hem
het leven kostte.
In Anna's hart heeft de dood van haar
echtgenoot niet slechts diepe wonden gesla
gen, maar ook het geloof aan Gods liefde
doen wankelen.
Mevrouw Raden vertelt dan aan Anna
onder gefingeerde namen haar eigen levens
geschiedenis. Zij deelt Anna mee, hoe zij in
haar jeugd verliefd was geraakt op den zoon
van zekeren Baron van Bredoff. Maar de
hooghartige Baron en diens oudste zoon had
den de laagste middelen te baat genomen,
waardoor de brieven der geliefden hun be
stemming niet vonden en deze dus wel
moesten veronderstellen, dat beider liefde
onbeantwoord bleef.
Na vele jaren van bittere smart komt het
dan bij het inmiddels oud geworden meisje
tot een gelukkig huwelijk met Ds Raden. De
jonge baron blijft ongehuwd en in de jaren
des ouderdoms ontmoet hij nog eenmaal de
vriendin zijner jeugd. Dan wordt het duide
lijk, hoe die smartvolle weg heeft moeten
meewerken om een huwelijk te voorkomen
met een jongen man, oie volslagen atheïst
was, terwijl de blijvende scheiding een mid
del in Gods hand was, om de een bij des
Heeren dienst te houden en den ander daar
toe te brengen.
Deze aangrijpende levensgeschiedenis is
voor Anna een rijke bron van troost, omdat
ze daarin bewaarheid ziet het Schriftwoord:
„Wat Ik doe, weet ge nu niet, maar ge zult
het na dezen verstaan".
Dit verhaal biedt ons ec.ht Christelijke lec
tuur, omdat het ons duidelijk toont zoowel
de w e r k e 1 ij k h e i d van- het leven, als die
van de kracht des geloofs.
Historia, Maandschrift voor Ge
schiedenis, onder redactie van
Mr. E. van Beusekom. Uitgave
van Kemink en Zoon N.V., over
den Dom te Utrecht.
Reeds meermalen maakten wij met waar
deering melding van deze prachtige uitgave.
De thans door ons ontvangen 9e aflevering
toont weer zeer duidelijk aan, dat de redactie
haar doel interessante verhalen en be
schrijvingen van weinig bekende gebeurte
nissen uit de oudere en uit de nieuwe ge
schiedenis met prijzenswaardigen ijver
weet na te streven.
Deze aflevering bevat o.m. opstellen over
de opvoeding van onze laatste Oranje-Prin
ses, door Mr. E. van Beusekom: Juliane
vón Krüdener, door Mr. H. J. A. van Són;
de standbeelden voor den koning-stadhouoer
Willem III, door Fred. Oudschans
Dentz.
Bijzondere belangstelling zal bestaan voor
het artikel van A. H a 11 e m a over Abes-
synië in vervlogen eeuwon, inzonderheid in
de gouden eeuw.
Nogmaals bevelen wij deze fraai geïl
lustreerde uitgave warm aan.
„Wij jonge vrouwen
In het November-nummer van „Wij Jonge
Vrouwen" valt al dadelijk op een keurige
foto-reportage van een bezoek aan de school
voor weven en spinnen te Bussum. Prachtig
zijn de foto's van bet meisje aan het spinne
wiel, en de wevende vrouw. De Interieur
serie brengt deze keer geen modern inge
richt binnenhuisje met stalen meubels, maai
geeft ons een blik in de buitengewoon
zellige, Oud-Hollands ingerichte kamers
ectn landhuis in de duinen. Er is een in-
terview met den Amsterdamsehen beeld
houwer G. J. van der Veen, die een goed-
gelijkend bronzen bonstibeeld van Prinsej
Juliana maakte. Hierin worden enkele aar
dige bizon dorheden meegedeeld over
poseeren van de Prinses. G. J. Peelen stond
voor dit nummer een boeiende novelle af:
„Het Schandaal", terwijl Christine Doorman
op onderhoudende wijze vertelt van een
bezoek bij Selma Lagerlöf in de winter. Een
nummer vol afwisseling, waarin, met hei
oog op de naderende Sinterklaasavond, een
ruime plaats gelaten is aan de handwerk-
afdeeling.
