LAND ^TUINBOUW
fiMotuwdfe
DELFTSCHE PHOSPHORZURE VOEDERKALKF
M.VERHEUL's Krachtvoederhandel
ROTTERDAM
NOVEMBER 1935
De tuin in
den herfst
Het is nu zaak om de tuin niet te ver
geten. En toch bestaat daarop bij sommi
gen groote kans. De aardigheid is er ai nu
alles gaat verdorren en de herfst vlagen de
planten en -heesters belagen. Dat wil zeggen
naar onze opvatting, want inderdaad zijn
die herfslvlagon nog zoo kwaad niet voor
tic planten. Alleen wij plaatsen de planten
wel eens zoo. dat het wel kwaad kan.
Doch daar thans niet over.
Men doet goed, al is het niet zoo aange
naam meer in de tuin te werken (in den
zomer met de warmte valt het anders ook
niet mee) ont toch geregeld toezicht te
houden.
De boomen en heesiers kunnen soms erg
los in de grond komen te slaan als de wind
ze heen en weder zwiept.
Tracht dat op te knappën door het aan
trappen en stompen van den grond 1 ondom
de stam. En vooi'.tom herhaling door vast-en
aanbinden aan stevige palen.
M ie nu goed op zijn planten past, zal het
volgend jaar er het meeste genot van heb-
hcn.
't Wordt hoog tijd,, els ge heit nog nd-et
deed, de dahlia's te rooien en voorloopig
op te bergen. Laat er geen natte aarde aan
zitten en geen rotte knoldeelen. Ook de
knolbegonia's moeten er uil.
Hot gazon zou ik nu nog eens maar niet
te kort" laten afmaaien of knippen.
Al te kort knippen kan lot gevolg heb
ben te sterk uit vriezen of te veel tnosgroei.
Heeft men te veel mos tusschen liet gros,
dan kan men liet met een hark er uit
krabben en daarna het gazon met een laag
je aarde met kunstmest vermengd, bedek
ken.
IP it mos gaat dood en voor de grasgroen
komt er een goede voedsel voorraad in den
bodem.
De rozen moeten nlt zoo langzamedhan-d
wat toegedekt worden. De aarde er om heen
wat opharken, zoodat de takken een goede
handbreedte onder de grond korrncn of on
der liet turfstroalsel en bladeren. Sommi
gen hebben tegen deze laatste bezwaren,
doch uit ervaring weten we, dat deze niet
zoo groot zijn.
De aardappelmeel-
industrie
Beteekenis voor de Veenkoloniën
Toenemend gebruik een landsbelang
En om nu op die 75 H.L. van IS52 terug
te komen: dag en nacht wordt tijdens de
campagne in eén fabriek per uur 7000 kg.
geproduceerd.
En waar blijft al dat meel?
Eigenlijk een domme vraag, al liet men
ons dat niet merken. Want dat is nu juist
de groote moeilijkheid. De aardappelmeel
fabrieken zijn voornamelijk op exjiort aan
gewezen en het is. tengevolge van de hooge
invoerrechten, die de meeste landen eischen
en. door de zware concurrentie van landen,
als Rusland en Polen, met hun uiterst goed-
koope arbeidskrachten, een zwaar probleem
de eens zoo bloeiende industrie op gang te
houden.
Nu is dat een belang, waar, volgens een
zeer bescheiden raming, minstens 100.000
menschen rechtstreeks bij betrokken zijn.
Dit feit is in den lande nog zeer onvoldoen
de bekend. Een hoogleeraar. die op dit ter
rein als zeer deskundig geldt, kwam bij een
vluchtige berekening op 20.000 zielen; doch
de officieele getallen stellen ons in staat,
door een eenvoudig sommetje tot een geheei
andere uitkomst te geraken. Mag ik u heel
even lastig vallen, met enkele cijfers?
Op het oogenblik zijn 29.000 H.A. bebouwd
met fabrieksaardappelen.
Het werkloon per H.A. is f 100. Dat
wordt 2.9 mil hoen.
Van die 29.000 H.A. is de gemiddelde oogst
zonwat 11.000.000 II.L.
Werkloon f 1.G00.00O.
