Gerrit de Baas van de Duif. CT <3" <7 Uw bfclcinqidfellinq waard) <5 i <5 „Het zout moet in de zoep".....« 1 „En een zak met zout Met z'n vijven zitten ze aaneengeschoven op de lange bank en om beurten dreunen ze hun zin netje uit het leesboek af. Net als op elke „ge wone" school. Hier troont evenwel de juffrouw niet achter de lessenaar, om ze rustigjes alle 38 hun beurt te geven, maar zwerft ze ergens in een hoek van de klas rond om Marietje op streek te helpen met de tellerij van namaak-centen op houten telplankjes, of om Karei te helpen bij z'n kleuren-mozaiek. Ja een klas op de zwakzinnigenschool is zélf een soort mozaïek, want steeds vindt je er groepen van vijf leerlingen, die afzonderlijk aan het werk woroen gezet en de juffrouw of de meester draaft dan maar zoo'n heele dag van de eene groep naar den ander. Beste klanten voor den schoenmaker....^ „Haal het zout Jet!" „Hier is het zout Moe!" We zitten nog steeds in het zout-en-soepgedeelte en het gaat best, want de kinderen hebben de be grippen zout en soep en Jet en Moe volgens de globaal-methode met toepassing van allerlei plaat jes en teekeningen, waarop Jet en Moe al of niet gecombineerd met zout en soep, voorkwamen, zoo vaak vervoegd, dat ze nu ook de woord- beeken in het leesboekje in zich hebben opge nomen en zonder haperen kunnen voorlezen. „Nu les zeventien!" roept de stem van de juffrouw achter uit de klas. „Jan, jij begint!" Jan begint. Over een schaap, dat verdwenen is. Haar dient beklag op te volgen en bij de zesde regel staat dan ook in les zeventien: „Ach, ach! zei de man" Adriaau is aan de beurt. Krampachtig houdt zijn vinger bij: „Lach lach zei de man Niemand van de vier mede-lezers lacht om dit „ach ach". Maar de juffrouw heeft scherpe ooren: „Kóm! Zegt die man nu „lach lach" Adriaan? En hij heeft verdriet! Kijk eens naar het plaatje- Ik geloof eer, dat die man huilt. Lees het nog eens „Ach ach zei de man!" „Goed zoo!" Weer is een struikelblok overwonnen. Als het schaap de volgende keer weer zoek raakt zullen Adriaan of een van de andere vier wellicht niet Zoo kunnen ook kinderen van de zwakzinnigen-) school leeren lezen, echt lezen. Gerrit heeft aan de zout-en-socp-scènc geen deel gehad en ook het zwarte schaap laat hem' Siberisch. Gerrit heeft veel gewichtiger werk. Samen met de kleinere Kees, fijn ventje in z'n blauwe blouse, is hij zoo juist de klas binnen ge stapt Gerrit voorop met het vuilnisblik, Kees achter hem aan met de stoffer. Gewichtig! In trophee stappen ze voort, tot voorbij de achter ste bank. Daar hangt aan de wand in z'n kooi d e ii u i f. Het gedierte zit stil op z'n stokje, maar als de kleine processie met stoffer en blik aan komt, knippert do kockeroe begrijpend met z'ü kraaloogenkamerdag. Als een veldheer overziet Gerrit het slagveld; „Effe 't bankie hale." Stoffer en blik worden neergelegd en met allo zorg sleepen Gerrit en Kees dc bank van vóór naar achter. Zonder bonk doe je nu eenmaal niets als het duivenhok te hoog hangt. Samen staan de jongens nu op de bank: De kleine Kees mag het blik vasthouden en Ger« rit, die in alles het initiatief heeft genomen, tijgt aan het werk. Het zaadbakje wordt uit de klem gelicht en opzij gezet. Da's één. Nu komt het moei lijkste van alles, „le moment suprème het ver wijderen van de schuif met leege zaadhulsjes (en wat verder ten vuilnisbakkc zal worden gedepo neerd) ai! daar laat Kees, de kleine Kees, die er maar nét bij kon z'n blik uitscliieten, de schuif kiepert óók en ac helft van het afgewerkte zaad