October 1933
De Nieuwe Taalgidt
Opent met een best artikel van Dr. Jos
J. Gielen over De Spaansche Braban
der. Schrijver ziet in dit stuk Bredero ali
„de martelaar der Renaissance". Hij, de arin
ocraat naar de geest moest verkeeren in laa$,
milieu en toen hij opgenomen werd in hoo
ger kring, voelde hij er zich niet thuis, om
dat hij er slechts geduld werd. Zijn Magda
lena Stockraans laat hem in de steek, aai
veel laster staat hij bloot
Toen Bredero een kijkje nemen kon ach
ter de schermen, ontdekte hij veel bedei
onder het elegante leven van welvaren
Amsterdam. Uiterlijke vormen bede>ktei
veel corruptie. In sterke mate was de ver
wording van zijn geliefde stad bevorden
door de invasie van de vele vreemden, dj*
naar de wereldstad Amsterdam gelokt r
waren door de faam van haar fortuin of
heengevlucht waren uit landen met minde
vrijheid. En onder die vreemd-m, die hs
moreele peil van de koopstad deden dalen
waren het dan weer de Brabanders me
name.
Bredero heeft dat alles willen laten ziei
in zijn Sp. Brabander, dat een gewei
dige reactie opriep. Geen wonder, vele:
voelden zich door den diohter in het har
geraakt Wie werden er on,t7.1»u? Vrij we
n iemand l
Dr. Gielen meent dat Bredero ook be
paalde personen op 't oog heeft gehad a
voert voor die meening bewijzen bij.
Prof. van Wijk schrijft over de k 1 n k et
betrekking en stoottoon
stemhebbende medeklink ers, prol
Stoett over de uitdrukking ,op een ankt
te land raken", dr. G. Stuiveling geeft op
merkïngen over de an a p e s t. Prof. d
Vooys houdt de kroniek bij. Tot slot aan
kondigingen en tijdscliriftenschouw.
De WerArptaaijr
Met 1 Januari zal bij Neerbosch' Uitga11
verij een nieuw Chr. letterkundig maai»®
blad verschijnen onder bovenstaande titelv
De redactie wordt gevoerd door Dr. Jj
Haantjes, Dr. J. van Ham, K. Heeroma ea
Dr. W. A. P. Smit. N
„Wij willen aldus de redactie ijl
ons blad de samenwerking van han, dij
zich in Christus één weten door ongd 4
wenst en onnodig exclusivisme in Op 1
waartsche Wegen verstoord weer hep c
stellen".
Daer slae geluck toe.
November t
Stemmen des TijA1
Wouter van Riessen vervolgt De Vrueb;1
telooze Strijd; Mr. J. C Baak betoop
dat het Volkenrecht vele aanvullingen .bp
hoeft; Ed. Houbolt bespreekt de Rembrandt'
en Vermeer-tentoonstellingen („Geen schil j
derschool ter wereld kan met deze tww 0
uitersten im vergelijking treden")^ Dr. C b
Tazelaar houdt de prozakroniek bij, BaarbjJ
handelt over de internationale spanning i: a
verband met het Ethiopia^ conflict. T(f1
slot boekbespreking.
Ontvangen Boeken
De feestdagen zijn in aantocht! Sint Nico-
laas, Kerstmis, Nieuwjaar, allemaal gelegen
heden waarbij de eene mensch de andere
gelukkig maakt met een presentje. Vaak
weet men echter niet, wat men nu weer eens
zal geven. Een kist sigaren voor meneer,
een flacon eau-de-cologne voor mevrouw,
och, het is altijd welkom, maarna eeni-
gen tijd is zoowel het een als het ander „ver
dampt" en vormen de flesch en de kist de
eeitigé blijvende herinnering.
Wie echter een boek cadeau doet, kan er
van overtuigd zijn, iets te geven, oat blijven
de waarde heeft en door vrijwel iedereen
met graagte aanvaard wordt. Dat ook de
uitgevers dit weten, is ons de laatste dageu
duidelijk gebleken. Een ononderbroken
stroom van nieuwe uitgaven wordt over de
redactie-tafels uitgestort Het is dan ook
ondoenlijk, al deze werken nog voor de feest
dagen afzonderlijk aan een bespreking te on
derwerpen. Om onze lezers echter te gerie
ven, geven wij hieronder een korte samen
vatting van het nieuwste op de boeken
markt. Later hopen wij op sommige uitga
ven nog nader terug te komen.