In totaal dus iV2 mill, gulden aan loonen. Mar kto verzicht
Hiervan leven ongeveer 5500 gezinnen.
Dan zijn er nog 14.000 landbouwers, voor
wie cie verbouw van fabrieksaardappelen
de voornaamste bron van inkomen is. Te
zamen is dat 19.500 gezinnen.
Reken vijf leden per gezin, wat in deze
streken niet te hoog getaxeerd is, dan ko
men we al in de buurt van 100.000. Voeg
daarbij nog de 600 schippersgezinncn, dié
in de herfst erbij betrokken zijn, dan kun
nen we de neringdoenden, de ambachtslie
den en zooveel anderen, die bij deze land
bouwindustrie indirect betrokken zijn, ge
voegelijk buiten beschouwing laten, om vijf
maal het getal, dat zijn Hooggeleerde gaf.
te bereiken.
Wat het vervoer van V/2 millioen balen
voor de zwaargetroffen binnenvaart betee-
kent, het bc-hoeft geen beloog.
En dan is er nog het afval, de pulp, die
als veevoeder meest naar Holland gaat,
zeker ook nog 1000 scheepsladingen.
We zullen U niet vermoeien met nog
meer getallen: bovenstaande berekening,
welke aan den lagen kant is gehouden,
spreekt waarschijnlijk wel voldoende.
De welvaart van een deel onzer natie,
dot. door zijn energie en durf van groot
belang is voor onze volkskracht, hangt ten
nauwste samen met de aardappeLmeeJ-
industrie.
De fabrieken zijn vrijwel alle coöperatief,
zoodat de landbouwende bevolking staat en
valt met deze industrie in eigen beheer.
Bovendien eischt de structuur van den bo
dem, welke slechts beperkte mogelijkheden
biedt, wisselbouw, waarbij om de tw
jaar aardappelen worden verbouwd. Door
de noodzakelijke beperking van de
poot komt deze reeds in 't gedrang. Verdere
inkrimping der industrie zou voor de v<
koloniën e«en ramp beduiden, die ze
groote moeilijkheden zou brengen. In
geeringskringen is dit reeds begrepen, doch
deze overtuiging dient vooral ingang te
vinden bij het Nederlandsch publiek.
Een toenemend verbruik van dit uitne
mend product van raderlandschen bodem,
liet aardappelmeel, is een landsbelang, dat
waard is met de meeste kracht te worden
bevorderd.
Indexcijfers
van de landbouw
October 1935
De stijging der prijzen van eenige akker
bouwproducten hield in de maand October
aan. Voor stamboonen en kanvijzaad was
deze niet onbelangrijk, resp. van 51 tot 62
en van 54 tot 64. De aardappels noteerden
een fractie hooger dan in de voorafgaande
maand. Het groeps-indexcijfer op basis 192V
1929 liep als gevolg daarvan met een twee
tal punten op (51—53).
Het varkensvleesch steeg eveneens ir
prijs (5764) en ook de zuivelproducten
vertoonden een verbetering in de noteerin
gen (boter 5558, kaas 49—50). Aangezien
de basiscijfers voor de periode 1924/1929 in
October eveneens hooger zijn dan in Sep
tember. komt de prijsstijging niet geheel in
het indexcijfer tot uiting. De eieren noteer
den aanmerkelijk hooger dan in de vooraf
gaande maand, als gevolg waarvan het
indexcijfer (basis 1924-1929) opliep van
35 tot 43
In verband met het bovenstaande ver
toonden de betreffende cijfers voor de groe
pen veeteelt- en landbouwproducten voor 't
eerst sedert langen tijd een verbetering van
eenige beteekenis. Voor de akkerbouwpro
ducten liep deze op van 51 tot 53 in October.
Voor veeteeltproducten van 50 tot 53 en
voor landbouwproducten te zamen van 51
tot 53.
De veranderingen in de indexcijfers voor
voedermiddelen en kunstmeststoffen geven
geen aanleiding tot verdere opmerkingen-
(Medegedeeld door het Centr. Bureau)
Gedurende de afgeloopen week zijn de
prijzen van de voedergraaen, behoudens
kleine schommelingen, vrijwel op dezelfde
hoogte gebleven. De omzet was iets grooter.
