^Hruuir Cetftsdjf Courant HAND HAND voor het Christelijk Dagblad Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken TE WAPEN EIND GOED, AL GOED TIEN GROOTE PRIJZEN abonnementsprijs Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 235 Franco per post 2.35 portokosten Per week0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zending4.50 Bij dagelijksche zending. 530 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/> c' Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbar No. 5644 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 15e Jaargang1 gfob£rtcnti£prij?ttt: Van I tot 5 regelsf.177» Elke regel meer0.22'/» Ingezonden Mededeelingen van 1—5 regels 230 Elke regel meer0-45 Handelsadvertentiën per regel 0.17'/» Bij contract belangrijke korting Voor het bevragen aan 't bureau V wordl berekend f 0.10 MAANDAG 2 DECEMBER 1935 J Groen van Prinsterers levenswerk is geweest strijd tegen de Revolutie. Hij gold niet zoo zeer de revolutionaire j dreiging, als historische gebeurtenis in de Fransche Revolutie belichaamd, als wel de omkeering van begrippen en normen, tot dien tijd richtsnoer voor den mensch in het maatschappelijk en staat- j kundig levén. Groens geschriften en met name zijn „Ongeloof en Revolutie' veel te weinig gelezen en bestudeerd I zijn daarom ook voor onzen tijd van I groot gewicht. De kiem der Revolutie is immer aan wezig. Paganistische factoren hebben sinds 's menschen zondeval ons teven beheeTSoht. Dikwijls is getracht dit te i verdoezelen. Door dit niet te willen zien, heeft men de verhoudingen in het leven j slechts vertroebeld. De antithese is geen formeersel van den mensch. De Heere i God zeide: I k zal vijandschap zetten, leert ons Genesis. Hoe weinig wordt in het leven soms met de antithese gere kend! Telkens weer worden diverse schakeeringen der Revolutie beurtelings met het Christelijk etiket gedekt en in naam van het Christendom aanbevolen. De Satan zelf verandert zich daarbij in i een engel des lichts. En toch Revolutie j is anti-Christendom. Vereeniging van Revolutie en Christendom geschiedt I altijd ten koste van het laatste. In een dergelijke verbinding is het Christelijk beginsel meer schijn dan wezen. Het doet dienst als decoratie op een gedroch- 1 telijke kleedij. Wordt het Christendom op eenigerlei wijze aan de Revolutie j vastgehaakt, dan is krachteloos gemaakt de eenige kracht, die in staat is haar te vernietigen. Een synthese van waarlijk Christelijke beginselen en revolutionair denken laat zich alle pogingen ten spijt nimmer maken. Tegen de Revolutie het Evangelie luidde Groens parool. Men heeft wel eens gezegd, dat er sindsdien veel is veranderd, dat de rollen zijn omgekeerd. In de worsteling der geesten, zouden de aanhangers van het Christendom van aanvallers verdedigers zijn geworden. Als het waar is, zou het reden tot groote dankbaarheid zijn. Maar geldt dat nog in onzen tijd? Hoe het zij, ook dan blijft de eisoh te zorgen, dat in die met zoo veel moeite veroverde stellingen geen bres geschoten wordt. En daartoe is het eenige middel: verbreiding van de zui vere kennis der Christelijke beginselen. Dan alleen staan we sterk tegen iedere nuanceering der Revolutie. Ook tegen e van onzen tijd. Menige rake teekening der Revolutie gaf Gr<^n in zijn geschriften, niet het minst in zijn „Ongeloof en Revolutie". „Ongeloof aan de geopenbaarde gods dienst is haar bron, onbedorvenheid der menschelijke rede haar grondslag, supre matie van den mensch haar leus, ver werping van al wat op traditie steunt, haar doel. Op politiek terrein predikt ze souvereiniteit van het volk, op dat der godsdienst atheïsme, op dat der zedelijk heid verwerping van de goddelijke wet. Deze karakteristiek heeft voor onzen tijd van haar waarde niets verloren. Het revolutionair systeem bedreigt opnieuw onzen staat en onze maatschappij. Het is een kanker voor het volksleven, het ver giftigt de samenleving. Merkwaardig genoeg is de Revolutie na een eeuw weer bij haar uitgangspunt teruggeko men: het souvereine individu. Een eeuw geleden schreef Groen, dat hij had te strijden tegen „een afgodische eerbiedi ging van den Staat als vereeniging van vrije