Romans, verhalen enz.
In de stapel romans, waarachter wij bijna
schuil gaan, valt ons oog het eerste op een
lijvig boekdeel van W. A Wagener: 3000
meter in dood water (uitg. W. L. en
J. Brusse te Rotterdam). Een roman
an de moderne tijd, die ons bij het inzien
nog al eng realistisch voorkomt.
Dan valt hot oog op een boek in een hel
rood-groen-zwart omslag, De dolle dic
tator, van Albert Helman, wat ons
een sterk avontuurlijk verhaal lijkt. Het
werd uitgegeven door Nijgh enVan Dit-
1 ar N.V. te Rotterdam.
LaRivièr 'een Voor hoeve zendt een
nieuw boek van den bekenden L. Pen
ning: Slagregens. Wij zeggen hierover
niets: men weet hoe Penning over Zuid-
Af rika kan schrijven.
In de Uilenreeks van de firma
Bi got en Van Rossum verschenen de
mers 16 tot en met 21. Keurig zien de
boekjes er weer uit. Wij vestigen speciaal
de aandacht op no 20: Het licht der
e r e 1 d, een in zes kleuren steendruk uit
gevoerd werkje met kerstversjes, verzameld
coor Corrie Jacobs en Tonnie de
Ridder en met teekeningen van Clara
Mesdag. De overige nummers zijn: C. J.
Kelk en HalboC. Kool: Moderne lyriek;
Johan Wesselink: De zomertocht van
den reus; Arthur Goldsteen: Een tee
kenaar door Iberië; W. H. Garsijn: De
roode bloem, en ten slotte: Mien Labber-
ton: Lichtende Horizon.
J. M. Meulenhoff te Amsterdam
een een tweede druk van „Het huis
met de rozenhaag" door Jeanne Otter-
da h 1; W. L. en J. B r u s s e 's Uitg.-Mij N.V
te Rotterdam deed een werk van W. L.
B r u s s e: Patieüt, het licht zien en ten
slotte vermelden wij een drietal uitgaven van
N.V. Wereldbibliotheek te A mster-
dam, nl.: Runar Schild t: Uit het
land der duizend meren (De Thuis
komst); Ni co la as Gogol: Avonden
op Dikanjka; Aart van derLee
Vertellingen en Albert Viksten:
Hout (uit het Zweedsch door N. Boelen-
Ranneft). De schrijver van dit laatste boek,
eon jong Zwcedsoh auteur, moest reeds op
jeugdigen leeftijd helpen bij het houttrans
port in de groote Zweedsehe woucen en geeft
nu in een reeks levendige tafereelen eer
schrijving van de sociale toestanden, die in
die tijd oïider de arbeiders daar heerschten.
Kerstverhalen.
Twee nieuwe bundels Kerstverhalen zijn
weer van de pers gekoipen. MienLabber-
ton verzorgde de bundel „Grote b 1 ij ri
se h a p", uitgegeven door de firma Bigot
en Van Rossum te Amsterdam. Een
vijftal mooie kerstverhalen worden hier
mede m het licht gegevem Kerstvertel
lingen door Antoon Coolen bevat
een vijftal sagen, betrekking hebbende op
het Kerstfeest. Dit boek, dat uitgegeven is
door de N.V. Nijgh en Van Ditmar te
Rotterdam is geïllustreerd met een aan
tal keurige gekleurde platen van P o 1 D o m.
Theologische werken.
Wij ontvingen:
De kerk inde branding (Het con
flict tusschen Kerk en Staat, toegelicht naar
aanleiding van actueele toestanden in ver
schillende landen). Verschillende vooraan
staande personen werkten mee aan deze uit
gave, waarvoor Dr Mr M. C. Slotemaker dé
Bruine een inleiding schreef.
Emil Brunner: Ons Geloof. N.V. Boek
handel W. ten Have, Amsterdam
Ronald Fangen: Een Christelijke We
reldrevolutie. H. Veen man, Wageningen.
Basil Mathews: Het leven van den
Koning. J. Ploegsma, Zeist.
Letterkunde
Van Henriette Roland Holst
Van der Schalk verscheen bij W. L. en
J. Brusse te Rotterdam een nieuwe bun
del: Tusschen tijd en eeuwigheid.