Door de binnenkomst van diverse ladingen
worden de voorraden wat ruimer. De
landsahe rogge wordt niet zoo dringend
meer aangeboden, het aanbod vooi haver
wordt daarentegen wat ruimer.
De koekenmarkt blijft nog buitengewoon
kalm. De prijzen der Amerikaanschie lijn
koeken zijn gedrukt; overige koeksoorl
alles onverandord in prijs met zeer weinig
kooplusL
Thomasmeel. Nu in de afgeloopen
week ook weer vrijwel niets gekocht word,
zal men toch wel met ons tot de overtui
ging komen, dat een thomasmeolmarkt in
de najaarsmaanden een moeilijk te bespe
len instrument is. Men moet er zeer
zich tig mede omgaan, want zoowel
plotselinge prijsdaling als een snel doorge
dreven prijs\ erhooginc «uilen beide de koo-
pers doen terugschrikken. Slechts een rus
tig handhaven der prijzen sal in deze maan
den een regelmatig zakendoen bevorderen.
Het ik dan ook wel opvallend, dat men in
België de prijzen voor Nederland aanmer
kelijk heeft verhoogd, terwijl Duitschlard
juist meent, dat er op de daar vastgestelde
officieele prijzen een „frühbezugsrabatt"
moet worden gegeven en wel van 3 Pfennig
voor alle orders tot en met 22 Nov. 1935 en
van 2 Pfennig voor aDle orders tot en mei
13 December 1935.
Daar den Iaatsten tijd nognl eens gespro
ken werd van veel grooteren export naar
„vreemde" landen, geven wij hieronder de
navolgende cijfers:
De crisis en het
kunstmestgebruik
Kali en fosforzuur beduidend meer,
stikstof minder gebruikt
Interessant is het eens na te gaan hoe de
crisis werkt bij het verzorgen van den
bodem. En dan mogen we dadelijk een ge
lukkig verschijnsel constateeren, dat hierbij
het algemeen genomen eer een verbete
ring dan een verslechtering valt waar te
nemen.
We geven hier weer wat in het Verslag
over de Landbouw over 1934 over deze aan
gelegenheid is vermeld:
Het verbruik van kunstmeststoffen werd
'er het kalenderjaar bepaald, door het ver
schil der in- en uitgevoerde hoeveelheden te
vermeerderen met de binnenlandsche pro
ductie. Het feit, dat hierbij geen rekening
wordt gehouden, met de voorraden, waarom-
tr» nt ten eenenmale geen gegevens zijn te
verkrijgen, doet aan de waarde -'tm dit cijfer
materiaal afbreuk, zoodat met het gebruik
dezer cijfers de noodige voorzichtigheid dient
te worden betracht.
Intusschen kan wel worden aangenomen,
dat de in deze getallen tot uiting komende
tendenz met het werkelijk gebruik /an n
stoffen overeenkomt.
In onderstaande tabel wordt het verbruik
vermeld van het iaar 1927 af.
Verbruik in tonnen
Kali Stikst. Fosf.z
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
91.111
92.459
104.693
100.267
42.861
57.580
80.101
114.969
46.790
67.563
79.937
42.433
88.620
54.239
106.749
111.934
106.633
105.730
69.779
67.051
60.067
91.065
Uitvoer Belgi ëfL u x e i
naar: April/Sp. '35
221.200 ton
13.500
36.400
50
145.300
13.500
3.200
35.300
iburg
April/Sept. '34
331.200 ton
10.900
22.300
8.900
76.200
22.400
1100
20.000
Duïlschland
Finland
Frankrijk
Italië
Nederland
Polen/Danzig
Engeland
Diversen
Totaa, 468.450 ton 403.000 ton
Hieruit blijkt in hoofdzaak, dat er dat hal
ve jaar in totaai 25.000 ton. minder is uit
gevoerd, dat Duitschland 110.000 ton minder
heeft gehad, Nederland 611.000 ton mééi', c-n
dat er van veel hooecren export naar vrecm-
do landen piuclisch geen sprake is gewast'
Stikstof meststoffen. De markt
blijft rustig, maar goed prijshoudend. Vom-
direct verbruik wordt nu .niets meer ver
kocht. Het verbruik staat eenige maanden
stil. Maar op het voorjaar worden geregeld
zaken afgesloten. De gemaakte prijzen lig
gen nog iets benedien het peil van de voor-
jaarsnoteeringen der producenten, zoodut
te verwachten is, flat er nog een kleine stij
ging binnenkort komen moet. Niemand be
hoeft zich echter ongerust te maken, dat de
prijzen sterk zullen oploopen, daar deze im
mers automatisch beperkt worden tot het
niveau van de noteeringen, waarvoor pro
ducenten op de voorjaarsmaanden afgeven,
ven.