en gelijke individuen, in wier naam de vertegenwoordiging of het bewind, onder de menigvuldigheid der vormen, altijd naar eigen goedvinden, met een centraliseerend administratief beheer, over eigendom en regt, over lijf en ziel van souvereine en machtelooze bevol kingen beschikt." In de grond der zaak is het dezelfde valsche staatsgedachte. of men ze ba seert op Rousseau of terugvoert tot Hegels ideefilosofie. De Staat wordt immers „gedacht" buiten Christendom en historie om. Overmoedig en toch zoo naïef, wordt den Christen dan de vraag gesteld: waar is uw staatsidee? Welk systeem*stelt ge tegenover onze staatstheorie? Het is dezelfde vraag, die Fruin eenmaal Groen deed. Hij vroeg, waar toch een bevattelijke catechismus van het antirev. geloof te vinden was. En anderen vroegen met. hem naar een systeem van antirev. rechtzinnigheid. Groen antwoordde met een weder vraag: Is er zulk een systeem? Herhaal delijk had hij het ontkend. Ongaarne sprak hij van een antirevolutionair systeem. Zoo voerde hij dan Fruin tegemoet: „Vooral in den laatsten tijd hebben ver scheidene geachte landgenooten zich ernstig bezig gehouden met de beoor deeling van hetgeen ze noemen de leer, het stelsel, het staatsrecht van den heer Groen. Er komt eerst een vraag aan de orde, wier beantwoording onze geëerde wederpartijders moeite zou hebben be spaard. Eer men het systeem bestrijdt, is het onderzoek niet overtollig of hij. in den gebruikelijken zin van het prachtige woord, een systema heeft, of vasthouden aan de uitspraken van Gods Vfoord en aan de lessen der ervaring den naam van eigen systema verdient." Deze kwestie, deze vraag en dit ant- woortl, is nog steeds van belang. We hebben al heel wat stelsels, theorieën en ideeën gekend. Op politiek terrein de staatsidee, die den Staat omschrijft en inhoud geeft. Door het souvereine individu geschapen. Van menschelijk maaksel, vrucht van humanisme en rationalisme. Gedacht naar een denkschema, door een men schelijk creatuur uitgevonden. Gefin geerd en los van de realiteit. Niet reli gieus gedetermineerd, op Schriftuur en Natuur gebouwd, maar steunend op het drijfzand van menschelijke autoriteit. Zoo kennen we de staatsidee van Rousseau, van Hegel, van Marx. Thans moet diezelfde ideefilosofie dienen tot rechtvaardiging van een heidensch des potisme, dat den absoluten staat sticht. Het is de oude waan van den mensch, dat hij de schepper is van het staatsleven. In zijn verbijstering „zichzelven vertoonen- de. dat hij God is", schept hij zich in de totalitaire staatsidee, de vergoddelijking van den Staat. Deze gruwelijke miskenning van Gods absolute souvereiniteit (absoluut, dus ook voor het staatsleven) is de felste uiting van de Revolutie in onzen tijd. Als Groen destijds, plaatsen we daarte genover het Evangelie. Geen systeem of idee. Óns is de Heilige Schrift eenon bedrieglijke toetssteen. Haar beginselen zijn een zekere grondslag en bron. ook voor staatsleer en staatsleven. Het „Er staat geschreven" en „Er is geschied" vormen een rotsvast fundament, waarop te bouwen valt. Verheugend is. dat er tegen den ab soluten staat ook in andere kring sterk verzet ontstaat. Ik moge slechts wijzen op Prof. Huizinga, die in zijn jongste boek „In de schaduwen van morgen" de Jeer van „De Staat den Staat een wolf" scherp veroordeelt. Van onzen kant moeten we arbeiden om te overtuigen, om te winnen voor het antirevolutionaire beginsel. „In beginsel is elk Christen antirevo lutionair", schreef Groen: „Slechts wan neer hij zich op politiek terrein in den aard en de verhouding der partijen ver gist, kan de Christen aan de vrijzinnig heid de hand reiken". We moeten vergissingen onmogelijk maken. Door te overreden, niet door te zwij gen. Door te winnen en te werven. Niet het minst voor de C h r i s t e 1 ij k e Pers. Groen had met de pers als hulpmiddel in den strijd weinig succes. Achtereen volgens moest hij de uitgave van de Nederlandsche Gedachten en de Nederlander staken. Er was reden tot zijn klacht: „Meer dan ooit was er behoefte aan een krach tige wekstem. Maar er was geen luiste rend oor. Dofheid en doofheid. De stik lucht van het terugkeerend laodieeïsme had