valt op den grond. Ruinc! „Kaffer!" zou wellicht een gewone Gerrit op do gewone school hebben gescholden en misschien was de meester er bij gekomen om te zeggen, dat Gerrit en Kees ééns maar voor goed hun kans hadden gehad. Maar op een buitengewone school is alles 'n beetje buitengewoon: „Geeft niks-" zegt Gerrit kort en met een paar handige streken van z'n stoffer heeft hij de schade al gebeterd. De juffrouw keek óók net den anderen kant op „Gerrit is de baas van de duif!" zegt overtuigend een van de klasgenooten tegen me. Inderdaad! Gerrit is zich daarvan ook ten volle bewust. Hij is volledig op de hoogte van allo lasten en lusten, die er aan het baas-schap van een duif verbonden zijn. Gerrit kent, al kent hij misschien het woord niet ééns: verantwoordelijkheidsgevoel. Knappe kinderen, ik constateerde liet reeds in een vorige schets, zitten er in de imbecillen-klassc verantwoorde! ij ke jongens en meisjes vind je in de debielenafdeelingcn. De debielen staan in het buitengewoon 1. o. weer wat hoogcr dan de imbecillen. Daarom hebben zij ook niet zóózeer noodig de lofprijzing en dc opbeuring. Soms wél natuurlijk, muar het behoeft hier geen systeem meer te zijn. Deze kinderen moeten vorantwoordeliikhoidsge- voet toeren kennen. Niet alleen Gerrit rnct z'n duif, alle anderen ook. Daar heb je dc huishoudklasse van do meisjes. Ahwaarom hebben al onze gewon e scholen niet zoo'n huishoudklasse ln plaats van al die tobberij met onpractische sommen en bij dc mulo nog lalen er bij pok? Hebt U 't plaatje gezien vorige keer? Daar waren ze bezig aan dc „vaat" wasschen en hier ziet U zé aan de wasch. Met hun witte mutsen op, die ze zelf moeten wasschcn en strijken evenals hun boezelaars. Coba kwam me daar even een kop koffie brengen. Zelf gezet! Heerlijk! „En nu moet je 's kijken, zegt de heer v. d. Ploeg, „de baas van dc schooltegen me. „De gewone leslokalen worden door een werkster schoon ge- houocn en de vloer van het huishoudlokaal doen de meisjes zélf. Zie je 't verschil?" Een kijkje in ie kutshoudklasse der meisjes van de Ds 0. C. Heldringschool te Rotlerdam-Zuld, Le kamerdagvoor Gerrit's duif. ik constateer een overwinning-op-punten van de huishoud-klasse op de werkster, want je kunt Van deze vloer inderdaad eten. En deze meisjes, die ik kort te voren rustig breiend of ook wel hevig verdiept in hun huishou delijke rekenkunst aan het werk heb gezien, zin gen nu samen met hun juffrouw in het echt- yrouwclijke milieu van hun eigen keuken, het hoogste lied. Weten zij veel af van debielen en imbecillen, van b-l.o. en wat nog meer! Ze zijn gelukkig en ze kunnen gelukkig blijven, want ze worden opgevoed voor het practische le ven, waarin óók zij hun kans krijgen. Ze zijn geen kinderen meer, waarvan de handen altijd ver keerd staan en die op dc gewone school nagewe zen worden als „dat domme kind van die en die" ze zijn verantwoordelijke meisjes van de O. G. Heldringschool, die geleerd hebben kopjes te was schcn zonder ze te breken, die zóó .berekend" zijn dat ze weten, dat je bij inkoop van drie kroppen sla van 3 ct. van een kwartje 16 cent terug moet ontvangen, meisjes, die in den familiekring en Ln de kerk méé kunnen zingen het Psalmvers en het geestelijk lied „Hmmm..." zegt daar Iemand onder de lezers. „Da's natuurlijk weer alles op z'n mooist voorgo- gestcld. Maar n u de gevallen, waar tóch niets inéu lè bereiken is..:..." Kijk, dat zijn nu eigenlijk de mooiste van heel het zwakzinnigen-onderwijs. Zoo'n uit d'r krachten gegroeid meisje, dat zich