Allen &-• gecontingienteerde meststoffen,
chili en kalkstikstof zouden hierop een uil
zondering kunnen maken. De producenten
van chilisfllpeter zijn uitverkocht, ook die
van de kalkstikstof zitten aui de grens van
hun contingent, doch voorloopig zit er van
beide meststoffen nog genoeg in handen van
ons en van den groothandel, om aan de vraag
te voldoen. De chili wordt zelfs vrij gors
geld op een iets lager peil verkocht dan de
synthetische stikstof, waarbij het echter soms
wel twijfelachtig schijnt, of verkoopers wel
ch i 1 i salpeter leveren. Wij, aohten hot alge
meen bekend, dat de ohilisalpeter dit. sei
z.oen door eigen merk voldoende van synthe
tische natron.sal peter is te ouders-hei<Jcn.
In elk geval lette men hier bij dien aankoop
op.
De opvallende vermindering van het stik-
stofmeststoffenverbruik bedraagt ongev
27 pet. van dat in 1933. Nu kan wel met
zekerheid worden aangenomen, dat in der
tuinbouw de aanwending gedurende het ver
slagjaar belangrijk is verminderd, terwijl
eveneens in de weidestreken op deze mest-
of is gespaard.
Uit enkele akkerbouwgebieden werd even
ts melding gemaakt, dat in verband met
den weelderigen stand van de meeste win
tergewassen in dit voorjaar de stikstofmest-
stofgiften werden beperkt, ten einde een te
•en groei en de daardoor ontstane kans
op legering van het gewas te voorkomen.
in het oog loopend is de belangrijke
toeneming van het kalimeststoffcnverbruik.
Aangezien van deze meststof in de jaren
voorafgaande aan het verslagjaar, geringere
hoeveelheden zijn aangewend, gevoegd bij
het feit, dat de financieele positie van een
groot deel der akkerbouwbedrijven is verbe
terd, is het verbruik van de kalimeststoffen
gestegen. Het verbruik van phosphorzuur is
blijkens deze cijfers eveneens vrij aanzien
lijk gebleven.
Van enkele der meest belangrijke mest
stoffen wordt het berekend verbruik nader
toegelicht.
Chilisalpeter. 1
droeg 43742 ton, tegen 38700 ton,
het jaar 1932 bedroeg de meer-ii
4072 ton, terwijl deze in 1931 en,
tievelijk 48494 en 59460 tc» i
voldoet niet alleen aan de eisclien der Codex Voedermiddelen,
doch is nog belangrijk BETER, n.l. oplosbaarheid 98
Levering in origineele zakken met fabrieksmerk.
VRAAGT UW LEVERANCIER of wendt U tot
bruik in 1934 is dus toegenomen vergeleken
bij dat in 1933, hoewel het beneden het ver
bruik in 1930 en 1931 blijft.
n i a k. De bin
nenlandsche productie bedroeg in het afge-
loopen jaar 251124 ton tegen 348920 ton in
1933. tegen 422000 ton in 1932 en 385000 ton
in 1931. Houdt men voor de genoemde jaren
rekening met den meer-invoer, dan heeft,
indien de voorraden ongeveer gelijk zijn ge
bleven, het verbruik in 1931: 303.000 ton, in
1932: 186.000 ton, in 1933: 195.000 ton en in
1934: 68.801 ton bedragen.
>er-invoer be-
1932: 8249 ton,
1934: 21406 ton.