ook mij tot zwijgen gebragt." Ook thans is een krachtige wekstem noodig. De Christel ij kepers is een krachtig middel in den strijd tegen de Re v o 1 u t i e. Laten we ze steunen, daad- we r k e 1 ij k. Omdat we Groens woorden ook voor onzen tijd willen verstaan. Omdat we leven temidden van een strijd tusschen het Evangelie en de leer, die alles terug brengt tot menschelijk verstand, men schelijke wil, menschelijk gezag, in een wereld, die zich ten verderve spoedt. Omdat we weten, dat lajwheid ge makkelijk tot „vergissingen" leidt. Omdat het bankroet der revólutio- naire staatsidee naderbij komt, als da gelijks dooi de Christelijke pers in een telkens grootei aantal aezinnen Groens beproefde leus weerklinkt: Tegen de Revolutie het Evangelie! Dordrecht. Drs. A. LUINSTRA. GEEN MAMMON-, MAAR MANNEN-KIESRECHT Gelijk ook elders in dit nummer blijkt, is één onzer lezers niet content met het ver- ■eer in ons blad van 26 November 1.L tegen de beschuldiging, dat de' anti-rev. Kamer fractie mee schuldig staat aan de invoering an het revolutionaire, algemeen kiesrecht. Hij erkent, dat Mr Rutgers het pleit ge voerd heeft vóór Gezinshoofdenkiesrecht; maar deze heeft dan toch maar vóór de in voering van het uitgebreide individualisti sche kiesrecht gestemd en dat vóór be slist. „De gronden waarop dit vóór rustte, doen weinig ter zake". Dit lijkt ons nu toch wel zeer onbillijk. De geachte schrijver ziet geheel over hoofd, hoe de situatie was en dikwijls ii publieke, wetgevende colleges is. De kwes tie van het kiesrecht heeft voor ons altijd zeer eenvoudig gelegen. Waarom stemde Mr Rutgers c.s. vóór, hoewel hij in beginsel gekant is tegen het individualistische, algemeen kiesrecht? Om dat er geen andere, geen betere keuze was. Het ging immers niet tusschen organisch en individualistisch kiesreent; Mr. Rutgers kon over het eerste spreken, maar het voor te stellen had geen zin. Men had slechts te kiezen tusschen het verfoeilijke census-kies- recht, d.w.z. het beperkte èn het uitgebreide individualistische kiesrecht. Het ging niet over de invoering van het revolutionaire beginsel, dat school reeds in de wet, maar over de nadere toepassing. En daarvan had Talma nadrukkelijk ge zegd: wij willen geen mammonkiesrecht, dat n.L gebonden is aan geldbezit of titels; maar mannenkiesrecht Dit laatste nu, het gezinshoofdenkiesrecht, kwam toentertijd nauwlijks ter sprake; de vraag liep slechts over het aantal kiezers op de basis van het individualistische kiesstelsel. Welnu, dan is het rechtvaardig, dat nie mand van het kiesrecht uitgesloten wordt, omdat hij geen belasting betaalt, spaarbankboekje of geen akte heeft. „Indien, aldus Mr. Rutgers, het algemeen kiesrecht ons verder van huis zou brengen: indien het meer individualistisch was dan het kiesrecht, dat wij nu hebben; dan sou den we tegen stemmen." Maar dat niet het geval. Integendeel, het algemeen kies recht geeft meer groepen der bevolking in vloed op de oolitieke-gang van zaken, dan het censuskiesrecht; het beginsel wijzeD we af, maar deze toepassing prefereoren we boven de andere. Wie uit twee kwaden een keuze moeï doen, kiest het minste kwaad. Anders zo\1 het betere do vijand worden van het goede. Moeten we daarom aflaten van getuigenj voor het goede beginsel? ,t ware een conclusie trekken, waai» mee de Chs-isten nooit accoord kan gaan# Getuigen geeft altijd vrucht; soms anderel en soms door anderen, dan wij verwachtten# Maar daarin erkennen we Gods wijsheid eij onze kortzichtigheid. In deze dagen is er veel vraag naar orga- nisch kiesrecht, ook van groepen, welke et vroeger niets van wilden hooren. Zou heti zoo onmogelijk zijn, dat het fiasco van he£ algemeen kiesrecht moet medewerken onj iets beters te krijgen? Als wij maar waakzaam blijven en dootf* gaan de volksovertuiging om te zetten naaö eisch van Gods Woord, F.K. 46 „Licht" ingevlogen Door luitenant Asjes van de N.LJS, Een nieuw Koolhoven-toesfcel werd verleden week ingevlogen en wel de F- K. 46 „Lioht".