in de imbecillen-klassc bezig houdt met het rij gen van rooae en zwarte kralen en ddérbij nog geholpen moet worden. Zoo'n kind, dat toch nooit „iets" worden kan, dat zonder b.l.o. school als een stuk wrakhout op de woelige oceaan van het le ven zou dobberenddt te grijpen, dat te bewar ren voor de vernietiging en gelukkig te maken in dit milieu, dat straks ook bij het ouder worden nog een plaatsje te kunnen geven in de werkin richting voor zwakzinnigen, om er tóch nog nut tig werk te doen; is dat eigenlijk niet het mooiste?. Gou zoekt immers het weggedrevene? Laten wc 't er maar eens even over hebben: 't ia misschien meer waard om belangstelling voor het zwnkzinnigenondenvijs op te wekken, dan allo verhaaltjes over knappe Andrée's en verantwoor delijke Gerritsnu dan: wist U, dat onder de de prostitué's zooveel zwakzinnig en voorkomen? Da's wrakhout, dat door ons, knappe menschen nooit geborgen werd. En onzo verstandige, harde wereld kent dan al tijd nog wel ploertige lieden, die zoo'n meisje, dat verstandelijk niet bij is, als winstobject kunnen gebruiken als er niemand meer is om het te be schermen Moet dat nu maar zoo? Het onderwijs aan zwakzinnigen staat nog in do kinderschoenen, maar zij, die er in werkzaam zijn, weten al wel, dat juist voor die moeilijke en dus mooiste gevallen zoo strikt noodzakelijk is do werkinrichting, aansluitende op de school, ln Rotterdam-Zuid heeft men er een voor do jon gens, maar nog 'niet voor dc meisjes en elders is hel ook nog niet voor 100 pet. in orde. Het oudo lied, nietwaar: de dubbeltjes. Neen, weest niet benauwd voor uw poi temonnaie, het artikeltje is niet opgezet als bedelbrief. Ieder moet zelf maar weten wat hij doet of niet doet. 'k Wilde alleen maar zeggen, dat men maar niet moet spreken over de gevallen, waar tóch nieta mee te bereiken is. Maar gelukkig blijft dit ook bij het zwakzinnf- gcnondcrwijs toch nog de uitzondering. Met trots vertelt de heer v. d. Ploeg me, dat 60 tot 80 pet, der leerlingen absoluut „maatschappij-fahig" won. den, al zijn het dan ook niet alle 100 pet.-men- schen. Sociale werkers, méér dan onderwijzers zijn zjj, die zich geven aan het B.L.O. Evangelisten soms ooik: Daar komt me dan zoo'n jongen, die op de „ge wone" niet thuis hoorde, op de Heldringschool. Zou misschien anders een van die boefjes zijn go- worden, die langs 's hecrcn straten schooieren en op dc gap gaan in het havenkwartier. Nu zit hij dan toch maar in het stille klasje en spant zich jn om do zinnen in te vullen, waarvan alleen de eerste woorden op het bord staan: Geen Op Dan P ja, daar heeft hij 't mooie vers: Geen vader sloeg met grooter mededoogen Op teeder kroost ooit zijn ontfermende oogen Dan Isrels Heer op ieder die Hem vreest...... Dc juffrouw komt langs en geeft een pluimpje, dat hij 't al zoo heel goed kent en dan komt er spontaan uit: „Ja maar ik heb 't eerst aan me moeder geleerd en me moeder kan het ook al." Werp uw brood uit op het waterOok als ge een zwakzinnig kind bekend maakt met den Christus is het nog mogelijk, dat verharde ouders, die tot nu toe geen blijk hebben gegeven zich van God of Zijn gebod iets aan te trekken, bekend maakt met een ontfermend vader, die ook op dit teeder kroost Zijn ontfermende oogen slaat. Én nu ga ik in 't Zondagsblad weer afscheid nemen van dc Heldringschool. 