Kalksalpeter. De
droeg in 1931: 72.437 ton,
in 1933: 44256 ton en
Kalkstikstof. De meer-invoer van
deze meststof is in 1934 iets gestegen. In het
jaar 1933 bedroeg deze 11834 ton. terwijl in
het afgcloopen jaar deze hoeveelheid is ge
stegen tot 14298 ton. In de jaren 1931 en
1932 bedroeg de méér-invoer respectievelijk
7940 en 11294 ton.
Leunasalpeter en ander am
moniumsnitraat. De meer-invoer be
droeg in 1934: 16960 ton tegenover 46202 ton
in 1933, terwijl deze in de jaren 1931 en
1932 bedroeg: 5729 en 6596 ton.
Superphosphaat. De binnenlandsche
productie bedroeg in het afgeloopen jaar
558800 ton, wat een stijging beteekent bij het
vorige jaar van 84200 ton. De productie
deze meststof bedroeg in Je jaren 1931
1932: 494161 en 501703 ton. Rekening hou
dende met den meer-uitvoer kan het ver
bruik in 1934 becijferd worden op 220064
ton, terwijl dit in de jaren 19311933 respec
tievelijk 136493 ton. 144680 ton en 204134
ton bedroeg. Het verbruik van deze meststof
is in het afgeloopen jaar derhalve weder toe
genomen.
Thomasphosphaat. De meer-invoei
van dit product is in het jaar 1934 belangrijk
gestegen en bedroeg 328322 ton tegenover
162133 ton in 1933. In de jaren 1931 en 1932
bedroeg de meer-invoer 283564 ton en 260980
K a n i e t. De meer-invoer van deze mest
stof is in het afgeloopen jaar iets gestegen
en bedroeg n.l. 30206 ton tegenover 26203 ton
in 1933. In de jaren 1931 en 1932 was het
verbruik 36328 en 49632 ton.
Kalibemestingszout. De meer-
invoer van dit product is in het afgeloopen
jaar gestegen. Voor kalizout 40 pet. bedroe;
deze in het afgeloopen jaar 94178 ton, terwijl
dit in de jaren 19311933 bedroeg 25876 ton,
53098 ton en 67427 ton. De meer-invoer voor
kalizout 20 pet. is zeer belangrijk gestegen
het afgeloopen jaar en bedroeg 305631 ton
tegenover 213088 ton in 1933. In 1931 en 1932
bedroeg deze meer-invoer resp. 92910
98215 ton.
Hebt U kaas van
kaas gegeten? s
Wij gelooven 't waarlijk niet, ii
Daar men U nog veel te weinig 31
Van kaas profiteeren ziet.
Kaas is voedzaam, kaas is billijk,
En wij roepen du9 den slagzin:
Kaas is lekker en gezond 1 g
„Eet thans kaas" op giuden grondt! a
Kaas is makkelijk verteerbaar
En ook kan veel goeds gezegd v
Van het nut. dat kaas kan bieden
Voor een smakelijk kaasgerecht.
Kaas. geraspt, is overheerlijk r
In roerei of ommelct,
't Geeft aan groenten en aan soepen
Een apart, pikant cachet. j
Neemt U nu eens ernstig nota
Van dit rijmend kaas-relaas.
Er is GoucLsche en Edammer,
Leidschc en nog and're kaas
Kaas bij een apéritiefje
Wordt bijzonder gewaardeerd.*,!
U hebt kaas van kaas gegeten
Als U 'r zóó van profiteert!
OTTO ZEEGER
WEET GE
dat ter gelegenheid van de Wereldtentooi i
stelling te Brussel een international!
boterprijskamp is gehouden, waar van
de 100 te behalen punten Nederland ej i<
S0.0, Hongarije 72.5. België 69.4 eif*
Luxemburg GS verkregen. j.
dat in Friesland in 17G5 gemiddeld jaarlijki
V/2 millioen pond zoetemelksche kaaj j
op de waag werd aangevoerd.
dat door de 433 bij de F.N.Z. aangeslotei
zuivelfabrieken in '34 ruim 2.295.000.001
K.G. melk is ontvangen.
d
dat door Nederlandsche fabrieken ïn 1931d
is bereid 249.959.000 K.G. zwaveflzurj J
ammoniak.