Frans van Oldenburg Ermke
geeft in: „Van Alberdimgk Thijm tot Van
Duinkerken en Kuyle" een overzicht van de
jonge katholieke letterkunde in Nederlana.
De uitgave werd keurig verzorgd door L. C.
G. Mi lm berg te 's-Hertogembosch.
Allerlek
S. A b r am s z: Onze Kinderversjes van
Vroeger en Nu. Uitg. J. M. Meulenhoff, Am
sterdam.
G. vanderMeulen en Dr H. J. Hon-
ders: Kruis en Kroon, leesboek over de
Kerkgeschiedenis (P-ie deelen). Uitg. H. J.
Spruyt'a Uit^ :..j N.V., Amsterdam.
J. Overtoom: Lessen in de kosmof
fie. N.V. W. V e r s 1 u i s, Amsterdam.
L. Dorsman Czn, L. A. Gele.
G. J. H. H u 1 s i n g: Werkboekje voor Nl
tuurlijke Historie, deel II. Plantkunde. Uit^
J. B. Wolters N.V,, GroningenBatavia
P. Eindhoven: The last half-year. Uil^
W. Versluys N.V., Amsterdam.
Dr J. S m i t: Je vais a Paris. Uitg. J. No<
duyn en Zoon N.V., Gorcum.
Sof ie SchiekerEbe: Was tun, I
bylle? (Bewerkt door A. Lobstein). Uitg. J.ij
Woltei-s, Groningen.
J. Lens: Dc Duitsche school na de
log. Uitg. Oosterbaan en Le Gointre, Goes. a
Dr J. S m i t: Huiswerk. Uitg. J. Noorduj
en Zoon N.V., Gorinchem. s
H. F u c h s: Luchthavens. Uitg. firma J. H
Meulenhoff, Amsterdam.
Mia KloekPoirée: Acht lezingd
Uitg. Hollandia-drukkerij N.V., Baarn.
A A van S a n d i c k: De ordening vil
een Chr.-Hist. standpunt beschouwd. Uit
Nijgh en Van Ditmar N.V., Rotterdam.
Dr B. C. van Bent hem: Goed
kwaad. Uitg. J. J. Romen en Zonen, Roo
mondMaasei k.
G. J. van Lonkhuyzen: Wranjj*
schetsen. Uitg. firma Emmink, Batavia.
A. V. H artogh: De huisvrouw repareei
zelf. Uitg. J. Noorduyn en Zoon N.V., GoriB j
chem.
Aafje Fokker: Vertellen! Luister!
mee? Uitg. v. Gorcum en Comp. N.V., Assfl
Claudine Bienfait: Het huisje i
de bergen. Uitg. J. M. Meulenhoff, Amste
dam.
S. M. Bo urn an—Van Te rt hol et
Kerstliederen. Uitg. P. Noordhoff N.V., Gis-,
ningenBatavia.
Het Nederlandsche Boek
uitgave van den Nederlandschen Uitgever
bond. Nu November in het land is, ve
scheen der traditie getrouw „Het Nederlan
sche boek 1935". Door velen zal het we
met vreugde begroet worden, als de
trouwde gids, die den lezer op de hoor
brengt van al het nieuwe dat verscheen. I
heer H. V i 1 b a c h verzorgde 't redactione®
deel, terwijl Dr N. G. van de r Huf fel e-
interessant artikel over „Oude illustratie
schreef.
Het Buitenlandse he Boek 19
uitgegeven door de firma A. W. S ij tho.
te Leiden. Met de uitgave van deze catal
gus komt de firma Sijthoff ongetwijfeld w
velen tegemoet. Immers, op het zoo uiig
breide gebied van de buitenlandsche liter
tuur is voorlichting zeer gewenscht. V
Hollanders zijn nu eenmaal gewend naa
onze Nederlandsche boeken een behoorlijl
hoeveelheid litteratuur van over de grena
te verwerken, en daarom valt het zeer
te juichen dat thans deze catalogus
Fransche, Duitsche en Engelsche werfo
verschenen is. Hij omvat boeken van a 1 g
meen belang, dus geen vakliteratuu
terwijl aan elke titel een korte Icarakteri
tiek is toegevoegd. De heer G. J. van de
Lek heeft dit werk geredigeerd.