'k Zou nog graag wat verteld hebben van het onderzoek volgens da methodc-Binet, dat do voor z'n school en werk inrichting ploegende en zwoegende v. d. Ploeg toepast, over het Land van geluk te Oostvoorne, waar dc kinderen net zoo heerlijk van den zomer genieten als alle andere kinderen; over de ruige cocosmatten en het weefwerk, dat in de werk inrichting wordt vervaardigd; over humor en tra^ giek, over taaldoozcn en spaarpottenmaai- er is een tijd om artikelen te beginnen en een tijd om er mee op te houden en ik ben bang toch al over dc schreef te zijn gegaan.. Nu te stopjien kan ook zijn nut hebben. Misschien heb ik bereikt, dat oen enkeling zich' voor het onderwijs aan de zwakzinnigen is .gaan interesscercn, er nader kennis mee wil maken. Die gelegenheid staat open. Do b.l.o. scholen voeren een open-deur politiek, willen gaarne belangstellenden nader kennis lee ren maken met hun werk. Welnu, wie met eigen oogen en ooren zoo 'ns een paar uur door do klassen is gegaan, die zal eerst recht gaan beseffen, hoe mooi, hoe edel het werk is van hen, dio met volle overgave van heel hun persoonlijkheid zich geven aan het kind,dat in het schemerdonker van verduisterde kennis en in de aarzeling van het onbegrepen kunnen,'tast naar het licht. H. In Rotterdam ook tijdens de bazaar van de Ds. O. G. Heldringschool voor het meubilair van een nieuw schoolgebouw, eind November begin December. Giro 171457. FRANS (VON) L1SZT Toen in Oct. 1811 Liszt het levenslicht aanschouw de, zal wel niemand vermoed hebben, dat 124 ja ren na ait gebeuren, in Hongarije en ook elders grootc symphonie-concertcn gegeven zouden wor den, om deze groole meester te herdenken. Zijn vader, Adam Liszt, was betaalmeester bij een Ilongaarsch edelman, Vorst Nicolas Esterhazy, en hoewel hij een beetje viool spoelde (zooals alle Hongaren 'n natuurlijken aanleg voor hun mu ziek bezitten) wees niets er op, dat deze kleine Franz eens de wereld zou doen versteld staan van zijn enorme talenten. Zijn eerste onderricht kreeg hij van zijn vader, doch Hij werd later leerling van Carl Czcrny voor piano en voor theorie leerling van Antoine Salierl. Gedurende twee jaren bleef hij voor dit onderwijs te Wecncn. Reeds op 9-jarigen leeftijd treedt Liszt op als solist in een concert, waarvan de baten ten goede kwamen aan een armen blind geworden musicus. Deze eerste daad van edelmoedigheid, zien wij door het geheele leven van Liszt gevolgd worden door een ganscho rij. Door eenige Hongaurschc edelen financieel ge steund, werd Liszt in staat gesteld zich te Parijs te vestigen (182;!). Doch, helaas, kreeg hij geen toegang tot het Con servatorium. Do directeur, toentertijd Cherubini, had een verschrikkelijkcn hekel aan wonderkin deren en daar Liszt buitenlander was, gebruikte hij dit argument (het reglement verbood toelating aan buitenlanders) om Liszt te weren. Doch dit was geen beletsel voor hem om toch te Parijs te blijven en te studeeren en wc zien hem al spoedig él conccrteerende in „de" groote krin- -gen vcrkceren en den lieveling worden van het Parijsche publick. „Le petit Liszt" was de afgod der Eranschc salons. In 1827 sterft zijn vader en Liszt is er op aange wezen voor zijn moeder te zorgen; iets wat hij op grandiose wijze doet. Ook als componist begint hij naam te maken. In 1825 beleeft hij de le opvoering van zijn één-acter Don Sanche. De Juli-revolutic bracht hem er too zijn „Symphonie-revolutionaire" te schrijven. In 1831 woont hij de concerten bij, die gegeven wer den door den grooten viool-virtuoos Paganini en dit spel heeft zoo'n indruk op hem gemaakt, dat hij voor zich zelf den duren eed zweert, niet eer der te rusten, aleer hij op de piano ook zoo'n tech niek bereikt zal hebben. Dat