h
dat de zijdeteelt in ons land hoe langer hoi J
meer belangstelling trekt, getuige hei
feit, dat in Rijssen de aanplant vat ii
10.000-moerbeistruiken wordt voorbereii
en men in Huizen naast een kwpekerj
van 6000 struiken, verleden jaar aanga*
legd, thans met 't aanplanten van ÏOOC
struiken is begonnen; i
DE PROEFPOLDER UITGEPROEFD. In verband met, de droogmaking van de Wieringermeerxvaarbij men voor allerlei bolent* j
kundige en cultuurvraagstukken zou komen te staan, werd indertijd 1026'27 (Augs.Augs.) een gedeelte zee bij Andijk droog'
gemaakt en daar werd nauwkeurige studie gemaakt van de groei der gewassen onder verschillende omstandigheden, van de ont- j
zilting en ontwatering enz. Zeer belangrijke gegevens voor de cultuur der gronden in de Wieringermeerpolder van groot belang, t
werden verzameld. Uit geheel otis land werden excursies naar deze proefpoldcr gehouden. Thans heeft de polder als proef*
polder afgedaan en is hij verpacht. Met ziet hierboven de proef boerderij en nevengebouwen.
303
Weet ge wat een boemerang is?
Neen?.Ik ook nliet. Ma;)r liet moet zoo
iels zijn als een wapen, dat als het geen doel
treft naar je zelf terug keert.
Dat was vroeger heel practisch. Toen was de
wapenlabricage nog niet zoo "uitgebreid als
thans. Nu ziet men op geen kogel, noch bom
en vindt men ze nu in het zand, zooals kin
deren er kei- en vuursteentjes vinden. Maar
vroeger moest men zuinig zijn op de munitie
en vond iemand een wapen uit, dat terug
keerde tot de afzender, als een onbestelbare
brief.
Maar die afzender moet oppassen anders ge
beurt mot hem wat hij wilde, dat met. zijn
vijand zou gebeuren en krijgt hij een op
stopper.
Wat dit nu met land- en tuinbouw te maken
heeft?
Heelemaal niets. Maar ik moet toch een be
gin hebben, is 't niet?
Nu had ik inist aan zoo'n boemerang ge
dacht en deze in zijn loop gevolgd. A-1re«
sant onbekend, dus als onbestelbaar retour
afzender.
Waar ik het over hob. in deze raadseltaal?
Over de reclame van de Nederlandsche Zui
vel Centrale, een wapen om niet boter-ge-
bruikers in hun gemoed en smaak te treffen
Wat ik hoorde en zag,
las en dacht, op reis
en tliuis
en tot botereters te verheffen, ('n Goed
woord is dat: verheffen).
Maar dat wapen is een boemerang geweest.
OP DE VOEDT-U-GOED-
TEN TOONS TELLING WON
MARGARINE HET VAN BOTER.
Ooggetuigen vertellen, dat op de tentoonstel
ling in de Haagsche Dierentuin, waar het
slagwoord was: Voedt U goed en goedkoop!
en die uitging van het Crisiscomité de Ne
derlandsche Zuivel Centrale in een achter
zaaltje kookdemonstraties liet geven, om de
Nederlandsche zuivelproducten meer bekend
te maken en te laten waardeeren, terwijl de
allermooiste, de allergrootste, de allerspre-
kendste. de allermeest in het oog loopende
stand, die was van het margarinekapitaal.
Zoo ingericht was deze allerkeurigst inge
richte stand, dat deze dadelijk -Je aandacht
trok. Ook moest ieder die stand passeeren.
En de fijnste lekkernijen met margarine be
reid werden daar ieder bezoeker gratis ver
strekt. De reclame voor boter moest hef loe
lijk laten zitten, al werd men daar ook nog
zoo keurig en netjes bejegend door aller be
sc.haafdste dames, die zich uitsloofden om
de goede kwaliteiten van de Nederlandsche
zuivelproducten te doen uitkomen-
Maar het erge was, -dat het Nederlandsche
product in de hoek geduwd werd door het
grootmachtigg kapitaal dat voor een groot
deel uit het buitenland komt. Hoewel mer
dit niet wilde, is door de N.Z.C. (vroeger
Crisis Zuivel Centrale) door het hooge meng
percentage de burgers geleerd margarine te
eten. En nu is het wapen terug gekomen en
de margarine wint het van het natuurpro
duet.