# Dit toestel werd ontworpen aan de hand vaat de opgedane ervaring met de Koolhoven F. K« 46, welke machine zooals bekend het stam* daard lesvliegtuig is van alle afdeelingen defl Nat. Luchtvaart School. De machine is ge bouwd speciaal voor de licentiefabriek van Koolhoven in Ned. Indië. de Eerste Ned. Ind# Vliegtuigfabriek en zal binnenkort naar In dië verscheep»; worden. Doordat het toestel iz< alle deelen lichter gemaakt werd dan de F. KL 46 van de N.L.S., kon ook een lichtere motoE worden ingebouwd, n.l. een Walter Minor van 85 P.K., welke slechts 22 liter benzine per urn? gebruikt Dit laatste is van enorm belang; voor landen, zooals Ned-Indië, waar de ben zineprijzen nog steeds hoog zijn. Het vliegtuig is uitstekend geschikt vooB lesvliegtuig en als sportmachine. Het heeft een actieradius van pl.m. 700 K.M. en kruist op 142 KLM.; de maximum snelheid is 160 K.RÏ Luitenant Assies, die het toestel in vloog, was buitengewoon tevreden over de uitstekende vliegeigenschappen en de groo te stabiliteit der machine. BABENDRECHTSCHE BRUG Ged. Staten van Zuid-Holland 6tellen aaif de Prov. Staten voor, met het Rijk een rege ling aan te gaan tcfc overbrenging bij het RijK in beheer en onderhoud van den Barendrecht* schen weg, den Booneweg en de Barendrecht* sche brug over de Oude Maas. at a "~ilï IIHli'Ma. December i& de werfmaand bij uitnemendheid. Korte dagen, lange avonden, Christelijke feestdagen, behoefte aan meeleven, drang naar ge meenschapsgevoel, barmhartigheidsstreven. Laatste maand van het jaar, dankensstof voor onverdiende zegeningen, plicht tot uitdragen van het beginsel, haastig doen wat nog verzuimd werd. December kan nog ten volle benut worden om het Christelijk dagblad uit te zetten. Is er iets, wat duidelijk spreekt in dezen tijd van geestelijke en van maatschappelijke onrust, dan is het de noodzakelijkheid om het pad van de Christelijke Pers te effenen. Daar behoeven niet zoo veel woorden aan verspild te worden. Elk onzer is het eens over deze groote zaak. Elk weet, dat het groote goed van de gemeenschappelijke Christe lijke actie in ons land slechts kan worden overgedragen van geslacht op geslacht, wanneer onze eigen Pers daarbij optreedt als wegbereider en als schild. Nu is het gelukkig zoo ver, dat niemand zich behoeft te schamen, wanneer hij optreedt als pleitbezorger voor onze courant. Inhoud, uit voering en prijs, kunnen volkomen den toets der vergelijking doorstaan. Nog voornamer, wijl het hier gaat om geestelijke goederen, is, dat de inhoud aansluit hij onze levensopvatting en onder de oogen van elk gezinslid kan worden gebracht. Geen vrees behoeft te bestaan, dat ingegaan wordt tegen den arbeid van Kerk, School, Gezin en Eigen Organisatie. Wij spraken vóór twee maanden af, dat wij samen aan den arbeid zouden gaan voor de zoogenaamde Vijf Duizend Actie. Vijf duizend nieuwe abonné's voor de in één verband optrekkende bladen ROT TERDAMMER, DORDTSCH DAGBLAD. NIEUWE HAAGSCHE COURANT, NIEUWE LEIDSCHE COURANT, NIEUWE UTRECHT- SCHE COURANT. NIEUW MIDDEL Wij boden talrijke verbeteringen aan. Lezers en Agenten brachten op gave van groote drommen nieuwe vrienden. Zelfs in dezen zwaren tijd viel het werven voor ons blad mee. Het vergroote Zondagsblad, eenig in zijn soort, een weekblad gelijk, bood een grooten steun. Nu moet December voor dit jaar een kostelijk slot geven. Daarom deelen wii mede, dat wie zich thans abonneert voor minstens één jaar, al de nummers vóór 1 Januari a.s. gratis zal ontvangen. Met inbegrip van de Zondagsbladen en van het extra verzorgde nummer voor de hooge feestdagen, welke op komst zijn. TER AANMOEDIGING Ieder, die een abonné aanbrengt, ontvangt de gelegenheidspremie, een fraai zilveren theelepel, apart geslagen. De verzending nam reeds een aanvang. Wie meerdere abonné's aanbrengt, kan klimmen tot zes of zelfs twaalf lepels en ontvangt dan een passend mooi etui. Verder komen er als wordt aangegeven elders in dit nummer. Zoo is het voortdurend: Hand in hand voor de Christelijke Dagbladpers. Wanneer de eene band de andere wascht, worden ze beide schoon. Onze krant wil blyven: HET BLAD VAN EN VOOR DE LEZERS, wijl ver boven het stoffe- lijke^uitgaa' het geestelijke en dit geestelijke het fundament dient te zfir van wie zich Christen wenscht te noemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1