dit hem gelukt is, ja, dat hij zelfs ver er boven •uitreikte, is algemeen bekend. Als componist sloot hij zich aan bij de toen mo derne „Neudeutsche Schule" en is hij één van de scheppers van de z.g. „programma-muziek" (d.w.j, de uitbeeldende muziek) geworden. In 1835 huwde hij gravin Marie d'Agoult, die hem drie kinderen schonk, waarvan Cosima de bekend- ste is geworden, als de vrouw van Hans von Bil low, later als vrouw van Richard Wagner. Zoo zien we Liszt dan als piano-virtuoos 'n triomf tocht maken door geheel Europa, overal succes oogstend met zijn. phenomenaal pianospel. Ondanks dit alles blijft hij de man, die iederen musicus met talent op den weg helpt, zoowel met raad ais met geld. Zijn lijfspreuk „génie obligo" blijft hij tfouw. In Bonn werd een Beeihoven-monument opgericht en voor de ontbrekende gelden was Liszt weer do edelmoedige, om te zorgen dat, voor den door hem hoogvereerden meester, het beeld kon worden op gericht. Voor de slachtoffers van den watersnood in Hon garije gaf hij de opbrengst van een tournée door Hongarije. In 1842 volgde zijn benoeming tot bui tengewoon dirigent te Weimar, \yelke plaats ook lijn vaste woonplaats werd. Op zijn landgoed „Alte Burg" ontving hij alle groote en bekende componisten en instrumenta listen. De „Alte Burg" werd het middelpunt van de muzikale wereld. (Raff, v. Bülow, Tausig, Cor nelius enz.). Toch onderbrak hij gedurende zes jaar zijn verblijf door een reis in Italië (1861'67), waar hij zelfs Abbé werd en in dien tijd hoofdzakelijk kerk- Wordt een menscli kleiner als hij oud wordt Een Belgische geleerde, dr. Quételet, heeft hier omtrent onderzoekingen ingesteld en daarbij het .volgend resultaat vorkregen: Van hot 30c tot het 40c jaar blijft de lichaams lengte onveranderd. Dan vermindert zij, en wel van het 40e tot het 50e jaar met 10 m.M., van het 50e tot het 60e met 35 mM., van het 60e tot het 70c met 16 m.M. en van het 70c tot het 80e weer met 10 m.M., terwijl de lengte van hert 80e tot het 90e jaar weinig of niets vermindert. Gemiddeld wordt een mensoh op zijn ouden dog cbus Ln totaal 71 m.M. kleiner. De voorlezers van Barcelona Van elke 100 arbeiders in de groote Spannsche fabrieksstad Barcelona zijn er 70, die niet lezen en niet schrijven kunnen. Toch willen die menschen graag weten, wat er in de wereld te koop is. Hoe komen ze dat aan dc weet? Door de zoogenaamde voorlezers. Voorlezers zijn menschen, die behoorlijk kunnen lezen, en in den regel goed op de hoogte zijn met de politieko toestanden in de verschillende Euro- peesohe landen. muziek componeerde. Maar ook dit leven beviel den reizenden kunstenaar niet en zoo komt hij weer op liet podium terug om opnieuw roem te oogsten. Zijn laatste openbaar optreden was in 1877 te Han nover, waarna hij zich als componist er. als pae- dagoog terugtrok op zijn landgoed, niet in ver getelheid, ooch als middelpunt van het bruisende muziek-leven. Hij verkeert in drukke briefwisse ling met Richard Wagner, wiens werken hij zeer vereerde en waarvoor hij bovenmatige belangstel ling toonde. Zóó hoog stond hij in alle muzikale kringen aan geschreven, dat iedere instrumentalist of compo nist hot zich tot een eer rokende Liszt te mogen voorspelen of zijn oordeel te hooren. Ook Brahms was één van hen, die oen gunstig oordeel mocht ontvangen. Zijn verdiensten werden op meest royale wijze beloond; o. a. werd hij tot Dr. benoemd aoor de Königsberger Universiteit. Dc Keizer van Oosten rijk adelt hem en riddert hem met de orde van de „IJzeren