Was maar weggebleven, dan had men de
groote, de schrijnende tegenstelling niet zoo
krachtig doen aanvoelen bij het publiek.
Konden wij bot publiek maar dwingen om
natuurboter te eten. Maar dat gaat nu een
maal niet zoo het schijnt. Maar wat ons niet
lukt in ons eigen land, zal een vreemde pro
ducent wel lukken.
Althans we hooren, cn 't moet waar zijn,
DE DENEN WILLEN ONS
DWINGEN HET DOOR HEN
INGEVOERDE VLEESCH
ZELF TE CONSUMEEREN.
Ge weet, dat we een handelsovereenkomst
met Denemarken hebben om bij hen vleeseh
te koopen. Daarvoor nemen zij Hollandsche
land- of tuinbouwproducten, met name
bloembollen af. Een soort ruil dus, zooals
tegenwoordig meer plaats heeft. En Dene
marken heeft niet veel anders dan vleeseh
aan te bieden. Hebben wij ook wel. doch. ja,
wij moeten onze bloembollen ook kwijt. De
eene hand moet de andere wasschen.
Een poosje geleden zetten de Denen hun uit-
vopr van vleeseh naar ons land stop. omdat
ze hier geen prijs genoeg konden maken. Nu
zijn ze plotseling weer begonnen met hier
vleeseh op de markt te brengen. En toch ziin
de prijzen niet beter dan toen ze ie invoer
s'on zetten. Maar de Doonsche importeurs
krijgen de 7V> cf. per K.G., die ze als mono
poliebeffing moeten betalen, geheel of gedeel
telijk terug. En daar ze in Denemarken met
groote hoeveelheden vleeseh zitten, die weg
moeten zijn ze maar weer naar ons land
igaau verkoopen. Maar nu willen ze ook op
de Nederlandsche markt blijven. De eisch
wordt bij de onderhandelingen zelfs gesteld
dit Deensche vleeseh ook in Holland le con-
sumeeren en niet zooals het plan al was. het
weer, zelfs met verlies, naar andere landen
te verkoopen. Er is al een delegatie naar
Denemarken geweest, doch deze had nipi
veel succes. De Denen voelden er niet veel
voor om tegen hun eigen produel op de bui-
tcnlandsche maikt te moeten concureeren
Dus tegen wil en dank vleeseh eten. Tegen
bloembollen afzet.
Neem hen deze houding eens kwalijk.
Wij zijn ook niet gebrand op concurrentie
En vooral niet met onze eigen producten.
Dat zal nu misschien met onze bloembollen
geschieden. We vernemen nl. van
EEN HOLLANDSCHE BLOEM
BOLLEN KW EEKER DIE IN
HONGARIJE EEN BEDRIJF
WIL VESTIGEN.
Een Hongaarsch blad deelt het mede. Korten
tijd geleden moet een Hollandsche bloembol-
lenkweeker, die vooral tulpen in zijn cultuur
heeft, in Boedcpast zijn geweest om met vel
schillende belanghebbenden te onderhande
len om met gesperd kapitaal een landgoed te
koopen of te pachten en daarop tulpen te
kweeken. Zoowel de snijbloemen alsook de
bollen zouden voor den uitvoer bestemd zijn
Volgens het blad zou het de bedoeling zijn,
uit Hongarije met de Nederlandsche tulpen
kweekerijen te concurreeren, aangezien in
Hongarije met het oog op de zeer lage ar-
beidsloonen, de kweekkosten aanzienlijk la
ger komen dan in Nederland.
We hopen dat het mee zal vallen. Niet elk»
grond wil bloembollen voortbrengen van een
kwaliteit, als we hier gewend zijn te kwea-
ken.
Zelfs in Engeland niet zoo het schijnt, want
hoewel :1e bloembollencultuur daar zicb
steeds meer uitbreidt
DE INVOER VAN NEDERLAND
SCHE BLOEMBOLLEN IN
ENGELAND NEEMT TOE.