Kroon". Verscheidene steden benoemen hem tot ccroburger. De Groot-Hertog van Weimar benoemt hern tot kamerhoer; van de Ungarische Landes-musik Akadcmie wordt hij president. In den nacht van 31 Juli1 Aug. komt ook dit genie te overlijden, aan een long-ontsteking, opge- loopcn na dc bijwoning van de opéra „Tristun und Isolde" van Wagncr. Begeleid door een reusach tige schare van vereerders en leerlingen wordt hij te Bayreutli bijgezet. In 't park te Weimar bevindt zich een standbeeld van hem, een buste werd geplaatst in dc foyer van het „Leipziger-Gewandhaus" en ook één in 't- park te Stuttgart. Het Liszt-muscum te Weimar bevat buiten diverse kamera met Liszt's bibliotheek, manuscripten en portretten, ook zijn onveranderd gelaten muziek salon en slaapkamer. Liszt was gedurende zijn geheele leven een voor beeld van edelmoedigheid. Zijn eigen werken stelde hij ten achter bij die van zijn collega's, in dien ze hem interesseerden. Hij was bovenmatig weldadig en medelevend en stierf betrekkelijk arm. In al zijn geschriften, in ul zijn daden zoeken we te vergeefs naar een spoor van jaloezie of haat. Zooals zijn biograaf Calvocoressi schrijft: „geen artist kan zich edeler voorbeeld nemen, geen artist kan zich een hoogcr doel stellen". Zoo is ook 't oordeel van ieder, die het leven van Liszt bestudeerd heeft. Nog leven er pianisten die leerling van hem ge weest zijn en er is geen aan te wijzen, die niet bekend staat als prima concert-pianist. Liszt's werken verdeelen we meestal in: a. Lyrische werken, missen, koorliederen, liederen» b. Werken voor orkest met of zonder piano. c. Orgelwerken. d. Pianowerken. e. Diverso werken. Zijn werken voor piano bewegen zich in hoofd zaak op 't gebied .van den virtuoos, hoewel hij ook wel eenige makkelijke, dat wil zeggen minder orchestrale, werkjes geschreven heeft. Ook was hij een eminent schrijver op het mu- ziek-gebied, daarvan getuigen zijn „Gesamjneite Schriften", waarin we o. a. ook een hoofdstuk over Chopin vinden (uitgave Breitkopf und H&rtel, Leipzig). Zeer goede en mooie biograpliieën zijn er versche nen van de hand van Von Bülow, La Mara, Kopp, in 't Duitsch en van Ghantavoine, Calvocoressi in 't Fransch. Verder hebben we nog dc briefwisseling tusschtu Liszt en Von Bülow, Wagner e. a. In het schaftuurtje komen die voorlezers in de schaftlokalen van de fabriokcn'cn lezen daar dan de krant voor Elke arbeider betaalt daarvoor wekelijks een vast bedrag, zooals wij een abonnement op onze krant betalen. Die voorlezers hebben dus een prachtig baantje in do oogen der Spaanschc arbeiders, want zij werken maar een uurtje per dag en verdienen een zeer, goed salaris. De Chineesche doktersrekening Di China doet men veel heel anders dan bij ons men zet b.v de lottere niet naast, maar on der elkaar; ook het betalen van den dokter gaat anders. Zoolang men gezond is, betaalt men een zeker bedrag aan zijn geneesheer, maar houdt hiermee op, zoodra men ziek wordt. De dokter heeft er belang bij, dat zijn patiënt zoo spoedig mogelijk boter is en ziet natuurlijk nauwlettend toe, dat deze zich geen ziekte inbeeldt. Het is dus in hot belang van beide partijen. Bosschen en regen Als men do bosschen op Jamai'ka en St. Mauri tius uitroeide, zou hot daar ophouden met regenen en zouden deze eilanden dus woestijnen worden. Mohomed Ali, een der wijste regenten van Egypte in de vorige eeuw, plantte 15 tot 20 millioen hoo rnen in de Nijldclta en de regen nam daar zeven voudig toe. ni'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 18