In de eerste negen maanden van 1935 wer
den ïn tolaal 703.493.000 stuks bollen in En
geland ingevoerd. Over hetzelfde tijdvak van
1934 beliep dij 594.605.000 stuks. Nederland
leverde in dit tijdvak in deze beide jaren
resp. 677.600.000 stuks en 56S.4i5.000 stuks
In beide jaren dus een regelmatige stijging
van verbruik ïn Engeland van het aantal
stuks. Dit jaar zelfs honderdduizend stuks
meer.
Van Engelands hloembolleninvoer komt zes
zevende deel uit Nederland.
Dat beteekent nog al wat. We waren al bang.
dat Engeland geheel voor zich zelf zou gaan
zorgen toen het enkele jaren terug zich met
kracht op de bollencultuur begon toe te leg
gen. Men ziet dc lucht soms ook wel eens t»
donker.
Alleen op cijfers s'aren is ook niet goed. Wat
wel blijkt uit het feit, dat sedert 1925 de met
bollen beteelde oppervlakte in Engeland
opliep van 5.500 tot 11.797 acres (2^2 acres
is 1 H.A.). En toch toename van bolleninvoer
uit ons land. Het verbruik nam dus ook ge
vveldig toe. Dat moet wel.
Zoo neemj °°k '°p ontevredenheid onder
de pluimv eehouders. die de monoplieheffing
op de uit het buit cn land aangevoerde voeder
artikelen als maïs, gerst, vischmeel, enz
moeten opbrengen, waartegenover geen meer
dere inkomsten staan.
DE GRAANRECHTEN MAKEN
DE PLUIMVEEHOUDERIJ
NOODLIJDEND.
Dat is niet de bedoeling. Men trachtte dit te
voorkomen, door zekere restitutie te geven
van deze graanrechten, door voor eieren, die
naar het buitenland gaan een exportpremip
te eeven Maar deze exnortconsonton krijgen
enkele exporteurs dip de eieren konpen voor
de prijs die de binnenlandsche handelaar
ook geeft. Hij krijgt dus de exportpremie
doch dp eierleverancier, de hoer. krijgt peen
hoopere prijs en dus de exportpremie komt
niet waar ze moet zijn en waar de bedoelinp
wes, dat ze zou komen. Hier is dus de be
doeling goed, doch de uitvoering geheel vew
keerd. Als de exportvergunningen niet aan;
enkele handelaars werd gegeven, doch aan
dc verkoopsorganisaties der pluimveehou*
ders, dan zou alles beter loopen. Er zou dar
vrije concurrentie van de handelaars op d<
markt komen. De eierprijzen zouden hoogei
worden en de pluimveehouders zouden aai
door hooger eierprijzen de graanrechtei
terug krijgen. Wat de bedoeling ls.
Beweerd wordt, dat de exporteurs nu grooti
winsten maken winsten van duizend tot1
veertienhonderd gulden per wagon uitge
voerde eieren waren geen zeldzaamheid,
beweert iemand in de N-R.Ct terwijl
EEN DEN HO UD ERSBEDRIJ VEN
VAN GEMIDDELDE GROOTTE
WEKELIJKS EENIGE HONDER
DEN GULDENS AAN GRAAN
RECHTEN MOETEN OPBRENGEN.
„Het kleine Ermelo, dat alleen voor zijn
eenden tien duizend ton mais per jaar ver
bruikt, moet hierop twee honderd duizend
gulden graanbelasting betalen, zoodat men
niet behoeft te vragen, hoe deze nijvere be
drijfjes tusschen de tang genomen worden,
Voor Barneveld geldt natuurlijk hetzelfde;
ook daar is de nood hoog gestegen cn be
klaagt men zich tevergeefs, dat de kleine
zelfstandige kippenhouder wordt opgeofferd
ten bate van de exhorbitant hooger subsi
dies. welke aan de graantelende boeren in
Nederland worden gegeven".
Zoo schrijft men aan de N-R.Ct, Wij ne
men deze uitdrukking niet voor onze reke
ning. Doch kunnen ons heel goed begrijpen,
dat zoo geredeneerd wordt door do vele
pluimveehouders.
En dat redeneeren had voorkomen kun
nen worden.
Misschien, dat alles nog wel eens ten
goede gereorganiseerd zal worden.
We hopen er nog altijd op.
Tot de volgende weck.
EraatjesmakeJ